Hoofdstuk 2: De veldeffecttransistor



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 3: JFET-versterkerschakelingen

Hoofdstuk 4: De MOSFET

Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1

Hoofdstuk 10: Speciale types transistoren

Elektronische basisschakelingen: Oplossingen 1

Hoofdstuk 8: De transistor

Lijst mogelijke examenvragen Analoge Elektronica

Inhoudsopgave De transistor en FET

MOS transistor. Jan Genoe KHLim. In dit hoofdstuk bespreken we de MOS transistor, veruit de belangrijkste component in de hedendaagse elektronica.

Elektronica. Gilles Callebaut

Hoofdstuk 9: Transistorschakelingen

Bipolaire Transistor

Klasse B versterkers

De overgang van een gelineariseerde schakeling naar signaalverwerkingsblok

Hoofdstuk 4: Gestabiliseerde voedingen

Hoofdstuk 5: Laagfrequent vermogenversterkers

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

GESTABILISEERDE VOEDING

Sensoren Introductie Weerstandtechniek Brug van Wheatstone Basis Opamp schakelingen Opampschakelingen voor gevorderden

Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 2

Hoofdstuk 7: Algemene versterkingstechniek

Basisschakelingen en poorten in de CMOS technologie

Hoofdstuk 1: De diode

7. Hoe groot is de massa van een proton, van een neutron en van een elektron?

Onderzoek werking T-verter.

Hoofdstuk 4: De gelijkrichting

Hoofdstuk 3: Praktische opampschakelingen 2

Elektronische basisschakelingen: Oplossingen 2

Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen.

Deel 1 De Operationele versterker

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

Hoofdstuk 1: De OPAMP

Bijlage 2: Eerste orde systemen

Elektronische Basisschakelingen Oefenzitting 1

Universiteit Twente EWI. Practicum ElBas. Klasse AB Versterker

Inleiding Vermogenversterkers en de Klasse A versterker

Analoge en Digitale Elektronica

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Gelijkrichten. Gelijkrichten met één diode

STROOMSENSOR BT21i Gebruikershandleiding

Hoofdstuk 1: Transistorschakelingen: oefeningen

Elektrische Netwerken 27

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

A-examen radioamateur : Zitting van 11 oktober Reglementering

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Elektrotechniek voor Dummies

Oefenopgaven 1 Devices Opgave 1.1

Meten met de multimeter Auteur: Wouter (Flush) [ ]

jaar: 1989 nummer: 10

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC

Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405-D2) 25 augustus 2008, 14:00 17:00 uur. [Nienke, gefeliciteerd met je verjaardag!]

Hoofdstuk 1: De OPAMP

1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen

Hoofdstuk 5: Elektro-akoestische omzetters

Impedantie V I V R R Z R

De wet van Ohm anders

Hoofdstuk 3: Zenerdiodes

Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

520JHKHXJHQV -DQ*HQRH.+/LP

1. Eigenschappen van elektronische componenten 2. Ruis en elektromagnetische storingen; selectiviteit

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405-D2) 30 maart 2009, 14:00 17:00 uur

De leugendetector. Jacco Dekkers. April 11, 2007

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31)

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

Men schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3).

DEEL 9 :Triode voorversterker. MAES FRANK

Fig. 5.1: Blokschema van de 555

Hoofdstuk 4: Speciale types diodes

Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015)

FORMULE BLAD - VERON ZENDCURSUS

Digitale multimeter 700b

Repetitie Elektronica (versie A)

Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405-D2) 18 juni 2007, 14:00 17:00 uur

Elektro-magnetisme Q B Q A

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten)

EXAMENFOLDER maandag 26 januari 2015 OPLOSSINGEN. Vraag 1: Een gelijkstroomnetwerk (20 minuten - 2 punten)

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

Inhoudsopgave. 0.1 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel.. 2

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

Operationele versterkers

Pajottenlandse Radio Amateurs. De multimeter

Blackman: de impact van terugkoppeling op nodeimpedanties

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31)

Klasse B output buffer voor een Flat Panel Display Kolom aansturing

De Electronische Smoorspoel

Inleiding elektronica Presentatie 1

2 ELEKTRISCHE STROOMKRING

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

Hoofdstuk 2: Praktische opampschakelingen 1

Vlakke meetkunde. Module Geijkte rechte Afstand tussen twee punten Midden van een lijnstuk

Uitwerkingen Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405- D2) 18 juni 2007, 14:00 17:00 uur

Langere vraag over de theorie

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT

AS2 lecture 3. Diode. Cees Keyer. November 21. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering. Cees Keyer.

Transcriptie:

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 2: De veldeffecttransistor Tot nu toe hebben we steeds aandacht besteed aan de studie van bipolaire transistoren. In dit hoofdstuk en in de volgende hoofdstukken bestuderen we unipolaire transistoren. Bij de unipolaire transistoren kan een onderscheid gemaakt worden tussen de JFET en de MOSFET. In dit hoofdstuk bestuderen we de JFET zelf, in Hoofdstuk 3 bestuderen we versterkerschakelingen die gebruik maken van een JFET. 1: DE JFET De JFET (Junction Field-Effect Transistor) bestaat in twee uitvoeringen. Zo is zowel een N-kanaal JFET (N-channel JFET) als een P-kanaal JFET (P-channel JFET) verkrijgbaar. De JFET is wat dat betreft te vergelijken met de bipolaire transistor die ook in twee uitvoeringen bestaat, namelijk de NPN en de PNP transistor. 1.1: De N-kanaal JFET In principe is de N-kanaal JFET opgebouwd zoals weergegeven in Figuur 2.1. N Si D I D P Si - G + U DS - U GS + S kanaal Figuur 2.1: De N-kanaal JFET Aan beide zijden van een staafje N silicium worden geleidende zones uit P silicium aangebracht. Deze laatste zijn met elkaar verbonden en vormen de poort of gate G. De bovenzijde en onderzijde van het staafje N silicium (het N-kanaal) worden voorzien van ohmse contacten en vormen respectievelijk de afvoer of drain D en de bron of source S.

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 2 Tussen de gate en het kanaal ontstaan PN-juncties. Door de voedingsbron U GS worden deze PN-juncties invers gepolariseerd zodat sperlagen (uitputtingsgebieden of depletion layers) ontstaan in het kanaal. Deze sperlagen zijn zeer arm aan beweeglijke ladingsdragers en bevatten slechts vaste positieve ionen langs de N-zijde en vaste negatieve ionen langs de P-zijde van de juncties. Sluit men de spanningsbron U DS aan, die de drain D positief maakt ten opzichte van de source S, dan vloeit er een stroom van meerderheidsladingsdragers tussen de source en de drain. In Figuur 2.1 zijn die meerderheidsladingsdragers elektronen die vanuit de source S naar de drain D stromen. Vandaar de naam bron of source, want de source is de bron van de elektronen. De drain zorgt voor de afvoer van deze elektronen. Het is duidelijk dat bij een gegeven U DS de stroom I D tussen drain en source bepaald wordt door de totale weerstand van het N-kanaal tussen de beide aansluitingen. Deze weerstand hangt af van de effectieve breedte van het kanaal. Vergroot men de sperspanning U GS tussen de poortelektroden en de bron (source), dan neemt de breedte van de sperlagen toe, waardoor de effectieve kanaalbreedte vermindert en de weerstand tussen source en drain stijgt. Door de kanaalvernauwing van het N-kanaal neemt de stroom I D af. Dit kunt u trouwens zien aan de karakteristiek in Figuur 2.3. Door middel van de poortspanning U GS kan men de stroom tussen drain en source beïnvloeden. Bij een bepaalde poortspanning genoteerd als U (P)GS (bijvoorbeeld 4V voor een BFW10) wordt de effectieve kanaalbreedte nul. Als gevolg hiervan wordt de afvoerstroom I D ook nul. De JFET is dan gesperd. I D = I DS G D S - U GS + I G 0 G D S I S + U DS - Figuur 2.2: N-kanaal JFET De symbolische voorstelling van een N-kanaal JFET is weergegeven links in Figuur 2.2. Het aanleggen van de spanning U GS en U DS is weergegeven rechts in Figuur 2.2. De spanning U DS is positief (bijvoorbeeld 10 V) waardoor ook de stroom I D = I DS positief is. De stuurspanning U GS is negatief waardoor I G 0. We kunnen besluiten dat door U GS te regelen (in ons voorbeeld ergens tussen 4 volt en 0 volt) de stroom I DS door de JFET op een andere waarde geregeld kan worden. Eenmaal de spanning U DS voldoende groot is, is haar invloed op I DS erg gering. De

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 3 afhankelijkheid van I DS in functie van U GS is weergegeven in de onderstaande Figuur 2.3.

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 4 I DS 10 ma U DS = 10 V - 4 V U GS (V) De PN-juncties tussen poort en kanaal worden steeds in sperrichting aangesloten zodat de poort nagenoeg geïsoleerd is van de source met behulp van de uitputtingsgebieden. De poort neemt dus vrijwel geen stroom op zodat de DC-ingangsweerstand van een JFET (zeker bij silicium) bijzonder hoog is. De inverse stroom die vloeit tussen gate en source bij een inverse spanning tussen deze elektroden van bijvoorbeeld 15 V (en gemeten bij U DS = 0 V) wordt door de constructeur vermeld in de datasheets en genoteerd als I GSS. De G en de eerste S in de notatie I GSS wijst er op dat de stroom vanuit de gate naar de source stroomt. De tweede letter S wijst er op dat de drain D en de source S kortgesloten zijn. Deze stroom bedraagt bij 25 C bijvoorbeeld 1 na wanneer U GS = - 1 V. Dit stemt overeen met een ingangsweerstand van 1000 M. Dus kan met een erg goede benadering kan inderdaad gesteld worden dat I G 0. De voorgaande alinea bekeek de ingangsimpedantie van de JFET op gelijkspanningsgebied. Op wisselspanningsgebied zal de ingangsimpedantie van een JFET hoofdzakelijk bepaald worden door de capaciteit van de uitputtingslaag (wat een capacitieve ingangsimpedantie impliceert). 1.2: De P-kanaal JFET Figuur 2.3: I DS in functie van U GGS Een gelijkaardige situatie vinden we terug bij de P-kanaal JFET in Figuur 2.4. Bemerk dat dit keer U DS negatief is (bijvoorbeeld 10V). Ook de stroom I D = I DS is negatief. De spanning U GS is daarentegen positief doch opnieuw is I G 0. Ga zelf na hoe een P-kanaal JFET (= P-channel JFET) gebouwd is. Zoek de verschillen en de gelijkenissen tussen het gedrag van een N-kanaal JFET en een P- kanaal JFET.

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 5 I D = I DS + U GS - I G 0 G D S I S - U DS + 1.3: Opgaven en geleide oefeningen Teken de diode die ontstaat tussen gate en kanaal (zowel bij de N-kanaal JFET als de P-kanaal JFET). De JFET heeft een capacitieve ingangsimpedantie. Verklaar het ontstaan van de capaciteit C GS, die soms genoteerd wordt als C i (bij open drain). Een andere belangrijke JFET capaciteit is C DG, die vaak als C f of C fs genoteerd wordt. Ziet u ook waarom? Ga uit van een versterker in GSS (zie Hoofdstuk 3). Welk meestal zeer ongewenst effect heeft C DG daar? Geef de grootte orden van C GS en C DG bij een kleinsignaal JFET. Ga hiervoor op zoek naar de datasheets van enkele JFET s en zoek de waarden van C GS en C DG op. Vergelijk de bipolaire transistor met de JFET. Teken het symbool (plus de typische polariteiten) van een NPN bipolaire transistor naast dat van een N-kanaal JFET. Hoe zal men in de praktijk de hoofdstromen I C en I D sturen (dus tussen nul en een maximum toegelaten waarde)? Wat weet u over de stuurspanning en de stuurstroom bij de bipolaire transistor en bij de JFET? Welke zeer interessante eigenschappen vertoont de JFET hier ten opzichte van de stuurbron? Teken zowel bij de bipolaire transistor als bij de JFET alle significante stromen. Waarom zal de gate van een N-kanaal JFET bijna nooit positief gemaakt worden ten opzichte van de source? Vergelijk op dezelfde manier de bipolaire PNP transistor met de P-kanaal JFET. Bemerk dat bij deze laatste de gate bijna nooit negatief gemaakt zal worden ten opzichte van de source. 2: De karakteristieken van de JFET 2.1: De uitgangskarakteristiek Figuur 2.3: P-kanaal JFET

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 6 De uitgangskarakteristiek geeft het verloop weer van I DS in functie van U DS bij een constante U GS. Als we, bij een zekere constante U GS, de spanning U DS vanaf nul langzaam opdrijven, dan stijgt de stroom I DS eerst nagenoeg evenredig mee met U DS. Voor kleine U DS -waarden gedraagt het FET-kanaal (tussen D en S) zich dus als gewone weerstand. Verklaar dit! We bevinden ons in het weerstandsgebied (of ohmic region ). De I DS = f(u DS ) grafiek is nagenoeg een rechte door de oorsprong die in werkelijkheid doorloopt in het derde kwadrant (bij negatieve U DS en negatieve I DS ). De FET zal bruikbaar zijn als een regelbare weerstand. Hoe regelt u die R DS? I D (ma) U GS = 0 V U GS = -1 V U GS = -2 V U DS (V) U GS = -2 V U GS = -1 V U GS = 0 V Figuur 2.5: Het weerstandsgebied in de uitgangskarakteristiek van een N-kanaal JFET De uitgangskarakteristiek bestaat uit meer dan enkel het weerstandsgebied. Inderdaad, bij grote U DS -variaties is er niet langer een lineair verband tussen U DS en I DS = I D. De volledige uitgangskarakteristiek is weergegeven in Figuur 2.6. De streepjeslijn (P 0 P 5, de pinch-off limit) is duidelijk de grenslijn tussen twee verschillende gebieden in de uitgangskarakteristiek. Het eerste gebied is het eerder bestudeerde weerstandsgebied (ohmic region) en het tweede gebied is de zogenaamde pinch-off region. Het tweede gebied is, zoals reeds gesteld, de pinch-off region. Dit gebied begint vanaf een zekere U DS -waarde die men de drain to source pinch-off-spanning noemt. Binnen deze pinch-off region volgt de FET-stroom niet langer de stijgende U DS, maar

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 7 blijft I DS nagenoeg constant. Vergelijk dit met de uitgangskarakteristiek van de bipolaire transistor. In dit zeer ruime pinch-off gebied (welke veel gebruikt wordt) gedraagt het FETkanaal zich nagenoeg als een constante stroombron. We zitten in het constante stroom-gebied. I D (ma) 20 ma ohmic range P 0 pinch-off limit U GS = 0 V 15 ma P 1 pinch-off region U GS = - 1 V 10 ma P 2 U GS = - 2 V 5 ma P 3 P 4 U GS = - 3 V U GS = - 4 V I DSS U DS (V) P 5 5 V 10 V 15 V 20 V U (BR)DSS drain-gate-breakdown Figuur 2.6: De uitgangskarakteristiek van een JFET Het derde gebied in de uitgangskarakteristiek is het doorslaggebied (of breakdowngebied). Blijven we U DS opdrijven, dan zal de stroom I DS uiteindelijk niet langer constant blijven. De stroom I DS zal sterk beginnen stijgen wat betekent dat de FET doorslaat (vergelijk dit opnieuw met de bipolaire transistor). 2.2: De transferkarakteristiek De transferkarakteristiek geeft het verloop weer van I DS in functie van U GS bij een constante U DS. In principe is er voor elke U DS -waarde een andere transferlijn. Aangezien I DS nagenoeg onafhankelijk is van U DS in de pinch off region van de uitgangskarakteristiek, zullen voor alle U DS -waarden van (bijvoorbeeld) 6 V tot 30 V heel dicht bij elkaar liggen. We kunnen dan ook de 15V-lijn toepassen voor alle U DS - spanningen tussen 6 V en 30 V. Op Figuur 2.7 zien we de transferkarakteristiek van een N-kanaal JFET. Voor alle U DS -waarden tussen 6 V en 30 V valt de karakteristiek samen met de karakteristiek bij een U DS = 15 V. Dit laatste is echter niet het geval indien bijvoorbeeld U DS = 3 V. Bij een lage U DS ligt de karakteristiek lager.

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 8 I DS (ma) I DSS = 20 ma U DS = 15 V U DS = 3 V U P = - 6 V U GS (V) Figuur 2.7: De transferkarakteristiek U P = U (P)GS noemt men de gate to source pinch-off-spanning (= afknijpspanning). U P is de nodige U GS om I DS te doen dalen tot bijvoorbeeld 20 A (I DS 0). Per definitie is I DSS de bij U GS = 0 optredende I DS. Voor normale U DS -waarden (pinch off gebied) is I DSS ongeveer constant. In plaats van I DS noteert men vaak kortweg I D (de drainstroom). Bij de JFET uit ons voorbeeld is de drainstroom I D dus te regelen tussen 0 en 20 ma. Dit door U GS te laten variëren tussen 6 V en 0 V. Dit weliswaar in de veronderstelling dat U DS voldoende groot is om in het pinch-off gebied te werken (6 V < U DS < 30 V). 2.3: De drainstroom Men kan bewijzen dat in het pinch-off gebied de formule I I UGS D = DSS( 1- U ) P het verloop weergeeft van de stroom I D in functie van U GS. Waarom is bij een JFET de stroom I D bijna altijd kleiner dan I DSS? In het pinch-off gebied (en voor U GS waarden tussen U P en 0 V), is er dus een parabolisch verband tussen de drainstroom I D en de stuurspanning U GS. 2.4: Opmerkingen en opgaven 2 Het weerstandsgebied noemt men soms ook het triodegebied. Het pinch-off gebied wordt soms ook verzadigingsgebied, saturatiegebied, afknijpgebied of penthodegebied genoemd. De triode en de penthode waren vroeger vaak gebruikte radiobuizen.

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 9 De drain to source pinch-off spanning, geldend bij U GS = 0, is even groot (doch tegengesteld van teken) als de gate to source pinch off spanning U p. De uitgangskarakteristieken van Figuur 2.6 zijn lichtjes geïdealiseerd getekend. In het pinch off gebied lopen de lijnen in werkelijkheid niet perfect horizontaal. De stroom I D neemt lichtjes toe bij stijgende U DS. De JFET gedraagt zich dus niet als een volmaakte stroombron (vergelijk met het Early effect bij de bipolaire transistor). Zoek zelf de datasheets op van een aantal JFET s (bijvoorbeeld de 2N2386, de BFW10, de BF245A). Zoek in deze datasheets de uitgangskarakteristiek en ga effectief na dat I D lichtjes stijgt bij toenemende U DS (in het pinch-off gebied). De karakteristieken in Figuur 2.5, Figuur 2.6 en Figuur 2.7 horen bij een N-kanaal JFET. Hoe zien de uitgangskarakteristieken en de transferkarakteristieken er uit bij een P-kanaal JFET? Let vooral op de tekens van de voorkomende spanningen en stromen. 3: De unipolaire JFET versus de bipolaire transistor Aangezien de stroom doorheen een veldeffecttransistor alleen te wijten is aan de meerderheidsladingsdragers noemt men de JFET ook wel unipolaire transistor. De gewone transistor wordt bipolair genoemd omdat zowel de meerderheidsladingsdragers als de minderheidsladingsdragers een rol spelen in het gedrag van het element. Vergelijk de karakteristieken van de JFET met de karakteristieken van een bipolaire transistor. Waarom zijn er bij de JFET vier karakteristieken en bij de JFET slechts twee? 4: De symmetrische JFET-structuur S G D Si O 2 P Si N Si P Si Figuur 2.8: N-kanaal JFET De principiële bouw van een N-kanaal JFET is weergegeven in Figuur 2.1. Een praktische uitvoering ziet er veeleer uit zoals weergegeven in Figuur 2.8. Omdat de N silicium laag korter is dan de P-zones, vormen de P-zones één geheel.

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 10 Zoals Figuur 2.8 laat vermoeden, zijn vele JFET s symmetrisch wat hun opbouw betreft. Men kan dan ook ongestraft de afvoer en de bron verwisselen zonder veel te wijzigen aan de karakteristieken. Deze symmetrie komt ook tot uiting in het schemasymbool (zie Figuur 2.2). Als gevolg van deze symmetrie verlopen de I D -U DS -karakteristieken voor lage waarden van de drain-source-spanning symmetrisch. Deze eigenschap laat toe een JFET niet enkel te gebruiken als een regelbare weerstand voor DC signalen, maar ook als een regelbare weerstand voor AC signalen. I D (ma) U GS = 0 V U GS = -1 V U GS = -2 V U DS (V) U GS = -2 V U GS = -1 V De mogelijkheid om de drain en de source om te wisselen betekent (zie Figuur 2.9) dat de I D = f(u DS ) grafieken rechten zijn die door de oorsprong lopen. Deze rechten doorlopen bijgevolg zowel het eerste als het derde kwadrant. De grafieken in Figuur 12.9 hebben een lineair verloop. Dit lineair gedrag wordt echter enkel bekomen in de ohmic region, dus voldoende dicht bij de oorsprong. De lineariteit van de uitgangskarakteristieken van de JFET kan verbeterd (lineair in een groter gebied) worden, door tegenkoppeling toe te passen op de JFET (zie Hoofdstuk 3). 4.1: Opgave: U GS = 0 V Figuur 2.9: N-kanaal JFET Teken een volumeregeling voor een tuner-uitgang (audio). Gebruik een JFET met regelbare U GS. Waarom werkt de schakeling niet voor grote signalen? Kunt u hier even goed een bipolaire transistor gebruiken? Verklaar! 5: Grenswaarden en karakteristieke grootheden

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 11 5.1: De grenswaarden Zoals elk halfgeleiderelement heeft ook een JFET zijn beperkingen wat betreft de toegelaten stromen en spanningen. Ook zijn er beperkingen betreffende het vermogen dat gedissipeerd kan worden. De door de fabrikant opgegeven grenswaarden zijn onder meer - de maximale drainstroom I Dmax. - de maximale drain-source-spanning U Dsmax. - de maximale gate-source-spanning met open drain U GSOmax. - de maximaal toegelaten dissipatie P tot,max. Hierbij is P tot U DS I D. 5.2: De steilheid of transferadmittantie In deze paragraaf besteden we aandacht aan de steilheid g m welke ook de transferadmittantie y fs genoemd wordt. Vertrek van de transferkarakteristiek van Figuur 2.10. I DSS I D (ma) 4 ma U GS = 0 V I D T j = 25 C U GS = -0,5 V U GS (V) U DS = 15 V U GS U DS U GS = -1 V U GS = -1,5 V I D U DS (V) - 2 V 10 V 20 V U (P)GS Figuur 2.10: Karakteristieken van de BF245A Per definitie is y fs = g m = ( I D / U GS ) waarbij U DS constant gehouden is. De zo bekomen y fs = g m stemt overeen met tg in de I D -U GS -karakteristiek. Zoals in Figuur 2.9 te zien is, stijgt y fs indien I D groter wordt. De steilheid g m (of y fs ) is de afgeleide van de drainstroom I D naar U GS. Steunende op de relatie

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 12 I I UGS D= DSS( 1- U ) P bekomen we dat y fs = g m = - (2 I DSS /U P )(1 U GS /U P ). De steilheid is bijgevolg maximaal bij U GS = 0 en bedraagt (2 I DSS /U P ). Bij kleinsignaal JFET s ligt y fs = g m tussen 2 ma/v en 20 ma/v. Bij vermogen JFET s en hoge instelstromen (bijvoorbeeld I D = 1 A) kan dit oplopen tot vele honderden ma per volt. 5.3: De uitgangsadmittantie Per definitie is de uitgangsadmittantie y os = ( I D / U DS ) waarbij U GS constant is. De parameter y os (die een erg kleine parameter is) komt overeen met tg in de I D -U DS -karakteristiek (zie de uitgangskarakteristiek in Figuur 2.10). Soms spreekt men ook over de uitgangsweerstand R u van de JFET. Die uitgangsweerstand R u = 1/y os. 5.4: Opmerkingen In de voorgaande paragrafen bestudeerden we de admittanties y fs en y os. De indexen hebben de volgende betekenis. De f komt van forward (voorwaarts), de s komt van gemeenschappelijke sourceschakeling en de o komt van output. De y-parameters y fs en y os gelden alleen bij een bepaalde DC-instelling en voor kleine AC-signalen. Verklaar dit! Verder vertonen de JFET eigenschappen een sterke spreiding. We besluiten deze paragraaf met een opsomming van enkele grenswaarden en enkele karakteristieke grootheden die geldig zijn voor de N-kanaal JFET s BF 245 A, B en C. Grenswaarden: - maximum drain-source-spanning U Dsmax = 30 V - maximum gate-source-spanning met open drain U GSOmax = -30 V - maximum dissipatie P tot,max = 300 mw Bij een U DS = 15 V en een U GS = 0 V geldt voor I DSS dat - BF245A: 2 ma < I DSS < 6,5 ma - BF245B: 6 ma < I DSS < 15 ma - BF245C: 12 ma < I DSS < 25 ma 2

Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 13 Bij een I D = 10 na en een U DS = 15 V, geldt dat 8 V < U (P)GS < -0,5 V. Bij een U DS = 15 V en een U GS = 0 V, geldt dat 3 ma/v < y fs < 6,5 ma/v en dat y os een typische waarde heeft van 25 A/V.