Hoofdstuk 10: Zuren, Basen en Zuurbase reacties
|
|
- Frederik Veenstra
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hoofdstuk 10: Zuren, Basen en Zuurbase reacties 1. Zuren en basen: historische theorieën 1. Theorie van ArrheniusOstwald 2. Zuren en basen in de theorie van BrönstedLowry 3. Zuren en basen in de theorie van Lewis 2. Kwantitatieve aspecten van zuurbasereacties 1. phberekeningen van oplossingen van zuren en basen 2. Buffers en bufferoplossingen 3. Zuurbaseindicatoren 4. De zuurbasetitratie 5. phafhankelijke oplosbaarheid 6. Zuursterkte en structuur van de oxozuren 1
2 10.1 Zuren en basen: historische theorieën 1. Theorie van ArrheniusOstwald ZUUR bevat Hatomen: HA aq HA H + + A (zuurrest) K a BASE bevat OH ionen: MOH aq MOH M + + OH (baserest) K b Zwakke/sterke zuren en base = f(k dissociatiereactie ) Experimenteel: oplossingen in water: elektrisch geleidend grotere smeltpuntsverlaging dan coval. verbindingen bij zelfde concentratie Experimenteel: reactiewarmte sterk Zu + sterke Ba = H r = cte H + + OH H 2 O + 55,8 kj/mol 2
3 . 2. Zuren en basen in de theorie van BrönstedLowry Zuur: Base: Hverbinding verbinding met (minst.) 1 vrij e paar zet H + op partner (base) bindt H + van partner (zuur) datief = protondonor = protonacceptor vb. HCl + H 2 O H 3 O + + Cl vb. NH 3 + HCl NH Cl Merk op: elk anion (vrij e paar) = protonacceptor = base Amfoteer: protondonor (Hverbinding) & protonacceptor (vrije e paar) 3
4 . Soorten amfoteren kation: N 2 H 5 + Zu: N 2 H H 2 O N 2 H 4 + H 3 O + H H H N N H H Ba: N 2 H H 2 O N 2 H OH K W neutraal: H 2 O Zu: H 2 O + H 2 O OH + H 3 O + Ba: H 2 O + H 2 O H 3 O + + OH anion: HCO 3 Zu: HCO 3 + H 2 O CO H 3 O + O C H O O Ba: HCO 3 + H 2 O H 2 CO 3 + OH 4
5 . Algemene zuurbasevergelijking HCl + H 2 O Cl + H 3 O + H + donor H + acceptor H + acceptor H + donor Algemeen: Zu + Ba Ba + Zu base afkomstig van zuur Zu = overeenkomende of geconjugeerde base v. Zu geconjugeerd zuur van base Ba 5
6 . Deelreacties ZuBa reactievergelijking : Zu + Ba Ba + Zu = weergave optreden van ZUUR Zu Ba + H + (zit op acceptor = Ba ) = weergaven optreden van BASE Ba + H + Zu 2 halve reacties = deelreacties In elke deelreactie: Zu & Ba = corresponderend Zu/Bakoppel elk zuur Zu geconjugeerde Ba & elke base Ba geconjugeerd zuur Zu 6
7 . Opmerking 1 Solvent komt niet voor in de ZuBareactievergelijking Speelt geen rol! vb. HCl gas + NH 3 gas NH 4 + Cl vast Zu + Ba Ba + Zu Opmerking 2 : Polyprote of meerbasische zuren H n X Ionisatie gebeurt in opeenvolgende stappen Afnemende K a getalwaarden vb. H 3 PO H 2 O PO H 3 O + H 3 PO 4 H 2 PO 4 HPO 4 2 PO 4 3 met K a1 > K a2 > K a3 7
8 . Opmerking 3 : Meerzure base Ionisatie gebeurt in opeenvolgende stappen Afnemende K b getalwaarden vb. Be(OH) 2 + H 2 O Be OH Be(OH) 2 Be(OH) + Be 2+ met K b1 > K b2 8
9 ZUURSTERKTE en BASESTERKTE DE WEERGAVE Deelevenwichtsreacties: Ka Zu Ba + H + K b Ba + H + Zu Reacties in gasfase= Hypothetische reacties In solvent SH (bv. H 2 O): Zu + SH Ba + SH 2+ K a experimenteel Ba + SH Zu + S K b experimenteel Solvent: speelt rol van base of zuur t.o.v. Zu of Ba zelf betrokken in evenwichtsreacties van Zu of Ba 9
10 Deelreacties = solvolysereacties = reacties van Zu of Ba met solvent K a en K b = relatieve zuur en baseconstante nl. t.o.v. solvent SH In éénzelfde solvent K a van zuren en K b van base te vergelijken OPMERKING: Water is belangrijkste solvent! ionisatie van Zu of Ba = reactie van Zu of Ba met water = solvolyse van Zu of Ba 10
11 Indeling van de zuren volgens getalwaarde K a Sterke zuren Zwakke zuren Nietzuren K a > 1 = K a (H 3 O + ) 1 > K a > = K a (H 3 O + ) K a < * Hverbindingen HX (behalve HF) * Oxozuren met max. OT vb. H 2 SO 4 * Organische sulfonzuren RSO 3 H * Hverbindingen HX n. HF en H 2 X * Resterende oxozuren vb. H 2 CO 3 * Organische carbonzuren RCOOH * Kationzuren vb. NH
12 Indeling van de basen volgens getalwaarde K b Sterke Base* Zwakke Base Nietbase K b > 1 = K B (OH ) 1 > K b > = K b (H 2 O) K b < * Hydroxiden groep I en II MOH, M(OH) 2 * Resterende hydroxiden vb. AgOH * Oxiden M 2 O en MO * Resterende oxide * Sulfiden M 2 S en MS vb. Cr 2 O 3 * Amiden MNH 2 * Anorganische Nverbinding NH 2 OH, NH 2 NH 2 * Hydroxiden overg. elem. met min. OT vb. Cr(OH) 2, CuOH * Organ. quatern. ammoniumverbindingen vb. R 4 N + OH * Amfotere anionen vb. HCO 3 12
13 Relatie K A en K B van Zu en Ba uit Zu/Bakoppel K a. K b = cte = Reden? Zu + H 2 O Ba + H 3 O + K a (Zu) vb. HCl + H 2 O Cl + H 3 O + Ba + H 2 O Zu + OH K b (Ba) vb. Cl + H 2 O HCl + OH Ka.K b = Ba.(H 3O + ) (Zu). Zu.(OH ) (Ba) = (H 3 O + ).(OH ) =Kw=
14 Gevolgen van K a. K b = In elk Zu/Bakoppel: K a en K b omgekeerd evenredig dus als K a en K b sterk Zu nietba zwak Zu zwakke Ba nietzu sterke Ba vb. HCl Cl HNO 2 NO 2 NH 3 NH 2 K a , <10 14 K b , > 1 14
15 Gevolgen van K a. K b = Vergelijken van Zu en Ba met elkaar via : K a van Zu of K a van geconjugeerd Zu van Ba vb. HCl K a = 10 3 NH 3 K a = 10 9 (van NH 4 + = geconj. Zu van Ba NH 3 ) = /10 5 HCO 3 K a = (K 2 van H 2 CO 3 ) Overzicht van dissociatieconstanten van geconjugeerde zuurbasekoppels (Tabellenboek p. 28) 15
16 Ka zuur base Kb nietzuren in water komt uitsluitend het zuur voor < H2 CH4 NH3 Ca(OH) + OH PH3 C2H5OH H CH3 NH2 CaO O 2 PH2 C2H5O > sterke basen base komt niet voor in water, maar zet volledig om in OH 1, H2O OH 1,0 zwakke zuren in water komen zuur én base samen voor Ka 1, , , , , , , , , , , , , HS HPO4 2 HCO3 HCN NH4 + N2H5 + H2S H2PO4 H2CO3 HOAc HF H3PO4 HSO4 S 2 PO4 3 CO3 2 CN NH3 N2H4 HS HPO4 2 HCO3 OAc F H2PO4 SO4 2 8, , , , , , , , , , , , , zwakke basen in water komen zuur én base samen voor Kb 16
17 1,0 H3O + H2O 1, sterke zuren zuur komt niet voor in water, maar zet volledig om in H3O + 1, , , , , , H2SO4 HNO3 HCl HClO3 HClO4 HBr HSO4 NO3 Cl ClO3 ClO4 Br 9, , , , , , nietbasen in water komt uitsluitend de base voor 17
18 . De afloop van zuurbase reacties Kwantitatieve analyse Reactie: Zu + Ba Ba + Zu met K glob (vb. HCl + NH 3 Cl + NH 4 + ) kan ontleed worden in 2 opeenvolgende stappen (deelreacties): Zu + H 2 O Ba + H 3 O + K 1 = K a (Zu) Ba + H 3 O + Zu + H 2 O K 2 = 1/K a (Zu ) Met K glob = K 1. K 2 = K a (Zu)/K a (Zu ) vermits K 2 = 1/K a (Zu ) Besluit: K glob = K a van reagerend zuur / K a van gevormd zuur 18
19 Voorbeeld HF + CN F + HCN K a dus K glob = K a /K a = 10 4 /10 10 = 10 6 dus aflopend reactie loopt naar rechts = richting van zwakste zuur! 19
20 Kwalitatieve voorspelling van de richting van een zuurbasereactie K glob = K a (Zu)/K a (gevormd zuur) richting zuurbasereactie f(relatieve waarden K a en K a ) ALS K a (Zu) > K a (Zu ) : reactie loopt naar rechts ALS K a (Zu) < K a (Zu ) : reactie loopt naar links vb. H 3 PO 4 (aq) + NaBr (aq) NaH 2 PO 4 (aq) + HBr(aq) Zu Ba (Br ) Ba (H 2 PO 4 ) Zu K a
21 Afleiding van de afloop van zuurbasereacties uit Tabel van zuurconstanten als Zu in Tabel enkele plaatsen onder partner Ba aflopende reactie als Ba in Tabel enkele plaatsen boven partner Zu algemene voorstelling aflopende reactie vb. vb. om K glob > 10 6! NH 4 + NH 3 NH 4 + NH 3 Zu Ba H 2 CO 3 HCO 3 Zu' Ba' CH 3 COOH CH 3 COO Zu" Ba" H 3 PO 4 H 2 PO 4 H 3 PO 4 H 2 PO 4 reactiepartners fosforzuur reageert met alle voldoende hoger voorkomende basen in een aflopende ZBreactie ammoniak reageert met alle voldoende lager gelegen zuren in een aflopende ZBreactie 21
22 Afleiding van de afloop van zuurbasereacties uit Tabel van zuurconstanten als Zu in Tabel naast of boven partner Ba evenwichtsreactie als Ba in Tabel naast of boven partner Zu evenwichtsreactie Voorbeeld H 2 PO HCO 3 H 2 PO H 2 O HCO 3 + NH + 4 HCO 3 + OH 22
23 Solvolyse van zuren en basen in water Zu of Ba in water reageert met solvent water = solvolyse sterke zuren : enkele plaatsen onder reactiepartner H 2 O (= Ba) H 3 O + H 2 O (K a ) Zu > (K a ) H3 O + vb. Zu Ba HClO 3 + H 2 O ClO 3 + H 3 O + zwakke zuren : enkele plaatsen boven reactiepartner H 2 O (= Ba) (K a ) > (K a ) Zu > (K a ) H 3 O + H 2 O Zu H 3 O + Ba H 2 O vb. HF + H 2 O F + H 3 O + 23
24 Solvolyse van zuren en basen in water Zu of Ba in water reageert met solvent water = solvolyse sterke basen : enkele plaatsen boven reactiepartner H 2 O (= Zu) (K b ) Ba > (K b ) OH Zu Ba vb. C 2 H 5 O + H 2 O C 2 H 5 OH + OH H 2 O OH zwakke basen : enkele plaatsen onder reactiepartner H 2 O (= Zu) Zu Ba (K b ) OH > (K b ) Ba > (K b ) H 2 O vb. NH 3 + H 2 O NH OH H 2 O OH 24
25 Het nivellerend solventeffect van water Voorgaande regels toepassen op Zu in solvent water Sterkste Zu dat bestaat in water is H 3 O + Immers : alle sterke zuren reageren met H 2 O volledig ( ) tot H 3 O + al deze Zu staan onder H 2 O als Ba in Tabel zijn dus even sterk H 2 O nivelleert hun sterkte tot eenzelfde niveau Voorbeeld: H 3 O + H 2 O geldt voor HClO 3 + H 2 O ClO 3 + H 3 O + Zu Ba HNO 3 + H 2 O NO 3 + H 3 O + H 2 SO 4 + H 2 O HSO 4 + H 3 O + 25
26 Het nivellerend solventeffect van water Analoog Sterkste B die bestaat in water is OH Immers : Alle sterkere Ba dan OH zetten solvent H 2 O VOLLEDIG om in OH staan boven H 2 O als Zu in Tabel zijn dus EVEN STERK Opmerking: Hoe volledige Tabel verkregen? Via metingen in andere solventen! 26
27 . 3. Zuren en basen in de theorie van Lewis Lewistheorie : vaak toegepast in Organ. Chemie : Lewiszuur Aanleiding nieuwe theorie : CaO = basisch oxide : kleurt indicator basisch in water! CO 2 = zuur oxide : kleurt indicator zuur in water! CaO + CO 2 CaCO 3 = neutralisatiereactie? CO 2 = zuur : toch geen Hatomen???? 27
28 LewisBase = deeltje met vrij e paar (één of meer) e paardonor vormt datieve covalente binding met dat vrij e paar nucleofiel Soorten: BrönstedLowrybasen: kationen, neutrale, alle anionen vb. NH 2 NH 3 +, NH 3, H 2 O, F, CuCl 4 2 Lewisbasen : verbindingen met πbindingen (organische) vb. CH 2 =CH 2, CH CH = hoge e dichtheid = e paardonor 28
29 Lewiszuur = deeltje met e tekort e paaracceptor gaat binding aan met vrij e paar van base elektrofiel Soorten : klassieke BrönstedLowryzuren: protondonoren HX vb. HCl, H 2 SO 4, CH 3 COOH Lewiszuren : ALLE kationen, e deficiënte moleculen, moleculen met gepositiveerde ( + ) atomen vb. H 3 O +, Na +, NO 2 +, BF 3, CH 2, AlCl 3, SnCl 4, SO 3, RCH=O, RCR=O 29
30 Zuurbase reactievergelijking volgens Lewis Ba + Zu Adduct = complex Ba Zu (dat. binding) e paardonor e paaracceptor vb. NH 3 + BF 3 H 3 N + + BF 3 (moleculair adduct) SO Pb 2+ PbSO 4 (neerslag =ionisch adduct) CN + H + HCN (covalent adduct) 30
31 ZuBa reacties omvatten nu : de klassieke ZuBa reacties : H 3 N + H 2 O NH 4 OH NH OH H 2 O + HNO 3 H 2 O HNO 3 H 3 O + + NO 3 aq oplosreacties : H 2 O + CO 2 H 2 O + CO 2 H 2 CO 3 H 3 O + + HCO 3 vorming complex ion : Cl + FeCl 3 Cl FeCl 3 FeCl 4 neerslagreacties : Cl + Ag + AgCl neutralisatie oxiden : Ca 2+ O 2 + O=C + =O Ca 2+ CO
32 Winstpunten en verliespunten Lewistheorie winstpunten neutralisatie basisch en zuur oxide nu verklaard: vb. CaO + SO 3 CaSO 4 verloop organische reactiemechanismen verklaard: vb... elektrofiele additie (A E, zie Org. Chemie) verloopt via zgn. complex : CH 2 =CH 2 + X + CH 2 =CH 2 CH 2 CH 2 X X verliespunten : theorie is niet kwantitatief : geen definitie van zuur en basesterkte : K a =?? K b =??? 32
10.2. Kwantitatieve aspecten van zuurbase-reacties
10.2. Kwantitatieve aspecten van zuurbase-reacties 1. ph-berekeningen van oplossingen van zuren en basen De zuurgraad ph = weergave van de zuurgraad van een oplossing ( zuurconcentratie) ph = - log a(h
Nadere informatieZelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.
Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking
Nadere informatieScheikunde hoofdstuk 8 en 9 VWO 5 SE 2 Hoofdstuk 8
Scheikunde hoofdstuk 8 en 9 VWO 5 SE 2 Hoofdstuk 8 2 Een oplossing kan zuur, basisch of neutraal zijn. Om het verschil in zuurgraad in een getal te kunnen uitdrukken gebruik je de ph. Is de ph < 7 is de
Nadere informatie2 H 2 O(vl) H 3 O + (aq) + OH - (aq) Deze evenwichtsreactie wordt meestal eenvoudiger als volgt geschreven:
Zuren en basen 1. Autoionisatie van water Op het eerste gezicht geleidt water de elektrische stroom niet. Bij gebruik van meer gevoelige meetapparatuur blijkt water toch de elektrische stroom te geleiden,
Nadere informatieEVENWICHTEN VOOR ZUREN EN BASEN
EVENWICHTEN VOOR ZUREN EN BASEN Een zuur is een chemisch bestanddeel dat waterstofionen afsplitst bij oplossen in water H zuurrest water H zuurrest Een base is een chemisch bestanddeel dat hydroxide-ionen
Nadere informatie7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen
7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen 7.1 Oxiden Vrijwel alle elementen kunnen, min of meer heftig reageren met zuurstof. De gevormde verbindingen worden oxiden genoemd. In een van de voorafgaande
Nadere informatieHoofdstuk 6. Zuren en basen. Chemie 5 (2u)
Hoofdstuk 6 Zuren en basen Chemie 5 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Dissociatie van ionverbindingen
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatie5 VWO. H8 zuren en basen
5 VWO H8 zuren en basen Inleiding Opdracht 1, 20 min in tweetallen Nakijken; eventueel vragen stellen 8.2 Zure, neutrale en basische oplossingen 8.2 Zure, neutrale en Indicator (tabel 52A) Zuurgraad 0-14?
Nadere informatieXII. Zuur-base evenwichten
1 XII. Zuur-base evenwihten aiditeitsonstanten: zie bijlage 4 GEEN examenstof: moleulaire strutuur en zuursterkte (p XII-20 t.e.m. XII-26) WEL examenstof: opmerking onderaan op p XII-22 Zuur/basetitratie
Nadere informatieScheikunde SE2. Hoofdstuk 8
Scheikunde SE2 Hoofdstuk 8 Paragraaf 2 Indicatoren: stoffen waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is. Zuur: als een oplossing een ph heeft van minder dan 7. Basisch: als een oplossing
Nadere informatieJe kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.
Boekverslag door Merel 797 woorden 22 januari 2017 6.9 14 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie de bijlage voor de grafiek en alle tabellen. H8 Zuren en en Basen Chemie Overal 8.2 De
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatieHoofdstuk 12 Zuren en basen
Hoofdstuk 12 Zuren en basen bladzijde 1 Opgave 1 Reactie van de volgende zuren met water: HNO 3 HNO 3 H 2O H 3O NO 3 C 2H 5NH 3 C 2H 5NH 3 H 2O H 3O C 2H 5NH 2 HCN HCN H 2O H 3O CN HClO 4 HClO 4 H 2O H
Nadere informatieChemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten
Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten Teken de structuurformule van salpeterigzuur HNO 2 en van salpeterzuur HNO 3 : Doevoor jezelf telkens ook de controles! Controles HNO 2 : - 2x6 e - (2 O)
Nadere informatiePbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl
Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen
Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen Samenvatting door een scholier 1810 woorden 4 december 2017 4,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde hoofdstuk 8 Zuren
Nadere informatieHoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.
Samenvatting door W. 879 woorden 15 oktober 2012 5,8 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 6 2 De PH van een oplossing De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieChemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held
Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Inkuilproces Proces bij het inkuilen: In de kuil ondergaat het gewas een biochemisch proces onder invloed van micro-organismen Een
Nadere informatie8 - in een gegeven zuur-base-evenwicht de betrokken deeltjes, op basis van de protonenoverdracht, identificeren als zuur of als base.
Leergebied: base Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 7 - Zuren en basen 7.3.4 - basen voorstellen als stoffen die in water OH--ionen vrijmaken; LP Chemie 3e gr KSO GO 8 - in een gegeven zuur-base-evenwicht
Nadere informatievrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012
H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatie25/02/2017. [H 2 S] = K b,2 [OH ] = 1,
25/02/207 Meerstapshydrolyse van anionen Sommige anionen, afkomstig van meerbasische zuren hydrolyseren in meerdere stappen. De mate waarin elk van die hydrolysestappen doorgaat is afhankelijk van de desbetreffende
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 5 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend: a C 3H 8O 2 4 O 2 3 CO 2 4 H 2O b P 4 5 O 2 6 H 2O 4 H 3PO 4 c 4 Al 3 O 2 2 Al 2O 3 d 2 Fe 3 Cl 2 2
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatie33 ste Vlaamse Chemie Olympiade
Georganiseerd door de sectie Onderwijs & Opleidingen van de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging 33 ste Vlaamse Chemie Olympiade 20152016 2 de ronde 24 februari 2016 1 Deze toets bestaat uit 25 meerkeuzevragen
Nadere informatieHoofdstuk 3: Zuren en basen
Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het VWO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatieHoofdstuk 14: Zuur-Base
Hoofdstuk : uur-ase Wat is een zuur? -het bevat H-atomen -het splitst H af bij oplossen in water HO H zelfde energie als covalente binding H-rest H rest H-rest HO HO rest HO permanent Hl H l Sp² hybridisatie
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN vwo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN vwo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatieModule 4 Zuren en Basen Antwoorden
1 ph en indicatoren Opmerking: informatie over zuurbase indicatoren vind je in tabel 52A. 1 Een H + ion is eigenlijk gewoon een proton (zonder elektronenwolk). 2 Er moet een elektron worden verwijderd.
Nadere informatie13 Evenwichten. Hoofdstuk 13 Evenwichten. 13.1 Omkeerbare reacties. 13.2 Dynamisch evenwicht
13 Evenwichten 13.1 Omkeerbare reacties Hoofdstuk 13 Evenwichten Het is in de praktijk vrijwel onmogelijk om beide reacties tegelijk te laten verlopen. 7 a Roze + n H 2 O Blauw.n H 2 O 3 1 a Schrijf beide
Nadere informatieHoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph
Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph 6.1 Herhaling: zure en basische oplossingen Arrhenius definieerde zuren als volgt: zuren zijn polaire covalente verbindingen die bij het oplossen in water H +
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2
Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Opgave 2.1 Opgave 2.2 Elementen leren Maak met de afbeeldingen 2.1A en 2.1B kaartjes met aan de ene kant de naam van het element en aan de andere kant het symbool en
Nadere informatieZuren en basen. Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1 Zuren en basen 1.1 Inleiding 1.4 1.2 Elektrolyten 1.5 1.2.1 Oplosbare en onoplosbare stoffen 1.5 1.2.2 HCl en de Wet van Henry 1.5 1.2.3 Vriespuntsverlagingen bij NaCl en MgSO 4 1.6 1.2.4 Electrolyse
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieCursus Chemie 3-1. Hoofdstuk 3: Zuren, basen en zouten 1. INLEIDING
Cursus Chemie 3-1 Hoofdstuk 3: Zuren, basen en zouten 1. INLEIDING Gedurende de geschiedenis van de scheikunde is er gepoogd om op allerlei manieren een classificatie van de verbindingen op te stellen.
Nadere informatieH4SK-H7. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/67689
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 28 juli 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67689 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs
Nadere informatieGegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt:
Chemie Vraag 1 Gegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt: CS2 + X + KOH K2SO4 + K2CO3 + KCl + H2O De hoeveelheden (in mol) van de betrokken
Nadere informatieWat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?
Wat zijn anorganische of minerale stoffen? A. Deze stoffen komen hoofdzakelijk voor in de niet-levende natuur. In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen? B. 4 Welk van deze stofklassen
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1
BASISCHEMIE het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1 Opgave 1 Van onderstaande zouten worden steeds waterige oplossingen samengevoegd. Welk slecht oplosbare
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatie5 Zuur-basereacties. 1 Waterconstante H O + H O + H H
5 Zuur-basereacties #1 We onderzoeken het geleidingsvermogen van zuiver water met de testlamp. We meten de geleiding opnieuw, maar dit keer met een zeer goelige geleidingssensor. 1 Waterconstante Zuiver
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofstuk 8 Zuren en basen blazije 1 Opgave 1 Reactie van e volgene zuren met water: a HNO 3 HNO 3 + H 2O H 3O + + NO 3 b C 2H 5NH + 3 C 2H 5NH + 3 + H 2O H 3O + + C 2H 5NH 2 c HCN HCN + H 2O H 3O + + CN
Nadere informatieHoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)
Hoofdstuk 8 Redoxreacties Chemie 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Oxidatie / Reductie
Nadere informatie1 XIII. Oplosbaarheid
XIII. Oplobaarheid 1 3 4 Oploen van ionaire verbindingen in water: het oplobaarheidprodut 5 oploen: Ca (v) Ca (aq) - (aq) neerlaan: Ca (aq) - (aq) Ca (v) evenwihtintelling: Ca (v) Ca (aq) - (aq) verzadigde
Nadere informatiePRACTICUM CHEMIE KLEUREN
PRACTICUM CHEMIE KLEUREN Tijdens de labo s komen we in contact met vele stoffen. Elk met een eigen kleur, geur, viscositeit, Op het eindtest kan het gebeuren dat de kleuren van bepaalde stoffen gevraagd
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieEen reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?
Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:
Nadere informatieHans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie
Chemie in druppels Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie 6. Complexvorming 6.1 Reacties met complexvorming Transitiemetaalionen kunnen als lewiszuren interageren met zogenaamde "liganden"
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieHoofdstuk 3: Water, zuren en basen
Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II 1. Bouw van materie 2. Verbranding 3. Water, zuren en basen 4. Basis chemie voor beroep
Nadere informatienamen formules ionogene stoffen van Als je de negatieve ionen (behalve OH - ) koppelt aan H + - ionen ontstaan verbindingen die men zuren noemt.
namen en formules van ionogene stoffen CH 3 COO - acetaat afkomstig van azijnzuur (ethaanzuur) C 2 O 4 samengestelde ionen HC 2 O 4 - oxalaat beide afkomstig van oxaalzuur (ethaandizuur) waterstofoxalaat
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 november OPGAVE 1 zeven stoffen. Frank Povel
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 november 2018 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over
Nadere informatieZijn alle zuren even sterk?
Zijn alle zuren even sterk? 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we een verschil in zuursterkte tussen 2 verschillende zuren aantonen? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment -Zuur = een
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 mei 2014 Frank Povel
UITWERKING CCVSTENTAMEN 16 mei 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Chemie: zuren en basen 6/27/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Chemie: zuren en basen 6/27/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieCCVS-tentamen 16 mei 2014 - Uitwerking
CCVStentamen 16 mei 2014 Uitwerking door Frank Povel NB. De puntentoekenning is door mij gedaan op grond van de totalen per opgave zoals weergegeven op bij het tentamen behorende voorblad. OPGAVE 1 koper
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 6 februari 2008 Deze voorronde bestaat uit 25 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 4 open vragen met in totaal
Nadere informatieScheikunde II. Prof. Dr. I. De Vynck Prof. Dr. M.-F. Reyniers. 2 ste semester hoorcollege5
1 Scheikunde II Prof. Dr. I. De Vynck Prof. Dr. M.-F. Reyniers 2 ste semester 2002-2003 Scheikunde II 2 Belangrijke types chemische reacties 1. Substitutiereacties 3 nucleofiel elektrofiel radicalair 2.
Nadere informatieStoffen, structuur en bindingen
Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken
Nadere informatieKaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.
Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? KAlSO4 KAl(SO4)2 K3Al(SO4)2
Nadere informatieKaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.
Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? K3AlSO4 K3Al(SO4)2 KAl(SO4)2
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.
PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,
Nadere informatieSk-12 Zuren en basen. Jan Lutgerink ; Dick Naafs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/45856
Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jan Lutgerink ; Dick Naafs 03 februari 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/45856 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs
Nadere informatieIn de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor.
Chemie Vraag 1 In de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor. Nuclide Nuclidemassa (u) 63 Cu 62,93 65 Cu 64,93 35 Cl 34,97 37 Cl 36,95 Wat is de verhouding
Nadere informatieInleiding 15. Inleidende oefeningen Basisbegrippen fysica en wiskunde 17
Inhoud Inleiding 15 Inleidende oefeningen Basisbegrippen fysica en wiskunde 17 Reeks I.1: wiskunde 17 Reeks I.2: fysica 19 Reeks I.3: gemengd 19 Antwoorden 21 Hoofdstuk 1 De samenstelling van de materie
Nadere informatieDe waterconstante en de ph
EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van
Nadere informatieIV. Chemische binding
1 IV. Chemische binding Waarom worden chemische bindingen gevormd? 2 zie ook Hoofdstuk 9 0 0 E = 0: kernen + elektronen; geen interactie/in rust QM atoommodel atomen gasfase C, H, H, H, H gasfase Energie
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN havo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Tandarts Geel 21 juli 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 De samenstelling van een oplossing wordt in volgende tabel weergegeven: Ionsoort
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1
Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1 Opgave 1 Welke halfreactie kan men verwachten in de volgende gevallen? a Br ionen bij een positieve elektrode Br kan gemakkelijk elektronen afstaan, is dan reductor:
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 08 CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van 9 tot en met maart 08 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en opgaven met in totaal 6 open
Nadere informatieHoofdstuk 17 Redoxreacties
Hoofdstuk 17 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal de oxidatiegetallen van alle atomen in: Waterstof H: altijd +1 Zuurstof O: altijd 2 Som ladingen steeds 0 a H 2O H: +1 O: 2 2 x +1 + 2 = 0 b SO 2
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen Oxonium 1982-I(I) Opmerking: Het ruimtelijk verloop (zie onder) van de substitutiereactie (S N2) was bij de beantwoording niet noodzakelijk: Uit (methoxyethaan)
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatie29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE
Actieve steun Vlaamse Chemie Olympiade UAntwerpen K.U.Leuven K.U.Leuven Kulak UGent UHasselt VUB BNV KVCV VOB KBIN VeLeWe 29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE Sponsors 16 november 2011 Gewest Brussel
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11
OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 06-07, HU, oktober 2006 1. POLARITEIT, WATERSTOFBRUGGEN Zie het apart uitgedeelde stencil voor extra theorie (is tentamenstof!) en een oefenopgave. 2. CHEMISCH REKENEN
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieProef Scheikunde PH-bepaling
Proef Scheikunde PH-bepaling Proef door een scholier 924 woorden 27 mei 2001 4,9 57 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inleiding De opdracht voor de eerste module was een vaardigheidspracticum. In dit practicum
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 20 tot en met 24 maart 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en 3 opgaven met
Nadere informatieHet spel: Rad van Fortuin
Het spel: Rad van Fortuin Spelregels: - iedereen draait om beurt aan het rad. - als het rad stopt, moeten ze een vraag beantwoorden. Goed antwoord: krijgen ze de punten waar het rad is gestopt en mogen
Nadere informatieVoorkennistoets De Bewegende Aarde Voorkennis voor het basisdeel H1, H2, H3
Voorkennistoets De Bewegende Aarde Voorkennis voor het basisdeel H1, H2, H3 A. wiskunde Differentiëren en primitieve bepalen W1. Wat is de afgeleide van 3x 2? a. 3x b. 6x c. x 3 d. 3x 2 e. x 2 W2. Wat
Nadere informatie