Algemeen pedagogisch beleidsplan De KinderKroon 2018

Vergelijkbare documenten
De KinderKroon. Algemeen pedagogisch beleidsplan

Voor- en Vroegschoolse Educatie beleidsplan De KinderKroon

Pedagogisch werkplan. De UkkePukken

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

De KinderKroon Tubbergen Pedagogisch werkplan 2016

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Een vroege aanpak van achterstand in de (taal) ontwikkeling kan een slechte start op de basisschool voorkomen.

Pedagogisch werkplan Peuteropvang t Wakertje

2. Visie op ontwikkeling Visie Ontwikkelingsvolgsysteem Ontwikkeling en ontwikkelingsstimulering Ontwikkelingsproblemen en/of achterstanden

Inspectierapport Yes! Kinderopvang Beethovenlaan (KDV) Beethovenlaan BE ZWIJNDRECHT Registratienummer

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje. Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Pippeloentje SPL / SJWB februari 2019

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Knuffel

Bijlage 1 Locatiegebonden werkplan Oosthuizen Hoofdlocatie

Informatie voor Ouders

Pedagogische werkwijze BSO De Capelle, februari 2019 Renate Piet, locatiemanager

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Een goede. keuze. Welkom bij 2Samen Peuterspeelzaal

Samen leren spelen is spelenderwijs leren!

Pedagogische werkwijze Peuterspelen Het SchatRijk, Februari 2019 Anouk Aafjes, Locatiemanager

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Veel gestelde vragen over peuterschool Nieuw Sloten

werkplan kinderdagverblijf

Ruimte om te groeien. Peuterspeelzalen. De Boerderij. Pedagogisch werkplan

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6

Pedagogisch beleid. kinderdagverblijf

Bijlage 1 Locatiegebonden werkplan Enkhuizen Sebastiaan Centenweg

Pedagogisch beleidsplan. (Beknopte versie)

Kinderopvang Het Kinderpaleis is een particuliere organisatie. In dit boekje willen we u informeren over onze Kinderopvang.

2. Visie op ontwikkeling Visie Ontwikkelingsvolgsysteem Ontwikkeling en ontwikkelingsstimulering Ontwikkelingsproblemen en/of achterstanden

Pedagogisch beleidsplan 2016

Inspectierapport K.D.V. Pinokkio Pr. Irenestraat 7 (KDV) Prinses Irenestraat HH ASSEN Registratienummer

Welkom bij Op Stoom. Pedagogische visie. Lieve actieve medewerkers

Veel gestelde vragen over peuterschool Multatuli

Informatiebrochure voor ouders/verzorgers KieKeBoe s Peuterklas (peuterspeelzaal)

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje

NIEUWE KINDEREN. Ontvangst nieuwe ouder/kind

Inhoud. Pedagogisch werkplan Leistroom SPL / SJWB maart 2019

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Visie (Pedagogisch werkplan)

we voor een veilige, tweetalige (=taalrijke), stimulerende en prikkelende omgeving voor de kinderen.

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Knuffel

Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Informatieboekje. Peuterstap

Inspectierapport KDV Pukkie (KDV) Diepstraat AT ECHT Registratienummer

Aanvullend pedagogisch beleidsplan voor kinderdagopvang locatie de Koningstraat Groep Ieniemienie Versie juli 2018

Kinderdagverblijf t Kruimeltje. Informatie Boekje. Oude Arnhemseweg 234, 3705 BJ Zeist Tel

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Kameleon & peutergroep t Snuffeltje

PEDAGOGISCH WERKPLAN. Thea en Priscilla Pompert Boterzwin WH Julianadorp

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Pedagogisch werkplan. Kinderdagverblijven

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Haaften

Pedagogische werkwijze BSO De Hoek, versie januari 2018 Vera Snelle, locatiemanager

1. Kinderopvang Friesland: Visie en kwaliteit. 2. Kinderopvang Friesland en Thomas Gordon. 3. Kinderopvang Friesland en opvoeden

Spelen en leren. Naar de Basischool

Het beste voor je kind?

Bijlage 1. Een goed begin is het halve werk

PEDAGOGISCH WERKPLAN PEUTERSPEELZAAL OT EN SIEN

Inspectierapport K.D.V. de Scharmhof (KDV) Scharmbarg EA ASSEN Registratienummer

Pedagogische werkwijze Peuterspelen De Komeet, maart 2018 Locatiemanager: Anouk Aafjes

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Opijnen

De pedagogisch medewerker kan deze tijd tevens gebruiken voor rapportage en het bieden van individuele ondersteuning.

NIEUWE KINDEREN. Ontvangst nieuwe ouder/kind

Pedagogische werkwijze BSO De Wilgenboom, versie december 2015 Vera Snelle, locatiemanager

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Het Piraatje

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Mentorschap Methode UK en Puk

TARIEVENKRANT KINDCENTRUM ATALANTA. kinderopvang-heerhugowaard.nl. Alles inclusief!

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

Veel gestelde vragen over peuterschool t Koggeschip

2. Visie op ontwikkeling Visie Ontwikkelingsvolgsysteem Ontwikkeling en ontwikkelingsstimulering Ontwikkelingsproblemen en/of achterstanden

Pedagogisch plan van aanpak 2017

opvang 0-4 jaar STICHTING KINDEROPVANG BARENDRECHT

Pedagogisch beleid Flexkidz

Pedagogische werkwijze KDV De Vuurvogel, mei 2019 Katrin Meijer, locatiemanager

Hartelijk welkom bij Kids2b

Pedagogische werkwijze Peuterspelen De Waterlelie, januari 2019 Locatiemanager: Yael Lindhout Horev

Pedagogisch Beleidsplan. Fris! Kinderdagverblijven

Pedagogisch plan van aanpak Kinderdagverblijf. Samen op reis worden we Wereldwijs Respect

Inspectierapport SKIK Kinderopvang locatie Geesteren (KDV) Kampboerlaan VV GEESTEREN OV Registratienummer

Pedagogisch beleidsplan

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Zevensprong, Weezenhof 30

Werkplan. Buitenschoolse opvang De Driehoek.

UW KIND, ONS KLAVERTJE VIER. Het pedagogisch beleidsplan van

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar. Locatie-specifieke informatie over KDV Katrijn

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Pinkeltje I

Inspectierapport K.D.V. Pinokkio Pr. Irenestraat 7 (KDV) Prinses Irenestraat HH ASSEN Registratienummer

Wenbeleid peuteropvang

Inspectierapport Kinderdagverblijf "De Kikkerpoel" (KDV) Walboersweg NL HARBRINKHOEK Registratienummer

INFORMATIEGIDS van de peutergroep. Ds. Pieter van Dijkeschool.

Samen leren spelen is spelenderwijs leren!

Ik ben pedagogisch medewerker op een VVE locatie van TintelTuin

ouderbeleid Eerste kennismaking

Transcriptie:

Algemeen pedagogisch beleidsplan De KinderKroon 2018

Inleiding Dit algemeen pedagogisch beleidsplan is geschreven voor kinderopvangorganisatie De KinderKroon. De KinderKroon kent de volgende locaties: De KinderKroon Tubbergen (kinderdagverblijf) De KinderKroon Fleringen (kinderdagverblijf) Kroonkasteel Tubbergen (buitenschoolse opvang) De KinderKroon Fleringen (buitenschoolse opvang). Dit algemeen pedagogisch beleidsplan geeft de kaders weer die De KinderKroon hanteert binnen de organisatie. Ons pedagogisch handelen, inrichten en voorwaarden scheppen staan centraal. Naast dit algemeen pedagogisch beleidsplan kent elke locatie van De KinderKroon een eigen werkplan. In deze werkplannen worden praktische zaken, toegespitst op de locatie, nader beschreven. We willen dat ouders en kinderen zich Thuis is ons huis voelen en we garanderen daarvoor het volgende: Veiligheid. Dit doen we door de privacy van ouders en kinderen te waarborgen (privacyreglement), voorspelbaar te zijn in onze gedragingen, structuur te bieden (sociaal-emotionele veiligheid) en door te zorgen dat de ruimtes en materialen voldoen aan de eisen van GGD en brandweer (fysieke veiligheid). Stimuleren. Dit doen we door de eigenheid van ouders en kinderen te respecteren en mogelijkheden/ruimte te bieden om kinderen zich in hun eigen tempo en op hun eigen manier te laten ontwikkelen. Pedagogische onderbouwing. Dit realiseren we door als pedagogisch medewerksters op de hoogte te blijven van nieuwe pedagogische inzichten (vakliteratuur), door ons steeds bewust te blijven van onze pedagogische doelen (teamvergaderingen) en door daadwerkelijk toe te passen wat in het pedagogisch werkplan staat beschreven (afspraken). Een warme plek voor hun kind. Elk kind en elke ouder is voelbaar welkom, men wordt gezien, de pedagogisch medewerksters houden van de kinderen om wie ze zijn en niet om wat ze kunnen/doen of van wie ze zijn (onvoorwaardelijk). Hierbij zijn we als pedagogisch medewerksters alert op wat we zelf meebrengen aan ervaringen uit onze eigen jeugd en mogelijk daaraan gekoppelde oordelen, overtuigingen of gewoontes. De pedagogisch medewerksters stellen zich neutraal op en bevechten actief oordelen. Een vaste vraag die we ons steeds stellen: Kan het ook anders? 1

Inhoudsopgave De KinderKroon... 4 Opvangmogelijkheden... 4 Verlengde opvang... 4 Extra afname/ruilen... 5 Locaties... 5 Website... 5 De 4 competenties... 6 Sociaal emotionele veiligheid... 6 Persoonlijke competentie... 6 Sociale competentie... 7 Overdracht van waarden en normen... 7 Visie... 8 Visie op de kinderopvang... 8 Visie op kind & ontwikkeling... 8 Ontwikkeling van het kind... 9 Ontwikkelingsvolgsysteem... 9 Ontwikkeling en ontwikkelingsstimulering... 9 Ontwikkelingsproblemen en/of achterstanden... 10 Overdracht basisschool... 11 Overdracht buitenschoolse opvang... 11 Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)... 12 Omvang VVE... 12 VVE-indicatie... 13 Uk & Puk... 13 Werken met thema s... 14 Plaatsing... 15 Groepsindeling/groepsgrootte... 15 Beroepskracht-kindratio... 16 3-uur regeling... 16 Intakegesprek... 17 Wennen kinderdagverblijf... 17 Wennen buitenschoolse opvang... 18 2

Stamgroep... 18 Coach... 19 Haal- en brengcontact... 19 Vaste gezichten 0-jarigen... 19 Medewerkers... 20 Medewerkers... 20 Stagiaires... 20 Dagritme in de groep... 21 Dagritme kinderdagverblijf... 21 Dagritme buitenschoolse opvang... 21 Contact met ouders... 22 Ouderavonden... 22 Individuele oudercontacten... 22 Oudercommissie... 22 Tot slot... 23 Bijlage(n)... 24 Bijlage 1: Ontwikkelingsgebieden... 24 3

De KinderKroon Opvangmogelijkheden De KinderKroon biedt de volgende soorten opvang: Kinderdagopvang (0 tot 4 jaar) Peuteropvang (2 tot 4 jaar) Buitenschoolse opvang (4 tot 14 jaar). Hieronder een korte toelichting over de soorten opvang. Kinderdagopvang Een kinderdagopvang bij De KinderKroon is een gehele dag of een halve dag. Hele dag: 07:30 17:30 uur Halve dag: 07:30 12:30 uur of 12:30 17:30 uur. Peuteropvang Per 1 november 2010 zijn alle peuterspeelzalen in de Gemeente Tubbergen overgenomen door kinderopvangorganisaties. Dat moment betekende het einde van het oude peuterspeelzaalwerk en de komst van de peuteropvang als onderdeel van de kinderopvang. Bij De KinderKroon is het een mogelijkheid om een kind vanaf 2 jaar alleen tijdens een peuteropvang dagdeel te laten komen. In de ochtend en middag wordt peuteropvang aangeboden. Tijden die voor de peuteropvang gelden zijn: - 08.45 uur tot 11.45 uur (Ochtend) - 13.30 uur tot 16.30 uur (Middag) Buitenschoolse opvang De buitenschoolse opvang bij De KinderKroon is onder te verdelen in voor- en naschoolse opvang. Tijdens de voorschoolse opvang wordt (gezamenlijk) een gezelschap spelletje gespeeld, mag een kind creatief bezig zijn of mag er een moment tv gekeken worden. Als het weer het toelaat, kunnen kinderen altijd naar buiten. Tijdens de naschoolse opvang wordt er dagelijks een groepsspel- en/of sporten/of creatieve activiteit aangeboden. Kinderen zijn vrij in hun keuze aan welke activiteiten ze willen deelnemen. Ze moeten de hele dag al zoveel, bij de buitenschoolse opvang mogen ze! Tijden die voor de buitenschoolse opvang gelden zijn: - Voorschoolse opvang: 07:30 08:30 uur - Naschoolse opvang: 14:00 17:30 uur Verlengde opvang Verlengde opvang: 07:00 07:30 uur en/of 17:30 18:00 uur is mogelijk. De verlengde opvang moet altijd als extra opvang worden aangevraagd en is dus niet elke dag aan de orde. 4

Extra afname/ruilen Aanvraag voor extra plaatsing, afwijkend dan de reguliere opvang dagen, is mogelijk mits de groepsbezetting het toelaat. Dit geldt ook voor ruilen van dagen. Deze aanvraag moet door ouders gemaild worden naar info@dekinderkroon.nl. Ruilen, wisselen en/of extra afname gedurende de zomervakantie (6 weken juli augustus van elk jaar) is niet mogelijk. Locaties Hieronder de gegevens van de locaties van De KinderKroon De KinderKroon Tubbergen (kinderdagverblijf) Wilhelminastraat 2 7651 EC Tubbergen T. 0546-623869 Kinderdagopvang & peuteropvang KroonKasteel Tubbergen (buitenschoolse opvang) Sportlaan 10 7651 LD Tubbergen T. 0546-623869 Buitenschoolse opvang De KinderKroon Fleringen (kinderdagverblijf) De KinderKroon Fleringen (buitenschoolse opvang) Oldenzaalseweg 88 7666 LH Fleringen T. 0546-623869 Kinderdagopvang, peuteropvang en buitenschoolse opvang Website De KinderKroon kent ook een eigen website: www.dekinderkroon.nl. 5

De 4 competenties In de Wet Kinderopvang worden een viertal competenties genoemd die in elk pedagogisch beleidsplan uitgewerkt dienen te zijn. In dit pedagogisch werkplan willen we concreet aangeven hoe we deze competenties vorm willen geven binnen De KinderKroon. De 4 competenties zijn: Sociaal-emotionele veiligheid, Persoonlijke competentie, Sociale competentie en Overdracht van normen en waarden. Hieronder worden deze competenties verder uitgewerkt. Sociaal emotionele veiligheid We willen dit vormgeven door: Binnen de groep moeten kinderen zich veilig en op hun gemak voelen, zichzelf durven zijn, zich geaccepteerd voelen en vertrouwen in zichzelf en anderen kunnen hebben. Dit willen we bereiken door kinderen het gevoel te geven dat ze welkom in de groep zijn, als pedagogisch medewerkster belangstelling te tonen in wat ze thuis hebben gedaan of meegemaakt. Een luisterend oor zijn. Veel plezier met elkaar hebben vinden we eveneens belangrijk. Maar ook als het wat moeilijker gaat; open zijn en met elkaar praten. Er moet geen drempel zijn voor een kind om naar de pedagogisch medewerksters toe te gaan. We noemen de kinderen bij hun naam. Als we een kind aanspreken, dan benaderen we hem/haar rustig, vaak op ooghoogte dus hurkend, zoeken we contact met het kind (in de ogen kijken) en spreken we hem/haar met een vriendelijke stem aan. Respect te hebben voor iedereen. We willen het kind de ruimte geven voor zijn/haar emotionele ontwikkeling. Dit doen we door met het kind te praten over hoe hij/zij over bepaalde dingen denkt of voelt, het kind begeleiden in de dingen die hij/zij moeilijk vindt, maar ook door hem/haar te stimuleren in het ondernemen van nieuwe activiteiten op allerlei gebieden. Tijdens het halen en brengen wordt er direct gecommuniceerd met de ouders. Naast deze mondelinge overdracht zal er middels digitaal nieuws informatie aan ouders doorgegeven worden. Daarnaast wordt er voor de jongste kinderen (tot 1 jaar) gewerkt met een overdrachtsschriftje. Persoonlijke competentie Dit willen we vormgeven door: Een vertrouwensband met het kind op te bouwen. De pedagogisch medewerksters leren het kind kennen en het kind leert de pedagogisch medewerksters kennen. Het kind veiligheid bieden is hierin een belangrijk aspect. Het kind wordt gestimuleerd in het spel en/of contact zoeken met andere kinderen in de groep. Veel te communiceren met de kinderen, activiteiten aan te bieden, allerlei gesprekjes te voeren en belangstelling te tonen voor wie ze zijn en wat ze doen. 6

Een groot aanbod in spelmaterialen aan te bieden. Er is speelgoed aanwezig voor de fijne en grove motoriek maar ook om creatief, ontspannend en ontwikkelingsgericht bezig te zijn. Bij de inrichting van de groepen wordt ervoor gezorgd dat er speelgoed is voor alle leeftijden, zowel voor meisjes als voor jongens. Daarnaast hebben we ook divers buitenspeelgoed. Kinderen worden begeleid in hun spel en individuele ontwikkeling. Door ze actief te betrekken in het groepsproces kan hier spelenderwijs aandacht aan geschonken worden. Sociale competentie Dit willen we vorm geven door: De contacten onderling te stimuleren en kinderen ook te leren op welke wijze ze contact kunnen leggen met elkaar, maar ook hoe ze respect kunnen hebben voor elkaar als de dingen misschien anders lopen dan ze van tevoren verwacht hadden. Bijvoorbeeld als ze willen meespelen, maar de ander dat niet wil of iets voor zichzelf wil doen. De kinderen te helpen bij het voorkomen en oplossen van problemen. Dit willen we doen door de kinderen bij ons te roepen en ieder zijn verhaal te laten doen, uit te leggen wat er gebeurd is. Samen wordt er dan naar een oplossing gezocht. Overdracht van waarden en normen Zoals in de inleiding wordt benoemd, hanteren we bepaalde waarden en normen zoals liefde en respect voor elkaar, het helpen van elkaar, vriendelijkheid, vergeven, eerlijk zijn, geduldig zijn, mildheid, trouw, tederheid en zelfbeheersing. Hoe willen we dit vormgeven: Door met name als pedagogisch medewerksters het goede voorbeeld te geven. Door de manier waarop we de kinderen benaderen en de manier waarop we handelen en spreken willen we deze waarden en normen laten zien aan de kinderen en aan de ouders en collega's. Goed voorbeeld doet volgen. Duidelijke regels en afspraken maken. Voorbeelden hiervan zijn: o Jassen en tassen ophangen in de garderoberuimte o Rustig praten in de groep o Eten en drinken, knutselen en kleuren aan tafel o In de groep wordt gelopen, buiten mag worden gerend o Samen speelgoed opruimen gedurende een paar momenten van de ochtend/middag o Niet met speelgoed gooien Belangrijke omgangsvormen zijn: o Niet aan elkaar zitten als dit niet gewenst is (dus niet slaan of schoppen etc.) o Respect tonen voor elkaar o Beleefd zijn (dus geen vieze woorden of schelden) In de volgende hoofdstukken komen deze competenties verder aan de orde. 7

Visie Visie op de kinderopvang De kinderopvang perfect geregeld is natuurlijk een basisvoorwaarde voor ouders/gezin. Een persoonlijke en heldere kijk op het beleid en een effectieve mogelijkheid tot afname, moeten het voor de ouders mogelijk maken om met een gerust hart naar het werkt te gaan. De KinderKroon heeft als doel om het thuisritme van het kind zoveel mogelijk na te streven tijdens de opvangdag. Visie op kind & ontwikkeling Kinderen leren spelenderwijs. Voorwaarde om te leren is een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Een kind dat zich niet veilig voelt, zal zich niet kunnen ontwikkelen. De ontwikkeling van kinderen verloopt in fasen. Wanneer een kind iets leert staat niet vast. Een kind geeft zelf zijn eigen tempo aan. In welk tempo en op welke manier (eigenheid van het kind) wordt gerespecteerd. De manier waarop een kind zich ontwikkelt (in welke volgorde en in welk tempo) is altijd een samenspel tussen aanleg en omgeving. Wij als pedagogisch medewerksters zorgen ervoor dat de voorwaarden om te leren aanwezig zijn, waardoor de kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Pedagogisch medewerksters zorgen voor: - Een gevoel van veiligheid en geborgenheid. - Een uitdagende omgeving. - Een stimulerende houding. - Het inspelen op de behoeftes van elk individueel kind. In het volgende hoofdstuk wordt concreter ingegaan op hoe De KinderKroon handelt ten aanzien van de ontwikkeling van het kind. 8

Ontwikkeling van het kind Ontwikkelingsvolgsysteem Binnen kinderopvangorganisatie De KinderKroon wordt gewerkt met een ontwikkelingsvolgsysteem. Alle kinderen worden geobserveerd met behulp van een observatie formulier. De bevindingen die voortkomen uit het observatie formulier worden vastgelegd in het zogenoemde kroonrapport. Het kroonrapport geeft in verhaalvorm weer hoe de ontwikkeling van het kind verloopt. Door het ontwikkelingsvolgsysteem wordt de ontwikkeling van alle kinderen goed in de gaten gehouden. Eventuele bijzonderheden kunnen vroegtijdig gesignaleerd worden zodat de ontwikkeling eventueel bijgestuurd kan worden. In de periode dat een kind de kinderopvang bezoekt, vindt twee keer een oudergesprek plaats; - 2 jaar (vlak voordat een kind doorstroomt van de baby- naar de peutergroep) - 3,5 jaar (vlak voordat het kind vier wordt en doorstroomt naar de basisschool). Na het laatste gesprek van 3,5 jaar vindt tevens een overdracht plaats richting de basisschool. Indien kinderen vanaf 2-2,5 jaar of later enkel de peuteropvang bezoeken, vind er een oudergesprek plaats rond de leeftijd van 3,5-jaar. Ontwikkeling en ontwikkelingsstimulering De ontwikkeling van kinderen kan verdeeld worden in verschillende ontwikkelingsgebieden, de taal-, motorische (grove en fijne motoriek), sociaalemotionele (sociale vaardigheden, spelontwikkeling en zelfredzaamheid) en cognitieve ontwikkeling. Daarnaast wordt in dit beleidsplan, zie bijlage, nog gesproken over de zintuiglijk en de creatieve ontwikkeling, maar in het ontwikkelingsvolgsysteem zijn deze twee gebieden verweven met de andere ontwikkelingsgebieden. De ontwikkelingsgebieden staan dan ook niet los van elkaar. Ze zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. Wel is het zo dat ook hier individuele verschillen zijn. Het ene kind ontwikkelt zich bijv. heel snel op taalgebied, een ander is weer veel vlotter op motorisch gebied. Een belangrijke taak van de pedagogisch medewerksters is ervoor te zorgen dat de verschillen tussen de ontwikkelingsgebieden niet te groot worden. Een kind dat bijv. al heel goed is in taal, hoeft op dat gebied niet extra gestimuleerd te worden. Datzelfde kind kan misschien op motorisch gebied wel enigszins achterlopen in vergelijking met leeftijdgenoten en dus daarin wel wat stimulans gebruiken. Ook hier geldt: stimulering op het ene ontwikkelingsgebied, werkt altijd door op alle andere ontwikkelingsgebieden. Daarnaast is het belangrijk te beseffen dat je kinderen niet kunt dwingen bepaalde vaardigheden te leren. Je biedt vaardigheden aan en houdt hierbij rekening met individuele behoeftes, maar je gaat geen vaardigheden trainen. Een kind dat bijv. niet van knutselen houdt, zal dit soort creatieve activiteiten waarschijnlijk ook minder goed kunnen. Je kan wel proberen deze activiteiten zo leuk mogelijk te maken, maar je kan een kind niet dwingen het leuk te vinden. Hoe meer druk je op een kind uitoefent, hoe meer weerstand hij/zij zal bieden. 9

Ontwikkelingsproblemen en/of achterstanden Bij de meeste kinderen verloopt de ontwikkeling goed. Soms komen er echter vragen naar voren, zoals: - Hoort hij/zij wel goed? - Maakt hij/zij wel goed contact met leeftijdgenoten? - Wat is hij/zij toch stil/druk! - Wat praat hij/zij laat! Aan de hand van de observatieformulieren uit het ontwikkelingsvolgsysteem krijgen pedagogisch medewerksters een indruk wat regulier en/of afwijkend is. Pedagogisch medewerksters hebben hierin een belangrijke signalerende functie. Indien een pedagogisch medewerkster afwijkend gedrag signaleert, worden de volgende stappen doorlopen: 1. De pedagogisch medewerkster observeert het gedrag en bespreekt met collega en noteert vervolgens voor zichzelf: - Wanneer is het afwijkende gedrag begonnen? - Is er een mogelijke oorzaak aan te wijzen voor het afwijkende gedrag? - Wat is er tot nu toe gedaan om het gedrag te verminderen/te veranderen? - Wat was het effect hiervan? 2. De pedagogisch medewerkster bespreekt haar bevindingen met de pedagoog (Sisi Mensink en/of Irene Kuipers). 3. De pedagoog observeert het kind in de groep. 4. Er wordt een gesprek gepland met de ouders waarin de bevindingen worden besproken. 5. Er wordt een plan van aanpak opgesteld dat is afgestemd op de wensen en behoeften van het kind en de ouders. Naar aanleiding van het gesprek met de pedagoog kan mogelijk contact worden opgenomen met: - Jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) - Huisarts - Logopediste - Kinderfysiotherapeut - Jeugdconsulent. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. Kinderen vanaf 2 jaar die een achterstand hebben op een of meerdere ontwikkelingsgebieden (taal-, motorische, sociaal-emotionele en/of cognitieve ontwikkeling) hebben de mogelijkheid gebruik te maken van extra dagdelen opvang (gesubsidieerd door de gemeente) om zodoende extra gestimuleerd te worden in hun ontwikkeling. De JGZ-verpleegkundige dient hiervoor een indicatie af te geven. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. 10

De JGZ-verpleegkundige komt in ieder geval 2x per jaar langs om informatie en kennis uit te wisselen met de pedagogisch medewerksters en/of de leidinggevende. De logopediste komt op aanvraag. Overdracht basisschool Als een kind vier is geworden maakt het de overstap naar de basisschool. De KinderKroon vindt het van belang om een goede overdracht tussen haar en de Wiekslag, Heilig Hart of overige basisscholen te realiseren zodat het kind de juiste aandacht krijgt en het onderwijs aansluit bij wat het kind nodig heeft. De overdracht richting de basisschool vindt schriftelijk, met behulp van een overdrachtsformulier, via de mail plaats. Zijn er dusdanige bijzonderheden dan wordt er gekozen voor een warme overdracht met intern begeleider basisschool of eventueel met betreffende docent. In het overdrachtsformulier staan de belangrijkste gegevens van het kind. Voordat overdracht richting de basisschool mag plaatsvinden is schriftelijke toestemming van ouders verplicht. Bovenstaand handelen wordt gedaan door locatiehoofd Sisi Mensink. Overdracht buitenschoolse opvang Indien ouders gebruik willen maken van de buitenschoolse opvang zodra het kind vier jaar wordt, dan is een goede overdracht van het kinderdagverblijf naar de buitenschoolse opvang vereist. De coach van desbetreffende kind van het kinderdagverblijf plant als nodig een overdrachtsgesprek met de toekomstige coach die het kind zal krijgen bij de buitenschoolse opvang. 11

Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De KinderKroon stelt hoge eisen aan de kwaliteit en professionaliteit van de kinderen peuteropvang. Kinderopvang, peuteropvang en basisschool moeten nauw op elkaar aansluiten en elkaars verlengde zijn. Zo creëer je een doorgaande leerlijn van voorschoolse (kinderopvang en peuteropvang), vroegschoolse (groep 1 en 2) en schoolse educatie (vanaf groep 3). Hierdoor wordt de kans dat een kind de basisschoolperiode succesvol doorloopt aanzienlijk vergroot. Om bovenstaande kwaliteitsverbetering tot stand te brengen, werken we met een VVE programma. Dit is een landelijk erkend programma dat zich richt op stimulering van de taal-, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling. Kinderopvangorganisatie De KinderKroon heeft er (samen met de Gemeente Tubbergen) voor gekozen om met het programma Uk & Puk te gaan werken, omdat dit programma speciaal is ontwikkeld voor de kinderopvang. Hierdoor kan er al vanaf 0 jaar gewerkt worden aan ontwikkelingsstimulering. Daarnaast sluit het programma aan bij de manier van leren van jonge kinderen, namelijk zelf actief bezig zijn, zelf ontdekken en ervaren. Het merendeel van de medewerkers van De KinderKroon hebben begin 2011 een tweejarig scholingstraject voor Uk & Puk gevolgd. Inmiddels zijn ze gecertificeerd VVE medewerksters. Dit betekent dat ze in staat zijn om kinderen een kwalitatief hoog aanbod te kunnen bieden. Hun inhoudelijke kennis wordt vergroot, waardoor ze beter kunnen inspelen op de ontwikkeling van jonge kinderen. Het signaleren van en inspringen op afwijkingen in de ontwikkeling, een ontwikkelingsachterstand of een ontwikkelingsvoorsprong, is hierbij heel belangrijk. Nieuwe medewerkers wordt indien mogelijk ook VVE scholing aangeboden. De KinderKroon streeft ernaar alle pedagogisch medewerksters VVE gecertificeerd te hebben. Tevens hebben de pedagogische medewerksters het scholingsprogramma Tink (Taalontwikkeling in de kinderopvang) gevolgd. In 2018 gaan alle pedagogische medewerksters de cursus werken met baby s volgen en hopen we dat alle medewerkers van De KinderKroon de gestelde taal-eis (3F) behalen. Omvang VVE Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 3 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. De KinderKroon in Tubbergen biedt 5 dagen per week VVE aan in de kinderopvang. Het is mogelijk om dagdelen (minimaal 2) af te nemen. In geval van peuteropvang ochtenden geldt een minimale afname van 2 ochtenden per week. Ruilen van dagen en/of extra afname van dagen is toegestaan, mits de groepssamenstelling het toelaat. De KinderKroon in Fleringen biedt 2 dagen (dinsdag en donderdag) per week VVE aan. 12

VVE-indicatie Voor kinderen die een achterstand hebben op één of meerdere van de ontwikkelingsgebieden, kan extra opvang (4,5 uur extra) geïndiceerd worden. Hiervoor stelt de Gemeente Tubbergen een VVE subsidie beschikbaar. Deze achterstand kan gesignaleerd worden door zowel de kinderopvang als de JGZverpleegkundige, bijv. doordat zij een achterstand op een van de ontwikkelingsgebieden signaleren bij het invullen van het ontwikkelingsvolgsysteem. Kinderen waarbij in de thuissituatie sprake is van tweetaligheid krijgen altijd een VVE-indicatie. Voor kinderen met een VVE-indicatie wordt bij De KinderKroon een handelingsplan opgesteld door de pedagoog (Sisi Mensink en/of Irene Kuipers). In dit handelingsplan staat beschreven wat de reden van de VVE-indicatie is, welke doelen er voor dit kind worden opgesteld, op welke manier aan deze doelen gewerkt gaat worden en wanneer en met wie dit wordt geëvalueerd. De pedagoog bespreekt met de pedagogische medewerkers (waaronder de coach van het kind) die het kind op de (stam)groep hebben, het gemaakte handelingsplan. Het handelingsplan ligt voor alle pedagogische medewerkers op een centrale plek zodat ten allen tijde het plan kan worden ingezien. Ouders krijgen het handelingsplan via de mail toegestuurd nadat deze kort is besproken met ouders. Uk & Puk Binnen Uk & Puk wordt gewerkt met vaste thema s die jaarlijks terugkeren. De thema s komen uit de directe belevingswereld van kinderen en spelen zich af in het hier en nu. Eén thema biedt activiteiten voor ongeveer 6 weken. De activiteiten stimuleren de spraak- en taalvaardigheid, sociaal-emotionele vaardigheden en motorische en zintuiglijke vaardigheden. Ook geeft Uk & Puk de eerste rekenprikkels. De volgorde van de thema s is vrij, met uitzondering van het thema Welkom Puk!. De thema s van Uk & Puk zijn: - Welkom Puk! - Knuffels - Hatsjoe! - Hoera, een baby! - Wat heb jij aan vandaag? - Regen - Dit ben ik! - Eet smakelijk! - Reuzen en kabouters - Oef, wat warm! Voor kinderen die bijna 4 jaar worden is er een extra thema: Ik ben bijna 4! De activiteiten uit dit thema worden aangeboden aan het groepje oudste kinderen (vanaf 3,5 jaar). Bij de planning van de thema s wordt er rekening mee gehouden dat ze aansluiten bij de seizoenen en feestdagen door het jaar heen. Binnen elk thema staat een boek 13

centraal en wordt d.m.v. kernwoorden gericht gewerkt aan een vergroting van de woordenschat van alle kinderen. Naast de thema s uit Uk & Puk is er ruimte voor eigen thema s en activiteiten. Bij de uitwerking van een thema (de planning van de activiteiten binnen de thema s, de inrichting van de ruimte, de informatiebrieven richting ouders, etc.) worden de pedagogisch medewerksters ondersteund door de leidinggevende. Op deze manier wordt de kwaliteit van ons werk geoptimaliseerd. Werken met thema s Het VVE programma Uk & Puk werkt met thema s. Werken met thema s is een hele prettige manier van werken om een aantal redenen: - Thema s bieden houvast. Een thema is een duidelijk uitgangspunt van waaruit je verder kan werken. Het is duidelijk en gestructureerd. - Werken met thema s biedt veel mogelijkheden tot ontwikkelingsstimulering. Binnen een thema zijn allerlei activiteiten te bedenken die aansluiten bij de verschillende ontwikkelingsgebieden. Hoe ver je een thema uitdiept, is af te stemmen op elk individueel kind. Oudere kinderen en/of kinderen die verder zijn in hun ontwikkeling gaan dieper op een thema in dan jongere kinderen. - Thema s zijn herkenbaar. Elk jaar komen dezelfde thema s aan de orde. Dit betekent niet dat kinderen elk jaar hetzelfde leren. Eenzelfde thema wordt het jaar daarop voor hetzelfde kind alleen verder uitgediept, omdat een kind zich in dat jaar verder ontwikkeld heeft. De herkenning van het thema van het jaar daarvoor biedt een gevoel van veiligheid waardoor een kind binnen datzelfde thema eerder nieuwe dingen zal durven proberen. 14

Plaatsing Groepsindeling/groepsgrootte De KinderKroon telt een viertal locaties. Deze locaties kennen een eigen groepsindeling en groepsgrootte: De KinderKroon Tubbergen (kinderdagverblijf) Binnen De KinderKroon Tubbergen wordt gewerkt met 4 groepen: 2 babygroepen voor 0- t/m 1-jarigen en 2 peutergroepen voor 2- t/m 3-jarigen (horizontaal). Keizerslokaal : Babygroep met plaats voor maximaal 14 (0-1 jarige) kinderen Keizerslokaal+ : Babygroep met plaats voor maximaal 10 (1-2 jarige) kinderen Kroonlokaal : Peutergroep met plaats voor maximaal 16 (2-3 jarige) kinderen Kroonlokaal+ : Peutergroep met plaats voor maximaal 10 (3 jarige) kinderen. Kroonkasteel Tubbergen (buitenschoolse opvang) Het KroonKasteel heeft de capaciteit voor maximaal 50 kindplaatsen. De totale ruimte is op te delen in 2 afzonderlijke ruimtes. De ruimtes zijn door een glazen wand met schuifdeuren van elkaar te scheiden. Er is dan de mogelijkheid het jonge kind (4-5-6 jaar) op te vangen in stamlokaal: het Jeugdhonk en het oudere kind (7-8-9-10-11-12 jaar) in stamlokaal: de Kantine. Indien de groepsgrootte onder de 20 kinderen is, maken we wel gebruik van beide ruimtes om leeftijdsgericht spel-, speel en ontwikkelingsmateriaal aan te kunnen bieden. De KinderKroon Fleringen (kinderdagverblijf) Binnen De KinderKroon Fleringen wordt gewerkt met 2 groepen: De Harlekijn : Verticale groep met plaats voor maximaal 14 (0-4 jarigen) kinderen De Regenboog : Peutergroep met plaats voor maximaal 16 (2-4 jarigen) kinderen De KinderKroon Fleringen (buitenschoolse opvang) De KinderKroon Fleringen heeft 1 groep voor de buitenschoolse opvang, de Hofnar. In deze groep is plaats voor maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. Vanaf september 2018 wordt er de dinsdagmiddag een tweede BSO-groep geopend. In deze tweede BSO-groep worden de jongste BSO kinderen (4-5 en 6 jarigen) gevestigd. Om de interactie tussen de BSO kinderen en de oudste peuters te ondersteunen bieden wij gerichte activiteiten/materialen aan voor de doelgroep 3,5 tot 6 jaar. Deze tweede BSO-groep is gevestigd in de peutergroep (De Regenboog). 15

Beroepskracht-kindratio Kinderdagverblijf De verhouding aantal beroepskrachten en feitelijk aanwezige kinderen bedraagt: Tabel 1. Berekening van de beroepskracht-kindratio en maximale groepsgroottes bij groepen in de dagopvang Minimaal Minimaal Minimaal Minimaal Maximaal Maximaal Maximaal Maximaal Leeftijd aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal kinderen beroepskrachtekrachtekrachten beroeps- beroeps- beroepskrachten kinderen kinderen kinderen kinderen Groepen alle kinderen één leeftijd Gemengde leeftijdsgroepen 0 tot 1 1 4 2 8 3 12 ---- ---- 1 tot 2 1 5 2 10 3 15 4 16 2 tot 3 1 8 2 16 ---- ---- ---- ---- 3 tot 4 1 8 2 16 ---- ---- ---- ---- 0 tot 2 1 5 2 9 1 3 14 1 4 16 1 0 tot 3 1 5 2 9 2 / 10 3 3 15 1 4 16 1 0 tot 4 1 5 4 / 6 5 2 9 6 / 10 7 / 11 8 /12 9 3 16 1 ---- ---- 1 tot 3 1 6 2 11 3 16 ---- ---- 1 tot 4 1 7 2 13 3 16 ---- ---- 2 tot 4 1 8 2 16 ---- ---- ---- ---- Vanaf 2019 geldt onderstaande BKR: 3-uur regeling Bij minimaal tien uur aaneengesloten opvang, kan worden afgeweken van de beroepskracht-kindratio gedurende maximaal drie uur per dag. De tijden, buiten de beroepskracht-kindratio regel, die bij De KinderKroon gelden zijn: - 12:30 14:30 uur - 16:30 17:30 uur Tijden waarin niet wordt afgeweken van de BKR-regel zijn: - 07:00 12:30 uur - 14:30 16:30 uur - 17:30 18:00 uur 16

Bovenstaande tijden gelden voor de gehele week, maandag t/m vrijdag. Buitenschoolse opvang De verhouding aantal beroepskrachten en feitelijke aanwezige kinderen bedraagt: 1 pedagogisch medewerkster per 10 kinderen van 4 t/m 12 jaar. Vanaf 2019 geldt onderstaande BKR: Intakegesprek Kinderdagverblijf Dit gesprek vindt plaats tussen de directie en de (aankomende) ouder(s). Voorkeurstijdstip wordt in overleg bepaald en geschiedt vaak begin van de avond. Tijdens dit gesprek wordt gesproken over de gang van zaken van kinderopvangorganisatie De KinderKroon in het algemeen, de groep waarin het kind wordt geplaatst in het bijzonder en wordt gesproken over het proces van inschrijven, wennen, kinderopvangtoeslag, beleid en het pedagogisch handelen van het team. Een ouder moet het gevoel krijgen bij de KinderKroon te passen. Voor ouders is er uiteraard mogelijkheid om vragen te stellen. In het geval van een plaatsing in de peuteropvang kan de peuter tijdens het intakegesprek (in de ochtend) kennismaken met de andere kinderen, de pedagogisch medewerksters en de nieuwe speelomgeving. Voor ouders is er gelegenheid over hun kind te vertellen. Eventuele bijzonderheden worden daarbij opgeschreven. Buitenschoolse opvang Als een kind (nieuw) start bij de buitenschoolse opvang, wordt een afspraak gemaakt met ouders en kind tijdens een naschools opvangmoment. Het kind heeft dan de mogelijkheid om, in aanwezigheid van de ouders, te kijken in de groep (wennen). Aansluitend vindt de intake met ouders plaats. Wennen kinderdagverblijf De eerste keer dat een kind De KinderKroon bezoekt is een spannend moment, zowel voor het kind zelf als voor de ouders. In de week voorafgaand aan de plaatsing kan hij/zij een dagdeel komen wennen. Ouders maken dan kennis met de aangewezen coach en proeven de sfeer van de groep. Ouders verblijven een kwartiertje bij de groep. 17

Voor baby s zal dat wennen vooral in het teken staan van wennen aan vreemde gezichten, geuren en geluiden. Het is een eerste stap in de wijde wereld zonder de aanwezigheid van hun ouders. Voor het kind, maar met name voor de ouders, een hele grote stap. Belangrijk is dus ook dat ouders hun kindje met een vertrouwd gevoel kunnen achterlaten. De manier waarop het wennen verloopt, wordt dus afgestemd op de behoefte van de ouders. Voor dreumesen en peuters geldt eigenlijk hetzelfde. Zij zullen zich zelfs meer bewust zijn van het afscheid van de ouders. De pedagogisch medewerksters houden hier uiteraard rekening mee en zullen het kind extra aandacht geven. De pedagogisch medewerksters zullen alles in het werk stellen om het kind op zijn/haar gemak te stellen, een vertrouwensrelatie op te bouwen en hem/haar veiligheid te bieden. Kinderen die moeite hebben met de nieuwe omgeving kunnen nog wel eens geholpen worden door het meenemen van speelgoed, een eigen knuffel of een foto van huis. Ouders krijgen altijd het advies hun kind gedag te zeggen bij het verlaten van de kinderopvang, zodat het kind ook weet dat papa/mama weg is. Ouders kunnen altijd bellen om te horen hoe het met hun kind gaat. Indien het wennen heel moeizaam verloopt voor het kind, zal er in overleg met de ouders naar een weg gezocht worden om het wennen prettiger te laten verlopen. Hierbij staat het kind centraal. Wat moeten ouders meenemen naar het kinderdagverblijf: moeder-/poedermelk. Borstvoeding gekoeld aanleveren, poeder afgemeten in een afgesloten bakje. warme maaltijd (tot uiterlijk 1 jaar) overdracht-schrift (tot uiterlijk 1 jaar) speen extra paar kleren. Wennen buitenschoolse opvang Als een kind gaat starten in de BSO wordt er altijd gekeken naar de persoonlijke voorkeuren en wensen van ouders en kinderen. Sommige kinderen vinden het spannend om naar school en daarnaast ook naar de BSO te gaan. Het wennen is dan ook zeer belangrijk. Ons standaard wenproces wordt door de meeste ouders ingewilligd. Als een kind bij de KinderKroon is geweest in de jaren ervoor is het hoogstwaarschijnlijk al eens op bezoek geweest bij de buitenschoolse opvang. Tegen de tijd dat ze 4 jaar worden, worden de kinderen in overleg met de ouders een middag meegenomen van het kinderdagverblijf naar school en daarna naar de buitenschoolse opvang. Ze zien dan de gang van zaken en mogen kennis maken bij de buitenschoolse opvang. Zoals al eerder beschreven wordt een nieuw kindje binnen De KinderKroon samen met ouders uitgenodigd tijdens een naschoolse opvang. Tijdens deze naschoolse opvang kan het kind wennen en kijken hoe het er op de groep eraan toe gaat. Hoe vaak een kind gaat wennen is afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren.\ Stamgroep In de wet- en regelgeving staat vermeld dat een kind in de dagopvang en buitenschoolse opvang in één vaste groep kinderen geplaatst wordt. Bij De 18

KinderKroon heeft ieder kind zijn- of haar eigen groep. Deze groep kinderen wordt voor de dagopvang stamgroep genoemd. De wet biedt ruimte om tijdelijk af te wijken van deze regel. Soms komt het voor dat kind een dagje gebruik wil/moet maken van opvang in een tweede stamgroep. Bijvoorbeeld als er (tijdelijk) een extra dag nodig is, maar er is geen plaats op de eigen groep van het kind. De ouder en de houder van De KinderKroon spreken af hoelang de opvang in de andere groep uiterlijk kan duren. Gaat dit om een lange periode, dan wordt dit contractueel vastgelegd. Gaat het om een dagdeel of een paar dagen, dan wordt gebruik gemaakt van het formulier toestemmingsverklaring opvang in andere stamgroep. Coach Vanuit de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang is het vanaf januari 2018 verplicht dat elk kind een coach krijgt toegewezen. Dit geldt voor zowel het kinderdagverblijf als buitenschoolse opvang. De coach is een pedagogisch medewerkster die werkt op de stamgroep van het kind. De coach is het vaste aanspreekpunt voor de ouders om de ontwikkeling en het welbevinden van het kind te bespreken. De coach moet ervoor zorgen dat er een betere signalering van problemen (bv. ontwikkelingsachterstand) plaatsvindt en een betere overdracht. Eventueel vervult de coach waar nodig een rol in het contact met andere professionals. Periodieke ontwikkelingen omtrent een kind in de buitenschoolse opvang wordt met regelmaat mondeling, vnl tijdens de haal- en brengmomenten met ouders besproken. In de kinderopvang wordt de ontwikkeling periodiek met ouders besproken tijdens geplande oudergesprekken bij de leeftijd van ruim 2 jaar en bij ruim 3,5 jaar. Haal- en brengcontact Tijdens het halen en brengen is er altijd even de gelegenheid voor een kort gesprekje tussen ouder en pedagogisch medewerkster in zowel kinderopvang en buitenschoolse opvang. Praktische zaken kunnen worden doorgegeven. Daarnaast is het een moment om kort bijzonderheden door te geven en bij het ophalen maken de pedagogisch medewerksters van dit moment gebruik om de ouder op de hoogte te brengen hoe de ochtend/middag verlopen is. Vaste gezichten 0-jarigen Vanuit de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang is het vanaf januari 2018 verplicht dat elk kind van 0 jaar twee vaste gezichten krijgt. Op de dagen dat het kind komt is het van belang dat één van de twee pedagogische medewerkers werkzaam is. Als de omvang van de stamgroep vraagt om inzet van meer dan twee pedagogische medewerkers, dan mogen maximaal drie vaste gezichten aan het kind worden toegewezen. Voor kinderen die flexibel zijn geldt het vaste gezichten-eis niet. Een vast gezicht van de 0-jarige hoeft niet de coach van het kind te zijn. 19

Medewerkers Medewerkers Het team van De KinderKroon bestaat uit gediplomeerde medewerksters. Alle pedagogisch medewerksters hebben een diploma op minimaal SPW 3 niveau en zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Stagiaires De KinderKroon is als erkend leerbedrijf geregistreerd door het Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs. Binnen ons bedrijf kunnen wij Beroeps Begeleidende Leerlingen (BBL) begeleiden. Gedurende hun opleidingstijd zullen zij, onder verantwoordelijkheid van een volwaardige beroepskracht, voor een steeds groter wordend deel, zelfstandig functioneren. Daarnaast begeleidt De KinderKroon ook leerlingen die de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) volgen. Deze stagiaires dragen geen eindverantwoordelijkheid en worden altijd boventallig ingezet. Alle stagiaires dienen in het bezit te zijn van een VOG op het moment dat ze aan hun stage bij De KinderKroon beginnen. In het opleidingsplan van De KinderKroon staat concreet beschreven hoe de begeleiding van stagiaires geregeld is. 20

Dagritme in de groep Dagritme kinderdagverblijf Hieronder een overzicht van hoe er een dag bij het kinderdagverblijf eruit ziet: 07:30-09:00 Brengen van de kinderen, vrij spelen en bijpraten met ouders. 09:00-10:00 Samen opruimen, fruit eten (evt. de fles), drinken met een klein koekje, liedjes zingen, luiers verschonen en naar bed. 10:00-11:00 Kinderen die niet slapen worden spelenderwijs gestimuleerd in hun ontwikkeling door de pedagogisch medewerksters. Ze gaan knutselen, even naar buiten of er worden activiteiten aangeboden die aansluiten bij het thema, van Uk en Puk, die op dat moment centraal staat. 11:00-12:00 Tafel dekken, verschonen, kinderen uit bed halen, samen een gezonde boterham eten en wat drinken, of het is tijd voor de fles. 12:00-15:00 De meeste kinderen gaan naar bed (volgens eigen schema), de kinderen die niet slapen kunnen rustig spelen en ontdekken in de groepsruimte of ondernemen activiteiten rondom het thema, van Uk en Puk, die op dat moment centraal staat. 15:00-16:00 Als de kinderen wakker zijn worden ze verschoond, krijgen ze ranja met een liga, soepstengel of koekje aan tafel. 16:00-16:30 Eten van de eventueel meegegeven warme maaltijd of vrij spelen. 16:30-18:00 Boekjes lezen of puzzelen aan tafel, kinderen worden opgehaald en er is tijd voor een gesprekje met de ouders. Dagritme buitenschoolse opvang 07:30-08:30 Voorschoolse opvang: ouders brengen de kinderen, vrij spelen en bijpraten met ouders. 08:30-14:00 Kinderen zijn naar school. Groep 1 t/m 3 is elke woensdag i.p.v. 14.00 uur, 12.00 uur vrij. De rest van de dagen is 14.00 uur. 14:00-14:30 De kinderen van school ophalen, vervoeren naar de buitenschoolse opvang locatie. Dit gebeurd lopend en/of met de Stint. Binnen komen bij de buitenschoolse opvang locatie: jas ophangen, tas netjes wegzetten. 14:30-15:00 Vrij spel. De overgang van school naar de BSO rustig laten verlopen. Uit de praktijk merken we dat de kinderen vaak behoefte hebben om eerst even vrij te spelen in plaats van gelijk te drinken. 15:00-15:15 Drinken. 15:15-17:30 Vrij spel en/of activiteit. 16:30-17:30 Ouders halen de kinderen op. Eerder is mogelijk, later (verlengde opvang) op aanvraag. 21

Contact met ouders Een goed contact met ouders staat hoog in het vaandel bij De KinderKroon. Betrokkenheid van de ouders bij onze organisatie komt de kwaliteit ervan alleen maar ten goede. Daarnaast realiseren wij ons dat ouders de zorg voor hun kind voor meerdere dagdelen per week aan ons toevertrouwen. Hierbij is het van essentieel belang dat het gevoel van ouders hierbij goed is. Zij moeten het vertrouwen hebben dat hun kind bij ons in goede handen is. Om ouders dit gevoel van vertrouwen te geven, hechten we veel waarde aan een nauw, persoonlijk contact met hen. Dit proberen we op meerdere manieren te realiseren. Ouderavonden In samenspraak met de oudercommissie van kinderopvangorganisatie De KinderKroon kan een ouderavond georganiseerd worden voor de ouders. Veelal wordt middels een thema invulling gegeven aan zo n avond. Dit kan doordat de oudercommissie samen met de pedagogisch medewerksters en de leidinggevende zelf inhoud geven aan de avond, maar bijv. ook door het uitnodigen van een gastspreker. Individuele oudercontacten Individuele oudercontacten hebben als doel het bespreekbaar maken van de ontwikkeling, het gedrag en het welzijn/welbevinden van de kinderen. Deze gesprekken vinden plaats als een kind 2 jaar is (vlak voor de overgang van de babynaar de peutergroep) en als een kind 3,5 jaar is (waarbij aansluitend een overdracht plaatsvindt richting de basisschool). Tussendoor is op aanvraag van ouders of pedagogisch medewerksters ook altijd een oudergesprek mogelijk Oudercommissie De KinderKroon Tubbergen (kinderdagverblijf) en het KroonKasteel Tubbergen (buitenschoolse opvang) hebben per locatie één oudercommissie welke gezamenlijk vergaderen. De KinderKroon Fleringen heeft één oudercommissie. Binnen de oudercommissie zitten afgevaardigden die elk een eigen opvangvorm vertegenwoordigen. De oudercommissie heeft binnen de kinderopvang een adviserende rol. Zij zijn de vertegenwoordigers van De KinderKroon ouders en behartigen de belangen van ouders. De oudercommissie heeft adviesrecht met betrekking tot uitvoering van kwaliteitsbeleid met in het bijzonder het pedagogisch beleid, het algemeen beleid op het gebied van voeding, opvoeding, veiligheid en gezondheid, de openingstijden, beleid rondom VVE, vaststelling en wijzigen van de klachtenregeling en wijziging in de prijs van de kinderopvang. Daarnaast zijn zij betrokken bij de organisatie van bijvoorbeeld het Kroonfeest, Sinterklaas en ouderavonden. 22

Tot slot Dit algemeen pedagogisch beleidsplan is een afspiegeling van de werkwijze van kinderopvangorganisatie De KinderKroon. We laten ons graag inspireren door wat er zoal op pedagogisch gebied aan visies en werkwijzen worden ontwikkeld. Dit algemeen pedagogisch beleidsplan is een cyclisch gebeuren; bij elk teamoverleg wordt een hoofdstuk, wijzigingen doorgesproken en nieuwe ideeën verwerkt. De tekst wordt jaarlijks bijgespijkerd of indien noodzakelijk per moment. Zo blijft het een pedagogisch beleidsplan dat echt correspondeert met de werkwijze en werkstijl van de hofhouding op de groep. In dit algemeen pedagogisch beleidsplan is volop aandacht besteed aan de matrix die de GGD s aanreiken, waarin de resultaatgebieden staan die vertegenwoordigd horen te zijn in een pedagogisch werkplan. Om het geheel leesbaar en werkbaar te maken is (t.a.v. de vorm) gekozen om uit te gaan van concrete activiteitsoorten, ontwikkelingswerkzaamheden, organisatiekeuzes. Er is ruimte genomen voor de eigen visie van de hofhouding op het kind. Een algemeen pedagogisch beleidsplan is naar onze mening een plan dat daadwerkelijk gebruikt hoort te worden en daartoe moet uitnodigen. Daarom kiezen we voor het beschrijven van concrete werkgebieden. Voor een nieuwe- of inval pedagogisch medewerkster zijn concrete hoofdstukjes heel toegankelijk en interessant, leesbaar. Het geeft herkenning in de werksituatie, blijft dus hangen, wordt actief toegepast in het werk. Ook voor ouders biedt dit voor leken leesbare pedagogisch beleidsplan een concreet inzicht in de manier waarop er met hun kind omgegaan wordt. Alle tekst is gescreend op aanwezigheid van de competenties en werkgebieden, als omschreven in het convenant. 23

Bijlage(n) Bijlage 1: Ontwikkelingsgebieden De ontwikkeling van kinderen kan verdeeld worden in verschillende ontwikkelingsgebieden, de taal-, motorische (grove en fijne motoriek), sociaalemotionele (sociale vaardigheden, spelontwikkeling en zelfredzaamheid) en cognitieve ontwikkeling. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk ook nog gesproken over de zintuiglijk en de creatieve ontwikkeling. Zoals in het beleidsplan als is aangegeven zijn deze twee gebieden in het ontwikkelingsvolgsysteem verweven met de andere ontwikkelingsgebieden. Er wordt een korte toelichting gegeven over het ontwikkelingsgebied. Daarbij wordt beschreven hoe (welke activiteiten) wij bij De KinderKroon ondernemen om het ontwikkelingsgebied te stimuleren. Taalontwikkeling Een kind communiceert wel op honderd manieren. Men spreekt wel over de honderd talen van een kind. De taak van de pedagogisch medewerksters is volgen, luisteren, waarnemen en vastleggen. Het vraagt om een brede ontvankelijkheid zonder voorbarige conclusies en waardeoordelen. De taal is een belangrijk hulpmiddel voor een kind om zicht te krijgen op de wereld om zich heen. Daarom besteden onze pedagogisch medewerksters veel aandacht aan taal. Ze spelen daar zelf een actieve rol in: een baby kijkt ergens naar en de pedagogisch medewerkster stimuleert dit door te benoemen waar het kind naar kijkt; of een ouder kind wijst ergens naar of vraagt iets en krijgt uitleg en hulp d.m.v. taal. In het praten met kinderen spelen pedagogisch medewerksters in op wat de kinderen doen en/of zeggen. Hiermee geven ze aan dat ze luisteren en het kind serieus nemen. Peuters vertellen graag en veel. Pedagogisch medewerksters nemen de peutertaal niet over, maar geven zelf het goede voorbeeld. Activiteiten Er wordt veel gebruik gemaakt van de combinatie woorden-zintuigen. Beelden, gevoelens, klanken, geuren en bewegingen vullen de woorden. Voorlees- /prentenboekjes zijn hierbij een essentiële ondersteuning. Rollenspelletjes ook. Belangrijk is dat taal geassocieerd blijft met positieve aandacht. Pedagogisch medewerksters zorgen ervoor dat datgene wat ze zeggen de aandacht trekt van het kind, omdat het de moeite waard is om naar te luisteren, qua toon en/of inhoud. Bij het stellen van grenzen, het aansturen of corrigeren zijn ze extra attent op duidelijkheid, toonaard, hoeveelheid woorden en het selecterend gehoor van de kinderen naar hun aard, leeftijd/ontwikkeling en meegebrachte ervaring. Voorlezen is een belangrijke methode om de taalontwikkeling te stimuleren, zowel bij baby s als bij dreumesen en peuters. Voel- en kijkboeken zijn voor de allerkleinsten het meest geschikt, het prikkelt de zintuigen. Door te benoemen waar de baby naar kijkt of de dreumes naar wijst, stimuleer je de taalontwikkeling en vergroot je de woordenschat van een kind. 24

Voor peuters kan gebruik gemaakt worden van prentenboeken. Het boekformaat is groot, er staan mooie, grote platen in en weinig tekst. Er kan zowel individueel als in groepsverband worden voorgelezen aan peuters. Na het voorlezen gaan de pedagogisch medewerksters dieper in op de tekst. Dit stimuleert het taalgebruik van de kinderen en tevens het actief luisteren tijdens het voorlezen. Daarnaast biedt voorlezen plezier en hopelijk stimuleert het tot zelf lezen. Peuters zelf laten lezen in een rustig hoekje stimuleert eveneens de ontwikkeling van de taal. Tevens biedt het mogelijkheden tot een gesprekje tussen pedagogisch medewerkster en peuter of tussen peuters onderling. Zingen en rijmen geven kinderen inzicht in de klankpatronen en melodie van de taal. Bovendien helpt het ze om het talige geheugen op te bouwen en wordt de waarneming getraind door de kleine klankverschillen. Liedjes worden ondersteund met gebaren. Belangrijk is dat lichaamstaal in overeenstemming is met (verbale) duidelijkheid. Slechthorende kinderen Als er bij een kind een probleem is op fysiek gebied m.b.t. het gehoor, laten we ons adviseren door deskundigen in onze benadering naar het kind toe. Op ooghoogte met een kind praten, met oogcontact, handjes in de handen van de pedagogisch medewerkster, korte zinnen zonder ontkenningen, boeiende intonatie, ondersteunen met gebaren/mimiek. Deze manier van praten met een kind geeft een stuk vertrouwen en nieuwsgierigheid naar het gesproken woord. Motorische ontwikkeling Kinderen maken een lichamelijke ontwikkeling door en ook dat is een proces waarin ze iets pas kunnen doen zodra ze er aan toe zijn. Hoe dit proces zich ontwikkelt en in welke tijdsduur, kan sterk per kind verschillen. Het is wel een proces waar je goed zicht op hebt. Elke stap laat zich zien. Pedagogisch medewerksters weten dat druk blokkeert. Daarom laten ze een kind zelf aangeven wat het kan. Een kind dat goed contact heeft met zijn lijf, weet wat het kan en dat is een goede graadmeter voor de begeleiding. Het is ook een teken van zelfvertrouwen als een kind zichzelf niet onderschat of overschat. De enige manier om een kind te helpen leren inschatten, is het geduldig (niet bezorgd of angstig) als vangnet aanwezig zijn bij alles wat het kind aandurft. Een uitdagende omgeving bieden om grenzen te verleggen stimuleert. Dat werkt niet voor ieder kind hetzelfde. Een zichzelf overschattend en impulsief kind kan beter bij zichzelf blijven als er niet te veel prikkels tegelijk zijn. Een zichzelf onderschattend kind kijkt eerst graag toe, oefent graag in alle rust, kan soms licht aangespoord worden, zonder druk uit te oefenen. Het is een taak van pedagogisch medewerksters om helder te krijgen wat een kind qua ontwikkeling kan en hier adequaat op te reageren. Grove motoriek Bij baby s proberen we de motorische ontwikkeling te stimuleren door ze zoveel mogelijk op de buik te leggen. Hiermee worden ze gestimuleerd hun hoofd op te tillen en zodoende worden hun rugspieren versterkt. Op het moment dat een kind kan omrollen, proberen we het tijgeren te stimuleren door speelgoed net buiten het bereik van een kind te leggen zodat het moeite moet doen om erbij te kunnen. 25