Uitgave. MOVIDRIVE Veldbuscommunicatie DFP21A PROFIBUS DP (12 MBaud) 03/2001. Handboek 1051 6174 / NL



Vergelijkbare documenten
Uitgave. MOVIDRIVE MDX61B-veldbusbusinterface DFP21B PROFIBUS-DP (12 MBaud) 03/2004. Handboek / NL

Handboek. Veldbusinterface DFP21B PROFIBUS DP-V1. Uitgave 07/ / NL

Veldbusinterface PROFIBUS DP-V1 UFP11A

SI-Profibus. Unidrive M700-M702 en Siemens S7-300 PLC (STEP 7)

Handboek. MOVIAXIS MX Veldbusinterface XFP11A PROFIBUS DP. Uitgave 04/2006 FB / NL

Uitgave. MOVIDRIVE seriële communicatie 11/2001. Handboek x / NL

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFD11B DeviceNet. Uitgave 11/2004 FA / NL

Het koppelen van een FC302 op Profibus met een Siemens PLC

Correcties. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL

Gedecentraliseerde I/O

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud.

Ontwerpen van PROFIBUS installaties. Geert Leen PROFIBUS International Competence Center ACRO

Uitgave. MOVIDRIVE veldbuscommunicatie DFO11A CANopen 07/2000. open. Technische handleiding /NL

Installatiehandleiding

Technische documentatie

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7)

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

SI-Profinet. Unidrive M200-M400 en Siemens S PLC (TIA portal)

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14

KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15

Indirecte adressering

Het Versacom systeem is gedefinieerd in DIN 43861, deel 301 als "transfer protocol A".

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding

The cabling is the easiest part of bus systems..

Het koppelen van de Wago aan de AC500-eco via Modbus RTU. A quick start guide. Jaap Ruiten

Handleiding HCS VB5224

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

De Deskline configurator Advanced handleiding

Handleiding HCS VB5248

Handleiding ISaGRAF. Wil men het programma bewaren, dan is het verstandig een back-up te maken: C9 Back-up / Restore

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing

ARA-pro Installatie Dupline bus

Emotron I/O-board 2.0 Optie

Debietdetector/ -melder. bij pneumatisch transport. Bedrijfsinstructies. Neue Technik. und Vertrieb

Installatiehandleiding

Handboek. MOVIDRIVE MDX60B/61B Communicatie en veldbusapparaatprofiel. Uitgave 04/ / NL

Modbuskoppeling Verdyn - Priva (engineering in Priva)

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

ASA espeed B25.14 en B45.14 Tot en met firmware versie D28

Gebruiksaanwijzing & Installatiehandleiding. TC - 6 Telecontroller

Het koppelen van de u-remote aan de AC500-eco via Modbus TCP. A quick start guide. Jaap Ruiten

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

Besturingspaneel v Raam E-systeem functie omschrijving v109

Deel 2 S7 Graph Ont4 - GA3

F O R E S T S H U T T L E S / L

GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

ENA Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

ASA espeed B25.14 en B45.14 Vanaf firmware versie D29

Handboek. MOVITRAC B Veilige uitschakeling applicaties. Uitgave 06/ / NL

Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ Service & Reparatie. MOVIVISION -software-interface FE Handboek.

MOVIDRIVE applicatieregelaar

Remote Powercontrol for TCP/IP networks

Montagevoorschriften

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFE12B PROFINET IO. Uitgave 07/2006 FA / NL

Handleiding FBS. Fall Back Switch Analoog 2-draads & ISDN + Network. STI Acoustics STI Telecom Stormweg EM Hellevoetsluis

Foundation Fieldbus. Er zijn 2 soorten Foundation Fieldbus: FF HSE FF-H1

1 INTRODUCTIE SYSTEEMVEREISTEN Minimum Vereisten Aanbevolen Vereisten...7

DE SINAMICS G110 FREQUENTIE REGELAAR

Handleiding HCS VB5118

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

I N H O U D S O P G A V E

Duifmelden. nl Gebruikershandleiding Automatische Aanmeld Module met de kloksystemen - Tauris - Unikon - Mega - Bricon - Benzing M1

EATON Online-catalogus. Content. Handleiding Ver. 09

Gegevensopslag in databouwstenen

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler

HANDLEIDING MEMOKEY 100C

MODBUS remote I/O-unit type MODBUS4S110

Elektronisch factureren

IO-Link: de industriële communicatiestandaard. De basis van IO-Link

LIVECHESS QUICK SET-UP CAÏSSA

SIM plaatsen rode en groene LED

Device Control configureren met de monitoring app

GPS repeater. Inleiding

AN0030-NL. Een uitgang configureren zodat het een apparaat in Paxton10 aanstuurt. Overzicht. Het apparaat creëren

Locobuffer Handleiding

BE.REC L Rev. 10/07/02 BE.PLAY L Rev. 05/06/03 BE.PLAY BE.REC INSTALLATIEHANDLEIDING

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL

Installatie Handleiding AP 1120 op HiPath 3000

Gebouwbeheerder art.1456b Vdc. Art 1456B NL TECHNISCHE HANDLEIDING A2 A3 A4

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

User Manual DMX Universal Demux 8 channel Switch / PWM / Servo / Strobe / Binair

Module nummer Elke speciale module krijgt een eigen module nummer om de betreffende module in te stellen en uit te lezen. Ethernet module FX3u-ENET

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

Het instellen van de ControlBox 3.0 moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde mensen.

PumpDrive. Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar. Verkorte handleiding

Uitgave. Veldbus-interface CANopen UFO11A 11/2002. Handboek / NL

Het koppelen van een FC51, via Modbus RTU, aan een AC500-eco.

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten.

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Installatiehandleiding

Installeren van het stuurprogramma USB-Audiostuurprogramma Installatiehandleiding (Windows)

Toelichting op modbus-koppeling van Robur toestellen en frames

OPTILOG-900 OPTILOG-900

Transcriptie:

MOVDRVE Veldbuscommunicatie DFP21A PROFBUS DP (12 MBaud) Uitgave 3/21 Handboek 151 6174 / NL

SEW-EURODRVE

nhoudsopgave 1 nleiding... 4 2 DFP11A / DFP21A... 6 2.1 Verschillen tussen DFP11A / DFP21A... 6 2.2 Omschakeling van DFP11 naar DFP21... 7 3 Montage- / installatie-instructies... 8 3.1 Ondersteunde typen apparatuur... 8 3.2 Montage van de optiekaart... 8 3.3 Pinbezetting van de connector... 9 3.4 Afscherming en aanleg van de buskabel... 1 3.5 Busafsluiting... 11 3.6 nstelling van het stationsadres... 11 3.7 ndicatie-led s... 12 3.8 GSD-bestand... 13 4 Configuratie en inbedrijfstelling... 14 4.1 Configuratie van de DP-master... 14 4.2 Externe diagnose... 17 4.3 nbedrijfstelling van de applicatieregelaar... 19 5 Bedrijfsgedrag op de PROFBUS-DP... 22 5.1 Besturing van de applicatieregelaar... 22 5.2 PROFBUS-DP Timeout... 24 5.3 Response veldbus-timeout... 25 5.4 Parametrering via PROFBUS-DP... 25 6 Return-codes van de parametrering... 31 6.1 Elementen... 31 6.2 Bijzondere gevallen... 32 7 Foutdiagnose... 35 7.1 Diagnosediagram... 35 8 Technische gegevens... 38 9 ndex... 39 Handboek Veldbuscommunicatie DFP21A PROFBUS 3

1 1 nleiding nhoud van dit handboek Aanvullende literatuur Dit gebruikershandboek voor de optie PROFBUS (DFP) beschrijft de montage van de PROFBUS-optiekaart DFP in de applicatieregelaar en de inbedrijfstelling van de MOV- DRVE op het veldbussysteem PROFBUS. Voor de eenvoudige en effectieve koppeling van de MOVDRVE aan het veldbussysteem PROFBUS dient u, naast dit gebruikershandboek voor de optie PROFBUS, de volgende aanvullende documentatie over het thema Veldbus te bestellen: technische handleiding Veldbusprotocol MOVDRVE n het handboek voor het "Veldbusprotocol" MOVDRVE worden, naast de beschrijving van de veldbusparameters en hun codering, de verschillende besturingsconcepten en applicatiemogelijkheden in de vorm van kleine voorbeelden verklaard. Het handboek "Veldbusprotocol" MOVDRVE bevat een lijst van alle parameters van de applicatieregelaar die met de verschillende communicatiepoorten, zoals bv. systeembus, RS-485 en ook met de veldbuscommunicatiepoort gelezen resp. geschreven kunnen worden. Eigenschappen MOVDRVE en PROFBUS Toegang tot alle informatie Cyclische en acyclische datauitwisseling De applicatieregelaar MOVDRVE stelt u in de gelegenheid met de optie DFP, vanwege zijn krachtige, universele veldbuscommunicatie, een koppeling te maken met overkoepelende automatiseringssystemen via PROFBUS. Het op het PROFBUS-bedrijf gebaseerde karakter van de regelaar, het zogenaamde protocol, is veldbusonafhankelijk en zodoende uniform. U als gebruiker wordt hiermee de mogelijkheid geboden aandrijfapplicaties onafhankelijk van de veldbus te ontwikkelen. Een omschakeling naar andere bussystemen, zoals bijvoorbeeld NTERBUS (optie DF) is dus erg gemakkelijk. MOVDRVE biedt u met de PROFBUS-communicatiepoort een digitale toegang tot alle aandrijvingsparameters en functies. De besturing van de applicatieregelaar vindt plaats met de snelle cyclische procesdata. Via dit procesdatakanaal heeft u de mogelijkheid om naast de invoer van gewenste waarden, zoals bv. toerental, integratietijd voor accelaratie/deceleratie enz. ook verschillende aandrijffuncties, zoals vrijgave, regelaarblokkering, normale stop, snelstop enz. te bewerkstelligen. Tegelijkertijd kunt u via dit kanaal echter ook actuele waarden, zoals toerental, stroom, status van het apparaat, foutnummer of ook referentiemeldingen van de applicatieregelaar uitlezen. Terwijl de uitwisseling van de procesdata in de regel cyclisch wordt verwerkt, kunnen de aandrijfparameters acyclisch met de functies READ en WRTE resp. over het parameterkanaal gelezen resp. geschreven worden. Deze uitwisseling van parameterdata biedt u de moglijkheid van applicaties, waarbij alle belangrijke aandrijfparameters in het overkoepelende automatiseringsapparaat zijn opgeslagen, zodat er geen handmatige parametrering op de applicatieregelaar zelf moet plaatsvinden. 4 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

1 Configuratie van de PROFBUSoptiekaart n het algemeen is de PROFBUS-optiekaart zo ontworpen dat alle veldbusspecifieke instellingen zoals bv. het stationsadres resp. default-busparameters met een hardwareschakelaar op de optiekaart plaatsvinden. Door deze handmatige instelling kan de applicatieregelaar in korte tijd in de PROFBUS-omgeving geïntegreerd en ingeschakeld worden. De parametrering kan volledig geautomatiseerd door de overkoepelende PRO- FBUS-master uitgevoerd worden (parameter-download). Deze op de toekomst gerichte variant biedt het voordeel dat naast de reductie van de inbedrijfstellingstijd van de installatie ook de documentatie van het applicatieprogramma vereenvoudigd wordt, daar nu alle belangrijke parametergegevens van de aandrijving direct in het besturingsprogramma opgeslagen kunnen worden. [1] PROFBUS Master E Q E Q E Q Digital /O Analoog /O PROFBUS Afbeelding 1: PROFBUS met MOVDRVE ([1] = visualisatie) 161BXX Bewakingsfuncties Diagnose Veldbus-monitor De toepassing van een veldbussysteem vereist voor de aandrijftechniek extra bewakingsfuncties, zoals bijvoorbeeld de tijdbewaking van de veldbus (fieldbus time-out) of ook snelstopmogelijkheden. U kunt bijvoorbeeld de bewakingsfuncties van de MOV- DRVE gericht op uw toepassing afstemmen. Zo kunt u bepalen welke foutresponse de applicatieregelaar moet uitvoeren in het geval dat er een fout in de bus optreedt. Voor veel toepassingen zal een snelstop zinvol zijn. U kunt ook echter de laatste gewenste waarde laten fixeren, zodat de aandrijving met de laatst geldende gewenste waarde verder draait (bijvoorbeeld transportband). Daar de functionaliteit van de besturingsklemmen ook in veldbusbedrijf gewaarborgd is, kunt u nog steeds veldbusonafhankelijke snelstopfuncties via de klemmen van de applicatieregelaar realiseren. Voor de inbedrijfstelling en service biedt de applicatieregelaar MOVDRVE u talrijke mogelijkheden voor de diagnose. Met de geïntegreerde veldbusmonitor kunt u bijvoorbeeld zowel de door de overkoepelende besturing verzonden gewenste waarden alsook de actuele waarden controleren. Bovendien ontvangt u veel aanvullende informatie over de status van de veldbusoptiekaart. De monitorfunctie van de veldbus biedt u in combinatie met de PC-software MO- VTOOLS een prettige diagnosemogelijkheid, die behalve de instelling van alle aandrijfparameters (inclusief de veldbusparameters) ook gedetailleerde informatie toont van de veldbus en van de status van het apparaat. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 5

2 Verschillen tussen DFP11A / DFP21A 2 DFP11A / DFP21A Principieel is de DFP21A applicatie-compatibel met de DFP11A, d.w.z. u kunt het besturingsprogramma zonder modificatie verder toepassen. Weliswaar is met de DFP21A geen FMS-protocol mogelijk. Daar echter door de Profibus-gebruikersorganisatie een nieuw identificatie-nummer en GSD-bestand werd afgegeven, is de eenvoudige uitwisseling van de DFP11A tegen de DFP21A niet zonder verandering van de projectering van de DP-master mogelijk. Uw besturingsprogramma kan onveranderd overgenomen worden. 2.1 Verschillen tussen DFP11A / DFP21A De onderstaande tabel laat de essentiële functies van de opties DFP11A en DFP21A zien. Functiekenmerk DFP11A DFP21A Maximale Baudrate: 1,5 MBaud 12 MBaud Busafsluitweerstand: geïntegreerd via Profibus-steker Profibus FMS-protocol: JA - Profibus DP-protocol JA JA dentificatienummer: 6 hex 63 hex GSD-bestandsnaam: SEW_6.GSD SEW_63.GSD Moduulnaam voor de projectering: MOVDRVE+DFP11 MOVDRVE+DFP21 Procesdata-configuraties: (Param) + 1 PD JA JA (Param) + 2 PD JA JA (Param) + 3 PD JA JA (Param) + 6 PD JA JA (Param) + 1 PD JA JA Diagnose-informatie voor DDLM_Slave_Diag: DP-standaarddiagnose JA JA Apparaatspecifieke diagnose (DP) JA JA 6 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Omschakeling van DFP11 naar DFP21 2 2.2 Omschakeling van DFP11 naar DFP21 Vereiste voorwaarden U heeft het actuele GSD-bestand voor de optie DFP21A geïmporteerd in uw DPmaster configuratieprogramma. Als de regelaar de eerste of laatste deelnemer van een Profibus-segment is - d.w.z. er gaat maar één Profibuskabel de steker in - heeft u een Profibus-steker nodig met geïntegreerde busafsluitweerstand. Procedure Neem de adres-instelling van de DP-schakelaars over. Stel op de DFP21A met de DP-schakelaars 2... 2 6 hetzelfde Profibus-adres in als op de DFP11A werd ingesteld. Negeer de instelling van de DP-schakelaar FMS/DP, daar de DFP21A een zuivere PROFBUS DP-kaart is. Stel de onderste (niet bezette) DP-schakelaar "nc" in op OFF (fabrieksinstelling). Optiekaart verwisselen Verwijder de optiekaart DFP11A en plaats de DFP21A in het linker slot van de applicatieregelaar. Als de regelaar de eerste of laatste deelnemer van een Profibus-segment is - d.w.z. er gaat maar één Profibuskabel de steker in - dient u de busafsluitweerstand in de Profibus-steker in te schakelen. DP-master projectering veranderen Noteer de configuratie-data van de DFP11A (busadres, periferie-adressen, instelling van de diagnose-alarmering enz.) Verwijder de configuratie van de applicatieregelaar "MOVDRVE+DFP11" Voeg een nieuwe configuratie toe met de aanduiding "MOVDRVE+DFP21". Gebruik de genoteerde configuratiedata van de "oude" DFP11-configuratie voor de nieuwe DFP21A. Laad de nieuwe configuratie in het mastersysteem. Herstart van het bussysteem Schakel de 24 V-hulpspanning van de applicatieregelaar in. Start de DP-master. Als de rode LED Bus-Fault = OFF is, heeft u de DFP21-configuratie met succes doorgevoerd. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 7

3 Ondersteunde typen apparatuur 3 Montage- / installatie-instructies 3.1 Ondersteunde typen apparatuur De optie DFP voor de koppeling met PROFBUS functioneert met alle applicatieregelaars van de MOVDRVE -familie. 3.2 Montage van de optiekaart Voordat u begint U moet zich door passende maatregelen ontladen voor u de optiekaart aanraakt, (geaard geleidingsband, geleidende schoenen etc.). De optiekaart in de originele verpakking bewaren en pas uitpakken zodra u gaat monteren. De optiekaart niet onnodig vaak en alleen bij de rand van de print vasthouden. Geen onderdelen aanraken. nbouw van de optiekaart De regelaar spanningsloos maken. De netvoeding en eventueel de 24V-voeding uitschakelen. De onderste afdekkap van de stuurkop verwijderen. Elektronica-schermklem er afschroeven. Zwarte afdekplaat verwijderen. Optiekaart in de geleidingsrails van OPTE1 plaatsen en er inschuiven. Met enige druk op de frontplaat de optiekaart vastdrukken. De optiekaart is juist geplaatst als hij goed op de besturingskaart aansluit. Elektronica-schermklem er weer inschroeven. Afdekkap van de stuurkop er weer op plaatsen. Al naargelang de toegepaste Sub-D-steker is de montage van de afdekkap niet mogelijk. De beschermingsgraad van het apparaat wordt daardoor niet verminderd. De montage van de optiekaart DFP is nu voltooid. 8 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Pinbezetting van de connector 3 Vooraanzicht en onderdelen van de DFP21A DFP PROFBUS DP RUN [1] BUS FAULT ON 2 2 1 2 2 3 2 2 4 2 5 2 6 nc ADDRESS [2] [3] X3 PROFBUS DP [4] Afbeelding 2: De optie DFP21A 5257AXX [1] LED groen: RUN [3] Busadres [2] LED rood: BUS FAULT [4] 9-polige Sub-D-steker (female) 3.3 Pinbezetting van de connector De aansluiting van de applicatieregelaar MOVDRVE op het PROFBUS-netwerk vindt plaats met een 9-polige Sub-D-steker overeenkomstig EN 517 (V2). De T-busverbinding moet met de dienovereenkomstig uitgevoerde steker resp. met een busklem worden gerealiseerd. [2] E Q [1] RxD/TxD-P (B/ B) RxD/TxD-N (A/ A) CNTR-P DGND (M5V) VP (P5V) DGND (M5V) 3 8 4 5 6 9 [3] 1222CXX Afbeelding 3: Aansluiting MOVDRVE aan PROFBUS ([1] = 9-polige Sub-D-connector; [2] = getwiste signaalleiding; [3] = geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming) Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 9

3 Afscherming en aanleg van de buskabel Pin-nummer Signaal RS-485 referentie 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: Stekerbehuizing - niet gebruikt - niet gebruikt RxD/TxD-P ontvangst-/zendgegevens-p CNTR-P repeater-besturingssignaal (TTL) DGND commonpotentiaal data (5 V) VP voedingsspanning-plus (P5V) - niet gebruikt RxD/TxD-N ontvangst-/zendgegevens-n DGND commonpotentiaal data (5 V) afscherming van de twee-aderige getwiste kabel B/B C/C A/A Verbinding MOVDRVE / PROFBUS De koppeling van de applicatieregelaar MOVDRVE met het PROFBUS-systeem vindt in de regel plaats met een twee-aderige afgeschermde kabel met getwiste aders. De twee-aderige kabel wordt in de PROFBUS-steker aangesloten op pin 8 (A/A ) en pin 3 (B/B ). De communicatie vindt plaats over deze beide contacten. De RS-485-signalen moeten bij alle PROFBUS-deelnemers op dezelfde pin-nummers worden aangesloten. Anders kan over het busmedium niet gecommuniceerd worden. Via pin 4 (CNTR-P) levert de PROFBUS-optiekaart een TTL-besturingssignaal voor een repeater of glasvezelkabel-adapter (referentie = pin 9). Baudrate groter dan 1,5 Mbaud De DFP21A met baudrates groter dan 1,5 Mbaud kan alleen functioneren met speciale 12 Mbaud-Profibus-connectoren! 3.4 Afscherming en aanleg van de buskabel Afschermingseigenschappen De PROFBUS optiekaart DFP ondersteunt de RS-485 overdrachtstechniek en vereist als fysiek medium het voor PROFBUS gespecificeerde kabeltype A volgens EN 517 (V2) als afgeschermde paarsgewijs getwiste kabel. Een vakkundige afscherming van de buskabel dempt de elektrische beïnvloeding, die in een industriële omgeving kan optreden. Met de volgende maatregelen bereikt u de beste afschermings-eigenschappen: Draai de bevestigingsschroeven van connectoren, modules en potentiaalvereffeningsleidingen met de hand aan. Gebruik uitsluitend busconnectoren met gemetalliseerde of metalen behuizingen. Sluit de afscherming in de connector met groot contactoppervlak aan. Leg de afscherming van de busleiding aan beide einden aan aarde. Leg de signaal- en buskabel niet parallel aan vermogenskabels (motorkabels), maar zo mogelijk in gescheiden kabelgoten. Gebruik in een industriële omgeving metalen, geaarde kabelgoten. Leid signaalkabels en de bijbehorende potentiaalvereffening op geringe afstand van elkaar en langs de kortste weg. 1 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

1 2 3 4 1 2 3 4 Busafsluiting 3 Vermijd de verlenging van busleidingen via connectoren. Leg de buskabels vlak langs beschikbare geaarde vlakken. ATTENTE! Bij variaties van het aardpotentiaal kan over de aan beide zijden aangesloten en met een aan aardpotentiaal (PE) verbonden afscherming een vereffeningsstroom lopen. Zorg in dit geval voor voldoende potentiaalvereffening overeenkomstig de betreffende VDE-bepalingen. 3.5 Busafsluiting Voor de eenvoudige inbedrijfstelling van het bussysteem en vermindering van de foutbronnen bij de installatie is de DFP21A niet van busafsluitweerstanden voorzien. Als de applicatieregelaar zich aan het begin of aan het eind van een PROFBUS-segment bevindt en er gaat maar één PROFBUS-kabel naar de DFP21A, dan moet er een connector met geïntegreerde busafsluitweerstand gebruikt worden. Schakel bij deze PROFBUS-connector de busafsluitweerstand in. 3.6 nstelling van het stationsadres Het PROFBUS-stationsadres wordt ingesteld met de DP-schakelaars op de optiekaart. PROFBUS ondersteunt het adressenbereik van... 125. Het veranderen van het PROFBUS-stationsadres met de DP-schakelaars is niet tijdens het bedrijf van de applicatieregelaar mogelijk. Pas na het opnieuw inschakelen van de applicatieregelaar (netvoeding + 24 V UT/AAN) wordt het gewijzigde stationsadres actief. X = on 2 2 1 2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 nc 1: x = + 2: x = + 4: x 1 = +4 8: x = + 16: x = + 32: x = + 64: x = + = 4 5232AXX Afbeelding 4: nstelling van het PROFBUS-stationsadres / nc = gereserveerd, stand OFF. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 11

3 ndicatie-led s De onderstaande tabel laat bij het voorbeeld van adres 17 zien, hoe de stand van de DP-schakelaars voor willekeurige busadressen kan worden vastgesteld. Deel het verlangde busadres altijd door het getal twee en noteer de rest. Er kan nu een delerrest van of 1 ontstaan. Deze vertegenwoordigt gelijktijdig de instelling van de DP-schakelaars. Tabel 1: Voorbeeld voor het bepalen van de stand van de DP-schakelaars voor busadres 17 Berekening rest stand DP-schakelaar valentie 17 2 = 8 1 X1 = 2 = ON 1 8 2 = 4 X2 = 21 = OFF 2 4 2 = 2 X3 = 22 = OFF 4 2 2 = 1 X4 = 23 = OFF 8 1 2 = 1 X5 = 24 = ON 16 2 = X6 = 25 = OFF 32 2 = X7 = 26 = OFF 64 Het actuele stationsadres kunt u met de parameter P92 Fieldbus Address controleren. 92 Fieldbus Address 4 3.7 ndicatie-led s De optie DFP21A biedt twee LED s voor de diagnose: de LED RUN signaleert dat de buselektronica juist functioneert de LED BUS-FAULT voor de indicatie van fouten op de PROFBUS-DP Tabel 2: Status van de LED RUN (groen) RUN oorzaak van de fout opheffen van de fout in PROFBUS-Hardware OK. - uit Er is een hardware-fout binnen de buselektronica aanwezig knippert PROFBUS-adres is hoger dan 125 ingesteld. MOVDRVE opnieuw inschakelen. Bij herhaaldelijk optreden contact opnemen met de SEW-service. Controleer P93 Fieldbus-Address het met de DP-schakelaars ingestelde adres van het apparaat. 12 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

GSD-bestand 3 Tabel 3: Status van de LED BUS-FAULT (rood) bij LED RUN = in BUS-FAULT oorzaak van de fout opheffen van de fout in De verbinding naar de DP-master is uitgevallen. Het apparaat herkent geen PROF- BUS-baudrate Event. onderbreking van de bus. DP-master is buiten bedrijf uit Het apparaat wisselt data uit met de DP-master (status Data-Exchange). knippert Het apparaat heeft de baudrate herkend, wordt echter door de DP-master niet aangesproken. Het apparaat werd in de DP-master niet of niet juist geconfigureerd. Controleer de PROFBUS-DP-aansluiting van het apparaat. Controleer de configuratie in de DPmaster. Controleer alle kabels in uw PROF- BUS-DP-netwerk. - Controleer het ingestelde PROFBUSadres op de DFP21 en in de configuratie-software van de DP-master. Controleer de configuratie van de DPmaster. Gebruik voor de configuratie het GSDbestand SEW_63.GSD met het kenteken MOVDRVE-DFP21. 3.8 GSD-bestand Voor de configuratie van de DP-master staat een GSD-bestand ter beschikking. Dit bestand moet naar een speciale directory van uw configuratie-software gekopieerd worden. De gedetailleerde procedure kunt u in de handboeken van de betreffende configuratiesoftware vinden. De door de PROFBUS-gebruikersorganisatie gestandaardiseerde bestanden voor de apparaat-stamgegevens kunnen door alle PROFBUS-DP-masters gelezen worden. Tabel 4: GSD-bestand van de DFP21A Configuratie-tool DP-Master bestandsnaam Alle DP-configuratie-tools volgens EN 517 (V2) voor standaard DP-Master SEW_63.GSD Siemens S7 hardware-configuratie voor alle S7 DP-Masters Siemens S5 COM PROFBUS voor M 38C e.a. De nieuwste versies van de SEW GSD-bestanden vindt u altijd op de SEW-homepage op nternet onder het adres: http://www.sew-eurodrive.de De invoer in de GSD-bestanden mag niet gewijzigd of uitgebreid worden. Voor onjuist functioneren van de regelaar op grond van een gemodificeerd GSD-bestand kan geen aansprakelijkheid aanvaard worden! Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 13

4 Configuratie van de DP-master 4 Configuratie en inbedrijfstelling n dit hoofdstuk krijgt u informatie voor de configuratie van de DP-master en inbedrijfstelling van de applicatieregelaar voor het veldbus-bedrijf. 4.1 Configuratie van de DP-master Voor de configuratie van de DP-master staat een GSD-bestand ter beschikking. Dit bestand moet naar een speciale directory van uw configuratie-software gekopieerd worden. De gedetailleerde procedure kunt u in de handboeken van de betreffende configuratiesoftware vinden. Procedure voor de configuratie Voor de configuratie van de MOVDRVE met de PROFBUS-DP communicatiepoort gaat u als volgt te werk: 1. Lees het bestand README_GSD63.PDF, die u bij het GSD-bestand ontvangt, om meer actuele informatie voor het configureren te krijgen. 2. nstalleer (kopieer) het GSD-bestand overeenkomstig de opdrachten van uw configuratie-software. Als de installatie correct verlopen is verschijnt het apparaat bij de slave-deelnemers met de aanduiding MOVDRVE+DFP21. 3. Voeg nu voor de configuratie de interface-modulen in onder de naam MOV- DRVE+DFP21 in de PROFBUS-structuur en geef het stationsadres mee. 4. Selecteer de voor uw applicatie vereiste procesdata-configuratie (zie ook hoofdstuk "DP-configuratie"). 5. Geef de /O- resp. periferie-adressen aan voor de geconfigureerde databreedte. Na de configuratie kunt u de PROFBUS-DP in bedrijf stellen. De rode LED "BUS- FAULT" signaleert de status van de configuratie (OFF = configuratie OK). DP-configuratie Om de soort en het aantal van de voor de overdracht gebruikte in- en uitgangsdata te kunnen definiëren, moet aan de applicatieregelaar van de DP-master een bepaalde DPconfiguratie meegedeeld worden. Daarbij heeft u de mogelijkheid, de aandrijving via de procesdata aan te sturen via het parameterkanaal alle aandrijfparameters te lezen resp. te schrijven een vrij definieerbare data-uitwisseling tussen POS plus en de besturing te gebruiken De applicatieregelaars MOVDRVE bieden verschillende DP-configuraties voor de data-uitwisseling tussen DP-master en regelaar. De volgende tabel geeft aanvullende informatie over alle mogelijke DP-configuraties van de MOVDRVE -familie. De kolom "Procesdata-configuratie" laat de naam van de configuratie zien. Deze teksten verschijnen ook in uw configuratie-software voor de DP-master als selectietabel. n de kolom DP-configuratie staat, welke configuratiedata bij de opbouw van de verbindingen van de PROFBUS-DP naar de regelaar gezonden worden. 14 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Configuratie van de DP-master 4 Tabel 5: Configuraties van de DFP21A Procesdataconfiguratie Betekenis / aanwijzing DP-configuratie* 1 1 PD MOVDRVE -besturing via 1 procesdatawoord 24 dec - 2 PD MOVDRVE -besturing via 2 procesdatawoorden 241 dec - 3 PD MOVDRVE -besturing via 3 procesdatawoorden 242 dec - 6 PD MOVDRVE -besturing via 6 procesdatawoorden (PD4-PD6 alleen met POS plus te gebruiken) dec 245 dec 1 PD MOVDRVE -besturing via 1 procesdatawoorden (PD4-PD1 alleen met POS plus te gebruiken) Param + 1 PD Param + 2 PD Param + 3 PD Param + 6 PD Param + 1 PD MOVDRVE -besturing via 1 procesdatawoord Parametrering via 8-Byte parameterkanaal MOVDRVE -besturing via 2 procesdatawoord en Parametrering via 8-Byte parameterkanaal MOVDRVE -besturing via 3 procesdatawoorden Parametrering via 8-Byte parameterkanaal MOVDRVE -besturing via 6 procesdatawoorden Parametrering via 8-Byte parameterkanaal (PD4-PD1 alleen met POS plus te gebruiken) MOVDRVE -besturing via 1 procesdatawoorden Parametrering via 8-Byte parameterkanaal (PD4-PD1 alleen met POS plus te gebruiken) dec 249 dec 243 dec 24 dec 243 dec 241 dec 243 dec 242 dec 243 dec 245 dec 243 dec 249 dec Universele DPconfiguratie Met de keuze van de DP-configuratie "Universal Module"(S7 HWKonfig) krijgt u de mogelijkheid, de DP-configuratie individueel gestalte te geven, waarbij de volgende randvoorwaarden moeten worden aangehouden. Moduul (DP-kenteken ) definieert het parameterkanaal van de regelaar. Om te waarborgen dat de parametrering juist verloopt moet het parameterkanaal in principe consistent over de gehele lengte overgedragen worden. lengte functie parameterkanaal uitgeschakeld 8 /O-byte resp. 4 /O-woorden parameterkanaal wordt gebruikt Moduul 1 (DP-kenteken 1) definieert het procesdatakanaal van de regelaar. n aanvulling op de in het GSD-bestand voorgedefinieerde procesdata-configuratie kunt u ook de procesdata-configuraties met 4, 5, 7, 8 en 9 procesdatawoorden invoeren. Let u er op, dat het aantal ingangs- en uitgangswoorden altijd gelijk is. Bij ongelijke lengten kan er geen data-uitwisseling plaatsvinden. n dit geval blijft de LED Bus Fault knipperen, de parameter P9 PD-configuratie geeft de configuratiefout met PD aan. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 15

4 Configuratie van de DP-master lengte functie 2 /O-byte resp. 1 /O-woord 1 procesdatawoord 4 /O-byte resp. 2 /O-woorden 2 procesdatawoorden 6 /O-byte resp. 3 /O-woorden 3 procesdatawoorden 8 /O-byte resp. 4 /O-woorden 4 procesdatawoorden 1 /O-byte resp. 5 /O-woorden 5 procesdatawoorden 12 /O-byte resp. 6 /O-woorden 6 procesdatawoorden 14 /O-byte resp. 7 /O-woorden 7 procesdatawoorden 16 /O-byte resp. 8 /O-woorden 8 procesdatawoorden 18 /O-byte resp. 9 /O-woorden 9 procesdatawoorden 2 /O-byte resp. 1 /O-woorden 1 procesdatawoorden De volgende afbeelding geeft de opbouw weer van de in de EN 517 (V2) gedefinieerde configuratiedata. Deze configuratiedata worden bij de eerste start van de DP-master aan de applicatieregelaar overgedragen. Tabel 6: Formaat van het kenteken-byte Cfg_Data volgens DN E 19245 T3 7 / MSB 6 5 4 3 2 1 / LSB Datalengte = 1 byte/woord 1111 = 16 byte/woord nvoer/uitvoer = speciale kentekenformaten 1 = invoer 2 = uitvoer 11 = nvoer/uitvoer Formaat = bytestructuur 1 = woordstructuur Consistentie over = byte of woord 1 = totale lengte Opmerking: MOVDRVE ondersteunt niet de codering "Special dentification Formats"! Gebruik voor de data-overdracht alleen de instelling "ntegrity over complete length"! 16 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Externe diagnose 4 Dataconsistentie Consistente data zijn gegevens, die altijd integer tussen automatiseringsapparaat en applicatieregelaar moeten worden overgedragen en nooit gescheiden van elkaar mogen worden overgedragen. Dataconsistentie is vooral belangrijk voor positiewaarden resp. complete positioneringsopdrachten, daar bij niet consistente overdracht de data uit verschillende programmacycli van het automatiseringsapparaat zou kunnen komen, en zodoende ongedefinieerde waarden naar de applicatieregelaar zouden worden overgedragen. Bij PROFBUS-DP vindt de datacommunicatie tussen automatiseringsapparaat en apparatuur voor de aandrijftechniek over het algemeen plaats met de instelling "Data ntegrity over complete length". 4.2 Externe diagnose Advies Voor de applicatieregelaars MOVDRVE MDx6 met de optie DFP21A kunt u gedurende de configuratie in de DP-master de automatische generering van externe diagnose-alarmering via PROFBUS activeren. Als deze functie geactiveerd is, meldt de regelaar met elke optredende storing een externe diagnose aan de DP-master. n het DPmastersysteem moet u dan corresponderende (deels ingewikkelde) algorithmen programmeren, om de informatie van de diagnose te verwerken. Daar MOVDRVE via statuswoord 1 met elke PROFBUS-DP-cyclus de actuele toestand van de aandrijving overdraagt, is de activering van de externe diagnose principieel niet noodzakelijk. De structuur van de apparaat-specifieke diagnose werd voor Profibus DPV1 opnieuw gedefinieerd. Het hier beschreven mechanisme kan alleen met Profibus DP (zonder DPV1-uitbreidingen) gebruikt worden. Voor nieuwe applicaties wordt geadviseerd, dit mechanisme niet meer toe te passen. Aanwijzing voor Simatic S7 mastersystemen! Uit het PROFBUS-DP-systeem kan ook bij niet geactiveerde externe diagnosegenerering altijd diagnose-alarmering in de DP-master bewerkstelligd worden, zodat de corresponderende bedrijfsblokken (bv. OB84 voor S7-4 resp. OB82 voor S7-3) in de besturing altijd moeten worden aangemaakt. Procedure n elke DP-master kunnen bij de configuratie van een DP-slave extra gebruikerspecifieke parameters gedefinieerd worden, die bij de opstart van de PROFBUS-DP aan de slave worden overgedragen. Voor MOVDRVE zijn negen gebruikerspecifieke parameterdata voorzien, die de volgende functie hebben: Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 17

4 Externe diagnose Tabel 7: Gebruikersspecifieke parametreerdata voor MOVDRVE + DFP21 byte: toelaatbare waarde functie hex gereserveerd voor DPV1 1 hex gereserveerd voor DPV1 2 hex gereserveerd voor DPV1 3 6 hex gestructureerd user-parameterblok met een lengte van 6 byte 4 81 hex structuur-type: user (fabrikant-specifiek) 5 hex slotnummer: = compleet apparaat 6 hex gereserveerd 7 1 hex versie SEW-user-parameter: 1 8 hex DFP21 genereert het diagnose-alarm ingeval van storing 1 hex DFP21 genereert ingeval van storing geen diagnose-alarm (fabrieksinstelling) Alle niet opgevoerde waarden zijn ontoelaatbaar en kunnen leiden tot onjuist functioneren van de DFP21! Voorbeeld voor configuratie n de configuratie-programma s van de DP-mastersystemen vindt u óf de mogelijkheid, de externe diagnose in gewone tekst te activeren, zoals bijvoorbeeld met STEP7 (afbeelding 5), óf als hexcode direct in te voeren (tabel 8). Afbeelding 5: Activering van de externe diagnose met STEP7 5256AXX 18 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

nbedrijfstelling van de applicatieregelaar 4 Tabel 8: Hexcode om de generering van de externe diagnose te activeren parametreerdata (hex) functie,,,6,81,,,1, Diagnose-alarmering wordt ook in geval van storing gegenereert (enabled = on),,, 6, 81,,, 1, 1 Diagnose-alarmering wordt in geval van storing niet gegenereert (disabled = off) 4.3 nbedrijfstelling van de applicatieregelaar De applicatieregelaar MOVDRVE kan na de installatie van de PROFBUS-optiekaart zonder verdere instelling direct via PROFBUS geparametreerd worden. Zodoende kunnen bijvoorbeeld na het inschakelen alle parameters door het overkoepelende automatiseringsapparaat ingesteld worden. Voor de aansturing van de applicatieregelaar via PROFBUS moet deze echter van te voren omgeschakeld worden naar wijze van aansturen (P11) en origine van gewenste waarde (P1) = FELDBUS. Met de instelling op FELDBUS wordt de applicatieregelaar geparametreerd op de overdracht van de gewenste waarde door PROFBUS. Nu reageert de applicatieregelaar MOVDRVE op de door het overkoepelende automatiseringsapparaat verzonden procesdata. Het activeren van de wijze van aansturen en de origine van de gewenste waarde met FELDBUS met het bit "fieldbus mode active" in het statuswoord wordt aan de overkoepelende besturing gesignaleerd. Om veiligheidstechnische redenen moet de applicatieregelaar voor de besturing via het veldbussysteem bovendien ook op de klemmen vrijgegeven worden. Dientengevolge moeten de klemmen zodanig geschakeld resp. geprogrammeerd worden, dat de regelaar via de ingangsklemmen vrijgegeven wordt. De eenvoudigste variant om de regelaar over de klemmen vrij te geven is bv. de ingangsklem DØØ (functie /CONTROLLER N- HBT) op +24V aan te sluiten en de ingangsklemmen DØ1... DØ3 te programmeren met NO FUNCTON. De procedure voor de inbedrijfstelling van de applicatieregelaar MOVDRVE met veldbuskoppeling is op de volgende pagina s beschreven. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 19

4 nbedrijfstelling van de applicatieregelaar Procedure voor de inbedrijfstelling van de applicatieregelaar MOVDRVE 1. Vermogens-eindtrap over de klemmen vrijgeven ngangsklem DØØ/X13:1 (functie /CONTROLLER NHBT) op +24V aansluiten (bv. met een doorverbinding). - - - X13: X1: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 D D1 D2 D3 D4 D5 DCOM VO24 DGND ST11 ST12 TF1 DGND DB DO1-C DO1-NO DO1-NC DO2 VO24 V24 DGND + - [1] 24 V ext. D = /regelaarblokkering D1 = geen functie D2 = geen functie D3 = geen functie D4 = geen functie D5 = geen functie DCOM = referentie X13:D... D5 VO24 = + 24 V DGND = commonpotentiaal binaire signalen ST11 = RS-485 + ST12 = RS-485 - TF1 = TF-ingang DGND = commonpotentiaal binaire signalen DB = /rem DO1-C = relaiscontact DO1-NO = relais maakcontact DO1-NC = relais verbreekcontact DO2 = /storing VO24 = + 24 V V24 = + 24 V (externe voeding) DGND = commonpotentiaal binaire signalen Vrijgave van de vermogens-eindtrap met een doorverbinding [1] 2. 24V-voeding inschakelen Schakel alleen de externe 24V-voeding (niet de netvoeding!) in, zodat de applicatieregelaar kan worden geparametreerd. 3. Origine van gewenste waarde = FELDBUS / wijze van aansturen = FELDBUS Voor de besturing van de applicatieregelaar via de veldbus dient u de origine van gewenste waarde en de wijze van aansturen op FELDBUS te parametreren. P1 Setpoint source = FELDBUS P11 Control source = FELDBUS 2 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

nbedrijfstelling van de applicatieregelaar 4 4. ngangsklemmen DØ1... DØ3 = geen functie De functionaliteit van de ingangsklemmen op NO FUNCTON programmeren. P6 programmering klem DØ1 = NO FUNCTON P61 programmering klem DØ2 = NO FUNCTON P62 programmering klem DØ3 = NO FUNCTON Overige informatie voor de inbedrijfstelling en de besturing van de applicatieregelaar MOVDRVE kunt u in het handboek voor het veldbus-protocol vinden. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 21

5 Besturing van de applicatieregelaar 5 Bedrijfsgedrag op de PROFBUS-DP Dit hoofdstuk beschrijft het principiële gedrag van de applicatieregelaar op de PROF- BUS-DP. 5.1 Besturing van de applicatieregelaar De besturing van de applicatieregelaar vindt plaats over het procesdatakanaal, dat één, twee of drie /O-woorden lang is. Deze procesdatawoorden worden bijvoorbeeld bij de toepassing van een PLC als DP-master in het /O- resp. periferiebereik van de besturing geplaatst en kunnen zodoende op de gewone manier worden aangesproken. PW16 PW158 PW156 PW154 PW152 PW15 PW148 PO 1 PO 2 PO 3 E Q [2] [1] [1] PO 1 P 1 PO 2 P 2 PO 3 P 3 PW16 P 1 PW158 P 2 PW156 P 3 PW154 PW152 PW15 PW148 Afbeelding 6: Plaatsen van de PROFBUS-data in het PLC-adressenbereik ([1] = parameterkanaal / [2] = PLC-adressenbereik) 5234AXX PO = procesuitgangsdata / P = procesingangsdata Overige aanwijzingen voor de programmering en het configureren vindt u op het bestand README_GSD63.PDF, dat u met het GSD-bestand mee krijgt. Besturingsvoorbeeld voor Simatic S5 Terwijl de procesingangsdata (actuele waarden) bv. bij de Simatic S5 met laad-commando s worden ingelezen, kunnen de procesuitgangsdata (gewenste waarden) met de overdrachtscommando s verzonden worden. Uitgaande van de volgende afbeelding laat het voorbeeld de syntax voor de verwerking van de procesingangs- en procesuitgangsdata van de applicatieregelaar MOVDRVE zien. De fabrieksinstelling voor het procesdatakanaal is in het commentaar weergegeven. 22 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Besturing van de applicatieregelaar 5 Meer informatie voor de besturing via het procesdatakanaal, vooral voor de codering van het besturings- en statuswoord kunt u vinden in het handboek van het veldbus-protocol. STEP5 programmavoorbeeld Voor dit voorbeeld wordt MOVDRVE met de procesdata-configuratie "3PD" op de ingangsadressen PW156... en uitgangsadressen PW156... geconfigureerd. De consistente toegang vindt hier bijvoorbeeld plaats in de volgorde "laatste byte eerst". ATTENTE! Het aanhouden van de dataconsistentie wordt bij de Simatic S5 in de eerste plaats door het type CPU bepaald. Aanwijzingen voor de juiste programmering met data-consistentie vindt u in de handboeken voor de CPU resp. voor het DP-master moduul van de Simatic S5. //Read in actual values consistently L PW 16 //Load P1 (status word 1) L PW 158 //Load P2 (actual speed value) L PW 156 //Load P3 (no function) //Output setpoints consistently L KH T PW 16 //Write hex to PO3 (although it is without function) L KF +15 T PW 158 //Write 15dec to PO2 (speed setpoint = 3 1/min) L KW#16#6 T PW 156 //Write 6hex to PO1 (control word = enable) Besturingsvoorbeeld voor Simatic S7 Afhankelijk van de gekozen procesdata-configuratie werkt de besturing van de applicatieregelaar óf met laad- en overdrachtcommando s óf met speciale systeemfuncties SFC 14 DPRD_DAT en SFC15 DPWR_DAT. n principe moeten bij de S7 datalengten met 3 byte of meer met de systeemfuncties SFC14 en SFC15 als 4 byte overgedragen worden. Dientengevolge geldt de volgende tabel: Procesdata-configuratie STEP7-toegang met 1 PD Laad- / overdrachtscommando s 2 PD Laad- / overdrachtscommando s 3 PD Systeemfuncties SFC14/15 (lengte 6 Byte) 6 PD Systeemfuncties SFC14/15 (lengte 12 Byte) 1 PD Systeemfuncties SFC14/15 (lengte 2 Byte) Param + 1 PD Parameterkanaal: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 8 Byte) Procesdata: laad- / overdrachtscommando s Param + 2 PD Parameterkanaal: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 8 Byte) Procesdata: laad- / overdrachtscommando s Param + 3 PD Parameterkanaal: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 8 Byte) Procesdata: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 6 Byte) Param + 6 PD Parameterkanaal: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 8 Byte) Procesdata: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 12 Byte) Param + 1 PD Parameterkanaal: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 8 Byte) Procesdata: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 2 Byte) Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 23

5 PROFBUS-DP Timeout STEP7 Programmavoorbeeld Voor dit voorbeeld wordt de MOVDRVE met de procesdataconfiguratie "3PD" op de ingangsadressen PW576... en de uitgangsadressen POW576... geconfigureerd. Er wordt een datablok DB 3 met ca. 5 datawoorden aangemaakt. Met het oproepen van SFC14 worden de procesingangsdata naar het datablok DB3, datawoorden, 2 en 4 gekopieerd. Na de bewerking van het besturingsprogramma worden met het oproepen van SFC15 de procesuitgangsdatawoorden van datawoord 2, 22 en 24 naar het uitgangsadres POW576... gekopieerd. Let u bij de parameter RECORD op de lengte-informatie in byte. Deze moet met de geconfigureerde lengte overeenstemmen. Meer informatie over de systeemfuncties vindt u in de online-help bij STEP7. //Beginning of the cyclical program processing in OB1 BEGN NETWORK TTLE =Copy P data from inverter in DB3, word /2/4 CALL SFC 14 (DPRD_DAT) //Read DP slave record LADDR := W#16#24 //nput address 576 RET_VAL:= MW 3 //Result in flag word 3 RECORD := P#DB3.DBX. BYTE 6 //Pointer NETWORK TTLE =PLC program with drive application // PLC program uses process data in DB3 for // drive control L DB3.DBW //Load P1 (status word 1) L DB3.DBW 2 //Load P2 (actual speed value) L DB3.DBW 4 //Load P3 (no function) L W#16#6 T DB3.DBW 2//Write 6hex to PO1 (control word = enable) L 15 T DB3.DBW 22//Write 15dec to PO2 (speed setpoint = 3 1/min) L W#16# T DB3.DBW 24//Write hex to PO3 (no function) //End of the cyclical program processing in OB1 NETWORK TTLE =Copy PO data from DB3, word 2/22/24 to inverter CALL SFC 15 (DPWR_DAT) //Write DP slave record LADDR := W#16#24 //Output address 576 = 24hex RECORD := P#DB3.DBX 2. BYTE 6 //Pointer to DB/DW RET_VAL:= MW 32 //Result in flag word 32 5.2 PROFBUS-DP Timeout Als de data-overdracht via PROFBUS-DP verstoord of onderbroken wordt, dan loopt in de MOVDRVE de aanspreektijd voor de bewaking af (indien in de DP-master geconfigureerd). De LED "BUS-FAULT" brandt of knippert en signaleert, dat geen nieuwe gebruikersgegevens worden ontvangen. Gelijktijdig verricht de MOVDRVE de met P831 Response fieldbus geselecteerde foutresponse. P819 Fieldbus timeout geeft de aanspreektijd voor de bewaking weer zoals deze door de DP-master bij de opstart van PROFBUS-DP werd ingevoerd. Deze timeout-tijd kan alleen gewijzigd worden met de DP-master. Wijzigingen d.m.v. het bedieningsapparaat of MOVTOOLS worden weliswaar weergegeven, maar zijn niet actief en worden bij de volgende opstart van de DP weer overschreven. 24 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Response veldbus-timeout 5 5.3 Response veldbus-timeout Met P831 wordt de foutresponse geparametreerd, die door de bewaking van de veldbus-timeout in werking wordt gesteld. De hier geparametreerde instelling moet logisch voor de instelling in het mastersysteem zijn (S7: aanspreekbewaking). 5.4 Parametrering via PROFBUS-DP De toegang tot de aandrijfparameters vindt bij PROFBUS-DP plaats over het MOVLNK -parameterkanaal, dat behalve de oorspronkelijke instructies READ en WRTE nog meer parameterinstructies biedt. Structuur van het parameterkanaal De toegang tot de aandrijfparameters van de regelaar vindt bij PROFBUS-DP plaats met het "Parameter proces data object" (PPO). Dit PPO wordt cyclisch overgedragen en bezit naast het procesdatakanaal een parameterkanaal, waarmee acyclisch parameterwaarden kunnen worden uitgewisseld. E Q [1] [2] [1] [2] 165CXX Afbeelding 7: Communicatie via PROFBUS-DP met parameterkanaal [1] en procesdatakanaal [2] De volgende tabel laat de structuur van het parameterkanaal zien. n principe wordt deze samengesteld uit een management-byte, een indexwoord, een gereserveerde byte en vier databytes. Tabel 9: Opbouw van de parameterkanalen Byte Byte 1 Byte 2 Byte 3 Byte 4 Byte 5 Byte 6 Byte 7 management gereserveerd ndex High ndex Low MSB data Data Data LSB data Parameter-index 4 Byte data Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 25

5 Parametrering via PROFBUS-DP Management van het parameterkanaal De gehele procedure voor de parametrering wordt met het byte : Management gecoördineerd. Met dit byte worden belangrijke instructieparameters zoals service-identificatie, datalengte, uitvoering en status van de uitgevoerde instructie ter beschikking gesteld. De volgende tabel laat zien, dat bit, 1, 2 en 3 de service-identificatie bezitten en derhalve ook definiëren, welke instructie wordt uitgevoerd. Met bit 4 en bit 5 wordt voor de Write-instructie de datalengte in byte aangegeven, die voor SEW-applicatieregelaars over het algemeen op 4 byte moet worden ingesteld. Tabel 1: Structuur van het management-byte 7 / MSB 6 5 4 3 2 1 / LSB nstructie-identificatie = No Service 1 = Read Parameter 1 = Write Parameter 11 = Write Parameter volatile 1 = Read Minimum 11 = Read Maximum 11 = Read Default 111 = Read Scale 1 = Read Attribute Datalengte = 1 Byte 1 = 2 Bate 1 = 3 Byte 11 = 4 Byte (moet ingesteld zijn!) Handshake-Bit moet bij cyclische overdracht bij elke nieuwe opdracht uitgewisseld worden Status-bit = geen fout bij de uitvoering van de instructie 1 = fout bij de uitvoering van de instructie Bit 6 fungeert als handshake tussen besturing en applicatieregelaar. Hij activeert in de applicatieregelaar de uitvoering van de overgedragen instructie. Daar bij PROFBUS- DP het parameterkanaal cyclisch met de procesdata overgedragen wordt, moet de uitvoering van de instructie in de applicatieregelaar flankgestuurd met het handshake-bit 6 verricht worden. Daartoe wordt de waarde van dit bit voor elke nieuw uit te voeren instructie gewisseld (toggled). De applicatieregelaar signaleert met het handshake-bit of de instructie al dan niet werd uitgevoerd. Zodra in de besturing het ontvangen handshake-bit met het verzondene overeenstemt, is de instructie uitgevoerd. Het status-bit 7 laat zien, of de instructie juist kon worden uitgevoerd of fout was. ndex-adressering Met byte 2: ndex-high en byte 3: ndex-low wordt de parameter bepaald, die via het veldbussysteem gelezen of geschreven moet worden. De parameters van de applicatieregelaar worden onafhankelijk van het aangesloten veldbussysteem met een eenduidige index geadresseerd. Byte 1 moet als gereserveerd beschouwd worden en moet over het algemeen op x gezet worden. 26 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Parametrering via PROFBUS-DP 5 Databereik Zoals de volgende tabel laat zien bevindt de data zich in byte 4 tot byte 7 van het parameterkanaal. Zodoende kunnen er maximaal 4 byte data per instructie overgedragen worden. n principe worden de gegevens rechtsgebonden ingevoerd, d.w.z. byte 7 bezit het minst significante databyte (LSB data), byte 4 dienovereenkomstig het meest significante databyte (MSB data). Tabel 11: Definitie van het databereik in het parameterkanaal Byte Byte 1 Byte 2 Byte 3 Byte 4 Byte 5 Byte 6 Byte 7 ndex High ndex Low MSB data data data LSB data High-Byte 1 Low-Byte 1 High-Byte 2 Low-Byte 2 High-woord Low-woord dubbelwoord Onjuiste uitvoering van de instructie Een onjuiste uitvoering van de instructie wordt gesignaleerd door het activeren van het statusbit in het management-byte. s het ontvangen handshake-bit gelijk aan het verzonden handshake-bit, dan is de instructie door de applicatieregelaar uitgevoerd. Als het statusbit nu een fout signaleert, dan wordt in het databereik van het parametertelegram de foutcode ingevoerd. Byte 4-7 leveren de Return-codes in gestructureerde vorm (zie hoofdstuk Return-codes) terug. Tabel 12: Structuur van het parameterkanaal bij onjuiste uitvoering van de instructie Byte Byte 1 Byte 2 Byte 3 Byte 4 Byte 5 Byte 6 Byte 7 management gereserveerd management gereserveerd statusbit = 1: onjuiste uitvoering van de instructie ndex High ndex Low Error Class Error Code Add. Code high Add. Code low Het lezen van een parameter via PROFBUS-DP (Read) Om een READ-instructie via het parameterkanaal uit te voeren mag vanwege de cyclische overdracht van het parameterkanaal het handshake-bit pas dan uitgewisseld worden, als het complete parameterkanaal overeenkomstig de instructie werd verwerkt. Houdt u daarom voor het lezen van een parameter alstublieft de onderstaande volgorde aan: 1. Voer de index in van de te lezen parameter in byte 2 (ndex High) en byte 3 (ndex Low). 2. Voer de service-identificatie voor de Read-instructie in in het management-byte (byte ). 3. Geef door het uitwisselen van de handshake-bit de Read-instructie over aan de regelaar. Daar het om een leesinstructie gaat, worden de verzonden databytes (byte 4...7) en de datalengte (in het management-byte) genegeerd en moeten dientengevolge ook niet ingesteld worden. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 27

5 Parametrering via PROFBUS-DP De regelaar bewerkt nu de Read-instructie en levert met het uitwisselen van het handshake-bit de bevestiging van de instructie terug. Tabel 13: Codering van de READ-instructie in het management-byte 7 / MSB 6 5 4 3 2 1 / LSB /1 X X 1 nstructie-identificatie 1 = Read Parameter Datalengte voor Read-instructie niet interessant Handshake-Bit moet bij cyclische overdracht bij elke nieuwe opdracht uitgewisseld worden Status-bit = geen fout bij de uitvoering van de instructie 1 = fout bij de uitvoering van de instructie X = niet relevant /1 = bitwaarde wordt uitgewisseld Bovenstaande afbeelding toont de codering van een READ-instructie in het managementbyte. De datalengte is niet relevant, alleen de service-identificatie voor de READinstructie moet ingevoerd worden. Met de uitwisseling van de handshake-bit wordt deze instructie in de applicatieregelaar geactiveerd. De Read-instructie zou bijvoorbeeld met de managementbyte-codering 1hex of 41hex geactiveerd kunnen worden. Het schrijven van een parameter via PROFBUS-DP Om een WRTE-instructie via het parameterkanaal uit te voeren mag vanwege de cyclische overdracht van het parameterkanaal het handshake-bit pas dan uitgewisseld worden, als het complete parameterkanaal overeenkomstig de instructie werd verwerkt. Houdt u daarom voor het lezen van een parameter alstublieft de onderstaande volgorde aan: 1. Voer de index in van de te schrijven parameter in byte 2 (ndex High) en byte 3 (ndex Low). 2. Voer de te schrijven data in byte 4...7 in. 3. Voer de service-identificatie en de datalengte voor de Write-instructie in in het management-byte (byte ). 4. Geef door het uitwisselen van de handshake-bit de Write-instructie over aan de regelaar. De regelaar bewerkt nu de Write-instructie en levert met het uitwisselen van het handshake-bit de bevestiging van de instructie terug. De volgende tabel toont de codering van een WRTE-instructie in het managementbyte. De datalengte bedraagt voor alle parameters van de SEW-applicatieregelaar 4 byte. Met de uitwisseling van de handshake-bit wordt deze instructie aan de applicatieregelaar overgedragen. Een Write-instructie heeft op een SEW-applicatieregelaar over het algemeen de management-byte-codering 32hex of 72hex. 28 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Parametrering via PROFBUS-DP 5 Tabel 14: Codering van de Write-instructie in het managementbyte 7 / MSB 6 5 4 3 2 1 / LSB /1 1 1 1 nstructie-identificatie 1 = Write Parameter Datalengte 11 = 4 Byte Handshake-Bit moet bij cyclische overdracht bij elke nieuwe opdracht uitgewisseld worden Status-bit = geen fout bij de uitvoering van de instructie 1 = fout bij de uitvoering van de instructie /1 = bitwaarde wordt uitgewisseld Procedure van de parametrering bij PROFBUS-DP Bij het voorbeeld van de WRTE-instructie moet aan de hand van de volgende afbeelding eenmaal een parametreringsprocedure tussen besturing en applicatieregelaar via PROFBUS-DP doorlopen worden. Ter vereenvoudiging van de procedure wordt in de volgende afbeelding alleen het management-byte van het parameterkanaal weergegeven. Terwijl de besturing nu het parameterkanaal voor de Write-instructie voorbereidt, wordt het parameterkanaal door de applicatieregelaar alleen ontvangen en teruggezonden. De instructie wordt pas dan geactiveerd, als de handshake-bit veranderd is, dus in dit voorbeeld van naar 1 gegaan is. Nu interpreteert de applicatieregelaar het parameterkanaal en bewerkt de Write-instructie, beantwoordt alle telegrammen voortaan echter met handshake-bit =. De bevestiging van de uitgevoerde instructie vindt plaats met het uitwisselen van de handshake-bit in het antwoordtelegram van de applicatieregelaar. De besturing herkent nu, dat de ontvangen handshake-bit met de verzondene weer overeenstemt en kan nu een nieuwe parametrering voorbereiden. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 29

5 Parametrering via PROFBUS-DP Tabel 15: Procedure van de parametrering via PROFBUS-DP besturing PROFBUS-DP applicatieregelaar (slave) -- 111XXX... parameterkanaal wordt ontvangen, 111XXX... -- maar niet verwerkt parameterkanaal wordt voor de Write-instructie voorbereid handshake-bit wordt uitgewisseld en instructie aan applicatieregelaar overgedragen -- 1111XXX... 111XXX... -- -- 1111XXX... 111XXX... -- Write-instructie uitgevoerd, handshake-bit wordt uitgewisseld bevestiging van de instructie ontvangen, daar zend- en ontvangst-handshake-bit nu weer gelijk zijn 1111XXX... -- -- 1111XXX... parameterkanaal wordt ontvangen, echter niet verwerkt Dataformaat parameter Bij de parametrering via de veldbus-communicatiepoort wordt dezelfde codering van de parameters toegepast als bij de seriële RS-485-communicatiepoorten of de systeembus. De dataformaten en het bereik van de waarde voor de individuele parameters vindt u in de SEW-documentatie Parameterlijst MOVDRVE. 3 Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A

Elementen 6 6 Return-codes van de parametrering 6.1 Elementen Bij onjuiste parametrering worden door de applicatieregelaar verschillende return-codes aan de parametrerende master teruggegeven, die gedetailleerde informatie verstrekken over de oorzaak van de fout. Over het algemeen zijn deze return-codes gestructureerd opgebouwd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de elementen: Error-Class Error-Code Additional-Code Deze return-codes zijn in het handboek voor het veldbus-protocol eenduidig beschreven en vormen geen bestanddeel van deze documentatie. n combinatie met PROFBUS kunnen zich echter de volgende uitzonderingen voordoen: Error-Class Met het element Error-Class wordt de soort fout nauwkeuriger geclassificeerd. MO- VDRVE ondersteunt de volgende, overeenkomstig EN 517(V2) gedefinieerde foutklassen: Tabel 16: Foutklassen overeenkomstig EN 517 (Error-class) Class (hex) Aanduiding Betekenis 1 vfd-state Statusfout van het virtuele veldapparaat 2 application-reference Fout in het applicatie-programma 3 definition Fout in de definitie 4 resource Resource-fout 5 service Fout bij de uitvoering van de instructie 6 access Toegangsfout 7 ov Fout in de objectenlijst 8 other Andere fouten (zie Additional-Code) De Error-Class wordt met uitzondering van Error-Class 8 = Other Error bij onjuiste communicatie door de communicatie-software van de veldbuskaart gegenereerd. Returncodes, die door het systeem van de applicatieregelaar geleverd worden, vallen allemaal onder de Error-Class 8 = Other Error. De gedetailleerdere bepaling van de fout geschiedt met het element Additional-Code. Error-Code Het element Error-Code maakt een nauwkeuriger bepaling van de oorzaak van de fout binnen de Error-Class mogelijk en wordt bij onjuiste communicatie door de communicatie-software van de veldbuskaart gegenereerd. Voor Error-Class 8 = Other Error is alleen de Error-Code = (andere foutcode) gedefinieerd. De nauwkeuriger bepaling heeft in dit geval plaats in de Additional Code. Handboek Veldbuscommunicatie PROFBUS DFP21A 31