Appendix 1. Attitude - Vragenlijst

Vergelijkbare documenten
Appendix 3. Attitude - Vragenlijst (B-versie)

Appendix 2. Attitude - Vragenlijst (A-versie)

De huisarts. De psycholoog. Published on 113Online zelfmoordpreventie (

Informatie over de lastmeter

Psychologisch onderzoek en behandeling Volwassenen. Afdeling Klinische Psychologie

Psychologisch onderzoek en behandeling Volwassenen. Afdeling Medische Psychologie

De psycholoog. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter)

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

De verschillen tussen Eerstelijns én Tweedelijns

Medische Psychologie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Psychologisch onderzoek

H Waar kunt u terecht als u kanker heeft

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

KINDERGENEESKUNDE. Pedagogische begeleiding van uw kind in het ziekenhuis

Psychosociale problemen bij kanker

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Knijnenburg

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Roeleveld


Overzicht opleidingsrichtingen. Universiteit (bachelor)

Polikliniek Psychiatrie

Medische psychologie. Onderzoek en behandeling. van kinderen en jeugdigen

Meer informatie MRS

Liaison in de kinder en jeugdpsychiatrie

Huid en hersenen de actieve rol van de verpleegkundige

Psychosociale begeleiding in het Oncologie Centrum

Klinische Psychologie

Medische psychologie. Onderzoek en behandeling van kinderen en jeugdigen

De afdeling Medische Psychologie

Psychosociale hulp voor patiënten met kanker

H Waar kunt u terecht als u kanker heeft

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter)

De Lastmeter. Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie

Medische. na een hernia-operatie. Onderzoek en behandeling. ZorgSaam

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: R.J. Hendriksen (3017-1)

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Jolink

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes

Patiëntenrechten. Een tweede mening

Heeft u één of meerdere langdurige of chronische ziektes (bijvoorbeeld suikerziekte, hoge bloeddruk, reuma, longziekte of kanker)?

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: K.G. Sloetjes (1284-4)

Palliatieve en ondersteunende zorg in CWZ

Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie

Psychologische zorg voor kinderen en jeugdigen

Afdeling Medische Psychologie

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Waar kunt u heen als u kanker hebt?

Lastmeter Radboud universitair medisch centrum

De medisch psycholoog

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis

Omgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks

Oncologie. Lastmeter

Het oncologisch begeleidingsteam

campus Sint-Augustinus Oosterveldlaan Wilrijk tel

Medische Psychologie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum

Afdeling Medische Psychologie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Sandvliet

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: P. Stamsnieder (2152-3)

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Jellema

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC?

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum- de Klerk

Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog

Oncologische revalidatie REVALIDEREN BIJ KANKER

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Cnossen

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: ZwartV

START. Via een serie vragen wordt uw mening en uw professionele handelen rond de patiënt geïnventariseerd.

Slecht nieuws goed communiceren

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Runia

Afdeling Medische Psychologie Informatie voor kinderen, jongeren en hun ouders

Omgaan met kanker. Moeheid

Informatie over de lastmeter

Integrale lichaamsmassage

Vragenlijst: Partner in Balans

Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich

Verwacht niveau in de co-schappen

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Veringa

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

Ambulante behandeling

Welkom op de polikliniek Psychiatrie

Psychosomatiek Eikenboom

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts:

Waar kunt u terecht als u kanker hebt?

Oncologische revalidatie

Psychologisch onderzoek en behandeling Kinderen en jongeren. Afdeling Klinische Psychologie

Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz

De Schakel Bankrekening: NL92RABO AW Best AGB-code

Interpersoonlijke groepstherapie

Neuropsychologisch onderzoek. Op de afdeling Medische Psychologie

MedPsych Center (MPC) Voor klinische patiënten

87,6 (bevolkingsonderzoek, inentingen) Voor het uitleg geven over wat de bedoeling is van onderzoeken en

PATIËNTEN INFORMATIE. Psychosociale zorg. voor mensen met kanker

MedPsych Center Voor poliklinische patiënten

Ambulante behandeling

PSYCHOLOGIE. De klinisch psycholoog in het ziekenhuis

Van wens naar werkelijkheid. Dr. Ada ter Maten-Speksnijder, februari 2018

Patient. CQ-index (1x per 2 jaar)

Transcriptie:

Attitude - Vragenlijst 225 Appendix 1. Attitude - Vragenlijst Inleiding Met deze vragenlijst proberen wij na te gaan, hoe je tegen je toekomstige beroep en beroepsuitoefening aankijkt. Ook zijn wij geïnteresseerd in je mening over wat een ideale arts zou zijn. Probeer iedere vraag vanuit dit perspectief te lezen. Lees iedere vraag zorgvuldig. De precieze betekenis is op het eerste gezicht misschien meteen duidelijk. Probeer je eigen opvattingen en gevoelens weer te geven in je antwoord. Wanneer een vraag slaat op een situatie die je kent, tracht je dan in die situatie in te denken. Probeer je voor te stellen wat jouw mening zou zijn en vul het toepasselijke antwoord in. Het is de bedoeling dat je een mening geeft over hoe het idealiter zou moeten zijn; geef zoveel mogelijk je eigen mening. Wanneer een vraag je in verwarring brengt of wanneer het moeilijk is om je standpunt in te nemen, vul dan "neutraal" in. Wanneer je zowel voor als tegen een uitspraak bent, vul dan ook "neutraal" in. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 15 minuten.

226 Appendix 1 VUL S.V.P. DE VOLGENDE VRAGEN IN DOOR MIDDEL VAN AANKRUISEN 1. Ben je man of vrouw? M V 2. Hoe oud ben je? jonger dan 20 jaar tussen 20 en 25 jaar tussen 25 en 30 jaar ouder dan 30 jaar 3. a) Hoe was je gemiddelde eindexamencijfer (middelbare school) natuur- en scheikunde? heel goed goed middelmatig zwak slecht b) Hoe was je gemiddelde eindexamencijfer (middelbare school) voor de talen? heel goed goed middelmatig zwak slecht 4. Hoe vaak ben je voor geneeskunde uitgeloot? 0x 1x 2x 3x 5. Heb je vóór je studie geneeskunde nog een andere opleiding gevolgd (hoeft voltooid te zijn)? fysiotherapie verpleegkunde overige HBO, nl.: een exacte wetenschap een sociale wetenschap overig univ. nl.: overige opleid. nl.: nee

Attitude - Vragenlijst 227 6. Heb je naast je studie nog regelmatig andere aktiviteiten (gehad), zoals (on)betaald werk in de gezondheidszorg, in verenigingen, instellingen, het onderwijs? 7. Hoe is je gemiddeld niveau tijdens je studie geneeskunde? ja nee heel goed goed middelmatig zwak slecht 8. Naar welke specialisatie gaat je belangstelling op dit moment het meeste uit? interne geneeskunde kindergeneeskunde neurologie psychiatrie heelkunde gynecologie/verloskunde huisartsgeneeskunde sociale geneeskunde med. biologisch ond. overig, namelijk: 9. In welke fase van de studie ben je nu? propedeuse doc-1 doc-2 doc-3 juco seco 10. Op grond van welke redenen ben je in Utrecht gaan studeren? toeval praktische redenen persoonlijke redenen voorkeur voor het Utrechtse curriculum

228 Appendix 1 OMCIRKEL BIJ IEDERE UITSPRAAK HET WOORD DAT JOUW MENING HET BESTE WEERGEEFT Voorbeeld: Legbatterijen moeten bij de wet verboden worden. neutraal 1. Als een patiënt zich houdt aan voorschriften of adviezen dan komt dat, omdat de arts geen duidelijke instructies heeft gegeven. neutraal 2. In de huisartsgeneeskunde kun je als arts vaak een psychotherapeutische werkwijze toepassen. neutraal 3. Tijdens het afnemen van de anamnese moet de arts het gesprek met de patiënt leiden en het initiatief in handen houden. neutraal 4. Bij beslissingen over de behandeling moet de patiënt het laatste woord hebben. neutraal 5. Spreekuurgesprekken moeten door de arts gestructureerd worden, anders hebben ze geen nut. neutraal 6. De onderwijstijd van alle klinische vakken in de eerste vier jaar moet verminderd worden zodat er ruimte vrij komt voor training in interpersoonlijke relaties. neutraal 7. Slechts weinig patiënten zijn in staat, complexe gezondheidsproblemen te begrijpen. neutraal 8. Wanneer een patiënt meer dan de gebruikelijke tijd nodig heeft tijdens een afspraak, moet hij extra tijd krijgen, ook al gaat dat ten koste van andere patiënten. neutraal 9. De mate waarin de patiënt de arts vertrouwt, staat in rechtstreekse verhouding tot een gunstig effect van de therapie. neutraal

Attitude - Vragenlijst 229 10. Standaardprogramma s en protocollen moeten bij de behandeling van ziekten en symptomen op veel grotere schaal toegepast worden dan nu het geval is. neutraal 11. De emoties van de arts mogen eigenlijk geen rol spelen in het contact met de patiënt. neutraal 12. Als een patiënt klaagt over de houding van de arts dan komt dat meestal voort uit een gebrek aan inzicht in de verantwoordelijkheden en plichten van het artsenberoep. neutraal 13. Psychofarmaca zijn verreweg de belangrijkste hulpmiddelen die een arts ten dienste staan bij de behandeling van depressie. neutraal 14. Als een patiënt meewerkt aan een behandeling dan is de arts ook verder verantwoordelijk voor de resultaten. neutraal 15. Paramedische en ondersteunende beroepen kunnen slechts een beperkte invloed hebben op de uiteindelijke beslissing over een behandeling; dat is de verantwoordelijkheid van de arts. neutraal 16. Medische bekwaamheid berust vooral op kennis en vaardigheden en in veel mindere mate op attitude. neutraal 17. Ziekenhuispersoneel moet door gedragswetenschappers systematisch getraind worden in het omgaan met patiënten. neutraal 18. Wetgeving waarbij de rechten van de patiënt tegenover de arts zijn vastgelegd, is ongewenst en doet afbreuk aan de arts-patiënt relatie. neutraal 19. Informatie over gezondheid en ziekte in de krant, op televisie en in de populaire weekbladen moet beperkt worden; het doet meer kwaad dan goed. neutraal

230 Appendix 1 20. In ieder ziekenhuis moet een ombudsman zijn bij wie de patiënten hun klachten kwijt kunnen. neutraal 21. De meeste patiënten zijn in staat om ingewikkelde moderne werkwijzen in de geneeskunde te begrijpen, ook al krijgen ze daar uitleg over. neutraal 22. Een patiënt met psycho-somatische klachten moet doorverwezen worden naar een psycholoog. neutraal 23. Wanneer een patiënt tijdens een consult emotioneel reageert, moet de arts dat positief waarderen. neutraal 24. Als er meer met computers gewerkt zou worden in de geneeskunde, zou de gezondheidszorg er een stuk op vooruitgaan. neutraal 25. De huisarts moet een medische bijdrage leveren aan het uitbannen van maatschappelijke gezondheidsrisico s. neutraal 26. Een hoge kwaliteit van medische zorg heeft een direct verband met de hoeveelheid tijd die er aan een individuele patiënt besteed wordt. neutraal 27. Toepassing van hoogwaardige medische technologie biedt voor de toekomst de beste garanties voor kwaliteitsverbetering van de ziekenhuiszorg. neutraal 28. De gigantische kostenstijging in de gezondheidszorg kan het beste tegengegaan worden door het bevorderen van epidemiologie, patiëntenvoorlichting, preventie en eerstelijnszorg en door het beperken van ziekenhuiszorg. neutraal 29. Tijdens het consult is er tijd voor het geven van informatie en patiëntenvoorlichting. neutraal 30. De arts moet pijnstillers voorschrijven op grond van diens eigen beoordeling van de werkelijke behoefte van de patiënt. neutraal

Attitude - Vragenlijst 231 31. De arts moet de patiënt advies geven en voor de patiënt beslissen. neutraal 32. Alle artsen moeten getraind worden om patiënten te stimuleren, zich bewust te worden van hun beleving en gevoelens van hun gezondheidsproblemen. neutraal 33. In de regel verwacht een patiënt dat de arts zeker is van zijn zaak; tekenen van onzekerheid of twijfel stelt hij op prijs. neutraal 34. De gigantische kostenstijging in de gezondheidszorg kan het beste beteugeld worden door vermindering van extra-murale zorgverlening en door efficiëntere organisatie van de ziekenhuiszorg. neutraal 35. Luisteren naar een patiënt werkt beter dan praten tegen een patiënt. neutraal 36. De patiënt moet te allen tijde telefonisch contact kunnen opnemen met de behandelende arts of diens waarnemer. neutraal 37. Om goed te kunnen helpen, moet een arts zich kunnen inleven in een patient. neutraal 38. Alternatieve geneeskunde moet zorgvuldig bekeken worden op mogelijkheden om de reguliere geneeskunde te verruimen en nieuwe inzichten te verschaffen. neutraal 39. De patiënt moet inzicht hebben in de behandeling en medezeggenschap hebben in de keuze van behandeling. neutraal

232 Appendix 1 40. "Vage klachten" zijn een belangrijk aandachtsveld voor iedere arts. neutraal 41. Wat de patiënt zelf denkt en voelt over zijn gezondheid is vaak belangrijker voor de arts dan de medische diagnose. neutraal 42. De arts, met uitzondering van de psychiater, moet zich beperken tot datgene waartoe hij is opgeleid: het behandelen van de lichamelijke toestand van een patiënt. neutraal 43. Geneeskunde en psychologie houden zich met verschillende aspecten van de mens bezig; een probleem is dus ofwel somatisch ofwel psychisch. neutraal 44. De arts kan het beste beoordelen welke informatie over de ziekte het bevattingsvermogen van een patiënt te boven gaat. neutraal 45. Een patiënt die regelmatig met vage of psychosomatische klachten naar de dokter gaat, loopt het gevaar in een medische oorzaak te gaan geloven. neutraal 46. Bij de behandeling van een patiënt moet de arts het laatste woord hebben. neutraal 47. De inbreng van het maatschappelijk werk is belangrijk voor de huisartsgeneeskunde. neutraal 48. Een ziekenhuisarts moet speciale training krijgen in stervensbegeleiding. neutraal 49. Somatische aspecten van ziekte interesseren mij meer dan psychosociale. neutraal

Attitude - Vragenlijst 233 50. Als iemand ziek wordt, dan berust dat meestal op een toevallige samenloop van somatische factoren. neutraal 51. Een arts kan ziekte slechts volledig begrijpen met inzicht in psychosociale aspecten van menselijk gedrag. neutraal 52. Bij de meeste ziekten spelen psychosociale factoren een rol in het ontstaan en verloop. neutraal 53. Een arts schiet tekort als hij zijn patiënten alleen somatisch helpt. neutraal 54. Het huidige medische instrumentarium (diagnostiek en therapie) biedt de juiste methode om problemen van een patiënt op te lossen. neutraal 55. Wanneer alle lichaamsfuncties in orde zijn, is een patiënt gezond, ook al bestaan er klachten. neutraal 56. Psychologische en filosofische benaderingen van ziekte boeien mij bijzonder. neutraal 57. Klachten zijn er om verholpen te worden. neutraal 58. Ziek-zijn geeft een patiënt ook de kans, zich beter te ontplooien. neutraal

234 Appendix 1 DE IDEALE ARTS Welke kenmerken heeft volgens jou DE IDEALE ARTS? Omcirkel bij iedere uitspraak die plaats op de lijn, die jouw mening het beste weergeeft. Voorbeeld: Kort Lang 1. Leidend Volgend 2. Democratisch Hierarchisch 3. Afstandelijk Betrokken 4. Objectiverend Invoelend 5. Zorgzaam Zakelijk 6. Terughoudend Mededeelzaam 7. Psychosociaal Somatisch 8. Technicus Biechtvader

Attitude - Vragenlijst 235 9. Generalist Specialist 10. Wetenschapper Hulpverlener 11. Teamlid Solist 12. Analyserend Integrerend 13. Gericht op de G ericht op de zieke ziekte 14. Verstandelijk Emotioneel 15. Intuitief Logisch 16. Nuchter Gevoelig 17. Beschouwend I n grijpend 18. Twijfelend Zeker

236 Appendix 1 Heb je deze vragenlijst al eens ingevuld in een eerder studiejaar? Zo ja, weet je nog in welk jaar dat geweest is? ja/nee 1e 2e 4e