Leerlijn Taal. Begin/medio groep 1
|
|
- Herman van der Zee
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Begin/medio groep 1 Leerlijn Taal Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: Mondelinge taalvaardigheid Woordenschat en woordgebruik Vloeiend en verstaanbaar vertellen Luisteren Gesprekjes voeren Mening uiten en vragen stellen Passieve woordenschat 4000 woorden Actieve woordenschat 2000 woorden Verschil tussen ik/hij/zij kennen Gebruikt verleden tijd (bijvoorbeeld ik ging eten) Gebruikt onbepaalde voornaamwoorden (bijvoorbeeld alles, iedereen) Gebruikt bijvoeglijk naamwoorden (bijvoorbeeld rode laarzen, gele hoed) Gebruikt het woordje er (bijvoorbeeld ER zit een poes in de tuin) Laat onbeklemde lettergrepen niet meer weg (spreekt banaan uit i.p.v. naan) Maakt zinnen met een vervoegd werkwoord (bijvoorbeeld lamp uitgedaan) Maakt eenvoudig samengestelde zinnen (gebruik van woorden: en, toen, dan) Maakt vraagzinnen Beschrijft veel voorkomende handelingen zoals naar bed gaan en eten Passieve woordenschat: Betekenissen toekennen Defenitievaardigheid (aan de hand van een omschrijving op kenmerken, het juiste plaatje kunnen kiezen) Kritisch luisteren: Beschrijvende zin (er wordt beschreven wat er te zien is. Het kind moet het juiste plaatje onderstrepen) Kort verhaal (er wordt een kort verhaaltje vertelt. Het kind zet een streep onder het plaatje wat het verhaaltje uitbeeldt) Kort verhaal met vraag (er wordt een verhaaltje verteld. Dan wordt er een vraag gesteld. Het kind onderstreept het plaatje waar het goede antwoord op te zien is)
2 Ontluikende en beginnende geletterdheid Leesplezier Oriëntatie op boek en verhaal Oriëntatie op geschreven taal Fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe Enkelvoudige instructie begrijpen en uitvoeren Luistert naar een ander Luistert naar een op leeftijd afgestemd verhaal Kan een gesprek voeren met leidster en ander kind Vertaalt spontaan over zichzelf Kan een keuze aangeven bij 2 dingen Stelt wie, wat, waar vragen Geeft antwoord op wie, wat, waar vragen Vraagt om hulp Ontdekt samenhang tussen tekst en illustraties Ontdekt structuur in verhalen Kan inhoud van een boek voorspellen op basis van de kaft Kan een verhaal navertellen/naspelen a.d.h.v. plaatjes Ontdekt het verschil tussen lezen en schrijven Speelt of het een boek kan lezen Met hulp van volwassenen een boodschap vastleggen Bewust van klanken in woorden Meedoen met taalspelletjes Ervaring opdoen met rijmen Leerlijn Taal
3 Symbolen herkennen (P van parkeerplaats, AH Albert Heijn e.d.) Taalbeschouwing Volwassenen imiteren in spreken Wordt zich bewust dat je over taal kan praten Leerlijn Taal Eind groep 2 Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: Mondelinge taalvaardigheid Woordenschat en woordgebruik Vloeiend en verstaanbaar vertellen Luisteren Gesprekjes voeren Mening uiten en vragen stellen Passieve woordenschat 7000 woorden Actieve woordenschat 3500 woorden Betekenisgrenzen worden sterker (niet alle gebouwen zijn een huis ) Kent het verschil tussen enkelvouw en meervoudsvormen (1 trein, 2 treinen) Begrijpt een ontkenning (ik wil geen appel) Maakt duidelijker onderscheid tussen klanken in zinnen (niet meer isse fiets maar dit is een fiets ) Begrijpt en gebruikt verschillende werkwoordsvervoegingen (ik loop, hij loopt, wij lopen) Kan het plot van een verhaal vertellen Maakt samengestelde zinnen (omdat, want, daarom) Geeft langere antwoorden (niet alleen Passieve woordenschat Kritisch luisteren Kort verhaal (er wordt een kort verhaaltje vertelt. Het kind zet een streep onder het plaatje wat het verhaaltje uitbeeldt) Kort verhaal met vraag (er wordt een verhaaltje verteld. Dan wordt er een vraag gesteld. Het kind onderstreept het plaatje waar het goede antwoord op te zien is)
4 Leerlijn Taal ja of nee) Kan conclusies trekken (ik denk dat hij pijn heeft) Houdt steeds meer rekening met gevoelens en gedachten van anderen (heeft nog wel moeite met oorzaakgevolg) Meervoudige instructies en mededelingen worden begrepen en uitgevoerd Luistert naar op leeftijd afgestemd verhaal Luistert naar een ander en geeft feedback (bijvoorbeeld knikken, antwoord geven) Kent en handelt naar gesprekregels (bijvoorbeeld op je beurt wachten) Vertelt spontaan over wat het kind bezig houdt Geeft antwoord op verschillende soorten vragen (denkvragen, keuzevragen, reflectieve vragen e.d.) Kan mening geven door ik vind. Stelt vragen om meer te weten te komen Kan op gepaste wijze hulp vragen Ontluikende en beginnende geletterdheid Leeft mee met een personage in een boek Klank en rijm Herkennen beginklank van
5 Leerlijn Taal Leesplezier Oriëntatie op boek en verhaal Oriëntatie op geschreven taal Fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe Kan uitleggen hoe een personage zich voelt Geeft eigen mening over een verhaal/gedicht Begrijpt dat illustraties en tekst een verhaal vertellen Weet dat een boek van voren naar achteren, van boven naar beneden en van links naar rechts gelezen wordt een woord Herkennen eindrijm Eerste en laatste woord horen Herkennen eerste woord in een reeks Herkennen laatste woord in een reeks Weet dat een verhaal een opbouw heeft (een begin en een eind) Auditieve synthese Weet dat de voor- en achterkant van een boek informatie geeft over de inhoud Kan een verhaal navertellen/naspelen met of zonder illustraties Weet wat lezen en schrijven is en kan het van elkaar onderscheiden Schriftoriëntatie Herkennen lees- en schrijftekens Kennis van woorden en zinnen Voorspellen inhoud boek Herkent en benoemt letters (16) Schrijft tekens die op letters gebruiken Kan fonemen in woorden onderscheiden Weet dat letters met klanken corresponderen Eerste klank van een woord benoemen Kan woorden in lettergrepen verdelen Kan zinnen in klankgroepen (woorden) verdelen
6 Gebruikt rijmwoorden Is gemotiveerd om te weten wat ergens geschreven staat Eigen naam herkennen Visuele discriminatie (aangeven of woorden hetzelfde zijn of anders zoals boos-doos) Auditieve synthese Taalbeschouwing Grapjes maken Betekenissen van taal vragen Eigen taalgebruik kunnen verbeteren als er een foutje gemaakt is Doet actief mee in een kringgesprek Herkennen en benoemen primaire kleuren Eigen naam schrijven Leerlijn Taal
7 Medio groep 3 Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 Woorden in klankgroepen verdelen Eind- en beginrijm Letters in woorden kunnen onderscheiden Weten dat woorden uit klanken opgebouwd zijn en deze klanken kunnen koppelen aan het bijbehorende teken 45 woorden goed lezen binnen 2 minuten op leeskaart 1 en 2 DMT Letters fonetisch benoemen Korte klanken: a, e, u, i, o Lange klanken: aa, ee, uu, oo Tweetekenklanken: ui, ie, ei, ij, ou, au, oe, eu Medeklinkers: b, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, r, s, t, v, w, z Klankzuivere MKM-woorden (bijvoorbeeld bos) Klankzuivere MMKM- en MKMM-woorden (bijvoorbeeld droom) Woorden met een d achteraan 4 9 Woorden in zinnen onderscheiden Plezier in voorgelezen worden, zelf lezen en zelf voorlezen Belangstelling voor verhalende (waaronder poëzie) en informatieve teksten Gemotiveerd om zelf te kunnen lezen Geschreven taal zien als communicatie- en Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 1A-2A Taalbewustzijn Alfabetisch principe Technisch lezen Zinsniveau: Informatieve boeken, serieboeken, stripboeken, verhalende
8 expressiemiddel waarmee je dagelijks omgaat Lezen en bespreken van jeugdliteratuur boeken om zelf te lezen AVI M3 beheersingsniveau Genres: ook historische verhalen, sprookjes AVI Kinderen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen Weten dat een boek van voor naar achter gelezen wordt, van boven naar beneden en van links naar rechts Begrijpend lezen (medio en eind groep 3 getoetst) Boekoriëntatie Verhaalbegrip Kinderen weten dat een verhaal een opbouw heeft Aan de hand van de omslag van het boek de inhoud kunnen voorspellen Kinderen weten dat er vragen over een boek/verhaal gesteld kunnen worden Conclusies kunnen trekken n.a.v. een voorgelezen verhaal Halverwege een verhaal kunnen voorspellen hoe een verhaal afloopt Kinderen weten dat een verhaal uit personen, tijd, plaats, probleem en oplossing bestaat Een voorgelezen verhaal navertellen/naspelen eventueel met hulp van illustraties Onderscheid tussen vorm en betekenis van woorden (bijvoorbeeld welk woord is het grootst, reus of kabouter?)
9 12 Eigen woordenschat opbouwen In en buiten de klas woorden afleiden Betekenisrelaties zoals tegenstellingen kennen Bestaande woordenschat koppelen aan betekenisvolle nieuwe situaties Eenvoudig figuurlijk taalgebruik begrijpen Verschillende betekenissen van een woord kennen (bijvoorbeeld bank om op te zitten, bank om geld te halen) 11 Mkm-woorden (bijvoorbeeld mat, boom) Mmkm-woorden en mkmm-woorden (bijvoorbeeld drop, fiets) Woordenschat Spelling Een lettergreep woorden Eenvoudige klankzuivere woorden Eind groep 3 Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 71 woorden goed lezen binnen 2 minuten op leeskaart 1 en 2 DMT Klankzuivere woorden MMKMM (bijvoorbeeld krant) Klankzuivere woorden met meer dan 2 medeklinkers achter elkaar (bijvoorbeeld stroop) Woorden lezen met sch, -cht, -ng, -nk, -aai, - ooi, -oei, -eer, -oor, -eur, -eeuw, -ieuw, -uw Woorden met een b achteraan 2-lettergreepwoorden Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 1B-2B-3B
10 Korte klank zien, lange klank uitspreken (bijvoorbeeld ja, oma, zo) Hoofdletters herkennen Verkleinwoorden lezen eindigend op je, -pje, - tje 2-lettergreepwoorden beginnend met be-, ge-, ver- (bijvoorbeeld bezoek, getal) 2-lettergreepwoorden eindigend op ig, -heid en lijk (bijvoorbeeld dierlijk, aardig) Open- en gesloten lettergreep (letterverdubbelaar, letterdief) Plezier in voorgelezen worden, zelf lezen en zelf voorlezen Belangstelling voor verhalende (waaronder poëzie) en informatieve teksten Gemotiveerd om zelf te kunnen lezen Geschreven taal zien als communicatie- en expressiemiddel waarmee je dagelijks omgaat Lezen en bespreken van jeugdliteratuur AVI E3 beheersingsniveau Een vraag die gesteld wordt n.a.v. een (deel van de ) tekst. Husselteksten (4 zinnen). Kies de eerste zin. Invulteksten. Woorden invullen in een kort Technisch lezen Zinsniveau: Informatieve boeken, serieboeken, stripboeken, verhalende boeken om zelf te lezen Genres: ook historische verhalen, sprookjes AVI Begrijpend lezen (medio en eind groep 3 getoetst) Fictieve teksten. Een verbeelde
11 verhaaltje. Woordspin maken CLIB niveau 3 (-11 t/m 7) 12 Eigen woordenschat opbouwen In en buiten de klas woorden afleiden Betekenisrelaties zoals tegenstellingen kennen Bestaande woordenschat koppelen aan betekenisvolle nieuwe situaties Eenvoudig figuurlijk taalgebruik begrijpen Verschillende betekenissen van een woord kennen (bijvoorbeeld bank om op te zitten, bank om geld te halen) 11 Mkm-woorden (bijvoorbeeld mat, boom) Mmkm-woorden en mkmm-woorden (bijvoorbeeld drop, fiets) Mmkmm-woorden (bijvoorbeeld klomp, plant) Woorden met een tussenklank die niet geschreven wordt (bijvoorbeeld park, melk) werkelijkheid wordt beschreven met als doel te vermaken/boeien. Tekstgenre: verhaal, verslag, gedicht en mopje CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. Woordenschat Spelling Een lettergreep woorden Eenvoudige klankzuivere en niet-klankzuivere
12 Woorden met meer dan 2 medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld strik, korst) Woorden met sch-, schr- (bijvoorbeeld schaal, schrik) Woorden met ng, -nk (bijvoorbeeld bang, flink) woorden
13 Medio groep 4 Leerlijn Lezen en spellen Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: woorden goed lezen binnen 3 minuten op leeskaart 1, 2 en 3 DMT Klankzuivere samengestelde woorden (bijvoorbeeld grasmat) Samengestelde woorden waarbij spellingregels van toepassing zijn (bijvoorbeeld prooidier, deurbel) E wordt als U gelezen ( stomme e ) Woorden in meervoudsvorm eindigend op s (bijvoorbeeld bekers) Leesvaardigheden van groep 3 gekoppeld aan 2-lettergreepwoorden 2-lettergreepwoorden eindigend op d (bijvoorbeeld dikkerd, lopend) 2-lettergreepwoorden eindigend op heid en - ing Lange klank aan het einde van het woord wordt kort opgeschreven (bijvoorbeeld piano, oma) Open- en gesloten lettergreep (letterverdubbelaar en letterdief) 4 9 AVI M4 beheersingsniveau Lezen van groepen als geheel Dynamisch en melodisch lezen Tekst lezen zonder spellende uitspraak Plezier in voorgelezen worden, zelf lezen en zelf voorlezen Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 1C-2C-3C Technisch lezen Zinsniveau: Informatieve boeken, serieboeken, stripboeken, Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
14 Belangstelling voor verhalende (waaronder poëzie) en informatieve teksten verhalende boeken om zelf te lezen Gemotiveerd om zelf te kunnen lezen Geschreven taal zien als communicatie- en expressiemiddel waarmee je dagelijks omgaat Genres: ook historische verhalen, sprookjes Lezen en bespreken van jeugdliteratuur AVI Thema van een tekst bepalen Voorkennis van een thema activeren Verwijswoorden begrijpen Moeilijke zinnen lezen Voorspellen van een tekst Informatie uit een tekst afleiden Woordbetekenissen herleiden uit teksten Eenvoudige figuurlijk taalgebruik interpreteren Herlezen van een (deel van de ) tekst indien nodig Een vraag die gesteld wordt n.a.v. een (deel van de ) tekst. Husselteksten (4 zinnen). Kies de eerste zin. Invulteksten. Woorden invullen in een kort verhaaltje. Begrijpend lezen (medio en eind groep 4 getoetst) Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, directief, beschouwend en argumentatief Tekstgenre verhaal, brief gedicht CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Woordspin maken CLIB niveau 4 (0 t/m 9) 12 Eigen woordenschat opbouwen In en buiten de klas woorden afleiden Betekenisrelaties zoals tegenstellingen kennen Bestaande woordenschat koppelen aan betekenisvolle nieuwe situaties Woordenschat
15 Eenvoudig figuurlijk taalgebruik begrijpen Verschillende betekenissen van een woord kennen (bijvoorbeeld bank om op te zitten, bank om geld te halen) 11 Mmkm-woorden en mkmm-woorden (bijvoorbeeld drop, fiets) Mmkmm-woorden (bijvoorbeeld klomp, plant) Woorden met een tussenklank die niet geschreven wordt (bijvoorbeeld park, melk) Woorden met meer dan 2 medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld strik, korst) Woorden met sch-, of schr- (bijvoorbeeld schaal, schrik) Spelling Een- en tweelettergreep woorden Eenvoudige klankzuivere en niet klankzuivere woorden Woorden met ng of nk (bijvoorbeeld bang, flink) Woorden met f/v, s/z (bijvoorbeeld feest, vel, snot, ziek) Verkleinwoorden met je en tje (bijvoorbeeld huisje, stoeltje) Woorden met ge-, be-, ver- of met el, -er, -en (bijvoorbeeld begin, vlieger) Woorden met ei/ij (bijvoorbeeld trein, rijst) Woorden met aai, -ooi, -oei (bijvoorbeeld saai, kooi, foei) Samengestelde woorden met 2 medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld balpen, veotbal) Woorden met eer, -oor, -eur (bijvoorbeeld peer, koor, beurt)
16 Woorden eindigend op d (bijvoorbeeld hond, strand) Eind groep 4 Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: woorden goed lezen binnen 3 minuten op leeskaart 1, 2 en 3 DMT Woorden met s (bijvoorbeeld s morgens) 3-lettergreepwoorden (bijvoorbeeld opzoeken, doorbreken) 3-lettergreepwoorden die beginnen met be-, ge-, ver- (bijvoorbeeld gevallen, begrepen) 3-lettergreepwoorden eindigend op d en de (bijvoorbeeld prikkende, voorbereid) Leesvaardigheden van groep 3 gekoppeld aan 3-lettergreepwoorden 4 9 AVI E4 beheersingsniveau Plezier in voorgelezen worden, zelf lezen en zelf voorlezen Belangstelling voor verhalende (waaronder poëzie) en informatieve teksten Gemotiveerd om zelf te kunnen lezen Geschreven taal zien als communicatie- en expressiemiddel waarmee je dagelijks omgaat Lezen en bespreken van jeugdliteratuur Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 1A-2A-3A Technisch lezen Zinsniveau: Informatieve boeken, serieboeken, stripboeken, verhalende boeken om zelf te lezen Genres: ook historische verhalen, sprookjes Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
17 AVI Thema van een tekst bepalen Voorkennis van een thema activeren Verwijswoorden begrijpen Moeilijke zinnen lezen Voorspellen van een tekst Informatie uit een tekst afleiden Verschillende soorten teksten onderscheiden Structuur van een verhalende tekst herkennen Woordbetekenissen herleiden uit teksten Eenvoudige figuurlijk taalgebruik interpreteren Woorden op kunnen zoeken die alfabetisch geordend zijn Herlezen van een (deel van de ) tekst indien nodig Een vraag die gesteld wordt n.a.v. een (deel van de ) tekst. Begrijpend lezen (medio en eind groep 4 getoetst) Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, directief, beschouwend en argumentatief Tekstgenre brief, verhaal, gedicht, bericht CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Husselteksten (4 zinnen). Kies de eerste zin. Invulteksten. Woorden invullen in een kort verhaaltje. Onderstrepen in teksten Woordspin/woordweb maken Tijdbalk maken CLIB niveau 4 (8 t/m 20) 12 Eigen woordenschat opbouwen In en buiten de klas woorden afleiden Betekenisrelaties zoals tegenstellingen kennen Bestaande woordenschat koppelen aan Woordenschat
18 betekenisvolle nieuwe situaties Eenvoudig figuurlijk taalgebruik begrijpen Verschillende betekenissen van een woord kennen (bijvoorbeeld bank om op te zitten, bank om geld te halen) 11 Mmkm-woorden en mkmm-woorden (bijvoorbeeld drop, fiets) Mmkmm-woorden (bijvoorbeeld klomp, plant) Woorden met een tussenklank die niet geschreven wordt (bijvoorbeeld park, melk) Woorden met meer dan 2 medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld strik, korst) Woorden met sch-, of schr- (bijvoorbeeld schaal, schrik) Spelling Een- en tweelettergreep woorden Eenvoudige klankzuivere en niet klankzuivere woorden Woorden met ng of nk (bijvoorbeeld bang, flink) Woorden met f/v, s/z (bijvoorbeeld feest, vel, snot, ziek) Verkleinwoorden met je en tje (bijvoorbeeld huisje, stoeltje) Woorden met ge-, be-, ver- of met el, -er, -en (bijvoorbeeld begin, vlieger) Woorden met ei/ij (bijvoorbeeld trein, rijst) Woorden met aai, -ooi, -oei (bijvoorbeeld saai, kooi, foei) Samengestelde woorden met 2 medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld balpen, veotbal) Woorden met eer, -oor, -eur (bijvoorbeeld
19 peer, koor, beurt) Woorden met lange klank achteraan maar kort geschreven a, -o, -u (bijvoorbeeld vla, zo, hoera) Woorden met au(w), -ou(w) (bijvoorbeeld saus, vrouw) Woorden met ch of cht (bijvoorbeeld pech, gracht) Woorden eindigend op d (bijvoorbeeld hond, strand) Woorden met eeuw, -ieuw, -uw (bijvoorbeeld sneeuw, kieuw) Woorden met open eerste lettergreep (bijvoorbeeld straten) Woorden met gesloten eerste lettergreep (bijvoorbeeld bruggen)
20 Medio groep 5 Leerlijn Lezen en spellen Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 56 woorden goed lezen binnen 1 minuut op leeskaart 3 DMT Woorden uitspreken waarbij c als s of k klinkt (bijvoorbeeld cel,cavia) Woorden met een i worden uitgesproken als ie (bijvoorbeeld piloot) Woorden waarbij de h niet uitgesproken wordt (bijvoorbeeld thermometer) Woorden eindigend op tie, - s, Woorden eindigend op isch Woorden eindigend op iaal, -ueel, -iee, - eaal) AVI M5 beheersingsniveau Ontwikkelen van eigen literaire smaak Thema van een tekst bepalen Voorkennis van een thema activeren Verwijswoorden begrijpen Moeilijke zinnen lezen Voorspellen van een tekst Informatie uit een tekst afleiden Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 3B Technisch lezen Zinsniveau Boeken passend bij deze leeftijd Humoristische verhalen, verhalen over andere culturen AVI Begrijpend lezen (alleen medio groep 5 getoetst) Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, directief, beschouwend en Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
21 Verschillende soorten teksten onderscheiden Structuur van een verhalende tekst herkennen Schema s gebruiken voor o.a. oorzaakgevolg relaties Woordbetekenissen herleiden uit teksten Eenvoudige figuurlijk taalgebruik interpreteren Woorden op kunnen zoeken die alfabetisch geordend zijn Gebruik kunnen maken van verschillende informatiebronnen zoals woordenboek, telefoonboek, encyclopedie, tijdschrift, krant Trefwoordenlijst kunnen gebruiken van een computer en bibliotheek Herlezen van een (deel van de ) tekst indien nodig CLIB niveau 5 (15 t/m 23) 12 Figuurlijk en letterlijk taalgebruik interpreteren Vervoegingen en verbuigingen van woorden begrijpen Woorden uit een context af kunnen leiden Woordparen als tegenstellingen en synoniemen kennen Woorden in een woordenboek op kunnen argumentatief CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. Woordenschat
22 11 zoeken Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden Woorden met sch- of schr- (bijvoorbeeld schoolbus) Woorden met ng of nk (bijvoorbeeld lengte, anker) Woorden met f/v, s/z (bijvoorbeeld afzender) Woorden met ge-, be-, ver- of met el, -er, - en (bijvoorbeeld verzinsel) Woorden met ei/ij (bijvoorbeeld paleis, vijver) Woorden met aai, -ooi- oei (bijvoorbeeld lawaai, geloei) Samengestelde woorden met meer dan twee medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld fietstocht, valstrik) Woorden met eer, -oor, -eur (bijvoorbeeld onweer, geurstof) Woorden met lange klanken die kort geschreven worden a, -o, -u (bijvoorbeeld opera, hobo) Woorden met ch, -cht (bijvoorbeeld opdracht) Woorden met eind d (bijvoorbeeld brandweer) Woorden met eeuw, -ieuw, -uw Leerlijn Lezen en spellen Spelling Complexere niet klankzuivere woorden van twee of meer lettergrepen
23 (bijvoorbeeld leeuwin, zwaluw) Twee- of meer lettergreep woorden met open lettergreep (bijvoorbeeld soldaten) Twee- of meer lettergreep woorden met gesloten lettergreep (bijvoorbeeld oppasser) Woorden eindigend op lijk, -ig (bijvoorbeeld eerlijk, stevig) Eind groep 5 Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 61 woorden goed lezen binnen 1 minuut op leeskaart 3 DMT Verkleinwoorden waarbij het basiswoord verandert (bijvoorbeeld puddingpuddinkje) Woorden uitspreken waarbij ch als sje klinkt (bijvoorbeeld China, chirurg) Woorden uitspreken waarbij x als ks klinkt (bijvoorbeeld box, wax) 4 9 AVI E5 beheersingsniveau Ontwikkelen van eigen literaire smaak Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 3C Technisch lezen Zinsniveau: Boeken passend bij deze leeftijd Humoristische verhalen, verhalen over andere culturen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
24 Thema van een tekst bepalen Voorkennis van een thema activeren Verwijswoorden begrijpen Moeilijke zinnen lezen Voorspellen van een tekst Schema s gebruiken voor o.a. oorzaakgevolg relaties Informatie uit een tekst afleiden Verschillende soorten teksten onderscheiden Structuur van een verhalende tekst herkennen Woordbetekenissen herleiden uit teksten Eenvoudige figuurlijk taalgebruik interpreteren Woorden op kunnen zoeken die alfabetisch geordend zijn Gebruik kunnen maken van verschillende informatiebronnen zoals woordenboek, telefoonboek, encyclopedie, tijdschrift, krant Trefwoordenlijst kunnen gebruiken van een computer en bibliotheek Herlezen van een (deel van de ) tekst indien nodig CLIB niveau 5 (21 t/m 35) Leerlijn Lezen en spellen AVI Begrijpend lezen Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, directief, beschouwend en argumentatief CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. 12 Figuurlijk en letterlijk taalgebruik Woordenschat Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
25 interpreteren Vervoegingen en verbuigingen van woorden begrijpen Woorden uit een context af kunnen leiden Woordparen als tegenstellingen en synoniemen kennen Woorden in een woordenboek op kunnen zoeken Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden 11 Woorden met sch- of schr- (bijvoorbeeld schoolbus) Woorden met ng of nk (bijvoorbeeld lengte, anker) Verkleinwoorden met je, -pje, -etje (bijvoorbeeld vriendje, rolletje) Spelling Complexere niet klankzuivere woorden van twee of meer lettergrepen Samengestelde woorden met meer dan twee medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld fietstocht, valstrik) Woorden met au(w), -ou(w) (bijvoorbeeld kabouter) Woorden met ch, -cht (bijvoorbeeld opdracht) Woorden met eind d (bijvoorbeeld brandweer) Woorden met eeuw, -ieuw, -uw (bijvoorbeeld leeuwin, zwaluw) Twee- of meer lettergreep woorden met
26 open lettergreep (bijvoorbeeld soldaten) Twee- of meer lettergreep woorden met gesloten lettergreep (bijvoorbeeld oppasser) Woorden met veranderingen in f/v en s/z (bijvoorbeeld brave, muizen, verven) Woorden met em, -elen, -enen, -eren (bijvoorbeeld stiekem, kinderen) Woorden eindigend op lijk, -ig (bijvoorbeeld eerlijk, stevig)
27 Medio groep 6 Leerlijn Lezen en spellen Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 67 woorden goed lezen binnen 1 minuut op leeskaart 3 DMT Woorden uitspreken waarbij g als zje klinkt (bijvoorbeeld horloge) Woorden uitspreken waarbij y als ie klinkt (bijvoorbeeld systeem, symfonie) Woorden uitspreken waarbij y als i klinkt (bijvoorbeeld gymschoen, symfonie) AVI M6 beheersingsniveau Ontwikkelen van eigen literaire smaak Informatie uit verschillende bronnen zoeken, selecteren en verwerken Relaties tussen zinnen en alinea s herkennen Schema s gebruiken voor o.a. oorzaak-gevolg relaties Onsamenhangendheid herkennen in een tekst Jezelf vragen stellen tijdens het lezen Hoofdgedachte bepalen Samenvatten Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 3A Technisch lezen Zinsniveau: Boeken passend bij deze leeftijd Humoristische verhalen, verhalen over andere culturen AVI Begrijpend lezen (alleen medio groep 6 getoetst) Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, directief, beschouwend en argumentatief Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
28 Structuur van verschillende soorten teksten herkennen Eigen leesgedrag plannen, sturen en controleren Teksten beoordelen op hun waarde Informatie opzoeken in verschillende informatiebronnen Informatie opkunnen zoeken m.b.v. de computer Schema, uittreksel, samenvatting maken CLIB niveau 6 (25 t/m 36) 12 Figuurlijk en letterlijk taalgebruik interpreteren Vervoegingen en verbuigingen van woorden begrijpen Woorden uit een context af kunnen leiden Woordparen als tegenstellingen en synoniemen kennen Woorden in een woordenboek op kunnen zoeken Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden 11 Woorden met ng of nk (bijvoorbeeld lengte, anker) Verkleinwoorden met je, -pje- etje (bijvoorbeeld vriendje, rolletje) Woorden met ei/ij (bijvoorbeeld paleis, vijver) Samengestelde woorden met meer dan twee medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld fietstocht, valstrik) CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. Woordenschat Spelling: Complexere niet klankzuivere woorden van twee of meer lettergrepen
29 Woorden met au(w), -ou(w) (bijvoorbeeld kabouter) Woorden eindigend op ch, -cht (bijvoorbeeld opdracht) Woorden met d (bijvoorbeeld brandweer) Woorden met open lettergreep (bijvoorbeeld soldaten) Woorden met gesloten lettergreep (bijvoorbeeld oppasser) Woorden met verandering f/v en s/z (bijvoorbeeld brave, muizen, verven) Woorden met em, -elen, -enen, -eren (bijvoorbeeld stiekem, kinderen) Woorden met lijk, -ig (bijvoorbeeld eerlijk, stevig) Woorden waarin ie geschreven wordt als i (bijvoorbeeld titel, olifant) Woorden waarin s geschreven wordt als c (bijvoorbeeld cel, precies) Woorden waarin k geschreven wordt als c (bijvoorbeeld tact, contact) Leerlijn Lezen en spellen Eind groep 6 Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 71 woorden goed lezen binnen 1 minuut op leeskaart 3 DMT Afkortingen (bijvoorbeeld, cd, tv) Woorden uitspreken waarbij q als k klinkt Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 3B Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
30 (bijvoorbeeld quiz, quilt) 4 9 AVI E6 beheersingsniveau Ontwikkelen van eigen literaire smaak Technisch lezen Zinsniveau: Boeken passend bij deze leeftijd Humoristische verhalen, verhalen over andere culturen AVI Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Informatie uit verschillende bronnen zoeken, selecteren en verwerken Relaties tussen zinnen en alinea s herkennen Onsamenhangendheid herkennen in een tekst Jezelf vragen stellen tijdens het lezen Hoofdgedachte bepalen Samenvatten Structuur van verschillende soorten teksten herkennen Schema s gebruiken voor o.a. oorzaak-gevolg relaties Eigen leesgedrag plannen, sturen en controleren Teksten beoordelen op hun waarde Informatie opzoeken in verschillende informatiebronnen Begrijpend lezen: Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, directief, beschouwend en argumentatief CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Informatie opkunnen zoeken m.b.v. de computer
31 Schema, uittreksel, samenvatting maken CLIB niveau 6 (36 t/m 48) 12 Figuurlijk en letterlijk taalgebruik interpreteren Vervoegingen en verbuigingen van woorden begrijpen Woorden uit een context af kunnen leiden Woordparen als tegenstellingen en synoniemen kennen Woorden in een woordenboek op kunnen zoeken Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden 11 Woorden met ei/ij (bijvoorbeeld paleis, vijver) Samengestelde woorden met meer dan twee medeklinkers na elkaar (bijvoorbeeld fietstocht, valstrik) Woorden met au(w), -ou(w) (bijvoorbeeld kabouter) Woorden met open lettergreep (bijvoorbeeld soldaten) Woorden met gesloten lettergreep (bijvoorbeeld oppasser) Woorden waarin ie geschreven wordt als i (bijvoorbeeld titel, olifant) Woorden waarin s geschreven wordt als c (bijvoorbeeld cel, precies) Woorden waarin k geschreven wordt als c (bijvoorbeeld tact, contact) Woorden waarin sju geschreven wordt als ge Woordenschat Spelling: Complexere niet klankzuivere woorden van twee of meer lettergrepen
32 (bijvoorbeeld garage, gelei) Woorden met s aan begin of eind ( s middags, Leo s) Woorden met tie (bijvoorbeeld actie, notitie) Woorden met teit, -heid (bijvoorbeeld kwaliteit, eenheid)
33 Medio groep 7 Leerlijn Lezen en spellen Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 73 woorden goed lezen binnen 1 minuut op leeskaart 3 DMT Engelse (werk)woorden (bijvoorbeeld computer, skaten) Franse woorden (bijvoorbeeld café, notoir) Woorden met een trema (ideeën, ruïne) AVI M7 beheersingsniveau Ontwikkelen van eigen literaire smaak Informatie uit verschillende bronnen zoeken, selecteren en verwerken Relaties tussen zinnen en alinea s herkennen Schema s en tabellen gebruiken Onsamenhangendheid herkennen in een tekst Jezelf vragen stellen tijdens het lezen Hoofdgedachte bepalen Samenvatten Structuur van verschillende soorten teksten herkennen Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 3C Technisch lezen Zinsniveau: Boeken passend bij leeftijd Science fiction AVI Begrijpend lezen (alleen medio groep 7 getoetst) Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, directief, beschouwend en argumentatief CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
34 Eigen leesgedrag plannen, sturen en controleren Teksten beoordelen op hun waarde CLIB niveau 7 (36 t/m 46) 12 Zelf betekenisrelaties tussen woorden kunnen leggen Betekenis van woorden zonder context kunnen begrijpen Zelf toepassen van figuurlijk taalgebruik Zonder begeleiding woordbetekenissen uit een context afleiden en onthouden Leren hoe woorden te leren zijn 11 Woorden met ei/ij (bijvoorbeeld opleiding, tijdelijk) Woorden met au(w), -ou(w) (bijvoorbeeld applaus, regenwoud) Woorden met lijk, -ig (bijvoorbeeld dagelijks, geheimzinnig) Woorden waarin ie geschreven wordt als i (bijvoorbeeld dirigent, visite) Woorden waarin s geschreven wordt als c (bijvoorbeeld narcis, ceremonie) Woorden waarin k geschreven wordt als c (bijvoorbeeld criminele, directeur) Woorden waarin zje geschreven wordt als ge (bijvoorbeeld etalage, college) Woorden eindigend op s (bijvoorbeeld leesvaardigheid van de leerling. Woordenschat Spelling: Complexere niet klankzuivere woorden van twee of meer lettergrepen
35 agenda s, Carlo s) Woorden met teit, -heid (bijvoorbeeld majesteit, overheid) Woorden met b (bijvoorbeeld krab, voetbalclub) Woorden met een hoofdletter (bijvoorbeeld Beethoven, Rijn) Woorden waarin t geschreven wordt als th (bijvoorbeeld apotheek, thema) Gebruik van woordenboek en spellingcontrole op computer 11 Weten wat een werkwoord is Weten dat de persoonsvorm een werkwoord is Ik-vorm van een werkwoord vinden Ik-vorm van een werkwoord gebruiken als je, jij achter de persoonsvorm staat Weten wat de hij-vorm is (stam+t) Als de stam eindigt op een d dan krijgt het bij de hij-vorm een t erachter waardoor dt geschreven staat De wij-vorm van een werkwoord is het hele werkwoord Zwakke werkwoorden (ook wel regelmatige werkwoorden genoemd) krijgen in de verleden tijd uitgang te(n) of de(n) Zwakke werkwoorden veranderen niet Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Verleden tijd Zwakke werkwoorden Sterke werkwoorden Ezelsbruggetje: t sexy fokschaap: De letters uit 't sexy fokschaap geven aan of een zwak werkwoord een 't' of een 'd' krijgt bij het vervoegen. Neem het hele werkwoord (bijvoorbeeld werken) neem de stam (werk), dit eindigt op een 'k'. De 'k' zit in het fokschaap, dus een 't' in de verleden tijd: 'hij werkte'. Door de nieuwe spelling hoort de X er nu ook bij.
36 van klank in de verleden tijd Sterke werkwoorden (ook wel onregelmatige werkwoorden genoemd) krijgen in de verleden tijd een klankverandering Het meervoud van sterke werkwoorden in de verleden tijd is meestal de meervoudsvorm van de ik-hij-vorm. Hiervoor gelden dezelfde regels als de open en gesloten lettergreep (bijvoorbeeld hij goot, wij goten) Eind groep 7 Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 77 woorden goed lezen binnen 1 minuut op leeskaart 3 DMT AVI E7 beheersingsniveau Ontwikkelen van eigen literaire smaak Informatie uit verschillende bronnen zoeken, selecteren en verwerken Relaties tussen zinnen en alinea s herkennen Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 3A Technisch lezen Zinsniveau: Boeken passend bij leeftijd Science fiction AVI Begrijpend lezen: Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
37 Onsamenhangendheid herkennen in een tekst Jezelf vragen stellen tijdens het lezen Hoofdgedachte bepalen Samenvatten Schema s en tabellen gebruiken Structuur van verschillende soorten teksten herkennen Eigen leesgedrag plannen, sturen en controleren Teksten beoordelen op hun waarde CLIB niveau 7 (49 t/m 61) 12 Zelf betekenisrelaties tussen woorden kunnen leggen Betekenis van woorden zonder context kunnen begrijpen Zelf toepassen van figuurlijk taalgebruik Zonder begeleiding woordbetekenissen uit een context afleiden en onthouden Leren hoe woorden te leren zijn 11 Woorden met ei/ij (bijvoorbeeld opleiding, tijdelijk) Woorden met ch, -cht (bijvoorbeeld goochelaar, nachtegaal) Woorden waarin ie geschreven wordt als i (bijvoorbeeld dirigent, visite) Woorden waarin s geschreven wordt als c (bijvoorbeeld narcis, ceremonie) directief, beschouwend en argumentatief CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. Woordenschat Spelling: Complexere niet klankzuivere woorden van twee of meer lettergrepen
38 Woorden waarin k geschreven wordt als c (bijvoorbeeld criminele, directeur) Woorden eindigend op s (bijvoorbeeld agenda s, Carlo s) Woorden met tie (bijvoorbeeld auditie, manifestatie) Woorden met teit, -heid (bijvoorbeeld majesteit, overheid) Woorden met b (bijvoorbeeld krab, voetbalclub) Woorden met een trema (bijvoorbeeld drieëntwintig, ruïne) Franse leenwoorden (bijvoorbeeld bureau, trottoir) Engelse leenwoorden (bijvoorbeeld manager, clinic) Woorden waarin t geschreven wordt als th (bijvoorbeeld apotheek, thema) Gebruik van woordenboek en spellingcontrole op computer 11 Een voltooid deelwoord begint met ge-, be-, ver-, ont- Bij het voltooid deelwoord staat altijd een hulpwerkwoord. Het hulpwerkwoord is een vervoeging van zijn, hebben of worden Een voltooid deelwoord van een zwak Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Verleden tijd Zwakke werkwoorden Sterke werkwoorden Ezelsbruggetje: t sexy fokschaap: De letters uit 't sexy fokschaap geven aan of een zwak werkwoord een 't' of een 'd' krijgt bij het vervoegen. Neem het hele werkwoord (bijvoorbeeld werken) neem de stam (werk), dit eindigt op een 'k'. De 'k' zit in het fokschaap, dus een 't' in de verleden tijd: 'hij werkte'. Door de
39 werkwoord eindigt op d of t (bijvoorbeeld getekend, gewerkt) Voltooid deelwoord nieuwe spelling hoort de X er nu ook bij. Een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt op en (bijvoorbeeld geschreven) Gebiedende wijs Gebiedende wijs wordt als ik-vorm geschreven (Ga naar huis!) behalve als er u gebruikt wordt (Loopt u verder!) Gebiedende wijs gebruik je bij een bevel of gebod
40 Begin/Medio groep 8 Leerlijn Lezen en spellen Kerndoelen: Vaardigheden: Cito onderdeel: Methode/thema aanbod: 4 80 woorden goed lezen binnen 1 minuut op leeskaart 3 DMT AVI plus beheersingsniveau Ontwikkelen van eigen literaire smaak Informatie uit verschillende bronnen zoeken, selecteren en verwerken Relaties tussen zinnen en alinea s herkennen Onsamenhangendheid herkennen in een tekst Jezelf vragen stellen tijdens het lezen Hoofdgedachte bepalen Samenvatten Schema s en tabellen gebruiken Structuur van verschillende soorten teksten herkennen Eigen leesgedrag plannen, sturen en controleren Technisch lezen Woordniveau: DMT kaart 3B Technisch lezen Zinsniveau Boeken passend bij leeftijd Science fiction AVI Begrijpend lezen: Eenvoudige teksten: verhalend, informatief, directief, beschouwend en argumentatief CLIB score (Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs). Meet begrijpend leesvaardigheid van de leerling. Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen Compensatie en dispensatie voor dyslectische leerlingen
41 Teksten beoordelen op hun waarde CLIB niveau 8 (62 t/m 74) gemiddeld niveau CLIB niveau plus (75 of hoger) boven gemiddelde technische leesvaardigheid 12 Zelf betekenisrelaties tussen woorden kunnen leggen Betekenis van woorden zonder context kunnen begrijpen Zelf toepassen van figuurlijk taalgebruik Zonder begeleiding woordbetekenissen uit een context afleiden en onthouden Leren hoe woorden te leren zijn 11 Woorden waarin s geschreven wordt als c (bijvoorbeeld narcis, ceremonie) Woorden waarin k geschreven wordt als c (bijvoorbeeld criminele, directeur) Woordenschat Spelling: Complexere niet klankzuivere woorden van twee of meer lettergrepen
42 Woorden eindigend op s (bijvoorbeeld s winters, s avonds) Woorden eindigend op s (bijvoorbeeld agenda s, Carlo s) Woorden met tie (bijvoorbeeld auditie, manifestatie) Woorden met y (bijvoorbeeld yoghurt, pony, gymnastiek) Tussenletters n en s in samenstellingen (bijvoorbeeld pannenkoek, dorpsschool) Koppelteken in samenstellingen (bijvoorbeeld zonne-energie, ) Woorden met een trema (bijvoorbeeld drieëntwintig, ruïne) Woorden met uitzonderingen op de letterverdubbeling (bijvoorbeeld perziken, monniken) Franse leenwoorden Leerlijn Lezen en spellen
43 (bijvoorbeeld bureau, trottoir) Engelse leenwoorden (bijvoorbeeld manager, clinic) Woorden waarin t geschreven wordt als th (bijvoorbeeld apotheek, thema) Gebruik van woordenboek en spellingcontrole op computer 11 Persoonsvorm en voltooid deelwoord vormen het werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is een bijvoeglijk naamwoord wat iets zegt over het zelfstandig naamwoord Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord staat vaak direct voor het zelfstandig naamwoord Een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van een zwak werkwoord wordt zo kort mogelijk geschreven (bijvoorbeeld de Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Verleden tijd Zwakke werkwoorden Sterke werkwoorden Voltooid deelwoord Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord Gebiedende wijs Onvoltooid deelwoord
44 beantwoorde vraag). Alleen dubbele letters als een woord anders fout gelezen wordt (bijvoorbeeld het gewitte plafond) Een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van een sterk werkwoord heeft dezelfde schrijfwijze als een voltooid deelwoord (bijvoorbeeld het gegeven antwoord) Een onvoltooid deelwoord wordt geschreven als hele werkwoord met een d erachter (bijvoorbeeld Piet ging hoestend naar huis)
Visuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieLeerlijn Spreken & luisteren groep 5
Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in
Nadere informatieTussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling
Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden
Nadere informatieDyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:
Dyslexiebehandeling Informatiepakket leerkracht: - Werkwijze bij Onderwijszorg Nederland (ONL) - Klankenschema - Stappenplan - Kopie overzichts-steunkaart - Uitleg losse steunkaarten - Uitleg steunkaart
Nadere informatieTussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid
Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes. 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes door
Nadere informatieNiveau 1 mkm-woorden; medeklinkers, korte en lange klanken, tweetekenklanken. Niveau 2 Medeklinkercombinaties; mkmm- eenvoudig, mmkm
Beschrijving van de Categorieën Cito 5 Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/a/n, b/r/oe/k)) Spelling in de lift werkboeken Veilig leren lezen KIM
Nadere informatieOVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie
OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID 1. Lees- en schrijfmotivatie 1.1 Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor lezen en schrijven. 1.2 Ze beschouwen lezen en schrijven als dagelijkse routines.
Nadere informatie1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van
Tussendoelen van het domein TAAL Tussendoelen Visuele Waarneming 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 1. Kan aantal details aanwijzen op een plaat. 1. Kan meerdere (10) details aanwijzen op een plaat. 1. Ziet de kleine
Nadere informatieTussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen
Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid Bron: Aarnoutse, C. & Verhoeven, L. (red.), Zandt, R. van het, Biemond, H.(in voorbereiding). Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. Een leerlijn voor groep 4 tot
Nadere informatieWat doen we in groep 6. Korte beschrijving van de lesstof in groep 6.
Wat doen we in groep 6 Korte beschrijving van de lesstof in groep 6. Groep 6 Rekenen Getallen en Getalrelaties Voorbeeld Inzicht in getalstructuur tot 100.000 Wat zit er in het midden tussen 750 en 800
Nadere informatie1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.
1. poes 2. draak 3. muts 4. wolk Duo betekent twee De /u/ doet dus niet mee 5. krant 6. schaap Hoor je na een s een /g/? Dan schrijf je ch en nooit een g! 7. feest / vier Ik verdeel het woord in klankgroepen.
Nadere informatieDe leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so)
Groep 2 Groep 3 De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so) Groep Leerstofaanbod groep 2 en 3 z - Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/a/n,
Nadere informatieWat doen we in groep 6
Wat doen we in groep 6 Op de volgende bladzijden kunt u zien welke stof wij in groep 6 behandelen. We werken op school met 4 perioden. U kunt globaal de volgende indeling aanhouden: Periode 1 ( augustus
Nadere informatieGroepsplan groep Vakgebied Schriftelijke taal Tijdsvak
Groepsplan groep Vakgebied Schriftelijke taal Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau
Nadere informatieLeerlijn Spelling voor leerlingen die uitstromen naar Praktijkonderwijs GROEP 3
Leerlijn Spelling voor leerlingen die uitstromen naar Praktijkonderwijs GROEP 2 - Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/a/n, b/r/oe/k). - Leerlingen
Nadere informatiewoorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.
Groep 5 Spelling Thema 1 Een plek om te werken De /f/ is de fietspompletter. Je hoort met f (fluit) /ffff/. De /v/ is van vlieg. Je hoort /vvvv/. met v (vis) woorden met aar (jaar) luisterwoord woorden
Nadere informatieJaarplanning spelling
Week 1 Jaarplanning spelling medeklinker(s) en klinkers die door 1 letter worden weergegeven (pen, bol) Kinderen spellen woorden die zijn samengesteld uit 2 eerder geleerde woorden (fietsbel, taalschrift,
Nadere informatieDe leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so)
Groep 2 Groep 3 Bron: Opbrengstgericht werken met de leerlijn spelling A.Machielsen & M.Gerritse, CED-Groep 2011 De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so) Groep Leerstofaanbod groep 2 en 3 verd.
Nadere informatieTaal actief spelling en de nieuwe Cito-toets spelling. Taal actief
Taal actief spelling en de nieuwe Cito-toets spelling Taal actief Introductie In dit artikel wordt een vergelijking gemaakt tussen de spellingcategorieën zoals die voorkomen in Taal actief 3 en de categorieën
Nadere informatieLeerstofaanbod groep 4
Leerstofaanbod groep 4 Rekenen Rekenen Methode: RekenZeker De lessen zijn onderverdeeld in een aantal domeinen: getallen, bewerkingen (optellen, aftrekken en tafels en meten van tijd en geld. Optellen
Nadere informatieje schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort
Groep 4 Spelling Thema 1 Een nieuw huis aan het begin (klas) aan het eind (tent) met st aan het eind (kist) met ts aan het eind (muts) aan het begin en aan het eind (krant) Thema 2 Wat word jij later?
Nadere informatieEstafette Nieuw Leerlijn Technisch Lezen jaargroep 4
Estafette Nieuw Leerlijn Technisch Lezen jaargroep 4 AVI-E3 Het op beheersingsniveau (correct en vlot) kunnen lezen van teksten op AVI-niveau E3. Leerinhoud E3: Woorden eindigend op ~b, ~d, ~dt Woorden
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.
Spelling op maat 1 De programma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 1 is het eerste deel van deze leerlijn.
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke
Nadere informatieDe leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so)
De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so) Groep Leerstofaanbod groep 2 en 3 z Groep 2 - Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/a/n, b/r/oe/k).
Nadere informatieoefenen met spelling A
oefenen met spelling A Oefenen met spelling A 0 Spellingsproblemen Cd-rom A eenvoudige eenlettergrepige woorden eenvoudige eenlettergrepige woorden woordbegin: sp, sl, st, tr woordeind: twee medeklinkers
Nadere informatieSCHRIFTELIJKE TAAL Kerndoel 1: De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik
SCHRIFTELIJKE TAAL Kerndoel 1: De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik 1.1. Boekoriëntatie 1.2. Temporele orde waarneming 1.3. Auditieve discriminatie 1.4. Visuele discriminatie 1.. Visuele analyse
Nadere informatieWij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!
In dit document kunt u lezen wat de kinderen leren in elke kern. In de eerste zes kernen zal dit voornamelijk ingaan op het aanleren van woorden en letters. In de laatste kernen komt het lezen al wat meer
Nadere informatieEzel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1
Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1 Als ik aan het eind van een klankgroep een lange klank hoor, dan gebruik ik daar maar één letter voor. Als ik aan het eind van een klankgroep een korte klank hoor,
Nadere informatieInleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9
INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen
Nadere informatielinks 67 links 69 rechts 71 rechts 73 links - rechts visuele discriminatie - grote verschillen (tekening)
Inhoudstafel Deze inhoudstafel vind je ook in de lerarenkit. Taalmonsters 1 Deelvaardigheden - begrippen vooraan 39 achteraan 41 vooraan - achteraan 43 bovenaan 45 onderaan 47 bovenaan - onderaan 49 eerste
Nadere informatieLees U laat uw kind de eerste set woorden van de week voorlezen. Deze woorden staan rechtsboven op iedere uitlegkaart.
Snel aan de slag! Wat heeft u nodig? Het juiste Spelling in beeld-oefenboekje Een schriftje waar uw kind in kan werken Een pen waarmee uw kind prettig werkt Een markeerstift of een aantal kleurpotloden
Nadere informatieOnline leren lezen - Overzicht van de oefeningen
Online leren - Overzicht van oefeningen Cursief = voorbeeld Kern S ik kim sim MKM KM Zoek (sleep) k van kim en -positie letters m (tussen letters uit ze Klik als je i ziet (flitsletters) Zoek /k/ /i/ /m/
Nadere informatieestafette Vloeiend & vlot Snel aan de slag! Achtergrondinformatie
estafette Vloeiend & vlot Snel aan de slag! Met Vloeiend en vlot oefent u samen met u kind altijd in drie stappen: 1. U leest de woorden, zinnen of teksten eerst zelf voor. U doet dit in een rustig tempo,
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatieinstapkaarten spelling
instapkaarten inhoud instapkaarten Spelling thema 1 les 1 cat. 5a 1 thema 1 les 3 cat. 5b 2 thema 1 les 5 cat. 6a,b 3 thema 1 les 7 cat. 6c 4 thema 1 les 9 cat. 7a,b 5 thema 1 les 11 cat. 7c 6 thema 1
Nadere informatieLeerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid
Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20
Nadere informatienamen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen
61 regelwoord Amsterdam, Nederland, Nederlander, Amsterdamse, Nederlandse Woorden die beginnen met een hoofdletter: Namen van steden. Namen van landen of werelddelen. Namen van inwoners van landen. Namen
Nadere informatiering bank touw blauw vinkje kroontje bloempje stoel kast schrift schuur Thema 2 De boom ik leer: woorden lezen die uit twee woorden bestaan, zoals
Thema 2 De boom woorden lezen die uit twee woorden bestaan, zoals wasrek zeeman woorden lezen met ng of nk, zoals ring bank woorden lezen met ou(w) of au(w), zoals touw blauw verkleinwoorden lezen die
Nadere informatieAfspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.
Afspraak 30 regelwoord liniaal, actueel je een j of een w, maar die schrijf je niet Afspraak 31 weetwoord thermometer je een t, maar je schrijft th Afspraak 32a weetwoord team Leenwoorden uit het Engels
Nadere informatieZML SO Technisch Lezen
ZML SO Technisch Lezen Leerlijnen 1.1. Boekoriëntatie Kerndoelen 1. De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik Technisch lezen 1.2. Temporele orde waarneming 1.3. Auditieve discriminatie 1.4. Visuele
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis
Nadere informatieinstapkaarten spelling
7 instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling Spelling thema 1 les 1/13a cat. 10 a/b 1 thema 1 les 3/13b t.t. 2 thema 1 les 5/14a cat. 33 a/b 3 thema 1 les 7/14b t.t. 4 thema 1 les 9/15a cat.
Nadere informatieEen lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool
Een lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool 1 Leren begrijpen van geschreven taal Wanneer en hoe? Begrijpend luisteren/lezen Wat heeft invloed op begrijpend luisteren/lezen? 2
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.
Spelling op maat 1 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 1 is het eerste deel van
Nadere informatieRegistratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2
Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van
Nadere informatieschrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.
Groep 6 Spelling Thema 1 Op heterdaad betrapt ng (tong) ch (pech) ei (reis) ij (ijs) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank /g/, dan schrijf je meestal ch, behalve bij ik
Nadere informatieThema 1: De nieuwe groep
Thema 1: De nieuwe groep lezen begrijpend luisteren (klinkers groep3) weten wat de leesrichting is; herkennen en verklanken de letters r, d, i, k, aa, n, e, s; lezen klankzuivere mk-, km- en mkm-woorden
Nadere informatiePeuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3
1. Ontluikende- en beginnende geletterdheid Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 Boekoriëntatie Verhaalbegrip - Tonen belangstelling voor boekjes het boek goed vasthouden - Doen ervaring
Nadere informatieSchoolgedrag. Stil zijn als de leerkracht dat vraagt. Op een stoel blijven zitten. Luisteren naar instructies en deze uitvoeren.
Gedrag is een vak Schoolgedrag Stil zijn als de leerkracht dat vraagt Op een stoel blijven zitten Luisteren naar instructies en deze uitvoeren Rustig doorwerken Alleen hulp vragen als dat nodig is Netjes
Nadere informatieTaaljournaal, tweede versie
SPELLING Taaljournaal, tweede versie Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van
Nadere informatieVan leesplankje naar digitaal leren lezen en spellen
Van leesplankje naar digitaal leren lezen en spellen Harmen Kooreman Het leesplankje van Hoogeveen begint met de woorden aap, noot, mies. De kinderen leerden lezen door middel van analyse en synthese.
Nadere informatieDe leerlijn spelling CED-Groep
De leerlijn spelling CED-Groep Onderstaande tabel geeft de leerlijn spelling van CED-Groep weer. Deze leerlijn is gebaseerd op een eerdere versie van M. Gerritse en M. Greevenbosch (2008) en verder ontwikkeld
Nadere informatieKlankgroep en lettergreep
Spellingwijzers groep 4 Voor de ouders Klankgroep en lettergreep Een klankgroep is een soort hulpmiddel bij het aanleren van spellingregels. Wat hoor je als je een woord langzaam in stukjes uitspreekt.
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis
Nadere informatieTHERAPIEPLAN Logopedie
NAAM: Geboortedatum:. Klas:.. THERAPIEPLAN Logopedie Bron: GWP Taal School Ter Elst Therapiedoelen Articulatie Domein Doel nr. Opmerkingen - Mondmotoriek - Correct uitspreken van de klinkers - Correct
Nadere informatieObservatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5
Kindgegevens: Voornaam Achternaam Geboortedatum Groep Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5 Thuistaal Opvoeding tweetalig n.v.t. ja nee notatiewijze: kijkpunt is nog niet in ontwikkeling
Nadere informatieOverzicht categorieën Taal actief groep 7
Overzicht categorieën Taal actief groep Introductie Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde
Nadere informatiemollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.
Komende week starten wij alweer aan kern 11 van Veilig Leren Lezen. U zult zien dat er in deze kern veel terugkomt wat er in kern 10 is aangeboden. In deze kern staan de volgende onderwerpen (weer) centraal:
Nadere informatieDoelenkaart (V)SO. Domein Schriftelijk Taal, Schrijven. Schoolstandaard van de Waterlelie. Uitstroomperspectief (UPP)
Doelenkaart (V)SO Domein Schriftelijk Taal, Schrijven Schoolstandaard van de Waterlelie A Plus Speciaal Onderwijs (SO) Uitstroom profiel vervolg onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) Oriëntatiefase
Nadere informatie2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over
Naam Datum Klas Ik luister goed. Ik vul de woorden in. 1 in een 2 leerde ze op school 3 haar met haar 4 leest boeken uit de van de stad en gaat graag naar het zich bij opa en oma in de, dat is in 6 Met
Nadere informatieLeerlijn Spelling in Veilig Leren Lezen en Taalactief-3 voor de groepen 3 t/m 8 (G.vd.B. Linnaeusschool, feb. 2012)
Leerlijn Spelling in Veilig Leren Lezen en Taalactief-3 voor de groepen 3 t/m 8 (G.vd.B. Linnaeusschool, feb. 2012) 1. Het aanbod Als een kind de standaarduitspraak van een woord niet kent, moet het eerst
Nadere informatieObservatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 6
Kindgegevens: Voornaam Achternaam Geboortedatum Groep Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 6 Thuistaal Opvoeding tweetalig n.v.t. ja nee notatiewijze: kijkpunt is nog niet in ontwikkeling
Nadere informatieInformatie over kerndoelen en leerdoelen Alles-in-1 en Alles-Apart
Informatie over kerndoelen en leerdoelen Alles-in-1 en Alles-Apart Alles-in-1 biedt, samen met Alles-Apart, kerndoelendekkende leerstof aan voor groep 4 t/m 8 voor alle vak- en leergebieden behalve rekenen,
Nadere informatieLeerjaar 6 NAAM SCHOOL
Versie Speciaal Basisonderwijs Leerjaar 6 NAAM SCHOOL Naam:... Schooljaar:.... In dit boekje staan de doelen waar we dit jaar aan werken op school. Iedereen in de bovenbouw volgt een eigen leerroute. Er
Nadere informatieTULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording
TULE - NEDERLANDS KERNDOEL 4 - TECHNISCH LEZEN 82 TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen Kerndoel 4 - Technisch lezen Bij kerndoel 4 - De leestechniek. Toelichting en verantwoording
Nadere informatiewww.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe
van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: [...] De kleuter staat open voor hulp van juf bij De kleuter imiteert andere kleuters bij De kleuter vertelt aan andere kleuters hoe hij De
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan
Nadere informatiemollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.
Komende week starten wij alweer aan kern 11 van Veilig Leren Lezen. U zult zien dat er in deze kern veel terugkomt wat er in kern 10 is aangeboden. In deze kern staan de volgende onderwerpen (weer) centraal:
Nadere informatieVoor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.
KWALITEITSKAART Spellen en stellen SPELLING PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde
Nadere informatieDeze weken leren wij:
Kern 1: ik - maan - roos - vis- sok Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen - en We leren ook in welke straat de letters horen; korte klankstraat, lange klankstraat,
Nadere informatiefluit Ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f. Categorie 6a Woorden die beginnen met f Thema 1 groep 5
Categorie 6a Woorden die beginnen met f Thema 1 groep 5 Ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f. fluit Categorie 6a Woorden die beginnen met f Thema 1 groep 5 flits fietser fabriek folder Categorie 6b Woorden
Nadere informatieZet je hersens op scherp en daag je tegenspelers uit voor een spannende RIJMwoordenstrijd!
Speel de RIJMwoordenstrijd! Oefen spelenderwijs met alle verschillende spraakklanken en letters en vergroot daarbij je rijmwoordenschat! Train je auditief onderscheidingsvermogen, je geheugen en alertheid.
Nadere informatiemaakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen
Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer
Nadere informatieMondelinge taalvaardigheid
Algemene opmerking Fase 1 = veel imitatiegedrag (op basis van het vertoonde gedrag) Fase 1 t/m 6 = taaluitingen (veelal) nog op ; echt spontane taaluitingen zullen veelal nog bij het kind ontbreken Onderbouwing
Nadere informatieVoor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.
KWALITEITSKAART Spellen en stellen PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn te vinden op www.schoolaanzet.nl. Deze website bevat
Nadere informatieArrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de
ARRANGEMENTKAART arbeid lezen maart 2013 VSO- AFDELING Standaarden VSO Leeftijd à 13 14 15 16 17 18 19 Gevorderd 25% 10 10 11 11 11 12 12 Voldoende 75% 7 7 8 8 9 9 10 Minimum 90% 3 4 4 4 5 5 5 Arrangementen
Nadere informatieqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty
qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty SPELLINGREGELS uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui opasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas
Nadere informatieTaal We kunnen nu al echte verhalen schrijven. Daar zien we dan ook echte leuke verhalen van de kinderen.
Vierkantje 4 groep 4 Hallo, De tijd gaat snel, het is alweer voorjaarsvakantie. De komende weken tot de grote vakantie krijgen we nog schoolreis, sportdag etc. kortom voor we het weten zitten we alweer
Nadere informatieSignaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)
Spreken en luisteren Beheerst het Nederlandse klanksysteem Spreekt vrijuit Neemt actief deel aan gesprekken in kleine groepen Neemt actief deel aan gesprekken in grote groepen Kan op eigen initiatief een
Nadere informatieOverzicht AmbraSoft: Taalbende, Taal en Rekenen
Overzicht AmbraSoft: Taalbende, Taal en Rekenen AmbraSoft is een methode-onafhankelijk oefenplatform voor Taal en Rekenen. Voor gebruikers van de taalmethode De Taalbende van uitgeverij Plantyn bevat het
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.
Spelling op maat 3 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 3 is het derde deel van
Nadere informatieBeoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs
kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp
Nadere informatieObservatieformulier Leerlijn Engelse taal (TPO) Groep 1 & 2
Kindgegevens: Voornaam... Achternaam... Geboortedatum... Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (TPO) Groep 1 & 2 Thuistaal... Opvoeding tweetalig n.v.t. ja nee Groep... notatiewijze: kijkpunt is nog
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.
Spelling op maat 2 De programma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 2 is het tweede deel van deze leerlijn.
Nadere informatieLesbrief groep 5/6. Beste ouders,
Lesbrief groep 5/6 Beste ouders, Het is al weer een tijdje geleden dat we een lesbrief aan jullie hebben gestuurd. Maar met de start op onze prachtige nieuwe school, ook gelijk maar een doorstart met de
Nadere informatieZML SO Leerlijn Schriftelijke taal: lezen.
ZML SO Leerlijn Schriftelijke taal: lezen. SCHRIFTELIJKE TAAL Leerlijnen Kerndoelen 1.1. Boekoriëntatie 1. De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik Technisch lezen 1.2. Temporele orde waarneming
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel
Nadere informatieOverzicht AmbraSoft: De Taalbende, Taal en Rekenen
: De Taalbende, Taal en Rekenen AmbraSoft is een methode-onafhankelijk oefenplatform voor Taal en Rekenen. Voor gebruikers van de taalmethode De Taalbende van uitgeverij Plantyn bevat het platform ook
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.
Spelling op maat 1 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 1 is het eerste deel van
Nadere informatieBLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:
BLOK 1: les 1 en 2 Het voorvoegsel be-, ge-, ver-, me-, te- in een woord hetkennen en het woord correct teschrijven (cat. 11c) 11c: Wooden met een stomme e vooraan: In woorden die beginnen met be-, ge-,
Nadere informatieProtocol leesproblemen en dyslexie Groep 1 en 2. Analyse doelen Jonge kind
Protocol leesproblemen en dyslexie Groep 1 en 2 Analyse doelen Jonge kind Maart 2013 Verantwoording 2013 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het
Nadere informatieNa de herhaling volgt het aanbieden van een nieuwe letter. De nieuwe letter staat in de taalles centraal.
Zo leren kinderen lezen en spellen Op onze school werken we met de lees- en spellingsmethodiek Zo leren kinderen lezen en spellen van José Schraven (ZLKLS). Een methodiek kan worden toegepast bij iedere
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieVerantwoording Toetstrainer Entreetoets Taal
Verantwoording Toetstrainer Entreetoets Taal Hoe staan mijn leerlingen ervoor? Presteren ze op het niveau dat ik van ze verwacht? Hoe doet de groep het als geheel? Zijn we met ons onderwijs op de goede
Nadere informatieKlankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016
Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Inleiding Waarom klopt het niet als je werdt schrijft? Is het kookte of kookde? Als je onvoldoende Nederlands spreekt als tweede
Nadere informatie