UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. Deel B

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Studiejaar Deel B BACHELOROPLEIDING PSYCHOBIOLOGIE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding Hoofdstuk 2 Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Eindtermen Hoofdstuk 3 Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.2 Colloquium doctum Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen Artikel 3.4 Vrij programma Hoofdstuk 4 Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Academische vorming Artikel 4.3 Onderwijseenheden Artikel 4.4 De verplichte onderwijseenheden Artikel 4.5 (Vrije) Keuzeruimte Artikel 4.6 Volgorde tentamens Artikel 4.7 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten Artikel 4.8 Maximale vrijstelling Artikel 4.9 Geldigheidsduur resultaten Artikel 4.10 Graad Artikel 4.11 Beoordeling tentamens Artikel 4.12 Toetsmomenten Artikel 4.13 Minimum en maximum aantal deelnemers Hoofdstuk 5 Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren Artikel 5.2 Keuzevakken Artikel 5.3 Overige keuzeruimte Artikel 5.4 Vrij onderwijsprogramma Hoofdstuk 6 Honoursprogramma en tweede bachelorprogramma: Psychologie Artikel 6.1 Honoursprogramma Artikel 6.2 Tweede bachelorprogramma: Psychologie Hoofdstuk 7 Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies Artikel 7.3 Studieadvies Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B Artikel 8.2 Overgangsbepalingen Artikel 8.3 Bekendmaking Artikel 8.4 Inwerkingtreding 1

2 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen bachelorproject: deelcijfer: onderwijsonderdeel: werkcollege: de opleiding: examencommissie: wetenschappelijke stage van tenminste 18 EC beoordeling voor een tentamen, essay, onderzoeksvoorstel of practicum een vak of cursus uit het studieprogramma college waarbij een probleem- of casusgerichte behandeling van de stof voorop staat. bacheloropleiding Psychobiologie examencommissie Aard- en Levenswetenschappen Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De bacheloropleiding Psychobiologie heeft CROHO nummer 50014, wordt in voltijdse vorm verzorgd en in het Nederlands uitgevoerd. 2. In afwijking van lid 1 ; indien onderdelen niet in het Nederlands worden verzorgd, worden deze onderdelen in het Engels verzorgd; studenten zullen vanaf jaar 2 ook in het Engels mondelinge presentaties geven en verslagen schrijven. Hierbij is de gedragscode vreemde talen UvA en het bepaalde in artikel 7.2 van de wet van toepassing. 3. Een onderwijseenheid omvat 6 EC of een veelvoud daarvan. Onderstaande onderwijseenheden hebben een afwijkende omvang: - Methoden van Onderzoek en Statistiek (9 EC) - Academische Basisvaardigheden 1.1 (3 EC) - Academische Basisvaardigheden 1.2 (3 EC) - Celbiologie (9 EC) - Neuroanatomie en Neurofysiologie (9 EC) - Basiswiskunde in de Psychobiologie (3 EC) - Methoden van Onderzoek en Statistiek 2 (3 EC) - Leren en Geheugen (9 EC) - Emotie, Motivatie, Interne regulatie (9 EC) - Experimentatie jaar 2 (15 EC) 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Doelstelling van de opleiding is: Studenten een breed programma te bieden waarin de student de werking van het brein bestudeert op alle niveaus van molecuul tot de menselijke geest. De bacheloropleiding Psychobiologie beoogt studenten een breed programma te bieden waarin ze de werking van het brein bestuderen op alle niveaus van molecuul tot de menselijke geest. De doelstelling van de bacheloropleiding Psychobiologie is geconcretiseerd in de eindtermen van de opleiding (artikel 2.2). De afgestudeerde heeft uitgebreide kennis op de gebieden Neuroanatomie & - fysiologie, Genetica en Evolutie, Moleculaire Neurobiologie, Cognitieve Neurowetenschappen en Computationele wetenschappen. Daarnaast heeft de afgestudeerde kennis van bètavakken zoals wis-, natuur- en scheikunde, waar deze ondersteunend is voor genoemde kennisgebieden en heeft de afgestudeerde een basis in het programmeren. De afgestudeerde beschikt over vakgebonden en generieke academische vaardigheden, onderzoeksvaardigheden en vaardigheid in kritisch denken. Voorbeelden van vaardigheden zijn schriftelijk en mondeling rapporteren, het uitvoeren van de empirische cyclus, reflecteren op eigen gedrag en dit gedrag desgewenst verbeteren en geleerde principes kunnen generaliseren en toepassen in een andere context. 2

3 Artikel 2.2 Eindtermen 1) Kennis en Inzicht De afgestudeerde a) kan de basisprincipes uit de vakgebieden genetica en evolutie, celbiologie, biochemie, fysiologie, embryologie, anatomie en evolutie en gedrag uitleggen. b) kan de ontwikkeling en werking van het brein op alle niveaus van molecuul tot de menselijke geest binnen Psychobiologie, voornamelijk de deelgebieden perceptie tot bewustzijn, leren en geheugen, emotie, motivatie, neuroanatomie en neurofysiologie uitleggen. c) kan de pathofysiologie en bijbehorende diagnostische methoden en mogelijke therapieën uitleggen. d) kan uitleggen welke onderzoekstechnieken nodig zijn voor het ontwikkelen van kennis en dat kennis nodig is voor het ontwikkelen van onderzoekstechnieken. e) kan de kennis opgedaan bij een zelfgekozen vak uitleggen. f) kan de basisprincipes uit de beroepsethiek en wetenschapsfilosofie uitleggen. g) kan mogelijke vervolgopleidingen benoemen. h) kan uitleggen wat de bijdragen en beperkingen zijn van de kennis op elk niveau - van molecuul tot de menselijke geest - aan het wetenschapsgebied Psychobiologie. i) kan op alle niveaus de werking van het brein van dieren en mensen vergelijken. j) kan onderbouwen hoe de pathofysiologie bijdraagt aan het begrip van de ontwikkeling en werking van het brein op alle niveaus. k) kan grensverleggende ontwikkelingen in het wetenschapsgebied Psychobiologie herkennen. l) kan uitleggen dat een standpunt wordt beïnvloed door context. 2) Toepassen van kennis en inzicht De afgestudeerde a) kan onderbouwen welke onderzoekstechnieken nodig zijn om onderzoeksvragen binnen het wetenschapsgebied Psychobiologie te beantwoorden. b) kan ondersteunende disciplines zoals wis-, natuur- en scheikunde en programmeren toepassen. c) kan de empirische cyclus zelfstandig doorlopen bij het uitvoeren van een onderzoek. d) kan op een wetenschappelijke manier lopende experimenten documenteren. e) kan algemene laboratoriumvaardigheden uitvoeren. f) kan onderzoek doen met proefpersonen en relevante proefdieren. g) kan voor de psychobiologie relevante computerprogramma s en/of programmeertalen gebruiken. h) kan ruwe data interpreteren en een geschikte (kwantitatieve) analysemethode toepassen. i) kan werken volgens algemene milieu- en veiligheidsnormen. j) kan redeneren en argumenteren en meerdere standpunten benoemen en onderbouwen. 3) Oordeelsvorming De afgestudeerde a) kan relevante literatuur verzamelen, verwerken en interpreteren. b) kan de implicaties van onderzoeksresultaten voor de maatschappij overzien. c) kan onderzoeksresultaten binnen de Psychobiologie en/of binnen een discipline- overstijgende context interpreteren. d) kan de ethische aspecten van beroepsmatige omgang met levende organismen en weefsel o verwegen. e) kan informatie analyseren aan de hand van kwaliteitscriteria en er een eigen oordeel over vormen. f) kan alternatieven en tegenargumenten overwegen bij het vormen of herzien van een oordeel. 4) Communicatie De afgestudeerde a) kan kennis en bevindingen in wetenschappelijk Nederlands en Engels schriftelijk rapporteren en mondeling presenteren. b) kan een bijdrage leveren aan wetenschappelijke discussies. c) kan op basis van begrip en respect communiceren. d) kan onderzoeksgegevens communiceren volgens de regels van wetenschappelijke integriteit. 3

4 e) kan een standpunt overbrengen. 5) Leervaardigheden De afgestudeerde a) kan een zelfstandige en wetenschappelijke werkwijze en houding ontwikkelen. b) kan zich zelfstandig kennis eigen maken. c) kan nieuwe kennis integreren met aanwezige kennis en tot inzichten komen. d) kan een constructieve en synergetische manier van samenwerken ontwikkelen. e) kan zich in een zelfgekozen deelgebied verdiepen of verbreden. f) kan zich nieuwe technische vaardigheden eigen maken. g) kan feedback geven en verwerken. h) kan reflecteren op eigen gedrag en dit gedrag desgewenst verbeteren. i) kan geleerde principes generaliseren en toepassen in een andere context. Zie toetsplan voor nadere informatie. 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen 1. Voor toelating tot de opleiding is het navolgende VWO-profiel vereist en gelden navolgende aanvullende eisen: VWO-profiel Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of VWO- profiel Natuur en Techniek met Biologie 2. Aspirant studenten, die voor augustus 2007 in 4 VWO zijn ingestroomd geldt; Profiel Natuur en Gezondheid; Profiel Natuur en Techniek met Biologie 1 en 2 of, VWO diploma oude stijl met de vakken; Engels, biologie, scheikunde, natuurkunde en wiskunde A of B. Artikel 3.2 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 2.3 (deel A), heeft betrekking op de volgende vakken op het eindexamenniveau VWO: - Biologie; - Scheikunde; - Natuurkunde; - Wiskunde A of B; - Engels Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen De student die zijn of haar vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij of zij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO. Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van het door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma, zoals vermeld in artikel 4.4 hieronder. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie die daarvoor het meest in aanmerking komt. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld en heeft ten minste de omvang, breedte en diepgang van een reguliere bacheloropleiding. De student waakt er voor dat het voorgestelde programma toelaatbaar is tot in elk geval één masteropleiding. Hij of zij verplicht zich hiermee niet die masteropleiding daadwerkelijk te gaan volgen. 4

5 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding omvat de volgende onderdelen: a. academische vorming, als genoemd in onderstaand artikel 4.2 b. verplichte onderwijseenheden, als genoemd in onderstaand artikel 4.4 c. keuzeruimte / minor, als genoemd in onderstaand artikel 4.5 Artikel 4.2 Academische vorming Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt begrepen: onderzoeks- en academische vaardigheden. De onderdelen die deze leerlijn betreffen zijn omschreven in de studiegids. Artikel 4.3 Onderwijseenheden De studie omvat een pakket van verplichte en facultatieve onderwijseenheden. Daarbij is voorzien in een ordening van onderwijseenheden op inleidend (1 ste jaars), verdiepend (2 e jaars) en gevorderd (3 e jaars) niveau. Artikel 4.4 De verplichte onderwijseenheden De verplichte onderwijseenheden horende bij de opleiding Psychobiologie zijn in onderstaande tabellen weergegeven. Eerste studiejaar Naam onderwijsonderdeel Vakcode Aantal EC Periode Werkvorm* Toetsvorm** Introductie Psychobiologie 5102INPS6Y 6 1 H, P en W S Genetica & Evolutie 5102GEEV6Y 6 2 H en P S Methoden van Onderzoek en 5102MEOS9Y H,P en W S Statistiek Academische Basisvaardigheden 51021ACB3Y W S 1.1 Individuele Verschillen 5102INVE6Y 6 3 H en P S Celbiologie 5102CELB9Y 9 4 H,P en W S Basiswiskunde in de 5102BAIP3Y H en W S Psychobiologie Academische Basisvaardigheden 51022ACB3Y W S en M 1.2 Neuroanatomie en 5102NEUF9Y 9 5 H en P S Neurofysiologie Evolutie en Gedrag 5102EVGE6Y 6 6 H en P S * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W=werkcollege, P=(computer) practicum ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling Tweede studiejaar Naam onderwijsonderdeel Vakcode Aantal EC Periode Werkvorm* Toetsvorm** Van Perceptie tot Bewustzijn 5102PETB9Y 6 1 H en P S Methoden van Onderzoek en 51022MOS3Y 3 1 H, W en P S Statistiek 2 Experimentatie jaar EJ12Y H en P S en M Leren en Geheugen 5102LEGE9Y 9 2 H S Miniscriptie Engels 5102MIEN6Y H en W S en M Ontwikkeling 5102ONTW6Y 6 4 H en P S Emotie, Motivatie, Interne 5102EMIR6Y 9 5 H en P S Regulatie Wetenschapsfilosofie en Beroepsethiek 5102WEBE6Y 6 6 H en W S en M * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W=werkcollege, P=(computer) practicum ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling 5

6 Derde studiejaar Naam Aantal Vakcode onderwijsonderdeel* EC Periode Werkvorm** Toetsvorm*** Keuzevak binnen de opleiding 12 of 6 Bachelorproject- 5102BPW18Y 18 1 t/m 6 L en O S en M Wetenschappelijke stage of: Verlengd Bachelorproject of: 5102BPU24Y 24 1 t/m 6 L en O S en M Verlengd Bachelorproject 5102BPU30Y 30 1 t/m 6 L en O S en M *Totaal minimaal 30 EC verplicht bestaande uit: - 12 EC keuzevak binnen opleiding + 18 EC bachelorproject, of - 6 EC keuzevak binnen opleiding + 24 EC bachelorproject of - alleen 30 EC bachelorproject; naast max 30 EC aan (vrije) keuzeruimte; **Werkvormen zijn indicatief en zijn L=literatuurstudie, O=onderzoek ***De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling Artikel 4.5 (Vrije) keuzeruimte 1. De (vrije) keuzeruimte in het derde jaar van het curriculum kan bestaan uit hierna genoemde keuzevakken en/of onderdelen buiten de opleiding. 2. Binnen de vrije keuzeruimte kan de student onderdelen kiezen buiten het reguliere programma met een totale studielast van maximaal 30 EC. 3. Voor de vrije keuzeruimte komen in aanmerking de onderdelen, opgenomen in de studiegidsen van de UvA en onderdelen verzorgd door een andere Nederlandse of een buitenlandse universiteit. 4. Daarnaast kan de student onder meer gebruik maken van de mogelijkheid onderdelen te volgen in het buitenland door deel te nemen aan het UvA generieke of het Erasmusprogramma. 5. Voor het meetellen van een keuzeonderdeel binnen de opleiding en voor het examen van de opleiding is vooraf goedkeuring door de examencommissie nodig. Keuzeonderdelen die worden aangeboden binnen de opleiding of in onderstaande tabel staan zijn hiervan uitgezonderd. 6. Keuzeonderdelen mogen inhoudelijk niet teveel overlap met onderdelen uit het eigen curriculum hebben, dit ter beoordeling door de examencommissie. 7. Van de vrije keuzeruimte mag in beginsel maximaal 6 EC met eerstejaars onderdelen (inleidend niveau) worden ingevuld. Voor de studenten die gestart zijn in studiejaar of eerder geldt het studiejaar nog dat in beginsel maximaal 12 EC met eerstejaarsonderdelen (inleidend niveau) worden ingevuld. 8. Binnen de UvA aangeboden en erkende minorprogramma s worden in principe altijd goedgekeurd, tenzij er overlap is met het reguliere programma. Dit is ter goedkeuring aan de examencommissie. Minoren tellen mee voor het aantal EC waaruit de minor wordt aangeboden, met een maximum van 30 EC. 9. Wanneer een minor niet in zijn geheel wordt afgerond, zijn voor de onderdelen die wel zijn afgerond de bepalingen in lid 1 t/m lid 7 van toepassing. Derde studiejaar (keuzevakken) Naam onderwijsonderdeel Vakcode Aantal EC Periode Werkvorm* Toetsvorm** Systems Neuroscience 5102SYN12Y 12 1 H en W S en M Pathofysiologie en 5102PAN12Y 12 1 H en W S Neurofarmacologie Imaging the brain 5102FYAI6Y 6 2a H, P en W S Het Adaptieve Brein 5102HEAB6Y 6 2a H en W S en M Signaalanalyse*** 5102SIGN6Y 6 2b H en P S The Aging Brain: Research 5102VERO6Y 6 2b H, P en W S en M and Interventions*** Verslaving 5102VERS6Y 6 2b H en W S en M Immunologie Theorie en 5052TPIM6Y 6 2a, 2b H en P S Praktijk Behavior-based Robotics 5102BEBR6Y 6 3 H en P S Klinische Neuropsychologie voor PB 5102KNVP6Y 6 3 H, P en W S 6

7 Moleculaire Neurobiologie MCP12Y 6 3 H, P en W S en M Oriëntatie op Onderwijs 55028ORO6Y 6 3 H, P en W S en M Computational Cognitive 51021CCN6Y 6 4a H en P S Neuroscience 1 Computational Cognitive 51022CCN6Y 6 4b H en P S Neuroscience 2 Taal en het Brein 5102TAHB6Y 6 4 H S Slaap- en waakonderzoek 5102SLWA6Y 6 4 en 5 H, P en W S en M Sociale Neurocognitie & 5102SNN12Y 12 4 H S en M Neuroeconomie Endocrinologie*** 5052END12Y 12 4 H en W S en M Genregulatie 5042GEN12Y 12 4 H, P en W S en PO Medische Moleculaire Biologie 5052MMB12Y 12 4 H en W S Anatomie en 5052AOB12Y 12 4 H en P S en M Ontwikkelingsbiologie Cellulaire Oncologie 5052CEO12Y 12 4 H en P S en PO Evolution & Behaviour*** 5042EVB12Y 12 4 S Brain Mechanisms of Decision 5102BMDM6Y 6 5 H en W S en M Making Ethologie 5102ETHO6Y 6 6 H en P S en M Klinische Psychologie (jaar PXY 6 5 H en P S 1)**** Evolutie van de Mens 7202AK17XY 6 4 H S en M Evolutionary Psychobiology*** 5102EVP12Y 12 1 Evolutionary Psychology*** 5102EVPS6Y 6 2 Evolution of Language and 5102EVTM6Y 6 2 H, P en W S en M Music*** Evolutionary Antropology*** 5102EVAN6Y 6 3 H S * De werkvormen zijn indicatief en bestaan uit; H=hoorcollege, W=werkcollege, P=(computer) practicum ** De toetsvormen zijn indicatief en bestaan uit: S=schriftelijk, M=mondeling, PO=praktische oefening *** Deze vakken worden in het Engels gegeven **** Indien men dit vak volgt, vervalt de mogelijkheid om in de vrije keuzeruimte een 1e jaars vak op te nemen (zie 4.5.6). Toelating tot alle bovengenoemde keuzevakken is onder voorbehoud van capaciteit. Eventuele ingangseisen zijn in de studiegids te vinden. Artikel 4.6 Volgorde tentamens 1. Een student kan uitsluitend deelnemen aan onderwijs en tentamen van het tweede jaar als tenminste 42 EC uit het eerste jaar behaald zijn. Met de studenten die geen 42 EC gehaald hebben en begonnen zijn in 2014/2015 of eerder zal een studieplan gemaakt worden met de studieadviseur. Studenten die na 2014/2015 zijn begonnen vallen onder de BSA regeling (zie artikel 7.2). 2. In aanvulling op lid 1 geldt dat deelname aan het tweedejaars vak Experimentatie jaar 2 toegestaan is als ook de vakken Methoden van Onderzoek en Statistiek, ABV1.1 en ABV1.2 behaald zijn. Voor deelname aan het vak Miniscriptie Engels moeten de vakken ABV1.1 en ABV1.2 behaald zijn. In het geval van BSA dispensatie geldt dat een student uitsluitend kan deelnemen aan onderwijs en tentamens van het tweede jaar als tenminste 42 EC uit het eerste jaar behaald zijn. 3. Een student kan uitsluitend deelnemen aan onderwijs en tentamens van het derde jaar als het eerste jaar (60 EC) behaald is. 4. De student kan deelnemen aan het bachelorproject indien 120 EC van de bacheloronderdelen behaald zijn 1 maand vóór start Bachelorproject, inclusief de Miniscriptie Engels en het vak Experimentatie jaar 2 (of Practica, Statistiek en Experimental Design & AV)en Methoden van Onderzoek 2. Daarnaast moet een student het onderzoeksvoorstel 2 maanden voor aanvang indienen bij bachelorproject coördinator. Indien Bachelorproject begin september start, geldt dat student 3 maanden van te voren het onderzoeksvoorstel moet indienen i.v.m. zomerreces. 5. Een student kan geen deelvrijstelling krijgen van een onderwijsonderdeel. 6. Een uitzondering op 1 of meer bovenstaande lid of leden is ter beoordeling aan de opleidingsdirecteur Psychobiologie. Artikel 4.7 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten 7

8 1. Deelname aan alle practica, computerpractica, veldwerk en werkcolleges in het curriculum is verplicht en de student dient zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie, op verzoek van de student, van deze verplichting vrijstelling verlenen in geval het onderzoek naar en de beoordeling van de beoogde vaardigheden naar haar oordeel ook kan plaatsvinden bij een geringer deelnamepercentage, al dan niet onder oplegging van aanvullende eisen. 3. Een verzoek om vrijstelling van praktisch werk op grond van gewetensbezwaren kan worden ingediend bij de examencommissie. De examencommissie toets of er een andere mogelijkheid is om de bijbehorende leerdoelen te halen. Artikel 4.8 Maximale vrijstelling 1. Maximaal 90 EC van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van verleende vrijstellingen. 2. Onderdelen, die tijdens de opleiding elders worden behaald, kunnen met voorafgaande toestemming van de examencommissie als vrijstelling worden ingebracht in het examenprogramma van de student. 3. Vrijstelling kan alleen worden toegekend op grond van van artikel 4.7 van OER deel A. Artikel 4.9 Geldigheidsduur resultaten 1. Deelcijfers voor theorie of een practicum van een vak blijven geldig tot het einde van het volgende studiejaar. Uitzondering voor langere geldigheidsduur wordt door opleidingsdirecteur bepaald. De deeltoets cijfers voor theorie vallen niet onder het begrip deelcijfer, zie artikel In aanvulling op lid 1 geldt dat voor gedeelde vakken de regeling geldt van de opleiding, die het vak organiseert. 3. Uitzondering op lid 1 zijn de vakken ABV 1.1 en 1.2 (5102ACB3Y en 51022ACB3Y), waarvoor het praktisch werk in zijn geheel binnen de periode waarin het examenonderdeel loopt afgerond dient te worden. Artikel 4.10 Graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aan de overige door de wet gestelde eisen heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Science, afgekort tot BSc, toegevoegd. De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. Artikel 4.11 Beoordeling tentamens Voor studenten die de bacheloropleiding volgen geldt in het eerste studiejaar: 1. Binnen een onderdeel worden geen andere beoordelingen gegeven dan een cijfer voor theorie en een beoordeling voor praktisch werk. Uitzonderingen zijn de vakken van Academische Basisvaardigheden 1.1 en 1.2, dat geheel uit praktisch werk bestaat en de vakken Methoden van Onderzoek en Statistiek en Basiswiskunde in de Psychobiologie. De wijze van beoordeling van deze vakken wordt op studiewijzer voor aanvang van de cursus bekend gemaakt. 2. Eindcijfer voor de theorie bestaat uit één tentamen of het gemiddelde van twee (of meer) deeltoetsen. De resultaten van de deeltentamens dragen elk naar rato van de behandelde stof bij aan het eindcijfer. 3. Hertentamens van de theorie betreffen de gehele stof. Artikel 4.12 Toetsmomenten 1. Gelegenheid tot het schriftelijk hertentamen voor onderdelen wordt in beginsel aangeboden buiten de reguliere onderwijsperiodes. Voor elk onderdeel wordt in beginsel voor aanvang van het studiejaar een tentamen en een hertentamen ingeroosterd in een periode waarin geen onderwijs wordt verzorgd. 2. Tentamenvragen mogen na het tentamenmoment niet worden meegenomen. 3. In aanvulling op artikel 4.5 OER deel A geldt, met betrekking tot schriftelijke verslagen, dat deze, bij onvoldoende beoordeling, uiterlijk zes weken na het oorspronkelijke beoordelingsmoment als hertentamen opnieuw kunnen worden ingeleverd. Deze regeling is ook van toepassing op het schriftelijk verslag van het bachelorproject. 4. De examencommissie heeft een regeling getroffen voor studenten die vanwege het niet behalen van één 3e jaars keuzevak niet kunnen afstuderen. Het is mogelijk om deel te nemen aan een extra hertentamen voor dit betreffende keuzevak op een vooraf vastgestelde datum als de student aan onderstaande voorwaarden voldoet. Dit geldt alleen indien het een derdejaars vak betreft dat vanuit de opleiding Psychobiologie zelf wordt aangeboden. Voor een vak dat onderdeel is van een andere opleiding kan geen aanspraak gemaakt worden op deze regeling. 8

9 Voorwaarden: De student moet met het betreffende vak de bachelor kunnen afsluiten. De student heeft aan zowel het tentamen als het hertentamen deelgenomen. Voor ofwel het tentamen, ofwel het hertentamen is minimaal een 4,8 (afgerond 5) behaald. Als de student niet aan het tentamen of het hertentamen deel heeft genomen en er sprake is van persoonlijke omstandigheden, gemeld bij de studieadviseur en te beoordelen door de examencommissie, kan de examencommissie alsnog een derde tentamen toekennen. Het tentamen waar wel aan deelgenomen is, moet dan minstens met een 4,8 (afgerond 5) afgesloten zijn. Artikel 4.13 Minimum en maximum aantal deelnemers 1. Indien voor vakken een minimale en/of maximale capaciteit geldt staat dit bij het onderwijsonderdeel in de studiegids. 2. Wanneer minder dan 10 studenten zich hebben ingeschreven voor een keuzevak, dan kan de opleidingsdirecteur beslissen dat het onderwijs in een andere werkvorm aangeboden wordt dan beschreven in de studiegids of dat het vak wordt geannuleerd. Dit dient uiterlijk 10 werkdagen voor aanvang van het semester begint bekend gemaakt te worden aan de betrokken studenten. 3. In geval van annulering van een keuzevak kan de student zich alsnog aanmelden voor een ander keuzevak. Artikel 4.14 Toelaatbaarheid van studenten uit andere opleidingen Onderwijsactiviteiten m.u.v. minor (artikel 5.1) van de opleiding zijn voor studenten uit andere studierichtingen alleen toegankelijk mits: De maximale capaciteit van het onderdeel niet bereikt is, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten bij de toelating tot het onderdeel; Voldoet aan de ingangseisen en vooropleidingseisen respectievelijk gepubliceerd in de studiegids en genoemd in artikel 3.1; De student kan aantonen dat deze voldoende voorkennis heeft voor het te volgen onderdeel, ter beoordeling van de opleidingsdirecteur. 5. Keuzeruimte Artikel 5.1. Minoren De opleiding Bachelor Psychobiologie biedt de minor Evolutionary Psychobiology. De minor Evolutionary Psychobiology bestaat uit de volgende onderdelen: - Evolutionary Psychobiology (12 EC) in blok 1 - Evolution of Language and Music (6 EC) in blok 2 - Evolutionary Psychology (6 EC) in blok 2 - Evolutionary Anthropology (6 EC) in blok 3 Artikel 5.2. Keuzevakken De student kan één of meerdere van de keuzevakken, zoals genoemd in bovenstaand artikel 4.5 onder keuzevakken in jaar 3 kiezen. Artikel 5.3 Overige keuzeruimte De student die een ander vak wil volgen, dan bedoeld in artikel 5.1 of 5.2, dient vooraf schriftelijk toestemming van de examencommissie verkregen te hebben. 9

10 6. Honoursprogramma en tweede bachelorprogramma: Psychologie Artikel 6.1 Honoursprogramma 1. In dit artikel staat de opleidingsspecifieke invulling van het in deel A beschreven Honoursprogramma (artikel 5.1). 2. Het programma moet in ieder geval het volgende onderdeel bevatten: a. Verzwaring bachelorproject: een extra opdracht van 3 EC in de vorm van een onderzoeksvoorstel aansluitend aan het bachelorproject, in jaar 3. Verder worden de volgende vakken aanbevolen, maar zijn niet verplicht: a. De eeuw van de levenswetenschappen (5102HOEL6Y) in jaar 1 (dit vak telt in het kader van artikel van OER A niet als eerstejaars onderdeel) b. Uitbreiding Experimentatie jaar 2 (5102HOEP3Y) in jaar 2 c. Colloquium da Vinci (5102CODV3Y) en/of Brain powered (5102BRPO3Y) in jaar 3 d. Tenminste één interdisciplinair honoursvak van FNWI (incl. IIS) of VU 3. De door de opleiding verzorgde disciplinaire honoursvakken van het onderhavige studiejaar zijn: Naam onderwijsdeel Vakcode Aaantal studiepunten (EC) Periode Werkvorm Toetsvorm Niveau De Eeuw van de 5102HOEL6Y W Essay & Honours Levenswetenschappen Project Jaar 1 Uitbreiding 5102HOEP3Y W Verslag & Honours Experimentatie jaar 2 Presentatie Jaar 2 Colloquium Da Vinci 5102CODV3Y W Colloquium Honours Jaar 3 Brain Powered 5102BRPO3Y W Presentatie Honours Jaar 3 4. Studenten, die in aanmerking willen komen voor het UvA-honourscertificaat, dienen een voorstel voor hun studieonderdelen voor het totale honoursprogramma ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie, tegelijk met de rest van het programma. Artikel 6.2 Tweede bachelorprogramma: Psychologie 1. De opleiding ondersteunt het volgen van het bachelorprogramma Psychologie naast het volgen van Psychobiologie gebaseerd op onderlinge afspraken over vrijstellingen. Starten kan aan het begin van het tweede semester in het eerste studiejaar Psychobiologie of aan het begin van het tweede studiejaar Psychobiologie. Meer informatie over het programma en de procedure is te vinden op 2. Om te kunnen starten met Psychologie begin semester 2 in jaar 1 van Psychobiologie, dien je alle vakken van Psychobiologie uit blok 1 en 2 met een voldoende te hebben afgerond. Om te kunnen starten met Psychologie bij aanvang van je 2 e jaar Psychobiologie dien je alle Psychobiologie vakken uit jaar 1 met een voldoende te hebben afgerond (maximaal 1 vak niet gehaald maar wel erg gemotiveerd; uitzonderingen gaan via opleidingscoördinator en studieadviseur van Psychobiologie) 3. Een student wordt alleen toegelaten tot het Psychologieprogramma na een toelatingsgesprek. 4. Een maximum aantal van 20 studenten wordt geselecteerd. 5. Het volledige programma (beide bachelors) dient binnen vier studiejaren te worden afgerond. Indien de student vertraging oploopt, vervalt de ondersteuning vanuit de opleiding voor dit programma. 6. Het is te allen tijde mogelijk om vanuit dit programma terug te vallen op het programma van de opleiding Psychobiologie. Indien daartoe besloten wordt, is voor de student het reguliere studieprogramma van toepassing. 7. Studenten die het tweede bachelorprogramma volgen, kunnen doorgaan met dit programma indien aan de volgende eis wordt voldaan: de student heeft alle vereiste Psychologie onderdelen behaald (33 EC) na twee studiejaar en loopt op schema (120 EC) bij Psychobiologie. 10

11 7. Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding Als aanvulling op artikel 6.2 leden 1 en 2 van het OER deel A bestaat de studiebegeleiding bij deze opleiding uit: - Mentorschap door ABV docenten in jaar 1 - De studieadviseur - Coördinator honoursprogramma - Coördinator bachelorproject - Oriëntatieprogramma in jaar 1, 2, 3 Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies In aanvulling op hoofdstuk 6 van OER deel A geldt het volgende: 1. Als een student aan het eind van het eerste jaar van inschrijving minder dan 42 EC van het eerstejaarsonderwijsprogramma van de opleiding heeft behaald, wordt aan het bindende studieadvies een afwijzing, zoals bedoeld in artikel 7.8b, lid 3 en lid 5 van de Wet, verbonden. 2. Een negatief studieadvies is bindend en geldt voor de volgende bacheloropleidingen die door de faculteit worden aangeboden: Psychobiologie 3. Een negatief bindend studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de daarop volgende drie studiejaren niet kan inschrijven voor de bacheloropleidingen genoemd in het vorige lid. 4. Desgevraagd kan de decaan in individuele gevallen, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student, de in lid 2 genoemde termijn met maximaal één jaar verlengen. Daarbij kan de decaan slechts rekening houden met omstandigheden voor zover deze zijn gemeld bij de studieadviseur of één van de studentendecanen vóór 1 juli, doch uiterlijk binnen twee maanden na het ontstaan van de omstandigheid. 5. Een student die zijn inschrijving tijdens het eerste semester van zijn eerste jaar van inschrijving beëindigt krijgt geen bindend studieadvies. De uitschrijving dient voor 1 februari te zijn geëffectueerd. Indien de student zich in een volgend studiejaar opnieuw inschrijft, zal in dat volgende studiejaar het studieadvies als bedoeld in lid 1 worden uitgebracht. 6. In de Regeling Bindend Studieadvies FNWI ( ), opgesteld door de decaan, staat de werkwijze rondom het Bindend (negatief) Studieadvies beschreven. 8. Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en derde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 8.2 Overgangsbepalingen In afwijking van de vigerende onderwijs- en examenregeling gelden voor de studenten die met de opleiding zijn begonnen onder een eerdere onderwijs- en examenregeling de volgende overgangsbepalingen: Vak Extra hertentamen Vervangend vak Proefdiergebruik Keuzevak jaar 3 Artikel 8.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 11

12 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 8.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september Aldus vastgesteld door de decaan op 18 juli