UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Deel B

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Deel B Studiejaar BACHELOROPLEIDING BIO-MEDISCHE WETENSCHAPPEN Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding Hoofdstuk 2 Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Eindtermen Hoofdstuk 3 Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.2 Colloquium doctum Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen Artikel 3.4 Vrij programma Hoofdstuk 4 Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Academische vorming Artikel 4.3 Vakken Artikel 4.4 De verplichte vakken Artikel 4.5 Keuzeruimte / minor Artikel 4.6 Volgorde tentamens Artikel 4.7 Deelname aan het onderwijs en voorrangsregels Artikel 4.8 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten Artikel 4.9 Maximale vrijstelling Artikel 4.10 Geldigheidsduur resultaten Artikel 4.11 Graad Artikel 4.12 Beoordeling tentamens Artikel 4.13 Dubbele bachelor Geneeskunde/Bio-medische wetenschappen (DuBa) Artikel 4.14 Majorprogramma voor Bèta-Gamma studenten Artikel 4.15 Toetsmomenten Artikel 4.16 Minimum en maximum aantal deelnemers Artikel 4.17 Toelaatbaarheid van studenten uit andere opleidingen dan Bio-medische wetenschappen in verband met een numerus fixus Hoofdstuk 5 Keuzeruimte Artikel 5.1. Minoren Artikel 5.2. Keuzevakken Artikel 5.3 Overige keuzeruimte Hoofdstuk 6 Honoursprogramma Artikel 6.1 Honoursprogramma Artikel 6.2 Excellentietraject (gestructureerd verdiepend honoursprogramma) Hoofdstuk 7 Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding Artikel 7.2 Bindend studieadvies Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B Artikel 8.2 Overgangsbepalingen Artikel 8.3 Bekendmaking Artikel 8.4 Inwerkingtreding 1

2 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen bachelorproject: deelcijfer: de opleiding: examencommissie: afsluitende onderzoeksstage van tenminste 18 cijfer voor een tentamen, essay, onderzoeksvoorstel of practicum bacheloropleiding Bio-medische wetenschappen examencommissie van Bio-medische wetenschappen Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1.De bacheloropleiding Bio-medische wetenschappen heeft het CROHO nummer en wordt in voltijds vorm en in het Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van lid 1 kan het derde studiejaar voornamelijk in het Engels verzorgd worden, dit is aan de opleidingsdirecteur. Voor een overzicht van deze vakken, zie de tabel behorende bij het artikel 4.5 hieronder. Hierbij is de gedragscode vreemde talen UvA en het bepaalde in artikel 7.2 van de wet van toepassing. 3.Een onderwijseenheid omvat 6 of een veelvoud daarvan. Onderstaande onderwijseenheden hebben een afwijkende omvang: - Van Molecuul tot Cel (9 ) - Genetica & Evolutie (9 ) - Moleculaire Microbiologie (4 ) - Humane Anatomie (3 ) - Humane Fysiologie (8 ) - Mechanismen van Ziekte van de Mens (5 ) - Regulering van Vorm en Functie van Dieren (8 ) - Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek 1 (4 ) - Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek 2 (4 ) - Academische Vaardigheden BMW 1 (3 ) - Academische Vaardigheden BMW 2 (3 ) 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Doelstelling van de opleiding is: Kennis, inzicht en vaardigheden in het vakgebied van de opleiding te verkrijgen en het bereiken van de eindtermen genoemd in de navolgende leden. a) Academische vorming, waaronder het verwerven van academische vaardigheden (zoals argumenteren, schrijf-, spreek- en onderzoeksvaardigheden, op juiste wijze citeren en vermelden van bronnen), het leren zelfstandig en creatief complexe problemen oplossen, kritisch reflecteren. b) Is voorbereid op een verdere studieloopbaan, in het bijzonder op de aansluitende master Biomedical Sciences. c) In substantiële mate voorbereid op een maatschappelijke loopbaan Artikel 2.2 Eindtermen 1)Kennis en Inzicht De afgestudeerde van de opleiding heeft kennis en inzicht op het gebied van: de biologische, mechanistische en etiologische basis van ziekte en gezondheid van mens of dier; de brede methodologische basis van biomedisch onderzoek (van laboratoriumtechnieken tot het gebruik van modelsystemen, statistiek en epidemiologie); de vertaling van klinische problemen naar zowel fundamenteel als klinisch-gebonden biomedisch onderzoek, en de vertaling van resultaten van biomedisch onderzoek (bij mens of dier) naar relevante toepassingen in de diagnostiek, behandeling en preventie van ziekte; de contextuele positie van het biomedische wetenschapsgebied als zodanig, dat wil zeggen vanuit een wetenschapsfilosofisch, -historisch, ethisch en/of maatschappelijk perspectief. methoden van wetenschappelijk onderzoek en inzicht in de aard, de problemen en de mogelijkheden van de Natuurwetenschappen en in het bijzonder van de genoom brede technieken en analyses in het kader van de Bio-medische wetenschappen. 2

3 2) Toepassen van kennis en inzicht De afgestudeerde van de opleiding: kan kwalitatieve, kwantitatieve en statistische technieken in biomedisch onderzoek toepassen; is in staat gegevens te verzamelen en kwalitatief en kwantitatief te analyseren; is in staat te werken met relevante computerprogramma s; is in staat een specifieke biomedische vraagstelling te definiëren, hypothesen op te stellen en verklaringen te vormen; kan onder begeleiding een wetenschappelijk onderzoeksplan voor een project/stage ontwerpen en uitvoeren. 3) Oordeelsvorming De afgestudeerde van de opleiding: - is in staat om biomedische vakliteratuur te lezen, te begrijpen en kritisch te beoordelen; - is in staat verzamelde biomedische gegevens op hun waarde te schatten en hun toepasbaarheid te beoordelen; - is in zekere mate in staat te beoordelen of biomedische laboratoriumtechnieken of (klinische) onderzoeksmodellen voor een probleemstelling geschikt en toepasbaar zijn; - is in staat een oordeel te vormen over biomedische vraagstukken mede gebaseerd op het afwegen van relevante maatschappelijke, klinische, wetenschappelijke of ethische aspecten; - is in staat bij biomedische vraagstukken verbindingen te leggen met naastliggende vakgebieden (bv. geneeskunde, biologie, farmaceutische wetenschappen); - heeft inzicht in het historisch en filosofisch perspectief van (biomedische) wetenschappen. 4) Communicatie De afgestudeerde van de opleiding: - kan mondeling en schriftelijk communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten in Nederlands en Engels; - kan inhoudelijk bijdragen aan een wetenschappelijke discussie; - kan een beargumenteerde mening vormen en deze verdedigen; - is in staat om zowel individueel als in groepsverband te functioneren en aan multidisciplinaire onderwerpen te werken; - is in staat peer feedback te geven. 5) Leervaardigheden De afgestudeerde van de opleiding: - is in staat om zelfstandig en efficiënt kennis en inzicht te verwerven aangaande voor hem of haar nieuwe biomedische vraagstukken; - kan functioneren op academisch werk- en denkniveau; kan en wil dit niveau verder ontwikkelen; - ziet de noodzaak en kan op de hoogte blijven van relevante ontwikkelingen op het vakgebied; is in staat om wetenschappelijke verklaringen te zoeken; - kan multidisciplinair denken en verbanden leggen; - kan reflecteren op eigen ontwikkeling en studieloopbaan om weloverwogen keuzes te maken voor een vervolgtraject; - kan reflecteren op het eigen handelen en (peer) feedback verwerken. 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen 1. Voor toelating tot de opleiding is het navolgende VWO-profiel vereist en gelden navolgende aanvullende eisen: VWO-profiel Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of VWO- profiel Natuur en Techniek met Biologie 2. Aspirant studenten, die voor augustus 2007 in 4 VWO zijn ingestroomd geldt; Profiel Natuur en Gezondheid of; Profiel Natuur en Techniek met Biologie 1, 2 of; Vwo diploma oude stijl met de vakken; biologie, scheikunde, natuurkunde, wiskunde A of B en Engels. 3. In aanvulling op lid 1 en 2 geldt voor de bacheloropleiding Bio-medische wetenschappen, dat de student in het bezit moet zijn van een plaatsingsbewijs van het Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en daarom moet zijn ingeloot of moet zijn nageplaatst. 3

4 Artikel 3.2 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 2.3 (OER deel A), heeft betrekking op de volgende vakken op het eindexamenniveau VWO: - Biologie; - Scheikunde; - Natuurkunde; - Wiskunde A of B; - Engels Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen De student die zijn of haar vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij of zij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - Het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO. Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma, zoals vermeld in artikel 4.4 hieronder. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld en heeft ten minste de omvang, breedte en diepgang van een reguliere bacheloropleiding. De student waakt er voor dat het voorgestelde programma toelating tot in elk geval één masteropleiding mogelijk maakt. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding omvat de volgende onderdelen: a. academische vorming b. verplichte onderwijseenheden c. keuzeruimte / minor Artikel 4.2 Academische vorming Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt verstaan: oriëntatie op studie en beroep, academische vaardigheden en mentoraat. Deze zijn omschreven in de studiegids. Daarnaast kan de student onder meer gebruik maken van de mogelijkheid deel te nemen aan het UvA generieke of opleiding specifieke Exchange Program of het Erasmusprogramma. Artikel 4.3 Vakken De studie omvat een pakket van verplichte en facultatieve vakken. Daarbij is voorzien in een ordening van vakken op inleidend (1 e jaars), verdiepend (2 e jaars) en gevorderd (3 e jaars) niveau. Artikel 4.4 De verplichte vakken De verplichte vakken horende bij de opleiding Bio-medische wetenschappen zijn in onderstaande tabellen weergegeven. 4

5 Eerste studiejaar Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm ** Van Molecuul tot Cel 5502MOTC9Y 9 1 H, P en W S en PO Genetica & Evolutie 5502GEEV9Y 9 2 H en P S en PO Moleculaire Microbiologie 5052MICR4Y 4 3 H en P S en PO Regulering van Vorm en Functie 5502RVFD8Y 8 4 H,P en W S en PO van Dieren Methoden van Onderzoek en 55021MOB4Y H, P en W S en CO Basis Statistiek 1 Methoden van Onderzoek en 55022MOB4Y H, P en W S en CO Basis Statistiek 2 Academische Vaardigheden 50521AVB3Y 3 1 t/m 3 W S, M en CO BMW 1.1 Academische Vaardigheden 50522AVB3Y 3 4 t/m 6 W S,M, en CO BMW 1.2 Humane Anatomie 5052HUAN3Y 3 5a H,W en P S en PO Humane Fysiologie 5052HUFY8Y 8 5b H,W en P S en PO Mechanismen van Ziekte van de Mens 5052MEZM5Y 5 6 H en W S * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO= praktische oefening, CO = computer opdracht Tweede studiejaar Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Moleculaire Celbiologie BMW 5052MCB12Y 12 1 H en W S Moleculaire Technieken 5052MOTE6Y 6 2 H en P S, PO en CO Immunologie Theorie en 5052TPIM6Y 6 2 H en P S en PO Praktijk Wetenschapsfilosofie en 5052WEBE6Y 6 3 H en W S Beroepsethiek Cellulaire Oncologie 5052CEO12Y 12 4 H en P S en PO Genomics van Ziekte 5052GEZ12Y 12 5 H en P S,PO en CO Miniscriptie 5052MINI6Y 6 6 W S * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO= praktische oefening, CO = computer opdracht 5

6 Derde studiejaar Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Verplicht keuze uit: Bachelorproject Biomedische wetenschappen 5052BAX18Y 18 5 en 6 L en O S en M Met: Keuzevak binnen de opleiding**** Of Verlengd bachelorproject Bio-medische wetenschappen BPU30Y 30 4 t/m 6 L en O S en M * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** Werkvormen zijn indicatief en bestaan uit: L=literatuurstudie, O=onderzoek ** *De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO= praktische oefening, CO = computer opdracht ****Voor een overzicht van deze keuzevakken zie tabel in artikel 4.5 hieronder Artikel 4.5 Vrije keuzeruimte / minor 1. De eerste vier periodes van het derde studiejaar moeten ingevuld worden met keuzevakken. Hiervoor kunnen vakken uit onderstaande tabel gekozen worden. 2. In aanvulling op lid 1 kan de student binnen deze vier periodes onderdelen kiezen buiten het reguliere programma met een totale studielast van maximaal 30 studiepunten. 3. Voor de vrije keuzeruimte komen in aanmerking de onderdelen, opgenomen in de studiegidsen van de UvA en onderdelen verzorgd door een andere Nederlandse of een buitenlandse universiteit. 4. Voor het meetellen van een extern keuzevak en voor het examen van de opleiding is voorafgaand goedkeuring door de examencommissie nodig. Keuzeonderdelen die worden aangeboden binnen de opleiding zelf zijn hiervan uitgezonderd. 5. Keuzevakken mogen inhoudelijk niet teveel overlap met onderdelen uit het eigen curriculum hebben, dit ter beoordeling door de examencommissie. 6. Van de vrije keuzeruimte mag in beginsel maximaal 12 studiepunten met eerstejaarsvakken (inleidend niveau) worden ingevuld, dit ter beoordeling door de examencommissie. 7. Binnen de UvA aangeboden en erkende minorprogramma s worden in principe altijd goedgekeurd, tenzij er overlap is met het reguliere programma. Dit is ter goedkeuring aan de examencommissie. Minoren tellen mee voor het aantal punten waaruit de minor wordt aangeboden, met een maximum van 30 studiepunten. 8. Wanneer een minor niet in zijn geheel wordt afgerond, zijn voor de vakken die wel zijn afgerond de bepalingen in lid 2 t/m lid 6 van toepassing. Derde studiejaar (keuzevakken) Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Track 1: Neurobiologie Deze bestaat uit de volgende vakken: Inleiding in de 5052IIN12Y 12 1 H, P en W S en M Neurobiologie Neurosystemen 5052NEU12Y 12 2 H,P en W S en M Cognitieve Neurobiologie 5052CONE6Y 6 3 H,P en W S Track 2: Frontiers in Medical Biology Deze bestaat uit de volgende vakken: Frontiers in Medical Biology I FB12Y 12 1 H en P S 6

7 Frontiers in Medical Biology II Aanbevolen keuzevak: P. Adv. Genomics 50522FB12Y 12 2 H en W S 5052PAGE6Y 6 3 H,P en W S en M Track 3: Patiëntgericht onderzoek Deze bestaat uit de volgende vakken; Medische Biochemie en 5052MBP12Y 12 1 H en W S Pathofysiologie Moleculaire Genetica 5052MOGE6Y 6 2a H en P S Medische Microbiologie 5052MEMI6Y 6 2b H,P en W S Verplicht keuzevak*** Overige keuzevakken: Oriëntatie op Onderwijs 55028ORO6Y 6 3 H en P S en M P. Adv. Genomics 5052AMBT6Y 6 3 H,P en W S en M 7

8 Overige keuzevakken: Immunologie: Research 5052IMRK6Y 6 3 H,P en W S en M en Kliniek P.Medische Microbiologie 5052PRMM6Y 6 3 H en P S en M **** Anatomie en 5052AOB12Y 12 4 H en P S en M Ontwikkelingsbiologie Genregulatie 5042GEN12Y 12 4 H en P S Medische Moleculaire 5052MMB12Y 12 4 H en W S Biologie Endocrinologie 5052END12Y 12 4 H en V en W S en M * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, V=veldwerk/excursie ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling *** Deze keuzevakken worden genoemd onder het kopje overige keuzevakken in de tabel ****Het vak P. Medische Microbiologie kan alleen gevolgd worden als de Patiëntgericht onderzoek track gevolgd is. Toelating tot alle keuzevakken en tracks is onder voorbehoud van capaciteit, waarbij bio-medische studenten en major studenten primair geplaatst worden. Artikel 4.6 Volgorde tentamens 1. Een student kan slechts deelnemen aan onderwijs of tentamens van het derde jaar wanneer alle punten van jaar één behaald zijn en de praktische vakken Moleculaire Technieken (5052MOTE6Y) en Immunologie Theorie en Praktijk (5052TPIM6Y). 2. De student kan deelnemen aan het bachelorproject (5052BAX18Y) van 18, indien jaar 1 en jaar 2 behaald zijn op 1 maart van het lopende studiejaar. Voor het verlengde bachelorproject van 30 (5052BPU30Y) geldt dat op 1 december van het lopende studiejaar, jaar 1 en jaar 2 behaald moeten zijn. 3. In aanvulling op lid 1 en 2 kunnen additionele ingangseisen opgenomen zijn in de vakbeschrijving die te vinden is in de studiegids. 4. Een uitzondering op 1 of meerdere bovenstaande lid of leden is ter beoordeling aan de opleidingsdirecteur Bio-medische wetenschappen. Artikel 4.7 Deelname aan het onderwijs en voorrangsregels 1. Toelating voor vakken met een beperkte capaciteit vindt plaats op basis van vooraf vastgestelde en in de studiegids gepubliceerde toelatingscriteria en voorrangsregels, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten bij de toelating tot vakken. Dit geldt voor alle derdejaars keuzevakken behorende tot de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen. 2. Degene die niet bij de universiteit is ingeschreven heeft geen recht op deelname aan het onderwijs of tentamens. 3. Wanneer een student zich aanmeldt voor een vak wordt hij of zij automatisch aangemeld voor het tentamen en hertentamen. 4. Indien een student zich niet op de voorgeschreven wijze heeft aangemeld, wordt voor de student van het betreffende vak geen resultaat in de administratie opgenomen en worden voor het betreffende vak geen studiepunten toegekend. Artikel 4.8 Deelname aan praktische oefeningen en werkgroepbijeenkomsten 1. Deelname aan alle practica, computerpractica en werkcolleges in het curriculum is verplicht. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie, in samenspraak met de betreffende examinator, op verzoek van de student van deze verplichting vrijstelling verlenen. Dit in geval het onderzoek naar en de beoordeling van de beoogde vaardigheden naar haar oordeel ook kan plaatsvinden bij een geringer deelnamepercentage, al dan niet onder oplegging van aanvullende eisen. 3. De student kan de examencommissie vragen om vrijstelling van het deelnemen aan praktisch werk. Deze vrijstelling kan onder meer worden verleend op grond van gewetensbezwaren. De examencommissie bepaalt, in overleg met de examinator, aan welke aanvullende eisen de student moet voldoen. Artikel 4.9 Maximale vrijstelling Maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van verleende vrijstellingen. 8

9 Artikel 4.10 Geldigheidsduur resultaten 1. Cijfers van schriftelijke deeltentamens komen na afloop van het vak te vervallen. 2. Als aanvulling op lid 1 geldt dat beoordelingen van onderdelen die niet door een schriftelijk tentamen getoetst worden geldig blijven tot het eind van het volgend academisch jaar. Daarna moet het gehele vak opnieuw gevolgd worden. Artikel 4.11 Graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aan de overige door de wet gestelde eisen heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Science, afgekort tot BSc, toegevoegd. De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. Artikel 4.12 Beoordeling tentamens 1. Voor studenten die de bacheloropleiding volgen geldt in het eerste studiejaar: a. Binnen een vak worden geen andere beoordelingen gegeven dan een cijfer voor theorie en een beoordeling voor praktisch werk. b. Uitzonderingen op lid a zijn de vakken Academische Vaardigheden BMW 1, Academische Vaardigheden BMW 2 die geheel uit praktisch werk bestaan. De wijze van beoordeling van deze vakken wordt uiterlijk tien werkdagen voor aanvang van deze vakken bekend gemaakt via blackboard. c. Tijdens een vak van 8 of meer wordt de theorie in twee delen getoetst. Bij een vak met 2 toetsen is het eindcijfer voor de theorie het resultaat van de toetsen binnen het vak. De scores van de toetsen dragen elk naar rato van de behandelde stof bij aan het eindcijfer. d. Binnen een vak zijn de praktische en een theoretische component onderling niet compenseerbaar. 2. Voor studenten, die de bacheloropleiding volgen geldt in het tweede en derde studiejaar in aanvulling op artikel 4.6 lid 1 van het OER deel A, dat voor alle deelcijfers van onderdelen een 5.0 of hoger moet worden gehaald. 3. Hertentamens van de theorie betreffen de gehele studiestof. Artikel 4.13 Dubbele bachelorprogramma Geneeskunde/Bio-medische wetenschappen (DuBa) 1. Aan de eisen van de opleiding wordt ook voldaan door het volgen van het dubbele bachelor - programma als omschreven in lid Een student wordt alleen toegelaten tot het dubbele bachelorprogramma na een toelatingsgesprek op basis van tenminste een acht op VWO eindexamen niveau en aantoonbare interesse voor zowel de klinische kant als de experimenteel onderzoek. 3. Een maximum van 14 studenten wordt geselecteerd door de opleidingsdirecteuren van Geneeskunde en Bio-medische wetenschappen. 4. Het volledige dubbele bachelorprogramma dient binnen vier studiejaren te worden afgerond. 5. Het is te allen tijde mogelijk om vanuit het dubbele bachelorprogramma terug te vallen op het programma van de opleiding Geneeskunde of Bio-medische wetenschappen. Indien daartoe besloten wordt, zullen de voorwaardelijke vrijstellingen als regel komen te vervallen, waarmee de betreffende vakken, die tot de oorspronkelijke bachelor-opleiding behoren alsnog succesvol afgerond moeten worden. In individuele gevallen kan, na overleg met en goedkeuring van de examencommissie van de oorspronkelijke bachelor, besloten worden van deze regel af te wijken. 6.Studenten in het dubbele bachelorprogramma kunnen doorgaan met dit programma indien aan onderstaande eisen wordt voldaan. a.de student heeft tenminste 63 behaald van het programma na het eerste studiejaar. b.om aan jaar 3 vakken te mogen beginnen, moeten alle vakken van jaar 1 behaald zijn. c.om aan het bachelorproject te mogen beginnen moeten het eerste en tweede jaar volledig zijn afgerond op 1 maart van het lopende studiejaar d.het afwijken van de voortgangsregelingen genoemd in bovenstaande leden 4 en 6 is ter beoordeling aan de opleidingsdirecteuren van Bio-medische wetenschappen en Geneeskunde. 7. Het DuBa programma staat hieronder weergegeven; 1.Het eerste jaar (90 ) omvat de verplichte onderdelen genoemd in onderstaande tabel met de daarbij vermelde studielast. Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Van Molecuul tot Cel 5502MOTC9Y 9 1 H, P en W S Academische Vaardigheden BMW AVB3Y 3 1 t/m 3 W S en M 9

10 Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Academische 50522AVB3Y 3 4 t/m 6 W S en M Vaardigheden BMW 1.2 Klinisch lijnonderwijs*** 4002B6106Y H, PA S kleinschalig jaar 1 Klinisch lijnonderwijs 4002B6116Y H, PA S grootschalig jaar 1 Vaardighedenonderwijs 4002V6107Y H en P S en M 1 ste jaar Rode draad 4002R6109Y H en P S Farmacologie en farmacotherapie 1 ste jaar Rode draad 4002RP611Y W S Professioneel gedrag 1 ste jaar Methoden van 55021MOB4Y H, P en W S Onderzoek en Basis Statistiek 1 Methoden van 55022MOB4Y H, P en W S Onderzoek en Basis Statistiek 2 Stofwisselingsstoornissen 4002B6102Y 9 2 H, KC en W S (blok 1.2) Genetica & Evolutie 5502GEEV9Y 9 2 H en P S Moleculaire Microbiologie 5052MICR4Y 4 3 H en P S Hormonale stoornissen & 4002B6103Y 9 4 H, KC, W S farmacologie (blok 1.3) en P Moleculaire Celbiologie 5502MVBS9Y H, P en W S BMW (zelfstudie) Infectieziekten, afweer en 4002B6104Y 9 5 H,P en W S ontsteking (blok 1.4) De 3-dimensionale mens (blok 1.5) 4002B6105Y 6 6 H,P en W S * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, PA = patiëntendemonstraties, KC= Klinische college ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling *** Klinisch lijnonderwijs is in totaal 7 en bestaat uit klein- en grootschalig onderwijs 2. Het tweede jaar (91 ) omvat de onderdelen genoemd in onderstaande tabel met de daarbij vermelde studielast. Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Voortplanting en 4002B6209Y 8 1 H, KC,P en S ontwikkeling (blok 2.1) W Klinisch lijnonderwijs**** 4002B6205Y P S kleinschalig 2 e jaar Klinisch lijnonderwijs 4002B6226Y P S grootschalig 2 e jaar Vaardighedenonderwijs 2 de 4002V6206Y P M jaar Rode draad Farmacologie 4002R6207Y H, KC en W S en farmacotherapie 2 de jaar Rode draad Professioneel 4002RP621Y W S gedrag 2 de jaar Cardiovasculaire 4002B6210Y 8 2 H, P, KC en S aandoeningen (blok 2.2) W Genomics van Ziekte 5052GEZ12Y H en P S (zelfstudie) Wetenschapsfilosofie en Beroepsethiek (op maat) 3 3 H en W S 10

11 Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Ziekte van nieren en 4002B6303Y 6 3 H,KC en W S urinewegen (blok 3,3) Longziekten en gaswisse- 4002B6211Y 8 4 H,KC, W en S lingstoornissen (blok 2.3) P Longziekten en 4002B6211Y 8 4 H,KC, W en S gaswisselingsstoornissen (blok 2.3) P Cellulaire Oncologie 5052CEO12Y 12 4 H en P S Maag-, darm- en leverstoornissen (blok 2.4) 4002B6212Y 8 5 H, KC,W en P S Miniscriptie 5052MINI6Y 6 6 W S Moleculaire Technieken & Immunologie Practicum 6 6 P S Ziekte, zorg en samenleving (blok 3.6)*** 4002B6316Y 4 zomer H, W en P S * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, KC= Klinische colleges ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling *** Dit vak kan in de zomer van 2015 of in de zomer van 2016 gevolgd worden **** Klinisch lijnonderwijs is in totaal 7 en bestaat uit klein- en grootschalig onderwijs 3. Het derde studiejaar (72 ) omvat de onderdelen genoemd in onderstaande tabel met de daarbij vermelde studielast. Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Aandoeningen v.h. 4002B6311Y 8 1 H, KC en P S bewegingsapparaat (blok 3.1) Klinisch lijnonderwijs 4002B6306Y P S kleinschalig 3 e jaar*** Klinisch lijnonderwijs 4002B6326Y P S grootschalig 3 e jaar Vaardighedenonderwijs 4002V6308Y P M 3 de jaar Rode draad 4002R6308Y H en W S Farmacologie en farmacotherapie 3 de jaar Rode draad 4002RP631Y W S Professioneel gedrag 3 de jaar Ziekten van het 4002B6312Y 8 2 H, KC, W S zenuwstelsel (blok 3.2)**** en P Moleculaire Genetica 5052MOGE6Y 6 2 H en P S P Adv. Genomics.Mol. 5052AMBT6Y 6 3 H,P en W S en M Biol.and Transcriptomics Psychiatrische 4002B6314Y 8 4 H en P S stoornissen (blok 3.4) Schrijven van een 6 4-5a W S onderzoeksvoorstel***** Klinische Oncologie (blok bijdrage BMW) 6 5a H, KC en P S 11

12 Naam vak Vakcode Aantal Periode Werkvorm* Toetsvorm** Bachelorproject Biomedische wetenschappen 5052BAX18Y 18 5 en 6 L en O S en M * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W= werkcollege, P= (computer) practicum, KC= Klinische colleges, L= literatuurstudie, O = onderzoek ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling *** Klinisch lijnonderwijs is in totaal 8 en bestaat uit klein- en grootschalig onderwijs **** Dit vak wordt in gecomprimeerde vorm gevolgd zoals aangeboden in het zij-stroomprogramma van de opleiding GNK ***** Dit vak is optioneel Artikel 4.14 Majorprogramma voor Bèta-Gamma studenten 1. Een bèta-gamma student dient aan de toelatingseisen zoals beschreven in artikel 2 van OER deel A en artikelen 3.1 en 3.2 van OER deel B te voldoen om tot de major Bio-medische wetenschappen/neurobiologie te worden toegelaten. 2. Bij de start van de major Bio-medische Wetenschappen/Neurobiologie geldt dat Bèta-gamma studenten tenminste 48 in het eerste studiejaar van de Bèta-gamma bachelor behaald moet hebben, inclusief het vak Van de Oerknal naar het Leven. 3. Een Bèta-gamma student kan slechts deelnemen aan onderwijs of tentamens van het derde jaar wanneer alle punten van jaar één behaald zijn en de volgende tweedejaarsvakken: Moleculaire Celbiologie BMW (5052MCB12Y); Moleculaire Technieken (5052MCB12Y); Anatomie & Fysiologie (6, IIS vak); Statistiek voor Levenswetenschappen (6, IIS vak). 4. Een Bèta-gamma student kan uitsluitend deelnemen aan het bachelorproject als op 1 maart van het lopende studiejaar 120 bacheloronderdelen behaald zijn inclusief de vakken Cellulaire Oncologie (5052CEO12Y) en het vak Genomics van Ziekte (5052GEZ12Y). 5. Voor Bèta-gamma studenten die een major Bio-medische Wetenschappen/Neurobiologie zijn gestart voor september 2013 gelden de programma s zoals die zijn vastgesteld bij de start van de major. Indien door wijzigingen in het reguliere bachelorprogramma onderdelen vervallen of gewijzigd zijn, is het noodzakelijk een alternatief programma ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie van Bio-medische wetenschappen. 6. Het majorprogramma is te vinden op de site Artikel 4.15 Toetsmomenten 1. Gelegenheid tot het schriftelijk hertentamen voor onderdelen wordt in beginsel aangeboden buiten de reguliere onderwijsperiodes. Voor elk vak wordt voor aanvang van het studiejaar een hertentamen ingeroosterd. 2. De datum van het tentamen en/of hertentamen kan tot uiterlijk 15 werkdagen voor de reeds bekend gemaakte datum nog worden gewijzigd binnen of na de afgesproken toetsweek. 3. In aanvulling op artikel 4.5 OER deel A geldt, met betrekking tot schriftelijke verslagen, dat deze, bij onvoldoende beoordeling, uiterlijk zes weken na het oorspronkelijke beoordelingsmoment als hertentamen opnieuw kunnen worden ingeleverd. Deze regeling is ook van toepassing op het schriftelijk verslag van het bachelor project. Artikel 4.16 Minimum en maximum aantal deelnemers 1. Indien voor vakken een minimale en/of maximale capaciteit geldt staat dit bij het onderwijsvak in de studiegids. 2. Wanneer minder dan 10 studenten zich hebben ingeschreven voor een keuzevak, dan kan de opleidingsdirecteur beslissen dat het onderwijs in een andere werkvorm aangeboden wordt dan beschreven in de studiegids of dat het vak wordt geannuleerd. Dit dient uiterlijk 10 werkdagen voor aanvang van het semester begint bekend gemaakt te worden aan de betrokken studenten. 3 In geval van annulering van een keuzevak zal gezorgd worden dat er een mogelijkheid is om een ander vak te volgen. 12

13 Artikel 4.17 Toelaatbaarheid van studenten uit andere opleidingen dan Bio-medische wetenschappen in verband met een numerus fixus. 1. Onderwijsactiviteiten van de opleiding zijn voor studenten uit andere studierichtingen alleen toegankelijk mits: a. De maximale capaciteit van het vak niet bereikt is, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten bij de toelating tot het vak; b. Voldoet aan de ingangseisen, gepubliceerd in de studiegids; c. De student kan aantonen dat deze voldoende voorkennis heeft voor het te volgen vak, ter beoordeling van de opleidingsdirecteur. 2. Onderwijsactiviteiten in jaar 2 en 3 van de opleiding Bio-medische wetenschappen zijn, in uitzondering op lid 1, toegankelijk voor studenten: a. studenten Psychobiologie, die deze onderdelen dienen te volgen in het kader van de vereisten voor hun Bio-medische derdejaars track; b. studenten Bèta-Gamma, die deze onderdelen dienen te volgen in het kader van de vereisten voor hun major Bio-medische wetenschappen, zoals overeengekomen tussen de College of Science en het IIS. 5. Keuzeruimte Artikel 5.1. Minoren Niet van toepassing Artikel 5.2. Keuzevakken De student kan één of meerdere van de keuzevakken, zoals genoemd in bovenstaand artikel 4.5 onder keuzevakken jaar 3 volgen. Artikel 5.3 Overige keuzeruimte Niet van toepassing 6. Honoursprogramma Artikel 6.1 Honoursprogramma Als aanvulling op artikel 5.1 van het OER deel A geldt: 1.Het honoursprogramma dient tenminste één interdisciplinair vak van minimaal 6 studiepunten te bevatten. 2.Het honoursprogramma dient afgesloten te worden met een extra opdracht van 6 in de vorm van een vervolg onderzoeksvoorstel op het bachelorproject, in het zesde semester. 3.Studenten, die in aanmerking willen komen voor het UvA-honoursdiploma, dienen uiterlijk in het tweede studiejaar, een voorstel voor hun studieonderdelen voor het totale honoursprogramma ter goedkeuring, voor te leggen aan de examencommissie. Artikel 6.2 Excellentietraject (gestructureerd verdiepend honoursprogramma) 1. Als eisen worden gesteld dat: a. gewogen gemiddelde van 7,5 of hoger ; b. geen enkel cijfer lager dan 7,0; c. alle onderdelen in 1x behaald. 2. Selectie genoemd onder lid 1; a,b,c vindt plaats na jaar Indien een student gedurende het eerste jaar één vak met een cijfer 6,0 of 6,5 heeft afgesloten, mag dit vak 1x herkanst worden om toch te voldoen aan artikel 6.2 lid 1b. Mocht een student van deze uitzondering gebruik maken dan vervalt voor deze student lid Indien een student gedurende het programma in jaar 2 en 3 (regulier en honours) één vak met een cijfer 6,0 of 6,5 heeft afgesloten, mag dit vak 1x herkanst worden om toch te voldoen aan artikel 6.2 lid 1b. 5. Het programma dient tenminste 1 vak, van minimaal 6, van het IIS te bevatten. 6. Daarnaast dient het programma te bevatten: Het vak Molecular Systems Biology. (5052MSBR6Y) van 6, een verdieping van de miniscriptie op het gebied van Biochemie en Moleculaire Biologie van 6, het schrijven van een projectplan van 6 voorafgaand aan bachelorproject en het schrijven van een onderzoeksvoorstel van 6 na afloop van het bachelorproject. 7. Studenten die in aanmerking willen komen voor het verdiepende honourscertificaat dienen bovengenoemde vakken onder de in lid 1 gestelde condities binnen 3 jaar afgerond te hebben. 8. De selectie van de deelnemers zal gedaan worden door de opleidingsdirecteur van Bio-medische wetenschappen in samenspraak met de coördinator van het excellentietraject. 13

14 9. Het maximum aantal deelnemers voor het excellentietraject is Onderdelen van het honoursprogramma en excellentietraject mogen niet met elkaar overlappen. 7. Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding Als aanvulling op artikel 6 van het OER deel A bestaat de studiebegeleiding bij deze opleiding uit: - Mentorschap door ABV docenten in jaar 1 - De studieadviseur. - Coördinator honoursprogramma - Coördinator bachelorproject Artikel 7.2 Bindend studieadvies 1. In aanvulling op artikel 6.3 van OER deel A geldt voor studenten die voor het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding bachelor Bio-medische wetenschappen staan ingeschreven in het studiejaar een Bindend studieadvies (BSA). 2. Iedere student ontvangt aan het eind van diens eerste jaar van inschrijving, doch uiterlijk 31 augustus een bindend studieadvies over de voortzetting van de studie. 3. Als een student aan het eind van het eerste jaar van inschrijving minder dan 42 studiepunten van het eerstejaarsonderwijsprogramma van de opleiding heeft behaald, wordt aan het bindende studieadvies een afwijzing, zoals bedoeld in artikel 7.8b, lid 3 en lid 5 van de WHW, verbonden. 4. Een negatief studieadvies is bindend en heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de daarop volgende drie studiejaren niet kan herinschrijven voor de opleiding Biomedische wetenschappen aan de UvA. 5. Desgevraagd kan de decaan in individuele gevallen, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student, de in lid 2 genoemde termijn met maximaal één jaar verlengen. Daarbij kan de decaan slechts rekening houden met omstandigheden voor zover deze zijn gemeld bij de studieadviseur of één van de studentendecanen vóór 15 juli, doch uiterlijk binnen twee maanden na het ontstaan van de omstandigheid. De eis dat een student 42 moet hebben gehaald om aan tweedejaars vakken te mogen beginnen blijft wel staan. 6. Een student die zijn inschrijving tijdens het eerste semester van zijn eerste jaar van inschrijving beëindigt en dit aan de Examencommissie vóór 1 februari heeft gemeld, krijgt geen binden studieadvies. De uitschrijving dient voor 1 februari te zijn geëffectueerd. 8. Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en derde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 8.2 Overgangsbepalingen In afwijking van de vigerende onderwijs- en examenregeling gelden voor de studenten die met de opleiding zijn begonnen onder een eerdere onderwijs- en examenregeling de volgende overgangsbepalingen: 14

15 Vak* Regulering van Vorm en Functie van Dieren (5502RVFD9Y, 9 ) Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek (5502MVBS9Y, 9 ) Academische Basisvaardigheden (5502ACBA6Y, 6 ) Humane Anatomie en Fysiologie (5052HUA10Y, 10 ) Vervangend vak Regulering van Vorm en Functie van Dieren (5502RVFD8Y, 8 ) Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek 1 (55021MOB4Y, 4 ) en Methoden van Onderzoek en Basis Statistiek 2 (55022MOB4Y, 4 ) Academische Vaardigheden BMW 1.1 (50521AVB3Y, 3 ) en Academische Vaardigheden BMW 1.2 (50522AVB3Y, 3 ) Humane Anatomie (5052HUAN3Y, 3 ) en Humane Fysiologie (5052HUFY8Y, 8 ) Mechanismen van Ziekte van de Mens (5052MEZM4Y, 4 ) Mechanismen van Ziekte van de Mens (5052MEZM5Y, 5 ) * Het aantal is nu aangepast aan de zwaarte van het vak. Qua inhoud zal er niets gewijzigd worden. Studenten die het reguliere hertentamen niet halen kunnen mee doen aan het tentamen (en evt. hertentamen) van het vervangend vak. De vervangende vakken hebben 1 minder of 1 meer. Recidivisten van studiejaar en eerder volgen het gehele programma (inclusief de bijbehorende vakcodes), zoals dit bij hun startjaar bekend was. Artikel 8.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 8.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september Aldus vastgesteld door de decaan op 25 augustus