Hoofdstuk 1: Labauto's

Transcriptie

1 1 Labauto s Labauto's mogen alleen worden bestuurd door medewerkers van de stichtingen die onder CERTE vallen. In alle auto's moet een kentekenbewijs, schadeformulier en groene kaart aanwezig zijn. Autosleutels moeten op de afdelingen, op de daarvoor bestemde plaats worden gelegd of opgehangen. In de labauto s is een algemeen rookverbod van kracht. Eten en drinken in een labauto is toegestaan, mits men een pauze moet nemen tijdens de autorit. Bij voorkeur de auto op een parkeerplaats zetten. De auto dient na de autorit schoon en netjes te worden achtergelaten. De volgende bestuurder wil ook graag netjes zitten. Wellicht ten overvloede: Het is tijdens het rijden niet toegestaan een mobiele telefoon te gebruiken. 1.1 Parkeren De labauto s op locatie Damsterdiep hebben elk hun eigen parkeerplaats, deze is voorzien van een bordje met daarop het kenteken. Nooit op gereserveerde plaatsen zetten (gele bordjes). Voor parkeren in Groningen zijn een aantal parkeervergunningen afgegeven. Hiermee kan geparkeerd worden in parkeervakken in betaald parkeerzones. Dus niet in parkeergarages. Parkeervergunningen voor Groningen voor alle auto s van de bloedafname regio Groningen en Diabetesdienst. De parkeervergunningen zijn niet fysiek in de auto aanwezig. Deze zijn kenteken gebonden en digitaal. In Leeuwarden kan in de blauwe zones geparkeerd worden met de blauwe parkeerschijf. In Assen en Drachten wordt gebruikt gemaakt van een zelfgemaakte parkeerflyers die zichtbaar voor het raam moet liggen/hangen. 1.2 Ritregistratie systeem In elke auto zit een ritregistratiesysteem (black box) en persoonsidentificatie systeem ingebouwd. Deze zijn aan elkaar gekoppeld. Middels een persoonsgebonden autotoken dient de bestuurder zich (na het starten van het voertuig) voor elke rit aan te melden. Problemen met het systeem kunnen gemeld worden aan de wagenparkbeheerder. Zie hiervoor ook de gebruikersinstructie die in ieder voertuig ligt. Privé kilometers mogen niet gereden worden. Het uitlenen aan een ander van een token is voor risico van de uitlener. Reserve tokens zijn altijd aanwezig en aan te vragen bij de Teamleider of wagenparkbeheerder Nadruk verboden Code: /5

2 1.2.1 Kilometerkaart De kilometerkaart dient alleen nog gehanteerd te worden bij gebruik van een langlopende huurauto (meer dan 1 dag) of een vervangende auto van de garage of het schade herstel bedrijf. Op elk regiokantoor liggen blanco kilometerkaarten die hiervoor gebruikt kunnen worden. Op de kilometerkaart moeten de onderstaande gegevens worden ingevuld: datum naam van de chauffeur schade aan auto auto netjes begin- en eindstand van de kilometerteller Privé kilometers mogen niet gereden worden. 1.3 Tanken De gebruiker van een labauto zorgt ervoor dat de tank minimaal voor een kwart met brandstof is gevuld voordat de auto op de parkeerplaats wordt teruggezet Tanken met tankpas Aangezien met onderstaande bedrijven afspraken zijn gemaakt moet daar worden getankt. Alleen in noodgevallen mag op anderen plaatsen worden getankt. Elke auto heeft een tankpas, deze is kenteken gebonden. Met de tankpas kun je bij bedrijven tanken met het travelcardlogo en de auto laten wassen in de wasstraat. Dit melden bij de medewerker van het tankstation. De pincode van de tankpas is bekend bij de medewerker. Deze pincode staat vermeld in de bedrijfstelefoon die aan de auto is gekoppeld. Dit i.v.m. de vele wisselingen van medewerkers in auto s. Gebruik: haal pas door scanner voer pincode in vervangende auto JA/NEE (NEE, kenteken op pas komt overeen met kenteken auto) kilometerstand akkoord JA/NEE Tanken zonder tankpas Bij afwezigheid van een tankpas of geen mogelijkheid om te betalen mbv een tankpas, eerst zelf betalen en dan declareren via Youforce.. Neem in dit geval altijd 2 tankbonnen mee (indien mogelijk). Stuur 1 tankbon mee met youforce en lever 1 tankbon in bij de wagenparkbeheerder. Op de tankbon moet het kenteken, de naam Nadruk verboden Code: /5

3 van degene die getankt heeft en de kilometerstand worden vermeld. De bestuurder moet zijn volledige naam vermelden, dus geen paraaf, handtekening of unieke code. Tankbonnen moeten ingeleverd worden indien: men tankt met een vervangende auto; men contant betaald (tankt zonder tankpas); Deze tankbonnen onder vermelding van kenteken, naam en kilometerstand inleveren bij de wagenparkbeheer (in postvakje FD in postkamer Damsterdiep). Vanuit de regio kunnen deze via de interne post opgestuurd worden naar de wagenparkbeheer. 1.4 Schoonmaken De medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor het schoonmaken en schoonhouden van de labauto's, zowel de binnen- als buitenkant. Een labauto moet éénmaal per maand door de wasstraat, zie Kies het goedkoopste wasprogramma met was. Het interieur moet de gebruiker zelf schoonmaken. In het inhammetje nabij de toiletten bij de achterdeur op DD (ruimte D000) staat een stofzuiger die hiervoor gebruikt kan worden. Aan de buitenzijde van het magazijn (rechts van de achterdeur) zit hiervoor een wandcontactdoos. Elk regiokantoor beschikt ook over een stofzuiger. Op het Damsterdiep worden de auto s ook periodiek van binnen ook schoongemaakt door een medewerker van de NOVO. 1.5 Onderhoudsbeurten / melden van mankementen De bestuurder moet er zorg voor dragen dat een opdracht voor een onderhoudsbeurt of mankement wordt gemeld bij de wagenparkbeheerder. De bestuurder kan dit melden via de Selfservice Desk van TopDesk via mail naar wagenpark@certe.nl of telefonisch (dringende gevallen). Geef bij de melding in ieder geval door: kenteken van de auto omschrijving van de opdracht Men kan aan de hand van het witte kaartje aan de zijkant van het dashboard, links van het stuur, zien wanneer een auto onderhoud nodig heeft (Toyota Aygo). Dit kan bij het bereiken van een bepaalde kilometerstand of na een bepaalde periode in tijd. In de nieuwe auto s (VW Up) geeft de boardcomputer de melding INSPECTIE aan. Dit betekent dat de auto binnenkort voor onderhoud moet. Tevens controleert wagenparkbeheer periodiek of een auto in aanmerking komt voor een onderhoudsbeurt. Nadruk verboden Code: /5

4 1.6 Ongevallen Aangezien ongeval situaties sterk kunnen verschillen is het niet mogelijk om een vaste procedure te volgen Wat te doen bij een aanrijding breng eerst jezelf en andere betrokkenen in veiligheid, en zorg voor eventuele gewonden. Verplaats een gewonde niet, maar leg wel iets warms over hem of haar heen zoals een jas of een deken. als dit nodig is (bij gewonden of ernstige schade), bel de politie en/of een ambulance (112). verplaats de voertuigen niet en verander niets aan de situatie van het ongeval zonder al je gegevens aan de andere partij te geven. Dit is strafbaar, ook bij een lichte aanrijding. kijk of de voertuigen veilig staan. Zet evt. je gevarendriehoek neer om ander verkeer te waarschuwen. Blokkeert je het verkeer niet? Laat dan de voertuigen staan. Moet je toch de auto verplaatsen? Maak dan foto s van de situatie en de schade. Loop rond alle voertuigen en fotografeer zoveel mogelijk. vul zo volledig mogelijk een schadeformulier in met de andere partij. meld de schade bij de afdelingshoofden en wagenparkbeheer. indien er twijfel is over het voorval, nooit schuld bekennen! lever het schadeformulier in bij de wagenparkbeheerder. de wagenparkbeheerder geeft een nieuw schadeformulier retour, welke direct in de auto moet worden gelegd Wat te doen bij een eenzijdige schade meld de schade bij de afdelingshoofden en wagenparkbeheer. vul een zo volledig mogelijk een schadeformulier in lever het schadeformulier in bij wagenparkbeheer wagenparkbeheer geeft een nieuw schadeformulier retour, welke direct in de auto moet worden gelegd Politie ter plaatse? De politie komt niet altijd ter plaatse. Bijvoorbeeld niet bij lichte aanrijdingen zonder gewonden of forse schade. Het uitwisselen van gegevens en het afhandelen van de schade kan dan namelijk zeer eenvoudig door de betrokkenen zelf worden geregeld. Maak meteen veel foto s van het ongeval vanuit verschillende posities. Maak vervolgens de rijbaan vrij en vul samen met de andere partij het Europees schadeformulier in. Noteer de gegevens van eventuele getuigen. Licht vervolgens via wagenparkbeheer in. De politie komt wel ter plaatse als er gewonden zijn, als er sprake is van forse schade, alcoholmisbruik, of als op een andere manier hulp moet worden verleend. Nadruk verboden Code: /5

5 1.7 Bekeuring Iedere gebruiker van een labauto wordt geacht zich aan de heersende verkeersregels te houden. Een bekeuring is voor rekening van de chauffeur, waarvan de naam, op de betreffende datum in het ritregistratiesysteem staat gearchiveerd. 1.8 Tips bij het nieuwe rijden schakel al bij lage toerentallen naar een hogere versnelling (tussen 2000 en 2500 toeren) rijd zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid met een laag toerental in de hoogste versnelling waarbij de motor soepel loopt rijd bij 80 kilometer per uur in de 5e versnelling en rijd bij 50 kilometer per uur in de 4e versnelling kijk zo ver mogelijk vooruit en anticipeer op wat het overige verkeer gaat doen houd voldoende afstand. Ziet u dat u snelheid moet minderen of moet stoppen voor een verkeerslicht, laat dan tijdig gas los, ontkoppel niet en laat de auto in de versnelling uitrollen. houd u aan de geldende snelheidslimiet zet bij een korte stop de motor af vermijd energieverspilling door onnodig gebruik van elektrische apparatuur, zoals airconditioning en achterruitverwarming. vertrek op tijd en vermijd drukke routes in de spits * * * Nadruk verboden Code: /5