RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting"

Transcriptie

1 B Responsible Biomass Assurance RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 2 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm, gedownload en geprint, mits dit gebeurt voor eigen, niet-commercieel gebruik. Voor ieder ander gewenst gebruik dient vooraf schriftelijke toestemming van B.V. te worden verkregen.

2 Historie van het document Revisie nr./ Datum van goedkeuring Wijziging Heeft betrekking op Uiterste implementatiedatum 0.0 / Dit is een nieuwe standaard RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 2/71

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ALGEMEEN STRUCTURE OF THE RESPONSIBLE BIOMASS CERTIFICATION SCHEME ACHTERGROND EN SCOPE VAN DEZE STANDAARD Achtergrond Scope van deze standaard DE STRUCTUUR VAN DEZE STANDAARD UITSLUITING VAN EISEN NORMATIEVE VERWIJZINGEN RBC DOCUMENTEN WETTELIJKE NALEVING TERMEN EN DEFINITIES MANAGEMENTSSYSTEEMEISEN DIRECTIEVERANTWOORDELIJKHEID KWALITEITSVERANTWOORDELIJKE EISEN AAN HET BORGINGSSYSTEEM VOOR CO-SUBSTRATEN DOCUMENTATIE EN REGISTRATIE Documentatie en kwaliteitshandboek Beheer van documentatie en gegevens BASISVOORWAARDENPROGRAMMA PERSONEEL Algemeen INFRASTRUCTUUR Omgeving Bedrijfsruimten en installaties Toegangsregeling Overige voorwaarden ONDERHOUD EN HYGIËNE Onderhoud Onderhoud van meetapparatuur Reiniging Voorkoming en beheersing van ongedierte Afvalbeheer Glas en breekbaar materiaal IDENTIFICATIE EN TRACEERBAARHEID/MONSTERNAME Identificatie en traceerbaarheid Monstername RECALL RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 3/71

4 6 RISICOBEOORDELING REALISATIE VAN EEN SCHOON EN ONVERDACHT CO-SUBSTRAAT OMSCHRIJVING VAN PRODUCTEN EN PROCESSEN Bepaling van eisen (A en B kwaliteit) Specificatie van co-substraten Omschrijving van het proces RISICOBEOORDELING Identificatie van gevaren Risico-inschatting VASTSTELLEN BEHEERSMAATREGELEN BEPALEN VAN NORMEN MONITORING CORRECTIEVE ACTIES EVALUATIE BEHEERSMAATREGELEN BEHEERSING VAN OPERATIONELE ACTIVITEITEN IN- EN VERKOOP ( HANDEL ) VAN CO-SUBSTRATEN Algemeen Inkoop Verkoop en contracten Etikettering en aflevering PRODUCTIE MBT CO-SUBSTRATEN Algemeen Productieverantwoordelijke Productieproces reststromen, bestemd als co-substraat voor vergisting Mengen Reinigen/zeven/filteren Opslag TRANSPORT Algemeen Wegtransport Transport via de binnenvaart, over zee en per trein VERIFICATIE EN VERBETERING KLACHTEN INTERNE AUDIT BEOORDELING VAN HET MANAGEMENTSYSTEEM EN VERBETERINGEN RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 4/71

5 BIJLAGE 1 PRODUCTNORMEN BIJLAGE 2 MINIMUMVOORWAARDEN INKOOP BIJLAGE 3 BEMONSTERING & ANALYSE BIJLAGE 4 TRANSPORT BIJLAGE 5 DATASHEET VOORBEELDEN BIJLAGE 6 BEREKENING CONTAMINANTEN RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 5/71

6 1 Inleiding 1.1 Algemeen Biomassa wordt steeds vaker gebruikt als een bron voor de productie van bioenergie. In de afgelopen jaren, heeft zich een complete industrie ontwikkeld rond de productie van dit soort energie. Overheden stimuleren de productie van bioenergie en hebben gezorgd voor wetgeving om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen en om bij te dragen aan de vermindering van koolstofdioxide (CO 2 ). Er zijn ambitieuze doelstellingen gedefinieerd. Producten die worden gebruikt voor de productie van bio-energie dienen van een bepaalde kwaliteit te zijn en te voldoen aan specifieke normen om ervoor te zorgen dat de (bij)producten van de bio-energie productie voldoen aan de normen. Om aan te tonen dat aan deze normen wordt voldaan, kan het zijn dat bedrijven de wens hebben zich te certificeren. Om deze reden heeft een internationaal toepasbaar certificatieschema ontwikkeld, waarvan de scope zich richt op producten voor gebruik in de bio-energie industrie. De naam van dit schema is Responsible Biomass Certification scheme. Het is belangrijk dat bedrijven die reeds deelnemen aan het GMP+ Feed Certification scheme ter borging van hun diervoederproducten, hebben gevraagd om de ontwikkeling van een gelijksoortig certificatieschema om de kwaliteit van de biomassaproducten te kunnen aantonen. Deze bedrijven doen zaken in zowel de diervoedermarkt als de markt voor bio-energie. Door dezelfde instrumenten voor kwaliteitsbeheer te gebruiken (QMS, HACCP, PRP s) kan een efficiëntieslag worden gemaakt in de borging van zowel diervoeder- en biomassaproducten. Het Responsible Biomass Certification scheme is een compleet schema voor de borging van de kwaliteit van biomassaproducten in alle schakels van de toeleverketen. Aantoonbare borging van de kwaliteit wordt steeds belangrijker in veel landen en markten en deelname aan het RBC-scheme kan dit uitstekend faciliteren. Daarnaast is de implementatie van de Renewable Energy Directive eveneens een belangrijke trigger voor certificering. Kwaliteitsborging van biomassaproducten door de gehele toeleverketen heeft een hoge prioriteit. Het is belangrijk dat bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen op dit gebied, door op gepaste en overtuigende wijze te reageren op de behoefte aan de juiste kwaliteit van biomassaproducten. Net als het GMP+ Feed Certification scheme, bevat het Responsible Biomass Certification scheme diverse onderdelen, zoals voorwaarden voor het kwaliteitsbeheersysteem (ISO 9001), risicobeheersing, productnormen, traceerbaarheid, monitoring, basisvoorwaardenprogramma en ketenaanpak. Samen met haar partners, stelt op transparante wijze heldere voorwaarden, zodat de kwaliteit is geborgd en certificatie-instellingen in staat zijn om Responsible Biomass Assurance onafhankelijk te certificeren. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 6/71

7 1.2 Structuur van het Responsible Biomass Certification scheme De documenten binnen het RBC-scheme zijn onderverdeeld in een aantal series. Het diagram hieronder toont een schematische weergave van het RBC-scheme: Responsible Biomass Certification scheme A documenten Algemene eisen voor deelname aan het RBC scheme B documenten Normatieve documenten, bijlagen en country notes. Responsible Biomass Assurance C documenten Certificeringeisen van het RBC scheme D documenten Richtlijnen ter ondersteuning van bedrijven bij de implementatie van de RBC eisen Al deze documenten zijn verkrijgbaar via de website van ( Naar dit document wordt verwezen als RBC B2 Borging van Co-substraten en het is onderdeel van het Responsible Biomass Certification scheme (RBCschema). 1.3 Achtergrond en scope van deze standaard Achtergrond Deze standaard heeft als titel: Borging van co-substraten voor vergisting. In deze paragraaf worden deze termen toegelicht, alsook de scope van de standaard Vergisten Vergisten heeft tot doel organische stof met behulp van micro-organismen om te zetten in biogas, waaruit energie kan worden geproduceerd. Een andere term die gebruikt wordt voor vergisten is fermenteren. In het algemeen zijn alle soorten mest en organische reststoffen (als dan niet gemengd) geschikt voor vergisting. Het proces vindt plaats in afwezigheid van zuurstof (anaëroob). Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen psychrofiele (0-20 C), mesofiele (20-45 C) en thermofiele (45-75 C) vergisting. Bij hogere temperaturen verloopt het vergistingsproces sneller waardoor er meer biogas in een kortere tijd vrijkomt. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 7/71

8 Co-substraat Bio-energie kan onder meer ook worden geproduceerd door mest te vergisten. Voor een goed vergisting is het noodzakelijk om de mest te mengen met een of meerdere andere organische producten substraten. Deze producten worden doorgaans aangeduid met de term co-substraten Digestaat Het vergistingsproces levert niet alleen bio-energie op maar er ontstaat ook (als restproduct) een zogeheten digestaat. Dit digestaat kan worden gebruikt als meststof, mits het voldoet aan wettelijke normen, die zijn vastgelegd in milieuwetgeving. Om te zorgen dat het uiteindelijke digestaat voldoet aan de gestelde milieunormen, moeten er al eisen gesteld worden aan de substraten die bij de vergisting worden gebruik. Deze eisen hebben onder meer betrekking op de niveaus van zware metalen, op het voorkomen van microbiologische stoffen en plantpathogenen. Door ervoor te zorgen dat de niveaus van deze stoffen beheerst worden onder bepaalde niveaus, wordt uiteindelijk een digestaat verkregen dat als meststof kan worden gebruikt Scope van deze standaard Deze standaard geeft voorwaarden voor het borgen van de kwaliteit van bij vergisting gebruikte substraten, zodat een digestaat wordt verkregen dat voldoet aan de milieunormen. In het bijzonder worden eisen gesteld aan de substraten die bij de mestvergisting worden gebruikt (met uitzondering van de mest zelf). Daarom wordt in het vervolg van deze standaard veelal de term co-substraten gebruikt. Maar voor alle duidelijk: ook het borgen van de kwaliteit van substraten die bij andere vergistingsvormen dan mestvergisting worden gebruikt, valt onder de scope van deze standaard. Er zijn meerdere bedrijven betrokken bij de productie van het uiteindelijke digestaat. Allereerst zijn er producenten van co-substraten. Daarnaast zijn er handelaren, collecteurs en transporteurs actief in deze sector. Ten slotte zijn er de vergisters, bij wie het uiteindelijke digestaat ontstaat. Al deze bedrijven dienen bij te dragen aan de borging van het co-substraat. Omdat meerdere typen bedrijven betrokken zijn bij de borging, zijn in deze standaard diverse zgn. scopes gedefinieerd: 1. Productie co-substraat: Dit omvat de productie van a. een enkelvoudig co-substraat door teelt (granen, peulvruchten, etc.) of als reststroom van de voedselverwerkende industrie of diervoederindustrie. b. Anderzijds wordt ook tot productie van een co-substraat gerekend het verzamelen ( collectie ), het bewerken en/of het mengen van enkelvoudige cosubstraten tot een nieuw co-substraat. Er worden 2 typen co-substraat onderscheiden: Co-substraat kwaliteit A: geschikt voor (mest)vergistingsinstallatie met of zonder sanitatiestap. Co-substraat kwaliteit B: alleen geschikt voor (mest)vergistingsinstallatie met sanitatiestap. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 8/71

9 Toelichting: In deze standaard wordt in de eisen over productie van of bewerking aan cosubstraten in de meeste gevallen het woord productie gebruikt. In voorkomende gevallen moet hier eventueel bewerking worden gelezen. De eisen hebben betrekking op elke vorm van fysiek handelen met of aan co-substraten. Voorbeelden van fysieke handelingen, die tot de productie of bewerking van co-substraten kunnen worden gerekend, zijn, zijn: verzamelen ( collectie ), opslaan, drogen, schonen, mengen, produceren, verpakken. Let op: Onder sanitatiestap wordt verstaan een processtap, gericht op het in voldoende mate afdoden van relevante ziekteverwekkende micro-organismen en/of virussen. De sanitatie moet zijn gevalideerd, dwz de ondernemer moet aantonen dat zijn (vergistings)proces in staat is deze afdoding te realiseren. Als voorbeeld: pasteurisatie, een hittebehandeling van minimaal 1 uur op 70 ºC. Deze sanitatiestap vindt plaats bij de vergisting, een processtap die momenteel niet onder de scope van deze standaard valt 2. Handel en opslag. Dit omvat de handel inclusief (eventuele) opslag in alle soorten co-substraat (agrarische producten, reststromen, mengproducten, enz.). Er vinden geen verdere bewerkingen of productiestappen plaats 3. Transport. Onder transport valt zowel het wegtransport als overig transport (zee- en binnenvaart en spoor). Hiervoor zijn de noodzakelijke voorwaarden in de standaard opgenomen. Regelgeving Nederland en toelichting m.b.t. borging en certificatie De Nederlandse overheid heeft in wetgeving een lijst gepubliceerd (bijlage Aa., behorende bij artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, onderdeel IV, categorie 1) met producten, die als co-substraat gebruikt kunnen worden. Hieronder staat een samenvattend overzicht. Voor de exacte informatie kunt u deze link benutten IV. Eindproducten van bewerkingsprocedés die als meststof kunnen worden verhandeld Categorie 1. Product dat verkregen is door vergisting van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met als nevenbestanddeel uitsluitend één of meer van de stoffen die genoemd zijn onder de in onderstaande tabel onderscheiden categorieën of subcategorieën, met dien verstande dat de stoffen genoemd onder categorie G uitsluitend worden gebruikt als nevenbestanddeel indien tevens de maximale waarden waarnaar in categorie G wordt verwezen niet worden overschreden (covergiste mest) De wetgever beschouwd de producten die in deze categorie onder A t/m F worden opgesomd, als veilig. Zij kunnen zonder meer als co-substraat worden ingezet en zullen (mits correct toegepast) leiden tot een digestaat dat voldoet aan de milieunormen. Voor de producten onder G geldt dat aangetoond moet worden dat bepaalde productnormen niet worden overschreden. Pas dan kan er op vertrouwd worden dat het digestaat aan de geldende milieunormen voldoet. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 9/71

10 In deze RBC standaard worden hierbij aangesloten en wel als volgt - Producten genoemd onder A t/m F voldoen aan de productnormen die voor gebruik als co-substraat gelden. Dit behoeft niet meer door middel van analyses te worden aangetoond. Om deze producten onder een RBC-certificaat te brengen geldt wel, dat aan alle in deze standaard opgesomde beheersingsvoorwaarden mbt processing, opslag, transport, enz. moet worden voldaan. - De producten die vallen onder G kunnen onder RBC-certificaat worden gebracht als wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de productnormen (d.m.v analyses) en aan alle in deze standaard opgesomde beheersingsvoorwaarden mbt processing, opslag, transport, enz. - Indien een product niet op de lijst staat, kan het ook onder certificaat worden gebracht Dit product dient dan wel te worden aangemeld voor vermelding op de lijst. Zie hiervoor Hoofdstuk 2. Onderstaande figuur is een eenvoudige weergave van het stroomschema cosubstraten. Certificatie van de vergisting valt (op dit moment) buiten de scope van deze standaard. 1 a. Diervoeder / teelt 3 Transport 3 Transport 3 Transport 1 b. Collectie / bewerken / mengen 2 Handel en opslag Vergisting 1 a. Voedsel 3 Transport Regelgeving Nederland Het Responsible Biomass Certification scheme en de daartoe behorende onderhavige standaard beogen onder meer aan te sluiten bij de nieuwe systematiek voor erkenning van co-substraten die door de Nederlandse overheid is ontwikkeld. De nieuwe systematiek en het certificatie schema hebben als uitgangspunt dat het digestaat uit (mest)vergisting, mag worden aangewend als meststof. Er dient rekening gehouden te worden met het feit dat het digestaat wordt uitgereden over grasland, dat begraasd wordt, gehooid of ingekuild en dient als diervoeder. Een adequate borging van de milieukwaliteit heeft een hoge prioriteit. In dit geval heeft milieukwaliteit betrekking op het feit dat aanwending van het digestaat kan plaats- RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 10/71

11 vinden binnen de grenzen die gelden voor belasting van de grond met zware metalen en microverontreinigingen (polycyclische en aromatische koolstofdioxide (CO 2 ). Certificatie van co-substraten is een hulpmiddel om dat te realiseren. De eisen in deze standaard zijn van toepassing op organisaties, ongeacht het type of de omvang, die activiteiten uitvoeren die onder de reikwijdte van deze standaard vallen. Het is daarbij niet van belang of een deelnemer deze activiteiten voor eigen rekening of voor derden uitvoert. De scope van deze standaard reikt vanaf productie van het co-substraat t/m de levering ervan aan de vergister. Er zijn in deze standaard geen voorwaarden voor het vergisten zelf opgenomen. Certificatie van de vergisting valt (op dit moment) buiten de scope van deze standaard. Met de term deelnemer wordt een bedrijf bedoeld dat deelneemt aan deze standaard. Dit kan een producent, handelaar of transporteur van co-substraten zijn. Deelnemers kunnen één of meerdere activiteiten (produceren, verhandelen, transporteren) uitvoeren. Sommige deelnemers zullen bijvoorbeeld alleen cosubstraten produceren, terwijl anderen co-substraten ook verhandelen en/of transporteren. Elke deelnemer moet de bedrijfsspecifieke gevaren met betrekking tot de kwaliteit van co-substraten vaststellen, analyseren en beheersen door het toepassen van op HACCP-principes gebaseerde procedures. De minimumvoorwaarden hiervoor zijn vastgelegd in Hoofdstuk 6 risicobeoordeling. Deze standaard beschrijft zo nauwkeurig mogelijk voor activiteiten / co-substraten die onder de reikwijdte van deze standaard vallen wat de verschillende risico s en de bijbehorende beheersmaatregelen zijn. De deelnemer blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de cosubstraten en activiteiten en voor de door hemzelf uitgevoerde controle op naleving van de eisen. Door naleving van de eisen die in deze standaard worden weergegeven, en door hiervoor gecertificeerd te zijn, kan de deelnemer de kwaliteit van zijn diensten of co-substraten aan derden aantonen. Ongeacht de verplichtingen die uit deze standaard voortvloeien, dient de deelnemer alleen co-substraten in de handel te brengen die betrouwbaar en van een normale handelskwaliteit zijn. Uiteraard dient in alle gevallen te worden voldaan aan de wettelijke vereisten. De deelnemer mag geen co-substraten in de handel brengen die een risico voor het milieu vormen. De deelnemer moet bovendien voorkomen dat hij co-substraat in de handel brengt op een manier die in enigerlei opzicht misleidend kan zijn. 1.4 De structuur van deze standaard De voorwaarden m.b.t. een managementsysteem voor de borging van de kwaliteit van co-substraten zijn opgenomen in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 zijn voorwaarden te vinden voor een aantal basisvoorwaarden. Het voldoen aan deze basisvoorwaarden is essentieel voor het tot stand brengen van een hygiënisch basisniveau. Hoofdstuk 6 bevat de minimale voorwaarden voor een risicobeoordeling, inclusief het vaststellen van noodzakelijke beheersmaatregelen en de controle daarop. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 11/71

12 Aanvullende voorwaarden voor de beheersing van een aantal operationele activiteiten zijn opgenomen in hoofdstuk 7. Deze zijn per scope weergegeven. Tot slot zijn de voorwaarden en eisen voor verificatie en verbetering van het beheerssysteem opgenomen in hoofdstuk 8. In onderstaande tabel is per scope (Handel, Productie en Transport) een globaal overzicht gegeven van de relevante paragrafen. Scope Handel (event. met Productie Transport Hoofdstuk opslag) 4 X X X 5.1 X X X 5.2 X X 5.3 X X 5.4 X X X 5.5 X X X 6 X X 7.1 X X 7.2 X 7.3 X 8 X X X Toelichting Bij enkele voorwaarden in deze standaard is een toelichting opgenomen. Deze toelichting staat in een apart kader, beginnend met het woord Toelichting. De toelichting bevat geen verplichte eisen of voorwaarden, maar is louter bedoeld als een handreiking om de voorwaarde beter te begrijpen. Het kader bevat ook vaak informatie die nuttig is voor auditoren. Let op: Witte kaders bevatten in tegenstelling tot de blauwe kaders wel voorwaarden. Deze voorwaarden dienen beschouwd te worden als detaillering van voorwaarden die er boven staan. 1.5 Uitsluiting van eisen Het is mogelijk dat bepaalde voorwaarden niet van toepassing zijn voor een deelnemer. Een deelnemer mag deze eisen uitsluiten. Uitsluitingen moeten wel gemotiveerd en vastgelegd worden. De uitsluitingen mogen er in ieder geval niet toe leiden dat de deelnemer co-substraten of diensten m.b.t. co-substraten levert die niet voldoen aan de kwaliteit van co-substraten zoals vastgelegd in deze standaard. Er mogen geen eisen worden uitgesloten omdat de deelnemer deze niet relevant vindt, bijvoorbeeld omdat afnemers er niet om vragen, omdat het voldoen aan deze eisen geen wettelijke verplichting is of omdat het bedrijf klein is. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 12/71

13 Toelichting Bovenstaande moet niet in tegenspraak gelezen worden met de mogelijkheid om ook te handelen in niet-rbc co-substraten. Dit is mogelijk mits aan de voorwaarden hiervoor wordt voldaan. Zie hiervoor paragraaf 4.3 Soms hebben bedrijven moeite om invulling te geven aan bepaalde voorwaarden. Een veelgehoorde opmerking is dat dit vooral geldt voor kleine bedrijven, en dan vooral voor sommige managementsysteemeisen zoals directieverklaring, documentenbeheer, interne audit, managementreview, enz. In deze standaard is bewust gekozen om alle eisen ook voor kleinere bedrijven verplicht te stellen en voor hen bij voorbaat geen eisen uit te zonderen. Dit laatste zou de suggestie kunnen wekken dat de borging bij kleinere bedrijven op een lager niveau ligt. Bovendien gaat deze standaard uit van het beheersen van risico s door middel van het toepassen van een op HACCP-principes gebaseerde risicobeoordeling. Het vereiste managementsysteem is daarbij ondersteunend en dient om zeker te stellen dat de risico s bij voortduring adequaat worden beheerst. Het maakt daarbij niet uit of deze risico s zich voordoen bij een kleiner of bij een groter bedrijf: ze moeten altijd beheerst worden op het voor RBC gewenste niveau. Een eenvoudige bedrijfsstructuur en een helder, eenvoudig en transparant bedrijfsproces kan betekenen dat de managementsysteemeisen op een andere wijze worden ingevuld. De auditor heeft hier ook een zekere vrijheid om te oordelen, waarbij het uitgangspunt is en blijft: het toegepaste systeem is in staat om de risico s te beheersen ten einde de vereiste kwaliteit te kunnen garanderen. In een aantal toelichtingsblokken in deze standaard worden wel suggesties gedaan hoe ook een klein bedrijf aan een bepaalde voorwaarde kan voldoen. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 13/71

14 2 Normatieve verwijzingen 2.1 RBC documenten Alle eisen waaraan een deelnemer dient te voldoen om de kwaliteit van de cosubstraten te garanderen, zijn opgenomen in dit document. Aanvullende en gedetailleerdere voorwaarden zijn vastgelegd in een aantal bijlagen, die zijn toegevoegd aan dit document en onderdeel van de standaard uitmaken. De deelnemer moet ook voldoen aan de relevante voorwaarden die zijn opgenomen in de RBC A-documenten. De voorwaarden m.b.t. de certificatie zijn opgenomen in de zgn. RBC C-documenten. Deze documenten zijn te raadplegen op de website van het ( 2.2 Wettelijke naleving Bij het opstellen van deze standaard is bijzondere aandacht geschonken aan het opnemen van relevante eisen uit de mestwetgeving. De productnormen voor co-substraat m.b.t. contaminanten zijn opgenomen in Bijlage 1 Productnormen en zijn gebaseerd op voor Nederland wettelijk vastgestelde productnormen voor co-substraten. Regelgeving Nederland In april 2012 is een nieuwe lijst (bijlage Aa., behorende bij artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, onderdeel IV, categorie 1, G) gepubliceerd met producten, waarvoor geldt dat ze alleen mogen worden aangewend in de vergister als aantoonbaar is dat ze voldoen aan de productnormen zoals opgenomen in Bijlage 1 Productnormen. Certificatie volgens deze standaard maakt het mogelijk dit aan te tonen. Indien een co-substraat niet op de lijst staat, maar wel is gecertificeerd, dient dit co-substraat alsnog op de lijst (onder 1, G) worden geplaatst. Een verzoek dient per brief worden verstuurd naar: Ministerie van Economische Zaken Directie Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit (PAV) Postbus EK Den Haag Het valt onder de eigen verantwoordelijkheid van de deelnemer om te voldoen aan de relevante wetgeving die mogelijk niet in deze standaard is opgenomen. De deelnemer dient te verifiëren en te waarborgen dat alle productie, handel en transport van co-substraten in overeenstemming zijn met de van toepassing zijnde wettelijke voorwaarden. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 14/71

15 Toelichting Met relevante eisen uit de co-substraatwetgeving wordt bedoeld: alle eisen die betrekking hebben op schoon en onverdacht co-substraat. Deze standaard is in hoge mate gebaseerd op de Nederlandse mestwetgeving. Deelnemers die buiten Nederland actief zijn zullen bij het toepassen van deze standaard extra aandacht aan voor hen relevante (nationale) wetgeving moeten besteden. Indien de deelnemer ook exporteert naar een ander land is het van belang dat hij zich vergewist dat zijn co-substraat voldoet aan de relevante wet- en regelgeving van dat land. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 15/71

16 3 Termen en definities Term Omschrijving Toelichting Co-substraat Stof die bijgemengd wordt in een (mest)vergistingsinstallatie Voorbeelden van co-substraat zijn: plantaardige producten als energie-mais; N.B. Co-substraten kunnen uiteraard ook in andere dan mestvergistingsinstallaties worden gebruikt. reststromen uit de voedingsmiddelen industrie, diervoederindustrie en horeca niet-verkochte voedselrestanten bij supermarkten. Mengsels van bovengenoemde producten Kwaliteit co-substraat Schoon en onverdacht co-substraat Sanitatiestap Validatie De mate waarin het cosubstraat aan de eisen voldoet die gelden voor een schoon en onverdacht cosubstraat Het co-substraat dat aan de eisen en productnormen voldoet, zodat het digestaat als meststof kan worden aangewend. Een pasteurisatiestap of een gelijksoortige bewerkingstap tijdens de (mest)vergisting die een voldoende afdodend effect heeft. Onder validatie wordt verstaan dat aantoonbaar is gemaakt dat de sanitatiestap, die plaatsvindt tijdens de (mest)vergisting, een voldoende en effectief afdodend effect heeft. Het betreft vooral eisen op het gebied van milieu (zware metalen en organische microverontreinigingen en residuen van bestrijdingsmiddelen) Deze term vindt haar oorsprong in Nederlandse wet- en regelgeving Het sanitatieproces is mede afhankelijk van het menu (producten die in de vergister worden gedaan). De sanitatiestap dient altijd gevalideerd te worden, dwz er dient vastgesteld te worden dat de uitgevoerde processtap (verhitting) het gewenste afdodende effect heeft. Let op: certificatie van de vergisting (waarvan de sanitatiestap onderdeel kan uitmaken) valt op dit moment buiten de scope van deze standaard Deze term is gebaseerd op Verordening (EG nr. 1069/2009). Die schrijft voor dat in die gevallen waarin pasteurisatie een erkenningseis is voor een biogasinstallatie of handelseis voor digestaat, de bevoegde autoriteit mag toestaan dat er niet gepasteuriseerd wordt, op voorwaarde dat het vergistingsproces gevalideerd is. Dat houdt in dat de ondernemer moet aantonen dat zijn vergistingsproces in staat is relevante ziekteverwekkende RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 16/71

17 Term Omschrijving Toelichting micro-organismen en/of virussen in voldoende mate af te doden. Daarnaast moet hij een systeem opzetten om het vergistingsproces te beheersen. In Verordening (EG) nr. 1069/2009 staat nader beschreven hoe de kiemreductie gemeten moet worden, hoe groot de kiemreductie moet zijn, en welke stappen ondernomen moeten worden om een procesbeheerssysteem op te zetten. Contaminatie Collectie Product Massabalans Verontreiniging met stoffen of producten die de kwaliteit van het co-substraat negatief beïnvloeden Verzamelen van cosubstraten met de bedoeling het verzamelde product af te zetten als co-substraat. N.B. Collectie valt onder de scope Productie. Alle stoffen, bestemd om te worden gebruikt als, of te worden verwerkt in cosubstraat Registratie van de inkomende en uitgaande stroom (volume) van een product in een bepaalde tijdsperiode Wanneer de term contaminatie wordt gebruikt, gaat het om zowel besmetting met zware metalen of organische microverontreiniging, als ook om besmetting met plantpathogenen. Deze contaminatie kan tot normoverschrijding leiden. Het kan bijvoorbeeld gaan om het verzamelen van reststromen bij horeca gelegenheden als het verzamelen van niet verkochte voedselrestanten bij supermarkten. Dit zijn producten die als co-substraat worden aangemerkt Een ander voorbeeld is het verzamelen van reststromen bij levensmiddelen- en diervoederbedrijven. Deze producten worden reeds aangemerkt als co-substraat. Binnen het RBC scheme vallen onder de reikwijdte van deze definitie cosubstraten, maar ook additieven en technische hulpstoffen. Met de registratie wordt inzicht verkregen in de totale volumes aan inkomend en uitgaand product in een bepaalde periode. Het doel van het systeem is om aan te tonen dat de hoeveelheid product die afgevoerd wordt gelijk is aan de hoeveelheid product die binnenkomt. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 17/71

18 4 Managementssysteemeisen 4.1 Directieverantwoordelijkheid De directie moet zich bewust zijn van haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van co-substraten. De directie moet: a. De organisatie bewust maken van het belang van de kwaliteit van cosubstraten en naleving van zowel de eisen genoemd in deze standaard als de verplichtingen van de mestwetgeving. b. Het beleid ten aanzien van kwaliteit van co-substraten in concrete doelstellingen schriftelijk vastleggen in een beleidsverklaring. c. Haar verantwoordelijkheid en betrokkenheid aantonen bij het ontwikkelen en invoeren van het borgingssysteem om veilig co-substraat te realiseren. d. Borgen dat middelen en menskracht beschikbaar zijn. De directie moet zelf bepalen welke middelen nodig zijn voor het borgen van veilig co-substraat en moet er zorg voor dragen dat deze middelen ook beschikbaar zijn. Op z n minst moet voldaan worden aan de eisen uit deze standaard. f. Ten minste één keer per 12 maanden beoordelen of het borgingssysteem nog steeds geschikt en effectief is. Zie paragraaf 8.3 voor details van een dergelijke managementbeoordeling. Toelichting Kwaliteit van co-substraten is voor het merendeel beschreven in Uitvoeringsbesluit meststoffenwet. Zie de relevante wetgeving bij Productnormen. Zie voor meer informatie over de eisen van de afnemer ook paragraaf 6.2. Met middelen wordt onder meer bedoeld de infrastructuur (gebouwen, werkomgevingen en faciliteiten), personeel en andere middelen die nodig zijn voor een geschikt systeem voor de borging van co-substraten. Zie hoofdstuk 5 voor dit onderwerp. 4.2 Kwaliteitsverantwoordelijke De directie stelt een persoon aan die, ongeacht overige verantwoordelijkheden, de verantwoordelijkheid en bevoegdheid moet hebben om: a. het systeem voor de borging van co-substraten op te zetten, in te voeren en te onderhouden in overeenstemming met deze standaard, en b. te rapporteren aan de directie over de resultaten van het systeem voor de borging van co-substraten en de eventuele noodzaak voor verbetering ervan; en c. er voor te zorgen dat het bewustzijn over kwaliteit van co-substraten binnen de gehele organisatie wordt bevorderd. 4.3 Eisen aan het borgingssysteem voor co-substraten De deelnemer moet een systeem voor de borging van co-substraten opstellen, documenteren, implementeren en in stand houden in overeenstemming met de voorwaarden van deze standaard. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 18/71

19 Het borgingssysteem moet aangepast worden aan veranderende wetgeving en aan andere, aan (milieu)kwaliteit gerelateerde ontwikkelingen. Het borgingssysteem moet er voor zorgen dat alle borgingsactiviteiten die een invloed kunnen hebben op de kwaliteit van de co-substraten, consequent gedefinieerd, geïmplementeerd en nageleefd worden in de organisatie. De deelnemer moet de scope van het borgingssysteem voor co-substraten bepalen en documenteren door vast te stellen welke co-substraten, activiteiten en locaties binnen de reikwijdte van het systeem vallen. Daarnaast moet de deelnemer de doelstellingen voor de verbetering van de kwaliteit van co-substraten vastleggen. De deelnemer moet het volgende bepalen: a. Het onderdeel van de keten waarvoor de deelnemer verantwoordelijk is. Dit begint waar de verantwoordelijkheid van de voorgaande schakel eindigt, en eindigt waar de verantwoordelijkheid van de vervolgschakel in de keten begint. Daaronder vallen ook activiteiten die uitbesteed worden aan derden. b. De co-substraten die geproduceerd, getransporteerd, gecollecteerd, opgeslagen en/of verhandeld worden. c. De relevante locaties. Daaronder vallen ook de locaties waar relevante administratieve werkzaamheden worden uitgevoerd. Verdere bepalingen zijn: Indien een deelnemer besluit een activiteit uit te besteden, die een mogelijke invloed heeft op de kwaliteit van co-substraten, moet de deelnemer borgen dat deze activiteit ook wordt uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden van deze RBC standaard. Hierbij kunnen bijzondere inkoopvoorwaarden van toepassing zijn. Zie hiervoor ook hoofdstuk 7 en Bijlage 2 Minimumvoorwaarden Inkoop. De deelnemer moet ook alle andere relevante activiteiten en/of producten omschrijven die geen betrekking hebben op co-substraat. De deelnemer moet ervoor zorgen dat deze activiteiten geen negatieve invloed kunnen uitoefenen op de kwaliteit van de co-substraten. Alle productie m.b.t. co-substraten op een locatie dient onder de scope van het borgingssysteem te worden gebracht Het is mogelijk om te handelen in niet-rbc gecertificeerd co-substraat onder de voorwaarde dat: a. dit niet-rbc gecertificeerde co-substraat gescheiden is bewerkt, opgeslagen en/of getransporteerd en dat dit geen enkele invloed heeft op de kwaliteit van het RBC gecertificeerde co-substraat. b. de deelnemer in zijn administratie een duidelijk en aantoonbaar onderscheid maakt tussen RBC gecertificeerd co-substraat en niet-rbc gecertificeerd co-substraat. c. Er wordt voldaan aan de relevante etiketteringsvoorwaarden. Zie par Ook is het mogelijk om naast RBC gecertificeerde co-substraten ook niet-rbc gecertificeerde co-substraten op te slaan, onder de voorwaarden dat: a deze niet-rbc gecertificeerde co-substraten gescheiden worden opgeslagen van RBC gecertificeerde co-substraten zodat dit geen enkele invloed heeft op de kwaliteit van de RBC gecertificeerde co-substraten. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 19/71

20 b c Dit dient op basis van een risicobeoordeling te worden gemotiveerd. de deelnemer eveneens op basis van een risicobeoordeling bepaalt of het gebruik van gemeenschappelijke transportinstallaties een risico vormt voor de opgeslagen RBC gecertificeerde co-substraten. Een belangrijk aandachtspunt is mogelijk contaminatie als gevolg van versleping. Waar nodig dient de deelnemer de mate van versleping vast te stellen en adequate beheersmaatregelen te nemen. de deelnemer in zijn administratie een duidelijk en aantoonbaar onderscheid maakt tussen opgeslagen RBC gecertificeerde co-substraten en opgeslagen niet-rbc gecertificeerde co-substraten. De deelnemer dient bovenstaande te beheersen met zijn borgingssysteem voor cosubstraten. Toelichting De scope van het borgingssysteem voor co-substraten kan de volgende activiteiten omvatten: a b c De selectie van leveranciers en de inkoop van co-substraten; Alle processtappen die door de deelnemer worden uitgevoerd en moeten worden beheerst, zoals planning, inkoop, (tussen)opslag, productie, bewerking, intern transport, verkoop en verpakken. Alle transport- en opslag activiteiten waarvoor de deelnemer verantwoordelijk is; Bovenstaande geldt ook voor uitbestede elementen. Niet voor alle in te kopen producten of diensten geldt dat deze RBC gecertificeerd dienen te zijn. Zie hiervoor verder ook Bijlage 2. Activiteiten en/of producten die geen betrekking hebben op co-substraat zijn bijvoorbeeld opslag van brandstoffen of verf, agrarische voertuigen, hout, etc. Een handelaar mag ook handelen in niet-rbc co-substraten mits hij zeker stelt dat deze duidelijk geïdentificeerd en gescheiden zijn (en blijven) van RBC gecertificeerde co-substraten. De gedachte hierachter is dat hiermee zeker is gesteld dat een klant, die RBC gecertificeerde co-substraten wenst, deze ook ontvangt. Evenzo kan een opslagbedrijf naast RBC co-substraten ook niet-rbc cosubstraten opslaan. Ook hier geldt de eis van (fysieke) scheiding, bijvoorbeeld op een afgescheiden deel van het terrein, in aparte silo s of aparte gedeelten van een loods Door middel van het borgingssysteem voor co-substraten dient zeker gesteld te worden dat vermenging of verwisseling uitgesloten is. Bij gebruikmaking van gemeenschappelijke leidingen en andere transportsystemen dient beoordeeld te worden of er een risico is op ongewenste vermenging of contaminatie, bijvoorbeeld als gevolg van versleping, en dienen zo nodig maatregelen te worden genomen ter beheersing hiervan. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 20/71

21 4.4 Documentatie en registratie Documentatie en kwaliteitshandboek De deelnemer moet procedures en instructies opstellen en implementeren waarin de voorwaarden van deze standaard opgenomen zijn. De documentatie van het borgingssysteem voor co-substraten moet in elk geval de volgende elementen bevatten, of daarnaar verwijzen: a. Het kwaliteitsbeleid, waaronder ook doelstellingen voor de kwaliteit van cosubstraten; b. Omschrijving van de reikwijdte van het borgingssysteem voor co-substraten als vereist in hoofdstuk 4.3; c. Alle relevante vergunningen, registraties of erkenningen, in overeenstemming met landelijke en internationale wetgeving; d. Alle procedures, instructies, registratieformulieren en dergelijke die voor deze standaard vereist zijn, en/of nodig zijn voor het uitvoeren van het borgingssysteem voor co-substraten. e. Alle gegevens over het proces, de handelingen, de audits en inspecties en alle andere rapporten die vereist zijn voor deze standaard. Dit register moet worden opgezet en in stand gehouden ter bewijsvoering van naleving van de eisen en de doeltreffende werking van het borgingssysteem voor co-substraten. Deze documenten, instructies, formulieren etc. moeten voorzien zijn van een duidelijke en inzichtelijke structuur. Toelichting: Onder relevante vergunningen, registraties of erkenningen kunnen bijvoorbeeld de wettelijke vergunningen vallen voor productie, handel of voor transport, bijvoorbeeld een VIHB registratie. Procedures etc. kunnen binnen het bedrijf van de deelnemer al onderdeel vormen van een gestructureerd kwaliteitsmanagementsysteem, dat bijv. gebaseerd is op een andere standaard uit het RBC scheme, op de ISO-9001-standaard of op een HACCP-standaard. Daarnaast kunnen deze procedures onderdeel zijn van een landelijke regeling, een sector- of bedrijfsregeling waarbij voor vergelijkbare beheersing wordt gezorgd. Deze procedures kunnen uiteraard gebruikt worden voor zover ze vereist worden in deze RBC-standaard. De opzet en de structuur van de noodzakelijke en in deze standaard gevraagde kwaliteitsdocumentatie, zoals bijv. (gedocumenteerde) procedures, instructies, formulieren, documenteren van gegevens, etc. mag in overeenstemming worden gebracht met de aard van de te borgen activiteiten, de omvang van het bedrijf en het opleidings- en kennisniveau van de medewerkers Beheer van documentatie en gegevens De documenten en gegevens moeten beheerst worden. Zij moeten op de juiste wijze opgeborgen en bewaard worden. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 21/71

22 Dit betekent dat de documentatie: a. actueel gehouden moet worden; b. goedgekeurd en minstens elk jaar beoordeeld moet worden door een hiertoe bevoegde persoon. Bij deze beoordeling moet in ieder geval aandacht worden geschonken aan eventueel gewijzigde wetgeving en/of wijzigingen in deze standaard; c. altijd beschikbaar moet zijn en begrijpelijk moet zijn voor de personeelsleden die de eisen van de procedure moeten uitvoeren; d. aangepast moet worden indien er veranderingen hebben plaatsgevonden die een direct effect hebben op de werkzaamheden van de deelnemer. De deelnemer moet er zorg voor dragen dat alle documentatie en gegevens: a. minstens voor een periode van 3 jaar worden bewaard, tenzij een langere bewaarperiode wordt voorgeschreven door de wet; b. zodanige bewaard worden dat eventuele verslechtering in de conditie van of schade aan de documentatie en gegevens voorkomen wordt; c. op zodanige wijze worden opgeborgen dat deze compleet en gemakkelijk terug te vinden zijn; d. goed leesbaar zijn. Toelichting: Documentatie mag ook in digitale vorm beschikbaar gesteld worden, en beheerd en bewaard worden. Het doel is dat de deelnemer aantoont dat er procedures ingevoerd zijn die een voortdurende overeenstemming met (gewijzigde) wettelijke bepalingen waarborgen, alsook met andere informatie die relevant is voor de co-substraten die de deelnemer produceert, verhandelt of transporteert. Informatie met betrekking tot kwaliteitsonderwerpen die van invloed is op de bedrijfsuitvoering dient effectief te worden overgedragen aan het personeel dat verantwoordelijk is voor de relevante werkgebieden. Veranderingen in de praktijken of procedures die nodig zijn door nieuwe informatie dienen effectief geïmplementeerd te worden. Bij documenten die onderdeel uitmaken van een handboek, kan de deelnemer er voor kiezen om bijvoorbeeld enkel de inhoudsopgave met actuele versienummers van de individuele documenten te ondertekenen. De jaarlijkse beoordeling van de documentatie kan een onderdeel vormen van de interne audit. Zie paragraaf 8.2. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 22/71

23 5 Basisvoorwaardenprogramma Om met succes de risicobeoordeling te kunnen toepassen moet de deelnemer voor verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering een algemeen basisvoorwaardenprogramma vaststellen en toepassen conform dit hoofdstuk. Indien dit niet voldoende is, moet de deelnemer aanvullende basisvoorwaarden uitwerken en implementeren. De deelnemer mag hieronder genoemde basisvoorwaarden uitsluiten, mits gemotiveerd. Toelichting Een basisvoorwaardenprogramma schept de noodzakelijke omgevings- en hygiënecondities waarmee het produceren, verhandelen of transporteren van cosubstraten op een juiste manier beheerst kan worden. Het basisvoorwaardenprogramma vormt een onderdeel van de risicobeoordeling en wordt vervolgens opgenomen in de interne auditplanning. Een handelaar, die handelt in co-substraten maar deze niet fysiek in handen krijgt, kan een aantal paragrafen (5.2 en 5.3) in dit hoofdstuk overslaan omdat deze betrekking hebben op fysieke handelingen in het kader van collectie of opslag. De relevante paragrafen voor een handelaar zijn 5.1, 5.4 en Personeel Algemeen Alle betrokken medewerkers moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid voor kwaliteit van co-substraten. Aanwezig moet zijn: a. een organigram en/of; b. taakomschrijvingen van individuele medewerkers (of een taakomschrijving voor een groep medewerkers in dezelfde functie), en een bewijs van de kwalificaties van medewerkers (ook als dit tijdelijke medewerkers betreft). Dit is alleen nodig voor relevante functies in het kader van kwaliteitsbeheersing van het co-substraat. Alle relevante personeelsleden moeten aantoonbaar op de hoogte worden gebracht van hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot het in stand houden van de kwaliteit van co-substraten. Deze informatie moet worden aangepast indien hierin aanmerkelijke veranderingen optreden. Toelichting Indien taakomschrijvingen voldoende inzicht geven in de bedrijfsorganisatie is het niet nodig om een organigram op te nemen in het personeelsdossier. Met taakomschrijvingen worden vooral de beschrijving van de taken die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van co-substraten bedoeld. Het op de hoogte brengen van de taken, enz. kan bijvoorbeeld ook door het verstrekken van de instructie over te verrichten werkzaamheden. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 23/71

24 Voorbeelden van kwalificaties kunnen bijvoorbeeld zijn: gevolgde scholing of opleiding, diploma s, lijst van professionele ervaring. Het aantoonbaar instrueren van (technisch) personeel van derden kan ook belangrijk zijn voor verzekeringskwesties in het geval van schade. 5.2 Infrastructuur Omgeving Het produceren of transporteren van co-substraten moet uitgevoerd worden in een omgeving waar contaminatie met potentieel gevaarlijke stoffen niet kan leiden tot co-substraat welke niet aan de productnormen voldoet. Als een omgeving een risico met zich meebrengt voor de kwaliteit van cosubstraten, moet de deelnemer door middel van een risicobeoordeling aantonen dat de gevaren voldoende beheerst worden. Toelichting In gebouwen waar co-substraten worden opgeslagen mogen invloeden van buitenaf duidelijk geen gevaar vormen voor de kwaliteit van co-substraten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan vervuilde grond, nabijheid van stortplaatsen, vuilverbrandingsovens, enzovoorts. De deelnemer kan met behulp van een risicobeoordeling vast stellen of de omgeving een gevaar oplevert voor de kwaliteit van co-substraten Bedrijfsruimten en installaties Algemeen De bedrijfsruimten en de installaties moeten zodanig ontworpen, gebouwd en onderhouden worden dat de kwaliteit van de co-substraten te allen tijde gewaarborgd is. Daarbij moet aandacht worden geschonken aan het voorkomen van nalatige en onbedoelde contaminatie van co-substraten. Gebouwen moeten waar nodig zodanig ontworpen en gebouwd zijn dat: a. ophoping van vuil wordt voorkomen; b. derden niet zomaar de gebouwen kunnen betreden. De bedrijfsruimten moeten borgen dat: a. de kans op fouten zo veel mogelijk beperkt wordt en contaminatie en andere schadelijke effecten op de kwaliteit van de co-substraten zoveel mogelijk worden voorkomen; b. er geen verwarring kan ontstaan tussen de verschillende co-substraten, de cosubstraten goed geïdentificeerd zijn en er geen oneigenlijk gebruik van de cosubstraten plaats kan vinden; c. een adequate fysieke en organisatorische afscheiding wordt toegepast en onderhouden tussen producten die bedoeld zijn voor gebruik als co-substraat enerzijds, en producten die een schadelijk effect kunnen hebben op de cosubstraten en daardoor op het milieu anderzijds. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 24/71

25 Deze afscheiding is bedoeld als veiligheidsmaatregel, zodat co-substraten niet in contact kunnen komen met of vermengd kunnen worden met andere producten. De bedrijfsruimten moeten voorzien zijn van geschikte dag- en/of kunstmatige verlichting om te borgen dat schoonmaak-, beheersings- en andere activiteiten die een rol spelen in de kwaliteit van co-substraten effectief kunnen worden uitgevoerd. Toelichting Tot de bedrijfsruimten worden niet alleen de bedrijfsgebouwen maar ook het bedrijfsterrein gerekend, inclusief plaatsen waar ingekuilde producten zijn opgeslagen Bedrijfsruimten voor ontvangst, in- en uitladen en opslag Er moeten geschikte, gescheiden ruimtes zijn voor de ontvangst en het laden en lossen van co-substraten en van potentieel gevaarlijke producten (zoals schoonmaakmiddelen, smeermiddelen, brandstoffen en dergelijke). Tijdens de ontvangst van goederen of het in- of uitladen moet de deelnemer alles doen wat redelijkerwijze mogelijk is om risico op contaminatie te voorkomen. De opslaglocatie moet (bezem)schoon en ordelijk zijn. Afval en giftige materialen (o.a. gewasbeschermingsmiddelen, reinigingsmiddelen, ongediertebestrijdingsmiddelen etc.) moeten gescheiden van het co-substraat opgeslagen worden Apparatuur Alle apparatuur die wordt gebruikt bij de productie of transport moet geschikt zijn voor het gebruiksdoel. Apparatuur die in contact komt met co-substraten moet op zodanige wijze worden ontworpen en gemaakt dat - waar nodig - deze adequaat kan worden schoongemaakt en onderhouden ter voorkoming van contaminatie van de co-substraten. De deelnemer zorgt ervoor dat het eventueel gebruik van meetapparatuur geen negatieve invloed heeft op de kwaliteit van co-substraten Toegangsregeling De regeling voor toegang tot het bedrijf moet worden vastgesteld en toegepast Overige voorwaarden Technische of organisatorische maatregelen moeten worden genomen om contaminatie te voorkomen of te minimaliseren. Dit geldt ook als de deelnemer eventueel gebruik maakt van additieven. Er mag alleen gebruik worden gemaakt van additieven die de kwaliteit van het co-substraat niet negatief beïnvloeden. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 25/71

26 5.3 Onderhoud en hygiëne Onderhoud Een onderhoudsplan moet worden opgesteld en toegepast voor alle relevante ruimtes en installaties/apparatuur. Dit ter borging van een veilige en hygiënische uitvoering van werkzaamheden. De documenten waarin de onderhoudsactiviteiten worden bijgehouden moeten aantonen dat de eisen en voorwaarden nageleefd worden. De deelnemer moet het uitgevoerde onderhoud registreren voor alle installaties die kritisch zijn in het kader van de productie of transport van co-substraten. Toelichting Bij het opstellen van het onderhoudsprogramma kan gedacht worden aan de volgende elementen: a. De (bedrijfs)gebieden en bedrijfsruimten; b. Installaties en (interne) transportsystemen. c. Betrokken personeelsleden (eigen personeel of ingehuurd personeel) d. Frequenties Onderhoudsactiviteiten mogen geen enkel risico voor de kwaliteit van cosubstraten vormen. Denk indien de deelnemer verantwoordelijk is voor transportmiddelen ook aan het onderhoud daarvan Onderhoud van meetapparatuur De deelnemer dient zijn meetapparatuur volgens een vastgesteld plan regelmatig te kalibreren om er zeker van te zijn dat de gemeten waarden juist zijn. De resultaten dienen te worden vastgelegd Reiniging De deelnemer moet ervoor zorgen dat tijdens alle relevante fasen van de productie of transport van co-substraten de voorwaarden voor reiniging zodanig worden gehandhaafd dat blootstelling aan ongedierte en pathogenen geminimaliseerd wordt. Een reinigingsprogramma moet opgesteld worden en de deelnemer moet borgen dat alle relevante ruimtes en apparatuur op zodanige wijze gereinigd worden dat dit voldoende is om de kwaliteit van het co-substraat te allen tijde in stand te houden. Het reinigingsprogramma moeten gecontroleerd worden op geschiktheid en effectiviteit. Een daartoe bevoegde persoon moet inspecties uitvoeren betreffende de staat van reiniging en een register moet worden bijgehouden van al deze inspecties. Reinigings- en desinfectiemiddelen en andere chemicaliën die voor hygiënische doeleinden worden gebruikt, moeten indien van toepassing - afzonderlijk worden opgeslagen in duidelijk geïdentificeerde ruimtes. Dit om het risico op onbedoelde of nalatige contaminatie te voorkomen. RBC B2 Borging van co-substraten voor vergisting 26/71

GMP+ BA6 Minimumvoorwaarden Etiketteren en Afleveren 6

GMP+ BA6 Minimumvoorwaarden Etiketteren en Afleveren 6 BA Module: Feed Safety Assurance GMP+ BA6 Minimumvoorwaarden Etiketteren en Afleveren 6 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm, gedownload

Nadere informatie

GMP+ A3 GMP+ Logo s. GMP+ International B.V.

GMP+ A3 GMP+ Logo s. GMP+ International B.V. A GMP+ A3 GMP+ Logo s 3 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm, gedownload en geprint, mits dit gebeurt voor eigen, niet-commercieel

Nadere informatie

GMP+ Feed Safety Assurance scheme. Dioxine-monitoring in leghennen(opfok)voeders

GMP+ Feed Safety Assurance scheme. Dioxine-monitoring in leghennen(opfok)voeders GMP+ Feed Safety Assurance scheme Dioxine-monitoring in leghennen(opfok)voeders GMP+ BCN-NL2 BCN NL2 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het

Nadere informatie

GMP+ A3 GMP+ Logo s en / of Handelsmerken

GMP+ A3 GMP+ Logo s en / of Handelsmerken A GMP+ A3 GMP+ Logo s en / of Handelsmerken 3 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm, gedownload en geprint, mits dit gebeurt voor eigen,

Nadere informatie

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2)

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2) TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2) 1 juli 2008 1 Toepassing in uw onderneming HTP Advies B.V. Begeleiding bij o.a. ISO (9001, 22000), GMP +, HACCP (www.htp-advies.nl) Praktijkervaring

Nadere informatie

GMP+ Logo s en / of Handelsmerken GMP+ A 3. Versie NL: 15 september gmpplus.org. GMP+ Feed Certification scheme

GMP+ Logo s en / of Handelsmerken GMP+ A 3. Versie NL: 15 september gmpplus.org. GMP+ Feed Certification scheme GMP+ Logo s en / of Handelsmerken GMP+ A 3 Versie NL: 15 september 2016 GMP+ Feed Certification scheme gmpplus.org Historie van het document Revisie nr./ Datum van Wijziging goedkeuring 0.0 / 09-2010 Overgang

Nadere informatie

GMP+ Feed Certification scheme

GMP+ Feed Certification scheme GMP+ Feed Certification scheme MI Module: Feed Responsibility Assurance GMP+ MI102 Verantwoord varkens- en pluimveevoeder 102 Te gebruiken in combinatie met: GMP+ B100 Feed Responsibility Management System

Nadere informatie

GMP+ C4 Tarieven. GMP+ International B.V.

GMP+ C4 Tarieven. GMP+ International B.V. C GMP+ C4 Tarieven 4 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm, gedownload en geprint, mits dit gebeurt voor eigen, niet-commercieel gebruik.

Nadere informatie

FAQ Starten met GMP+ GMP+ D 3.6. Versie NL: 15 september gmpplus.org. GMP+ Feed Certification scheme

FAQ Starten met GMP+ GMP+ D 3.6. Versie NL: 15 september gmpplus.org. GMP+ Feed Certification scheme FAQ Starten met GMP+ GMP+ D 3.6 Versie NL: 15 september 2016 GMP+ Feed Certification scheme gmpplus.org INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 SELECTEER DE RELEVANTE GMP+ FSA STANDAARD... 4 2.1 WAT MOET MIJN

Nadere informatie

GMP+ B2 voorheen B2(2010) Productie van diervoederingrediënten 2

GMP+ B2 voorheen B2(2010) Productie van diervoederingrediënten 2 B Module: Feed Safety Assurance GMP+ B2 voorheen B2(2010) Productie van diervoederingrediënten 2 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm,

Nadere informatie

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) NEa, 20-07-2012, versie 1.0 INTRODUCTIE In artikel 34 van de Monitoring en Rapportage Verordening (MRV) is beschreven

Nadere informatie

GMP+ Feed Certification scheme. GMP+ MI103 Verantwoord melkveevoeder

GMP+ Feed Certification scheme. GMP+ MI103 Verantwoord melkveevoeder GMP+ Feed Certification scheme MI Module: Feed Responsibility Assurance GMP+ MI103 Verantwoord melkveevoeder 103 Te gebruiken in combinatie met: GMP+ B100 Feed Responsibility Management System In samenwerking

Nadere informatie

GMP+ Feed Certification scheme. GMP+ MI103 Verantwoord melkveevoeder

GMP+ Feed Certification scheme. GMP+ MI103 Verantwoord melkveevoeder GMP+ Feed Certification scheme MI Module: Feed Responsibility Assurance GMP+ MI103 Verantwoord melkveevoeder 103 Te gebruiken in combinatie met: GMP+ B100 Feed Responsibility Management System In samenwerking

Nadere informatie

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000 Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 11 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER...

Nadere informatie

4.3 Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagement systeem vaststellen. 4.4 Kwaliteitsmanagementsysteem en de processen ervan.

4.3 Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagement systeem vaststellen. 4.4 Kwaliteitsmanagementsysteem en de processen ervan. ISO 9001:2015 ISO 9001:2008 Toelichting van de verschillen. 1 Scope 1 Scope 1.1 Algemeen 4 Context van de organisatie 4 Kwaliteitsmanagementsysteem 4.1 Inzicht in de organisatie en haar context. 4 Kwaliteitsmanagementsysteem

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot erkenning-/registratievoorwaarden van opslagbedrijven van dierlijke bijproducten en afgeleide producten die niet

Nadere informatie

Productcerticificering co-substraten

Productcerticificering co-substraten Productcerticificering co-substraten Op weg naar kwalitatief betrouwbare co-substraten 16 januari 2013 W.A. (Bert) van Asselt Inhoudsopgave Aanleiding Intermezzo wettelijke kader Inventarisatie (stap 1)

Nadere informatie

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten.

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten. Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten. Nadere uitwerking van de Hygiënecode Transport Opslag en Distributie en de Hygiënecode Diervoedersector Wegtransport

Nadere informatie

GMP+ B101 Productie en handel van verantwoorde soja 101

GMP+ B101 Productie en handel van verantwoorde soja 101 B Module: Feed Responsibility Assurance GMP+ B101 Productie en handel van verantwoorde soja 101 In samenwerking met EN B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie in deze publicatie mag op het scherm

Nadere informatie

Beschrijving van de generieke norm: ISO 27001:2013. Grafimedia en Creatieve Industrie. Versie: augustus 2016

Beschrijving van de generieke norm: ISO 27001:2013. Grafimedia en Creatieve Industrie. Versie: augustus 2016 Beschrijving van de generieke norm: ISO 27001:2013 Grafimedia en Creatieve Industrie Versie: augustus 2016 Uitgave van de branche (SCGM) INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 INLEIDING... 4 1. ONDERWERP EN

Nadere informatie

HACCP-stappenplan. Aan de slag met HACCP 24-09-08. Stap 6 Basisvoorwaardenprogramma. Stap 6 Basisvoorwaardenprogramma. Govert Schouten.

HACCP-stappenplan. Aan de slag met HACCP 24-09-08. Stap 6 Basisvoorwaardenprogramma. Stap 6 Basisvoorwaardenprogramma. Govert Schouten. HACCP-stappenplan Aan de slag met HACCP Govert Schouten Schouten Advies B.V. Giessen www.schoutenadvies.nl Stap 1 HACCP-team en validatie-team samenstellen Stap 2 Beschrijven van producten Stap 3 Bedoeld

Nadere informatie

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Bijlage III.7.1. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels

Nadere informatie

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie. Voedselbank Bergeijk T.a.v De heer L.M.J. Timmermans Dokter Rauppstraat 52 5571 CH BERGEIJK Datum: 10 mei 2019 Betreft: Inspectie 19R1 Geachte heer Timmermans, Op 10-05-2019 hebben wij uw bedrijf bezocht.

Nadere informatie

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 9 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [9] v C: conform NC: Niet-conform

Nadere informatie

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN VOOR EIEREN VERZAMELAARS Inhoud 1 Algemeen 2 Vergunning / registratie 3 Ontvangst, transportverpakking, begeleidend document eieren 4 Intraverkeer van eieren 5 Merken van de

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011 1. Auditplan 1) Doelstelling: Onderzoek: Grondslag: Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van de producten zoals de fabrikant deze in zijn Declaration of Performance heeft omschreven

Nadere informatie

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie. Voedselbank Bergeijk T.a.v De heer L.M.J. Timmermans Dokter Rauppstraat 52 5571 CH BERGEIJK Datum: 20 juli 2018 Betreft: Inspectie 18R1 Geachte heer Timmermans, Op 20-07-2018 hebben wij uw bedrijf bezocht.

Nadere informatie

BIJLAGE 1: CHECKLIST AANVRAAG ERKENNING IN HET KADER VAN VERORDENING EG Nr. 1774/2002 ART COMPOSTEERINSTALLATIES

BIJLAGE 1: CHECKLIST AANVRAAG ERKENNING IN HET KADER VAN VERORDENING EG Nr. 1774/2002 ART COMPOSTEERINSTALLATIES BIJLAGE 1: CHECKLIST AANVRAAG ERKENNING IN HET KADER VAN VERORDENING EG Nr. 1774/2002 ART. 15 - COMPOSTEERINSTALLATIES 1. Algemeen 1.1 Beschikt het bedrijf over een milieuvergunning? 0 JA * 0 NEEN * Indien

Nadere informatie

FTN. 621302005 HERZIENING inclusief aanbevelingen 08052014. Certex Industrie Food

FTN. 621302005 HERZIENING inclusief aanbevelingen 08052014. Certex Industrie Food Certex Industrie Food Uitgangspunt Dit document is een aanvulling/supplement van/op het Certex Kwaliteitshandboek versie 2013. De eisen en richtlijnen die in dit document beschreven worden, gelden als

Nadere informatie

GMP+ Feed Safety Assurance scheme

GMP+ Feed Safety Assurance scheme GMP+ Feed Safety Assurance scheme Tarieven GMP+ C4 Versie: 1 januari 2010 Uiterste implementatiedatum: 1 januari 2010 Identiek met versie 28 december 2009 van GMP + :2006 C 4 NL GMP+ International B.V.

Nadere informatie

GMP+ BA5 Minimumvoorwaarden EWS

GMP+ BA5 Minimumvoorwaarden EWS BA Module: Feed Safety Assurance GMP+ BA5 Minimumvoorwaarden EWS 5 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm, gedownload en geprint, mits

Nadere informatie

Voorblad. 1 Naam en adres gegevens. Voorstel afval- of reststof bestemd voor covergistingsmateriaal opnemen in Bijlage Aa

Voorblad. 1 Naam en adres gegevens. Voorstel afval- of reststof bestemd voor covergistingsmateriaal opnemen in Bijlage Aa Voorblad Voorstel afval- of reststof bestemd voor covergistingsmateriaal opnemen in Bijlage Aa Vul de vragen in. Gebruik hierbij het Protocol Beoordeling Stoffen Meststoffenwet versie 3.2. Heeft u op dit

Nadere informatie

GMP+ B3 voorheen B3(2007) Handel, Collectie en Op- & Overslag van diervoeder

GMP+ B3 voorheen B3(2007) Handel, Collectie en Op- & Overslag van diervoeder B Module: Feed Safety Assurance GMP+ B3 voorheen B3(2007) Handel, Collectie en Op- & Overslag van diervoeder 3 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd

Nadere informatie

GMP+ A1 Algemeen Reglement

GMP+ A1 Algemeen Reglement A GMP+ A1 Algemeen Reglement 1 Versie: 1 maart 2013 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm, gedownload en geprint, mits dit gebeurt voor

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011 * CPR - REGULATION (EU) No 05/2011 Sir W. Churchill-laan 2 Telefoon +1 (0) 0 1 00 Fax +1 (0) 0 1 20 1. Auditplan 1) Doelstelling: Onderzoek: Grondslag: Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

Communicatie met filialen

Communicatie met filialen Aan deze criteria kunnen geen rechten worden ontleend. Onjuistheden en aanpassingen voorbehouden. Algemeen FHK01 EindvVerantwoordelijke Directie/bestuur heeft (schriftelijk) een persoon aangewezen die

Nadere informatie

Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen

Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Contact info@vwa.nl 64 Titel Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Inleiding Volgens Verordening (EG) 852/2004 zijn levensmiddelenbedrijven

Nadere informatie

Introductie OHSAS 18001

Introductie OHSAS 18001 Introductie OHSAS 18001 OHSAS 18001 -in het kort OHSAS 18001 is een norm voor een managementsysteem die de veiligheid en gezondheid in en rondom de organisatie waarborgt. OHSAS staat voor Occupational

Nadere informatie

AT-10. Beheersing Salmonella. Ver BT-12 v0.12

AT-10. Beheersing Salmonella. Ver BT-12 v0.12 AT-10 Ver 1.2 Beheersing Salmonella 1 BT-12 v0.12 HISTORIEK VAN HET DOCUMENT Versie en datum van goedkeuring Reden van revisie Draagwijdte van de revisie Uiterste datum van toepassing 0.0 03/07/2008 Vereenvoudiging

Nadere informatie

1. kwaliteitssystemen en voedselveiligheid 2. organiseren 3. projecten. 1 Kwaliteitssystemen & voedselveiligheid

1. kwaliteitssystemen en voedselveiligheid 2. organiseren 3. projecten. 1 Kwaliteitssystemen & voedselveiligheid nr Tekst 0 Home Thielen Consult is de partner voor bedrijven en organisaties in de voedselketen. Samen met onze klanten bouwen wij aan veilig en eerlijk voedsel. We begeleiden onze klanten en organiseren

Nadere informatie

BRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Voorbeeld Checklist Toepassingsgebied GFT compost Groencompost

BRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Voorbeeld Checklist Toepassingsgebied GFT compost Groencompost BRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Voorbeeld Checklist Toepassingsgebied GFT compost Groencompost Naam bedrijf:... Datum audit:... Auditor(en):... Dit is een toelatingsaudit/opvolgingsaudit

Nadere informatie

ISO 14001:2015 Readiness Review

ISO 14001:2015 Readiness Review ISO 14001:2015 Readiness Review Organisatie Adres Certificaat Nr. Contactpersoon Functie Telefoon Email BSI is vastbesloten ervoor te zorgen dat klanten die willen certificeren op ISO 14001:2015 een soepele

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011 1. Auditplan 1) Doelstelling: Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van de producten zoals de fabrikant deze in zijn Declaration of Performance heeft omschreven door middel van: Initiële

Nadere informatie

Module Nr. BRL KEURCOMPOST Opmerkingen

Module Nr. BRL KEURCOMPOST Opmerkingen BRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Toepassingsgebied GFT compost Groencompost Voorbeeld Checklist Naam bedrijf:... Datum audit:... Auditor(en):... Dit is een toelatingsaudit/opvolgingsaudit

Nadere informatie

2. Opslag Deze paragraaf is alleen van toepassing op bedrijven waar tussenopslag van akkerbouwproducten plaats vindt.

2. Opslag Deze paragraaf is alleen van toepassing op bedrijven waar tussenopslag van akkerbouwproducten plaats vindt. Deze kwaliteitsovereenkomst is van toepassing op de telers die akkerbouwproducten leveren ten behoeve van de Diervoedersector en niet aantoonbaar op het moment van levering voldoen aan: GMP+B6; Teelt voedermiddelen;

Nadere informatie

Melden en Traceren van onveilige diervoeders

Melden en Traceren van onveilige diervoeders Melden en Traceren van onveilige diervoeders informatieblad 70 / 3 januari 2005 Wat verandert er in 2005? Vanaf 1 januari 2005 is de Algemene Levensmiddelen Verordening (General Food Law) van kracht. Daarmee

Nadere informatie

De nieuwe ISO norm 2015 Wat nu?!

De nieuwe ISO norm 2015 Wat nu?! De nieuwe ISO norm 2015 Wat nu?! Stichting QualityMasters Nieuwland Parc 157 3351 LJ Papendrecht 078-3030060 info@qualitymasters.com www.qualitymasters.com 02-2015 Inhoud Inleiding pagina 3 Van Oud naar

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs Datum: Januari 2013 Bezoekadres Dorpsstraat 20 7683 BJ Den Ham Postadres Postbus 12 7683 ZG Den Ham T +31 (0) 546 67 88 88 F +31 (0) 546 67 28 25 E

Nadere informatie

Deel 10. Inkoop en ontvangst grondstoffen

Deel 10. Inkoop en ontvangst grondstoffen Goedgekeurd door: Pagina 1 van 6 Deel 10 Inkoop en ontvangst grondstoffen Goedgekeurd door: Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave deel 10 Inkoop en ontvangst grondstoffen Pagina 1. DEFINITIE... 3 2. DOEL... 3 3.

Nadere informatie

Generieke systeemeisen

Generieke systeemeisen Bijlage Generieke Systeem in kader van LAT-RB, versie 27 maart 2012 Generieke systeem NTA 8620 BRZO (VBS elementen) Arbowet Bevb / NTA 8000 OHSAS 18001 ISO 14001 Compliance competence checklist 1. Algemene

Nadere informatie

Informatieblad 64: Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen

Informatieblad 64: Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Informatieblad 64: Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Datum Inleiding Volgens Verordening (EG) 852/2004 zijn levensmiddelen

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011 1. Auditplan 1) Doelstelling: Onderzoek: Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van de producten zoals de fabrikant deze in zijn Declaration of Performance heeft omschreven door middel

Nadere informatie

Algemene informatie ISO 9001

Algemene informatie ISO 9001 Certificeren zoals het hoort! Algemene informatie ISO 9001 Algemene informatie ISO 9001 086 versie 01.2 26-04-2019 Inleiding In deze algemene informatie leggen we u uit wat de ISO 9001 norm inhoudt en

Nadere informatie

Normen voor foodservice hoofdkantoor Versie 1.0, d.d

Normen voor foodservice hoofdkantoor Versie 1.0, d.d Norm Aspect Criterium Interpretatie Meetmethode Kwaliteitssysteem Sanctie Aan deze criteria kunnen geen rechten worden ontleend. Onjuistheden en aanpassingen voorbehouden. Algemeen FHK01 Eindverantwoordelijke

Nadere informatie

CONCORDANTIETABEL B HANDEL

CONCORDANTIETABEL B HANDEL CONCDANTIETABEL B HANDEL Concordantietabel tussen generieke autocontrole van het FAVV AGF en: 1) BRC Global - Food (v.4), 2) BRC Global Storage and (August 2006) 3) International Food (v.4), 4) (June 2006),

Nadere informatie

Wegtransport, treintransport en bevrachting

Wegtransport, treintransport en bevrachting B Module: Feed Safety Assurance GMP+ B4 Transport Wegtransport, treintransport en bevrachting 4 NL B.V. Alle rechten voorbehouden. De informatie uit deze publicatie mag worden geraadpleegd op het scherm,

Nadere informatie

Infoblad dierlijke bijproducten in de eiersector

Infoblad dierlijke bijproducten in de eiersector Infoblad dierlijke bijproducten in de eiersector Wettelijk kader Verordening (EG) nr. 1069/2009, tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke

Nadere informatie

Rail infrabeheer. Kwaliteitshandboek Railinfraproducten. Vrij in de markt in te kopen spoorwegspecifieke bouwstoffen

Rail infrabeheer. Kwaliteitshandboek Railinfraproducten. Vrij in de markt in te kopen spoorwegspecifieke bouwstoffen Kwaliteitshandboek Railinfraproducten Vrij in de markt in te kopen spoorwegspecifieke bouwstoffen Inhoudsopgave 1 Toelichting op het handboek 3 1.1 Doelstellingen 3 1.2 Soorten bouwstoffen 3 1.3 Inkoopmodellen

Nadere informatie

Aflatoxine protocol versie Oktober 2015

Aflatoxine protocol versie Oktober 2015 Aflatoxine protocol versie Oktober 2015 2 Bemonstering en analyse van voedermiddelen Het hiernavolgende protocol dient, in overeenstemming met Artikel 11.1 van GMP+ A1 Algemeen Reglement te worden beschouwd

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011 1. Auditplan 1) Doelstelling: Onderzoek: Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van de producten zoals de fabrikant deze in zijn Declaration of Performance heeft omschreven door middel

Nadere informatie

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw Hoe maak je biogas? Inhoud presentatie Wie en wat is Biogas Plus? Hoe werkt een biogasinstallatie? Voor wie is een biogasinstallatie interessant? Is een biogasinstallatie duurzaam? Zijn subsidies nodig?

Nadere informatie

(VO 183/2005 Bijlage III) De productie-eenheid is zo ontworpen dat zij adequaat kan worden gereinigd.

(VO 183/2005 Bijlage III) De productie-eenheid is zo ontworpen dat zij adequaat kan worden gereinigd. Toelatingsvoorwaarden voor veehouderijen welke voedermiddelen van dierlijke oorsprong vervoederen aan veedieren gehouden voor de productie van levensmiddelen. (implementatie van VO 79/2005) Bijlage III.8.9.

Nadere informatie

Communicatie met filialen

Communicatie met filialen Aan deze criteria kunnen geen rechten worden ontleend. Onjuistheden en aanpassingen voorbehouden. Algemeen FHK01 Verantwoordelijke Directie/bestuur heeft schriftelijk een persoon aangewezen die verantwoordelijk

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 16.3.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 225/2012 VAN DE COMMISSIE van 15 maart 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening

Nadere informatie

Protocol voor acceptatie Nederlandse hygiënecodes voor levensmiddelensectoren

Protocol voor acceptatie Nederlandse hygiënecodes voor levensmiddelensectoren Productschap Diervoeder Protocol voor acceptatie Nederlandse hygiënecodes voor levensmiddelensectoren Productschap Diervoeder (Den Haag, Nederland) februari 2004 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

AC-05. Wegtransport van diervoeders. Ver BT-12 v0.12

AC-05. Wegtransport van diervoeders. Ver BT-12 v0.12 AC-05 Ver 1.3 Wegtransport van diervoeders 1 BT-12 v0.12 HISTORIEK VAN HET DOCUMENT Versie en datum van goedkeuring 0.0 03/07/2008 1.0 09/08/2012 1.1 23/08/2013 1.2 25/02/2016 1.3 21/10/2016 Reden van

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Augustus Deze instructiebundel beschrijft de modaliteiten inzake pre-attestatie en precertificatie.

Augustus Deze instructiebundel beschrijft de modaliteiten inzake pre-attestatie en precertificatie. I. Toepassingsgebied Omschrijving van het product GN-code Land Broedeieren Levende dieren Sperma Embryo s Eicellen Producten van dierlijke oorsprong bestemd voor humane consumptie Diervoeders Levensmiddelen

Nadere informatie

Op 21 juli 2017 hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

Op 21 juli 2017 hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie. Voedselbank Bergeijk T.a.v De heer R. Behrtel Dokter Rauppstraat 52 5571 CH BERGEIJK Datum: 21 juli 2017 Betreft: Inspectie 17R1 Geachte heer Behrtel, Op 21 juli 2017 hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand

Nadere informatie

Beoordelingsprogramma REOB Onderhoudsbedrijf CCV-certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie 4.0

Beoordelingsprogramma REOB Onderhoudsbedrijf CCV-certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie 4.0 Beoordelingsprogramma REOB Onderhoudsbedrijf CCV-certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie 4.0 Een gecertificeerd bedrijf moet voldoen aan het CCV Certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie

Nadere informatie

Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015

Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015 ISO Revisions Nieuw en herzien Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015 Inleiding Dit document maakt een vergelijking tussen ISO 9001:2008 en de Final Draft International

Nadere informatie

Handboek EnergieManagementSysteem

Handboek EnergieManagementSysteem Handboek EnergieManagementSysteem Bedrijfsgegevens: Naam ALFEN bv Adres Hefbrugweg 28 Plaats 1332AP Almere Tel 036 549 3400 website www.alfen.com KvK nr. 3903 7364 Pagina 1 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Kennismaking met de inhoud van ISO 9001

Kennismaking met de inhoud van ISO 9001 Kennismaking met de inhoud van ISO 9001 Deze tekst is te gebruiken als eerste stap naar het toepassen van de standaard. Denk niet dat de standaard vraagt wat je denkt. Lees de standaard of doe navraag

Nadere informatie

Controle- en certificeringsreglement PROduCERT gecertificeerd Scharrelkippenvlees, versie 3, 21 januari 2014

Controle- en certificeringsreglement PROduCERT gecertificeerd Scharrelkippenvlees, versie 3, 21 januari 2014 Controle- en certificeringsreglement PROduCERT gecertificeerd Scharrelkippenvlees, versie, januari 0 Artikel Registratieverplichting Ieder bedrijf dat bij wege van bedrijf scharrelkippenvlees verhandelt

Nadere informatie

BC-05 Ver 0.4. Wegtransport van diervoeders of te verwerken nevenstromen : Aanvullende bepalingen. 1 BT-12 v0.12

BC-05 Ver 0.4. Wegtransport van diervoeders of te verwerken nevenstromen : Aanvullende bepalingen. 1 BT-12 v0.12 BC-05 Ver 0.4 Wegtransport van diervoeders of te verwerken nevenstromen : Aanvullende bepalingen 1 BT-12 v0.12 HISTORIEK VAN HET DOCUMENT Revisie en datum van goedkeuring Reden voor de revisie Draagwijdte

Nadere informatie

Introductie en uitleg nieuwe GDP Richtsnoer door insiders

Introductie en uitleg nieuwe GDP Richtsnoer door insiders Introductie en uitleg nieuwe GDP Richtsnoer door insiders Riekert Bruinink IGZ Ethel Mertens FAGG Brussel IGZ bijeenkomst de nieuwe GDP Guideline, een stap voorwaarts 2 september 2013 Plaatje gezondheidszorg

Nadere informatie

B2BE Data Processing Overeenkomst 1. DEFINITIES

B2BE Data Processing Overeenkomst 1. DEFINITIES B2BE Data Processing Overeenkomst 1. DEFINITIES "Overeenkomst" Deze Overeenkomst beschrijft de voorwaarden waarop de Klant en B2BE ermee instemmen zich aan de Algemene Verordening Gegevensbeschermings

Nadere informatie

HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064

HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064 HANDBOEK ENERGIE- EN CO 2 - MANAGEMENTSYSTEEM EN16001 ISO 14064 VAN AANNEMINGSBEDRIJF GEBR. DE KONING B.V. Naam Functie Datum Paraaf Opstelling: A.P. Kleiberg KAM-coördinator 12-03-2010 Autorisatie: M.

Nadere informatie

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER TESTEN. RvA-F004-1-NL

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER TESTEN. RvA-F004-1-NL AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER TESTEN RvA-F004-1-NL Naam aanvragende organisatie : Registratienummer (indien aanwezig) : Gevestigd te : Datum aanvraag : Naam aanvrager : Algemeen Dit formulier wordt gebruikt

Nadere informatie

2006R2023 NL

2006R2023 NL 2006R2023 NL 17.04.2008 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 2023/2006 VAN DE COMMISSIE

Nadere informatie

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 78 fabrikant van meststoffen/bodemverbeterende middelen bevattende van dierlijke bijproducten afgeleide

Nadere informatie

Melden en Traceren van onveilige levensmiddelen

Melden en Traceren van onveilige levensmiddelen Melden en Traceren van onveilige levensmiddelen informatieblad 69 / 29 juni 2005 Wat verandert er in 2005? Vanaf 1 januari 2005 is de Algemene Levensmiddelen Verordening (General Food Law) van kracht.

Nadere informatie

Aspect Criterium Naspeurbaarheid Bevinding 1. Structuur en organisatie 1.1. Bedrijfsstructuur

Aspect Criterium Naspeurbaarheid Bevinding 1. Structuur en organisatie 1.1. Bedrijfsstructuur Aspect Criterium Naspeurbaarheid Bevinding 1. Structuur en organisatie 1.1. Bedrijfsstructuur De constructeur heeft een gedocumenteerd overzicht van alle kritische functies Voor alle locaties is duidelijk

Nadere informatie

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie. Stichting Voedselbank Zeeuws- T.a.v De heer M. Vereecken Industrieweg 6 4538 AH TERNEUZEN Datum: 14 december 2018 Betreft: Inspectie 18R1 Geachte heer Vereecken, Op 14-12-18 hebben wij uw bedrijf bezocht.

Nadere informatie

9 Documenten. 9.1 t/m 9.3 beheer van documenten. Statusoverzicht. Voorgenomen besluit Bestuursgroep OR. Vastgesteld door Bestuursgroep

9 Documenten. 9.1 t/m 9.3 beheer van documenten. Statusoverzicht. Voorgenomen besluit Bestuursgroep OR. Vastgesteld door Bestuursgroep Statusoverzicht. Consultatie 1 Consultatie 2 Voorgenomen besluit Bestuursgroep OR q Instemming q Advies q N.v.t. Vastgesteld door Bestuursgroep N.v.t. N.v.t. Borging. Implementatie m.i.v. Opgenomen in

Nadere informatie

NOVI Product Recall Cost Estimator

NOVI Product Recall Cost Estimator Welkom bij de NOVI Product Recall Cost Estimator. Deze procedure duurt ongeveer 30 minuten. Hou de volgende informatie bij de hand om u te helpen bij het volgen van de procedure: Jaaromzet van de productielocatie.

Nadere informatie

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 20 juli 2017 Versie : 0.10 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.10.docx Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar

Nadere informatie

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d Norm Aspect Criterium Interpretatie Meetmethode Sanctie Definitie ketenregisseur: een ketenregisseur is de partij die de veehouderij bedrijven aanmeldt bij de Stichting Beter Leven keurmerk en toezicht

Nadere informatie

De beste kwaliteitsborging voor vlees én diervoeder komt uit Nederland

De beste kwaliteitsborging voor vlees én diervoeder komt uit Nederland De beste kwaliteitsborging voor vlees én diervoeder komt uit Nederland De Nederlandse vee- en vleessector heeft wereldwijd een naam hoog te houden als betrouwbare leverancier van kwaliteitsproducten. Alle

Nadere informatie

Beoordelingsprogramma CCV-certificatieschema Installeren Brandmeldinstallaties

Beoordelingsprogramma CCV-certificatieschema Installeren Brandmeldinstallaties Een gecertificeerd bedrijf moet voldoen aan het CCV Certificatieschema Brandmeldinstallaties (verder genoemd het Schema). De beoordeling wordt uitgevoerd aan de hand van het volgende programma. In de kolom

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen.

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Referentie PCCB/S3/CDP/5200333 Datum

Nadere informatie

Richtlijnen Recall GMP+ D 2.3. Versie NL: 13 september gmpplus.org. GMP+ Feed Certification scheme

Richtlijnen Recall GMP+ D 2.3. Versie NL: 13 september gmpplus.org. GMP+ Feed Certification scheme Richtlijnen Recall GMP+ D 2.3 Versie NL: 13 september 2013 GMP+ Feed Certification scheme gmpplus.org INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 STRUCTUUR VAN HET GMP+ FEED CERTIFICATION SCHEME...

Nadere informatie

Handboek Energiemanagementsysteem

Handboek Energiemanagementsysteem Croon Elektrotechniek B.V. Facilitaire Diensten Hoofdkantoor Rotterdam Schiemond 20-22 3024 EE Rotterdam Postbus 6073 3002 AB Rotterdam Telefoon +31 10-448 33 44 www.croon.nl Handboek Energiemanagementsysteem

Nadere informatie

Beoordeeld hebbende de aanvraag van <datum> van <naam en adres bedrijf>;

Beoordeeld hebbende de aanvraag van <datum> van <naam en adres bedrijf>; > Retouradres Postbus 9102 6700 HC Wageningen XXX XXX Sapderogatieweg 2106 11 XX 2016 Plaats Geertjesweg 15 6706 EA Wageningen Postbus 9102 6700 HC Wageningen www.nvwa.nl Contactpersoon T 0317 496911 planningfytogwb@nvwa.nl

Nadere informatie

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s Documentcode: RvA-BR012-NL Versie 1, 22-12-2016 INHOUD 1. Toepassingsgebied 4 2. Definities en begrippen 5 3.

Nadere informatie

November 2013. Infoblad dierlijke bijproducten in de zuivelsector. Wettelijk kader

November 2013. Infoblad dierlijke bijproducten in de zuivelsector. Wettelijk kader Infoblad dierlijke bijproducten in de zuivelsector Wettelijk kader Verordening (EG) nr. 1069/2009, tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke

Nadere informatie

Voorwoord. Henk Flipsen Directeur Nevedi

Voorwoord. Henk Flipsen Directeur Nevedi Verantwoorde soja in de diervoedersector in 2015 Voorwoord Op 15 december 2011 sprak de Nederlandse diervoederindustrie samen met de zuivel-, vlees- eier-, MVO- en retailsector de ambitie uit om in 2015

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER CERTIFICATIE MANAGEMENTSYSTEMEN. RvA-F006-2-NL

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER CERTIFICATIE MANAGEMENTSYSTEMEN. RvA-F006-2-NL AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER CERTIFICATIE MANAGEMENTSYSTEMEN RvA-F006-2-NL Naam aanvragende organisatie : Registratienummer (indien aanwezig) : Gevestigd te : Datum aanvraag : Naam aanvrager : Algemeen

Nadere informatie