Verkondiging bij Jeremia 15: en Lucas 5: 1-11 Zondag 16 juli 2017 ds. Dick Snijders

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Verkondiging bij Jeremia 15: en Lucas 5: 1-11 Zondag 16 juli 2017 ds. Dick Snijders"

Carla Bogaert
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Verkondiging bij Jeremia 15: en Lucas 5: 1-11 Zondag 16 juli 2017 ds. Dick Snijders Gemeente van Christus, Hoe vrolijk is uw geloof? Wat is de inhoud, hoe leeft u ermee en wat doet het met u? Ik vraag u dat naar aanleiding van wat we de profeet Jeremia hebben horen zeggen. Telkens als ik uw woorden hoorde, nam ik ze als voedsel tot mij, zegt hij, uw woorden gaven mij een diepe vreugde. Gefeliciteerd, zou je dan zeggen, dat is heel mooi; fijn voor je. Maar een stukje verderop verzucht de profeet: Nooit was ik in vrolijk gezelschap, nooit heb ik plezier gemaakt. Eenzaam was ik, door uw toedoen, u had mij immers volgegoten met uw woede. De profeet is teleurgesteld in God en in de mensen. Hij klinkt verbitterd en verzuurd. Nu houdt de ene mens meer van een lolletje dan een andere mens, maar wat hier opvalt, is de dodelijke ernst die er vanaf straalt, het verdacht maken van de genoegens van het gewone leven, van vrolijkheid en plezier. Nu valt voor Jeremia te zeggen dat hij een specifieke opdracht van God had onder de omstandigheden van zijn tijd waarin hij wantoestanden aanwijst en misbruik kenbaar maakt. Maar toch slaat hij voor mijn gevoel helemaal door naar de andere kant. Nooit was ik in vrolijk gezelschap, nooit heb ik plezier gemaakt. Eenzaam was ik, door uw toedoen, u had mij immers volgegoten met uw woede. Het klinkt naast bitter en zuur, vooral ook boos. Jeremia staat daarin niet alleen; ook in de geschiedenis van de kerk zijn er veel voorbeelden van aan te wijzen en veel vrome literatuur staat strak van de zuinigheid. 1

2 Zuinigheid is echter niet het doel waar het in het geloof om gaat. Waarom zou God zijn volk door veel ontberingen heen naar het beloofde land brengen, als het er niet ook plezier zou mogen hebben? Het gaat niet om de woestijn, maar om het land dat overvloeit van melk en honing. De geschapen werkelijkheid doet ertoe. Dat is ook het eerste waar ik aan denk bij het verhaal van die wonderlijke visvangst. Het gaat daarin toch over vis - veel vis - en die zullen ze toch niet met een zuur gezicht hebben binnengehaald. Er zal gelachen zijn en druk gepraat met vrolijkheid om het ongelooflijke van het gebeuren. Levensgeluk - en daar gaat het toch in het geloof om en ook in dit verhaal - levensgeluk leeft niet van schaarste. Maar echt geluk is wel schaars. Er is een hele markt aan cursussen en boeken over hoe we gelukkiger kunnen zijn. Mensen zijn bereid er grif en grof te betalen voor geluk. En toch blijft het zoiets als vissen in de nacht; tasten in het donker, misschien blijft er iets hangen. Ik denk dat levensgeluk gratis is en dat het te maken heeft met geloof in Jezus van wie verteld wordt hoe hij de vissers hun netten liet vullen. Levensgeluk is gratis; geloof in Jezus is gratis. Lid zijn van een kerk is dan weer niet gratis. Het kost wat om ons geloof persoonlijk en met zijn allen vorm te geven. Maar dat is de tweede stap. Als je toch gelukkig bent, kan je dat met een blij gemoed doen. Het is goed om binnen de ruimte die je hebt royaal te leven. Dat komt van binnenuit. Jezus laat ons zien dat royaal leven het karakter is van een leven met God. Hij legt het eerst uit - hij geeft de menigte onderricht - en dan laat hij zien wat hij verteld heeft aan de hand van die buitengewoon royale visvangst. Daar kan best wat vrolijkheid bij. Wat Jezus te bieden heeft, is verbonden met het gewone leven van mensen. 2

3 De plek waar het gebeurt, is thuis, op straat of op je werk, in je taak als vrijwilliger, in een vereniging of met elkaar in de kerk. Jezus stapt bij Simon Petrus in de boot. Het is een gewone boot. Dan zegt hij: Vaar naar diep water en gooi jullie netten uit om vis te vangen. Dan komt Simon in beweging. Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen. Maar als u het zegt, zal ik de netten uitwerpen. Hij klinkt niet echt overtuigd, maar toch doet hij het. Veel vis is hier een beeld voor levensgeluk, voor gezonde relaties waar veel plezier aan te beleven is. Tegelijk hoor ik er iets in dat het belangrijk is om vol te houden. Soms door wat vanzelfsprekend is en door nog eens te doen wat je al honderd keer hebt gedaan. Soms door iets totaal verrassends. Vis zwemt; als je beet wilt hebben gaat het ook om het juiste moment en de juiste plaats. Blijf niet aan de oppervlakte van dagelijkse zorgen en sleur steken; steek af naar diep water en probeer de bodem, de basis te vinden onder het bestaan. Het grote verschil wordt echter gemaakt door Jezus. Met of zonder hem is een verschil van dag en nacht; het was niets, het is alles. Na de vangst van hun leven laten de vissers alles achter om Jezus te volgen. Van alles wat ze hadden kunnen doen, doen ze net dit ene. Wat dit gebeuren hen oplevert, is blijkbaar iets anders dan wat de markt hen geeft. De opbrengst is niet in geld uit te drukken. In Jezus hebben de vissers iets ervaren wat hun leven totaal verandert. Deze ervaring in hun dagelijkse bestaan opent voor hen een nieuw perspectief. Simon Petrus valt op zijn knieën voor Jezus neer en zegt: 3

4 Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens. Als hij maar een beetje commercieel had gedacht, zou hij Jezus een baan hebben aangeboden blijf nog even ; misschien zelfs een compagnonschap. Maar door het hele gebeuren is hij in ander vaarwater terechtgekomen, het vaarwater van de relatie tussen God en mens. Ik ben een zondig mens, zegt Simon Petrus. Een zondig mens is een mens die tekortschiet ten opzichte van God en de medemens. Dat is dus eigenlijk gewoon een mens, want ondanks alle goede bedoelingen, zijn er toch telkens weer die momenten waarin we elkaar niet bereiken of dat we zo bezig zijn met onszelf en onze eigen dingen, dat we geen aandacht hebben voor wat er om ons heen gebeurt. In die zin is de woordcombinatie zondig mens dubbelop, maar niet overbodig. In feite komt het neer op de uitspraak: ik ben maar een mens. Simon Petrus onderstreept dat nog eens door te knielen, door zich klein te maken. Of misschien maakt hij zich klein om de klap op te vangen die hij vreest: zoveel geluk ineens daar moet een reactie op volgen. Hij beseft dat wat hem overkomt veel meer beduidt dan wat hij kan bevatten. Als Simon Petrus maar een mens is, die voor Jezus op de knieën valt, wie is Jezus dan? Duidelijk niet ook maar een mens, want dan zou Petrus zich voor hem niet klein hoeven maken. Jezus is van veel grotere orde: God zelf is in hem aanwezig. Jezus spreekt het woord van God, het woord dat doel en zin aan ons bestaan geeft. Een woord dat de mens rechtop laat staan. Wees niet bang. Maak je niet klein. Blijf maar op je voeten staan; je mag er zijn. Jij zult meedoen in mijn werk. Voortaan zul je mensen vangen. 4

5 Mensen vangen, is mensen redden. Als een mens in het water spartelt, is dat meestal niet goed. Het water is het gebied waar de monsters thuis zijn, de krachten die je naar beneden trekken. Er is van alles dat ons als mensen overspoelt en waar we niet goed tegen opgewassen zijn. Maar als je mensen vangt haal je ze uit de gevarenzone en geef je ze ruimte om te leven. De kerk is een plaats om dat te oefenen; een plek om telkens weer te horen wat de basis is, het uitgangspunt en het doel. Een plek van dankbaarheid, vreugde en vrolijkheid, een veilige omgeving waarin je wordt opgevangen en gedragen; waarin ook jij de ander opvangt en steunt. Ook al zijn wij maar mensen, toch kunnen we veel voor elkaar betekenen en elkaar de weg omhoog laten zien. Het verhaal zegt dat de netten dreigden te scheuren. Ze gebaarden naar de mannen in de andere boot, dat die hen moesten helpen. Ze vulden beide boten met vis. De vissers konden hun geluk niet op. - Amen. 5

Vergelijkbare documenten

Welkom. Opwekking 771. Gebed. Opwekking 630. Voor de dienst speelt de band: Breng ons samen (Sela)

Welkom. Opwekking 771. Gebed. Opwekking 630. Voor de dienst speelt de band: Breng ons samen (Sela) Voor de dienst speelt de band: Breng ons samen (Sela) Welkom Opwekking 771 Wij zijn gekomen voor een ontmoeting met U en wij verlangen met heel ons hart naar meer van U. Wat geweldig dat U hier bent! Heer,