qwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzc vbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfgh jklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiop Concept eamenprofiel 3.0 C&M asdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwert Van toepassing op Kwalificatiestructuur van de creatieve industrie yuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnm 28-01-2011 qwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzc Status: definitief concept geaccordeerd door Paritaire Commissie GOC eind maart 2011 vbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfgh jklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiop asdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwert yuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnm rtyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbn mqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklz cvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyuiopasdf ghjklzcvbnmqwertyuiopasdfghjklzcvbnmqwertyui
Landelijk en sectoraal eamenprofiel (in format 3.0) Aanleiding en doel: Om het vertrouwen in de eaminering bij werkgevers, politiek en de maatschappij te optimaliseren als ook de kwaliteit en doelmatigheid van eaminering te verhogen is in 2008 het landelijk project eamenprofielen gestart, waarbij met betrokkenheid van diverse samenwerkingspartners (VNO/NCW, MKB Nederland en AOC- en MBO Raad, NRTO en Colo) onder andere een landelijke dekkende set van eamenprofielen dient te worden ontwikkeld. Er is in de landelijke projectgroep door partners afgesproken dat voor het ontwikkelen van de dekkende set van eamenprofielen de regie belegd wordt bij de bedrijfstakgroepen van de MBO Raad. In dit geval bij Communicatie & Media ofwel voor de beroepen in de creatieve industrie die vallen onder het kenniscentrum GOC. De Btg is verantwoordelijk voor de bipartiete uitwerking om te komen tot landelijke bindende sectorale afspraken. De afspraken in het eamenprofiel betreffen alleen het beroepsgerichte gedeelte, inclusief de beroepsgerelateerde eisen voor Nederlands, moderne vreemde talen en rekenen/wiskunde. Dit betreft dus níet de generieke eisen voor deze onderdelen. Ook niet de eisen voor Loopbaan en Burgerschap. Daarover maakt OCW met het onderwijsveld afspraken. In het landelijk format eamenprofiel zijn drie thema s opgenomen. Deze thema s zijn: 1. Betrokkenheid van het beroepenveld 2. Inhoud en dekking 3. Kwaliteitsontwikkeling en professionalisering Er zijn binnen het eamenprofiel drie aggregatieniveaus te onderscheiden: Landelijk: In het landelijk format eamenprofiel zijn de thema s beschreven en toegelicht op basis waarvan sectoraal en regionaal verdere uitwerking dient plaats te vinden Sectoraal: Op sectoraal niveau worden afspraken gemaakt over de drie thema s uit het landelijk format. Deze voor de sector geldende afspraken worden gemaakt in sectorale werkgroepen en zijn van toepassing op één of (bij voorkeur) meerdere kwalificatiedossiers. De sectorale werkgroepen zijn gebaseerd op de indeling van de bedrijfstakgroepen (Btg-en) van de MBO-Raad of de indeling van de AOC-raad. Regionaal: De afspraken die sectoraal gemaakt zijn worden in de regio onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling verder uitgewerkt. Proces: In oktober 2010 is het aangepaste concept eamenprofiel 3.0, op basis van die van mediavormgever en mediatechnologie in format 2.0, besproken in de Btg C&M en daar geaccordeerd. Op basis van de checklist sectoraal eamenprofiel zijn nog enkele aanpassingen gedaan in de versie van 27-01-2011 In de maanden februari-maart 2011 is het concept SEP via de infrastructuur van de klankbordgroepen (die reeds bestaan bij het GOC) besproken. Hierin zijn alle relevante werkgeverspartijen vertegenwoordigd. Op basis van de bespreking aldaar waren er gaan nadere noodzakelijke aanvullingen c.q. aanscherpingen nodig. Eind maart 2011 heeft de paritaire commissie van het GOC een uitspraak gedaan over haalbaarheid, uitvoerbaarheid en duurzaamheid van dit eamenprofiel en het daarmee gevalideerd, waarna het opgeleverd is aan de landelijke regiegroep. De landelijke en sectorale uitrol kan vervolgens plaats vinden. De Btg C&M spreekt de verwachting uit dat mede met dit eamenprofiel, het vertrouwen van het beroepenveld in de eaminering in de regio verder versterkt zal worden. Eamenprofiel CM 3 0 def concept 27 01 11 geacc PC GOC maart 2011 2
Dit eamenprofiel geldt voor de volgende crebo s/dossiers: 2010-2011: 90030 Artiest met uitstromen (31,32,33,38) 90051/61 AV-productie 2 en 3 90071/73/75 AV productie 4 A 90084/86/88 AV productie 4 B 90181/91 DTP-er 2 en 3 90320/30 Podium- en evenemententechniek 90411/12/13/14 Mediavormgever B 90600 Mediamanagement met uitstromen (01,02,03) 90610 Mediatechnologie met uitstromen (11,12,13,14) 92210 Printmedia 2 met uitstromen (11,12) 92220 Printmedia 3 met uitstromen (21,22,23,24,25,26,27,28) 93220 Gaming 93340 (com) Podium- en evenemententechniek met uitstromen (41,42,43) 94060 Printmedia 4 2011-2012 95312 Applicatie- en mediaontwikkeling (Gamedeveloper) 95313 Applicatie- en mediaontwikkeling (Mediadeveloper) 95322 ICT en mediabeheer 90030 Artiest met uitstromen (31,32,33,38) 90050 AV productie met uitstroom (51) 90060 AV productie met uitstroom (61) 90070 AV productie met uitstromen (71,73,75, 84,86,88) 90181/91 DTP-er 2 en 3 93340 (com) Podium- en evenemententechniek met uitstromen (41,42,43) 90411/12/13/14 Mediavormgever B 95400 Mediamanagement met de uitstroom(90603) 95410 Printmedia 2 92220 Printmedia 3 met de uitstromen(21,22,23,24,25,26,27,28) 94060 Printmedia 4 93220 Game artist Woerden, 27 januari 2011 Nicoline Adèr, werkgroepleider eamenprofielen C&M Eamenprofiel CM 3 0 def concept 27 01 11 geacc PC GOC maart 2011 3
Eamenprofiel Communicatie & Media in format 3.0 concept 11-10-2010 Thema Landelijk format ; afspraken Sectorale afspraken Toelichting Thema 1. Betrokkenheid van het beroepenveld Onderwijs en beroepenveld maken afspraken over de betrokkenheid van het beroepenveld bij de processen van eaminering: 1 Opstellen en vaststellen van kaders 2 Construeren van eamens 3 Vaststellen van eamens 4 Uitvoeren van eamens 5 Beoordelen van eamens 6 Vaststellen resultaten 7 Diplomeren 8 Evalueren 1.1 het onderwijs werkt de taken en verantwoordelijkheden van het werkveld uit (dit kunnen zowel regionale vertegenwoordigers van brancheorganisaties zijn als representatieve individuele instellingen). Hieronder zijn de verantwoordelijkheden en taken van het werkveld van het eamineringproces opgenomen: Betrokkenheid bedrijfsleven Processen eaminering Opstellen en vaststellen kaders Constructie van eamens Vaststellen van eamens Uitvoeren van eamens Beoordelen van eamens Vaststellen resultaten Diplomeren Evalueren medeverantwoordelijk Adviserende rol 1 Niet betrokken Op basis van regionale afspraken De genoemde processen van eaminering zijn afgestemd op de procesarchitectuur. In de sectorale eamenprofielen wordt per sector voor één of meerdere kwalificaties afgesproken of en op welke wijze het beroepenveld in de regio betrokken wordt bij de processen van eaminering. Het beroepenveld kan bijvoorbeeld een adviserende rol hebben, medeverantwoordelijk zijn of niet betrokken worden. Het kan ook zijn dat voor één of meerdere processen er sectoraal wordt afgesproken dat dit in de regio wordt bepaald. Regionaal wordt de invulling van de rollen bij de processen van eaminering uitgewerkt naar personen of organisaties inclusief de bijbehorende verantwoordelijkheden. 1 De adviseur kan gevraagd en ongevraagd advies geven; het MBO bepaalt wat er met het advies gedaan wordt. Eamenprofiel CM 3 0 def concept 27 01 11 geacc PC GOC maart 2011 4
Thema 1. Betrokkenheid van het beroepenveld Vervolg 1 Betrokkenheid beroepenveld Onderwijs en beroepenveld maken afspraken over de betrokkenheid van het beroepenveld bij de processen van eaminering. 1.2 De constructeur en vaststeller zijn niet dezelfde persoon. Wanneer eamenproducten worden ontwikkeld door de instelling gebeurt dat altijd in samenwerking met het regionale (georganiseerd) bedrijfsleven. Er is altijd werkveldraadpleging over de inhoud van het eamen. De onderwijsinstelling is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de eamenproducten, ongeacht of zelf wordt ontwikkeld of ingekocht. 1.3 Het vaststellen van de eamenproducten gebeurt door de onderwijsinstelling/eamencommissie met aantoonbare deskundige vaststellers. De eamens worden ter goedkeuring voorgelegd aan het (georganiseerd) beroepenveld. De onderwijsinstelling/eamencommissie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de eamens en daarmee ook voor de vaststellingsprocedure als belangrijkste stap in de borging van de eamenkwaliteit. Het beoordelingsmodel met cesuur valt onder de verantwoordelijkheid van de eamencommissie. 1.4 De onderwijsinstelling organiseert de uitvoering van de eamens inclusief de meest passende eamensetting en inzet van deskundige assessoren. In geval van een praktijkeamen of proeve in simulatie of leerbedrijf. De criteria waarmee de kwaliteit van de uitvoering van eamens wordt geborgd zijn beschreven in het handboek eaminering. 1.5 De onderwijsinstelling is verantwoordelijk voor een correcte beoordeling van de uitgevoerde eamens met inzet van aantoonbaar deskundige assessoren. 1.6 De resultaten worden conform het vastgestelde beoordelingsmodel met cesuur (zie 1.3) vastgesteld door de afnemers van de eamens/proeves en bekrachtigd door de eamencommissie van de instelling. 1.7 T.a.v. evaluatie: De gehele eamencyclus wordt jaarlijks met betrokkenen bij het eamenproces geëvalueerd. Eamenprofiel CM 3 0 def concept 27 01 11 geacc PC GOC maart 2011 5
1. Onderwijs en beroepenveld maken afspraken over de inhoud en de dekking van de eaminering op basis van de eisen uit het kwalificatiedossier De opdracht voor het eamen c.q. de proeve van bekwaamheid wordt gegeven door een eterne (uit het beroepenveld afkomstige) of interne (docent) opdrachtgever. Alle kerntaken uit het KD worden tijdens een of meer eamens c.q. proeves geëamineerd. De onderliggende werkprocessen met daarbij behorende vakkennis, vaardigheden en SHL competenties komen integraal aan bod en moeten met een voldoende worden afgesloten. Eaminering dekt de kerntaken en werkprocessen en daarmee de competenties voor een beginnend beroepsbeoefenaar op het niveau van de kwalificatie. De benodigde vakkennis en beroepsvaardigheden worden hierbij bij voorkeur integraal geëamineerd. De beoordelingscriteria zijn afgestemd op de prestatieindicatoren zoals beschreven in het kwalificatiedossier. Thema 2. Inhoud en dekking 2. Onderwijs en beroepenveld maken afspraken over de afnamecondities waaronder eaminering plaatsvindt. Naast de kerntaken vanuit het KD worden de beroepsgerelateerde onderdelen Nederlands en rekenen (en moderne vreemde taal indien relevant) getoetst, indien mogelijk geïntegreerd in de beroepspraktijk Het eamen kan in de volgende settings worden afgenomen: In de school In een geprepareerde eamenomgeving uit de beroepspraktijk In de beroepspraktijk tijdens de BPV Eaminering vindt plaats indien mogelijk in de beroepspraktijk of in een gesimuleerde omgeving. Alle werkprocessen binnen de kerntaken van het KD worden in een passende setting en vorm in een of meerdere van de bovenstaande settings geëamineerd. Thema 3. Kwaliteitsontwikkeling en professionalisering 1. Onderwijs en beroepenveld maken afspraken over de deskundigheid van betrokkenen bij eaminering. 2. De onderwijsinstelling bespreekt met het beroepenveld hoe de cyclische kwaliteitsontwikkeling, onderzoek, evaluatie en verbetering van de eaminering geborgd is. De onderwijsinstelling maakt in samenspraak met beroepenveld inzichtelijk wat de afnamecondities per KD zijn middels het eamenplan. Het werk van de student wordt door een vakinhoudelijke docent of eterne opdrachtgever beoordeeld tezamenmet een onafhankelijke en daartoe opgeleide/getrainde assessor. De onderwijsinstelling en het regionaal (georganiseerd) beroepenveld maken afspraken over de deskundigheidsbevordering van betrokken functionarissen De onderwijsinstelling verantwoordt zich over de wijze waarop zij de cyclische kwaliteitsontwikkeling t.b.v. het eamineringsproces heeft geregeld. De onderwijsinstelling blijft verantwoordelijk voor de eaminering. Het beroepenveld maakt duidelijk welke bijdrage geleverd wordt. Eamenprofiel CM 3 0 def concept 27 01 11 geacc PC GOC maart 2011 6
3. de processen van eaminering van een instelling zijn eenduidig en begrijpelijk beschreven en gecommuniceerd met alle betrokkenen. Procedures rondom constructie, vaststelling, uitvoering, beoordeling, evaluatie van eamens en kwaliteitsontwikkeling zijn vastgelegd in het handboek eaminering en afgestemd op de procesarchitectuur. Hierin zijn ook de regionale afspraken met het beroepenveld vastgelegd. De onderwijsinstelling is verantwoordelijk voor de inhoud en periodieke bijstelling van het handboek eaminering. Onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling worden regionaal de processen van eaminering uitgewerkt in een handboek eaminering. Het handboek is afgestemd op de procesarchitectuur Eamenprofiel CM 3 0 def concept 27 01 11 geacc PC GOC maart 2011 7