Informatie voor cursisten Korfbaltrainer 3



Vergelijkbare documenten
Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen.

Handleiding Praktijkbegeleider Korfbaltrainer 2

3.1 Portfoliobeoordeling De portfoliobeoordeling heeft betrekking op het door u opgestelde en deels uitgevoerde en geëvalueerde jaarplan.

3.2 Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk geven van training en een reflectieinterview.

TECHNISCHE OPLEIDINGEN KNKV. Opleiding tot. Korfbaltrainer 3

PvB 3.1 Geven van trainingen

4. Deelnamecondities De kennistoetsen Coachen, Enkelspel, Dubbelspel en Gemengd dubbelspel dienen met een voldoende beoordeeld te zijn.

Trainer-coach 3 Kwalificatieprofiel

Trainer (Muay Thai) Kickboxing 3. Federatie Oosterse Gevechtskunsten. Proeven Van Bekwaamheid (PVB) Versie 1, 2012

Wielertrainer 3. Kwalificatieprofiel

Wielertrainer 3 Kwalificatieprofiel

Proeven van bekwaamheid UEFA C YOUTH. PVB 1 : Coachen van wedstrijden

Kwalificatieprofiel Trainer Boccia 3

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012 KWALIFICATIEPROFIEL IJSHOCKEYTRAINER/COACH 3

Kwalificatieprofiel Triathlontrainer 3

Kwalificatieprofiel Volleybaltrainer 3

CURSUSINFORMATIE KorfbalTrainer2

Kwalificatieprofiel CMV-trainer 3

PVB 3.1 Geven van lessen Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie 3

Kwalificatieprofiel. Kwalificatieprofiel Trainer-A Geweer (KSS3)

Beroepscompetentieprofiel sportleider 3 Beroepscompetentieprofiel wielrentrainer 3

Proeven van bekwaamheid UEFA C YOUTH PVB 2: Geven van trainingen

Wielertrainer 3. Kwalificatieprofiel. Inhoudsopgave. 1 Algemene informatie over kwalificatie. A. Functiebenaming. B. Typering kwalificatie

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3

1. Algemene informatie over kwalificatie

Sportleider 4 Geven van training Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.1

Basketball Trainer/ Coach 3 Coachen van wedstrijden

5. Afnamecondities Uw portfolio dient leesbaar, compleet en op orde te zijn. Bij voorkeur dient u deze digitaal aan te leveren.

Basketball Trainer/ Coach 3 Geven van trainingen

Begeleidingsplan opleiding Basistrainer Kleiduiven PvB 2.1, 2.2 en 2.3

Kwalificatiestructuur Sport Kwalificatieprofiel Leider Sportieve Recreatie 3

Proeve van Bekwaamheid

PVB 4.1 Geven van trainingen Pistool Deelkwalificatie van trainer-coach 4 Pistool

Begeleidingsplan opleiding Basistrainer Kleiduiven PvB 2.1, 2.2 en 2.3

Kwalificatiestructuur Sport Kwalificatieprofiel Golfprofessional B niveau 3

Sportleider 2 Badminton Geven van (delen van) trainingen Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.1

Proeve van Bekwaamheid

KWALIFICATIEPROFIEL INSTRUCTEUR 3

Begeleidingsplan opleiding Basistrainer Geweer en Pistool PvB 2.1, 2.2 en 2.3

PvB 3.2 Coachen bij wedstrijden

Toetsdocumenten Trainer Wedstrijdzwemmen 2. PVB 2.1 Geven van trainingen

PVB 3.1 Geven van trainingen (praktijkbeoordeling) Deelkwalificatie van Basketballtrainer-coach 3

Kwalificatiestructuur Sport Kwalificatieprofiel Trainer-coach 3

PvB 3.2 Coachen bij wedstrijden

Toetsplan van de kwalificatie golfinstructeur level 2

PVB-beschrijving 4.1

Werkgroep beroepscompetentieprofielen KNWU Onderliggend

Sportleider 2 Badminton Begeleiden bij wedstrijden Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.2

Volleybaltrainer 3 beachvolleybal

Wielertrainer 2 Geven van trainingen Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.1 Vastgesteld door de toetsingscommissie op 18 maart 2008

1 Opdracht Doelstellingen Onderdelen PvB en tijdsduur a Portfoliobeoordeling b Praktijkbeoordeling...

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012 TOETSDOCUMENTEN IJSHOCKEYTRAINER/COACH 3

5. Afnamecondities Uw portfolio dient leesbaar, compleet en op orde te zijn. Bij voorkeur dient u deze digitaal aan te leveren.

Proeve van Bekwaamheid

Basketball Trainer/ Coach 2 Assisteren bij activiteiten

Kwalificatieprofiel. KNHB Hockeytrainer niveau 3 (HT3)

Toetsplan Prestatie Looptrainer 4

1 Opdracht Doelstellingen Onderdelen PvB en tijdsduur Deelnamecondities Afnamecondities Locatie...

PVB 2.1: Geven van trainingen; (praktijkbeoordeling) Deelkwalificatie van Squash Trainer 2

Basketball Trainer/ Coach 3 Organiseren van activiteiten

PVB 3.2 Coachen bij wedstrijden (portfoliobeoordeling) Deelkwalificatie van Basketballtrainer-coach 3

PVB 3.1 Geven van trainingen

HT2 Elftal (Hockeytrainer niveau 2)

Sportleider 2 Badminton Assisteren bij het organiseren van een activiteit Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.3

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012

Basketball Trainer/ Coach 2 Begeleiden bij wedstrijden

PVB 2.1 Geven van trainingen

Coachprofiel HC Gemert

Toetsdocumenten Triathlontrainer 3

Wielertrainer 4 Geven van trainingen

PVB 3.1 Geven van trainingen

Kwalificatieprofiel Taekwondotrainer niveau 2

PVB 2.1 Geven van trainingen (portfoliobeoordeling) Deelkwalificatie van Basketballtrainer-coach 2

Kwalificatieprofiel Beachbeachvolleybaltrainer 2

Toetsdocumenten Wielertrainer 3 Inhoudsopgave

5. Afnamecondities De activiteit waarbij u assisteert is gericht op het werven en behouden van leden en is geen training.

Kwalificatiestructuur Sport Kwalificatieprofielen Roei-instructeur 2 en 3

BVT2 PVB 2.1 Geven van trainingen

CVT3 PVB 3.1 Geven van trainingen

Kwalificatie profiel Wielertrainer 2. Annelies Martijn Wieleracademie

Handleiding VT3. voor het samenstellen. van je portfolio. Ondertitel. Handleiding Samenstellen Portfolio VT3. Paul Scheltes

PVB 3.1 Geven van trainingen

Toetsplan Basis Baanatletiektrainer 3

Kwalificatieprofiel van de kwalificatie Basketball Trainer/ Coach 3

4. Deelnamecondities U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een KNKB-gekwalificeerde opleider is ondertekend.

Basketball Trainer/ Coach 3 Aansturen van kader

Kwalificatieprofiel CMV trainer 2

Proeve van bekwaamheid (PvB) KSS Coachen van wedstrijden

Wielertrainer 2 Kwalificatieprofiel

(en onderhouden externe contacten)

KWALIFICATIEPROFIEL Wandeltrainer ALGEMENE INFORMATIE Datum maart 2019

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

Toetsdocumenten Wielertrainer 3

Talentcoach Kwalificatieprofiel

PVB 2.2: Begeleiden bij wedstrijden; PVB 2.3: Assisteren bij activiteiten. Kwalificatiestructuur KSS 2012

Kwalificatieprofiel HT2 - Elftal

Handbaltrainer 2 Begeleiden bij wedstrijden Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.2 Deze PVB wordt afgenomen in combinatie met PVB KSS 2.

PvB s I-3 Protocol portfolio- en praktijkbeoordeling BEOORDELING

PVB 3.1 Geven van zeillessen + PVB 3.5 Afnemen van vaardigheidstoetsen BEOORDELING

PVB 3.1 Geven van trainingen (portfoliobeoordeling) Deelkwalificatie van Basketballtrainer-coach 3

Transcriptie:

Informatie voor cursisten Korfbaltrainer 3 1. Inleiding De opleiding Korfbaltrainer 3 (KT3) telt in totaal 9 centrale bijeenkomsten waarbij een verband wordt gelegd tussen de praktijk van alledag (trainingen en wedstrijden van een ploeg) en de theorie. Voorwaarde om aan de cursus deel te nemen is een team te trainen en te coachen. Het geleerde kan op die manier in de praktijk gebracht worden. En andersom, vanuit de praktijk ontstaan vragen. De centrale bijeenkomsten zijn zowel praktisch als theoretisch van opzet. Dat betekent dat de cursisten in sportkleding dienen te verschijnen, tenzij de docent anders aangeeft. Er kan voortdurend geswitcht worden van theorie naar praktijk en andersom. Bij voorkeur wordt er gewerkt met oefengroepen. Het zwaartepunt van de opleiding ligt bij de praktijkervaringen op verenigingsniveau. Om de cursist van een goede ondersteuning te voorzien en te helpen bij zijn ontwikkeling, moet de cursist altijd begeleid worden door een praktijkbegeleider (hier verder PB te noemen). Van de PB wordt verwacht dat hij de uitgangspunten van de opleiding begrijpt en onderschrijft. De PB is in deze opzet een onmisbare schakel en dus een absolute voorwaarde tot deelname aan de opleiding. Elektronische leeromgeving (ELO) De cursist zal, gedurende de cursus opdrachten moeten uitvoeren. De opdrachten staan in een Elektronische Leer Omgeving (ELO). Over de werkwijze in de ELO wordt de cursist apart geïnformeerd. Alle opdrachten samen en de centrale bijeenkomsten geven de cursist de mogelijkheid om zich alle vereiste competenties eigen te maken. De competenties staan beschreven in het Toetsplan Korfbaltrainer 3, in zogenaamde PVB's (Proeven van Bekwaamheid). Op de site van het KNKV is de beschrijving te vinden via: http://www.knkv.nl/opleidingen-main/soorten-opleidingen/korfbaltrainer-3/ De cursist kan dus precies zien aan welke eisen hij moet voldoen. De PVB s waaraan de cursist moet voldoen, zijn: Geven van trainingen (PVB 3.1); Coachen van wedstrijden (PVB 3.2); Aansturen van aankomende trainers (PVB 3.4); Organiseren van activiteiten (PVB 3.3). Om de cursus tot een geslaagd einde te brengen moet de cursist aan 3 voorwaarden voldoen: 1. De cursist is alle bijeenkomsten aanwezig; 2. De cursist heeft alle opdrachten uitgevoerd. De opdrachten zijn akkoord bevonden door de docent; Zijn 1 en 2 akkoord dan wordt de cursist toegelaten tot het praktijkexamen 3. De cursist heeft het praktijkexamen met goed gevolg afgelegd. 1

2. Ondersteunend lesmateriaal De cursist kan gebruik maken van boeken en sites om zijn kennis op te doen. De kennis is nodig bij het uitvoeren van de opdrachten en/of om zich verder te ontwikkelen als korfbaltrainer. Het ondersteunende materiaal bestaat uit: - Ontvangen cursusmateriaal KT 2: - Cursusmap Korfbaltrainer 2; - Eenvoudige korfbalvormen en helden van nu, Ben Crum; - Korfbal, samen scoren, Rob Lof en Kees Vlietstra; - Ontvangen cursusmateriaal KT 3: - Cursusboek KT 3; - Korfbalconcepten, Ben Crum. - Digitaal beschikbaar (binnen de ELO en site KNKV) - Korfbal in Zicht, Ruud Emmerik e.a. - Hoofdstuk 2.2-2.5. - Oefenstof Korfbal Informatie CD-rom - uitgave KNKV: http://www.knkv.nl/opleidingen-main/tips-voor-trainers/scoren/schot-uit-stand/ - In de diverse hoofdstukken van het cursusboek wordt verwezen naar ondersteunend materiaal, horend bij het onderwerp. - Heeft de cursist een vrijstelling van de KT 2 (bijv. ALO'ers) of een oude opleiding gevolgd (bijv. de BOK), dan zal men zelf het cursusmateriaal KT 2 moeten aanschaffen. 3. De opleiding in een tijdspad Voor de bijeenkomsten wordt een (mogelijk) tijdspad beschreven + de inhoud per bijeenkomst. Het is echter aan de docent om te bepalen hoe en wanneer hij de onderwerpen aan de orde laat komen. De uitwerking is een voorbeeld. Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst 1. De cursist moet een ploeg trainen en begeleiden. De ploeg komt uit in de wedstrijd- of breedtekorfbalcompetitie. 2. De cursist zoekt een Praktijkbegeleider (PB) en is er zelf verantwoordelijk voor (mogelijk in overleg met de club) dat er ook daadwerkelijk een PB is. De PB heeft bij voorkeur de opleiding KT4 (of oefenmeester) afgerond, heeft een pedagogische/ didactische achtergrond, heeft veel ervaring op het gebied van het geven van korfbaltraining. Bovenal heeft de PB een goede kennis van de korfbalinhouden en korfbalmethodieken in de meest brede zin. Bedoeld wordt zowel inzicht en ervaring met methodieken op thema, als methodieken passende bij niveau, leeftijd en ambitie van een ploeg. a. Het is belangrijk dat de cursist vertrouwen heeft in de PB, tenslotte is de PB de persoon die adviseert, ondersteunt, corrigeert tijdens de 2

praktijk van het trainen en coachen. b. Het is mogelijk om te werken met twee PB s. Eén voor het training geven en één voor de coaching. 3. De cursist zorgt dat de PB de Handleiding Praktijkbegeleider ontvangt. 4. De cursist stemt met de PB het tijdstip van de eerste centrale bijeenkomst af. Het verdient aanbeveling dat de PB de eerste avond aanwezig is om volledig op de hoogte zijn van de opzet en inhoud van de cursus. De docent geeft een toelichting wat er van de PB wordt verwacht. 5. De cursist maakt met de PB een planning voor bezoek aan de trainingen en wedstrijden, zodanig dat de PB meteen na de eerste centrale bijeenkomst(en) van de cursus beschikbaar is om een aanvang te maken met de begeleiding. Noot: de PB hoeft de cursist alleen te ondersteunen bij de onderdelen "geven van training" en "coachen van wedstrijden". De andere onderdelen moet de cursist zelfstandig uitvoeren. Bijeenkomst 1 1. Cursist en PB zijn op de eerste bijeenkomst aanwezig. 2. Uitwisseling praktische zaken als mailadressen, telefoonnummers, etc. 3. Meteen na de eerste bijeenkomst een mail sturen naar de docent met CC naar PB. Dit zorgt ervoor dat cursist, PB en docent de beschikking hebben over de meest recente mailadressen. 4. Het kan zijn dat er samengewerkt gaat worden met medecursisten; er komt een lijst met contactgegevens van alle cursisten. Meteen na bijeenkomst 1 1. De cursist maakt in samenwerking met de PB een start met opdracht 1. 2. De cursist start, na een afspraak met de PB, met de uitwerking van opdracht 6. Bijeenkomst 1, 2 en 3 De eerste 3 centrale bijeenkomsten worden vrij snel achter elkaar gegeven. De behandelde stof van die bijeenkomsten wordt verwerkt in opdrachten 2, 3, 4 en 5. In de ELO komt de digitale uitwerking. De docent komt hier in bijeenkomst 4 op terug. Bijeenkomst 4 kan twee weken na 3 gegeven worden. Bijeenkomst 4 1. Regelen oefengroepen voor de bijeenkomsten 5, 6 en 7 (dan wel fungeren de cursisten zelf als oefengroep). 2. Definitieve afstemming stagebezoeken met de docent. Na bijeenkomst 4 zitten er zes - acht weken tot de volgende centrale bijeenkomsten. Gedurende deze periode bezoekt de docent alle cursisten voor een eerste praktijkbezoek. Het kan zijn dat de docent voor deze bezoeken de hulp inroept van collega-docenten. Stagebezoek 1 In periode van de bijeenkomsten 2 en 3, definitief vóór bijeenkomst 4 worden afspraken gemaakt over het 1e stage-bezoek door de docent. Na de 4 e bijeenkomst komt de docent op stagebezoek. Bij cursisten van één vereniging is het mogelijk de stagebezoeken te combineren. In principe is ook de PB aanwezig. De cursist is verantwoordelijk voor de afspraken. Bijeenkomsten 5, 6 en 7 1. Tijdens de periode van bijeenkomst 5, 6 en 7 wordt wederom een schema gemaakt voor het 2 e stagebezoek van de docent. 3

Stagebezoek 2 Na bijeenkomst 7 zitten er zes tot acht weken tot de volgende centrale bijeenkomsten. Gedurende deze periode bezoekt de docent alle cursisten voor het tweede praktijkbezoek. Het kan zijn dat de docent voor deze bezoeken de hulp inroept van collega-docenten. Bijeenkomst 8 en 9 1. De opdrachten moeten ruim voor de laatste bijeenkomst uitgevoerd zijn. De docent heeft de opdrachten akkoord bevonden. 2. Bespreken onderwerpen uit onderdeel Veilig Sport Klimaat. 3. Evaluatie van de cursus. 4. De opdrachten voor de examenles worden uitgedeeld. Tussen bijeenkomst 9 en het examen zit minimaal 1 week. Mogelijke 10e bijeenkomst Gedurende de cursus heeft de docent de mogelijkheid om een 10e avond naar keuze in te plannen. Het betreft dan opdracht 4: de uitwerking van een thema naar oefenstof voor een langere periode. De ervaring van docenten heeft geleerd dat dit een lastig onderdeel van de opleiding is. Maar wel heel belangrijk. Een dergelijke bijeenkomst zal in het begin van de cursus georganiseerd kunnen worden. 4. De opdrachten Alle opdrachten staan in de ELO en kunnen daarin uitgevoerd worden. De ingeleverde opdrachten worden door de docent (indien nodig) van commentaar voorzien. De docent geeft zo nodig aan waar opdrachten verbeterd moeten worden. De uitwerking van een aantal opdrachten ligt mede aan de basis van de invulling van de centrale bijeenkomsten. De cursist is verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdrachten. Competenties Burgerschaps- en leercompetenties Bij burgerschapscompetenties gaat het om de omgang van de trainer met alle betrokkenen. In hoeverre worden waarden en normen bewaakt en houdt de trainer zich aan de beroepscode. Bij leercompetenties betreft het de reflectie op het eigen handelen en het vragen van feedback. De bovengenoemde competenties zijn alleen in het bolletjesformulier coachen van wedstrijden (opdracht 6) opgenomen. De competenties hebben echter betrekking op alle handelingen van de trainer/coach. Zoals hiervoor is aangegeven staan alle opdrachten in de ELO. Hieronder worden toch alle opdrachten + benodigde formulieren in één document opgenomen. Het geeft aan de cursist de mogelijkheid een overzicht te krijgen van wat hij, gedurende de opleiding, moet doen. 4

5. Opdrachten bij het onderdeel: geven van training (PVB 3.1) Opdracht 1 Opdracht 1A De cursist vult het bolletjesformulier het geven van trainingen in (zie bolletjesformulier). Ook de PB vult een dergelijk formulier in nadat hij de cursist minimaal twee keer aan het werk heeft gezien. De cursist en de PB bespreken de overeenkomsten en verschillen van de ingevulde bolletjesformulieren. De cursist maakt een keuze aan welke knelpunten hij gaat werken en HOE hij er aan gaat werken. De PB adviseert, stimuleert, ondersteunt. Er wordt een verslag gemaakt van de bevindingen van de PB/cursist en in de ELO geplaatst. De docent kan hier ook feedback op geven en tijdens de centrale bijeenkomsten van de informatie gebruik maken. Naar aanleiding van de feedback (van PB / docent) kan de cursist werken aan de verbetering van de geconstateerde knelpunten. Opdracht 1B Eenzelfde procedure als bij opdracht 1A wordt herhaald aan het einde van de cursus. Cursist en PB benoemen de ontwikkeling - de vooruitgang van de cursist. Met vooral aandacht voor de genoemde knelpunten uit 1A. De cursist maakt een verslag van de vooruitgang. 5

Bolletjesformulier opdracht 1 - het geven van training (PVB 3.1.). Trainer: Vereniging:. Ingevuld door:. Ploeg:. Datum:. Onderdeel Stimuleren sportieve ontwikkeling Motiveert, stimuleert en enthousiasmeert sporters 0 0 0 0 0 0 Houdt rekening met persoonlijke verwachtingen en motieven van de sporters 0 0 0 0 0 0 Informeert en betrekt spelers bij verloop van de training 0 0 0 0 0 0 Past de omgangsvormen en taalgebruik aan bij de belevingswereld van de 0 0 0 0 0 0 sporters. Treedt op als een sporter zich onsportief gedraagt 0 0 0 0 0 0 Besteedt aandacht aan het voorkomen van blessures bij de sporters. 0 0 0 0 0 0 Besteedt aandacht aan het tegengaan van gevaarlijke sportacties 0 0 0 0 0 0 Treedt op bij onveilige sportsituaties 0 0 0 0 0 0 Adviseert sporters over materiaal (keuze en gebruik) 0 0 0 0 0 0 Geven van trainingen Maakt een planning voor langere teermijn - thema's en aandachtspunten 0 0 0 0 0 0 Bouwt de planning (chrono)logisch op 0 0 0 0 0 0 Formuleert doelstellingen concreet in thema's en aandachtspunten 0 0 0 0 0 0 Beschrijft evaluatiemethoden en momenten 0 0 0 0 0 0 Heeft de thema's en aandachtspunten afgestemd op niveau van de sporters 0 0 0 0 0 0 Werkt passend binnen de planning de trainingen uit 0 0 0 0 0 0 Verwerkt trainings- en wedstrijdevaluaties in de training 0 0 0 0 0 0 Formuleert de trainingsdoelen concreet 0 0 0 0 0 0 Kiest trainingsvormen die bijdragen aan het realiseren van het trainingsdoel 0 0 0 0 0 0 Kiest korfbalechte trainingsvormen 0 0 0 0 0 0 Stemt de trainingsinhoud af op de mogelijkheden van de sporters 0 0 0 0 0 0 Kiest voor een verantwoorde trainingsopbouw 0 0 0 0 0 0 Stemt de trainingsinhoud af op de omstandigheden 0 0 0 0 0 0 Doet oefeningen op correcte wijze voor of maakt gebruik van goed voorbeeld. 0 0 0 0 0 0 Geeft feedback en aanwijzingen aan sporter op basis van analyse van de 0 0 0 0 0 0 uitvoering (vragend lesgeven) Bedenkt een 'korfbalomgeving' om trainingsdoel te bevorderen 0 0 0 0 0 0 Kan spelers 'impliciete' oefenvormen aanbieden 0 0 0 0 0 0 Gebruikt verschillende vormen van leren (foutloos, analoog, differentieel, analoog, 0 0 0 0 0 0 visualiseren) Grijpt in indien het materiaal niet meer in orde is 0 0 0 0 0 0 Maakt zichzelf verstaanbaar 0 0 0 0 0 0 Organiseert de training efficiënt 0 0 0 0 0 0 Houdt de aandacht van de sporters vast 0 0 0 0 0 0 Evalueert proces en resultaat van de training 0 0 0 0 0 0 Legt uit en past relevante (spel)regels toe 0 0 0 0 0 0 Zorgt dat sporters zich aan de (spel)regels houden 0 0 0 0 0 0 Handtekening cursist Handtekening PB 6

. Opdracht 2 Opdracht 2 De cursist geeft aan welke 6 thema s de komende maanden aan bod komen voor de eigen ploeg en benoemt specifieke aandachtspunten. Het proces om te komen tot thema's + aandachtspunten wordt behandeld in de eerste bijeenkomsten. Literatuur: Cursusboek KT 3, hoofdstuk 3 - stappen 1, 2, 3 en 4. Korfbal, samen scoren H 1.3 en H 2 Kijkwijzer en analyseformulieren in de bijlage cursusboek KT 3. Formulier: Thema s + aandachtspunten Voorbeeld - Thema's en aandachtspunten Thema 1: Aandachtspunten: 1 3 2 4 Thema 2: Aandachtspunten: 1 3 2 4 Thema 3: Aandachtspunten: 1 3 2 4 Thema 4: Aandachtspunten: 1 3 2 4 Thema 5: Aandachtspunten: 1 3 2 4 Thema 6: Aandachtspunten: 1 3 2 4 7

Opdracht 3 Opdracht 3 De cursist verantwoordt de keuzes voor de thema s en betrekt daarbij niveau, leeftijd, motivatie, ambitie, aantal jaar korfbalervaring van de groep. Literatuur: Cursusboek KT 3, hoofdstuk 6 Korfbal, samen scoren H 1.2 en 1.3 Opdracht 4 Opdracht 4 A. De cursist werkt 2 thema's uit in oefenstof voor een langere periode. De docent geeft feedback op de uitwerking. Eén week na het ontvangen van de feedback van de docent op de eerste 2 uitgewerkte thema s wordt opdracht 4B uitgevoerd. B. Afhankelijk van de kwaliteit van de uitwerking bij 4A, moeten nog één of meer thema's uitgewerkt worden. Literatuur: Cursusboek - hoofdstuk 4 Eenvoudige korfbalvormen, uitwerking thema s, blz. 18 blz. 47. Korfbal, samen scoren H 1.3 en H 2/H10 Oefenstof op site KNKV: http://www.knkv.nl/trainers/tips-voor-trainers/ Voorbeeld - Planningsformulier oefenstof Ploeg: Seizoen:.. Trainer. Thema: Aandachtspunten Oefeningen 8

Opdracht 5 Opdracht 5 De cursist geeft aan wanneer en hoe hij de planning voor langere termijn evalueert. De cursist zal willen weten in hoeverre er voortgang is waar te nemen in de ontwikkeling van de ploeg / de spelers. Om dit te meten zijn er verschillende mogelijkheden. De cursist bepaalt hoe hij deze evaluatie wil laten verlopen. Voorbeeld: een gekozen thema is het leren schieten onder druk. De trainer bekijkt dat zowel op de training als in de wedstrijd. Op de training wordt de score per speler (0-meeting) gemeten. Na enkele weken trainen op dit onderdeel wordt de meting herhaald. Dit kan ook in een wedstrijd gemeten worden. (wellicht aan de hand van videobeelden). Kern is: wat is de BEGINSITUATIE en wat is de situatie na verloop van tijd (na het trainen van het onderwerp). De meting moet zo veel als mogelijk OBJECTIEF zijn. Cursusboek KT 3 - hoofdstuk 4.7 6. Opdrachten bij het onderdeel: Coachen van wedstrijden (PVB 3.2) Opdracht 6 Opdracht 6A De cursist vult het bolletjesformulier coachen bij wedstrijden' in Ook de PB vult een dergelijk formulier in nadat hij de cursist minimaal twee keer aan het werk heeft gezien. De cursist en de PB bespreken de overeenkomsten en verschillen van de ingevulde bolletjesformulieren. De cursist maakt een keuze aan welke knelpunten hij gaat werken en HOE hij er aan gaat werken. De PB adviseert, stimuleert, ondersteunt. Er wordt een verslag gemaakt van de bevindingen van de PB/cursist en in de ELO geplaatst. De docent kan hier ook feedback op geven en tijdens de centrale bijeenkomsten van de informatie gebruik maken. Naar aanleiding van de feedback (van PB / docent) kan de cursist werken aan de verbetering van de geconstateerde knelpunten. Opdracht 6B Eenzelfde procedure als bij opdracht 6A wordt herhaald aan het einde van de cursus. Cursist en PB benoemen de ontwikkeling - de vooruitgang van de cursist. Met vooral aandacht voor de genoemde knelpunten uit 6A. 9

Bolletjesformulier bij het coachen van wedstrijden (PvB 3.2)) Trainer: Vereniging:. Datum:.. Ingevuld door:. Ploeg:. Wedstrijd:. Onderdeel Stimuleren sportieve ontwikkeling Houdt rekening met persoonlijke verwachtingen en motieven van de sporters 0 0 0 0 0 0 Motiveert, stimuleert en enthousiasmeert sporters 0 0 0 0 0 0 Informeert en betrekt spelers bij de wedstrijd 0 0 0 0 0 0 Past de omgangsvormen en taalgebruik aan bij de belevingswereld van de 0 0 0 0 0 0 sporters. Treedt op als een sporter zich onsportief gedraagt 0 0 0 0 0 0 Besteedt aandacht aan het voorkomen van blessures bij de sporters. 0 0 0 0 0 0 Treedt op bij onveilige sportsituaties 0 0 0 0 0 0 Adviseert sporters over materiaal (keuze en gebruik) 0 0 0 0 0 0 Coachen van wedstrijden Ziet er op toe dat de sporters zich voorbereiden op de wedstrijd 0 0 0 0 0 0 Houdt een bespreking voor de wedstrijd 0 0 0 0 0 0 Maakt een wedstrijdplan 0 0 0 0 0 0 Analyseert tijdens de wedstrijd en neemt op basis hiervan adequate maatregelen 0 0 0 0 0 0 Gaat flexibel om met organisatorische veranderingen rond de wedstrijd 0 0 0 0 0 0 Handelt wedstrijdformaliteiten af 0 0 0 0 0 0 Houdt zich aan de regels die gelden tijdens de wedstrijd 0 0 0 0 0 0 Zorgt dat sporters zich aan regels en reglementen houden 0 0 0 0 0 0 Evalueert zelf en met de sporters de wedstrijd 0 0 0 0 0 0 Behartigt belangen van sporters en vereniging 0 0 0 0 0 0 Burgerschapscompetentie Gaat correct om met alle betrokkenen 0 0 0 0 0 0 Bewaakt waarden en stelt normen 0 0 0 0 0 0 Houdt zich aan beroepscode 0 0 0 0 0 0 Staat model voor correct gedrag op en rond de sportlocatie 0 0 0 0 0 0 Leercompetentie Reflecteert op het eigen handelen 0 0 0 0 0 0 Vraagt feedback 0 0 0 0 0 0 Verwoordt eigen leerbehoeften 0 0 0 0 0 0 Handtekening cursist Handtekening PB 10

Opdracht 7 Opdracht 7 Voorafgaand aan een wedstrijd schrijft de cursist op wat hij aan de ploeg gaat vertellen in de voorbespreking (zie formulier). Schrijf ook op wat je niet vertelt, maar waar je wel op gaat letten tijdens de wedstrijd en daar eventueel aanwijzingen bij geeft. Vraag bij voorkeur een collega-cursist (mag ook een andere persoon zijn) jou te observeren en zo veel mogelijk letterlijk te noteren wat je zegt voor en tijdens de wedstrijd en in de rust. Vergelijk het resultaat van de observaties met wat gezegd is in voorbespreking en wat jij je hebt voorgenomen.. Formulier: Het leiden van een teambespreking (opdracht 7). De observatie Laat een collega-coach / de PB of een ander met kennis van zaken jou observeren en opmerkingen noteren. Een letterlijke weergave van datgene wat de coach zegt, geeft het beste beeld. Voorafgaand aan de wedstrijd in te vullen: - Wedstrijd: Datum: Tijd: - Opstelling (aanval - verdediging - reserves): - Algemeen: Wat kan en mag je van je ploeg tijdens deze wedstrijd verwachten? Wat weet je van de tegenstander? (speltype, stand op de ranglijst, evt. het verloop van de vorige wedstrijd) - Voorbespreking (aan de volgende punten wordt aandacht besteed, te verdelen in aanval en verdediging): - De volgende punten voor aanval en verdediging worden niet besproken, maar krijgen aandacht tijdens de wedstrijd (indien nodig kan er op worden ingespeeld) Voor bespreking in de rust: - Werk volgens het principe: Wat ging er goed? Wat kan er beter worden gedaan? Evaluatie: - Dit naar aanleiding van de genoteerde opmerkingen en de observatie. Hulpvragen bij de evaluatie: Is het praatje voor de wedstrijd gehouden zoals voorbereid? Is de wedstrijd verlopen zoals verwacht? Is de coaching tijdens de wedstrijd beperkt tot die punten die vooraf benoemd zijn? Hoe verliep de bespreking in de rust (en evt. na afloop)? Welke aandachtspunten heeft deze wedstrijd opgeleverd t.a.v. de volgende training(en)? 11

Opdracht 8 Opdracht 8 Positief coachen (het begrip betreft vooral het handelen tijdens de training) heeft een gunstige invloed op de ontwikkeling van sporters. Positief coachen gaat vooral om het zien wat er goed gaat en het benoemen wat lukt. Gebruik het observatieformulier positief coachen (zie hieronder) minimaal één training om een trainer te observeren (dit kan gedaan worden met dezelfde trainer als bij opdracht 10). Bespreek de observatie met de trainer en kom er achter of hij/zij zichzelf hierin kan herkennen. Geef adviezen om positiever te coachen. Maak een verslag van hooguit 500 woorden. Observatieformulier positief coachen (opdracht 8) Cursist:.. Datum Geobserveerde trainer... Specifieke gebeurtenis Speler levert een gewenste prestatie - doet het goed Type reactie van de trainer 1. Positieve belonende reactie 2. Geen reactie Beschrijving gedrag Positieve verbale of non-verbale reactie bij een goede actie of prestatie Het achterwege laten van een reactie op een goede actie of reactie Hoe vaak komt dit gedrag voor? Speler maakt een fout of een vergissing 3. Een aan de fout gerelateerde aanmoediging Een aanmoediging geven aan de speler, direct na een fout 4. Een aan de fout gerelateerde technische instructie Het geven van instructies of van een demonstratie aan de speler om een fout te verbeteren 5. Bestraffing Verbale of non-verbale negatieve reactie, direct na een fout 6. Een bestraffende, aan de fout gerelateerde, technische instructie Combinatie van een negatieve reactie en instructie (4 en 5) Speler vertoont wangedrag Algemeen 7. Het negeren van een fout 8. Controle / overwicht / macht krijgen 9. Algemene technische instructie Het achterwege laten van een reactie (in welke vorm dan ook) op de fout Reactie naar een individu of de groep om de orde te herstellen of te handhaven Communicatie over techniek en/of strategie/tactiek 10. Algemene aanmoediging Spontane aanmoediging, zonder dat er een goede actie of fout aan vooraf ging 12

Opdracht 9 Opdracht 9 Voer een gesprek met een speler. Dit gesprek kan gaan over de ontwikkeling van een speler (POP - zie hoofdstuk 5.6 cursusboek). Bij voorkeur is een collega-cursist de observator, maar het mag ook een andere persoon zijn. Het gesprek gaat over de ontwikkeling van de speler. Dit gesprek mag pas gevoerd worden na bijeenkomst 4 of als het onderwerp communicatie / gesprekstechnieken aan de orde is geweest. Literatuur: cursusboek KT 3, hoofdstuk 5. De cursist maakt een verslag van het gesprek (500 1000 woorden) en neemt de opmerkingen van de observant mee in het verslag. 7. Opdracht bij het onderdeel: begeleiden van kader (PVB 3.4) Opdracht 10 Opdracht 10 De cursist KT 3 wordt begeleid door een praktijkbegeleider. De cursist KT 3 zal ook zelf in staat moeten zijn een beginnend trainer te begeleiden. Het betreft dan het begeleiden op de didactische vaardigheden (KT2-niveau). De opdracht is om een beginnend trainer te begeleiden, op de wijze zoals de cursist zelf wordt begeleid. Gebruik hierbij het bolletjesformulier didactiek (zie hieronder). Op die manier worden meerdere vliegen in één klap geslagen: - de Korfbaltrainer 3 wordt opgeleid als PB voor de opleiding KT 2; - de KT 3 trainer kan zo dus een rol spelen in de begeleiding van jonge, onervaren trainers. Een situatie die zich veelvuldig voordoet bij de verenigingen. - de opdracht zorgt voor het herhalen van de didactische aspecten van het trainerschap (weliswaar niet een kernonderdeel van KT 3, maar komt wel als herhaling terug tijdens de bijeenkomsten). Werkwijze a. Start de uitvoering van de opdracht na de bijeenkomst waarin 'communicatie / gespreksvoering' aan bod is gekomen (veelal bijeenkomst 4). b. Zoek een trainer die begeleid wil worden (trainer moet echt zelf willen) op de DIDACTIEK. c. De cursist KT 3 laat de trainer het bolletjesformulier didactiek invullen. Ook de cursist KT 3 vult het formulier in. d. De resultaten van de beide formulieren ( en ) worden vergeleken en besproken. De essentiële vraag is hoe de begeleide trainer zijn didactische niveau minimaal één bolletje kan verbeteren. Leg het resultaat van het gesprek vast in een verslag. e. De begeleiding richt zich op de punten van de korfbaltrainer 2. Welke tips worden er gegeven? De cursist KT 3 maakt, samen met de begeleide trainer, een oefenprogramma voor die trainer m.b.t. de aangegeven punten. Opsturen binnen twee weken na het gesprek met de trainer. f. De cursist KT 3 komt over een bepaalde periode 3 keer ondersteuning verlenen. Bij de laatste bespreking worden de bolletjesformulieren weer besproken. Wat is de ontwikkeling van de aandachtspunten? g. De cursist KT 3 maakt een evaluatieverslag van bovenstaand proces. h. Ook de begeleide trainer maakt een evaluatie. i. In de evaluatie geven zowel de begeleide trainer als de cursist KT 3 aan wat zij hebben geleerd. Literatuur: cursusboek KT 3 - hoofdstuk 5.3 13

Het begeleiden van een trainer op de didactiek Datum: Ploeg: Ingevuld door trainer / cursist KT3:... Aandachtspunten 0 0 0 0 0 0 Begeleiden sporters Motiveert, stimuleert en enthousiasmeert korfbalspelers 0 0 0 0 0 0 Luistert naar korfbalspelers 0 0 0 0 0 0 Stemt manier van omgang af op korfbalspelers (zorgt voor sociale veiligheid) 0 0 0 0 0 0 Gebruikt heldere en begrijpelijke taal naar korfbalspelers 0 0 0 0 0 0 Spreekt korfbalspelers aan op hun (sport)gedrag 0 0 0 0 0 0 Bewaakt (en ziet toe op) hygiëne en verzorging 0 0 0 0 0 0 Bewaakt (en ziet toe op) veiligheid ten aanzien van materiaal 0 0 0 0 0 0 Geven van trainingen/lessen Voert de les/trainingsvoorbereiding uit 0 0 0 0 0 0 Zorgt dat materialen en hulpmiddelen beschikbaar zijn 0 0 0 0 0 0 Draagt bij aan het bereiken van het doel van de training 0 0 0 0 0 0 Past indien nodig oefening aan op de kwaliteiten van de korfbalspelers en de 0 0 0 0 0 0 omstandigheden Doet oefeningen op correcte wijze voor of maakt gebruik van goed voorbeeld van 0 0 0 0 0 0 een korfbalspeler Geeft (niet te veel) aanwijzingen aan korfbalspelers en legt de nadruk op positief 0 0 0 0 0 0 corrigeren Controleert of korfbalspelers de opdrachten goed uitvoeren 0 0 0 0 0 0 Geeft 'vragend les' 0 0 0 0 0 0 Maakt zichzelf verstaanbaar 0 0 0 0 0 0 Kiest positie afgestemd op de oefening 0 0 0 0 0 0 Legt de oefeningen uit en past relevante (spel)regels toe 0 0 0 0 0 0 Zorgt dat korfbalspelers zich aan de gemaakte afspraken en (spel)regels houden 0 0 0 0 0 0 Burgerschapscompetentie Gaat correct om met alle betrokkenen 0 0 0 0 0 0 Bewaakt waarden en stelt normen 0 0 0 0 0 0 Houdt zich aan beroepscode 0 0 0 0 0 0 Staat model voor correct gedrag op en rond de sportlocatie 0 0 0 0 0 0 Leercompetentie Reflecteert op het eigen handelen 0 0 0 0 0 0 Vraagt feedback 0 0 0 0 0 0 Verwoordt eigen leerbehoeften 0 0 0 0 0 0 Handtekening begeleide trainer Handtekening cursist KT 3 14

8. Opdrachten bij onderdeel: Veilig Sport Klimaat (PVB 3.1-3.2) Opdracht 11 Opdracht 11 Sportiviteit & Respect is op dit moment een belangrijk thema in de sport en de politiek. Onderstaand een link naar de e-learning module: sportiviteit en respect. http://elo.nocnsf.nl/cms/centrale%20informatiemap/generieke%20leertrajecten /Bronmateriaal/S+R/SR_Dilemmasv0300rc1/system/cursus.html Doorloop de module en lees in het cursusboek KT 3 - Hoofdstuk 8. Doe een activiteit met de ploeg die te maken heeft met Sportiviteit & Respect. Maak hier een verslag van (tussen de 500 en 1000 woorden). Opdracht 12 Opdracht 12 Seksuele intimidatie komt in alle sporttakken voor. Ook in het korfbal komen situaties voor waarbij de trainer/coach zich, bewust of onbewust, op de grens bevindt van wat aanvaardbaar is (bekeken vanuit de ogen van de sporter). Lees hoofdstuk 9 van het cursusboek KT 3. Doorloop vervolgens de onderstaande stappen van de e-learning module in de aangegeven volgorde. 1 Teaser: http://elo.nocnsf.nl/pages/viewitem.aspx?orgitemid=184085 2 Kennistest: http://elo.nocnsf.nl/cms/centrale%20informatiemap/generieke%20leertrajecten /Bronmateriaal/SI/Kennistest_v0700_scorm/system/cursus.html 3 Dilemma s: http://elo.nocnsf.nl/pages/viewitem.aspx?orgitemid=189293 4 Het gouden pad: http://elo.nocnsf.nl/pages/viewitem.aspx?orgitemid=184086 Maak een verslag van 500-1000 woorden over hoe jij in de praktijk omgaat met dit onderdeel van het trainerschap. Opdracht 13 Opdracht 13 Sportgezondheidszorg: lees hoofdstuk 10 van het cursusboek. Doorloop de volgende module: http://elo.nocnsf.nl/cms/centrale%20informatiemap/generieke%20leertrajecten /Bronmateriaal/sm_0200/sm_0200/system/cursus.html Maak een verslag (500-1000 woorden) hoe jij omgaat met voorkomen van blessures bij jouw ploeg. 15

Opdracht 14 Opdracht 14 Fluiten van een wedstrijd. Spelregelkennis is noodzaak voor de kennis van een trainer/coach. Fluit een (jeugd)-wedstrijd. Laat je beoordelen door een ervaren scheidsrechter. In het verslag wordt je beoordeeld op: spelregelkennis; omgaan met de spelregels in relatie tot de doelgroep; omgang met de spelers; de houding die je als scheidsrechter inneemt. Om de benodigde kennis van spelregels op te doen ga naar: http://www.knkv.nl/knkv-corporate/spelregels/. (Noot: is de cursist in het bezit van een scheidsrechtersdiploma, dan is er een vrijstelling. Een kopie van het diploma moet worden overlegd / in de ELO geplaatst worden. Opdracht 15 Opdracht 15 9. Opdracht bij het onderdeel: organiseren van activiteiten (PVB 3.3) Organiseer een activiteit in de club. Het mag een onderdeel zijn van een groter geheel. Denk bijv. aan een spellenochtend, waarbij jij één spel moet organiseren. Het spel moet echter wel zo groot zijn dat je het samen met anderen moet doen en dat jij de leiding hebt van de organisatie en uitvoering. Het is toegestaan om een verslag te maken van een activiteit die ongeveer een half jaar voor aanvang van de cursus uitgevoerd is of die je in de toekomst uit gaat voeren.. Maak een verslag (500-1000 woorden) van wat je hebt gedaan. In het verslag moet blijken dat er gewerkt is volgens een draaiboek en dat de organisatie een bepaalde structuur heeft. 16