D Kunsten en Erfgoed Arenbergstraat 9, 1000 Brussel Tel Fax jos.vanrillaer@cjsm.vlaanderen.be.

Transcriptie

1 D Kunsten en Erfgoed Arenbergstraat 9, 1000 Brussel Tel Fax jos.vanrillaer@cjsm.vlaanderen.be Ontwerpverslag Datum 7/6/2013 Titel Aanwezig Europeana Vlaanderen Overlegplatform Tamara Berghmans (FotoMuseum Antwerpen) Erik Buelinckx (KIK) Sabine Cauberghs (FotoMuseum Antwerpen) Eva Coudyzer (KMKG) Jeroen De Meester (Stedelijke Musea Antwerpen) Chris De Loof (KMKG) Luc De Ridder (IWT) Ann Deckers (FotoMuseum Antwerpen) Veronique Despodt (SMAK) Barbara Dierickx (PACKED) Pascal Ennaert (VKC) Julie Hendrickx (VVBAD) Joris Janssens (PACKED) Bart Magnus (VTi) Jef Malliet (erfgoedplus.be) Timothy Naessens (Lukasweb) Diantha Osseweijer (CAG) Simon Smessaert (departement CJSM) Sofie Taes (K.U.Leuven) Anne-Marie Ten Dokum (Designmuseum Gent) Hans van der Linden (agentschap Kunsten en Erfgoed) Inge Van Nieuwerburgh (Bibliotheek U Gent) Eva Van Passel (iminds/smit) Donald Weber (AMSAB) Roxanne Wyns (LIBIS) afwezig met kennisgeving David Coppoolse (VEB) Jan De Wilde (In Flanders Fields museum) Tinne Jacobs (RWO) Alexandra Pauwels (Stedelijke Musea Mechelen) Dieter Suls (ModeMuseum Antwerpen) Mieke Van Doorselaer (MOVe) Valerie Vermassen (Familiekunde Vlaanderen) Bruno Vermeeren (VVBAD) Staf Vos (Firmament)

2 2 Bram Wiercx (FARO) Verslaggever Hans van der Linden 1. Europeana Photography Europeana Photography is als pilot B gesubsidieerd binnen CIP ICT-PSP en loopt van 1 februari 2012 tot 31 januari Het project wil een overzicht bieden van 100 jaar fotografie (van de beginjaren tot de tweede wereldoorlog). Het gaat om een prestigieuze collectie items die geselecteerd worden, met metadata verrijkt worden en in Europeana aangeleverd worden. Het doel is om een virtuele fotografische collectie op te zetten. Het consortium bestaat uit 19 partners uit 13 lidstaten en is een mengeling van publieke en private instellingen (archieven, musea, fotoagentschappen, ) met zeer uiteenlopende achtergronden. De partners kennen allen verschillende niveau s van technische ontwikkeling. Voor België nemen zowel de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis als de Katholieke Universiteit Leuven aan het project deel. De KU Leuven coördineert het consortium, het Italiaanse Promotor coördineert het project op technisch gebied. Structuur van de werkpakketten: WP1: Projectmanagement. KU Leuven en promotor. WP2: Content (KU Leuven) Hoe maak je een homogene selectie op basis van een heterogene collectie. Op 12 en 13 april 2012 vond er in Leuven over deze materie een seminarie plaats. Men bepaalde daar ook wat een meesterwerk is. 1 Daarnaast werd ingegaan op relevantie, complementariteit met Europeana materiaal en synergie tussen de verschillende deelnemende collecties. Er zijn vier thematische groepen gedefinieerd: (1) plaatsen (steden en hun transformatie / landschappen), (2) mensen (celebrities en gewone mens), (3) politieke gebeurtenissen en (4) trends (emancipatie, ontdekkingen, ). WP3: Digitalisering. Gezien de gediversifieerde technische uitgangspositie van de verschillende partners werden er specifieke richtlijnen opgesteld. CRDI werkte een gedetailleerde workflow uit en er vond een training plaats in Girona. WP4 en 5: Technische aspecten. De technische partners KMKG/NTUA zetten zich in voor tools om de geaggregeerde content te verrijken. Er wordt een meertalige vocabulary opgesteld van fotografische technieken over praktijken naar trefwoorden. Dit gebeurde aan de hand van een survey waaraan de content providers deelnamen en de door hen gehanteerde gecontroleerde vocabularia (en implementatie) geanalyseerd werden. Dit leidde tot een afstemming van een vocabularium in twaalf talen. Op basis hiervan wil men de duurzaamheid van het project onderbouwen en linken leggen met andere projecten (zoals Linked Heritage). De MINT-mappingtool is webbased software die toelaat om verschillende metadata te gaan mappen. Dit gebeurt via een intermediaire platform (op LIDO gebaseerd) en een exportschema in XML. Harvesting gebeurt via EDM en Europeana. WP6: auteursrechtelijke vragen en problemen. WP7: Er zijn verschillende disseminatieplatformen. 1 Het project houdt zich aan volgende definitie. Masterpiece = A work done with extraordinary skill, especially a work of fine art, craft or intellect that is an exceptionally great achievement. To some, this means the best piece of work by a particular artist or craftsperson.

3 3 EuropeanaPhotography bouwt eveneens expertise op het vlak van PPS op. De private partners streven commerciële valorisatie na en publieke partners die willen weten wat een dergelijke samenwerking zou inhouden. Het project zit op schema en de indicatoren voor het eerste jaar werden behaald. Sinds enkele maanden vragen vele organisaties en projecten om hierbij aan te sluiten, dit wordt momenteel bekeken. De verplichte ondertekening van de DEA vergde veel onderhandelingen. Het project gebruikt de case om een discussie over de DEA te voeren met Europeana. en Meer informatie: Sofie Taes (presentatie) 2. LoCloud LoCloud wordt als best practice network op het CIP ICT-PSP gesubsidieerd voor een periode van 36 maanden. Het project wil verder verkennen wat de cloud kan bijbrengen aan wat cultureelerfgoedorganisaties kunnen doen. Doelstellingen: - Voortbouwen op het succes van EuropeanaLocal en CARARE. Beide projecten liepen goed en leverden veel inhoud aan Europeana. - LoCloud wil 4 miljoen objecten aanleveren - Het voor kleinere instellingen gemakkelijk maken om goede metadata en inhoud aan Europeana aan te leveren. - Een meer coherente presentatie bieden van informatie die aan een bepaalde locatie gelinkt is. Dit gaat over locale geschiedenis en erfgoedobjecten die tot nog toe niet veel in Europeana vertegenwoordigd zijn. Het consortium bestaat uit 32 partners. De nationale archieven van Noorwegen nemen de coördinatie op zich, MRD Partners neemt de rol van projectmanager op. Nationale en regionale aggregatoren zullen de ontwikkelde diensten implementeren en lokaal coördineren. Erfgoedplus.be neemt deze rol voor België op. Daarnaast zijn er verschillende technische partners in het consortium vertegenwoordigd en is er kennis over terminologieën aanwezig. Bijna alle landen van de EU zijn vertegenwoordigd (afgezien van Finland, Luxemburg en Malta), daarnaast nemen IJsland, Noorwegen, Servië en Turkije deel. Het werken met de cloud is een doelstelling die in de Digital Agenda For Europe vermeld wordt. Of om het met de woorden van Neelie Kroes te zeggen: Cloud computing is a game-changer for our economy. Without EU action, we will stay stuck in national fortresses and miss out on billions in economic gains. We must achieve critical mass and a single set of rules across Europe. We must tackle the perceived risks of cloud computing head-on. Veel gehoorde voordelen van het werken met de Cloud zijn behendigheid, API, lagere kosten, apparaat en locatie onafhankelijkheid, virtualisatie, betrouwbaarheid, schaalbaarheid en elasticiteit, prestatie, veiligheid en onderhoud. LoCloud wil onderzoeken of dit klopt. Hiervoor zal het project enkele dingen uitproberen: 1. Infrastructure as a service (IAAS): Het potentieel van cloudcomputing voor aggregatie, hergebruik, zal getest worden. Om dit te doen wordt er een soort aggregatieinfrastructuur opgezet die verderbouwt op wat er al bestaat (MINT-MORE binnen CARARE). Dit zal fungeren als een lichtgewicht digitale bibliotheek, waarbinnen alternatieve ingestiemethoden getest worden. De infrastructuur staat open voor nieuwe content providers, huismusea (historische huizen). Dit aspect heeft als doelstelling om training en richtlijnen te voorzien om dit soort diensten bruikbaar te maken.

4 4 2. Daarnaast zal LoCloud focussen om bijkomende functionaliteiten van aggregatie zoals het editeren van metadata, het beheer van rechten, verrijkingsdiensten, geodiensten, thematische diensten en diensten om digitale bronnen te beheren. 3. Software as a service (SAAS). LoCloud bouwt ook diensten uit om beter vindbare en uitwisselbare content te creëren. Hierbij wordt gekeken naar het verrijken van geografische referenties, van de metadata (in eerste instantie Engels en Spaans) en wordt er gewerkt aan meertalige woordenlijsten voor locale geschiedenis, historische plaatsnamen, systemen van crowdsourcing, Er wordt ook een testlab opgezet om dit uit te testen. Schematisch ziet de opzet er als volgt uit: Structuur van de werkpakketten: WP1: planning, voorbereiding en het opstellen van de vereisten WP2: ontwerp en uitvoering van de aggregatieinfrastructuur WP3: microdiensten (softwaretoepassingen) voor kleine en middelgrote organisaties WP4: ondersteunen van kleine en middelgrote organisaties (via opleiding en richtlijnen, ) WP5: evaluatie en impactassessment (het gaat om een experimenteel pakket) WP6: disseminatie en exploitatie WP7: management en coördinatie Erfgoedplus.be bereidt een deliverable in WP5 voor, namelijk een praktijkgeoriënteerde aanbeveling over de toekomstige ontwikkeling van cloudservices voor kleine en middelgrote organisaties in verschillende regionale en nationale context. Tijdens de vragenronde blijkt dat ook het project Europeana Cloud bestaat dat zich specifiek op de cloudcontext van Europeana richt. LoCloud zal hier mee afstemmen. Meer informatie: Jef Malliet (presentatie) 3. Europeana Inside Europeana Inside wordt op basis van het CIP ICT-PSP als best practice network gesubsidieerd van april 2012 tot september Het consortium bestaat uit 26 officiële partners (+ een aantal geassocieerde partners zoals The Gallery Systems en Pictura) waaronder culturele instellingen, aggregatoren en softwareproviders en het project heeft intussen een eerste review achter de rug. EuropeanaInside wil meer dan nieuwe records aan Europeana aanleveren en wil de aanlevering van content vereenvoudigen via de Europeana Connection Kit (ECK) en het werken aan standaarden en

5 5 protocollen om huidige CMS-systemen Europeana klaar te maken. Ook wil het project metadata verrijken door onder andere gebruik te maken van rijke data uitwisselingsstandaarden, maar ook door te onderzoeken of de door Europeana toegevoegde verrijking zoals links met Geonames kan terugvloeien naar de organisaties zelf Bovenstaande schets beschrijft de taak die de Europeana Connection Kit (ECK) opneemt. De tool bevindt zich tussen het collectiemanagement en Europeana. Initieel ging EuropeanaInside uit van een rechtreekse aanlevering aan Europeana en ook al zal dit blijvend onderzocht worden, de focus kwam terug te liggen op aggregatoren (om objectgerelateerde informatie toe te kunnen voegen). Er bestaan verschillende modellen, de bedoeling is dat het toepasbaar is voor een groot gamma aan instellingen. Het project zit nu in een cruciale fase. In april 2013 werd de eerste iteratie ECK afgerond, wat betrekking heeft op metadata in de eigen collectiemanagement systemen. Dit houdt onder andere de selectie en transformatie van data (via het LIDO-formaat) in. Iteratie 2 gaat onder andere over management en datapublicatie, iteratie 3 over de verrijking van metadata.(vb. hoe UGC terug te laten vloeien vanuit Europeana en iteratie 4 richt zich op verder testen en het opleveren van een bruikbaar product voor het publiek. Intussen vond de eerste review plaats. De evaluatie was goed maar een punt van kritiek was dat er nog geen technische resultaten opgeleverd werden (ECK was nog niet geïmplementeerd). Op de review werd ook een nieuwe planning opgesteld. Er werd eveneens benadrukt dat de ECK effectief geïmplementeerd moest worden. Activiteiten van de Belgische partners: LIBIS (met KADOC en Museum voor Natuurwetenschappen (rbins) als geassocieerde partners en Erfgoedplus.be als onderaannemer): Ondersteuning van geassocieerde content en partners (KADOC, rbins) Erfgoedplus geeft input m.b.t. specificities inzake aggregatie, eck, Regelmatig overleg (ondersteuning libis profiel) Als technische partner staan ze ook in voor de ontwikkeling

6 6 ECK iteratie 1 focust zich op het LIDO-formaat Libis content partners gebruiken marc Planning van het MARC profiel voor iteratie 2, nadien wordt pas getest door KADOC en Rbins LIBIS heeft intussen een testplan voor iteratie 1 opgesteld m.b.t. de ontwikkeling van een LIDO ECK installatie die in de toekomst gebruikt kan worden voor de LIBIS museum partners (libis ondersteunt ook archieven en recent ook musea) iminds heeft een taak rond wettelijke en organisatorische problemen. Samen met DEN organiseert iminds in Budapest binnenkort een workshop, en dit op basis van een rapport dat DEN over IPR publiceerde. Er wordt benadrukt dat het organisatorische luik ook heel erg belangrijk is in dit project. (de content providers moeten zich betrokken blijven voelen). KMKG is WP4-leider en volgt de testen van ECK iteratie 1 op. In juli verzorgen ze twee deliverables ( control export evaluation report en content export schedule ). Meer informatie: Roxanne Wyns (presentatie) 4. AthenaPlus AthenaPlus wordt op basis van het CIP ICT-PSP als best practice network gesubsidieerd van maart 2013 tot augustus PACKED en KMKG zijn als Belgische partners is het consortium betrokken en richten zich specifiek op het voortzetten van het werk rond terminologie (KMKG) en het exploiteren van hoe hergebruik plaats kan vinden (vb. in toerisme) (PACKED). Andere Belgische partners zijn Openbaar Kunstbezit Vlaanderen en het KIK. Structuur van de werkpakketten: WP1 Project management and Coordination (ICCU) WP2 Coordination of content and standards (ICCU + CT) WP3 Platform for metadata aggregation and delivery to Europeana (NTUA + UNIMAR) WP4 Terminologies and semantic enrichment (KMKG + MCC) WP5 Creative applications for the re-use of cultural resources (PACKED + META) WP6 Pilots for testing the creative use of cultural contents (i2cat + ICIMSS) WP7 Awareness and dissemination (SPK + MICHAEL) In de voortrajecten (Athena en Linked Heritage) was PACKED voornamelijk betrokken als coördinator van deelnemende instanties van Vlaamse en Belgische partners. Het luik ontsluiting en hergebruik kwam daar weinig aan bod, en dat is nu anders (cfr WP5). Als instellingen aan Europeana deel willen nemen, kan dit nog steeds via PACKED/AthenaPlus (en de MINT-tool). Het werkpakket rond hergebruik wil applicaties ontwikkelen die op basis van de echte content zullen werken. Het zal niet rechtstreeks gebruik maken van de content die in Europeana zit maar die bron eerder gebruiken als verrijking van de zelf toegevoegde content. Hoe worden de applicaties gemaakt? Er zijn trainingen en iteraties en de resultaten zullen pas op het einde van dit project zichtbaar worden. Volgende mijlpalen zijn hiervoor vastgelegd: Task 5.1: Identification of creative applications of the AthenaPlus metadata Dit rapport moet eind juni 2013 klaar zijn en vervolgens kan men starten om de zaken uit te werken. Daarnaast wordt er een rapport opgesteld over bestaande tools en devices ivm narratieve benaderingen en vereistenfunctionaliteiten. (via survey van bestaande tools, ) Task 5.2: Design of technical specification for the development of creative applications Er wordt de technische omgeving gemaakt als basis voor toeristische routes en de educational toolbox. PACKED stemt hiervoor af met o.a. CANON Cultuurcel en FARO. Men tracht iets te ontwikkelen waarbij men gezamenlijk aan de slag kan gaan met digitale data. Task 5.3: Prototyping creative applications for cultural content

7 7 PACKED werkt samen met META (Italiaans bedrijf) dat de basis van een applicatie reeds ontwikkeld heeft in movio (open source omgeving). De beelden die gebruikt worden zijn vrij groot, men werkt dus niet met reeds in Europeana aanwezig materiaal maar via een aparte invoermodule. Task 5.4: Training partners and content providers Ook documentatie is belangrijk om met de applicatie te leren werken. PACKED werkt aan handleidingen, richtlijnen, Het idee leeft om vanuit één werk, thema of onderwerp te starten en via een ontologie een heel semantisch raamwerk op te bouwen (werk, episode, plaats, karakter, bibliografie, ). Op een dergelijke manier kan je zelf elementen vanuit de eigen collectie verbinden en zelf relaties kan leggen. Daarnaast kan je ook een soort storyteller maken (wat bv. voor een bepaalde les gebruikt kan worden). Indien interesse om deze tool in educatieve contexten te gebruiken, graag een seintje aan PACKED. KMKG is verantwoordelijk voor het werkpakket ivm terminologieën semantische verrijking (WP4: Terminologies and Semantic Enrichment) en heeft volgende taken: alle thesauri die in de deelnemende instellingen beschikbaar zijn in kaart brengen (deliverable in september) Dit leidt tot een Terminology Management Platform (TMP) Semantische verrijking met LOD Trainingsessies De work package-leaders zijn het KMKG en het Ministère de la Culture et de la Communication (MCC) van Frankrijk. De technische partners zijn de Université de Savoie en de National Technical University of Athens. Historiek: In het kader van Athena (2009) vond er een benchmarkstudie plaats over terminologieën. Er werden een 45- tal terminologieën geanalyseerd (waaronder platte lijsten, classificaties, subject headings etc. Een kleine minderheid van de deelnemende organisaties uit de GLAM-sector gebruikt voor zijn collectiebeheer eentalige of meertalige thesauri. Op basis van de resultaten van deze analyse publiceerde het consortium in het kader van Linked Heritage richtlijnen met een beschrijving van drie stappen om metadata deel te laten uitmaken van het semantische web: (1) creëer uw terminologie, (2) maak het interoperabel en (3) link dit aan een netwerk. In het AthenaPlus project wordt er mogelijk een nieuwe uitgave van deze richtlijnen gepubliceerd. Er zijn richtlijnen om de semantische en technische interoperabiliteit te verbeteren en hoe SKOS te gebruiken. Veel organisaties beschikken echter niet over de technische expertise, de tijd of het geld om hun thesauri te valoriseren en interoperabel te maken door middel van SKOS. Daarom werd er in het Linked Heritage project beslist om een een praktische tool te ontwikkelen die toestaat om thesauri in te voeren (manueel of automatisch), te beheren, te mappen met andere thesauri en te exporteren in SKOS. Het thesaurus management platform is te vinden op Het is een opensource tool, die ervoor zorgt dat iedereen zelf eigen thesauri kan beheren, mappen en exporteren. Een definitieve versie van de tool wordt op het einde van 2013verwacht. Meer informatie: <PACKED> Barbara Dierickx (presentatie) / <KMKG> Eva Coudyzer (presentatie) 5. Europeana API PACKED wil op de eigen website een overzicht geven van de data die via de projecten waar ze bij betrokken zijn aan Europeana aangeleverd wordt. De Europeana API maakt dit mogelijk. De API doet eigenlijk hetzelfde als de zoekbalk van een webbrowser. De tweede versie van de API is eenvoudig in de omgang. Je geeft een adres op en ontvangt een key waarmee je kan bevragen. De query kan je zelf verder finetunen.

8 8 Er is een voorbeeld op de packed-website beschikbaar: packed.be/nl/collections/. Momenteel zijn daar enkel de collecties van de stedelijke musea beschikbaar maar als er meer data beschikbaar is, kunnen er filters op toegepast worden. geldt als voorbeeld van dat je mooie dingen kan maken met wat er op internet beschikbaar is. Ervaringen: De kwaliteit van de afbeeldingen is vaak nogal laag als er enkel thumbnails beschikbaar zijn (geen shownby). Vele afbeeldingen ontbreken. Er zit veel materiaal in Europeana met slechte beschrijvingen, of niet homogene metadata. Er wordt gesuggereerd om een sessie te organiseren voor dummies over hoe de API te gebruiken. Een promofilmpje: Meer informatie: Joris Janssens (presentatie) 6. Opencultuurdata.be Opencultuurdata.be is de overkoepelende campagne die uitgaat van PACKED vzw en voornamelijk gericht is op bewustwording rond open data in de culturele sector en technische ondersteuning om data als open data te publiceren. Het project wordt ook ondersteund door OKFN, CC-BE en FARO en kan op een bijdrage rekenen van de Vlaamse Overheid. Het concept opencultuurdata werd overgenomen uit Nederland waar twee apps op deze manier ontstonden. In 2012 was er een vergadering met enkele erfgoedinstellingen om zoiets ook in Vlaanderen te doen. Het is een awarenesscampagne bestaande uit een masterclass en met een cocreatie-evenement (hackaton) Apps for Culture in de Vooruit op 21 september. Tijdens dit event gaan ontwikkelaars aan de slag met de beschikbare open cultuurdatasets met als doel een applicatie te ontwikkelen. Daarnaast is er ruimte voor de providers van de datasets om hun datacollectie wat nader toe te lichten, kunnen andere open data-spelers hun werking komen voorstellen en is er tijd voor netwerking en interactie. Op het einde van de dag vallen de beste apps in de prijzen. Er wordt ook een zijprogramma aangeboden wordt voor mensen die geen contentprovider zijn (vb. Flanders DC, ). Om deze dag te kunnen organiseren zijn er open datasets nodig. Om de vele vragen op te vangen (oa. over auteursrecht) werden er masterclasses georganiseerd. In het kader van opencultuurdata.be vraagt men om metadata onder een CC0-licentie ter beschikking te stellen. Voor content kan dit onder andere CC-licenties. Reeds beschikbare datasets zijn afkomstig van AMSAB, Museum Plantin-Moretus, Rubenianum en U Gent. Vele anderen zijn nog in voorbereiding. PACKED ging in zee met de Open Knowledge Foundation om ook technische ondersteuning te krijgen bij het aanbieden van de data aan ontwikkelaars tijden de hackathon. Voor technische ondersteuning rond het hosten van je data of het exporteren ervan kunnen geïnteresseerden terecht bij Joris Janssens en Henk Vanstappen van PACKED. PACKED roept cultureel-erfgoedorganisaties op om zich aan te sluiten bij de Gebruikersgroep Cultureel Erfgoed en Auteursrecht omdat daar zinvolle tools en oplossingen inzake auteursrecht circuleren. Zie ook de handleiding Rechten klaren op de CEST-website. In Nederland evalueerde men het traject na één jaar opencultuurdata en kwam men tot volgende bedenkingen 2 : Er is tijd nodig. Je moet technische kennis vergaren (en andere kennis) 2

9 9 Duurzaamheid. Het gaat niet enkel over één evenement maar het is goed om een open data strategie te hebben over hoe het management daarover denkt en hoe dit in de ook tot duurzame businessmodellen kan leiden Niet alle data zijn even populair: sets met enkel metadata worden daarom vaak gecombineerde met andere sets die ook digitale content bevatten. Al bij al zijn deze ervaringen positief Varia De ondersteuning van Europeana via het Connecting Europe Facility Europeana werd tot nog toe op projectmatige basis gesubsidieerd en het is de bedoeling dat dit vanaf 2014 op structurele basis op basis van het CEF (Connecting Europe Facility) zou gebeuren. In februari 2013 werd er echter een ernstige besparing op dit programma voorgesteld waarbij het voorziene budget voor breedband en digitale diensten verminderd werd van 9 biljoen euro naar 1 biljoen euro. 3 Hierdoor staat Europeana in competitie met progamma s op het terrein van gezondheid, justitie en veiliger internet, die allen op basis van het CEF gesubsidieerd zouden worden. Om draagvlak te creëren voor Europeana werd de campagne #AllezCulture opgestart. Presentatie de impact van Europeana op Informatie aan Zee Op 1 juni, de aangegeven deadline, werd een tekst ingediend voor de presentatie de impact van Europeana die op 13 september op Informatie Aan Zee gegeven zal worden. Deze tekst was gebaseerd op een vragenlijst werd opgesteld op basis van input vanuit het Europeana Vlaanderen Overlegplatform en die vervolgens onder de leden verspreid werd. Dit leverde twintig reacties op. De antwoorden kwamen onder meer tot stand op basis van de ervaringen uit de projecten ATHENA, Daguerreobase, Digitising Contemporary Art, Enumerate, Europeana Awareness, Europeana Fashion, Europeana Inside, Europeana Libraries, EuropeanaLocal, EUScreen, EUScreenXL, Linked Heritage en Partage Plus. 3

10 10 Yammer als permanent platform? Er wordt voorgesteld om de communicatie binnen het Europeana Vlaanderen Overlegplatform via het Yammer-platform te voeren en op die manier tegelijkertijd te documenteren. Personen die een login willen kunnen dit aanvragen bij Hans van der Linden.