10 jaar Wet op de Aanvullende Pensioenen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "10 jaar Wet op de Aanvullende Pensioenen"

Transcriptie

1 Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen Vakgroep Wiskunde Voorzitter: Prof. Dr. P. Uwe Einmahl 10 jaar Wet op de Aanvullende Pensioenen door Karen Callebaut Promotor Prof. Dr. Kim Everaert Manamaproef ingediend tot het behalen van master-na-master in de Actuariële wetenschappen Academiejaar

2 -

3 Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen Vakgroep Wiskunde Voorzitter: Prof. Dr. P. Uwe Einmahl 10 jaar Wet op de Aanvullende Pensioenen door Karen Callebaut Promotor Prof. Dr. Kim Everaert Manamaproef ingediend tot het behalen van master-na-master in de Actuariële wetenschappen Academiejaar

4 -

5 Voorwoord Hierbij wil ik enkele personen bedanken, die voor mij veel betekend hebben gedurende het schrijven van deze masterproef. Vooreerst gaat mijn dank uit naar mijn promotor Prof. dr. Kim Everaert. Ook wil ik Evelien en Jorrit bedanken voor hun hulp en de vele aangename momenten. Daarnaast wil ik ook mijn ouders bedanken voor hun geduld en vertrouwen tijdens mijn studies. Het schrijven van deze masterproef heeft mij veel bijgebracht, en ik wens iedereen veel plezier met het lezen van het eindresultaat. ii

6 Toelating tot bruikleen De auteur geeft de toelating deze masterproef voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van de masterproef te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze masterproef. Karen Callebaut, augustus 2014 iii

7 10 jaar Wet op de Aanvullende Pensioenen iv door Karen Callebaut Manamaproef ingediend tot het behalen van master-na-master in de Actuariële wetenschappen Academiejaar Promotor Prof. Dr. Kim Everaert Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen Vrije Universiteit Brussel Vakgroep Wiskunde Voorzitter: Prof. Dr. P. Uwe Einmahl Samenvatting In deze masterproef kijken we naar de Wet op de Aanvullende Pensioenen en welke veranderingen deze teweeg heeft gebracht. We beginnen met een algemene beschrijving van het Belgische pensioenstelsel, bestaande uit drie pijlers. De aanvullende pensioenen vormen hier de tweede pijler van. Zij worden georganiseerd in een professioneel kader, maar zijn niet verplicht. De Wet op de Aanvullende Pensioenen van minister Vandenbroucke heeft deze tweede pijler willen verbreden en verdiepen. Hij is toegankelijker geworden voor iedereen en strenger gereglementeerd, waardoor de werknemers een betere bescherming genieten. Tien jaar later zijn er verschillende dingen aangepakt. Het verschil tussen arbeiders en bedienden betreffende aanvullende pensioenen zal in de toekomst verdwijnen. Verschillende onduidelijkheden in de WAP zijn opgeklaard. Verder wordt er in de toekomst gewerkt aan de uitbouw van de Databank Aanvullende Pensioenen, om de tweede pijler nog democratischer te maken.

8 Inhoudsopgave 1 Inleiding De aanvullende pensioenen: een sociale noodzaak De eerste pijler hervalt tot een basispensioen Tweede pijler: een noodzakelijke aanvulling op de eerste pijler Voordelen van de 2de pijler ten opzichte van de 3de pijler De aanvullende pensioenen: opbouw Groepsverzekeringen en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening De pensioentoezegging Middelenverbintenis en resultaatsverbintenis Wet op de aanvullende pensioenen Doel van de wet (Art. 2 WAP) Toepassingsgebied van de wet (Art. 3 WAP) Discriminatie Onderscheid tussen arbeiders en bedienden (Art [14]) Het sectorale pensioenplan Beheer in een erkende pensioeninstelling Hoe gaat een sectorplan samen met een ondernemingspensioenplan? (Art. 9 WAP) Wet houdende diverse bepalingen [12] Algemene bepalingen Invoering, wijziging en opheffing van het pensioenplan (Art. 5-9 WAP) Toetredingsvoorwaarden (Art WAP) v

9 INHOUDSOPGAVE vi 3.3 Minimaal gegarandeerd rendement, verworven reserves en prestaties (Art WAP) Raming van de kostprijs van de WAP-waarborg Stimuleren van de rente-uitkering (Art. 28 WAP) Mogelijkheid tot afkoop en reserve-overdracht Informatieverstrekking Verjaring (Art. 55 WAP) De sociale bedrijfs- of sector pensioenstelsels Kenmerken van een sociaal pensioenstelsel Het luik solidariteit Voordelen toegekend aan een sociaal pensioenstelsel Programmawet [5] De individuele pensioentoezegging Definitie van de individuele pensioentoezegging De individuele toezegging aan een werknemer De individuele pensioentoezegging aan een zelfstandig bedrijfsleider De individuele voortzetting 36 7 De fiscale hervorming Regime voor de stortingen Regime voor de uitkeringen Toezicht (Art WAP) SIGeDIS - Databank aanvullende pensioenen (DB2P) Toekomst Besluit 45

10 Hoofdstuk 1 Inleiding Het Belgische pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers. De eerste pijler is het wettelijke pensioen en is een basisinkomen, waarbij het bedrag afhankelijk is van de beroepsloopbaan. Ze worden door de overheid georganiseerd en de deelname eraan is verplicht. De financiering gebeurt door middel van een repartitiestelsel. In België bestaan er drie grote wettelijke pensioenstelsels, afhankelijk van het professioneel statuut: voor de werknemers, de zelfstandigen en de ambtenaren. Het pensioen uit de eerste pijler is echter meestal beperkt en waarborgt hoogstens een begrensde levensstandaard. De tweede pensioenpijler is een aanvullende pensioenregeling die buiten de wettelijke sociale zekerheidsregeling valt en die wordt ingericht in een professioneel kader. De beroepsgebonden aanvullende pensioenen worden toegekend aan de werknemers door een onderneming of een hele bedrijfssector. Deze pijler is echter niet verplicht: werkgevers of sectoren beslissen zelf of ze hun werknemers een aanvullend pensioen zullen aanbieden. De overheid reglementeert het systeem wel en ondersteunt dit fiscaal. De overheid stimuleert ook het individuele lange termijnsparen met fiscale stimuli die de opname van het gespaarde geld moeten ontraden tot op de pensioenleeftijd. Dit is de derde pensioenpijler. Het initiatief gaat hier uit van de betrokkene zelf, ongeacht zijn professioneel statuut. De individuele levensverzekering en het pensioensparen zijn hier de belangrijkste vormen van pensioenopbouw. 1

11 HOOFDSTUK 1. INLEIDING De aanvullende pensioenen: een sociale noodzaak De eerste pijler hervalt tot een basispensioen Vandaag de dag volstaat het wettelijk pensioen zeker niet meer. Het bedrag wordt berekend op basis van het aantal dienstjaren en het gemiddelde begrensd, geherwaardeerd salaris. Door de toepassing van dit loonplafond en de onvolledige loopbanen, komt dit bedrag niet in de buurt van het laatst verdiende salaris. De uitkeringen zorgen ervoor dat men zich kan voorzien in het strikt onontbeerlijke. Maar om aan het noodzakelijke te voldoen, en zeker aan de extra s, heeft men meer nodig dan de eerste pijler. Bovendien zorgen de vergrijzing en de ontgroening ervoor dat dit systeem steeds moeilijker te dragen valt. De toegenomen levensverwachting zorgt er niet alleen voor dat de pensioenen langer moeten worden uitbetaald, maar ook dat de perceptie van de periode van pensionering sterk gewijzigd is. Vele gepensioneerden hebben voldoende koopkracht nodig om hun activiteiten verder te zetten Tweede pijler: een noodzakelijke aanvulling op de eerste pijler Omdat deze wig tussen het wettelijk pensioen en het laatst verdiende loon steeds groter wordt, richten steeds meer bedrijven aanvullende voorzieningen voor hun werknemers in. Het bedrijfspensioen helpt dan dit verschil te verkleinen. Bovendien bevordert dit ook de concurrentie tussen verschillende bedrijven, aangezien het een onderdeel uitmaakt van het salarispakket. Eerst regelde de Wet-Colla van 6 april 1995 de aanvullende pensioenen. Deze werd vervangen door de Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (W.A.P.) [11] van minister Vandenbroucke. Hiermee was het de bedoeling de tweede pijler verder te democratiseren. Vooral voor de arbeiders en de KMO-sectoren is deze pijler sinds de komst van deze wet veel toegankelijker. Hoewel er geen verplichting is om een aanvullend pensioen in te voeren, moet een werkgever wel de bepalingen van de W.A.P. volgen indien hij ervoor kiest een aanvullend pensioen te voorzien.

12 HOOFDSTUK 1. INLEIDING Voordelen van de 2de pijler ten opzichte van de 3de pijler Het bedingen van gunstigere tariefvoorwaarden dan die welke de verzekeraars aan individuele verzekerden kunnen aanbieden. Voor een individuele levensverzekering kan een verzekeraar soms een medisch onderzoek opleggen, terwijl het tot een groep behoren voldoende evenwicht tussen goede en slechte risico s kan voorzien, als deze groep homogeen is. Daardoor kunnen de voorwaarden inzake acceptatie van het risico minder zijn. Ook op het vlak van kosten kan dit voordelig zijn. Toegang krijgen tot de financiële dimensie waarover de verzekeraars beschikken. Het maakt het mogelijk om met een grotere kennis van zaken en met omvangrijkere middelen op de markten op te treden, dan die welke voor de meeste particulieren of ondernemingen bereikbaar zijn. Het tot stand brengen van een marktrelatie. Als bedrijf dat een groepsverzekering wil afsluiten, kan je de concurrentie uitspelen en hogere prestaties vragen van de verzekeringsmaatschappij. Bovendien sta je zelf niet in voor het beheer van de activa en kan je ook hierop eisen stellen. Dit staat ook los van de andere economische activiteiten van de onderneming, waardoor de groepsverzekering niet afhankelijk is van de wisselvalligheden hiervan. 1.2 De aanvullende pensioenen: opbouw Ook de tweede pensioenpijler is begrensd, via de fiscale 80%-regel. Dit houdt in dat de bijdragen in het kader van een tweedepijlerpensioen maar aftrekbaar zijn in de mate dat het totale pensioen - eerste en tweede pijler samen - niet meer bedraagt dan 80% van het laatste loon. Het is in België verboden om voor extralegale pensioenen een repartitiestelsel te gebruiken. Er dienen steeds reserves opgebouwd te worden voor toekomstige verplichtingen. Een dergelijk systeem wordt een kapitalisatiestelsel genoemd. Het zijn de actieven van vandaag die sparen en via de kapitaalmarkt, nu reserves opbouwen voor hun latere pensioen. Iedere ge-

13 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 4 neratie spaart voor zijn eigen toekomstige uitkeringen. Dit systeem is wel onderhevig aan het inflatierisico en het beursrisico Groepsverzekeringen en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening De beleggingen die tegenover de reserves voor pensioenverplichtingen staan, moeten buiten de onderneming zelf - bij een pensioeninstelling - beheerd worden. Dit kan door het sluiten van een groepsverzekering of het oprichten van een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP). Indien de inrichtende onderneming haar activiteit zou stopzetten door faling zijn bijgevolg de opgebouwde reserves voor pensioenen nog steeds beschikbaar voor de deelnemers (gepensioneerden zowel als actieven) De pensioentoezegging Er bestaan drie grote types van pensioentoezeggingen: vaste bijdragen, vaste prestaties of cash balance. Een pensioentoezegging kan tevens gebaseerd zijn op een combinatie van deze types. Vastebijdragentoezegging (defined contribution) Bij dit type toezegging, gaat de inrichter periodiek een vaste bijdrage storten aan de pensioeninstelling. Deze bijdrage kan ook gekoppeld worden aan het salaris. Voor elke aangeslotene worden deze bijdragen op individuele rekeningen bijgehouden. Wat de werknemer later zal ontvangen, hangt af van het niveau van de bijdrage en van het toegekende beleggingsrendement. Een belangrijke vorm van vastebijdrageplannen zijn de zogenaamde cafetariaplannen. Bij dergelijke toezeggingen wordt aan de aangeslotene binnen de marges van het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst de vrijheid verleend om een hem ter beschikking gesteld premiebudget te verdelen over een aantal aangeboden dekkingen. Vaak wordt aan de aangeslotene tevens het recht verleend om zijn keuze periodiek te herzien. De voordelen van een vastebijdragestelsel zijn evident: budgettair gemakkelijk beheersbaar;

14 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 5 gemakkelijk uit te leggen; eenvoudige financiering (d.w.z. spreiding van de kost in de tijd); eenvoudige rapportering. Het grote nadeel van een dergelijk stelsel ligt in het feit dat de aangeslotene niet weet hoe groot het uiteindelijke pensioen zal zijn ten opzichte van het salaris. Vasteprestatietoezegging (defined benefit) Bij een vasteprestatietoezegging verbindt de inrichter zich tot het uitkeren van een bepaalde prestatie in kapitaal of rente. Hier is de nodige bijdrage om het vooropgestelde pensioen samen te stellen niet vooraf bekend. In een vasteprestatieplan is het de inrichter die het economisch risico draagt en niet de werknemer. Deze laatste krijgt hoe dan ook de beloofde uitkering. Cash balance toezeggingen Bij een cash balance plan doet de inrichter aan de werknemer een pensioentoezegging van periodieke bedragen die gekapitaliseerd worden tot op de pensioenleeftijd. Deze bedragen worden bepaald volgens dezelfde principes als bij de vastebijdrageregeling. In tegenstelling tot de vastebijdragetoezegging houdt het cash balanceplan echter geen verbintenis in tot effectieve storting van periodieke bijdragen. Indien de verworven reserves gedekt zijn, dient de inrichter in principe niet langer te financieren. Dit is niet mogelijk bij pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen, waar de verplichting tot storting van de bijdragen geldt, ongeacht het feit of de verworven reserves volledig gedekt zijn en ongeacht de aanwezigheid van vrije reserves. Strikt genomen is een cash balanceplan van het type vaste prestatie. De werkgever stelt immers een te bereiken doel voorop: de kapitalisatie van aan de aangeslotene toegewezen bedragen aan een gewaarborgde intrestvoet Middelenverbintenis en resultaatsverbintenis Los van de opdeling van de pensioenregelingen in type vaste bijdragen en type vaste prestaties, kan men de pensioenregelingen nog op een andere manier indelen, in middelenverbintenis-

15 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 6 sen en resultaatsverbintenissen. Middelenverbintenis Men heeft te maken met een middelenverbintenis als men er zich toe beperkt de toevertrouwde gelden zo goed mogelijk te beheren. Deze situatie sluit dus het gebruik van tarieven uit, waarbij een relatie premie prestaties gewaarborgd wordt. Een groepsverzekering in tak 21 is dus nooit een middelenverbintenis, aangezien er steeds met tarieven gewerkt wordt. Een groepsverzekering in rekeneenheden of units (tak 23), waarbij de verzekeringsmaatschappij in feite geen technische intrestvoet waarborgt, is wel een middelenverbintenis. Resultaatsverbintenis Er is een resultaatsverbintenis wanneer een bepaald resultaat wordt gewaarborgd tegen bepaalde stortingen. Resultaatsverbintenis moet dus niet verward worden met te bereiken doel systeem : het is de relatie tussen prestaties en bijdragen die telt (dus het waarborgen van een tarief). Tevens dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de verbintenissen van de inrichter enerzijds en de verbintenissen van de pensioeninstelling anderzijds. De inrichter kan zijn verbintenis beperken tot de betaling van een (vaste) bijdrage, maar kan eveneens een bepaald resultaat garanderen (vaste bijdrage met gewaarborgd rendement, cash balance of vaste prestatie). De pensioeninstelling van zijn kant kan een resultaatsverbintenis aangaan of een middelenverbintenis. In het geval van een resultaatsverbintenis worden de verbintenissen van de inrichter gegarandeerd door een verbintenis van de pensioeninstelling. Deze garantie kan volledig zijn, maar ook gedeeltelijk.

16 Hoofdstuk 2 Wet op de aanvullende pensioenen In dit hoofdstuk verwijzen we naar de Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (W.A.P.) van 28 april 2003 [11], inclusief laatste updates: wetten van 19 april 2014 [4], 5 mei 2014 [14] en 15 mei 2014 [3]. 2.1 Doel van de wet (Art. 2 WAP) Met de wet Vandenbroucke wil men een democratisering van de tweede pijler invoeren. Deze democratisering vindt plaats op twee gebieden: voor kleinere bedrijven zoals KMO s enerzijds, en voor lagere rangen, wat betreft de hiërarchie op de werkvloer en voor arbeiders. Vroeger waren aanvullende pensioenen enkel beschikbaar voor vooral de directie en de hogere bedienden. Vanaf de jaren negentig is hierin stilaan verandering gekomen, en werden ook lagere bedienden meer en meer aangesloten. Nieuw in deze wet is de invoer van sociale pensioentoezeggingen. sectorale pensioenregelingen gereglementeerd. Verder worden ook Concreet ziet deze democratisering er als volgt uit: de betrekkingen te reglementeren tussen de werkgever, werknemer, inrichter, aangeslotene en zijn rechthebbenden, pensioeninstelling en de rechtspersoon belast met de uitvoering van de solidariteitstoezegging; 7

17 HOOFDSTUK 2. WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN 8 de procedure bepalen die bij de invoering, wijziging of opheffing van een aanvullend pensioenstelsel moet gevolgd worden; de pensioenrechten en reserves die de aangeslotenen en hun rechthebbenden opgebouwd hebben, beschermen de transparantie vergroten voor de werknemers. 2.2 Toepassingsgebied van de wet (Art. 3 WAP) Het toepassingsgebied van de wet beslaat de tweede pijler pensioenplannen. Men maakt hierbij het onderscheid tussen ondernemingspensioenstelsels (uitgaande van één onderneming) en sectorale pensioenstelsels (uitgaande van een sector). Daarbovenop kan men ook nog kiezen tussen een gewone pensioentoezegging of een sociale pensioentoezegging. Deze laatste voldoen aan een aantal extra voorwaarden, maar voorzien ook bijkomende voordelen. Artikel 3 definieert alle mogelijke begrippen die te maken hebben met aanvullende pensioenen, zoals de inrichter, aangeslotenen, het pensioenreglement. Een nieuw begrip hier is het multi-inrichterpensioenstelsel, waarbij meerdere inrichters eenzelfde pensioenstelsel ingevoerd hebben bij dezelfde pensioeninstelling(en), terug te vinden in Artikel 57 van [3]. De tweede pijler pensioentoezeggingen omvatten de volgende vormen: 1. aanvullende collectieve pensioenstelsels ten voordele van werknemers van een bedrijfssector, van een onderneming of van een publiekrechtelijke rechtspersoon Dit zijn de klassieke collectieve regelingen die bij een groepsverzekeraar, pensioenfonds of instelling tot toekenning van buitenwettelijke voordelen aan werknemers kunnen onderschreven worden. De wet-colla reglementeerde deze reeds voor de ondernemingspensioenstelsels. Voor de sectorale pensioenstelsels, werden in de WAP grotendeels de principes uit de wet-colla overgenomen. 2. individuele pensioentoezeggingen ten voordele van werknemers Een individuele pensioentoezegging is een occasionele niet-stelselmatige pensioentoezegging van een werkgever aan één werknemer en zijn rechthebbenden. Om persoonsgebonden redenen worden de voordelen aan één persoon toegekend, en niet aan de personeelscategorie waartoe deze persoon behoort. Met de wet Vandebroucke werd ook deze pensioentoezegging gereglementeerd en gerekend tot de tweede pijler. Er gelden

18 HOOFDSTUK 2. WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN 9 echter strikte voorwaarden om deze pensioentoezegging te mogen toekennen aan een werknemer. 3. de individuele voortzetting van de pensioentoezeggingen bedoeld in 1. en 2. Wanneer een werknemer zijn werkgever heeft verlaten, en daarbij minstens 42 maanden aangesloten was bij het aanvullend pensioenplan, kan hij er voor kiezen zelf in te staan voor de verdere financiering van zijn aanvullend pensioen. Dit is wel begrensd tot 1500 euro (aangepast aan de index) per jaar. Deze voortzetting blijft tot de tweede pijler behoren. Bijdragen boven de 1500 euro vallen onder de regeling van de derde pijler. 4. aanvullende pensioenstelsels en individuele pensioentoezeggingen aan zelfstandige bedrijfsleiders naast het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen Hier gaat het enkel over pensioenstelsels en individuele pensioentoezeggingen voor bedrijfsleiders. Deze vallen ook onder de tweede pijler. 2.3 Discriminatie Artikel 14 van de WAP [11] zegt dat elke vorm van discriminatie tussen werknemers, aangeslotenen en begunstigden verboden is. Dit artikel werd uitgebreid ten gevolge van de wetten van 10 mei 2007 [1] en [2] Onderscheid tussen arbeiders en bedienden (Art [14]) De verschillen tussen arbeiders en bedienden inzake aanvullende pensioenen wil men geleidelijk opheffen. Hiermee wil men bijdragen aan de verbreding van de tweede pijler. Dit doet men in verschillende fasen. De instrumenten die men kan gebruiken om de wegwerking van de sectorale verschillen te vergemakkelijken zijn: multi-sectorale inrichters; multi-sectorale fondsen voor bestaanszekerheid; mogelijkheid voor meerdere paritaire comités om gezamenlijke CAO s te sluiten. Voor tewerkstellingsperiodes tot 1 januari 2015 mag er nog onderscheid gemaakt worden tussen arbeiders en bedienden, wat betreft aansluiting bij pensioentoezeggingen. Dit mag

19 HOOFDSTUK 2. WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN 10 doorgetrokken worden tot 1 januari 2025, indien het verschil in behandeling reeds vóór 1 januari 2015 ingevoerd was. Dit wordt ingevoerd in Artikel 14 van de WAP [11]. Ook in Artikel 16 van de WAP [11] wordt hierover gesproken. Men herkent dus de verschillende fasen. Tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2025 zijn verschillen nog wettelijk, maar moeten ze weggewerkt worden: verschillen in bestaande plannen mogen niet vergroot worden; geen nieuwe plannen die verschillen invoeren, tenzij als onderdeel van strategie om bestaande verschillen weg te werken. Na 1 januari 2025 bestaan er geen verschillen meer. Er is echter één uitzondering: individuen hebben een weigeringsrecht om toe te treden tot een nieuw plan (maar dit is een uitdovende restgroep). 2.4 Het sectorale pensioenplan In België kan een aanvullend pensioenstelsel op twee niveaus georganiseerd worden: op het niveau van de onderneming of op het niveau van de sector. In het eerste geval spreekt men van een ondernemingspensioen. De inrichter is hier de werkgever. Meestal geldt dit pensioenplan voor de werknemers van één onderneming. Meerdere ondernemingen kunnen ook samen een pensioenplan invoeren; dit is dan een multiondernemingspensioenplan. Een pensioenplan kan ook ingevoerd worden op het niveau van de sector, in dit geval spreekt men van een sectorale pensioentoezegging of sectorpensioen. Ze komen tot stand op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst (C.A.O.) gesloten tussen de sociale partners, dit zijn de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het paritaire comité van de bedrijfstak. Deze C.A.O. is bindend voor alle werkgevers en werknemers die behoren tot het paritaire comité en onder het toepassingsgebied van de C.A.O. vallen. Ze duidt de paritair samengestelde rechtspersoon aan die de rol van inrichter op zich neemt en stelt ook het pensioenreglement vast. Sectorpensioenen passen meer in de gedachte van sociale bescherming, aangezien iedereen moet meedoen.

20 HOOFDSTUK 2. WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN Beheer in een erkende pensioeninstelling Voor de wet Vandenbroucke bestonden er al pensioenplannen per sector. Een aantal daarvan werden ondergebracht in een fonds voor bestaanszekerheid. De wet Vandenbroucke laat dit niet meer toe. De uitvoering van een sectoraal stelsel moet nu toevertrouwd worden aan een verzekeringsonderneming in het kader van een groepsverzekering, of aan een pensioenfonds. Deze kunnen de vorm aannemen van een vereniging zonder winstoogmerk, een onderlinge verzekeringsvereniging, een andere rechtsvorm die voldoet aan welbepaalde door de Koning vastgelegde voorwaarden Hoe gaat een sectorplan samen met een ondernemingspensioenplan? (Art. 9 WAP) De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst kan voorzien in de mogelijkheid voor een onderneming om zelf de uitvoering van het sectorale pensioenstelsel te organiseren voor zijn werknemers. Dit heet opting out, maar mag niet in een benadeling van de werknemers resulteren. Zo mogen de stortingen bij een pensioenstelsel van het type vaste bijdragen niet lager zijn dan de stortingen die voorzien zijn in het sectorale pensioenstelsel. Bij een pensioenstelsel van het type vaste prestaties mogen de verworven reserves nooit lager zijn dan de verworven reserves die voortkomen uit het sectorale pensioenstelsel. Het pensioenstelsel wordt dan volledig beschouwd als een ondernemingspensioenstelsel. 2.5 Wet houdende diverse bepalingen [12] Artikel 85 van [12] geeft de overgangsregeling voor de minimum pensioenleeftijden weer. Jaar Minimumleeftijd Minimum loopbaan Langere carrière jaar 35 jaar / ,5 jaar 38 jaar 60 jaar met 40 jaar carrière jaar 39 jaar 60 jaar met 40 jaar carrière ,5 jaar 40 jaar 60 jaar met 41 jaar carrière jaar 40 jaar 60 jaar met 42 jaar carrière 61 jaar met 41 jaar carrière

21 HOOFDSTUK 2. WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN 12 Hierbij zijn er verschillende overgangsmaatregelen. Als men tussen 57 en 61 jaar oud is op 31 december 2012, wordt het vervroegd pensioen maximum twee jaar uitgesteld. Vanaf dat een werknemer aan de voorwaarden voldoet, mag hij zelf kiezen wanneer hij op pensioen gaat. Op termijn gaan dus steeds minder loontrekkenden hun pensioen opnemen voor hun 62 jaar.

22 Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen In dit hoofdstuk bespreken we algemene bepalingen, die gelden voor alle tweede pijler pensioenen. We verwijzen terug naar de WAP [11]. 3.1 Invoering, wijziging en opheffing van het pensioenplan (Art. 5-9 WAP) De inrichter heeft de uitsluitende bevoegdheid over de invoering, wijziging en opheffing van het pensioenplan. Op het niveau van de onderneming is dit dus de werkgever, op het niveau van de sector is dit het paritair comité middels een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. Betreffende het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst zijn er veel extra regels waaraan deze moeten voldoen in geval van een multi-inrichterspensioenstelsel, bijvoorbeeld de gevolgen bij uittreding en eventuele heraansluiting binnen hetzelfde pensioenstelsel bij een andere inrichter, terug te vinden in Artikel 58 van [3]. Ook moet de pensioenleeftijd vermeld worden in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst (Artikel 67 [3]). Dit is ten gevolge van de optrekking van de pensioenleeftijd (cfr. sectie 2.5) 3.2 Toetredingsvoorwaarden (Art WAP) De aansluiting bij een pensioenstelsel gebeurt automatisch voor werknemers die minstens 25 jaar oud zijn. Er wordt extra de nadruk gelegd dat de toekenning van deze pensioentoezegging 13

23 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 14 onafhankelijk is van andere factoren, zoals een beslissing van de werkgever e.d. en dat er geen discriminatie mag optreden, zoals besproken in vorig hoofdstuk. 3.3 Minimaal gegarandeerd rendement, verworven reserves en prestaties (Art WAP) Hierbij wordt het onderscheid voor de berekening van de minimale verworven reserves gemaakt tussen toezeggingen van het type vaste bijdragen en toezeggingen van het type vaste prestaties. Na één jaar aansluiting kan de aangeslotene aanspraak maken op de verworven reserves en prestaties. De reserves die echter gefinancierd werden met persoonlijke bijdragen zijn onmiddellijk verworven voor de aangeslotene. Deze periode van één jaar is eenmalig zolang de aangeslotene bij dezelfde inrichter blijft. De wet preciseert dit als volgt: na een jaar aansluiting mag voor elke aangeslotene het resultaat van de berekening van de verworven reserves niet negatief noch nul zijn. Berekening van de minimale verworven reserves Pensioentoezegging van het type vaste bijdragen De wiskundige reserves die opgebouwd zijn op het contract zijn verworven. Verder geven enkel prestaties in geval van pensionering en overlijden na pensionering recht op minimaal verworven reserves. Pensioentoezegging van het type cash balance Bij dit soort pensioentoezegging wordt de prestatie bepaald door te verwijzen naar een netto forfaitair spaarbedrag dat op bepaalde vervaldagen aan elke aangeslotene wordt toegekend (terwijl het daarom niet noodzakelijk werkelijk gestort is). Dit wordt gekapitaliseerd aan een theoretisch rendement dat is vastgelegd in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst. De werkgever stort dan het bedrag dat nodig is om die prestatie daadwerkelijk te behalen, rekening houdend met het werkelijk behaalde rendement. De minimale verworven reserves van de pensioentoezeggingen van het type cash balance

24 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 15 zijn dan gelijk aan de kapitalisatie van de premies, waarbij de wijze van kapitalisatie is vastgelegd in het reglement. Minimaal gewaarborgd rendement Voor de pensioenplannen van het type vaste bijdragen is er in de wet een minimaal rendement vastgelegd dat moet toegekend worden op de persoonlijke bijdragen, en analoog een minimaal rendement dat moet toegekend worden op de werkgeversbijdragen. Dit rendement moet niet jaarlijks behaald worden, het is enkel een garantie op het ogenblik van de uittreding of de pensionering van de uitgeslotene. Het kadert in een langetermijnvisie. Voor het gedeelte van de persoonlijke bijdragen dat niet gebruikt werd om het overlijdens- en invaliditeitsrisico vóór de pensionering te dekken is dit minimaal rendement gelijk aan 3,75%. De inrichter draagt de verantwoordelijkheid voor het waarborgen van deze garantie op het ogenblik van uitdiensttreding. Als het gewaarborgd rendement groter is dan het bedrag dat op de individuele rekeningen staat, moet dit verschil gedekt worden in een financieringsfonds. Ook voor werkgeversbijdragen in een pensioentoezegging van het type vaste bijdragen en van het type cash balance wordt er een minimale garantie ingebouwd door de werkgever. Deze verplichting is nieuw en wordt gemotiveerd doordat de aangeslotenen het volledige risico dragen. Het bedrag van de prestatie is immers volledig afhankelijk van het behaalde rendement. Dit minimaal rendement wordt enkel opgelegd voor het gedeelte van de bijdragen dat niet verbruikt werd voor het dekken van bepaalde risico s en kosten. Gedurende de eerste 5 jaar na aansluiting moeten de werkgeversbijdragen worden geïndexeerd en daarna opgerent aan 2,25%. Wanneer het een pensioentoezegging van het type cash balance betreft, moet na de eerste 5 jaar van aansluiting de berekening retroactief gebeuren vanaf het moment van aansluiting aan 3,25%. Het gedeelte van de bijdragen dat werd verbruikt voor het dekken van het risico overlijden of invaliditeit vóór pensionering en voor het dekken van de kosten, mag in mindering gebracht worden tot maximaal 5%, alvorens men de minimum rendementsvoet toepast. Dit geldt niet voor de cash balance pensioentoezeggingen. Wanneer men uitkeert binnen de eerste 5 jaar na aansluiting, dus bij uittreding, pensionering of bij opheffing van het pensioenstelsel, worden de bijdragen geïndexeerd en moeten ze niet gekapitaliseerd worden tegen de maximale referentievoet. Die indexering is gekoppeld aan de spilindex, welke gebaseerd is op de gezondheidsindex der consumptieprijzen. Ze mag wel niet resulteren in een hoger percentage dan de rendementsgarantie. Omdat het hier om een langetermijnvisie gaat, is deze afwijking gedurende de eerste 5 jaar na aansluiting opgenomen in de wet. Het

25 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 16 is immers verantwoord dat het rendement de eerste 5 jaar lager kan zijn. Bij een wijziging van de rendementsgarantie, moet de oude referentievoet toegepast worden op de bijdragen die gestort zijn vóór de wijziging tot op het moment van de wijziging, en de nieuwe referentievoet op het bedrag dat gegarandeerd is op het moment van de wijziging en op de bijdragen die later worden gestort. Bij toezeggingen van het type vaste bijdragen en cash balance moeten de verworven reserves dus overeenstemmen met een bedrag dat minstens gelijk is aan de premies, gekapitaliseerd aan het minimale rendement. Bij een toezegging van het type vaste prestaties, waarbij de inrichter er zich bovendien toe verbindt om bijvoorbeeld een minimumpercentage van het loon te storten voor de financiering van het te bereiken doel, geldt de verplichting om een bepaalde rentevoet toe te passen niet. Pensioentoezegging van het type vaste prestaties Om de minimale verworven reserves te berekenen, vertrekt men van de prestaties met betrekking tot het rust- en overlevingspensioen. Stap 1: de prestaties Deze prestaties, met betrekking tot het rust- en/of overlevingspensioen in geval van overlijden na pensionering, dienen op elk ogenblik als basis voor de berekening van de minimale verworven reserves. Ze zijn gelijk aan het grootste van de volgende twee bedragen: de prestatie met betrekking tot het rust- en/of overlevingspensioen in geval van overlijden na de pensionering, die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de minimumreserve; het rust- en/of overlevingspensioen in geval van overlijden na de pensionering dat is vastgesteld overeenkomstig het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst, rekening houdend met de gegevens op dat moment. Met de gegevens op dat moment worden onder andere het salaris, het bereikte aantal dienstof aansluitingsjaren en de schatting van het wettelijk pensioen op dat moment bedoeld. Wanneer de pensioentoezegging in de betaling van vaste prestaties voorziet die overeenstemmen

26 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 17 met een vast bedrag, zijn de prestaties die op elk ogenblik als basis dienen voor de berekening van de minimale verworven reserves, gelijk aan dit bedrag. De pensioentoezegging kan gefinancierd worden bij verschillende pensioeninstellingen, en dan moeten deze prestaties berekend worden voor de volledige pensioentoezegging. Stap 2: de verworven reserves De minimale verworven reserves zijn dan gelijk aan de som van de geactualiseerde waarden van de prestaties met betrekking tot het rust- en/of overlevingspensioen bij overlijden na pensionering, zoals hiervoor gedefinieerd (Art. 19 WAP [11]). De actualisatieregels die vermeld zijn in het pensioenreglement of in de pensioenovereenkomst mogen geen verworven reserves opleveren die lager zijn dan de verworven reserves die men zou bekomen met de actualisatieregels die zijn opgelegd voor de berekening van de minimumreserve op het ogenblik van de uittreding. Dynamisch planbeheer Bij een wijziging van een pensioentoezegging van het type vaste prestaties, blijft het oude plan toch gelden voor de loonsverhogingen die toegekend worden na de datum van wijziging van het pensioenplan. Er moet ook rekening gehouden worden met andere gegevens na de wijziging van het reglement zoals bijvoorbeeld de burgelijke staat en het aantal kinderen. Overlevingspensioenen De actuele waarde van de prestaties met betrekking tot het overlevingspensioen bij overlijden na de pensionering, wordt maar in aanmerking genomen voor de berekening van de minimale verworven reserves, indien er op het ogenblik van de berekening een rechthebbende bestaat. Minimaal rendement Bij een pensioentoezegging van het type vaste prestaties moet er enkel een minimaal rendement toegepast worden op de persoonlijke bijdragen. De verbintenis van de werkgever tegenover de pensioeninstelling is immers al duidelijk vastgelegd: het garanderen van een vastgelegd kapitaal en rente op eindvervaldag. Daarmee moet er op de werkgeversbijdragen geen minimaal rendement vastgelegd worden. Het gedeelte van de persoonlijke bijdragen

27 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 18 dat niet verbruikt werd voor de dekking van het overlijdens- en invaliditeitsrisico voor de pensionering, moet gekapitaliseerd worden tegen 3,75%. Deze verworvenheid geldt enkel bij uittreding en pensionering en moet niet van jaar tot jaar volledig gefinancierd worden, net zoals bij pensioenplannen van het type vaste bijdragen. Pensioentoezegging van het type vaste bijdragen gecombineerd met een pensioentoezegging van het type vaste prestaties Indien de pensioentoezegging bestaat uit een toezegging van het type vaste prestaties en een toezegging van het type vaste bijdragen maar zonder dat die laatste toezegging bijdraagt tot de financiering van de toezegging van het type vaste prestaties, dan worden beide toezeggingen afzonderlijk beschouwd voor de berekening van de verworven reserves. Op de pensioentoezegging van het type vaste bijdragen worden de hiervoor van toepassing zijnde berekeningsregels voor de verworven reserves toegepast. Hetzelfde gebeurt voor de pensioentoezegging van het type vaste prestaties. In Artikel 210 van de Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening [10], wordt de bepaling gekapitaliseerd tegen de maximale referentierentevoet voor verzekeringsverrichtingen van lange duur, die vastgesteld is in de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli die oorspronkelijk in de WAP stond - vervangen door gekapitaliseerd tegen een door de Koning bepaalde rentevoet. Analoog wordt ook gekapitaliseerd tegen de maximale referentierentevoet voor verzekeringsverrichtingen van lange duur, die vastgesteld is in de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli 1975, verminderd met 0,5%, vervangen door gekapitaliseerd tegen een door de Koning bepaalde rentevoet. Verder zegt men ook dat tot op het moment dat de Koning hierover geen besluiten heeft genomen, deze percentages respectievelijk 3,75% en 3,25% bedragen. Er is dus voorlopig nog niets veranderd Raming van de kostprijs van de WAP-waarborg Op werkgeversbijdragen moet dus een minimaal rendement van 3,25% toegekend worden. Ter vergelijking, het rendement van de Belgische staatsobligaties op 10 jaar (OLO-rentevoet) bedroeg op 1 januari 2003, 4,34%. Sinds 2003 is het minimaal rendement op werkgeversbijdragen ongewijzigd gebleven. De OLO-rentevoeten daarentegen zijn spectaculair gedaald en halen geen 2% meer. Deze waarborg vormt dus een aanzienlijke uitdaging ten opzichte van de huidige beleggingsmogelijkheden. In [16] is men nagegaan wat de kostprijs juist is van die waarborg. Daarbij heeft men de kostprijs van deze waarborg gelijkgesteld met de

28 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 19 prijs van een verkoopoptie. De cijfers die eruit volgen geven een algemene illustratie van de moeilijkheid van deze waarborg. Bovendien stijgt de kostprijs van de waarborg met de looptijd. Wanneer de werkgever intekent op een groepsverzekering met gewaarborgde rentevoet is het wenselijk om op de vervaldag de door de WAP toegekende waarborg te vergelijken met de totale door de verzekeraar gestorte uitkering (waarbij de werkgever moet aanvullen wanneer de uitkering van de verzekeraar ontoereikend is ten opzichte van de WAP-waarborg). Dit probleem doet zich uiteraard voor wanneer de verzekeraar een gewaarborgde rente toekent die lager is dan de WAP-rentevoet. Indien men een waarborg van 0% zou vastleggen, zou dit een redelijke kost met zich meebrengen, zelfs zonder verzekering, en voor alle looptijden. Ze blijft ook in overeenstemming met de geest van bescherming van de WAP die tot doel heeft dat de aangeslotenen niet het slachtoffer worden van financiële speculatie door hen altijd ten minste de terugbetaling te waarborgen van wat werd gestort. 3.4 Stimuleren van de rente-uitkering (Art. 28 WAP) De wet Vandenbroucke heeft ook de uitbetaling onder de vorm van een rente willen stimuleren, in plaats van onder de vorm van een eenmalig kapitaal. Ze doet dit op verschillende manieren: de inrichter wordt verplicht de aangeslotene in te lichten over de met het kapitaal overeenstemmende rente; het fiscale regime van de rente-uitkering wordt gelijkgeschakeld met dat van de kapitaalsuitkering; er wordt een maximumtarief voor de omzetting ingevoerd. Verplichte mededeling en aanbod van de met het kapitaal overeenstemmende rente Vanaf hun 45 jaar moeten de aangeslotenen verplicht vijfjaarlijks ingelicht worden over het te verwachten bedrag van de uit te keren rente na pensionering, zonder aftrek van de belastingen. De wet verplicht de inrichter om aan de aangeslotene in ieder geval de mogelijkheid

29 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 20 te geven om het kapitaal om te zetten in een rente. Wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang ervan minder dan of gelijk aan 500 euro bedraagt, wordt het kapitaal uitbetaald. Dit bedrag van 500 euro wordt geïndexeerd. Invoering van een maximumtarief Er wordt een maximaal tarief opgelegd bij de omzetting van het kapitaal in rente. Men mag de omzetting zelf uitvoeren op basis van vrij gekozen actualisatieregels, maar het resultaat moet minimaal gelijk zijn aan het resultaat dat men zou verkrijgen met behulp van de Belgische prospectieve sterftetafels en een technische intrestvoet die gelijk is 3,25%. 3.5 Mogelijkheid tot afkoop en reserve-overdracht Leeftijd waarop de aangeslotene zijn aanvullend pensioen kan opvragen (Art. 27 WAP) De aangeslotene kan het recht van afkoop op zijn reserves uitoefenen of de uitbetaling van zijn prestaties verkrijgen op het ogenblik van zijn pensionering of vanaf de leeftijd van 60 jaar. De wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening [10] heeft hier de voorwaarde toegevoegd dat het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst uitdrukkelijk in deze mogelijkheid moet voorzien. Bovendien worden voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening alsook de toewijzing van de afkoopwaarde aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet toegestaan om de aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Economische Ruimte onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen. Mogelijkheden bij uittreding uit het pensioenstelsel (Art WAP) Normaalgezien vindt het einde van de overeenkomst plaats bij overlijden of pensionering. Wanneer men echter de arbeidsovereenkomst beëindigt, om een andere reden, spreekt men van uittreding. Ook wanneer de werknemer niet langer voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel, of de werkgever verandert, kan er sprake zijn van uittreding.

30 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 21 In geval van een ondernemingspensioenstelsel, veronderstelt de stopzetting van de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de werkgever de onmiddellijke uittredeing van de aangeslotene uit het pensioenplan. In geval van een sectoraal pensioenstelsel ligt dit anders. Als een werknemer zijn werkgever verlaat, hangt het ervan af wat hij dan doet. Indien zijn nieuwe werkgever ook onder het toepassingsgebied van hetzelfde sectorpensioenstelsel valt, verandert er niets. De beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst bij de eerste werkgever heeft geen enkele invloed op zijn aanvullend pensioenplan. Indien zijn nieuwe werkgever net als de vorige werkgever onder het ressort van hetzelfde paritair comité valt, maar niet binnen het toepassingsgebied van hetzelfde sectorpensioenstelsel, is er uittreding uit het pensioenstelsel. De arbeidsovereenkomst wordt stopgezet en er is geen heraansluiting. Indien zijn nieuwe werkgever niet onder het ressort van het paritair comité valt, kan deze onmogelijk onder het toepassingsgebied van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst vallen. In dit geval is er dus uittreding omdat de arbeidsovereenkomst wordt stopgezet. Impact van de uittreding op de verworven reserves Bij uittreding mag geen enkele vergoeding of verlies ten laste gelegd worden van de aangeslotenen, of van de verworven reserves worden afgetrokken. De inrichter is ook verplicht om de tekorten van de verworven reserves aan te zuiveren. Dit houdt ook in dat hij ervoor moet zorgen dat aan de rendementsgarantie voldaan is. Ondanks dat de rendementsgarantie kadert in een langetermijnvisie, heeft de wetgever er toch voor gekozen dat hier ook moet aan voldaan zijn op het moment van uittreding. Mogelijkheden bij uittreding Bij uittreding kan de aangeslotene zelf beslissen wat er met zijn pensioenreserves gebeurt. Hij heeft de keuze uit de volgende drie mogelijkheden: 1. overdracht van de verworven reserves naar de pensioeninstelling van de nieuwe inrichter Indien de werknemer bij zijn nieuwe werkgever is aangesloten bij een pensioentoezegging, kan hij ervoor kiezen om zijn reserves over te brengen naar de pensioeninstelling van die nieuwe inrichter. Deze mag dit niet weigeren en geen kosten hiervoor aanreke-

31 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 22 nen. 2. overdracht van de verworven reserves naar een pensioeninstelling die de totale winst verdeelt en de kosten beperkt De aangeslotene kan er ook voor opteren de verworven reserves over te brengen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangesloten in functie van hun reserves verdeelt en de kosten beperkt. Deze mogen maximaal het volgende bedragen: 5% van de stortingen verricht gedurende het boekjaar; 2% van het totaal van de renten betaald gedurende het boekjaar; 0,05% van de verzekerde overlijdenskapitalen; 0,1% van de activa die de pensioeninstelling in het begin van het boekjaar aanhoudt ter dekking van de verplichtingen van het beschouwde stelsel. 3. de verworven reserves bij de pensioeninstelling laten Als laatste mogelijkheid kan de aangeslotene ook zijn verworven reserves laten staan bij de vorige inrichter. Daarbij heeft hij ook nog de keuze tussen: (a) zonder wijziging van de pensioentoezegging Deze mogelijkheid moet steeds beschikbaar zijn voor de aangeslotene. Wanneer het gaat over een pensioentoezegging van het type vaste prestaties, blijft de aangeslotene op het moment van zijn pensionering, recht hebben op de prestatie zoals die gedefinieerd is overeenkomstig de pensioenformule in het reglement of de overeenkomst. (b) in een onthaalstructuur wanneer het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst erin voorziet Dit zijn vaak verzekeringscontracten, en zijn bedoeld om de reserves te beheren van personen die gekozen hebben voor de eerste mogelijkheid, m.a.w. de inkomende reserves van de nieuw aangeworven werknemers; gekozen hebben voor punt (b) van de derde mogelijkheid, m.a.w. de achtergelaten reserves van de ex-werknemers. De aangeslotene heeft dertig dagen de tijd om te beslissen welke bestemming hij aan zijn verworven reserves wil geven. Wanneer deze tijd verstreken is zonder dat de aangeslotene heeft aangegeven wat te doen, wordt er verondersteld gekozen te zijn voor optie (a) van de derde mogelijkheid (behoud van zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling van zijn vorige inrichter, zonder wijziging van de pensioentoezegging). Hij kan deze bestemming echter nog

32 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN 23 steeds later wijzigen. Wet behoudende diverse bepalingen [3] Artikel 60 van [3] voegt hier nog enkele bemerkingen aan toe. In de gevallen van uittreding wanneer de werknemer niet meer aan de voorwaarden voldoet, wordt de toepassing van de bepalingen geldend bij uittreding uitgesteld tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door overlijden of pensionering. Zo een werknemer kan wel de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de rendementswaarborg, overdragen naar een onthaalstructuur, wanneer hij niet meer van een overlijdensdekking geniet en wanneer het pensioenreglement in een onthaalstructuur voorziet. Dan is de rendementsgarantie wel van toepassing op de overdracht en de inrichter is verplicht de tekorten, alsook ten opzichte van de garanties, aan te zuiveren. Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen mag worden ten laste gelegd van de aangeslotene, of van de verworven reserves worden afgetrokken. De wet [3] geeft ook nog enkele voorwaarden en termijnen i.v.m. de keuzemogelijkheden qua aanwending van de reserves. Multi-inrichterspensioenstelsel Artikel 61 van [3] zegt meer over de modaliteiten bij een multi-inrichterspensioenstelsel. De inrichters van een multi-inrichterspensioenstelsel kunnen een overeenkomst sluiten waarbij ze de gevolgen opheffen van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een aangeslotene bij een inrichter van een multi-inrichterspensioenstelsel, anders dan door overlijden of pensionering, die een nieuwe arbeidsovereenkomst sluit met een inrichter die aan hetzelfde multi-inrichterspensioenstelsel deelneemt. De in de vorige paragraaf bedoelde overeenkomst regelt de overname van het geheel van de rechten en verplichtingen van de inrichter die door de aangeslotene verlaten wordt, door de inrichter die door de aangeslotene vervoegd wordt, met inbegrip van de rendementsgaranties. De aangeslotene moet, binnen de dertig dagen die volgen op de overname van de rechten, schriftelijk worden geïnformeerd over deze overname en al haar gevolgen.

33 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE BEPALINGEN Informatieverstrekking Doel van de informatieverstrekking Het doel is de aangeslotenen een zo correct mogelijke informatie te geven, die voor hen duidelijk en transparant is. De wet geeft een opsomming van wat minimaal in een jaarlijkse fiche - de pensioenfiche - moet staan. Informatieverstrekking rechtstreeks aan de aangeslotenen De wet Vandenbroucke stelt de pensioeninrichting rechtstreeks verantwoordelijk voor de informatieverstrekking aan de aangeslotenen en aan de inrichter. Dit geldt zowel voor de actieven, als voor de uit dienst getreden aangeslotenen. Hiermee bedoelt men de ex-werknemers die hun reserves hebben laten staan bij de pensioeninstelling van de oude inrichter (de slapers ) en de verzekerden uit de onthaalstructuur. Aan de aangeslotenen: het pensioenreglement op aanvraag; pensioenfiche systematisch Bij de invoering van het aanvullend pensioenplan Het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst moet niet meer systematisch overgemaakt worden aan de aangeslotenen, enkel op verzoek van de aangeslotenen. Jaarlijkse informatie: de pensioenfiche Zoals vermeld worden de inlichtingen bij de invoering van het aanvullend pensioenstelsel op verzoek overhandigd aan de aangeslotenen. Daarnaast moet de pensioeninstelling ook jaarlijks aan de aangeslotenen een overzicht geven van de verzekerde voordelen, zowel aan de actieven als aan de uit dienst getreden aangeslotenen. Dit is de pensioenfiche en moet minimaal het volgende bevatten (Art. 26 WAP): het bedrag van de verworven reserves; het bedrag van de verworven prestaties, behalve voor de pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen zonder tariefgarantie, en de datum waarop deze opeisbaar zijn;

HERVORMING VAN DE WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN: WAT IS NIEUW?

HERVORMING VAN DE WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN: WAT IS NIEUW? HERVORMING VAN DE WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN: WAT IS NIEUW? De hervorming van de aanvullende pensioenen die werd aangekondigd in aansluiting op de hervorming van de 1 ste pijler van de pensioenen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei 2007. Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei 2007. Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei 2007 Gelet dat de Commissie voor aanvullende pensioenen, samengesteld krachtens art. 53 van de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende

Nadere informatie

Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche BV07083 24.05.2007 Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche Alle werknemers die aangesloten zijn bij een aanvullende pensioentoezegging ontvangen jaarlijks een pensioenfiche

Nadere informatie

Nieuwe regels voor de aanvullende pensioenen vanaf 2016

Nieuwe regels voor de aanvullende pensioenen vanaf 2016 Nieuwe regels voor de aanvullende pensioenen vanaf 2016 De nouvelles règles pour les pensions complémentaires à partir de 2016 De wet van 18 december 2015 ter waarborging van de duurzaamheid en het sociale

Nadere informatie

Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen aan de algemene voorwaarden

Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen aan de algemene voorwaarden Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen aan de algemene voorwaarden 1. Vereffening van de uitkering bij leven Sinds 1 januari 2016 kan in het stelsel van de loontrekkende werknemers het aanvullend

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 INVENTARIS VAN DE VRAGEN BETREFFENDE TITEL II, HOOFDSTUK I, AFDELING 4 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER

Nadere informatie

Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP)

Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Pensioenfonds info@claeysengels.be www.claeysengels.be Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) www.iuslaboris.com

Nadere informatie

Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018

Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018 Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sectoraal pensioenstelsel ten

Nadere informatie

Update@Work September 2010 - Nummer 5 - Jaargang 6

Update@Work September 2010 - Nummer 5 - Jaargang 6 Employee Benefits Update@Work September 2010 - Nummer 5 - Jaargang 6 Databank Aanvullende Pensioenen of DB2P: aangifte-instructies De Gegevensbank Opbouw Aanvullende Pensioenen die in het leven werd geroepen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES. nr. 15. de dato. 7 december 2006

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES. nr. 15. de dato. 7 december 2006 COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 15 de dato 7 december 2006 Gelet dat de commissie voor aanvullende pensioenen, samengesteld krachtens art. 53 van de Wet van 28 april 2003 betreffende de

Nadere informatie

Rekening houdend met de financieringsmethode, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende types van pensioenplannen.

Rekening houdend met de financieringsmethode, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende types van pensioenplannen. CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 De groepsverzekering info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com I WAT IS EEN GROEPSVERZEKERING?

Nadere informatie

Waarborg en Sociaal Fonds Voedingsindustrie Aanvullend pensioen. Wat?

Waarborg en Sociaal Fonds Voedingsindustrie Aanvullend pensioen. Wat? Waarborg en Sociaal Fonds Voedingsindustrie Aanvullend pensioen Wat? Sinds 1 april 2004 genieten alle arbeiders van de voedingsnijverheid een aanvullend pensioen, ofwel op basis van het sectoraal sociaal

Nadere informatie

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016 Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De

Nadere informatie

ONTHAALSTRUCTUUR REGLEMENT. P&V VERZEKERINGEN c.v.b.a.

ONTHAALSTRUCTUUR REGLEMENT. P&V VERZEKERINGEN c.v.b.a. ONTHAALSTRUCTUUR REGLEMENT P&V VERZEKERINGEN c.v.b.a. Koningsstraat, 151 B-1210 Brussel Tel. 02-250 91 11 Fax 02-250 92 30 www.pv.be Bank 877-7939404-64 R.P.R./B.T.W. BE 0402.236.531 Verzekeringsonderneming

Nadere informatie

Aangifte EAS nieuwe definitie uittreding (Wet houdende diverse bepalingen) Datum 2014-09-10

Aangifte EAS nieuwe definitie uittreding (Wet houdende diverse bepalingen) Datum 2014-09-10 Betreft Aangifte EAS nieuwe definitie uittreding (Wet houdende diverse bepalingen) Datum 2014-09-10 5.12 Aangifte Tussentijdse stand van de rekening Via deze aangifte wordt informatie meegedeeld over de

Nadere informatie

Fiche 8 AANVULLENDE PENSIOENEN

Fiche 8 AANVULLENDE PENSIOENEN Fiche 8 AANVULLENDE PENSIOENEN (Werknemers: W. 28.04.2003 op de aanvullende pensioenen (de WAP); Zelfstandigen: programmawet 24.12.2002 - W. 27.10.2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor

Nadere informatie

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector www.federale.be www.baksteen.be Voorwoord Eind 2011 werd een sectoraal pensioenplan ingevoerd voor de arbeiders van de baksteensector. Met dit sectorpensioenplan

Nadere informatie

ADDENDUM (dd. 07/2017) aan de algemene en bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging voor bedrijfsleiders met ref. 6112

ADDENDUM (dd. 07/2017) aan de algemene en bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging voor bedrijfsleiders met ref. 6112 ADDENDUM (dd. 07/2017) aan de algemene en bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging voor bedrijfsleiders met ref. 6112 Dit addendum bevat een aantal wijzigingen aan de bovengenoemde algemene en

Nadere informatie

Informatiebrochure Aanvullende Pensioenen. Wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen. Invoering van een uniforme verjaringstermijn

Informatiebrochure Aanvullende Pensioenen. Wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen. Invoering van een uniforme verjaringstermijn Informatiebrochure Aanvullende Pensioenen Wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen De wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen heeft een aantal wijzigingen doorgevoerd op het vlak van de

Nadere informatie

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector Update 2018-2019 www.federale.be www.baksteen.be Voorwoord Eind 2011 werd een sectoraal pensioenplan ingevoerd voor de arbeiders van de baksteensector.

Nadere informatie

Rendementsgarantie 2e pensioenpijler: eindelijk oplossing! De tweede pijler wordt gevormd door ondernemingspensioenstelsels en sectorale stelsels

Rendementsgarantie 2e pensioenpijler: eindelijk oplossing! De tweede pijler wordt gevormd door ondernemingspensioenstelsels en sectorale stelsels Rendementsgarantie 2e pensioenpijler: eindelijk oplossing! De tweede pijler wordt gevormd door ondernemingspensioenstelsels en sectorale stelsels waarvan het beheer is toevertrouwd aan instellingen voor

Nadere informatie

Update@Work. Aanvullende pensioenen in de wet van 15.5.2014 houdende diverse bepalingen. Nieuwsbrief over personeelsbeleid.

Update@Work. Aanvullende pensioenen in de wet van 15.5.2014 houdende diverse bepalingen. Nieuwsbrief over personeelsbeleid. Aon Hewitt Update@Work Augustus 2014 Nummer 5 Jaargang 10 Nieuwsbrief over personeelsbeleid Inhoudsopgave 01 Uittreding 03 Multi-inrichterspensioenstelsel 03 Databank opbouw aanvullende pensioenen (DB2P)

Nadere informatie

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd... SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling

Nadere informatie

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd... Bijlage 4 SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/004 BERAADSLAGING NR 11/003 VAN 11 JANUARI 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Vragen & Antwoorden I. PENSIOENLEEFTIJD - AFLOOP VAN DE PENSIOENTOEZEGGING

Vragen & Antwoorden I. PENSIOENLEEFTIJD - AFLOOP VAN DE PENSIOENTOEZEGGING Newsletter 07/2016 Vragen & Antwoorden Evolutie van de reglementering van de tweede pijler Versterking van het aanvullende karakter van de tweede pijler (EBI flash Evolutie van de tweede pijler deel 3

Nadere informatie

SECTORPENSIOENPLAN VOOR DE ARBEIDERS VAN DE BETONINDUSTRIE

SECTORPENSIOENPLAN VOOR DE ARBEIDERS VAN DE BETONINDUSTRIE SECTORPENSIOENPLAN VOOR DE ARBEIDERS VAN DE BETONINDUSTRIE Paritair Subcomité 106.02 cao van 9 oktober 2006 VOORWOORD Met de ondertekening van de cao van 9 oktober 2006 werd de invoering van een sectoraal

Nadere informatie

INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN EN INSTELLINGEN VOOR BEDRIJFSPENSIOENVOORZIENING

INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN EN INSTELLINGEN VOOR BEDRIJFSPENSIOENVOORZIENING LEVEN 2015-14 / BIJLAGE 2 LEVEN/ TECHN. COMM. COLLECTIEF 2015-88/B INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN EN INSTELLINGEN VOOR BEDRIJFSPENSIOENVOORZIENING

Nadere informatie

Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016

Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016 Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sociaal sectoraal pensioenstelsel

Nadere informatie

INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN

INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN LEVEN 2015-14 / BIJLAGE 1 LEVEN/ TECHN. COMM. COLLECTIEF 2015-88/A INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN 22 september 2015 Inleiding Definities Voor

Nadere informatie

9. Aanvullende pensioenen

9. Aanvullende pensioenen 9. Aanvullende pensioenen In de privé-sector heeft ongeveer 1 werknemer op 3 een aanvullend pensioen. Daarmee situeert België zich gelijk aan het Europees gemiddelde, maar duidelijk onder het Verenigd

Nadere informatie

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Employee Benefits Institute 1. Welke zijn de nieuwe rentevoeten die AXA Belgium waarborgt

Nadere informatie

Jaaroverzicht VAPZ & RIZIV

Jaaroverzicht VAPZ & RIZIV Jaaroverzicht VAPZ & RIZIV 1. wat is een jaaroverzicht? Een jaaroverzicht bezorgt u een jaarlijks overzicht van de bewegingen op uw contract tijdens het afgelopen kalenderjaar (E). 2. nieuwe gegevens op

Nadere informatie

Welcome plan Werkingsreglement onthaalstructuur

Welcome plan Werkingsreglement onthaalstructuur Reglement Versie 001 Datum 1 april 2018 Inhoud 1. Definities...3 2. Mogelijke prestaties...3 2.1. Welke prestaties kan de aangeslotene kiezen? 3 2.1.1. Kapitaal leven en kapitaal overlijden 3 2.1.2. Kapitaal

Nadere informatie

SECTORAAL PENSIOENPLAN ZEEVISSERIJ PAKHUIZEN PC143-086

SECTORAAL PENSIOENPLAN ZEEVISSERIJ PAKHUIZEN PC143-086 SECTORAAL PENSIOENPLAN ZEEVISSERIJ PAKHUIZEN PC143-086 1 Aanvullend pensioen? 3 PIJLERS VAN HET PENSIOEN 1 e pijler Wettelijk pensioen Overheid (arbeiders, bedienden,.) 2 e pijler Aanvullend pensioen Bedrijf

Nadere informatie

SOCIAAL FONDS VAN DE BETONINDUSTRIE. in samenwerking met. Sectorpensioenplan. voor de arbeiders van de betonindustrie. SFBI Sectorpensioenplan 1

SOCIAAL FONDS VAN DE BETONINDUSTRIE. in samenwerking met. Sectorpensioenplan. voor de arbeiders van de betonindustrie. SFBI Sectorpensioenplan 1 SOCIAAL FONDS VAN DE BETONINDUSTRIE in samenwerking met voor de arbeiders van de betonindustrie SFBI 1 2 SFBI Voorwoord Sophie Bulcke Voorzitter Sociaal Fonds van de Betonindustrie In 2005 werd binnen

Nadere informatie

Bijlagen. Inhoudstafel. Titel I Algemene bepaling Art.1. Wetsverwijzing

Bijlagen. Inhoudstafel. Titel I Algemene bepaling Art.1. Wetsverwijzing Bijlagen Overzicht van de wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid Titel I Algemene bepaling Art.1.

Nadere informatie

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Employee Benefits Institute 1. Welke zijn de nieuwe rentevoeten die AXA Belgium waarborgt

Nadere informatie

BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm "Rendementsgarantie+ fonds"

BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm Rendementsgarantie+ fonds BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm "Rendementsgarantie+ fonds" INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 2. INTRESTVOET... 3 3. WINSTDELING... 3 3.1. Jaarlijkse winstdeling... 4 3.2. "Interim"-winstdeling... 4 4. BELEGGINGSDOELEINDEN...

Nadere informatie

Echtscheiding en aanvullend pensioen. Verdeling van de aanvullende pensioenrechten. * Wanneer? Verdeling op het ogenblik van de echtscheiding

Echtscheiding en aanvullend pensioen. Verdeling van de aanvullende pensioenrechten. * Wanneer? Verdeling op het ogenblik van de echtscheiding 3//0 9:9:0 AM Verdeling op het ogenblik van de echtscheiding Verdeling van de verworven rechten gebeurt op het ogenblik van de echtscheiding Verschillende opties voor de vereffeningvan de verworven rechten

Nadere informatie

Pensioenplan voor de arbeiders van de grind- en zandgroeven

Pensioenplan voor de arbeiders van de grind- en zandgroeven Pensioenplan voor de arbeiders van de grind- en zandgroeven Voorwoord Midden 2014 werd voor de arbeiders van de grind- en zandgroeven een sectoraal pensioenplan ingevoerd. Met dit sectorpensioenplan bouwt

Nadere informatie

1160/K PERSOONLIJK en VERTROUWELIJK

1160/K PERSOONLIJK en VERTROUWELIJK 1160/K040242 PERSOONLIJK en VERTROUWELIJK AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL VAN HET PARITAIR COMITE VOOR DE BEDIENDEN UIT DE INTERNATIONALE HANDEL, HET VERVOER EN DE LOGISTIEK exemplaar aangeslotene

Nadere informatie

Bijvoegsel aan de pensioenovereenkomst 0096-B4445L

Bijvoegsel aan de pensioenovereenkomst 0096-B4445L Bijvoegsel aan de pensioenovereenkomst 2 Bijvoegsel aan de pensioenovereenkomst Inhoud Reden bijvoegsel en invoegetreding... 3 Pensioenleeftijd... 3 Verdaging van de pensioenleeftijd... 3 Gevolgen van

Nadere informatie

Welcome Plan Werkingsreglement

Welcome Plan Werkingsreglement Werkingsreglement Onthaalstructuur Inhoud 1. Definities 3 2. Mogelijke prestaties 3 2.1. Welke prestaties kan de aangeslotene kiezen? 3 2.1.1. Kapitaal leven en kapitaal overlijden 3 2.1.2. Kapitaal leven

Nadere informatie

REGLEMENT VAN HET AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL VOOR DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID

REGLEMENT VAN HET AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL VOOR DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID REGLEMENT VAN HET AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL VOOR DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Begripsomschrijving... 2 3 Aansluiting... 3 4 De pensioentoelage

Nadere informatie

Vragenlijst Sectoraal Pensioenstelsel

Vragenlijst Sectoraal Pensioenstelsel Vragenlijst Sectoraal Pensioenstelsel Tenzij anders vermeld peilen de vragen steeds naar de situatie op 31 december 2017 Deze vragenlijst dient in principe te worden ingevuld voor elk pensioenstelsel afzonderlijk.

Nadere informatie

Onderstaande wijzigingen zijn op de wettelijke ingangsdatum in voege getreden.

Onderstaande wijzigingen zijn op de wettelijke ingangsdatum in voege getreden. ADDENDUM (dd. 07/2017) aan - de algemene voorwaarden van de pensioentoezegging met ref. 6128 ( inclusief addendum dd. 12/2013); - de algemene en bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging met ref.

Nadere informatie

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Employee Benefits Institute 1. Welke zijn de nieuwe rentevoeten die AXA Belgium waarborgt

Nadere informatie

Pensioentoezegging. Bijzondere voorwaarden

Pensioentoezegging. Bijzondere voorwaarden Pensioenreglement Maatschappelijke zetel Postadres Zetel Antwerpen ING 320-0002736-90 Koningsstraat 153, 1210 Brussel Desguinlei 92, 2018 Antwerpen IBAN BE34 3200 0027 3690 TEL. +32 (0)2 406 38 97 - FAX

Nadere informatie

VAPZ - Sociaal VAP - RIZIV

VAPZ - Sociaal VAP - RIZIV VAPZ - Sociaal VAP - RIZIV 2 VAPZ - Sociaal VAP - RIZIV Inhoud Reden bijvoegsel en invoegetreding...3 Pensioenleeftijd...3 Verdaging van de pensioenleeftijd...3 Gevolgen van de verdaging van de pensioenleeftijd...3

Nadere informatie

Apra Leven NV in vereffening - gevolgen voor de verzekeringscontracten tweede pensioenpijler

Apra Leven NV in vereffening - gevolgen voor de verzekeringscontracten tweede pensioenpijler Apra Leven NV in vereffening - gevolgen voor de verzekeringscontracte... http://www.fsma.be/nl/news/article/faq/faqapraleven.aspx 1 of 1 04/10/2012 09:06 PM Apra Leven NV in vereffening - gevolgen voor

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/12/317 BERAADSLAGING NR. 12/095 VAN 6 NOVEMBER 2012 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/090 BERAADSLAGING NR 10/053 VAN 6 JULI 2010 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

SECTORAAL PENSIOENSTELSEL

SECTORAAL PENSIOENSTELSEL 100465_Brochure_NL:Mise en page 1 12/02/10 11:04 Page 1 SECTORAAL PENSIOENSTELSEL PARITAIR COMITE VOOR DE BEWAKINGS- EN/OF TOEZICHTSDIENSTEN 100465_Brochure_NL:Mise en page 1 12/02/10 11:04 Page 2 Aanvullend

Nadere informatie

PENSIOENLEEFTIJD EN ANTICIPATIE

PENSIOENLEEFTIJD EN ANTICIPATIE Aanvullende pensioenen Hervorming 2020-2040 Serge Tubeeckx 30/09/2014 Extract uit het verslag van de experten: Serge TUBEECKX - 30/09/2014-115067 - CONTASSUR 2 I. De aanvullende pensioenprestaties mogen

Nadere informatie

BIJVOEGSEL AAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT

BIJVOEGSEL AAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT BIJVOEGSEL AAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT Baloise Belgium nv Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenr. 0096 met FSMA-nr. 24.941 A Maatschappelijke zetel: City Link, Posthofbrug 16, 2600 Antwerpen,

Nadere informatie

Inhoudstafel. Deel I - Groepsverzekering of IPT. Voorwoord... 1. Inhoudstafel. 1. Schema... 5. 2. Algemeen... 6

Inhoudstafel. Deel I - Groepsverzekering of IPT. Voorwoord... 1. Inhoudstafel. 1. Schema... 5. 2. Algemeen... 6 Inhoudstafel Voorwoord.... 1 Deel I - Groepsverzekering of IPT 1. Schema.................................................... 5 2. Algemeen.................................................. 6 2.1. Waarom

Nadere informatie

3. Tweede pijler : algemeenheden

3. Tweede pijler : algemeenheden 3. Tweede pijler : algemeenheden 15 Wat is het belang van een aanvullend pensioen? Het is de bedoeling om het wettelijk pensioen aan te vullen en, in het bijzonder voor de kaderleden, de levensstandaard

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/14/132 BERAADSLAGING NR. 14/070 VAN 2 SEPTEMBER 2014 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

De individuele pensioentoezegging

De individuele pensioentoezegging CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 De individuele pensioentoezegging info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com I WAT IS EEN INDIVIDUELE

Nadere informatie

Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) Financiële Infofiche

Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) Financiële Infofiche Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) Financiële Infofiche Wat? Het VAPZ is een formule voor aanvullende pensioenopbouw. Het is een tak 21-levensverzekering op naam met gewaarborgd rendement.

Nadere informatie

REGLEMENT VAN HET AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL VOOR DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID (*)

REGLEMENT VAN HET AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL VOOR DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID (*) REGLEMENT VAN HET AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL VOOR DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID (*) Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Begripsomschrijving... 2 3 Aansluiting... 3 4 De pensioentoelage

Nadere informatie

Pensioenreglement Vaste bijdragen

Pensioenreglement Vaste bijdragen Pensioenreglement Vaste bijdragen SOCIAAL FONDS VAN HET PARITAIR COMITÉ VOOR DE BEDIENDEN UIT DE INTERNATIONALE HANDEL, HET VERVOER EN DE LOGISTIEK 530/001529 530/002081 530/002082 530/002083 530/002084

Nadere informatie

De gelijkwaardigheid wordt uitsluitend getoetst voor een 25 jarige alleenstaande voltijdse werknemer die op 1 januari 2016 in dienst is getreden;

De gelijkwaardigheid wordt uitsluitend getoetst voor een 25 jarige alleenstaande voltijdse werknemer die op 1 januari 2016 in dienst is getreden; BIJLAGE 3 AANVULLEND PENSIOEN CHEMIE TECHNISCHE NOTA Hoe de gelijkwaardigheid van een aanvullend ondernemingspensioenstelsel met het aanvullend sectoraal pensioenstelsel chemie toetsen? 1. Berekenen van

Nadere informatie

21/03/2012. Echtscheiding en Aanvullend Pensioen. Verdeling op het ogenblik van de echtscheiding. Verdeling bij echtscheiding Pensioentoezegging

21/03/2012. Echtscheiding en Aanvullend Pensioen. Verdeling op het ogenblik van de echtscheiding. Verdeling bij echtscheiding Pensioentoezegging Echtscheiding en Aanvullend Pensioen Verdeling op het ogenblik van de echtscheiding Philippe Demol Actuaris 19/03/2012 Aangeslotene(n)? Echtgeno(o)t(en)? Ex-echtgeno(o)t(en) Pensioentoezegging Werkgever

Nadere informatie

Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ) Financiële Infofiche

Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ) Financiële Infofiche Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ) Financiële Infofiche Wat? De POZ is een formule voor aanvullende pensioenopbouw, optioneel met een aanvullende waarborg bij overlijden. Het is een tak 21-levensverzekering

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/129 BERAADSLAGING NR 11/085 VAN 8 NOVEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

SAMEN OP WEG NAAR EEN AANVULLEND PENSIOEN VOOR IEDEREEN

SAMEN OP WEG NAAR EEN AANVULLEND PENSIOEN VOOR IEDEREEN SAMEN OP WEG NAAR EEN AANVULLEND PENSIOEN VOOR IEDEREEN Frank Vandenbroucke Minister van sociale zaken en pensioenen Didier Reynders Minister van Financiën Een nieuw elan voor aanvullende pensioenen:!

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/046 BERAADSLAGING NR 11/032 VAN 5 APRIL 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2015

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2015 Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2015 1. Welke instellingen komen tussenbeide in het beheer van uw aanvullend pensioen?

Nadere informatie

VIP-PLAN VOOR BEDRIJFSLEIDERS EN WERKNEMERS

VIP-PLAN VOOR BEDRIJFSLEIDERS EN WERKNEMERS VIP-PLAN VOOR BEDRIJFSLEIDERS EN WERKNEMERS INDIVIDUELE PENSIOENTOEZEGGING 30.30.014/10 09/08 U bent bedrijfsleider en u wil een extra-legaal pensioenvoordeel - gefinancierd do of aan bepaalde personeelsleden.

Nadere informatie

Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1

Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1 Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1 INDIVIDUELE PENSIOENTOEZEGGING (tak 21) Type levensverzekering Capiplan Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet op de premies gestort in het tak 21-gedeelte

Nadere informatie

Reglement van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid

Reglement van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid Reglement van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid 1.Voorwerp De pensioentoezegging heeft tot doel om een kapitaal samen te stellen dat aan de aangeslotene uitgekeerd

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/141 BERAADSLAGING NR 10/080 VAN 7 DECEMBER 2010 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

financiële infofiche Flexibel VAP Saving Plan geldig op 22 mei 2017

financiële infofiche Flexibel VAP Saving Plan geldig op 22 mei 2017 Type levensverzekering Doelgroep Contracterende partijen Waarborgen Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen, met gewaarborgde intrestvoet door de verzekeringsmaatschappij. Deze levensverzekering laat

Nadere informatie

De gewijzigde WAP-garantie in een notendop

De gewijzigde WAP-garantie in een notendop Binnen de Groep van tien werd op 14 oktober 2015 een compromis bereikt over de herziening van de wettelijke rendementsgarantie op de aanvullende pensioenen. De rendementsgarantie zal voortaan worden berekend

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN

GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN (ingaand op 01/01/2015) Groepsverzekering overlijden Groepsverzekering pensioen Deze brochure vormt geen juridisch bindend

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/023 BERAADSLAGING NR 11/018 VAN 1 MAART 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Opgelet voor de "WAP-rendementsgarantie" in uw groepsverzekering!

Opgelet voor de WAP-rendementsgarantie in uw groepsverzekering! Opgelet voor de "WAP-rendementsgarantie" in uw groepsverzekering! Mrs. Alexia Hoste alexia.hoste@marlex.be Heel wat grote bedrijven maar ook KMO s in Vlaanderen, hebben intussen wel één of meerdere aanvullende

Nadere informatie

Tak 21 spaarverzekering met vrije stortingen en fiscale voordelen

Tak 21 spaarverzekering met vrije stortingen en fiscale voordelen Life@Ease Type levensverzekering Tak 21 spaarverzekering met vrije stortingen en fiscale voordelen Waarborgen Hoofdwaarborg Bij leven Er wordt een pensioenkapitaal opgebouwd door kapitalisatie van de betaalde

Nadere informatie

financiële infofiche Flexibel VAP Saving Plan geldig op 1 januari 2017

financiële infofiche Flexibel VAP Saving Plan geldig op 1 januari 2017 Type levensverzekering Doelgroep Contracterende partijen Waarborgen Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen, met gewaarborgde intrestvoet door de verzekeringsmaatschappij. Deze levensverzekering laat

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/135 BERAADSLAGING NR 09/074 VAN 1 DECEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

De uitdagingen van de tweede pijler voor loontrekkenden

De uitdagingen van de tweede pijler voor loontrekkenden Jean-Michel Kupper Bestuurder Directeur AG Employee Benefits & HC De uitdagingen van de tweede pijler voor loontrekkenden 1 29/04/2015 Agenda De uitdagingen van het wettelijke pensioen De uitdagingen van

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/15/004 BERAADSLAGING NR 06/082 VAN 14 NOVEMBER 2006, GEWIJZIGD OP 13 JANUARI 2015, MET BETREKKING TOT DE

Nadere informatie

Paritair Comité voor het Hotelbedrijf. Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

Paritair Comité voor het Hotelbedrijf. Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Paritair Comité voor het Hotelbedrijf. Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. *** 1. Voorwerp 1.1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Het aanvullend pensioen

Het aanvullend pensioen Het aanvullend pensioen Het aanvullend pensioen Delen van deze brochure zijn ontleend aan de consumenteninformatie op de website van de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten): https://www.fsma.be/nl/aanvullend-pensioen.

Nadere informatie

Bijlage 1 bij Circulaire WAP nr. 7 over de regels betreffende het paritair beheer en het toezichtscomité INHOUD

Bijlage 1 bij Circulaire WAP nr. 7 over de regels betreffende het paritair beheer en het toezichtscomité INHOUD Toezicht op de pensioeninstellingen en de binnenlandse verzekeringsondernemingen Bijlage 1 bij Circulaire WAP nr. 7 over de regels betreffende het paritair beheer en het toezichtscomité * In de tekst moeten

Nadere informatie

Vragen met betrekking tot de wet van 18 december Verslag van de werkgroep van de CAP

Vragen met betrekking tot de wet van 18 december Verslag van de werkgroep van de CAP Inhoudstafel Vragen met betrekking tot de wet van 18 december 2015 1 Verslag van de werkgroep van de CAP 1 Inleiding... 5 2 Invoering van de mogelijkheid tot een overlijdensdekking bij uittreding... 6

Nadere informatie

Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1

Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1 Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1 INDIVIDUELE PENSIOENTOEZEGGING (tak 21) Type levensverzekering Capiplan Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet op de premies gestort in het tak 21-gedeelte

Nadere informatie

Informatiebrochure. Sectoraal stelsel voor aanvullend pensioen voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid Paritair Comité 209

Informatiebrochure. Sectoraal stelsel voor aanvullend pensioen voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid Paritair Comité 209 Informatiebrochure Sectoraal stelsel voor aanvullend pensioen voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid Paritair Comité 209 Brochure gemaakt in opdracht van de inrichter van het sectoraal aanvullend

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/147 BERAADSLAGING NR 11/095 VAN 6 DECEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Sociaal sectoraal pensioenstelsel Transparantieverslag 2008

Sociaal sectoraal pensioenstelsel Transparantieverslag 2008 Sociaal sectoraal pensioenstelsel Transparantieverslag 2008 1. Welke instellingen komen tussenbeide in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sociaal sectoraal pensioenstelsel voor

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/137 BERAADSLAGING NR 09/075 VAN 1 DECEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden gen dan 1.990 EUR per jaar (2.080 EUR voor aanslagjaar 2010). Dat jaarbedrag wordt verminderd in verhouding tot de dagen van aansluiting tijdens hetzelfde jaar bij een pensioenstelsel 922. Afdeling 6.

Nadere informatie

TRANSPARANTIEVERSLAG 2013

TRANSPARANTIEVERSLAG 2013 TRANSPARANTIEVERSLAG 2013 Conform artikel 42 van de Wet betreffende de Aanvullende Pensioenen (WAP) vindt U hierna het jaarlijks verslag dat informatie verstrekt over het door Pensio TL uitgevoerde beheer

Nadere informatie

-VOLULIFE. De groepsverzekering van de nieuwe generatie. AG Employee Benefits

-VOLULIFE. De groepsverzekering van de nieuwe generatie. AG Employee Benefits -VOLULIFE De groepsverzekering van de nieuwe generatie AG Employee Benefits -VOLULIFE Omdat elke werkgever die denkt in het belang van zijn onderneming, ook aan de toekomst van zijn medewerkers denkt.

Nadere informatie

Newsletter: Pension wake-up call

Newsletter: Pension wake-up call Newsletter: Pension wake-up call Januari 2016 Inhoudstafel 1 Variabele rentevoet voor de berekening van de WAP rendementsgarantie... 2 2 Verplichte minimale overlijdensdekking voor passieve aangeslotenen...

Nadere informatie

Deze nota geeft een toelichting bij de verschillende elementen van het ontwerp-akkoord.

Deze nota geeft een toelichting bij de verschillende elementen van het ontwerp-akkoord. T O E L I C H T I N G B I J O N T W E R P - A K K O O R D G R O E P V A N T I E N V A N 1 4 O K T O B E R 2015 De Groep van Tien bereikte op 14 oktober 2015 een ontwerp-akkoord over enkele belangrijke

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/14/116 BERAADSLAGING NR. 14/062 VAN 2 SEPTEMBER 2014 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/060 BERAADSLAGING NR. 18/038 VAN 6 MAART 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie