Afs p r a k e n n o t a. a l c o h o l- e n dr u g s b e l e i d v o o r

Vergelijkbare documenten
Signaleren & Bespreken

Alcohol en drugsbeleid van de VGC

Alcohol en drugbeleid

BELEIDSNOTA DRUGBELEID VAGGA

PREVENTIEF ALCOHOL- EN DRUGSBELEID

Voor leidinggevenden ALCOHOL EN DRUGS OP HET WERK

Middelenbeleid in een onderneming

Departement Psychosociale Aspecten

Beleidsplan Alcohol en drugs CEWEZ Haven van Zeebrugge / Brugge Havenarbeiders van het algemeen en het aanvullend contingent

GEMEENSCHAPPELIJK COMITÉ VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING AAN DE HAVEN VAN ANTWERPEN ALCOHOL- EN DRUGSBELEID

DE WEG NAAR EEN FORMEEL ALCOHOL- EN DRUGSBELEID BIJ BARCO

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Intern alcohol- en drugbeleid CGG Ahasverus Eerste versie (najaar 2011)

Werk en Verslaving. Ard van Oosten psychiater, bedrijfskundige

Provincieraadsbesluit

INHOUDSOVERZICHT TEN GELEIDE 11

Toolbox NL_19b_ Alcohol op het werk rev.1. VCA invorm.eu. VCA invorm

Molenstraat HP Steenwijk Tel/fax Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Handreiking inzet van e-learning in de SW

Ziekteverzuimreglement Payroll Talent

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling

Procedure bij alcohol- en druggebruik in de instelling.

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Klachtenprotocol Montessori Scholengemeenschap Amsterdam voor klachten inzake vermoeden tot zeden misdrijf

RE-INTEGRATIETRAJECT VOOR ARBEIDSONGESCHIKTE WERKNEMERS EN WERKLOZEN

Alcohol- & Drugsbeleid Yara Sluiskil B.V.

Belang van het implementeren van een alcohol- en drugsbeleid. Sabine Stevens Preventieadviseur psychosociale aspecten

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

A WORLD OF SERVICE. Beleidsverklaring ISS Alcohol- en drugsbeleid (AD)

Checklist Inventarisatie risico s psychosociale belasting Tool voor kleine ondernemingen

Alcohol-, drugs, en middelengebruik. 1. Inleiding. 2. Doel. 3. Regelgeving

FIT for DUTY. Volledig inzetbaar zijn bij aanvang. en tijdens. het werk. Volledig inzetbaar zijn bij aanvang. en tijdens het werk

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Alcohol- en drugpreventie op de werkvloer

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

Hoe zet ik een alcohol- en drugpreventiebeleid op in mijn onderneming? Informatiebrochure voor werkgevers

ALGEMENE VOORWAARDEN FEDICT DIENSTEN

PROCEDURE M.B.T. HET HANDELEN TEGEN AGRESSIE EN GEWELD. 1. Inleiding Deze procedure is een onderdeel van het ARBO-beleid van het Esdal College.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie

reventief alcohol- en drugsbeleid binnen de onderneming

Veel beweging op vlak van re-integratie langdurig zieken! 25/11/2016

Alcohol- en drugsbeleid Inleiding:

Reglement Alcohol, Drugs, Medicijnen en werk. Augustus Opgesteld door Roder Consult bv in samenwerking met de VIA

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN

10 ZAKEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE IN HET

Protocol voor het handelen bij ongevallen

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

Alcoholproblemen op het werk. Adviezen voor leidinggevenden. 3e druk 2000 Alcon, Utrecht

Incidenten Protocol. A. Inleiding B. Plan van aanpak C. Het opstellen van een tijdsplanning

- 7 - HOOFDSTUK III. INSCHRIJVING

Klachtenregeling Stedelijk Dalton Lyceum Inleiding. 1 Mondelinge klachten. 2 schriftelijke klachten. 2.1 Interne afhandeling op locatieniveau

expertise binnen handbereik Re-integratie langdurig zieke werknemers in de onderneming Algemeen Doel Opstart van het re-integratietraject

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk.

Klokkenluidersregeling

Er-wel-zijn - beleid. Bijlage 3 bij het arbeidsreglement. Goedgekeurd op de OCMW-raad van xxxx/2015

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

BIJLAGE 3, BEDOELD IN ARTIKEL F.1, ELFDE LID, VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Regeling melden vermoeden van een misstand)

B. In aanmerking komende maritieme gewenningsreizen. C. Formaliteiten en voorwaarden voor inschrijving in de Pool

Een preventief A&D-beleid in maatwerkbedrijven

Hoe ver reikt het controlerecht?

PSYCHOSOCIAAL WELZIJN MODULE 2

VISSERS VISSEN VEILIG.

Bijlage 1. Modelregeling Melden vermoeden van een misstand

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Eerste hulp aan hulpverleners die slachtoffer zijn van traumatische stress. Paul De Vuyst Preventieadviseur PSA Zeebrugge

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN

REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE, PRIVÉONGEVAL EN ARBEIDSONGEVAL

Alcohol- en drugsbeleid in jouw onderneming?

DEEL 2: Re-integratie langdurige zieken: Procedure

Kenmerken BedrijfsMaatschappelijk Werk:

Regeling alcohol-, drugs- en medicijngebruik

1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST

Procedure re-integratie langdurig zieken: stapsgewijs overzicht van reintegratietraject

Een drugbeleid op onze school

TETRALERT ARBEIDSRECHT PROFESSIONELE RE-INTEGRATIE OF VERBREKING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST OMWILLE VAN OVERMACHT

ALMEERSE SCHOLEN GROEP

Drugsactieplan. Visietekst drugbeleid Jeugddorp

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Klokkenluidersregeling SKOR

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding Algemeen Afbakening B. Wat is strafbaar? Algemeen...

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING

Het bevoegd gezag van Vivente, stichting voor christelijke primair onderwijs, gevestigd te Zwolle,

Aangifte van arbeidsongeval

Gedragscode ICT-functionarissen Universiteit Twente

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer

lyondellbasell.com Versla de Verslaving

Klachtenreglement Opleiding tot Psychosociaal therapeut

6.1.9 Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling ZRTI

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

Versie: 1.0 Datum: 1 oktober Integriteitscode ICT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 54a, vierde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving

Protocol genotsmiddelen

Transcriptie:

Afs p r a k e n n o t a a l c o h o l- e n dr u g s b e l e i d v o o r de zeevisserij

Inhoudstafel 1. Voorwoord 3 2. Situering van het beleidsplan 5 3. Opzetten van structuur: werkgroep middelengebruik in de visserij 6 4. Visietekst 7 5. Ontwikkelen pijlers van het beleid 9 5.1. Afbakening 9 5.2. Regelgeving 9 5.3. Stappenplan 10 Acute situatie 12 Chronisch situatie 13 5.4. Hulpverleningskader 14 5.5. Voorlichting en vorming 15 Bijlage I: overzicht van wetgeving drugs in de visserij 17 Bijlage ii: signalenlijst 21 Bijlage iii: stappenplan acute situatie 25 Bijlage iv: stappenplan chronische situatie 26 Bijlage v: bevoegdheden kapitein 28 2

1 Voorwoord Alcohol- en druggebruik zijn een hedendaags maatschappelijk probleem. Ook de zeevisserij ontsnapt er niet aan. Door de unieke werksituatie van deze sector, namelijk een varende werkplek, is het niet eenvoudig om aan preventie en hulpverlening te doen. Daarom werd door de Provincie West-Vlaanderen, in samenwerking met diverse actoren uit de sector, een nota inzake alcohol- en drugbeleid specifiek voor de zeevisserij opgesteld. Alle partijen legden hierbij hun betrokkenheid vast door de ondertekening van een visietekst. Het belangrijkste uitgangspunt voor de voorliggende nota is de algemene veiligheid, een veilige en gezonde werkomgeving voor alle opvarenden. Met deze tekst worden enkele procedures aangereikt en worden de verschillende verantwoordelijkheden van alle betrokken geschetst. Tijdens de opmaak van de beleidstekst werd reeds de campagne Clean Ship, No Shit gelanceerd. Met deze slogan hopen we de sector bewust te maken van het probleem en de dialoog op te starten. Het rest ons enkel nog om een woordje van dank te uiten aan de leden van de werkgroep die dit beleidsplan opstelden. Het bereiken van een consensus was niet steeds eenvoudig, maar dankzij hun volharding zijn ze er toch in geslaagd de verschillende standpunten op elkaar af te stellen. Wij rekenen op hun verdere medewerking om deze beleidsnota bekend te maken binnen de sector en actief dit beleid te blijven ondersteunen en uit te bouwen. Dirk De fauw Gedeputeerde voor welzijn Bart Naeyaert Gedeputeerde voor visserij 3

4 afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

2 Situering van het beleidsplan De start van de werking rond middelengebruik in de visserij kwam er nadat de Provincie West-Vlaanderen hiertoe de vraag kreeg van verschillende betrokkenen uit de visserijsector. Na een moeilijke start in 2005 gaven de leden van de Provinciale Commissie voor de Zeevisserij hun medewerking aan een werkgroep die een strategie voor de werking rond middelengebruik moest uitzoeken. Middelen- of drugsgebruik bestaat al lang. Men vindt het in alle culturen en sectoren. In eerste instantie werd er vooral repressief opgetreden tegen het gebruik van drugs. Het is ondertussen duidelijk dat het zeker even belangrijk is om ook preventief te werken hiertegenover. Indien er enkel repressief opgetreden wordt, verlegt het probleem zich gewoon. Preventief werken houdt in dat ook hulpverlening wordt aangeboden en dat, indien nodig, ook sanctionerende maatregelen gesteld kunnen worden. Een belangrijke manier om preventief te werken is de bedrijven inlichten over hoe omgegaan kan worden met middelengebruik op de werkplaats. De visserijsector wordt hierbij benaderd als een bedrijf. 5

3 Opzetten van structuur: werkgroep Middelengebruik in de visserij Alle partners die een rol hebben in de opmaak van de strategie zijn samengebracht in een werkgroep: de Provincie West-Vlaanderen, de Rederscentrale, de werknemersorganisaties ACLVB, ACV-Transcom en ABVV- BTB, het Koninklijk Werk Ibis, het Maritiem Instituut Mercator, de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling vzw, Previs vzw, de Vlaamse overheid (departement Landbouw en Visserij - Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Zeevisserij), de haven Oostende, de scheepvaartpolitie en vertrouwenspersonen. De externe dienst voor preventie en bescherming op het werk Provikmo nam ook deel aan het overleg. Middelpunt vzw, CGG Preventie alcohol & drugs West-Vlaanderen, coachte de werkgroep in alle stappen van het ontwikkelen van een beleid. Het voorzitterschap en secretariaat van de werkgroep wordt opgenomen door de Provincie West-Vlaanderen. De basis wordt ook gelegd voor de subwerkgroepen Hulpverleningskader en Voorlichting en Vorming. Volgende stappen werden doorlopen: Het opmaken van een visietekst en de ondertekening van deze tekst door alle betrokkenen. Het uitwerken van een stappenplan. Het uitwerken van maatregelen voor voorlichting en vorming. Het uitwerken van een hulpverleningskader. 6

4 Visietekst Vanuit de werkgroep werd een visietekst geformuleerd die door diverse betrokken uit de visserijsector ondertekend is, nl. de Provincie West-Vlaanderen, vertegenwoordigd door Bart Naeyaert, gedeputeerde voor land- en tuinbouw, de Rederscentrale, vertegenwoordigd door Urbain Wintein, voorzitter, de werknemersorganisaties, ACLVB, vertegenwoordigd door Alex De Bock, secretaris, ACV-Transcom, vertegenwoordigd door Christine de Smedt, vrijgestelde, ABVV-BTB, vertegenwoordigd door Renaud Vermote, gewestelijk secretaris, het Koninklijk Werk Ibis, vertegenwoordigd door Philip Declercq, directeur, het Maritiem Instituut Mercator, vertegenwoordigd door Jan Denys, directeur, de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling vzw, vertegenwoordigd door Ivan Victor, voorzitter, Previs vzw, vertegenwoordigd door Rudi Vanaght, preventiecoördinator, de Vlaamse overheid - Departement Landbouw en Visserij - Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Zeevisserij, vertegenwoordigd door Marc Welvaert, diensthoofd en de haven Oostende, vertegenwoordigd door Patrick Vermandel, havenkapitein. De visietekst bevat volgende formulering: De partners zeevisserij engageren zich om een alcohol- en drugsbeleid uit te werken voor de zeevisserij. De basis van dit beleid is probleemsituaties vermijden of voorkomen en de zorg voor een imagoverbetering van de sector. Door de aanpak van deze thematiek beoogt men een aantal voordelen voor alle betrokkenen: verbetering van de economische situatie, een veiligere werkomgeving, een verbetering van het welzijn op het werk en behoud van werk. Hierbij worden volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Veilig functioneren Er wordt belang gehecht aan een veilige en gezonde werkomgeving voor alle opvarenden. De verantwoordelijkheid van een bemanningslid strekt zowel over het economisch kapitaal van het vaartuig als over het welzijn en de veiligheid van de overige bemanningsleden. De sector erkent dat alcohol en andere drugs een weerslag kunnen hebben op het veilig functioneren van alle opvarenden. Misbruik verhoogt ten zeerste de kans op arbeidsongevallen, en ook de werkefficiëntie komt in het gedrang, waardoor het imago van de sector er ook onder lijdt. 2. Wat zijn drugs? Onder drugs wordt verstaan verdovende, stimulerende en bewustzijnsveranderende middelen (slaap- en kalmeermiddelen, pijnstillers, alcohol, cannabis, heroïne, LSD, ). Nicotine is geen onderwerp van dit beleid. 3. Wanneer is er een probleem? Op het werk wordt alcohol- en drugsgebruik als problematisch ervaren als het veilig werken in het gedrang komt. Iemand onder invloed gedurende het werk of met een verslavingsprobleem kan minder veilig functioneren. Alcohol- en drugsgebruik hebben ook gevolgen voor de gezondheid van de gebruiker zelf én de veiligheid en het welzijn van alle opvarenden. De partners zeevisserij wensen gebruik en misbruik op het werk te voorkomen en zodoende de negatieve gevolgen ervan vermijden. 7

4. Beleidsplanning De partners zeevisserij verbinden zich ertoe een preventiegericht beleidsplan uit te werken waarbij regelgeving, procedures, hulpverleningskader, voorlichting en vorming in een geheel van maatregelen wordt aangereikt. Indien dit beleid niet toereikend blijkt, verbinden de sociale partners zich ertoe een sanctionerend beleid te volgen. 5. Handleiding, richtlijnen en procedures a. De partners zeevisserij wensen in het komende werkjaar een duidelijke handleiding ter beschikking te stellen voor reders en schippers waarin wordt aangegeven hoe men met de thematiek alcohol en andere drugs op het werk kan omgaan. De verantwoordelijkheid van de reder, als veiligheidsadviseur voor het schip, en schipper staat hierin centraal. De aanpak van middelengebruik moet door alle betrokkenen gesteund worden: reder, schipper en bemanning. b. De partners zeevisserij wensen tot een duidelijke definiëring betreffende het alcohol- en drugsgebruik te komen, zodat voor elk bemanningslid de regelgeving duidelijk wordt. De sector heeft zich hierover reeds duidelijk uitgesproken door in het Paritair Comité akkoord te gaan met artikel 18 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser. 8

5 Ontwikkelen pijlers van het beleid 5.1. Afbakening Het beleidsplan is bedoeld voor reder, schipper en alle andere bemanningsleden. De tijd van toepassing is de werktijd, waarbij de wettelijke definitie wordt gehanteerd, nl. (art. 42 van sociaal statuut): de zeereis wordt geacht begonnen te zijn vanaf het ogenblik waarop de zeevisser de dorpel van zijn woonplaats verlaat om zich, langs het normale traject, naar het vissersschip te begeven en te zijn beëindigd op het ogenblik waarop de zeevisser, via het normale traject, deze dorpel opnieuw overschrijdt. 5.2. Regelgeving Deze regelgeving is opgenomen in het zeemansboekje, een document dat ieder bemanningslid binnen de 15 dagen nadat die is ingeschreven ontvangt. De wet van 3 mei 2003 (het sociaal statuut) (art. 18) bepaalt: 2 het is de zeevisser verboden om alcoholische, verdovende of hallucinatieverwekkende stoffen aan boord te hebben, al dan niet voor eigen gebruik. 3 het bepaalde in de vorige paragraaf heeft geen betrekking op licht alcoholische dranken, die als normaal kunnen worden beschouwd volgens de duur van de geplande zeereis en het aantal bemanningsleden. 4 de zeevisser die de bepalingen van dit artikel overtreedt, is aansprakelijk voor alle schade, fiscale geldboeten of straffen door het visserschip daardoor opgelopen, onverminderd het recht van de schipper om dergelijke stoffen in beslag te nemen of te vernietigen. In bijlage I wordt een overzicht van de bestaande wetgeving gebundeld. 9

5.3. Stappenplan Het stappenplan is van toepassing bij: Het aan boord brengen van alcoholische, verdovende of hallucinatieverwekkende stoffen, al dan niet voor eigen gebruik. Onder invloed op het werk verschijnen 1. Op het werk onder invloed zijn - zich onder invloed gedragen. Herhaaldelijk minder goed functioneren ten gevolge van een (vermoedelijk) alcohol of drugsprobleem. Met dit stappenplan wil de sector de veiligheid garanderen en de uitval door problematisch gebruik voorkomen. In de eerste plaats zal preventief opgetreden worden en bij de minste signalen van middelengebruik of misbruik opgetreden worden. Dit stappenplan geeft aan alle betrokkenen een houvast en legt de respectieve verantwoordelijkheden vast. We maken een onderscheid tussen acuut misbruik en chronisch misbruik. Het onderscheid tussen beide situaties is belangrijk omdat ze elk een aparte aanpak vergen. Bij acuut misbruik heeft de medewerker zoveel alcohol of andere drugs gebruikt dat hij niet meer in staat is om normaal te functioneren. Bij chronisch misbruik functioneert de medewerker herhaaldelijk minder goed ten gevolge van een (vermoedelijk) alcohol of drugsprobleem. Dit is moeilijker te herkennen en vraagt een intensievere opvolging van het werkgedrag. De bedoeling is om als het nodig is de werknemer naar de hulpverlening te krijgen, met waarborgen voor de privacy van de betrokkene. Via een vastgesteld stappenplan wordt de situatie opgevolgd en worden afspraken gemaakt over verbetering van de situatie. Externe behandeling kan een deel zijn van deze afspraken. De druk wordt stapsgewijze opgevoerd en elke situatie wordt beoordeeld in functie van het veilig functioneren. Een gradatie van maatregelen kan worden toegepast afhankelijk van het aantal keren dat de feiten zich voordoen en/of de ernst van de situatie. Bij een eenmalig incident is het niet steeds nodig een volledig traject van hulpverlening te voorzien. Maar het is niet altijd duidelijk dat het over een eenmalig voorval gaat. 1 Een overzicht van enkele vaststelbare signalen van alcohol- en middelenproblemen wordt gegeven in Bijlage II. 10

De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de schippers en de reders. Van hen wordt verwacht dat zij bij problemen door gebruik van alcohol of drugs consequent optreden. De schipper stelt de werkonbekwaamheid vast van een personeelslid dat onder invloed op het werk is of verschijnt, of dat minder goed functioneert. Omdat een inventarisatie van voorvallen belangrijk is, is het hierbij essentieel dat de sector een meldpunt uitwerkt. Dit moet een neutrale instantie zijn, die louter administratief werkt. Bijkomend dient een vertrouwensteam samengesteld te worden. Dit vertrouwensteam bestaat uit de arbeidsgeneesheer van de betrokkene, de moreel consulent en/of de aalmoezenier. Dit vertrouwensteam staat in voor de eerste begeleiding en verstrekt informatie over het bestaan van hulpverleningsmogelijkheden en moedigt de werknemer aan om contact op te nemen met externe hulpverlening. 11

Acute situatie Zie bijlage III voor schematische voorstelling van het stappenplan. Stap1: vaststelling Een acuut probleem doet zich voor wanneer een personeelslid dermate veel alcohol of drugs heeft gebruikt dat normaal functioneren niet meer mogelijk is. De persoon heeft duidelijk geen controle meer over zijn functioneren. De invloed van alcohol of drugs is van die aard dat de medewerker schade kan aanbrengen aan zichzelf of aan het bedrijf. De schipper baseert zich in de eerste plaats op uiterlijke tekenen en stelt de arbeidsgeschiktheid of ongeschiktheid vast. Stap2: maatregelen nemen De schipper spreekt de betrokkene aan vanuit deze signalen en neemt de gepaste maatregelen. De wettelijke volmachten van de schipper zijn terug te vinden in bijlage V. Stap 3: registratie in logboek De schipper noteert het voorval in het logboek en laat dit ondertekenen door getuigen, waarbij aandacht gaat naar een juridisch correcte formulering. Stap 4: opvolging a. De schipper meldt het aan de reder. Die brengt het meldpunt op de hoogte. De reder brengt de betrokkene op de hoogte van de verwijzing naar het meldpunt. b. Het meldpunt noteert dit in het persoonlijke dossier. c. Indien het om een eenmalige gebeurtenis gaat dan wordt de reder hierover verwittigd. d. De reder voert een gesprek met de betrokkenen en wijst hem op de gevolgen indien er zich nog dergelijke feiten voordoen. e. De procedure stopt. Indien er zich een tweede voorval voordoet in een periode van twee jaar volgend op het eerste voorval dan wordt de procedure voor een chronische situatie gehanteerd. 12

Chronisch situatie Zie bijlage IV voor schematische voorstelling van het stappenplan. Stap1: vaststelling Medewerkers met een verdoken alcohol of ander drugsprobleem kunnen minder veilig functioneren. Hierbij is er sprake van een vermoeden van een alcohol of ander drugsprobleem. Indien er aanwijzingen zijn die een alcohol- of drugsprobleem doen vermoeden confronteert de schipper/ reder de betrokkene met deze signalen (bepaalde periode met verminderde werkprestaties, verhoogde afwezigheid, problemen met collega s enz.) De reder meldt deze problemen aan het meldpunt. Het meldpunt brengt de arbeidsgeneeskundige dienst op de hoogte. Stap 2: opvolging a. De medewerker meldt zich aan. De medewerker meldt zich aan bij de arbeidsgeneeskundige dienst met het oog op een beoordeling van het veilig functioneren. De arbeidsgeneeskundige dienst motiveert de betrokkene om het hulpverleningskader te consulteren. De arbeidsgeneeskundige dienst informeert de betrokkene over de rol van het vertrouwensteam, de mogelijkheden van externe hulpverlening en de ondersteuning door de vakbond. Er worden afspraken gemaakt over het begeleidingstraject en over de communicatie naar de werkvloer. De arbeidsgeneeskundige dienst houdt met garanties van vertrouwelijkheid de reder/schipper op de hoogte van het verloop. De arbeidsgeneeskundige dienst kan gedurende de begeleidingsfase contact met de schipper/reder opnemen om na te gaan in hoeverre het een positieve invloed heeft op het functioneren. Indien er geen of nauwelijks verbetering van het functioneren merkbaar is, dan meldt de arbeidsgeneeskundige dienst dit aan het zeevissersfonds. Het zeevissersfonds volgt de situatie op en laat indien nodig de betrokkene voor het paritair comité verschijnen. Indien de betrokkene niet ingaat op het aanbod, dan brengt de arbeidsgeneeskundige dienst het zeevissersfonds op de hoogte. b. De medewerker meldt zich niet aan. De arbeidsgeneeskundige dienst brengt het meldpunt op de hoogte. Het meldpunt brengt het zeevissersfonds op de hoogte. 13

5.4. Hulpverleningskader De vertrouwenspersoon kan op eigen initiatief benaderd worden of de arbeidsgeneesheer kan een werknemer oproepen. Het bezoek aan bedrijfsarts en vertrouwenspersonen gebeurt in een sfeer van vertrouwen. De reder en de schipper zullen pas ingelicht worden indien de betrokkene hiermee instemt. Het vertrouwensteam heeft een gesprek met de medewerker. Er wordt nagegaan of er een drank- of drugsprobleem aan de basis ligt van het minder goed functioneren. Indien er een drank of drugsprobleem is, dan motiveert de vertrouwenspersoon de medewerker om een behandeling te volgen. Hij verstrekt daartoe aan de betrokkene de nodige informatie en legt waar nodig contact met de externe hulpverlening. Deze stappen kunnen slechts mits toestemming van de betrokkene. Een vertrouwenspersoon draagt niet de verantwoordelijkheid van de behandeling. Na doorverwijzing onderhouden de vertrouwenspersonen contact met de externe hulpverleningsdienst. Bij de behandeling wordt de privacy van de betrokkene gewaarborgd. De betrokken arbeidsgeneesheer zal met de externe diensten afspraken maken over de informatiedoorstroming. De vertrouwenspersonen kunnen informatie inwinnen bij reder/schipper over het functioneren van de betrokkene. Een vertrouwenspersoon wordt slechts betrokken in de gesprekken tussen de werkgever en de behandelende instantie op uitdrukkelijk verzoek van het betrokken personeelslid. Ieder personeelslid én iedere schipper/reder kan bij een vertrouwenspersoon informatie en advies inwinnen betreffende middelengebruik in het algemeen en de hulpverleningsmogelijkheden. 14

5.5. Voorlichting en vorming Het onderdeel voorlichting en vorming is een belangrijke pijler van het beleid. De regels en het stappenplan moeten bekend worden gemaakt bij reders, vissers en alle andere betrokkenen. Daarnaast kan door vorming de gebruikerscultuur en de sociale norm omtrent drinken en drugs worden beïnvloed. Verder is het ook belangrijk dat alle medewerkers de weerslag kennen van het gebruik van alcohol en drugs op het veilig functioneren. Communicatie over het beleidsplan Voor alle bemanningsleden wordt een handleiding uitgewerkt over de toepassing van het beleidsplan. Hierin wordt opgeroepen tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Voorlichting en vorming Voor alle bemanningsleden worden informatiemomenten georganiseerd waarbij zij geïnformeerd worden over de werking van diverse middelen en de weerslag op het functioneren, over herkennen van de signalen van misbruik en over de regelgeving omtrent gebruik op het werk. Zij krijgen ook tips om iemand die onder invloed is op het werk of die minder veilig functioneert aan te pakken. 15

Permanente sensibliseringsacties De sensibiliseringactie clean ship no ship wordt via een affichecampagne, het uithangen van een banner en de verspreiding van aangepaste voorlichtingsmaterialen verder uitgewerkt. Er wordt ook geïnformeerd over het hulpverleningsaanbod. Tijdens de initiatieopleiding en tijdens iedere beroepsopleiding dient een onderdeel van de opleiding over dit beleid te gaan. Op regelmatige basis wordt het alcohol- en drugsbeleid herhaald in de infokrant. 16

Bijlage I: Overzicht van Wetgeving drugs in de visserij Wet 03 mei 2003 Wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens Scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser. Artikel 6. 3. Vooraleer een eerste arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij te sluiten, dienst de zeevisser een geneeskundig onderzoek te ondergaan bij een door de dienst van de scheepvaartcontrole erkende geneesheer, en moet bij dit geneeskundig onderzoek zijn vastgesteld dat de inscheping van de zeevisser geen gevaar oplevert voor zijn eigen gezondheid of die van de bemanning. Artikel 6. 4. Bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst dient de reder of zijn gemachtigde na te gaan of de zeevisser in het bezit is van de nodige vaarbevoegdheidsbewijzen voor het uitoefenen van de overeengekomen functie aan boord van het schip. Ook dient hij na te gaan of de zeevisser voldoet aan alle andere vereisten zoals bepaald in de desbetreffende reglementering. (cfr. KB 24 Mei 2006 Medische geschiktheid) Artikel 14. 2.4 (gegevens zeemansboek) Het zeemansboek bevat bovendien de belangrijkste bepalingen van deze wet. Artikel 18. (rechten en plichten van de zeevisser) 2. Het is de zeevisser verboden om alcoholische, verdovende of hallucinatieverwekkende stoffen aan boord te hebben, al dan niet voor eigen gebruik. 3. Het bepaalde in de vorige paragraaf heeft geen betrekking op licht alcoholische dranken, die als normaal kunnen worden beschouwd volgens de duur van de geplande zeereis en het aantal bemanningsleden. 4. De zeevisser die de bepalingen van dit artikel overtreedt, is aansprakelijk voor alle schade, fiscale geldboeten of straffen door het vissersschip daardoor opgelopen, onverminderd het recht van de schipper om dergelijke stoffen in beslag te nemen of te vernietigen. Artikel 42. (o.a. geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid) Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt de zeereis geacht begonnen te zijn vanaf het ogenblik waarop de zeevisser de dorpel van zijn woonplaats verlaat om zich, langs het normale traject, naar het vissersschip te begeven en te zijn beëindigd op het ogenblik waarop de zeevisser, via het normale traject, deze dorpel opnieuw overschrijdt. Artikel 47. (Terugzending naar de woonplaats ) De reder die op grond van de bepalingen van dit hoofdstuk heeft bijgedragen in kosten, kan deze terugvorderen van de zeevisser of zijn rechthebbenden, wanneer hij aantoont dat de ziekte of het ongeval enkel te wijten is aan een zware fout van de zeevisser. Artikel 48. (Terugzending naar de woonplaats) De in het buitenland ontscheepte zeevisser heeft het recht om op kosten van de reder van het vissersschip naar zijn woonplaats te worden teruggebracht. Dit recht omvat de kosten van vervoer, logies en voeding. Deze kosten kunnen op de zeevisser worden verhaald, indien de ontscheping om tuchtredenen diende te gebeuren of in het geval bedoeld in artikel 47. 17

Artikel 53. (Einde en verbreking arbeidsovereenkomst) De reder of zijn gemachtigde mag slechts eisen dat de zeevisser onmiddellijk wordt ontscheept indien dergelijke maatregel om ernstige reden, zoals de veiligheid van het schip of de gerustheid van de bemanning, noodzakelijk is. Wet 05 juni 1928 Wet houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisserij Artikel 5. De kapitein heeft over ieder die zich aan boord bevindt, het gezag dat vereist is voor de handhaving van de orde, voor de veiligheid van schip, opvarenden en lading, alsmede voor de goede afloop van de reis. Hij kan alle daartoe dienstige dwangmiddelen gebruiken en ieder die aan boord is, opvorderen om hem daarin bij te staan. In de havens handelt hij in samenwerking met de met de politie te water belaste overheid van de Federale politie of de Belgische consul. Artikel 9. (vergrijpen tegen de tucht) 4 gebrek aan waakzaamheid op de wacht, en met name slapen aan het roer, op de uitkijk, bij de machines of gedurende enige bewakingsdienst. 5 dronkenschap tijdens de dienst, zonder rustverstoring 8 tersluiks aan boord brengen van sterke drank of wijn voor verbruik op het schip Artikel 10. (scheepvaartmisdaden en - wanbedrijven) Indien evenwel bewezen is dat één der gepleegde vergrijpen de veiligheid van het schip of zijn opvarenden in gevaar heeft gebracht, worden zij gestraft met een gevangenisstraf van Artikel 11. (scheepvaartmisdaden en -wanbedrijven) Dronkenschap aan boord of tijdens de dienst, met rustverstoring, wordt gestraft Artikel 12. (scheepvaartmisdaden en -wanbedrijven) De kapitein die zich bedrinkt gedurende de tijd dat hij belast is met het voeren van het schip, wordt gestraft KB 24 mei 2006 Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden Artikel 102. Certificaten van medische geschiktheid Elk bemanningslid is in het bezit van een certificaat van medische geschiktheid waaruit blijkt dat hij medisch geschikt is voor de hem opgedragen werkzaamheden. max. geldigheidsduur van 12 maanden. Aanhangsel bij bijlage XX Ziekten en eigenschappen die aanleiding geven tot het opstellen van een verklaring van medische ongeschiktheid 18

1. Geneesmiddelen en middelengebruik b. Het gebruik van geneesmiddelen met als mogelijke bijwerkingen is een reden tot het opstellen van 6. Psychische stoornissen d. Obsessiecompulsieve aandoeningen en verslavingen zoals chronisch alcoholisme, verslaving aan verdovende, opwekkende of andere psychotrope stoffen in de laatste 5 jaar en gokverslaving zijn een reden tot het opstellen van KB 4 augustus 1981 Politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, kusthavens en stranden (Kustreglement) Artikel 9 Niemand mag, hetzij vrijwillig hetzij onvrijwillig, de veiligheid van de scheepvaart in gevaar brengen of deze scheepvaart vertragen door nalatigheid of onbekwaamheid of door manoeuvres uitgevoerd in staat van dronkenschap of in een soortgelijke staat ten gevolge van het gebruik van verdovende of hallucinatieverwekkende middelen. Wet 24 februari 1921 Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (Drugswet) 19

20 afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Bijlage II: Signalenlijst Bron: Provikmo 1. Signalenlijst acuut gebruik (niet limitatief) a. Signalen bij alcoholproblemen Verzuim Verzuim op maandagmorgen of na de rustperiode. Te laat komen, na de afgesproken werktijden. Afwezigheid tijdens het werk Extra lange pauzes. Veelvuldig toiletbezoek. Verlies aan concentratievermogen Problemen met onthouden van instructies, details enz. Problemen met complexe handelingen. Fysiek aanwezig, maar tot weinig daden in staat. Ongevallen Geen rekening houden met de veiligheid van anderen. Verminderde efficiëntie Vergissingen door slecht opletten of verkeerd inschatten. Materiaal verspillen. Klachten van klanten. Slechte beslissingen nemen. Verstoorde relaties met collega s Heftige reacties op klachten of opmerkingen. Slecht humeur en achterdochtig. Lichtgeraakt zijn. Stemmingsveranderingen na middagpauze. Klachten of commentaar uit directe omgeving. Ontlopen van chef of controle. Andere kenmerken Zichtbaar onder invloed (praten met dikke tong, wankel op benen, verward). Ruiken naar alcohol. b. Signalen andere drugs Hasj/wiet Rode ogen Verwijde pupillen Opgewekt 21

Suffig Sloom Vergeten wat er net gezegd is Giechelig Hongerig Zware armen en benen Sterk herkenbare geur XTC Wijde pupillen Energiek Praterig De dagen erna: oververmoeid, soms down en leeg gevoel Amfetamine (of speed) Wijde pupillen Energiek Praterig Bleek Rusteloos De dagen erna: leeg, oververmoeid en geïrriteerd LSD Wijde pupillen Vreemde ideeën Hallucinaties Cocaïne Wijde pupillen (niet altijd) Vaak naar het toilet gaan Opgewekt Energiek Praterig Overmoedig Bleek Heroïne Vernauwde pupillen Bijna gesloten oogleden Dromerig Sloom Passief Stil Langzame ademhaling 22

2. Signalen chronisch gebruik (niet-limitatief) Alle onderstaande signalen, behalve de uiterlijke kenmerken, verwijzen naar andere fysieke of psychosociale problemen van de betrokken werknemer. Voor leidinggevenden, collega s en hulpverleners zijn het belangrijke signalen die erop wijzen dat er iets aan de hand is en ingrijpen noodzakelijk wordt. a. Signalen bij alcoholproblemen i. Werkgebonden signalen Verzuim Hoger ziekteverzuim, vooral kortdurend. Frequent op maandagmorgen. Vaak te laat komen, s ochtends en na de lunch. Vroeg(er) van het werk vertrekken. Vaak afwezig zonder toestemming. Vreemde en ongeloofwaardige excuses voor afwezigheid. Ongewoon vaak griep, verkoudheid, maagklachten hebben. Afwezigheid tijdens het werk Extra lange pauzes. Veelvuldig toiletbezoek. Verlies aan concentratievermogen Werken kost meer tijd en moeite dan voorheen. Problemen met onthouden van instructies, details enz. Problemen met complexe handelingen. Fysiek aanwezig, maar tot weinig daden in staat. Ongevallen Vaker dan anderen betrokken zijn bij (bijna) ongevallen. Geen rekening houden met de veiligheid van anderen. Wisselend werkpatroon Perioden van hoge en lage productiviteit. Toenemende onbetrouwbaarheid en onvoorspelbaarheid. Afnemend doorzettingsvermogen. Verminderde efficiëntie Niet tijdig kunnen afronden van opdrachten. Vergissingen door slecht opletten of verkeerd inschatten. Materiaal verspillen. Klachten van klanten. Slechte beslissingen nemen. Ongeloofwaardige excuses voor verminderde werkprestaties. 23

Verstoorde relaties met collega s Heftige reacties op klachten of opmerkingen. Slecht humeur en achterdochtig. Lichtgeraakt zijn. Stemmingsveranderingen na middagpauze. Klachten of commentaar uit directe omgeving. Geld proberen te lenen. Ontlopen van chef of controle. Uiterlijke kenmerken Trillende handen. Rood, opgezet gezicht. Gewichtsverlies en een ingevallen gezicht. Trillen van het lichaam en zwetende handen (ontwenningsverschijnselen van alcohol of kalmeringsmiddelen). Steeds minder verzorgd uiterlijk. Zoeken naar aanleidingen om te drinken. ii. Signalen van buiten het werk Recente veroordeling voor dronkenschap achter het stuur. Problemen thuis. Geldzorgen. Vaker ongelukjes thuis en op weg naar het werk. Psychische (angsten, piekeren, slapeloosheid) en lichamelijke klachten (maagklachten, geheugenverlies, vermoeidheid). b. Signalen andere drugs XTC De dagen erna: oververmoeid, soms down en leeg gevoel Amfetamine (of speed) De dagen erna: leeg, oververmoeid en geïrriteerd 24