Ketenanalyse woon-werkverkeer Van Dorp installatiebedrijven B.V. (h.o.d.n. Van Dorp) Versie 2.0

Vergelijkbare documenten
Ketenanalyse woon-werkverkeer Van Dorp installatiebedrijven B.V. (h.o.d.n. Van Dorp) Versie 1.1

Ketenanalyse woon-werkverkeer Van Dorp Installaties. Versie 1.0

Analyse Scope 3 CO2- emissies Woon- werkverkeer privé auto Van den Pol Groep b.v. CO2 Prestatieladder. Versie 1.0

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

Analyse Scope 3 CO 2 -emissies Van Dorp CO 2 Prestatieladder. Versie 1.3 summary

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING Rapportage

4.A.1 Inventaris ketenanalyse 1

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

4.A.1 Ketenanalyse 1: Woon- Werkverkeer

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

CO 2 -Prestatieladder

Ketenanalyse Transport

1. INLEIDING Rapportage

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

CO 2 Emissie rapportage 2014 Van Dorp installatiebedrijven B.V. (h.o.d.n. Van Dorp) Versie 1.0

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V.

CO₂ Emissie inventaris e helft Januari Juni 2018

Carbon footprint Van Raaijen Groep BV. Carbon Footprint Van Raaijen Groep BV. Mei Pagina 1 van 13

CO₂ Emissie inventaris 2015

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO

Milieu jaarverslag 2013-Q4

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

Emissie inventaris Visser Assen. Dit document is opgesteld volgens ISO

VCMCM CO2 Voortgangsrapportage U

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

CO 2 -Prestatieladder

Geheel 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

Groen-Punt Groep B.V.

Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar)

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

1 e half jaar Carbon Footprint. J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Carbon footprint J.M. de Wit Groenvoorziening BV.

CO2 Emissie rapportage Van Dorp Installaties Versie 2.0

Dit document is opgesteld volgens ISO

CO 2 Emissie rapportage 2013 Van Dorp installatiebedrijven B.V. (h.o.d.n. Van Dorp installaties) Versie 1.0

Eric Kwinkelenberg(procesmanager KAM), Simone Butter-d Hulst Afdeling KAM

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2018

Periodieke rapportage 2017 H1. November 2017

CO2 Emissie rapportage Van Dorp Installaties Versie 1.0

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

CO2-Emissie-inventaris

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Ketenanalyse woon-werkverkeer (4.A.1)

Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1

Carbon Footprint J.M. de Wit Groenvoorziening BV

Emissie-inventaris 2018

2018-6M. Aannemingsbedrijf M.C. van der Spek en Zn. B.V. 3.A.1 Carbon Footprint. Samen zorgen voor minder CO2

Footprint Rollecate Groep. Dit document is opgesteld volgens ISO

Jaarverslag Criteria. Conform niveau 3 op de CO2- prestatieladder 3.0 en ISO norm. Opgesteld door Paraaf. Datum Versie 2

CO₂ Emissie inventaris e helft Juli 2017 December 2017

CO 2 Footprint 2015 ZAVIN C.V. Conform de CO 2 - Prestatieladder. Datum: januari 2016 Auteur: Nicole Deylius Rapport nr.: 2016/CO2 Footprint/Q1/1.

De emissie inventaris van: 2014 Dit document is opgesteld volgens ISO

Periodieke rapportage 2016 H1

Inhoud. Pagina 2 van 7

Rapportage CO 2 -footprint Theuma

Carbon footprint Engelsman Hoveniers B.V. Carbon Footprint. Engelsman Hoveniers B.V. Pagina 1 van 13

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

Beheeraccent. Carbon footprint. Beheeraccent. Datum: Maart Pagina 1 van 14

Edulis Enschede 2014 Dit document is opgesteld volgens ISO

Groen-Punt Groep B.V.

CO₂ Emissie inventaris /01/ /12/2017

Periodieke rapportage 2016 H2. Juni 2017

Carbon footprint Engelsman Hoveniers B.V. Carbon Footprint. Engelsman Hoveniers B.V. Pagina 1 van 13

Periodieke rapportage 2014

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016

Periodieke rapportage H Peek Groep Versie: 1 september Periodieke rapportage H1 2016

Periodieke rapportage 2016 H2

Beheeraccent. Carbon footprint. Beheeraccent. Datum: Juni Pagina 1 van 14

CO₂ Emissie inventaris

De emissie inventaris van:

CO2-Emissie-inventaris

Ketenanalyse Woon-werk verkeer VBK Noord B.V. Opgesteld volgens de eisen van ISO en het Greenhouse Gas Protocol

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2015

MANAGEMENT REVIEW CO2 PRESTATIELADDER 2013

De emissie inventaris van:

Periodieke rapportage 1 ste halfjaar 2018

Periodieke rapportage 2015 H1

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

Periodieke rapportage 1 ste half jaar 2017

CO 2 -Prestatieladder

Sialtech CO2 Voortgangsrapportage U

EMISSIE INVENTARIS. E. Lokken Groenvoorziening BV. Tel Noordzijde Directie Erik Lokken

CO 2 Emissie rapportage 2015 Van Dorp installatiebedrijven B.V. (h.o.d.n. Van Dorp) Versie 1.0

Carbon footprint. De Waterwolf dienstverlening buitenruimte BV

Aannemingsbedrijf M.C. van der Spek en Zn.

Transcriptie:

Ketenanalyse woon-werkverkeer Van Dorp installatiebedrijven B.V. (h.o.d.n. Van Dorp) Versie 2.0 Auteur: Van Dorp Dienstencentrum Datum: december 2017

Inhoudsopgave 1 Achtergronden... 2 1.1 Bedrijfsprofiel... 2 1.2 Motivatie en doel... 3 1.3 CO 2 emissies en scopes... 3 1.4 Rapportages... 3 2 Woon-werkverkeer... 4 2.1 Beschrijving woon-werkverkeer... 4 2.2 Data woon-werkverkeer... 4 2.3 Waardeketen woon werkverkeer... 7 2.4 Beïnvloeding keten... 8 3 Reductiemogelijkheden en doelstellingen... 9 pagina 1

1 Achtergronden 1.1 Bedrijfsprofiel Van Dorp is ontstaan in 1985 en in 30 jaar gegroeid tot een landelijk werkend installatiebedrijf met vestigingen in Almere, Amersfoort, Amsterdam, Breda, Deventer, Heerenveen, Helmond, Hengelo, Leiden, Rotterdam, Venlo, Zevenaar, Lelystad en Zoetermeer. Het bedrijf telt circa 1000 medewerkers. Als totaalinstallateur bieden wij een totaalpakket aan technische diensten en kunnen wij alle techniek in gebouwen zelfstandig ontwerpen, realiseren en beheren. Op deze wijze houdt Van Dorp het overzicht over het totale installatiepakket en kan zo efficiënt inspelen op de wensen en behoeften van de klant. In de bedrijfsvoering is het kwaliteitsaspect van groot belang. Ook kennis en respect voor de klant, het product, de mensen en het milieu staan bij Van Dorp hoog in het vaandel. Figuur 1 Overzicht vestigingen Van Dorp pagina 2

Alle installaties die Van Dorp verzorgt en onderhoudt zijn duurzaam, energiezuinig en optimaal in gebruik. Wij zijn steeds op zoek naar nieuwe methodieken en technologieën om onze producten en diensten nog beter te laten aansluiten op de wensen en behoeften van onze klanten. Wij houden daarbij rekening met ons milieu en onze leefomgeving. 1.2 Motivatie en doel Initiatieven op het gebied van duurzaamheid en milieu sluiten goed aan bij de maatschappelijke betrokkenheid die Van Dorp nastreeft. De CO 2 prestatieladder is als initiatief ontstaan bij ProRail en wordt door Van Dorp gezien als een instrument om haar onderscheidend vermogen tot uiting te brengen. De hieruit voortkomende doelstellingen op het gebied van CO 2 reductie passen goed bij de bedrijfsdoelstellingen. 1.3 CO2 emissies en scopes Op basis van de vastgestelde operationele grenzen (boundary) zijn de CO 2 -emissies voor de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies. Scope 1 omvat de directe emissies die veroorzaakt worden door de organisatie. Het gaat daarbij om de verbranding van brandstoffen en het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de organisatie. Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van ingekochte elektriciteit, stoom of warmte; als aanvulling hierop zijn conform de eisen van de prestatieladder, de zakelijke kilometers in privéauto s, openbaar vervoer en de zakelijke vliegreizen hierin meegenomen. Scope 3 omvat de overige indirecte emissies van bronnen als woon/werkverkeer, leveranciers, elektriciteitsverbruik op projectlocaties, waterverbruik, afval en papierverbruik. 1.4 Rapportages Voor het in kaart brengen van de CO 2 emissies van Van Dorp worden jaarlijks diverse analyses uitgevoerd. Vanaf 2010 zijn meerdere rapportages opgesteld waarbij alle bronnen en CO 2 emissies uit scope 1, 2 en 3 zijn verantwoord. Deze CO 2 emissies worden jaarlijks geverifieerd door DNV GL. De benodigde data voor het opstellen van de ketenanalyse woon werkverkeer is gegenereerd uit onderstaande rapportages: - VDI - CO 2 emissie rapportage 2016 - VDI - Overzichtslijsten CO 2 emissie VDI 2016 - VDI - Analyse Scope 3 CO 2 emissies' versie 2.0; In deze rapportage wordt inzicht gegeven in de indirecte, zogenoemde scope 3, CO 2 emissies, conform de aanvullende eisen van handboek CO 2 prestatieladder versie 3.0. Op basis van deze analyse zijn de ketenanalyses woon-werkverkeer en afval geactualiseerd. - Enquête woon-werkverkeer december 2017 pagina 3

2 Woon-werkverkeer 2.1 Beschrijving woon-werkverkeer Het woon-werkverkeer betreft een dagelijks terugkerende activiteit voor alle medewerkers. Onder het woon werkverkeer vallen het reizen naar kantoor en de werklocaties. Een groot deel van dit reizen valt onder scope 1 en 2 en is reeds verwerkt in de CO 2 Footprint rapportage. De berekende CO 2 emissie van het woon-werkverkeer uit scope 3 beslaat alle vormen van vervoer behalve: - de leaseauto s en het eigen wagenpark, deze zijn meegerekend in scope 1. - zakelijk verkeer in privé auto (mobiliteitsvergoeding en dienstreizen), deze zijn meegerekend in scope 2. - Zakelijk verkeer met het openbaar vervoer (mobiliteitsvergoeding en dienstreizen), deze zijn ook meegerekend in scope 2. In paragraaf 2.3 is de verdeling van de verschillende vervoermiddelen over de medewerkers weergegeven. Deze verdeling is gemaakt op basis van de aanwezige gegevens en op een aanvullende enquête, uitgevoerd in december 2017, die gehouden is onder alle medewerkers van Van Dorp. 2.2 Data woon-werkverkeer Elke medewerker maakt bij indiensttreding afspraken over de wijze van woon-werkverkeer. De afspraken zijn onder andere afhankelijk van de functie van de medewerker. Grofweg is er een splitsing in: 1) Binnendienst; De medewerkers van de administratie, ICT en de ondersteunende technische medewerkers (tekenaars en werkvoorbereiders) krijgen een reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer als zij meer dan 10km van het werk wonen. En daarnaast krijgen zij een kmvergoeding voor dienstreizen. 2) Buitendienst; De monteurs rijden over het algemeen in een bedrijfswagen op grijs kenteken. 3) Combi binnen en buitendienst; De directie, bedrijfsleider, projectleiders en technisch beheerders rijden of in een leaseauto of krijgen een maandelijkse mobiliteitsvergoeding. pagina 4

Leaseauto s en eigen wagenpark De CO 2 emissie van de leaseauto s en het eigen wagenpark is meegerekend in scope 1. Deze emissie is berekend op basis van het ingekochte volume brandstof, waarbij onderscheid gemaakt is in type brandstof (diesel, benzine, LPG en elektrisch/hybride). De data is verkregen via de leasemaatschappijen en de online database van Shell. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen zakelijke, woon-werkverkeer en privékilometers. Kunnen we hier het aandeel uit de registratie toevoegen? Zakelijk verkeer in privéauto s De CO 2 emissie van het zakelijke verkeer in privéauto s is meegerekend in scope 2. Deze emissie is berekend middels de kilometerregistratie. Elke medewerker met een mobiliteitsvergoeding en elke medewerker die dienstreizen maakt, levert wekelijks via de urenstaat een kilometerregistratie in bij de Centrale Administratie van Van Dorp. Zakelijk verkeer met het openbaar vervoer De CO 2 emissie van het zakelijke verkeer met het openbaar vervoer is meegerekend in scope 2 volgens de eisen van de CO 2 prestatieladder handboek versie 3.0. Deze emissie is berekend middels de declaraties met OV bewijzen middels declaratieformulier. Woon werkverkeer De vergoeding voor het woon werkverkeer is gebaseerd op de reisafstand die de medewerker dagelijks aflegt, maal het aantal dagen dat de medewerker werkzaam is op de vestiging. Met behulp van een online enquête die in december 2017 is opgestuurd naar alle medewerkers is het woon werkverkeer gesplitst in privéauto, openbaar vervoer en (brom)fiets. Bij het gebruik van de privéauto is geen onderscheid gemaakt in type brandstof (benzine, diesel of LPG). De vragenlijst is door alle medewerkers ingeleverd bij de vestigingsadministratie en verwerkt als scope 3 emissie in de CO 2 Footprint. In tabel 3 het overzicht van het aantal kilometers woon-werkverkeer en de bijbehorende CO 2 emissie. De emissiefactor is verkregen op basis van de website www.co2emissiefactoren.nl d.d.8-12- 2017 en DEFRA (bromfiets), waarbij de emissiefactoren middel per type brandstof en voor het OV de emissiefactor OV algemeen zijn gebruikt. Tabel 3 Overzicht woon werkverkeer 2016 scope 3 resultaat enquête 2017 Woon-werkverkeer Aantal km Conversiefactor (in gco2/km) Totaal CO2 in ton privéauto algemeen 1.976.958 224 434,9 Privé scooter/ bromfiets 34.741 84 2,9 Fiets 121.805 0 0,0 OV algemeen 119.498 61 7,3 445,1 pagina 5

2.3 Resultaten enquête 2017 personeel In december 2017 is middels een digitale enquête een nieuw onderzoek uitgevoerd onder medewerkers om de woon-werk mobiliteit in kaart te brengen. De resultaten van het onderzoek zijn onderstaand beschreven. Op de enquête hebben 193 medewerkers gereageerd, waarvan 8 personen met een lease auto of bedrijfsvoertuig van het bedrijf. Voor de detailanalyse zijn de kilometers woon-werk met de bedrijfsauto s uit de resultaten gehaald, om het inzicht in de mobiliteit met eigen vervoer te verbeteren. Het woon-werkverkeer van de medewerkers met bedrijfsvoertuigen bedroeg gemiddeld ca. 19.000 km/ jaar. De medewerkers die deelnamen aan de enquête reisden in 2016 met eigen vervoermiddelen. De verdeling is weergegeven in onderstaande grafiek. Resultaten van het onderzoek: 87% van de medewerkers reizen met een privéauto naar het werk. 12,3% van de medewerkers komt lopend, op de fiets, of de bromfiets naar het werk of reist met het openbaar vervoer. Ten opzichte van het onderzoek in 2011 is een positieve trend zichtbaar. Het totale woon-werkverkeer voor de organisatie wordt ingeschat op km (scope 1,.%) en 2.253.000 km (scope 3). De totale emissie als gevolg van woon-werkverkeer bedraagt daarmee.. ton CO 2. pagina 6

2.3 Waardeketen woon werkverkeer In figuur 7 is weergegeven welke partijen betrokken zijn bij en invloed uitoefenen op de waardeketen voor vervoer, zowel zakelijk als woon-werkverkeer. Figuur 7 Waardeketen woon-werkverkeer Werknemer Werkgever Opdrachtgever Vervoerders CO 2 emissie woon-werk verkeer Overig Overheid Producent/ leverancier 2.3.1 Overheid De rijksoverheid bepaalt het beleid en de randvoorwaarden die gemaakt worden op het gebied van infrastructuur, mobiliteit, openbaar vervoer en bereikbaarheid. Speerpunten in het regeerakkoord zijn het aanpakken van de files en het verbeteren van de mobiliteit. Bij het verbreden van een snelweg, waardoor files worden verminderd, zou het voor een medewerker die eerst met het openbaar vervoer kwam aantrekkelijker kunnen worden om met de auto te komen. De overheid stimuleert in afnemende mate het toepassen van duurzame middelen door middel van subsidies en belastingcorrecties (fiscale bijtelling leaseauto s). Maar ook het beleid m.b.t. belastingen / heffingen zijn van invloed op de keuze van de medewerker voor een type vervoermiddel. Ook stimuleert de overheid middels mobiliteitsprogramma s, zoals het rijksprogramma beter benutten de inrichting en gebruik van de infrastructuur om de mobiliteit te verbeteren en indirect door minder files de emissies te verlagen. Hierop heeft Van Dorp nagenoeg geen invloed, maar zij neemt bijvoorbeeld in de omgeving Haaglanden wel deel aan deze programma s. 2.3.2 Producenten en leveranciers De producenten zijn de opwekkers en leveranciers van de energiebron. Dit zijn oliemaatschappijen en energiebedrijven, maar ook producenten van bijvoorbeeld biogas. Producenten bepalen op welke manier de energie wordt opgewekt en op welke wijze deze in een energiedrager wordt vastgelegd. Elektriciteit kan worden opgewekt uit fossiele brandstoffen, maar het kan ook door duurzame bronnen zoals zon, wind en water worden opgewekt (groene stroom). In het laatste geval is sprake van geen tot zeer weinig CO 2 emissie (alleen de emissies die plaatsvonden bij het maken van de windmolen/zonnecel/waterkrachtcentrale). Gas kan worden geleverd als aardgas, maar ook als pagina 7

biogas (methaan). Biogas heeft eigenschappen die vergelijkbaar zijn met aardgas, maar het wordt opgewekt door vergisting van organisch afval zoals compost. De CO 2 emissie van het verbranden van dit gas wordt verwaarloosd omdat sprake is van een kortcyclisch proces. Net als bij duurzame bronnen is er alleen sprake van CO 2 emissies bij het maken van de biogascentrale. 2.3.3 Vervoerders Op de partijen die de keuzes in het openbaar vervoer maken voor wat betreft vervoermiddelen, brandstoffen, reisschema s en bereikbaarheid, heeft Van Dorp nagenoeg geen invloed. 2.3.4 Opdrachtgever De opdrachtgever heeft mogelijkheden om in dit proces te sturen. Dit kan door gunningcriteria die van invloed zijn op de CO 2 emissie, mee te nemen in de aanbesteding. 2.3.5 Werknemer Iedere werknemer kiest zelf op welke manier hij reist. Daarin wordt hij beïnvloed door diverse factoren, zoals reistijd, reiscomfort, reiskosten, toegankelijkheid, is de bestemming met het openbaar vervoer bereikbaar, en de bedrijfscultuur (een bepaalde vervoerswijze kan samenhangen met status). Elk vervoermiddel verbruikt één of meer energiedragers voor de voorstuwing/aandrijving. De ene energiedrager veroorzaakt tijdens het verbruik een grotere CO 2 emissie dan de andere. 2.3.6 Werkgever Van Dorp kan de keuze van medewerkers beïnvloeden via de mobiliteitsregeling. De mobiliteitsregeling is voornamelijk gericht op de aanschaf van zuinige en duurzame wagens met een lage CO 2 emissie, en op het verkleinen van het eigen wagenpark (eigendom en lease) en het bieden van voorzieningen op de eigen locaties, zoals laadpalen voor het herladen van voertuigen. Van Dorp streeft er naar om enkele van deze factoren zodanig te beïnvloeden dat de medewerker gestimuleerd wordt om voor een bepaalde vervoersvorm te kiezen. 2.3.7 Overig Overige partijen die indirect van invloed zijn op de CO 2 emissie zijn partijen die de werkgever en de werknemer beïnvloeden in hun keuze. Dit zijn autofabrikanten, leasemaatschappijen, dealers, garagebedrijven etc. Hierop kan Van Dorp enigszins invloed uitoefenen. 2.4 Beïnvloeding keten Het beïnvloeden van de totale CO 2 emissie gebeurt door in de gehele keten zodanige keuzes te maken dat er uiteindelijk energiedragers en energiebronnen worden gekozen met een zo laag mogelijke CO 2 emissie. De wijze van energieopwekking is voor een groot deel bepalend voor de CO 2 emissie. pagina 8

3 Reductiemogelijkheden en doelstellingen Uit de resultaten van de analyses wordt duidelijk dat het grootste deel van het woon-werkverkeer nog steeds wordt veroorzaakt door de bedrijfsauto s op grijs kenteken voor de buitendienst. Dit is een logisch gevolg van een bedrijf die zich bezighoudt met technische dienstverlening en werken op projectlocaties. Deze post zorgt voor CO 2 emissie in scope 1. Het woon-werkverkeer wat zorgt voor CO 2 emissie in scope 3 zijn het gebruik van de privéauto en het openbaar vervoer. Deze emissie bedraagt 212,9 ton CO 2 en is 3,83% (5,6% in 2011) van de totale CO 2 emissie van Van Dorp. De emissie is lastig te reduceren want een significante vermindering van het aantal woon-werktrajecten of de lengte van deze trajecten is niet reëel. Toch is een reductie zichtbaar ten opzichte van de eerste meting in 2011. Het is mogelijk te werken aan een transitie waarbij woon-werktrajecten met veel CO 2 emissie worden omgezet in trajecten met weinig CO 2 emissie en door de grotere aantal vestigingen daalt mogelijk het woon-werkverkeer. Medewerkers kunnen beïnvloed worden in hun keuze voor vervoersmodaliteit. De beïnvloeding richt zich op CO 2 reductie door een verschuiving naar vervoersmodaliteiten die minder fossiele brandstof, dan wel een duurzaam geproduceerde brandstof of energiedrager verbruiken. De CO 2 reductiedoelstelling voor het woon-werkverkeer in scope 3 is vastgesteld op 1,5% per jaar. Van Dorp wil dit bereiken door het nemen van de maatregelen zoals die zijn omschreven in het energiezorgplan, gericht op reductie in scope 3 en het verminderen van woon-werk/privé kilometers met het eigen wagenpark in scope 1. Om te komen tot een verdere brandstofreductie wordt de verduurzaming van het wagenpark voortgezet. Door de directie was al besloten om de privékilometers in zakelijke wagens te registeren en te reduceren. In de nieuwe mobiliteitsregeling zijn afspraken hierover vastgelegd en wordt de monitoring op het eigen wagenpark verbeterd. pagina 9