Inrichting en Beheer Landgoed Lage Heide Valkenswaard

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inrichting en Beheer Landgoed Lage Heide Valkenswaard"

Transcriptie

1 Inrichting en Beheer Landgoed Lage Heide Valkenswaard Advies voor natuurontwikkeling en beheer van het nieuwe landgoed Lage Heide langs de Dommel December 2010 In opdracht van: Gemeente Valkenswaard De Hofnar DA VALKENSWAARD t f Opdrachtnemer Bosgroep Zuid-Nederland Huisvenseweg VD Heeze Postbus AC Geldrop t (040) f (040)

2 Colofon Opdrachtgever: Gemeente Valkenswaard Titel: Inrichting en beheer landgoed Lage Heide- Valkenswaard Status: Definitief Datum: December 2010 Auteur(s) ir. R.F. van der Burg Foto (s) ir. R.F. van der Burg Karthografie Ing. N. Langeveld Contactpersoon: ir. A.J.G. Rots Projectnummer: _103 Coöperatieve Bosgroep Zuid-Nederland U.A, december/2010 Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 2

3 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE INLEIDING AANLEIDING ANALYSE OPPERVLAKTE EN BEGRENZING VAN HET LANDGOED PLANNEN VOOR HET GEBIED AANDACHTSPUNTEN VOOR INRICHTING EN BEHEER KANSEN VOOR NATUURONTWIKKELING BESCHRIJVING VAN DE PERCELEN KNELPUNTEN VOOR NATUURONTWIKKELING INRICHTING EN BEHEER INRICHTINGSSCHETS INRICHTINGSMAATREGELEN OVERGANGSBEHEER REGULIER BEHEER BIJLAGE 1: INRICHTINGSSCHETS PLANGEBIED LAGE HEIDE BIJLAGE 2: RELEVANTE NATUURBEHEERTYPEN EN LANDSCHAPSBEHEERTYPEN BIJLAGE 3: KOSTENRAMINGEN INRICHTING EN BEHEER Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 3

4 Bosgroep Zuid Nederland 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Landgoed Lage Heide ligt in het dal van de Dommel ten zuiden van de Dommelsche watermolen. Het maakt onderdeel uit van het plangebied Lage Heide. In dit gebied worden een aantal ontwikkelingsgerichte projecten uitgevoerd. Dit betreft onder meer het realiseren van een waterbergingsgebied door Waterschap De Dommel, de aanleg van het landgoed door de gemeente en realisatie en versterking van de ecologische hoofdstructuur (EHS) langs de Dommel. Het landgoed ligt in het westelijk deel van het plangebied Lage Heide en is 17,5 hectare groot. Het bestaat uit een terp met 5 landgoedwoningen, landbouwgronden en minimaal 7,5 hectare natuurterrein. Door Buro 5 Maastricht is een visie en beeldkwaliteitsplan opgesteld voor het landgoed. De Bosgroep Zuid Nederland is gevraagd om op basis hiervan een advies op te stellen voor de inrichting, beheer en onderhoud van het landgoed. Figuur 1 : Ligging van het plangebied Lage Heide. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 4

5 2 Analyse 2.1 Oppervlakte en begrenzing van het landgoed De percelen die onderdeel uitmaken van Landgoed Lage Heide zijn hieronder genummerd met 1 t/m 9. Het landgoed heeft een totale oppervlakte van 15,95 ha. Minimaal 7,5 ha hiervan moet ingericht worden als natuurterrein om te voldoen aan de eisen voor een landgoed. Het bouwblok (perceel 7) met gebouwen en erven heeft een geplande oppervlakte van 2,63 ha. Aan de oostzijde grenst het landgoed aan de Ecologische hoofdstructuur (EHS) langs de Dommel. Het EHS-gebied tussen de beek en het landgoed is 11,26 ha. Deze percelen van de EHS maken geen deel uit van het landgoed, maar beheer en inrichting dienen wel zoveel mogelijk op elkaar afgestemd te worden. Figuur 2: Percelen waarvoor het inrichtings- en beheersadvies opgesteld wordt. 2.2 Plannen voor het gebied Voor het gebied zijn verschillende plannen uitgewerkt en opgesteld. Door Nelen en Schuurmans (2008) is in opdracht van waterschap De Dommel en gemeente Valkenswaard de Planuitwerking Waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid opgesteld. Door Buro 5 Maastricht is een visie opgesteld voor natuurontwikkeling, landgoedontwikkeling en natuurcompensatie in het Lage Heide gebied en in maart 2010 is Beeldkwaliteitsplan Lage Heide Landgoed van Bureau 5 gereedgekomen. Deze plannen en met name de inrichtingsvisie van Bureau 5 (zie bijlage 1) dienen als uitgangspunt voor de verdere uitwerking voor inrichting en beheer van het landgoed. In de inrichtingsvisie zijn een aantal landschapselementen opgenomen, doelstellingen voor de graslanden aangegeven en hoe met de ontwatering wordt omgegaan. Dit is in dit advies één op één overgenomen en waar nodig verder aangescherpt. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 5

6 2.3 Aandachtspunten voor inrichting en beheer Voor het beheer komt eventueel een agrarisch bedrijf in aanmerking die de gronden kan benutten als weiland, hooiland of voor de productie van gras als kuilvoer. Dit beheer dient afgestemd te worden op de natuur- en landschappelijke waarden van het gebied en niet op een optimale agrarische bedrijfsvoering. Om verrommeling van het landschap te voorkomen is het aan te bevelen het agrarisch beheer aan één partij uit te geven. Het natuur- en waterbergingsgebied Lage Heide heeft een belangrijke recreatieve functie als wandel en uitloopgebied van Valkenswaard en Dommelen. Landschap en natuurbeleving zijn daarom belangrijke items bij de inrichting en beheer van de percelen. Dit kan bijvoorbeeld in praktijk gebracht worden door een grotere diversiteit in de vorm van houtwallen, weilanden met koeien en schrale hooilandjes met orchideeën. 2.4 Kansen voor natuurontwikkeling In de planuitwerking waterbergingsgebied Lage Heide wordt voor het hele gebied voor de graslanden een maximale bereikbare natuurdoeltype Bloemrijk grasland aangegeven. Het gebied is van oorsprong een kwelgebied met veel grotere potenties dan Bloemrijk grasland. Ook Nat schraalland met Kleine zeggenmoeras, Blauwgraslanden of Dotterbloemhooilanden behoort hier tot de mogelijkheden. Daarvoor is een op grote schaal dempen van de sloten en greppels noodzakelijk en dit is in de huidige planuitwerking niet haalbaar gebleken omdat voor landbouwfunctie en woonfunctie rondom het gebied een deel van het ontwateringsysteem in stand gehouden moet blijven. Lokaal kan desondanks kleine oppervlakten nat schraalland tot ontwikkeling komen. Figuur 3 geeft aan waar hiervoor mogelijkheden liggen. Uit het oogpunt van diversiteit, natuurbeleving en natuureducatie zou het wenselijk zijn hier op in te zetten. Figuur 3: Potentieel Nat schraalland in het plangebied. Figuur 4 Voorbeeld van een nat schraalland met Gevlekte orchis. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 6

7 Natuurdoeltype Bloemrijk grasland is sinds 2009 een verouderde term. Met de nieuwe Index natuur en landschap heet het Natuurbeheertype Vochtig hooiland. In bijlage 2 zijn de beschrijvingen opgenomen van de voor het beheer van dit gebied relevante natuurbeheertypen. Nat schraalland heeft dezelfde naam gehouden. Voor de terreinen die met agrarisch natuurbeheer onderhouden worden is het kruiden- en faunarijk grasland een goed alternatief. 2.5 Beschrijving van de percelen Er is een indeling gemaakt in 9 percelen: Perceel Nr Terreintype Hoogte +NAP Oppervlakte 1 Natuurbeheer 22,60-23,20 m 2,85 ha 2 Natuurbeheer 22,30-22,50m 1,13 ha 3 Natuurbeheer 22,60-22,80 m 1,67 ha 4 Natuurbeheer 22,80-23,40 m 1,75 ha 6 Agrarisch (natuur)beheer 22,75-23,00 m 0,85 ha 7 Landgoedwoningen en erven 23,00-23,25 m 2,63 ha 8 Agrarisch (natuur)beheer 23,10-23,40 m 1,55 ha 9 Agrarisch (natuur)beheer 23,10-23,60 m 3,53 ha Totaal landgoed Totaal natuurbeheer Totaal agrarisch (natuur) beheer 15,95 ha 7,40 ha 5,93 ha EHS Tabel 1: Percelen en oppervlakteverdeling van landgoed Lage Heide 11,26 ha Perceel 1 t/m 4 zijn relatief laaggelegen percelen die tegen de EHS aanliggen. Deze percelen in te richten als natuurterrein ligt voor de hand. Door de lagere ligging en grotere kwelinvloeden zijn natuurdoelen beter te realiseren. Omdat er een aaneengesloten natuurterrein ontstaat met aangrenzende EHS kan de waterhuishouding van deze terreinen en van de EHS beter afgestemd worden op de natuurdoelen. Er kan daardoor ook een geleidelijke overgang gecreëerd worden van EHS natuur naar agrarisch landschap en stedelijk landschap. Wat potenties betreft liggen hier mogelijkheden voor vochtige hooilanden en lokaal ook nat schraalland. Als opgaande begroeiingen komen wilgenstruwelen, Elzenbroekbossen en vogelkers-essenbossen in aanmerking aansluitend op bestaande bossen en struwelen. Percelen 6 en 8 liggen hoger en hebben meer een agrarisch doelstelling. Met agrarisch natuurbeheer moet getracht rendabel beheer te voeren en invulling te geven aan de natuur- en landschappelijke waarden. Qua natuurdoel wordt de lat niet te hoog gelegd: Kruiden- en faunarijk grasland is een realistisch natuurbeheertype waarvoor een geringe verschraling en vernatting noodzakelijk is. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 7

8 Perceel 7 is bestemd voor de terp met landgoedwoningen. De inrichting van de landbouwgronden rondom de terp wordt later uitgewerkt. Perceel 9 is nu nog een bebouwd terrein met een boerderij en stallen. Het wordt ingericht als grasland. Regulier agrarisch beheer, met vaak hoge mestgiften en sterke ontwatering zou een groot negatief effect hebben op de lager gelegen natuurterreinen. Een extensiever beheer, in de vorm van agrarisch natuurbeheer, is daarom geschikter. Als natuurdoel komt dan het Kruiden- en faunarijk grasland in aanmerking. 2.6 Knelpunten voor natuurontwikkeling Verdroging Een van de grootste knelpunten voor natuurontwikkeling is verdroging. De hele waterhuishouding is nu nog ingericht op de landbouwkundige functie van het gebied. De landbouw stelt echter hele andere eisen aan de waterhuishouding dan de natuur. Voor de landbouw is het wenselijk om zo vroeg mogelijk in het seizoen, wat in feite de natte periode is, het veld in te kunnen, terwijl planten en dieren dan vooral nog moeten profiteren van hoge waterstanden. De grondwaterstanden zijn nu dan ook te laag voor natuurbeheertypen vochtig hooiland en nat schraalland, maar ook voor weidevogels, vlinders, amfibieën en andere diersoorten die hier voorkomen zoals de Waterspitsmuis. Verdroging zorgt indirect ook voor verzuring en eutrofiëring. 4 5 In figuur 5 zijn de sloten aangegeven die voor dit plan relevant zijn. Sloot 1 is de hoofdontwateringsloot. Deze mond uit in de Dommel na de watermolen. Hierdoor kan het hele gebied ontwaterd worden terwijl de Dommel op een hoog peil 6 gehouden wordt om de watermolen van voldoende water te verzekeren. Sloot 2 zorgt voor de ontwatering van het landbouwperceel in het zuidelijk deel van het plangebied en 6 is noodzakelijk van afwatering van landbouwgronden in het zuidwesten. Sloten 3, 5 en 7 in en op de grens van EHS gebied en worden ten behoeve van realisatie van de EHS langs de Dommel gedempt. Sloot 4 zorg voor de ontwatering van een zeer kwelrijke slenk op de grens met van de EHS. Figuur 5: Ontwateringspatroon van het plangebied. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 8

9 Eutrofiering Figuur 6: Kwel in een zijslootje van sloot 4. De bruine kleur Bemesting en indirect verdroging, duidt op ijzerrijk grondwater, het snel stromende water en hebben gezorgd voor een enorm het grindbedje op een sterke kweldruk overschot aan voedingstoffen in de bodem. Vooral fosfaat veroorzaakt vaak problemen bij natuurontwikkeling. Het is een weinig mobiele meststof waarvan hoge concentraties in de bodem kunnen ontstaan. Twee andere belangrijke meststoffen, kalium en stikstof (in de vorm van nitraat) zijn veel mobieler en spoelen snel uit. Door de hoge fosfaatconcentraties kan een plantensoort als Pitrus gaan domineren bij vernatting en extensivering van het beheer. Er ontstaat daardoor een onrustig landschap met veel ruigteontwikkeling wat met een extensief beheer lang stand kan houden. Vaak zijn het soortenarme gemeenschappen hoewel soms ook rijkbloeiende ruigten kunnen zijn waar veel vlinders en vogels op af komen. Verschralen is noodzakelijk om het teveel aan voedingsstoffen kwijt te raken. Dit verschralen kan gebeuren door de percelen af te graven of door de voedingsstoffen uit te mijnen. Bij afgraven worden de meststoffen in één keer afgevoerd met de grond. Het kan echter ook een negatief (=verdrogend) effect hebben op de omgeving. Voordat een drastisch middel als afgraven ter hand genomen wordt is het wenselijk een onderzoek uit te voeren om een goed inzicht te krijgen in de hydrologische situatie en om te bepalen hoe diep de fosfaten in de bodem zitten. Bij uitmijnen worden voedingsstoffen afgevoerd met gewas door maaien en afvoeren van het maaisel. Het kan versneld worden door bij te mesten met bijvoorbeeld kalium en nitraat om te zorgen dat de productie hoog blijft en zoveel mogelijk fosfaat afgevoerd wordt. Het tijdelijk verbouwen van een hoog productief gewas (maïs, Italiaans raaigras) kan bijdragen aan een snelle verschraling. Ook aanvoer van kalk en ijzer met het grondwater kan zorgen voor een versnelde verschraling omdat daarmee fosfaten vastgelegd worden. Beweiding leidt niet tot verschraling omdat er op deze manier te weinig voedingsstoffen afgevoerd worden. Maatregelen Verdroging en eutrofiering zijn de knelpunten die ontwikkeling van een gevarieerd en soortenrijk landgoed in de weg staan. Zonder aanpak van deze knelpunten ontstaat er een gebied wat voor de natuur weinig meerwaarde heeft. De verdroging kan aangepakt worden door sloten in het gebied te dempen of te verondiepen. De sloten vangen veel kwelwater af wat door het dempen van deze sloten weer ten goede komt Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 9

10 aan de vegetatie. Sloten 3, 5 en 7 worden gedempt bij de inrichting van de EHS. Sloot 4 op de rand van de EHS kan eveneens gedempt worden zodat er een parallel aan de Dommel een zeer kansrijke natte kwelrijke slenk ontstaat. Sloot 2 kan verondiept worden zodat deze wel voldoende blijft afvoeren voor de zuidelijke landbouwgronden maar minder drainerend werkt op de natuurpercelen. Sloten 1 en 6 zullen gehandhaafd moeten blijven voor ontwatering van landbouwgronden en (nieuwe) woonwijken en landgoedwoningen. Mogelijk kunnen hier wel slimme aanpassingen in de ligging en diepte van de sloten plaats vinden zodat er voldoende ontwatering is waar dat nodig is maar de lage gelegen gronden nat genoeg worden voor natuurdoeleinden. Het dempen van sloten kan ook risico s met zich mee brengen. De vernatting zal ook een uitstraling hebben naar hoger gelegen gronden. Hier moet voor voldoende ontwatering gezorgd worden om te voorkomen dat er problemen ontstaan voor woningen aan de rand van het gebied. Een tweede probleem kan zijn dat door vernatting interne eutrofiering optreedt waarbij aan ijzer gebonden fosfaat vrijkomt. Dit probleem treedt vooral wanneer het grondwater sulfaatrijk is en onder zuurstofarme omstandigheden wanneer het water langdurig op maaiveld staat. Dit probleem is te voorkomen door ervoor te zorgen dat er altijd afstroming over maaiveld plaats vindt bijvoorbeeld door de sloten te vervangen door ondiepe slenken die kunnen blijven afvoeren. Het is aan te bevelen in dit kader om de kwaliteit van het grondwater te analyseren om te beoordelen hoe groot de risico s zijn. Figuur 7 Echte koekoeksbloem is een soort van bloemrijke graslanden die als een van de eersten zal profiteren van verschraling. Verschraling kan hier het best aangepakt worden door de eerste jaren intensief te maaien en het maaisel af te voeren. Afgraven komt niet in aanmerking vanwege de relatief hoge concentraties zware metalen in de bodem waardoor de af te graven grond moeilijk af te zetten is. Het maaibeheer moet direct vanaf het begin opgepakt worden om te voorkomen dat er een ruigte ontstaat. Een ruigte maaien en afvoeren is veel kostbaarder omdat het gewas niet bruikbaar is en ter compostering afgevoerd moet worden. Maaien en afvoeren kan gecombineerd worden met plaggen. Plaggen is ondiep afgraven van de zode (de plag). Het plagsel kan gebruikt worden voor aanleg van houtwallen en terpen. Verschralen moet zoveel mogelijk gecombineerd worden met verdrogingsbestrijding. Het maaien en afvoeren heeft anders niet het gewenste effect omdat bij lage waterstanden door mineralisatie weer voedingsstoffen vrijkomen. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 10

11 3 Inrichting en beheer 3.1 Inrichtingsschets Op basis van het voorgaande wordt de volgende te realiseren natuurbeheertypen voorgesteld (zie figuur 8). Om deze natuurbeheertypen te realiseren is verschraling noodzakelijk en een Figuur 8: De te realiseren natuurbeheertypen en landschapsbeheertypen Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 11

12 aanpassing van de waterhuishouding. De inrichtingsmaatregelen bestaan uit eenmalige maatregelen (grondverzet, rasters plaatsen en aanplant) en overgangsbeheer (extra maaien en afvoeren, inboet). Hieronder worden de inrichtingsmaatregelen en het reguliere beheer verder uitgewerkt. 3.2 Inrichtingsmaatregelen De inrichting van het terrein bestaat uit aanleggen van houtwallen, aanpassen van de waterhuishouding en plaatsen van rasters. Voor de houtwallen wordt onderscheid gemaakt in houtwallen met een wandelpad en houtwallen zonder wandelpad. Slechts een deel van de houtwallen (f, g, i en j) krijgen een wallichaam. De andere houtwallen worden op maaiveld aangelegd om ten tijden van waterberging en inundaties een vrije instroming te houden. Daarmee worden het in feite houtsingels. Zonder wandelpad worden de houtwallen smal en krijgen meer het karakter van een struweelhaag. Voor de houtwallen wordt een walstructuur aangebracht van ongeveer ¾ meter hoog, 3 meter breed op de kruin en een talud van 1:1. De wallen met wandelpad worden 5 meter breed en eveneens ¾ meter hoog en een talud van 1:1. Het wandelpad komt op de wal te liggen, afwisselend aan de buitenzijde van de beplanting en in het midden van de beplanting. Bij houtwallen g en i daarentegen alleen aan de buitenzijde van de beplanting, aan de buitenkant ten opzichte van de landgoedwoningen en naast het wallichaam om zo meer privacy te creëren. Voor het aanleggen van de wallen moet per strekkende meter 3,65 m3 grond respectievelijk 5,6 m3, rekening houdend met 30 % uitlevering, aangeleverd worden. De beplanting van de houtwallen en singels wordt smal maar krijgt een dichte structuur. De nadruk ligt op struiksoorten en een laag aandeel boomsoorten om met relatief weinig onderhoud toch een dichte beplanting te houden. De soorten die in aanmerking komen zijn Inlandse eik, Zwarte els, Gewone es, Vuilboom, Sleedoorn, Meidoorn, Hondsroos, Wegedoorn, Kardinaalsmuts, Gelderse roos en Inheemse vogelkers. Er kan gevarieerd worden met het Nr Type Lengte (m) Breedte (m) Hoogte (m) Grond (m3) Plantsoen (st) a Houtsingel b Houtsingel c Houtsingel d Houtsingel e Houtsingel met pad f Houtwal , g Houtwal met pad , h Houtsingel i Houtwal met pad , j Houtwal , Tabel 2 : specificatie aan te leggen houtwallen en singels. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 12

13 karakter van de beplanting door op de houtwallen te kiezen voor een groter aandeel droge soorten (Inlandse eik, Meidoorn, Hondsroos) en in de singels meer beekdalsoorten (Zwarte els, Sleedoorn, Wegedoorn). Er wordt geplant in twee rijen op afstanden van 1 meter tussen de rijen en 1 meter in de rij. Twee houtsingels (a en b) worden breder waarbij gebruik gemaakt wordt van de bestaande beplanting. Hier worden 4 rijen geplant op 1,5 tussen en 1 meter in de rij. Verspreid over de te ontwikkelen natte schraallanden en vochtige hooilanden kunnen spontaan wilgenstruwelen tot ontwikkeling door 1/10 van de oppervlakte niet in maaibeheer te nemen. Dit moeten in ieder geval geplagde delen zijn waar wilgen en andere boom- en struiksoorten kans hebben te kiemen. Grond voor de wallen wordt uit het terrein gehaald door enkele laaggelegen percelen te plaggen. De geplagde delen worden daardoor verschraald en het biedt vestigingsmogelijk voor nieuwe plantensoorten die in de zaadbank aanwezig zijn of met overstromingen meegevoerd worden. Voor de houtwallen is in totaal circa 3150 m3 grond nodig waarvoor, bij een plagdiepte van 10 centimeter 3 hectare geplagd kan worden. Naast het grondverzet voor de houtwallen zal er grond nodig zijn voor dempen en verondiepen van sloten en de afwerking van het perceel waar de boerderij gesloopt gaat worden. Het dempen van sloten 3, 4 en 5, zie figuur 5) en verondiepen van sloot 2 kan uitgevoerd worden door grond over een 3 tot 5 meter brede zone links en rechts van de sloot in de sloot te schuiven. Hierdoor ontstaat een brede, ondiepe slenk. Ook voor het opvullen en afwerken van perceel 9 kan grond aangevoerd worden door lager gelegen percelen te plaggen. Naar schatting is hiervoor een 1000 tot 1500 m3 grond nodig waarvoor een 1 tot 1,5 ha geplagd dient te worden. De graslanden met uitzondering van het beoogde nat schraalland worden ingerasterd om begrazingsbeheer mogelijk te maken. In totaal is hiervoor 5375 meter raster nodig meter voor het inrasteren van het kruiden- en faunarijk grasland, 2425 voor nabeweiding van vochtig hooiland en 1650 meter voor het uitrasteren van houtwallen en houtsingels. De rasters worden uitgevoerd met drie puntdraden en robuuste ongeïmpregneerde palen van robiniahout, maat 10-12, met een onderlinge afstand van 4 meter. Maatregel Aantal Eenheid Plaggen 4,5 ha Transport grond 4500 M3 Verwerking grond 4500 M3 Aanschaf plantmateriaal 5320 St Plantwerk (handkracht) 5320 St Plaatsen raster incl. aanschaf 5380 M Tabel 3: overzicht inrichtingsmaatregelen en aantallen. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 13

14 3.3 Overgangsbeheer Het overgangsbeheer bestaat uit het gedurende een aantal jaren intensief maaien en afvoeren om het overschot aan voedingsstoffen kwijt te raken. Dit is een vorm van verschraling zonder dat daarbij de bouwvoor afgegraven hoeft te worden. De voedingsstoffen worden afgevoerd met gewas. De nadruk dient te liggen op afvoeren van de fosfaten in de bodem. Dit kan versneld worden door bij te bemesten met bijvoorbeeld kalium en nitraat waardoor de productie hoog blijft. Op de percelen die nu als akker in gebruik zijn wordt Italiaans raaigras ingezaaid om de verschraling te versnellen. Ook geplagde delen dienen gemaaid te worden om de opslag van berk, wilg en els te onderdrukken. De Natte schraallanden en het Vochtig hooiland dienen om te beginnen minimaal twee maal per jaar extra gemaaid te worden om voldoende voedingsstoffen af te voeren: in de tweede helft van mei en de tweede helft van juli. Voor de Kruiden- en faunarijke graslanden is een minder verschraling noodzakelijk. Gedurende enkele jaren extra maaien in mei of juni is voldoende om een wat gevarieerdere grasmat te krijgen. Het nat schraalland kan zo nat worden dat maaien met reguliere landbouwmachines niet mogelijk is. Dit is vooral in het voorjaar. Gebruik van maaimachines op rupsbanden wordt dan nodig. natuurbeheertype Perceel oppervlakte Maatregel Periode Aantal jaar Vochtig hooiland 1, 2, 4 5,73 ha Maaien en afvoeren mei 3 Vochtig hooiland 1, 2, 4 5,73 ha Maaien en afvoeren juli 5 Nat schraalland 3 1,67 ha Maaien en afvoeren mei 3 Nat schraalland 3 1,67 ha Maaien en afvoeren juli 5 Kr & f grasland 6, 8 en 9 5,93 ha Maaien en afvoeren mei 5 Tabel 4: overzicht maatregelen overgangsbeheer 3.4 Regulier beheer Houtwallen Houtwallen worden onderhouden door periodiek afzetten van de bomen en struiken op de wal. Bij de aanleg zijn vooral langzaam groeiende soorten gebruikt. Hiervoor is een afzet cyclus van 12 tot 15 jaar te hanteren. Het afzetten dient te gebeuren door alle bomen en struiken af te zetten op 0,5 tot 0,75 meter boven maaiveld. Uitzondering hierop vormen uiteraard de overstaanders (niet meer dan 5 per 100 meter). En ook kleine in verdrukking geraakte struikjes of boompjes niet omdat die niet de kracht hebben opnieuw uit te lopen. Het tak en tophout moet bij voorkeur afgevoerd worden. Waar voldoende ruimte is kan het op rillen tussen de beplanting verwerkt worden Kruiden- en faunarijk grasland Het kruiden- en faunarijk grasland heeft niet direct een beheervoorschrift anders dan dat er zo weinig mogelijk bemest moet worden en geen onkruid bestreden wordt met chemische middelen. Beheer kan uitgevoerd worden door inscharen van vee, door maaien en afvoeren of een combinatie van beiden. Het is aan de boer zelf om te bepalen wat hem het beste uitkomt. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 14

15 Voor melkvee kan het grasland te schraal worden. Er moet dan een keuze gemaakt om of onderhoudsbemesting toe te passen of overschakelen op zoogkoeien. Onderhoudsbemesting mag echter niet teveel fosfaten bevatten. Een gedoseerde kunstmestgift of ruige stalmest zijn hiervoor geschikt. Vochtig hooiland en Nat schraalland Het beheer voor Vochtige hooilanden en Natte schraallanden bestaat uit maaien en afvoeren. Voor natte schraallanden meestal laat in het jaar omstreeks september, en de hooilanden eind van de zomer. Omdat het nog heel lang gaat duren voordat deze graslanden echt een verschraling bereikt hebben die past bij het natuurbeheertype is het verstandig om iets vroeger te maaien zodat er nog voedingstoffen afgevoerd worden. Dat betekent de tweede helft van juli maaien en vervolgens nabeweiden met koeien. De graslanden mogen absoluut niet bemest of ontwaterd worden. Natuurbeheertype Aantal Eenheid Maatregel Periode Houtwallen, singels en hagen 150 meter Afzetten hakhout Nov t/m mrt Nat schraalland 1,67 ha Maaien en afvoeren September Vochtig hooiland 4,60 ha Maaien en afvoeren Juli Kruiden en faunarijk grasland 5.93 Ha Seizoensbegrazing Apr t/m nov Vochtig hooiland 7,24 Ha Nabeweiding Aug t/m nov Tabel 5: Overzicht maatregelen natuurbeheer en agrarisch natuurbeheer Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 15

16 Bijlage 1: Inrichtingsschets plangebied Lage Heide Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 16

17 Bijlage 2: Relevante natuurbeheertypen en landschapsbeheertypen N05.01 Moeras 1.1 Algemene beschrijving Moerassen komen voor op de overgang van zoet water naar land. Het lage deel van Nederland is vrijwel volledig ontstaan als moeras. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in de laaggelegen veen- en kleigebieden van Nederland. Moeras ontstaat in stilstaand voedselrijk, zoet water achter de duinen, in overstromingsvlakten van rivieren en beken of in kwelgebieden langs de randen van de zandgronden en in beekdalen. De bodems zijn zeer nat, voedselrijk en matig zuur tot neutraal. Typische moerasplanten zijn hoge grassen als riet en rietgras, grote zeggen, biezen en galigaan. Moeras is van groot belang voor vogels, libellen, vissen, amfibieën en enkele zoogdieren als bever, otter, noordse woelmuis en waterspitsmuis. Moeras omvat open begroeiingen van riet, lisdodde en biezen in water; rietlanden en rietruigten. Hierin weerspiegelt zich de overgang van water naar land. Aan de waterkant vormen losgeslagen planten drijftillen met waterscheerling, zeggen, galigaan en slangenwortel. Het rietland kan vrij open zijn met poeltjes waarin waterplanten groeien, kruidenrijk met diverse orchideeën en blauwe knoop of mosrijk met blad- en levermossen of al ouder met hoog opgaand riet die geleidelijk overgaan in ruigten met moerasspirea of poelruit. Door de grote stapeling van organisch materiaal in oude rietlanden en ruigten kunnen deze vegetaties (tijdelijk) overgaan in een grasrijke vegetatie. De kruidenrijke of mosrijke fase met vrij open riet kan duiden op een wat lagere voedselrijkdom in combinatie met matig zure omstandigheden. In dit milieu kunnen veenmossen zich vestigen. Een deel van de rietlanden wordt gemaaid, maar niet jaarlijks (overjarig riet). De Nederlandse moerassen zijn vrijwel volledig ontgonnen of verveend; het resterende deel wordt bedreigd door vermesting, verdroging en verbossing. De grote menselijke invloed is in de laagveenmoerassen te herkennen aan het verveningspatroon, ook de moerassen in de jonge polders staan onder grote menselijke invloed. Voor een goede kwaliteit en duurzame instandhouding is een natuurlijk fluctuerend waterpeil en een goede waterkwaliteit essentieel. Thans is er veelal sprake van gebrek aan nieuwvorming en versnelde successie waardoor extra beheer nodig is om voldoende oppervlak en kwaliteit te behouden. Moeras kan een voorstadium vormen voor Veenmosrietland en moerasheide en uiteindelijk overgaan in Hoogveen. In voedselrijke gebieden kunnen ruigte en bosvorming (afhankelijk van peilregime en aanwezigheid van grote herbivoren en beheer) na verloop van tijd de overhand nemen. 1.2 Afbakening Het beheertype moeras omvat verlandingsvegetaties zoals riet- en biezenvegetaties, natte ruigte en grote zeggenvegetaties. Moeras kan tot 20% uit open water bestaan en tot 10% uit struweel. De gemiddelde grondwaterstand in het najaar zakt maximaal tot 40 cm. onder het maaiveld, behoudens eventuele periodieke droogteperioden. In de nattere delen varieert de grondwaterstand tussen 0 en 20 cm. Gebieden waar grootschalige processen voorkomen, vallen onder het natuurtype Grootschalige dynamische natuur. Voorbeeldgebieden: Zuidlaardermeer, Wieden, Weerribben, Rottige meenthe, Naardermeer, Oostelijke vechtplassen, Botshol en Nieuwkoopse Plassen. N10.01 Nat schraalland 1.1 Algemene beschrijving Nat schraalland is, net als Vochtig hooiland, zeer oud boerengrasland. Nat schraalland is echter minder productief en de bodem is heel slap. De graslanden zijn daardoor slecht toegankelijk, ze kunnen s winters onder water staan maar zullen s zomers oppervlakkig uitdrogen. Door jaarlijks te hooien blijft het voedselarme karakter behouden. De variatie in de graslanden is groot. Blauwgraslanden en kleine zeggenvegetaties worden tot nat schraalland gerekend. Hiermee in mozaïek voorkomende Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 17

18 dotterbloemhooilanden en veldrusschraallanden worden ook tot nat schraalland gerekend. Nat schaalland kwam in het verleden algemeen voor in de grote veengebieden van Friesland, Holland en Utrecht. Uit oude beschrijvingen blijkt dat het ging om een combinatie van blauwgrasland met zeggenvegetaties. Deze blauw getinte graslanden kwamen voor met door pijpenstrootje, moerasstruisgras of echte witbol gedomineerde graslanden. Daarnaast komt nat schraalland voor in beekdalen en op de veengronden tussen binnenduinrand en oude strandwallen. In Oost Nederland komen bijzondere vormen komen voor in lage slenken van heidevelden die geleidelijk uitlopen in bovenlopen en in droogdalen van de stuwwallen. Ook in de beekdalen van Heuvelland en van Noord Brabant komen, onder invloed van zeer baserijk grondwater, afwijkende en bijzondere vormen voor van nat schraalland. In beekdalen staan nat schraaland vaak onder invloed van toestromend grondwater, in de laagveengebieden gaat het echter om de combinatie van hoge grondwaterstanden, tijdelijke inundaties met gebufferd schoon oppervlaktewater of wat beter gebufferde bodems. Vaak zijn de bodems matig zuur, maar omdat nat schraaland zeer gevoelig is voor verdere verzuring is de aanwezigheid van bufferstoffen, die verdere verzuring voorkomen, van essentieel belang. De vegetatie is kruiden- en zeggenrijk en vormt overgangen naar rietland, heide of struweel. In de graslanden zijn vaak kleine verschillen in hoogte, in laagten blijft water langer blijft staan op overgangen naar iets drogere gronden kunnen heischrale graslanden en heiden voorkomen. Juist deze gradiënten maken het type zeer soortenrijk. Nat schraalland kan rijk zijn aan zegge (blonde zegge, blauwe zegge, geelgroene zegge, vlozege, tweehuizige zegge), en orchideeën (brede orchis, rietorchis, gevlekte orchis, vleeskleurige orchis, moeraswespenorchis). Karakteristieke dagvlinders zijn zilveren maan en pimpernelblauwtje. Een aantal van nat schraalland afhankelijke vlinders is in ons land helaas verdwenen. In overgangen naar kalkmoeras kunnen groenknolorchis, vetblad of parnassia voorkomen. Nat schraalland is door de rijkdom aan zeldzame soorten van groot Europees en nationaal belang. Blauwgraslanden zijn beperkt tot een klein gebied aan de Atlantische kust van Europa. Nat schraalland komt vaak in oude, maar vaak kleine reservaten voor en zijn daarom zeer gevoelig voor ingrepen in de omgeving. Het nat schaalland van de oude strandwallen en het laagveen is vrijwel verdwenen. In een aantal beekdalen is de situatie iets beter door het toestromen van grondwater. Verdroging, verzuring en vermesting zijn de belangrijke bedreigingen voor nat schraalland. 1.2 Afbakening Nat schraalland omvat blauwgrasland, kleine zeggen- en kalkmoeras. Dotterbloemhooilanden en veldrusschraallanden in beekdalen en boezemlanden kunnen ook tot dit type gerekend worden als ze in combinatie met de eerste drie vegetatietypen voorkomen. Komen dotterbloemhooiland en veldrusschraalland zonder blauwgrasland, kleine zeggen- of kalkmoeras voor, dan in de draagkracht van de bodem wat minder slecht en worden ze tot vochtig hooiland gerekend. De graslanden komen voor op voedselarme, matig zure tot basische bodems die gedurende de winter het waterpeil tenminste op of rond het maaiveld hebben (0-20 cm. Beneden maaiveld) en s zomers slechts oppervlakkig uitdrogen. De bodems zijn vanwege het natte karakter weinig draagkrachtig. In Nat schraalland komen tenminste enkele karakteristieke soorten voor: blonde zegge, vlozegge, sterzegge, tweehuizige zegge, knotszegge, blauwe zegge, waterdrieblad, draadrus, melkviooltje, Spaanse ruiter, gevlekte orchis, moeraswespenorchis, klokjesgentiaan, welriekende nachtorchis, klein glidkruid, brede en rietorchis, vleeskleurige orchis, blauwe knoop, moerasstreepzaad, addertong, harlekijn, adderwortel, kleine valeriaan, moeraskartelblad, welriekende nachtorchis, parnassia, vetblad. Het beheertype wordt jaarlijks gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Voorbeeldgebieden: Wijnjeterperschar, Ûnlan fân Jelsma, de Oude riet, Elperstroom, Drentse Aa Lieverense diep, Weerribben, Wieden, Veerslootslanden, Luttenbergerven, Mosbeek, Punthuizen Stelkampsveld, De Bruuk, het Binnenveld, Meeuwen- en Allemanskamp, Laegieskamp, Abbestede, Limmer die, Ronde venen, Langstraat, Dommeldal, Urkhovense zegge, Merkse en Kathager beemden. N10.02 Vochtig hooiland 1.1 Algemene beschrijving Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 18

19 Vochtig hooiland is ontstaan door de ontginning van moerassen of natte bossen en door langdurig gebruik als hooiland. Vochtig hooiland komt voor op natte veen- en kleibodems met een redelijke draagkracht. Het gaat om bloemrijke graslanden, vaak geel van ratelaar,gewone rolklaver, moerasrolklaver, geel walstro, scherpe boterbloem, kruipende boterbloem of dotterbloem. Vochtig hooiland is minder zeggenrijk dan nat schraalland. Vochtig hooiland omvat dotterbloem-, kievitsbloem- of pimpernelhooilanden, weidekervelgraslanden, veldrusschraallanden of de wat schralere bovenveengraslanden. Ze zijn nu niet meer interessant voor boeren door hun lage productie en eiwit-arm gewas, maar ze behoorden ooit tot de betere graslanden. Vochtig hooiland wordt jaarlijks tot tweemaal gehooid of en daarnaast begraasd. Net als bij natte schraallanden zijn microgradiënten in het vochtgehalte belangrijk. De hooilanden langs de rivieren bijvoorbeeld zijn zeer gradiëntrijk met overgangen naar oeverwallen, rivierduintjes of kommen. In zeekleigebieden wordt het reliëf gevormd door de oorspronkelijke platen en kreken. In vochtig hooiland komen overgangen naar grote zeggenvegetaties en ruigten met moerasspirea voor Lokaal kan opslag plaatsvinden van wilgenstruwelen. Deze elementen zijn van belang voor vlinders of struweelvogels. Open landschappen kunnen van belang zijn voor weidevogels. Belangrijke gebieden met vochtig hooiland zijn te vinden in beekdalen, op hoge in cultuur gebrachte kwelders, langs (kleine) rivieren en in het veenweidegebied. Vochtig hooiland langs de rivieren is internationaal belangrijk. Van bijzondere betekenis is wilde kievitsbloem. Een groot deel van de Europese populatie van deze soort komt in Nederland voor in de oeverlanden van Zwarte water en Overijsselse vecht. Vochtige hooilanden zijn nationaal van belang als leefgebied van o.a. kemphaan, watersnip, zomertaling, paapje, donker pimpernelblauwtje, rode vuurvlinder, moerasprinkhaan, zompsprinkhaan, harlekijn, weidekervel, trosdravik, wilde kievitsbloem, brede orchis, fijnstelige, kale, geplooid, slanke en spitslobbige vrouwenmantel, waterkruiskruid, zwartblauwe rapunzel, bosbies en adderwortel. Bovenveengraslanden zijn de laatste voorbeelden van in cultuur gebrachte hoogvenen. Vochtige hooilanden zijn door ontginning, ontwatering en bemesting zeldzaam geworden. 1.2 Afbakening Vochtig hooiland omvat hooilanden (zie eerste alinea), al dan niet met nabeweiding. (Zie ook nat schraalland voor de afgrenzing met dit beheertype) Vochtig hooiland wordt ofwel vrijwel jaarlijks overstroomd door oppervlaktewater (o.a. langs de rivieren); staat onder invloed van uitredend kwelwater (beekdalen) of is gelegen op een veenbodem met een gemiddeld waterpeil van cm. onder maaiveld, waarbij het peil in de zomer alleen gedurende korte tijd dieper kan wegzakken. Het beheertype wordt jaarlijks gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Er wordt geen bemesting toegepast, met uitzondering van ruige stalmest (max. 20 ton per ha per jaar) of bekalking Voorbeeldgebieden: Leekstermeer, Lieverense diep, Drentse Aa, Westerwoldse a, Bargerveen, Tsjongerdellen, Rottige meenthe, Meppeler diep, Zwarte water, Overijsselse vecht bij Zwolle, Scherenwelle, Dinkel, Springendal, Regge, Hackfort, Hagenbeek, De Nederlanden, de Bol, Waal en Burg, Ilperveld, Jipserveld, Oostelijke vechtplassen, Bieschbos, Dijkwater, Zoute haard, Dommelbeemden, De Gement en Moerputten. N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland 1.1 Algemene beschrijving Kruiden- en faunarijk grasland omvat graslanden die kruidenrijk zijn, maar niet tot de schraallanden vochtig hooiland, zilt grasland en overstromingsgrasland of glanshaverhooiland behoren. De vegetatie kan behoren tot allerlei verbonden van graslandvegetaties; ondermeer kamgrasvegetaties of de meer algemene witbolgraslanden. Diverse soorten ruigte en struweel kunnen in dit grasland voorkomen. Het grasland wordt meestal extensief beweid of gehooid en niet of slechts licht bemest. Het beheertype Kruiden- en faunarijk grasland kan voorkomen op diverse bodems van vochtig tot droog en heeft doorgaans een (matig) voedselrijk karakter. Kruiden- en faunarijk grasland komt in vrijwel alle landschapstypen voor. Toch is het areaal de laatste veertig jaar enorm afgenomen door de gangbare landbouwpraktijk: sterke bemesting Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 19

20 gecombineerd met periodiek doodspuiten van de grasmat en opnieuw inzaaien met hoog productieve grasvariëteiten. De meeste overgebleven kruidenrijke graslanden liggen in overhoekjes van het agrarische gebied of komen voor in natuurgebieden. Daar kan kruidenrijk grasland een tijdelijk fase zijn als de benodigde abiotische omstandigheden voor schraallanden niet of nog niet gerealiseerd kunnen worden. Kruiden- en faunarijk grasland wordt bij een goede kwaliteit gekenmerkt door variatie in structuur (ruigte en plaatselijk struweel, hogere en lage vegetatie) en een kruidenrijke graslandbegroeiing die rijk is aan kleine fauna. Gradiënten binnen (grond)waterpeil en voedselrijkdom zorgen voor diverse vegetatietypen. Kenmerkende of bijzondere soorten van schralere beheertypen ontbreken grotendeels binnen Kruiden- en faunarijk grasland, maar graslanden zijn vaak wel rijk aan minder zeldzame soorten. Het type is o.a. van belang voor vlinders en andere insecten, vogels en kleine zoogdieren. 1.2 Afbakening Het betreft grasland, de grasachtigen (monocotylen) zijn dominant, maar kruiden (dicotylen) en mossen hebben een oppervlakteaandeel van tenminste.20% Er wordt geen bemesting toegepast, met uitzondering van ruige stalmest (max. 20 ton per ha per jaar) of bekalking. De graslanden zijn niet tot andere beheertypen te rekenen (zie afbakening andere graslanden). Vrijwel jaarlijks in winter en voorjaar langdurig overstroomde weilanden worden niet tot dit beheertype maar tot Zilt- en overstromingsgrasland gerekend Voorbeeldgebieden: Malpiebeemden, Bommelerwaard-west, Ryptsjersterpolder. N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos 1.1 Algemene beschrijving Rivier- en beekbegeleidend bos omvat bossen welke periodiek overstroomd worden onder invloed van hoge rivier- of beekwaterstanden, zoals ooibossen en beekbossen of onder directe invloed staan van vrijwel permanent uittredend grondwater, zoals bronbos. Vegetatiekundig behoren deze bossen tot het Wilgenverbond, Iepenrijke Eiken-Essenverbond en Verbond van Els en Es. Rivier- en beekbegeleidend bos is op diverse bodems te vinden, zowel op rivierklei als op de meer (lemige) zandbodems langs de beken. Rivier- en beekbegeleidend bos is te vinden in de landschapstypen Rivierengebied (buitendijkse gronden grote rivieren, Biesbosch en Oude Maas) en in Beekdalen binnen het overstromingsbereik van beken. Veel van het Rivier- en beekbegeleidend bos is ontstaan uit voormalige grienden in de Biesbosch en langs de grote rivieren, die hun economische betekenis hadden verloren. Recente bossen zijn vaak spontaan ontstaan uit opslag na klei of zandwinning. Rivier- en beekbegeleidend bos met hun karakteristieke soorten zijn sterk achteruitgegaan in omvang en kwaliteit in Nederland. Door bedijking, verdroging, grote wijzigingen in overstromingsdynamiek en bosexploitatie is het karakter van de slechts geringe oppervlakte Rivierbegeleidend bos sterk beïnvloedt. Europees gezien is Rivierbegeleidend bos zo zeldzaam, dat Nederland voor de resterende oppervlakte een grote verantwoordelijkheid draagt. Bronbos is door verdroging vaak sterk verruigd of geheel verdwenen en komt in Nederland slechts op geringe oppervlakte op een beperkt aantal plaatsen voor. Laaggelegen delen van Rivierbegeleidend bos worden meestal gedomineerd door wilgen en moerasplanten. Hoger op de oever gaat een goed ontwikkeld ooibos geleidelijk over in gewone es, iep en meer typische bosplanten. Struweel wordt vaak gedomineerd door wilgen of meidoorns. Door verdroging en onvoorspelbare overstromingen domineren ruigten vaak op open plekken. Bij begrazing zijn ook grazigere vegetaties aanwezig. Langs beken is doorgaans zwarte els of gewone es de dominante soort. Voedselrijkdom en basenrijkdom worden sterk bepaald door het overstromingswater. Vooral langs de rivieren en in de getijdengebieden kent het Rivier- en beekbegeleidend bos een voedselrijk en basisch karakter. Onder invloed van sterke kracht van overstromingen kan structuurvariatie vaak op een natuurlijke manier ontstaan. Rivier- en beekbegeleidend bos is van belang voor diverse soortgroepen, zoals broedvogels, mede door het (vaak) weelderige en ontoegankelijke karakter. De bever is kenmerkend voor Rivier- en beekbegeleidend bos direct aan oevers. Door de basenrijke omstandigheden en vaak hoge luchtvochtigheid zijn deze bossen Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 20

21 belangrijk voor veel zeldzame mossen. In het getijdebos in Nederland komen de grootste populaties van spindotterbloem en vloedschedemos in Europa voor. Bossen langs beken kennen eveneens een rijke fauna. Bronbos kent kenmerkende soorten voor beschaduwde bronmilieu s zoals goudveil en alpenheksenkruid. 1.2 Afbakening Rivier- en beekbegeleidend bos omvat bossen en struwelen die periodiek door oppervlaktewater worden overstroomd bij hoge waterstanden in beek of rivier en bossen die direct onder invloed staan van vrijwel permanent uittredend grondwater. Rivier- en beekbegeleidend bos komt niet in de duinen voor Ook aangeplant populierenbos en doorgeschoten wilgengriend behoren tot dit type voor zover ze periodiek overstromen. Bos op veengronden waar stagnerend water periodiek boven het maaiveld komt worden tot Hoog- en laagveenbos gerekend. Voorbeeldgebieden: Millingerwaard, Geul, Biesbosch, Zalkerbos, Oude Maas, Bekendelle, Lage Kavik, Hemelse berg, Duivelsberg, boven-geuldal L01.01 Beheertype Poel en klein historisch water Algemene beschrijving Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken. Andere al dan niet gegraven kleine wateren met een historische betekenis zijn bijvoorbeeld voorraadbassins voor bluswater, visvijvers, schapenwasplaatsen, pingoruïnes en veenputten. Vaak vervulde poelen meerdere functies. De mens heeft altijd water nodig gehad en daarvoor zijn zowel bestaande natuurlijke wateren als zelf gegraven laagtes gebruikt. Ook uit de middeleeuwen zijn putten en kuilen bekend. Tot op de huidige dag worden poelen gegraven en gebruikt. Poelen en kleine wateren in het landschap kunnen dus al eeuwen oud zijn, alhoewel sommige van zeer recente datum zijn, denk aan nieuw gegraven amfibieënpoelen. Het beheertype Poel en klein historisch water is te vinden in heel Nederland. Er zijn diverse vormen bekend. In het waterrijke West-Nederland dienden de sloten veelal als veedrinkplek en waren poelen dan ook minder noodzakelijk. In dit gebied vinden we de veenputten die door het kleinschalig afgraven van veen zijn ontstaan. Als drinkplaats voor vee zijn poelen daar te vinden waar ander drinkwater niet voorhanden was. Vooral in Oost- en Zuid-Nederland zijn poelen veel voorkomende landschapselementen. In de kustgebieden zijn poelen aangelegd om in zoet water te voorzien in een zilte omgeving. Deze poelen werden dan in een kunstmatige verhoging gegraven. Dit zijn de zogenaamde hollestelles. Deze zijn vooral in Zeeland te vinden en liggen vaak buitendijks. Wateren die als bluswater dienden zijn veel nabij boerderijen en nederzettingen te vinden. Visvijvers komen vooral veel in Brabant en Zuid-Limburg voor. Het is belangrijk de historische contouren/vormen te behouden, zeker bij de visvijvers. Openheid rondom (een deel van) de poel kan de zichtbaarheid en beleefbaarheid vergroten en is van belang om een goed voortplantingsbiotoop voor amfibieën te behouden. In het verleden was zeker bij veedrinkpoelen het element bereikbaar voor vee en dus in ieder geval deels onbegroeid. Vaak stonden er wel enkele bomen bij een poel voor schaduw voor de dieren en tegen verdamping. Soms kennen poelen gemetselde randen, zoals uit Zuid-Limburg bekend is. Poelen zijn van groot belang als voortplantingsbiotoop voor amfibieën en libellen in het cultuurlandschap. Afbakening Zowel een poel als een klein historisch water is doorgaans een geïsoleerd stilstaand water dat gevoed wordt door grond- en/of regenwater. Een poel mag in verbinding staan met sloten of greppels wanneer sprake is van een natuurlijke eenheid die vrij afwatert. Veenputten mogen in verbinding staan met het slotenstelsel in het gebied. Het element heeft een oppervlakte van minimaal 0,5 en maximaal 50 are, tenzij het een voortplantingspoel voor amfibieën in het heuvelland is. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 21

22 Vijvers die een onderdeel zijn van een park- of tuinaanleg vallen niet onder dit beheertype, maar onder beheertype Historische tuin. Wateren die onder N06.05 Zuur ven of Hoogveenven of N06.06 Zwakgebufferd ven vallen horen niet tot dit beheertype. Sloten behoren niet tot dit beheertype. Algemene beheerverplichting De historische of natuurlijke contouren/vormen worden behouden. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij oude elementen zoals pingoruïnes waarvan de randzones archeologisch belangrijk kunnen zijn. Hierbij gaat het dan om de walachtige structuur rondom de plas. Maar het geldt ook bij de visvijvers. Dit beheertype wordt periodiek opgeschoond om voldoende open water te behouden. Beheervoorschriften Voorwaarden en eisen Het element wordt periodiek opgeschoond/gebaggerd om tenminste 50% van het natte oppervlakte van de poel als open water te behouden; Het grootste deel van de oevers van het element wordt vrijgehouden van beplanting; Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en meststoffen in het element is niet toegestaan; Geen water onttrekken aan de poel anders dan voor het drenken van vee. Een poel mag in verbinding staan met sloten of greppels wanneer sprake is van een natuurlijke eenheid die vrij afwatert; Er mogen geen vissen of anderzijds dieren (eenden en ganzen) worden uitgezet of gekweekt; Vertrapping van de oevers door vee dient voorkomen te worden. Bij intensieve beweiding van het perceel waarin het element is gelegen moet het element (grotendeels) uitgerasterd zijn; Maai- en baggerwerkzaamheden worden verricht in de periode tussen 1 september en 15 oktober. Beheerpakketten L Oppervlakte poel < 175 m2 L Oppervlakte poel > 175 m2 L01.02 Beheertype Houtwal en houtsingel Algemene beschrijving In de loop der eeuwen zijn in het Nederlandse landschap diverse lijnvormige landschapselementen verschenen met houtige gewassen. Sommige van deze landschapselementen zijn al eeuwen oud. De functie was vaak meerledig: zo dienden dergelijke landschapselementen als perceelsscheiding en veekering maar leverden ze ook gebruikshout op. Door de komst van prikkeldraad en de schaalvergroting en ruilverkavelingen zijn vele kilometers van deze elementen verdwenen. Houtwallen en houtsingels komen in heel Nederland voor en er zijn vele lokale varianten zoals; graften, grubben, dykswâlen, schurvelingen of houtkaden. Houtwallen komen vooral voor in cultuurlandschappen in het Zandgebied, Heuvelland en het Duingebied. Lijnvormige landschapselementen met wallichaam in het laagveengebied worden houtkade genoemd. Ook de begroeiing op graften en holle wegen in Zuid-Limburg vallen onder dit type. Deze lijnvormige landschapselementen kennen een sterke samenhang met het omringende landschap. Houtwallen en houtsingels zijn bepalend voor het kleinschalige kampenlandschap op de zandgronden. Deze lijnvormige elementen vormen een belangrijk biotoop voor aan struwelen en zomen gebonden flora en fauna in het cultuurlandschap. Ze zijn tevens van belang ter oriëntatie voor vleermuizen en als verbindingszone voor fauna. Afbakening Een houtwal of houtsingel is een vrijliggend lijnvorming en aaneengesloten landschapselement, al dan niet groeiend op een aarden wal, met een opgaande begroeiing van inheemse bomen en/of struiken. De begroeiing wordt als hakhout beheerd. De houtwal of houtsingel is maximaal 20 meter breed. Elzensingels bestaande uit een enkele rij horen niet tot dit beheertype maar tot L01.03 Elzensingel. Inrichting en beheer Landgoed Lage Heide 22

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Natte dooradering 9 Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken.

Nadere informatie

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.

Nadere informatie

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16 Projectplan GOB Object: De Riggen Datum: Oktober 2015 1/16 Inleiding Aanvrager: Projectnaam: Voorgeschiedenis Stichting het Noordbrabants Landschap Perceel de Riggen - Pannenhoef Perceel was een oude boomkwekerij

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

Compensatieplan Nieuwe verbinding Grenscorridor N69

Compensatieplan Nieuwe verbinding Grenscorridor N69 Compensatieplan Nieuwe verbinding Grenscorridor N69 Compensatieplan Nieuwe verbinding Grenscorridor N69 1 mei 2014 I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 5 2 D e p r o v i n c i a l e V e r o

Nadere informatie

Index Natuurbeheer Landschapselementen

Index Natuurbeheer Landschapselementen Index Natuurbeheer Landschapselementen Houtwal en houtsingel Houtwallen en houtsingels komen in heel Nederland voor. Deze lijnvormige landschapselementen kennen een sterke samenhang met het omringende

Nadere informatie

Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1

Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1 Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1 nr BT Beheertype Tarief 2016 N01.01 Zee en wad 1,62 N01.02 Duin- en kwelderlandschap

Nadere informatie

Inrichtingsplan natuurontwikkeling

Inrichtingsplan natuurontwikkeling Inrichtingsplan natuurontwikkeling Aanvraag Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Dwarsweg Winterswijk-Ratum Zelhem, december 2013 Projectnummer 2176 Rapportnummer 1341 opdrachtgever B.H.

Nadere informatie

Inrichtingsplan natuurontwikkeling

Inrichtingsplan natuurontwikkeling Inrichtingsplan natuurontwikkeling Aanvraag Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Landgoed Sieverdink, Winterswijk-Brinkheurne Zelhem, december 2013 Projectnummer 2167 Rapportnummer 1339

Nadere informatie

Compensatieplan Nieuwe verbinding Grenscorridor N69

Compensatieplan Nieuwe verbinding Grenscorridor N69 Compensatieplan Nieuwe verbinding Grenscorridor N69 Compensatieplan Nieuwe verbinding Grenscorridor N69 12 augustus 2014 I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 5 2 D e p r o v i n c i a l e V

Nadere informatie

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen

Nadere informatie

Inrichtingsplan natuurontwikkeling

Inrichtingsplan natuurontwikkeling Inrichtingsplan natuurontwikkeling Aanvraag Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Horstermaat, Winterswijk-Brinkheurne Hoog-Keppel, januari 2014 Projectnummer 1543 Rapportnummer 1342 opdrachtgever

Nadere informatie

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011 Overzicht situatie en maatregelen per perceel NNP Project: NNP = Perceel is op orde voor realisatie AmbitieNatuurbeheertype = AmbitieNatuurbeheertype is haalbaar door uitvoering maatregelen = AmbitieNatuurbeheertype

Nadere informatie

Landgoed Nabbegat inrichtingsschets

Landgoed Nabbegat inrichtingsschets Landgoed Nabbegat inrichtingsschets Legenda inrichtingsschets Woningen Herbergier Laanbeplanting Bos Bossingels en kleinschalige bosjes Houtwal of houtsingel Watergang en poel Natuurlijk grasland Paden

Nadere informatie

Investeringsplan natuurontwikkeling

Investeringsplan natuurontwikkeling Investeringsplan natuurontwikkeling Aanvraag Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Scholtemaatweg 4 Winterswijk-Ratum Aanvraagnummer 7645363 Hoog-Keppel, Oktober 201 5 Projectnummer 2404

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 -

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 - Inrichtingsplan Verlengde Looweg 7 Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon:

Nadere informatie

Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL)

Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) De familie Nahuis ontvangt voor de ingerichte natuurgronden jaarlijks beheersubsidie uit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). De natuurgronden (bos en

Nadere informatie

Beheerpakketten Leefgebied Droge Dooradering

Beheerpakketten Leefgebied Droge Dooradering Pakket NFW Poel en klein historisch water Beschrijving Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken. Andere al dan niet gegraven kleine wateren met een

Nadere informatie

Rapporten Binnenveld Oost: Rapport nr./jaar Sterking Anti- verdroging

Rapporten Binnenveld Oost: Rapport nr./jaar Sterking Anti- verdroging 1 Natuurdoelen De kernzone van het Binnenveld is een natuur- ontwikkelingsgebied 1,2,3 met als voornaamste Natuurdoelstellingen: Floristische-, Faunistische natuurontwikkeling; versterking van de ecologische

Nadere informatie

foto inzet: Staf de Roover

foto inzet: Staf de Roover foto inzet: Staf de Roover 1 2 3 4 Het woord grasland doet veronderstellen dat grassen het grootste aandeel van de vegetatie moeten vormen. Veelal is dit zo, maar er zijn graslanden waarin andere dan grassen

Nadere informatie

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage. 2 VIER MODELLEN In dit hoofdstuk beschrijven we vier verschillende inrichtingsmodellen: Kleinschalig landschap, Moeraszone, Nat kralensnoer en Droog kralensnoer. In extra informatiepagina s geven we aan

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Aanleiding en ligging plangebied Dhr. van de Venne heeft aan de Hammerstraat enkele boogkassen liggen. Deze liggen er al 10 jaar en dienen te worden

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2016-2 2015/26 Nummer1783178

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2016-2 2015/26 Nummer1783178 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Flevoland. Nr. 6291 21 september 2015 Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2016-2 2015/26 Nummer1783178 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het

Nadere informatie

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Verslag veldwerkplaats Beekdallandschap Drentsche Aa, 22 oktober 2008 Inleiders: stafmedewerker Jori Wolf, ecoloog Willem Molenaar en beheerder Pieter Jan Wolf (allen

Nadere informatie

Pierikstraat 16 Gaanderen

Pierikstraat 16 Gaanderen Pierikstraat 16 Gaanderen Inrichtingsplan Pierikstraat 16 te Gaanderen Onderdeel van de bestemmingswijziging VOF Wisselink Loonbedrijf Colofon Hoog-Keppel : 7 juli 2014 Rapportnummer : 1414 Projectnummer

Nadere informatie

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s): Rucphen Achtmaalsebaan 22 Inrichtingsplan identificatie planstatus projectnummer: datum: 401144.20160583 03-02-2017 projectleider: ing. J.A. van Broekhoven opdrachtgever: PO Schijf v.o.f. auteur(s): ir.

Nadere informatie

1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie

1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie Versie 25/08 Voor de voorselectie dient te worden voldaan aan de volgende criteria 1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie - u dient eigenaar of erfpachter van de gronden in de

Nadere informatie

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Aan : Provincie Noord-Holland Van : Joost Rink en Tom van den Broek Datum : 9 januari 2015

Nadere informatie

DETAILKAARTEN ECOLOGIE, KABELTRACÉS NETUITBREIDING KOP VAN NOORD-HOLLAND

DETAILKAARTEN ECOLOGIE, KABELTRACÉS NETUITBREIDING KOP VAN NOORD-HOLLAND DETAILKAARTEN ECOLOGIE, KABELTRACÉS NETUITBREIDING KOP VAN NOORD-HOLLAND TENNET 13 februari 2015 078251664:B - Definitief C05058.000083.0100 Inhoud 1 Inleiding... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Begrippen...

Nadere informatie

Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater

Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater Uitgangssituatie Algemeen Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater Projectnummer: 2008_009 Projectnaam: Inrichting Straelensbroek/Straelens Schuitwater PMJP: B1 Inrichting verworven EHS Natuurdoel:

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Inrichting Molenaarsbos

Inrichting Molenaarsbos Inrichting Molenaarsbos Inrichtingsplan voor natuurcompensatie Lage Heide, Gemeente Valkenswaard Maart 2010 In opdracht van: Gemeente Valkenswaard De Hofnar 15 5554 DA / Valkenswaard t (040) 2083444 f

Nadere informatie

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering Pakket NFW Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken. Andere al dan niet gegraven kleine wateren met een historische

Nadere informatie

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel Beschrijving van het ANLb 2016 landschapspakket voor het beheer van elzen- en geriefhoutsingels op Terschelling, toe te passen in het leefgebied Droge Dooradering, door leden van het collectief Waddenvogels.

Nadere informatie

Uitvoeringsplan Natuurontwikkeling In relatie tot het Fietspad Asschatterweg

Uitvoeringsplan Natuurontwikkeling In relatie tot het Fietspad Asschatterweg - 1 - Uitvoeringsplan Natuurontwikkeling In relatie tot het Fietspad Asschatterweg Achterveld, oktober 2012 Opgesteld op verzoek van de gemeente Leusden Hans Veurink Ruurd Visserstraat 51 3791 VV Achterveld

Nadere informatie

Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen

Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen Bureau Meervelt, Ecologisch onderzoek en advies Notitie flora en fauna Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen Status: definitief, 14 oktober 2013 (aangepast

Nadere informatie

Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel Natuur

Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel Natuur Openstellingsbesluit van Gedeputeerde Staten der provincie Overijssel van 27 september 2016, nr. 2016/0388389, tot bekendmaking van hun besluit van 27 september 2016, nr. 2016/0320693, tot vaststelling

Nadere informatie

Realisatie Eckeltse vennen

Realisatie Eckeltse vennen Uitgangssituatie Algemeen Realisatie Eckeltse vennen Projectnummer: 2008_008 Projectnaam: Realisatie Eckeltse vennen PMJP: B1 Inrichting verworven EHS Natuurdoel: Inrichting van 5 voedselarme licht gebufferde

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: veel gestelde vragen

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: veel gestelde vragen Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Inhoud 1 Definities... 1 2 Bemesten... 2 3 Uitmijnen... 2 4 Beweiden... 3 5 Maaifrequentie en maaitijdstip... 4 6 Inzaaien... 5 7 Pitrus... 5

Nadere informatie

Gelet op artikel 3, tweede lid en artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Gelet op artikel 3, tweede lid en artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013; Besluit van Gedeputeerde Staten van 31 oktober 2017, besluitnummer besluitnummer PZH-2017-615204878, tot wijziging van het Openstellingsbesluit 2018 SNL 2016, onderdeel natuurbeheer en SKNL 2013 (openstellingsbesluit

Nadere informatie

Officiële naam regeling: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016

Officiële naam regeling: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016 PROVINCIAAL BLAD Officiële naam regeling: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016 Citeertitel: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer

Nadere informatie

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant Deze bijlage behoort bij de Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant, vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 16 december 2008, nr. 1475112 Bijlage C: Pakketten maatregel

Nadere informatie

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014 Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een

Nadere informatie

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost De laatste jaren heeft de provincie in Groot Mijdrecht Noord-Oost gronden aangekocht voor de ontwikkeling van natuur. Natuurmonumenten

Nadere informatie

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Natte en Vochtige bossen Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Indeling Landschappelijke positie natte en vochtige bossen Verdroging Waar liggen de kansen? Hoe te herkennen

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer

Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer Ten behoeve van de zienswijzen ingediend op het Ontwerp Natuurbeheerplan 2017 herzien versie natuurbeheer provincie Utrecht Pagina

Nadere informatie

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol Drs. Ing. L.M. Scholtens in opdracht van: Gemeente Emmen, Dienst Beleid Afdeling Fysiek Ruimtelijke Ontwikkeling December 2009 Het landschap

Nadere informatie

Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo. Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg DP Hummelo

Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo. Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg DP Hummelo Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg 37 6999 DP Hummelo Opdrachtnemer: Agrarische Natuurvereniging t Onderholt G.J. de

Nadere informatie

Van Witbolgrasland naar Dotterbloemgrasland

Van Witbolgrasland naar Dotterbloemgrasland Van Witbolgrasland naar Dotterbloemgrasland Verslag veldwerkplaats ----laagveen en zeeklei Wageningen, 30 juni 2010 Inleider: Dick van der Hoek (WUR) Op deze middag namen we een kijkje in het blauwgrasland

Nadere informatie

Gagel-en wilgenstruwelen

Gagel-en wilgenstruwelen Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken

Nadere informatie

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk Jan Stronks Stand van zaken huidig landschap Bos en natuur in de plus! Agrarisch cultuurlandschap sterk in de min: Natuurwaarde holt achteruit

Nadere informatie

Bijlage 1 behorende bij artikel 23, lid 1 van het Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel natuur en SKNL

Bijlage 1 behorende bij artikel 23, lid 1 van het Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel natuur en SKNL Bijlage 1 behorende bij artikel 23, lid 1 van het Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel natuur en SKNL Natuur tarieven in /ha 7301 N01.01 Zee en wad 0,36 7302 N01.02 Duin- en kwelderlandschap 54,76 7303

Nadere informatie

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Verzoek wijziging bestemmingsplan Verzoek wijziging bestemmingsplan Percelen Rucphen O 225 en O 433 Ruimtelijke onderbouwing kwaliteitsverbetering omgeving Rozenven Inleiding Sinds 2011 is Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van natuurgebied

Nadere informatie

Landschapsplan. BuroCollou Tuin-&Landschapsontwerp Looweg10Eibergen

Landschapsplan. BuroCollou Tuin-&Landschapsontwerp Looweg10Eibergen Landschapsplan De plannen van de fam. Bauwhuis bieden veel kansen voor natuur en recreatie. Door de combinatie van deze twee functies ontstaat een nieuw landschap binnen de oude contouren, gebaseerd op

Nadere informatie

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF Inleiding 3 Ontwerp 5 Water 7 Randen en oevers 9 Eilanden 13 Verbindingen 17 Gebruik 21 Beplanting 25 I n h o u d NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF

Nadere informatie

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN indeling inleiding: voorstelling a geschiedenis van het natuurbeheer b - biotopen en soorten en hun beheer pauze c - beheer richt zich op de omgeving d - natuurbeheer

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20 Normbedragen Landschapselementen 201 Normbedragen voor herstel en aanleg De normbedragen zijn opgebouwd uit kosten voor arbeid inclusief kosten voor materialen. De bedragen zijn de werkelijke kosten. Afwijkingen

Nadere informatie

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming

De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming De Vogelvriendelijke weken van Ekoplaza en Vogelbescherming Concept criteria voor akkerbouw om de mate van Vogelvriendelijk boeren te bepalen De grondstoffenleverancier van het product is een agrarisch

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 7229

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 7229 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Flevoland Nr. 7229 4 oktober 28 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent natuurbeheer Openstellingsbesluit

Nadere informatie

Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties

Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties Uitgangssituatie Algemeen Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties Projectnummer: 2009_015 Projectnaam: Zwart Water_Inrichting Schaaps- en diepbroek incl sanering stort 1

Nadere informatie

Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013

Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013 Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013 Bureau Meervelt, Ecologisch onderzoek en advies Notitie flora en fauna Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013 Status: definitief, 14 oktober 2013

Nadere informatie

Vlijmens ven, Moerputten & Bossche Broek. De geschiedenis van een overstromingsvlakte in de Langstraat

Vlijmens ven, Moerputten & Bossche Broek. De geschiedenis van een overstromingsvlakte in de Langstraat Vlijmens ven, Moerputten & Bossche Broek De geschiedenis van een overstromingsvlakte in de Langstraat Vragen in het kader van fitnesscheck N2000 - Wat zijn de kenmerken van het landschaps`ecologisch systeem

Nadere informatie

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Landschapsbeheertypen

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Landschapsbeheertypen Index Natuur en Landschap Onderdeel Landschapsbeheertypen 7 oktober 2011 1 L01 Groen blauwe landschapselementen L01.01 Beheertype poel en klein historisch water L01.02 Beheertype houtwal en houtsingel

Nadere informatie

Dotterbloemhooilanden

Dotterbloemhooilanden Dotterbloemhooilanden Verslag veldwerkplaats ---Laagveen en zeeklei Woerdense Verlaat, 26 augustus 2010 Inleiders: Bas van de Riet (Landschap Noord-Hollands) Martijn van Schie (Natuurmonumenten) Bij en

Nadere informatie

Natuur in het Friese veengebied van de toekomst. Eddy Wymenga, Marion Brongers, Wibe Altenburg Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek

Natuur in het Friese veengebied van de toekomst. Eddy Wymenga, Marion Brongers, Wibe Altenburg Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek Natuur in het Friese veengebied van de toekomst Eddy Wymenga, Marion Brongers, Wibe Altenburg Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek Friese veenweidegebied KLEI ZAND 26 mei 2016 Biologiysk Wurkferbân

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Openstelling SNL 2013 tarieven.

Openstelling SNL 2013 tarieven. Openstelling SNL 2013 tarieven. Bijlage 1: jaarvergoeding voor het begrotingsjaar 2013, behorende bij de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht (onderdeel natuurbeheer) Indexcode

Nadere informatie

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II Vanavond krijgt u informatie over het project Ruygeborg II. Als u vragen heeft kunt u die aan ons stellen. Daarnaast zijn wij benieuwd naar uw ideeën over Ruygeborg.

Nadere informatie

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer BIJLAGE BO-1 Beleidskader omslag van minder verwerving naar meer beheer 1. Inleiding Het kabinet heeft vastgesteld dat realisatie van de nog aan te leggen nieuwe natuurgebieden in de EHS voor een groter

Nadere informatie

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooibossen Definitie Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier Deze bossen worden voortdurend blootgesteld

Nadere informatie

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg 2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg De normbedragen zijn opgebouwd uit kosten voor arbeid inclusief kosten voor materialen. De bedragen zijn de werkelijke

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Limburg Nr. 8548 19 november 2018 Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landscpsbeheer Limburg 2016 Gedeputeerde Staten van Limburg,

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR106004_1

CVDR. Nr. CVDR106004_1 CVDR Officiële uitgave van Utrecht. Nr. CVDR106004_1 24 januari 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 november 2009,kenmerk 2009INT251102 tot vaststelling van de subsidieplafonds, aanvraagperioden

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2015 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2015 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Limburg. Nr. 7441 10 november 2015 Openstellingsbesluit 2015 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg Gedeputeerde Staten van Limburg maken

Nadere informatie

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Frans Willems Godsweerdersingel 10 6041 GL Roermond Postbus 1237 6040 KE Roermond www.dienstlandelijkgebied.nl T 0475 77 62 00 F 0475 77 62 01 Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Inleiding De

Nadere informatie

Advies natuurontwikkeling Koppelboerweg 42 in Oldenzaal. briefnotitie

Advies natuurontwikkeling Koppelboerweg 42 in Oldenzaal. briefnotitie Advies natuurontwikkeling Koppelboerweg 42 in Oldenzaal briefnotitie Uitgevoerd door: Natuurbank Overijssel Opdrachtgever: J. Seijger Projectnummer en versie: 710, versie 1.1 Projectleider: Ing. P.Leemreise

Nadere informatie

Brabants Landschap Postbus ZH Haaren Tel: Fax: KWALITEITSIMPULS LANDSCHAP-

Brabants Landschap Postbus ZH Haaren Tel: Fax: KWALITEITSIMPULS LANDSCHAP- Brabants Landschap Postbus 80 5076 ZH Haaren Tel: 0411-622775 Fax: 0411-623691 E-mail: info@brabants.nl Datum opmaak: 25 3-2014 -KWALITEITSIMPULS LANDSCHAP- Naam Contactpersoon : J.C. Albers : J.C. Albers

Nadere informatie

Landschaps- en natuurplan

Landschaps- en natuurplan Landschaps- en natuurplan Ten behoeve van tegenprestatie Aan t Hellemeer te Wanssum Familie Mooren Broekhuizerweg ong. Swolgen Locatie tegenprestatie nabij Helling te Wanssum Gemeente Horst aan de Maas

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad

PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2015/26 Nummer 1783178 OpenstelUngsbesluit Natuurbeheer 2016-2 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde In artikel 3.42 van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Nieuwe natuur en nieuw land, kolonisatie en rol van uitzaai voorbeelden uit Overijssel en Flevoland

Nieuwe natuur en nieuw land, kolonisatie en rol van uitzaai voorbeelden uit Overijssel en Flevoland Nieuwe natuur en nieuw land, kolonisatie en rol van uitzaai voorbeelden uit Overijssel en Flevoland Piet Bremer (prov. Overijssel) Leemringveld, 2007 Index 140 120 100 80 60 Overijssel 1900-2000 ontginning

Nadere informatie

Overwegende dat het subsidieplafond voor Europese subsidieaanvragen dient te worden verhoogd;

Overwegende dat het subsidieplafond voor Europese subsidieaanvragen dient te worden verhoogd; Besluit Onderwerp Eerste wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV 2017 Algemene vergadering van aandeelhouders van Groen Ontwikkelfonds Brabant BV; Gelet op artikel 4:81

Nadere informatie

Hoogveenherstel in de Groote Peel

Hoogveenherstel in de Groote Peel Hoogveenherstel in de Groote Peel Verslag veldwerkplaats Nat Zandlandschap 9 oktober 2009, De Groote Peel Inleiders: Gert-Jan van Duinen (Stichting Bargerveen/Afd. Dierecologie, Radboud Universiteit Nijmegen)

Nadere informatie

LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES

LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES Opdracht Landschappelijke inpassing recreatief bouwblok Opdrachtgever Dhr. van J. vd Putten Diepertseweg 22 5424 TA Elsendorp SIEBERS TUINPROJECTEN

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Fryslân 2017 Natuurbeheer en aanvullend openstellingsbesluit 2017 Agrarisch Natuurbeheer

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Fryslân 2017 Natuurbeheer en aanvullend openstellingsbesluit 2017 Agrarisch Natuurbeheer PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Fryslân. Nr. 5859 1 november 2016 Openstellingsbesluit Fryslân 2017 Natuurbeheer en aanvullend openstellingsbesluit 2017 Agrarisch Natuurbeheer Openstellingsbesluit

Nadere informatie

Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017

Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017 Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017 Landschapselementen die in aanmerking komen voor de regeling Vouchers voor Landschapselementen bestaan uit inheemse bomen en struiken. Rondom het erf gaat het

Nadere informatie

Bijlagen Aanvulling Plan-MER

Bijlagen Aanvulling Plan-MER Bijlagen Aanvulling Plan-MER Robuuste verbinding Sallandse Heuvelrug-Drents Plateau in Drenthe (zuidelijk deel) Definitief Grontmij Nederland bv Assen, 24 november 2008 Pagina 1 van 15 Bijlage 1 Schema's

Nadere informatie

Heidebeheer in de 21 e eeuw

Heidebeheer in de 21 e eeuw Heidebeheer in de 21 e eeuw Henk Siebel Met OBN-faunaonderzoek van Joost Vogels, Arnold van den Burg, Eva Remke, Henk Siepel Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit Nijmegen Herstel en beheer van droge

Nadere informatie

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de

Nadere informatie

Nee tenzij-toets drinkwaterproductiebedrijf Nieuwegein

Nee tenzij-toets drinkwaterproductiebedrijf Nieuwegein Nee tenzij-toets drinkwaterproductiebedrijf Nieuwegein Vitens N.V. 28 juni 2011 Definitief rapport 9W2751 Entrada 301 Postbus 94241 1090 GE Amsterdam +31 (0)20 569 77 00 Telefoon Fax info@amsterdam.royalhaskoning.com

Nadere informatie

Nieuwsbrief April 2018

Nieuwsbrief April 2018 Nieuwsbrief April 2018 HERINRICHTING VLEDDERS EN LEIJERHOOILANDEN Inleiding Landschap Overijssel en Waterschap Drents Overijsselse Delta willen graag het gebied Vledders en Leijerhooilanden nog natuurlijker

Nadere informatie