JAARVERSLAG 2008 AFDELING MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. Aarlenstraat 53 bus BRUSSEL. tel fax

Transcriptie

1 VERENIGING VAN DE STAD EN DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST AFDELING MAATSCHAPPELIJK WELZIJN AFDELING MAATSCHAPPELIJK WELZIJN JAARVERSLAG 2008 Aarlenstraat 53 bus BRUSSEL tel fax

2 INLEIDING Ieder jaar brengt het activiteitenverslag van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn een overzicht van alle acties die het afgelopen jaar ondernomen werden. Het jaar 2008 was goed gevuld en de Afdeling is actief bezig geweest met allerlei dossiers en heeft aan heel wat overleg deelgenomen op federaal niveau. Maar in de eerste plaats was er in april een nieuwe Secretaris en in november een nieuwe adviseur bij de Afdeling, die nieuwe materies zal behandelen in verband met de methodologie van maatschappelijk werk en de samenwerking tussen de eerstelijnsdiensten en de gespecialiseerde diensten. In het eerste semester 2008 is onze Afdeling in samenwerking met de Vlaamse en de Waalse federatie van OCMW s blijven hameren op allerhande eisen van de OCMW s die in het federaal memorandum 2007 vastgelegd waren. Er werd regelmatig overleg gepleegd met verschillende ministers en in de bladzijden die volgen vindt u de boodschap aan verschillende leden van de federale regering die bevoegd zijn voor materies die essentieel zijn in de strijd tegen armoede en sociaal welzijn. Onze federaties hebben hun taak van behartiging van de belangen van de OCMW s ter harte genomen en de begunstigde centraal geplaatst in het debat. In de loop van 2008 heeft de Afdeling Maatschappelijk Welzijn heel wat dossiers nauwgezet gevolgd. Enkele voorbeelden: Het sociaal stookoliefonds: de OCMW s moeten nu rekening houden met een vierde categorie en allerlei obstakels die het werk in de sociale diensten uitgebreid en bemoeilijkt hebben. Onze federaties hebben een coherente behandeling gevraagd van de energiefondsen en een ruimere financiering voor de OCMW s om het hoofd te bieden aan de administratieve en sociale last rond deze materie. Eind 2008 heeft de programmawet het sociaal stookoliefonds wettelijk geregeld en hoewel onze federaties op bepaalde punten gehoor vonden, stellen we vast dat de financiering niet volgde. Onze afdeling blijft dit dossier op de voet volgen en zal trachten de impact van de nieuwe maatregelen in onze OCMW s te evalueren. Wij blijven pleiten voor een betere financiering. De opvang van asielzoekers en illegalen: onze Afdeling heeft deelgenomen aan heel wat vergaderingen die georganiseerd werden door de partners in de opvang van asielzoekers. De vertegenwoordigers van onze federaties hebben het standpunt van de OCMW s verdedigd. Voor hen ging het erom in de mate van het mogelijke een terugkeer naar financiële bijstand te vermijden en een betere tenlasteneming van illegalen. Ondanks herhaald overleg met het kabinet van minister Arena en de POD Maatschappelijke Integratie hebben de federaties bepaalde federale beslissingen niet kunnen vermijden die tot doel hadden de opvangstructuren te ontlasten. Onze Afdeling heeft de Brusselse OCMW s op de hoogte gesteld van de wetswijzigingen en de nieuwe taken voor de OCMW s en tracht een antwoord te bieden op de vragen terzake. Wij blijven waakzaam en actief in dit dossier om de impact op de OCWM s en een terugkeer naar financiële bijstand zo goed mogelijk te beperken. In samenwerking met de Vlaamse en Waalse federatie werd onze Afdeling ook betrokken bij een project voor administratieve vereenvoudiging betreffende de dringende medische bijstand en de mogelijke samenwerking met de hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, voor de tenlasteneming door dit organisme van de administratieve en financiële behandeling van deze materie. Wij hebben uitdrukkelijk gevraagd betrokken te worden bij de vergaderingen die de POD Maatschappelijke Integratie organiseert. De situatie in onze rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen: of het nu over de sociale akkoorden of over materies gaat die verband houden met het Riziv, onze Afdeling heeft heel wat inspanningen geleverd, zowel om de belangen van de OCMW s en hun personeel te behartigen als 3

3 om de overheid van OCMW s en rusthuisdirecteurs te informeren. Op bepaalde punten hebben besluiten de vragen van de federaties concreet vorm gegeven en op andere punten vonden we maar gedeeltelijk gehoor. U vindt er de details van verder in dit verslag. Wat de rusthuizen van Brusselse OCMW s betreft, hebben de ministers Huytebroeck en Smet onze Afdeling eind juli 2008 geraadpleegd over een voorontwerp van besluit van het Verenigd College tot vaststelling van de minimumkosten die in overweging genomen moeten worden voor de toekenning van de financiële tussenkomst van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in de bouw, transformatie, uitbreiding en uitrusting van rusthuizen. Aan de hand van een zeer gedetailleerde nota heeft onze Afdeling een advies en aanbevelingen gedaan. Jammer genoeg werd in het besluit van 18 december 2008 dat daaruit voortkwam en dat betrekking had op de minimumkosten voor 2008, slechts één van onze opmerkingen in aanmerking genomen. Wij hebben contact opgenomen met de kabinetten om onze ontgoocheling kenbaar te maken en men heeft ons verzekerd dat de ministers een inspanning zouden doen om onze opmerkingen op te nemen in het besluit voor Wij volgen dit dossier op de voet. Voor deze materie preciseren we ook nog dat een voorontwerp van het Verenigd College tot vaststelling van de erkenningsnormen voor opvang- of huisvestingsinrichtingen voor bejaarden eind 2008 besproken werd. Onze Afdeling werd uitgenodigd op de werkgroepen in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Wij hebben een uitgebreide nota geschreven met opmerkingen bij de tekst, die niet minder dan 264 artikels bevat. Wij blijven aandachtig op dit vlak in De schuldenlast van de gezinnen: onze Afdeling heeft haar herfstontmoeting aan dat thema gewijd. Het is onmiskenbaar dat de OCMW s voor nieuwe uidagingen zullen komen te staan op dat vlak de komende jaren, rekening houdend met de huidige economische crisis. Wij stippen ook aan dat onze adviseurs en onze Secretaris het heel jaar lang de Brusselse OCWM s vertegenwoordigd hebben in verscheidene werkgroepen, begeleidingscomités en commissies aangaande een hele reeks federale en regionale materies die de OCMW s aanbelangen en verband houden met hun sociale dienstverlening. Het team van de Afdeling heeft ook de vragen beantwoordt van sociale diensten van de OCMW s. Dat is een belangrijke taak: naast het feit dat het nuttig contact geeft met het terrein, bieden zij informatie en toelichting ter ondersteuning van de opdrachten van de OCWM s. Tot slot heeft onze Afdeling in december 2008 een basisdocument voorgesteld met de eisen en aanbevelingen van de Brusselse OCMW s voor de komende regionale verkiezingen in juni Op de algemene vergadering van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn zal er een memorandum voorgesteld worden dat de Afdeling opgesteld heeft samen met de Conferentie van OCMW-Voorzitters en -Secretarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. En om deze inleiding af te ronden wijzen wij nog op de impact van de economische crisis op de activiteit van de OCMW s. We worden geconfronteerd met nieuwe uitdagingen om ieder die door deze crisis getroffen wordt, te helpen een menswaardig leven te bieden. Zonder enige twijfel zal er veel gevraagd worden van de OCMW s en onze Afdeling zal haar leden zo goed mogelijk steunen en de belangen van de OCMW s op alle machtsniveaus behartigen. Die taak zullen wij enthousiast, gemotiveerd en overtuigd blijven opnemen in Michel Colson Voorzitter van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn December

4 Hoofdstuk I ORGANISATIE VAN DE AFDELING MAATSCHAPPELIJK WELZIJN I. AANGESLOTEN OCMW's Op 1 december 2008 waren alle Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aangesloten bij de afdeling Maatschappelijk Welzijn. Het totaal aan bijdragen bedraagt ,92 euro. II. SAMENSTELLING VAN DE COMITES EN DE COMMISSIES A. Het Brussels Directiecomité Voorzitter: Dhr. Colson, Voorzitter van het OCMW van Watermaal-Bosvoorde. Leden: Dhr. Beozière, Voorzitter van het OCMW van Evere, Dhr. Brunelli, Voorzitter van het OCMW van Elsene, Dhr. Coppens, Raadslid bij het OCMW van Ganshoren, Mevr. Decoux, Voorzitter van het OCMW van Schaarbeek, Dhr. Elsier, Secretaris van het OCMW van Elsene, Mevr. Elst, Secretaris van het OCMW van Brussel, Dhr. Gilis, Voorzitter van het OCMW van Sint-Agatha-Berchem, Dhr. Laurent, Raadslid bij het OCMW van Etterbeek, Mevr. Martens, Secretaris van het OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Mouzon, Voorzitter van het OCMW van Sint-Joost-ten-Node, Dhr. Roberti, Voorzitter van het OCMW van Vorst, Dhr. Rucquoi, Secretaris van het OCMW van Elsene, Dhr. Spinette, Voorzitter van het OCMW van Sint-Gillis, Dhr. Wilmart, Voorzitter van het OCMW van Anderlecht, Dhr. Wilmotte, Secretaris van OCMW van Sint-Pieters-Woluwe. Vertegenwoordiger van de Vereniging van OCMW-secretarissen van het Brussels Gewest: Dhr. Elst, Secretaris van het OCMW van Ukkel. Vertegenwoordiger van de Vereniging van gemeente- en OCMW-ontvangers van het Brussels Gewest: Dhr. Koeune, Ontvanger van het OCMW van Sint-Gillis. Vertegenwoordiger van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest: Dhr. Thoulen, Directeur van de VSGB. 5

5 Secretaris: Mevr. Wastchenko, Secretaris van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn (tot 8 februari 2008), Mevr. Dekoninck, Secretaris van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn (vanaf 2 april 2008). B. Bureau Voorzitter: Dhr. Colson, Voorzitter van het OCMW van Watermaal-Bosvoorde. Ondervoorzitters: Mevr. Decoux, Voorzitter van het OCMW van Schaarbeek, Dhr. Gilis, Voorzitter van het OCMW van Sint-Agatha-Berchem, Dhr. Laurent, Raadslid bij het OCMW van Etterbeek, Mevr. Mouzon, Voorzitter van het OCMW van Sint-Joost-ten-Node. Secretaris: Mevr. Wastchenko, Secretaris van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn (tot 8 februari 2008), Mevr. Dekoninck, Secretaris van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn (vanaf 2 april 2008). C. Het federaal Comité van de OCMW s Leden: Dhr. Colson, Voorzitter van het OCMW van Watermaal-Bosvoorde, Mevr. Decoux, Voorzitter van het OCMW van Schaarbeek, Dhr. Defeyt, Voorzitter van het OCMW van Namen, C. Emonts, Voorzitter van het OCMW van Luik, G. Gilis, Voorzitter van het OCMW van Sint-Agatha-Berchem, Dhr. Janssens, Voorzitter van de Afdeling OCMW s van de VVSG en Voorzitter van het OCMW van Dendermonde, E. Krings, Secretaris van het OCMW van Eupen, J. Lambrecht, Raadslid bij het OCMW van Aalter, Mevr. Monnaie-Pelgrims, Secretaris van het OCMW van Braives, J. Mortier, Voorzitter van het OCMW van Tielt, Mevr. Spinette, Voorzitter van het OCMW van Sint-Gillis, Mevr. Valgaerts, Voorzitter van het OCMW van Tessenderlo, Mevr. Van Der Elst, Voorzitter van het OCMW van Perwez, Dhr. Van Vaerenbergh, Voorzitter van het OCMW van Lennik. 6

6 Secretarissen: Ch. Ernotte, Directeur van de Federatie van OCMW s van de UVCW, Dhr. Van Schuylenbergh, Directeur van de Afdeling OCMW s van de VVSG, Mevr. Wastchenko, Secretaris Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB (tot 8 februari 2008), Mevr. Dekoninck, Secretaris Afdeling Maatschappelijk Welzijn van de VSGB (vanaf 2 april 2008). D. De commissies 1. Derde Leeftijd Voorzitter: A. Elsier, Secretaris van het OCMW van Ukkel. Leden: Afdeling intra-muros Mevr. Caprasse, Secretaris van het OCMW van Houffalize, Mevr. Carels, Rusthuisdirecteur bij het OCMW van Sint-Pieters-Woluwe, Mevr. Castagni, hoofd van Bonne Maison de Beuzanton van het OCMW van Bergen, Mevr. Cuvelier, Rusthuisdirectrice bij het OCMW van Elsene, Mevr. Delpature, Vertegenwoordiger bij de ADMR, Dhr. Destat, Secretaris van het OCMW van Waver, Mevr. Dupont, Secretaris van het OCMW van Doornik, Mevr. Giet, Rusthuisdirectrice bij het OCMW van Manage, Dhr. Gillard, Secretaris van het OCMW van Stavelot, Dhr. Hougardy, Rusthuisdirecteur bij het OCMW van Namen, Dhr. Henreaux, Rusthuisdirecteur bij het OCMW van Charleroi, Dhr. Hirsoux, Secretaris van het OCMW van Courcelles, Mevr. Kaminski, Rusthuisdirectrice bij het OCMW van Seraing, Dhr. Marsille, Directeur van ROB en RVT van het OCMW van Zinnik, Mevr. Martens, Secretaris van het OCMW van Zinnik, Dhr. Moerman, Rusthuisdirecteur bij het OCMW van La Louvière, Dhr. Philippens, Rusthuisdirecteur bij het OCMW van Visé, Mevr. Schuler, Coördinator rusthuizen bij het OCMW van Verviers, Dhr. Somville, Secretaris van het OCMW van Perwez, Dhr. Swinnen, Algemeen Directeur van het departement Inrichtingen en Gezondheidszorg bij het OCMW van Brussel, Dhr. Pardon, Secretaris van het OCMW van Watermaal-Bosvoorde, Dhr. Wanet, Rusthuisdirecteur bij het OCMW van Gembloux. 7

7 Afdeling extra-muros Dhr. Ballez, Dienst gezinshulp bij het OCMW van La Louvière, Mevr. Cox, Verantwoordelijke van de dienst thuiszorg van het OCMW van Oupeye, Mevr. Delvinquière, Verantwoordelijke a.i. ACASA, OCMW van Bergen, Mevr. Dockens, Sociaal assistente bij het OCMW van Eghezée, Mevr. Gailly, Inspectrice bij de Directie Derde Leeftijd bij het ministerie van het Waalse Gewest, Juffr. Ganswajch, Coördinator thuisverzorging bij het OCMW van Charleroi, Dhr. Genot, Secretaris van het OCMW van Fleurus, Dhr. Lemaire, Burgemeester van Braine-le-Château, Mevr. Lodens, Sociaal assistente bij het OCMW van s Gravenbrakel, Mevr. Loneux, Hoofd van de dienst huishoudhulp bij het OCMW van Visé, Mevr. Monty, Hoofd sociaal assistente bij het OCMW van Ottignies Louvain-la-Neuve, Dhr. Robette, Secretaris van het OCMW van Silly, Mevr. Simon, Hoofd van de dienst gezinshulp van het OCMW van Luik, Mevr. Tribolet, Hoofd van de dienst gezinshulp van het OCMW van Hotton, Mevr. Urbain, Sociaal assistente bij het OCMW van Zinnik. Secretaris: Dhr. Rombeaux, Adviseur bij de Afdeling Maatschappelijk Welzijn. 2. SocioProfessionele Inschakeling (SPI) Leden: Mevr. Bogaert, OCMW van Ukkel, Mevr. Boucquey, OCMW van Sint-Pieters-Woluwe, Mevr. Bonnewijn, OCMW van Ganshoren, Mevr. Debandt, OCMW van Sint-Pieters-Woluwe, Dhr. De Cafmeyer, OCMW van Elsene, Mevr. Coquelet, OCMW van Sint-Agatha-Berchem, Mevr. Crokaert, OCMW van Vorst, Mevr. Debandt, OCMW van Sint-Pieters-Woluwe, Mevr. Dethibault, OCMW van Etterbeek, Mevr. Dewerpe, OCMW van Watermaal-Bosvoorde, Mevr. Dinicola, OCMW van Jette, Mevr. Dubois, OCMW van Oudergem, Mevr. Dufrane, OCMW van Brussel, Mevr. Gielen, OCMW van Oudergem, Mevr. Hulin, OCMW van Ganshoren, Dhr. Jussy, OCMW van Sint-Gillis, Mevr. Kersten, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Nguyen, OCMW van Jette, Mevr. Philippot, OCMW van Watermaal-Bosvoorde, Mevr. Safarian, OCMW van Anderlecht, Mevr. Salberter, OCMW van Sint-Agatha-Berchem, Mevr. Van Reusel, OCMW van Schaarbeek. 8

8 Secretaris: Mevr. Dekoninck, Secretaris Afdeling Maatschappelijk Welzijn (van 2 april 2008 tot 3 november 2008), Dhr. Jean-Luc Bienfet (sinds 3 november 2008). 3. Commissie «juridische vragen» Leden: Dhr. Baudoin, OCMW van Sint-Joost-ten-Node, Mevr. Bijmsmans, OCMW van Ganshoren, Mevr. Brasseur, OCMW van Brussel, Dhr. Brutus, OCM van Sint-Pieters-Woluwe, Mevr. Casal, OCMW van Anderlecht, Mevr. Chiker, OCMW van Evere, Dhr. Corra, OCMW van Elsene, Mevr. Devocht, OCMW van Sint-Joost-ten-Node, Mevr. Devos, OCMW van Etterbeek, Mevr. Dubois, OCMW van Oudergem, Dhr. Dumont, OCMW van Sint-Lambrechts-Woluwe, Mevr. Forget, OCMW van Schaarbeek, Mevr. Ide, OCMW van Vorst, Dhr. Jacques, OCMW van Sint-Lambrechts-Woluwe, Mevr. Kasende Pemba, OCMW van Schaarbeek, Dhr. Lair, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Monjoie, OCMW van Watermaal-Bosvoorde, Mevr. Pastor, OCMW van Vorst, Mevr. Rozen, OCMW van Jette, Mevr. Schmitz, OCMW van Vorst, Dhr. Schurmans, OCMW van Sint-Gillis, Mevr. Serieys, OCMW van Ukkel, Mevr. Somoano Tarno, OCMW van Brussel, Mevr. Staquet, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Verbraeken, OCMW van Etterbeek. Secretaris: Mevr. Wastchenko, Secretaris van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn (tot 8 februari 2008), Mevr. Sterckx, Adviseur bij de Afdeling Maatschappelijk Welzijn (vanaf 11 februari 2008). 4. Werkgroep «Aansluiting van de OCMW s op de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid» Leden: Mevr. Abouhacham, OCMW van Schaarbeek, Dhr. Ben Kahla, OCMW van Vorst, Mevr. Blocq-Craps, OCMW van Oudergem, 9

9 Dhr. Boucquey, OCMW van Sint-Pieters-Woluwe, Dhr. Carpino, OCMW van Brussel-stad, Mevr. Colin, OCMW van Jette, Mevr. Colmant, OCMW van Watermaal-Bosvoorde, Dhr. Decoster, OCMW van Sint-Gillis, Mevr. Dekoninck, OCMW van Sint-Agatha-Berchem, Mevr. Devos, OCMW van Etterbeek, Mevr. De Wandeler, OCMW van Sint-Joost-ten-Node, Dhr. Dumont, OCMW van Sint-Lambrechts-Woluwe, Dhr. François, OCMW van Evere, Dhr. Laurent, OCMW van Elsene, Dhr. Pascal, OCMW van Ganshoren, Dhr. Taffin, OCMW van Anderlecht, Mevr. Vanoffel, OCMW van Ukkel, Mevr. Vranken, OCMW van Koekelberg. Secretaris: Dhr. Lejour, Adviseur bij de Afdeling Maatschappelijk Welzijn. E. Werkgroepen die in 2008 vergaderd hebben Ordonnantie van 14 december 2006 tot organisatie van de liberalisering van de gas- en de elektriciteitsmarkt Leden: Mevr. Annoye, OCMW van Sint-Gillis, Dhr. Ballot, OCMW van Ganshoren, Mevr. Bijsmans, OCMW van Ganshoren, Mevr. Bosmans, OCMW van Schaarbeek, Dhr. Boucher, OCMW van Elsene, Mevr. Caucheteux, OCMW van Ukkel, Dhr. Claes, OCMW van Koekelberg, Mevr. Deflandre, OCMW van Etterbeek, Mevr. Devos, OCMW van Anderlecht, Dhr. Debackere, OCMW van Schaarbeek, Mevr. Debecker du CPAS d Uccle, Mevr. Depuydt, OCMW van Ukkel, Mevr. Delwiche, OCMW van Sint-Lambrechts-Woluwe, Mevr. Engels, OCMW van Anderlecht, Mevr. Faut, OCMW van Vorst, Mevr. Fumière, OCMW van Schaarbeek, Mevr. Gobert, réseau énergie, Mevr. Hemelaer, OCMW van Evere, 10

10 Mevr. Hulpiau, OCMW van Sint-Agatha-Berchem, Mevr. Kanyange, OCMW van Vorst, Dhr. Libert, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Marteaux, OCMW van Etterbeek, Dhr. Noël, OCMW van Vorst, Mevr. Paquet, OCMW van Schaarbeek, Mevr. Pesser, OCMW van Vorst, Mevr. Renglet, OCMW van Elsene, Mevr. Satin, OCMW van Sint-Lambrechts-Woluwe, Mevr. Staal, OCMW van Anderlecht. Secretaris: Mevr. Dekoninck, Secretaris van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn. Hoofdverpleegkundigen Leden: Mevr. Pauwels, OCMW van Brussel, De dames De Meyer en Vannieuwenhuyze, OCMW van Charleroi, Mevr. Rethy, OCMW van Courcelles, De dames Jamotte en Moncomble, OCMW van Gembloux, De dames Cuvelier Devroye, OCMW van Elsene, Mevr. Mostade, OCMW van Manage, De dames Benamar en Dictus, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Kain, OCMW van Rebecq, De dames Claes, Dubuy, Francotte en Vandekaetsbeek, OCMW van Seraing, De dames Bouchez en Franc, OCMW van Soignies, De dames Carton, Daye, Demortieer, Denolf, Duquesne, Hellin, SDmette, Dhr. Tiberghien, OCMW van Doornik, Mevr. Magis, OCMW van Visé, De dames Bondjumbe, Derzelle en Durvaux, OCMW van Waver, Mevr. Heymans, OCMW van Sint-Pieters-Woluwe. Secretarissen: Dhr. J-M Rombeaux, Adviseur bij de Afdeling Maatschappelijk Welzijn, Dhr. Moerman, deeltijds gedetacheerde, OCMW van La Louvière. 11

11 Serviceflats Leden: Mevr. Carels, OCMW van Sint-Pieters-Woluwe, Mevr. De Troyer, OCMW van Rixensart, Mevr. Giet, OCMW van Manage, Mevr. Lemaire, ISOSL, Dhr. Philippens, OCMW van Visé, Dhr. Plusquin, OCMW van Brussel, Dhr. Pot, OCMW van Rixensart, Dhr. Quairiat, OCMW van Brussel, Dhr. Ruelle, OCMW van Sint-Gillis, Dhr. Swinnen, OCMW van Brussel. Secretarissen: Dhr. J-M Rombeaux, Adviseur bij de Afdeling Maatschappelijk Welzijn, Dhr. Moerman, deeltijds gedetacheerde, OCMW van La Louvière. Verzekeringsinstellingen en gezondheidszorg Leden: Dhr. François, OCMW van Evere, Mevr. Verhoeven, OCMW van Evere, Mevr. Schmitz, OCMW van Vorst, Mevr. Biver, OCMW van Vorst, M Walraet, OCMW van Vorst, Mevr. Van den Bossche, OCMW van Jette, Mevr. Rozen, OCMW van Jette, Mevr. Vandenbosch, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Desprets, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Devillé, OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, Mevr. Paquet, OCMW van Schaarbeek, Mevr. Piret, OCMW van Schaarbeek, Mevr. Swalens, OCMW van Schaarbeek, Mevr. Depuydt, OCMW van Ukkel, Dhr. Carion, OCMW van Ukkel. Secretaris: Dhr. Lejour, Adviseur bij de Afdeling Maatschappelijk Welzijn. 12

12 III. HET DIRECTIECOMITÉ EN DE STUDIEDIENST De Afdeling Maatschappelijk Welzijn in het algemeen De representativiteit van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn en de samenstelling van het Brussels Directiecomité en het Federaal Comité maken het mogelijk de belangen van alle OCMW's aan bod te laten komen. Daarbij gaat de nodige aandacht uit naar de nuanceringen en gevoelige punten naar gelang van de grootte of de activiteiten. Telkens de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en hun actiemiddelen in het gedrang komen, treedt het bevoegde Comité op als spreekbuis voor de OCMW's en verdedigt het hun standpunt. Het zet zich in opdat geen nieuwe lasten aan de OCMW's zouden worden opgelegd zonder dat ook de nodige middelen ter beschikking worden gesteld en opdat de beslissingen die op alle niveaus worden getroffen de bestaansonzekerheid van de minstbedeelden niet zouden verhogen. Het Comité maakt een kritische analyse van wetsontwerpen en -voorstellen, decreten of ordonnanties die betrekking hebben op de werking en het actieterrein van de OCMW's. Zo nodig stelt het amendementen voor waardoor deze teksten in gunstiger zin worden aangepast voor de OCMW's of de hulpvragers. Maar de Directiecomités beperken zich niet tot het reageren op ontwerpen en voorstellen. Regelmatig nemen ze zelf initiatieven en lokken ze gesprekken uit met de bevoegde ministers teneinde de plaatselijke besturen de middelen te waarborgen voor een dynamisch en preventief sociaal beleid. Het Federaal Comité van de OCMW's is het overlegorgaan waar de aangesloten Vlaamse, Waalse en Brusselse OCMW's via hun vertegen-woordigers overleg plegen rond andere dan gemeenschaps- of gewestmateries. Het Brussels Directiecomité heeft de ruimste bevoegdheden wat het bestuur van de Brusselse Afdeling Maatschappelijk Welzijn betreft. Het Brussels Directiecomité Het Brussels Directiecomité heeft een drieledige taak: de OCMW's vertegenwoordigen bij de overheidsinstanties, de ervaringen van Brusselse OCMW s bundelen en uitwisselen, en ondersteuning verlenen bij hun activiteiten. Sinds 1 januari 1994 is het Brussels Directiecomité bevoegd om een advies te geven met betrekking tot alle materies. Voor de federale materies plegen de drie regionale Directiecomités evenwel overleg om tot een gezamenlijk standpunt te komen vooraleer daarmee naar buiten te komen. De studiedienst De Studiedienst van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verleent bijzonder nuttige diensten aan de OCMW's. De dienst zorgt op een dynamische en efficiënte wijze voor de noodzakelijke ondersteuning van de OCMW's bij het uitvoeren van hun opdracht. 13

13 De Studiedienst beantwoordt namelijk telefonisch of schriftelijk de vragen die de OCMW's stellen i.v.m. juridische, administratieve en financiële kwesties of met betrekking tot het beheer van het OCMW. De Studiedienst bezorgt de OCMW's diverse documenten, modelbeslissingen of -reglementen. Door middel van omzendbrieven wordt de aandacht van de OCMW's gevestigd op belangrijke wijzigingen van wetgeving of reglementen die op stapel staan of op de toepassing van nieuwe bepalingen. Voorts voert de Studiedienst het secretariaat van het Directiecomité en van het federaal Overlegcomité. Tevens stelt de dienst werkdocumenten en eindverslagen voor commissies op. Daarnaast organiseert de Afdeling de jaarlijkse Algemene Vergadering waar steeds een actueel thema aan bod komt, toegespitst op het werkterrein van de OCMW's en de impact op het vlak van hun sociaal beleid. De Afdeling Maatschappelijk Welzijn onderhoudt contact met de OCMW's en organiseert daartoe ondermeer ontmoetings-, studie- en vormingsdagen voor mandatarissen, leidinggevend personeel en maatschappelijk werkers. De "ontmoetingsdagen voor OCMW's" vormen voor mandatarissen, verantwoordelijken van administratieve diensten en maatschappelijk werkers een ideale gelegenheid om zich te informeren, bij te scholen en ervaringen uit te wisselen met andere OCMW's. Via al die activiteiten tracht de Afdeling permanent voeling te houden met de plaatselijke behoeften en de werkzaamheden van de OCMW's. Daartoe doet de Afdeling regelmatig enquêtes bij de OCMW's, zamelt ze de jaarverslagen in en de documenten over hun verwezenlijkingen. De Afdeling houdt studies bij die door openbare of private instellingen worden ondernomen en de centra voor maatschappelijk welzijn kunnen aanbelangen. De Studiedienst neemt actief deel aan talrijke studiedagen of colloquia die door ministeries, universiteiten of sociale instellingen worden ingericht. De boeken en publicaties die de Afdeling Maatschappelijk Welzijn publiceert, worden zowel door de mandatarissen als door het OCMW-personeel bijzonder gewaardeerd. De Afdeling werkt ook mee aan het zeer gegeerde "OCMW Focus" en CPAS+, bestemd voor alle mandatarissen en personeelsleden van het OCMW. Via die tijdschriften wordt snel nuttige informatie doorgegeven, zoals samenvattingen en commentaar bij wetgeving en rechtspraak, informatie over vernieuwende en originele OCMWinitiatieven, resultaten van wetenschappelijk onderzoek in het domein van het welzijnswerk, zonder daarbij de uitdiepende artikelen te vergeten. De Afdeling Maatschappelijk Welzijn levert ook heel wat informatie over de acties en activiteiten die ze onderneemt en stelt referentiedocumenten ter beschikking via de website van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest ( 14

14 Hoofdstuk II DE ACTIVITEITEN VAN DE AFDELING IN 2008 I. ALGEMENE VERGADERING Op 24 januari 2008 vond in Brussel de Algemene Vergadering van de Brusselse OCMW s plaats, rond het thema Normen voor kwaliteitsvol sociaal werk. Meer dan 100 personen namen eraan deel. De heer Michel Colson, Voorzitter van de Afdeling Maatschappelijk Welzijn, leidde er de werkzaamheden in met het activiteitenverslag 2007 van de afdeling. Vervolgens namen er vijf sprekers het woord: Mevr. Marie-Thérèse Casman, van het Institut des Sciences Humaines et Sociales van de Luikse Universiteit, stelde een studie voor over de definitie van normen voor degelijk sociaal werk en schetste daar de conclusies van. Mevr. Dominique Decoux, Voorzitster van het OCMW van Schaarbeek, bracht er het standpunt van de OCMW-voorzitters naar voren. Mevr. Tina Martens, Secretaris van het OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, stelde er het standpunt van de OCMW-secretarissen voor. Dhr Noël Decoster, hoofd van de sociale dienst van het OCMW van Sint-Gillis schetste er het standpunt van zijn OCMW maar ook van de verantwoordelijken van sociale diensten. Tot slot nam dhr Michaël Lebrun er het woord in naam van het Collectif Solidarité contre l exclusion. II. STUDIEDAGEN EN VORMINGEN Op 13 juni 2008 organiseerde de Afdeling Maatschappelijk Welzijn een infosessie over de RIZIVfinanciering. Op 25 september, 2 en 9 oktober 2008 organiseerde de Afdeling Maatschappelijk Welzijn 3 vormingen rond gezondheidszorg en OCMW. Op 23 oktober 2008 organiseerde de Afdeling Maatschappelijk Welzijn haar herfstontmoeting rond het thema schuldbemiddeling in het OCMW. 50 geïnteresseerden uit de 19 Brusselse OCMW s woonden deze ontmoeting bij. Tijdens de plenaire zitting in de voormiddag namen 4 personen het woord: Mevr. Anne Defossez, directrice van de vzw Grepa, en Nicolas Poncin, sociaal assistent en schuldbemiddelaar bij het OCMW van Etterbeek, ivm de schuldbemiddelaar in het OCMW, zijn identiteit en zijn omgeving. Dhr. Dirk De Clerck, coördinator van het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling, ivm de schuldbemiddeling in Vlaanderen: methodologie, nieuwe trends, vergelijking van ervaringen. 15

15 Dhr Marcel Mignon, Voorzitter van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, ivm de uitvoering van de gerechtsbeslissingen, de sociale en economische rol van de gerechtsdeurwaarder en de tussenkomst van het OCMW, definitie van een realistische samenwerking tussen gerechtsdeurwaarders en OCMW-diensten. In de namiddag werkten de deelnemers in 4 groepjes. De dag werd afgerond met een verslag van de werkgroepen door de voorzitters en een groot debat. Op 24 november en 1 december 2008 organiseerde de afdeling in samenwerking met ADDE en Foyer een vorming ivm het verblijf van EU-burgers en hun gezinsleden en langdurig ingezetenen en de elektronische identiteitskaart. Deze vorming was bestemd voor gemeente- en OCMW-personeel dat dagelijks werkt met vreemdelingen en hun verblijfsdocumenten. Op 9, 11 en 16 december 2008 organiseerde de afdeling een infosessie ivm het netwerk van de sociale zekerheid. De heer Lejour gaf er een presentatie van het netwerk van de sociale zekerheid en de gebruikersgids voor het OCMW-personeel. Deze infosessie was bestemd voor de maatschappelijk werkers en het administratief personeel van het OCMW in het algemeen, maar in het bijzonder voor degenen die een initiatie in het thema konden gebruiken en de personen die in het OCMW vormingen geven terzake. III. FEDERALE MATERIES FEDERAAL MEMORANDUM Met ons memorandum onder de arm trokken wij rond Voor de federale verkiezingen van 10 juni 2007 hebben de Federaties van OCMW's een federaal memorandum opgesteld waarin de eisen van alle OCMW's op sociaal vlak gebundeld waren. In dit document, dat naar alle partijvoorzitters van het land verzonden werd, hebben wij in naam van de OCMW's van Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de aandacht gevestigd op verschillende onderwerpen die essentiële uitdagingen vormen in de strijd tegen de armoede. Zo hebben wij onderstreept dat de gemeenten en OCMW's het machtsniveau zijn dat het dichtst bij de burger staat. Die nabijheid is een belangrijke troef in de strijd tegen de armoede en het OCMW neemt in de gemeentelijke sfeer een specifieke plaats in waardoor het op de eerste lijn staat en kan luisteren naar de sociale behoeften van de bevolking en een hele waaier aan diensten aanbiedt. In de loop van het eerste semester 2008 heeft onze afdeling Maatschappelijk Welzijn samen met de Vlaamse en Waalse collega's de federale ministers warm gemaakt voor de eisen in het memorandum. In februari 2008 hadden wij een ontmoeting met de toenmalige minister van Werk Josly Piette, om enkele problemen en dossiers aan te kaarten: de overdracht van lasten naar de OCMW's, jongeren en wachtuitkering, het verlies van het recht op een werkloosheidsuitkering, De minister had oor voor onze vragen en vroeg zijn administratie die problemen te onderzoeken. Wat het verlies van het recht op werkloosheidsuitkeringen betreft, heeft hij zich ertoe verbonden onze afdeling met de Vlaamse en Waalse collega's te betrekken bij de debatten daaromtrent. In maart 2008 hebben wij leden van het kabinet van de minister van Economie en KMO Sabine Laruelle 16

16 ontmoet, om onze bekommernissen aan te kaarten inzake schuldenlast van de gezinnen en consumentenkrediet. Wij hebben er de spots gericht op de preventiemaatregelen die genomen zouden moeten worden inzake achterstallige bijdragen voor zelfstandigen en de behoefte om de kredietopeningen bij grote winkels beter te omkaderen. In april 2008 hebben de 3 federaties een ontmoeting gehad met minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx. Naast uitwisselingen over een hele reeks punten uit het memorandum hebben wij de normen voor ROB en RVT besproken, in het bijzonder de moeilijkheden in het Brussels Gewest voor de financiering van de renovatie en de bouw van openbare rusthuizen. Mevrouw Onkelinx onderstreept dat deze normen noodzakelijk waren en dat het belangrijk is ernaar te streven dat de rusthuizen tegen 2010 aan de normen beantwoorden. Toch kan uitstel overwogen worden voor individuele dossiers, voor zover daar een reden voor is en er een financieel plan opgemaakt wordt. We hebben het tevens gehad over: RAI en de algemene toepassing daarvan: de minister stipte aan dat dit instrument wel op prijs gesteld wordt door de veldwerkers, maar dat de toepassing redelijk ingewikkeld is en er moet nagegaan worden hoeveel werk de implementatie met zich meebrengt. De vrij lange tijd die nodig is voor de invoering van de aanvragen en de betekening van de aanvragen inzake toelagen aan bejaarden: de minister toonde veel aandacht voor deze problematiek en heeft haar kabinet gevraagd dit punt te onderzoeken. Project POD MI / CAAMI in het kader van de dringende medische bijstand: onze federaties hebben erop aangedrongen dit project voor te zetten (de behandeling ervan werd aangevat op een ontmoeting georganiseerd door de POD MI met de drie grootste OCMW's van het land). Onze afdeling heeft er bij de POD MI op aangedrongen om andere vergaderingen te organiseren met een groter aantal OCMW's om de relevantie van het project en de toepassingsmodaliteiten te bekijken. In mei 2008 hadden wij een ontmoeting met minister van Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en pensioenen Marie Arena en Staatssecretaris voor de strijd tegen de armoede Jean- Marc Delizée. Mevrouw Arena herinnerde aan het belang van de maatschappelijke integratie als middel in de strijd tegen de sociale uitsluiting en de behoefte om de sociale problemen met betrekking tot de sociale zekerheid hogerop aan te pakken, om de OCMW's zo min mogelijk te belasten. De heer Delizée wees op zijn taak als Staatssecretaris, nl. de coördinatie van alle beslissingen van de regering en de verschillende machtsniveaus in het kader van de strijd tegen de armoede. De 3 federaties van OCMW's hebben de minister nogmaals gewezen op de financiële problemen van de OCMW's, aangezien ze slechts 50 tot 65 % van het RMI-bedrag terugbetaald krijgen, terwijl iedereen een toename van het werk vaststelt in andere vormen van financiële sociale bijstand op eigen middelen en die lokale solidariteit vergen. Wij hebben derhalve nogmaals gepleit voor een betere financiering in de vorm van een hogere terugbetaling vanwege de federale overheid. Wij hebben ook de kwestie van de personeelsnormen aangekaart en de criteria voor degelijke sociale dienstverlening teneinde de OCMW's de nodige middelen te verschaffen om voldoende personeel te kunnen inzetten voor al hun taken. Tot slot hebben de 3 federaties erop aangedrongen een realistische oplossing te zoeken voor een harmonisering in de behandeling van de verschillende "energiefondsen". 17

17 Eind mei 2008 hebben wij overlegd met minister van Werk en Gelijke Kansen Joëlle Milquet, die ons meldde dat zij door haar voorganger op de hoogte gesteld was van de verschillende problemen die onze federaties aangekaart hadden. Wij hebben de aandacht voornamelijk gevestigd op de socioprofessionele inschakeling en daarbij nogmaals gevraagd de minimumlonen en het leefloon op te trekken, gelijklopend met alle lonen. Wij hebben er ook op gewezen dat de burger sociale voordelen moest genieten, niet omwille van zijn statuut maar ten opzichte van een niveau van inkomsten. Wij hebben ook gevraagd een aantal activeringsmaatregelen te vereenvoudigen en er andere te steunen, zoals art. 60 en 61. Mevrouw Milquet heeft ons duidelijk gemaakt dat zij in deze materies vooruitgang wil boeken. Wat de overdracht naar het OCMW betreft van lasten die te maken hebben met de werkloosheid, heeft mevrouw Milquet erop gewezen dat zij deze materie wil behandelen op basis van een plan met 9 verschillende categorieën van bijkomende bescherming van bepaalde werklozen die zo aanspraak kunnen maken op gepastere maatregelen om te snelle uitsluiting te voorkomen en te vermijden dat ze bij het OCMW terechtkomen. In juni 2008 hebben de 3 federaties een ontmoeting gehad met minister van Migratie- en Asielbeleid Annemie Turtelboom. Wij hebben meer communicatie en duidelijkheid gevraagd aangaande de beslissingen van de dienst Vreemdelingenzakenn zodat de OCMW's meer inzicht krijgen in de situatie van steunaanvragers van buitenlandse origine. De minister heeft positief gereageerd op onze voorstellen. Wij hebben ook de verzadiging van het opvangnetwerk in het kader van de asielaanvragen aangekaart, het probleem van de dossiers die bij de Raad van State liggen en de situatie van de illegalen. Voor deze categorie hebben wij gevraagd of het mogelijk was aan de personen die een regularisering vragen, een voorlopig verblijfsrecht toe te kennen zoals dat reeds bestaat voor de aanvragen om medische regularisering, met als argument dat dit de OCMW's een pak rechtsgedingen zou besparen. De minister had veel aandacht voor deze vragen, maar vreest dat dit een zekere aantrekkingskracht zal teweegbrengen. SOCIAAL STOOKOLIEFONDS In nauwe samenwerking met de Vlaamse en de Waalse federatie vraagt onze afdeling al lang een grondig debat over de harmonisering van het energiebeleid op federaal vlak en de creatie van één fonds of tenminste een globale behandeling van de drie bestaande fondsen om de OCMW's meer middelen ter beschikking te stellen om hun opdracht te vervullen voor mensen die het financieel moeilijk hebben en hun energiefactuur niet kunnen betalen. Sinds de creatie van het sociaal stookoliefonds in 2004 hebben wij meermaals gewezen op de zwakke punten in de werking van de vzw Sociaal Verwarmingsfonds, die de bedragen voor de OCMW's moet verwerken. Al in september 2007 hebben de 3 federaties van OCMW's beslist het mandaat van hun vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur van de vzw Sociaal Verwarmingsfonds niet te vernieuwen. Die beslissing was ingegeven door verschillende motieven die reeds aangehaald zijn in onze vorige activiteitenverslagen. Het lijkt ons nuttig ze in dit document nog even aan te halen: 1. Sinds de oprichting van het sociaal stookoliefonds (intussen omgedoopt tot sociaal verwarmingsfonds) hebben onze federaties meermaals de principes en de werking van het fonds aan 18

18 de kaak gesteld. Het instrument op zich is niet adequaat. 2. Wij vragen een globaal debat over de toegang tot energie voor kansarmen en een harmonisering van de verschillende fondsen. Wij hebben dat duidelijk gezegd bij de presentatie van het federaal memorandum aan de betrokken ministers en tijdens ons overleg met de POD MI. 3. Het feit dat stookoliegebruikers anders behandeld worden dan elektriciteit- of gasgebruikers is moeilijk te vatten en te rechtvaardigen. Een gelijke behandeling zou de OCMW's de mogelijkheid bieden om hun taken coherenter uit te voeren. 4. De onmogelijkheid voor onze federaties om beter wederzijds begrip te bereiken onder de verschillende actoren in de vzw Sociaal Verwarmingsfonds. De verwarmingsperiode was bijzonder moeilijk en ingewikkeld voor de OCMW's. Bij gebrek aan een wettelijk kader (geactualiseerd aan de hand van een KB) moesten de OCMW's zich baseren op één omzendbrief om de maatregel toe te passen. De werklast die samenhangt met de stookolietoelage is sterk toegenomen en bepaalde OCMW's moeten zich herorganiseren om de aanvragers te ontvangen, inlichtingen in te voeren en terugvorderingen te doen. In die periode is de stookolieprijs ook gestegen (de drempel werd overschreden) en werd er een vierde categorie rechthebbenden ingevoerd. Daarom hebben de 3 federaties op 3 juli 2008 een brief geschreven naar minister Arena om er enerzijds op te wijzen dat de 3 federaties van het land de fondsen willen samenvoegen door de harmonisering van de werkingsregels en anderzijds hebben wij de aandacht gevestigd op een reeks problemen: Huurders van appartementen geraken moeilijk aan de nodige attesten om de toelage te verkrijgen en vinden het bedrag ervan belachelijk. De OCMW's willen de verwarmingsperiode afschaffen om het werk beter over het hele jaar te kunnen verdelen, de opsplitsing van de aanvragen te beperken en de personen de mogelijkheid te bieden in de zomermaanden de laagste prijzen te kunnen genieten. De termijn van 60 dagen voor de invoering van de aanvragen: de OCMW's vragen de afschaffing van die termijn, omdat het vaak slecht begrepen wordt door de begunstigden en de afschaffing ervan het aantal opgesplitste aanvragen zou beperken. Het aantal liter dat in aanmerking komt, zou opgetrokken moeten worden tot liter om beter rekening te houden met de behoeften van de gezinnen. De aansluiting op de Kruispuntbank: hoewel de verbinding bepaalde aspecten van het werk vergemakkelijkt, klagen de OCMW's dat het systeem zo traag is en de verbinding vaak problemen oplevert. In de brief hebben de federaties gewezen op de moeilijkheden met de verschillende categorieën en de incoherente behandeling tussen de 3 eerste categorieën en de 4 e categorie op het niveau van de feitelijke situatie. Om in goede omstandigheden te kunnen werken zouden de OCMW's een gepaste financiering moeten krijgen die beantwoordt aan de vereisten van de opdracht. Maar de financiering is beperkt tot 10 euro per goedgekeurd dossier, wat ontoereikend is om de nodige mensen en middelen te mobiliseren. In december 2008 werd het sociaal stookoliefonds wettelijk vastgelegd in de programmawet en hoewel onze federaties hun zegje hebben kunnen doen over de verwarmingsperiode en de beperking tot de eerste drie categorieën (de vierde categorie wordt beheerd door de FOD Economie vanaf ), stellen we vast dat de financiering van de maatregel ten gunste van de OCMW's geblokkeerd is gebleven tot 10 euro per dossier. 19

19 Er blijven nog veel moeilijkheden en wij blijven de toepassing van deze wet in 2009 op de voet volgen. Wij blijven dit dossier ter harte nemen. Gas/elektriciteitsfonds wet van In december 2007 hebben de federaties van OCMW's een brief geschreven naar de toenmalige minister van Maatschappelijke Integratie Christan Dupont om te vragen het budget voor 2008 niet te verlagen. Door de liberalisering van de gas- en de elektriciteitsmarkt kwamen er in 2007 immers minder aanvragen binnen voor een tussenkomst in de gas- en de elektriciteitsfactuur. Bepaalde OCMW's stelden vast dat de envelop "financiële bijstand" van het gasfonds minder aangesproken werd, wat gevolgen kon hebben op de subsidie 2008, terwijl de aanvragen om tussenkomst meer dan waarschijnlijk op dat jaar afgeschoven zouden worden. Vlak voor de vakantie was er onzekerheid over het bedrag van de subsidie voor de OCMW's. Wij hebben dat meermaals bij de POD MI aangekaart en eind 2008 is de situatie genormaliseerd en heeft de POD MI alle berekeningen van de subsidie herzien. Fonds ter reductie van de globale energiekost (FRGE) In 2008 hebben de federaties van OCMW's de minister van Klimaat en Energie Paul Magnette meermaals aangesproken over het fonds ter reductie van de globale energiekost: wij wilden zijn aandacht immers vestigen op de mogelijke disfunctie in de toepassing van de maatregel en het feit dat dit fonds niet gebruikt kon worden bij gebrek aan duidelijkheid in de toepassing. In juli 2008 vertrok er een brief naar minister Magnette waarin de federaties aandrongen de twee volgende principes te vrijwaren: 1. De maatregelen van het FRGE mogen de reeds heel precaire situatie van de doelgroep niet verergeren (de werking van het fonds stipuleert immers dat de investeringen inzake energiebesparing terugbetaald moeten worden door de personen die er wonen, via een lening). Er mag geen sprake van zijn de OCMW's taken toe te schuiven waarvan het doel niet kadert in hun algemene taak op het vlak van maatschappelijke actie en waarvan de financiering niet gewaarborgd is (technische missies, rol van derde investeerders, ). Naar aanleiding van de brief werd onze afdeling gecontacteerd door de verantwoordelijke Energie voor het Waalse en het Brusselse Gewest van het FRGE om de moeilijkheden van de Brusselse OCMW's te inventariseren en na te gaan hoe de werking van het fonds verbeterd kan worden. Zo vernamen we in september 2008 dat de Raad van Bestuur van het fonds nieuwe beschikkingen getroffen had betreffende de voorgestelde aanpassing in de werking van het fonds en die in een KB vastgelegd werden. Die beschikkingen zouden gedeeltelijk aan de vragen van de OCMW's tegemoetkomen. UNIEK RAPPORT POD MI In de loop van de zomer heeft de POD Maatschappelijke Integratie de federaties van OCMW's een project voorgesteld rond administratieve vereenvoudiging van de behandeling van de federale subsidies. Het doel was de uitwisselingen van papier tussen OCMW en de federale administratie te beperken en de termijnen voor de staving van het gebruik van de subsidies te harmoniseren. Dit project werd uitgewerkt aan de hand van een prima-web-applicatie en treedt in werking in februari De federaties van OCMW's hadden een dergelijk project gevraagd in hun memorandum

20 ACTIVERING VAN OCMW's BEHOUD OP FEDERAAL NIVEAU In het kader van de debatten rond de institutionele hervormingen werd de mogelijke regionalisering ter sprake gebracht van de maatschappelijke initiatieven die de OCMW's ontwikkelen en organiseren. In samenwerking met onze Vlaamse en Waalse collega's hebben wij ons standpunt bekend gemaakt, met als argument het feit dat verschillende maatregelen de activering van het OCMW-publiek opvallend bevorderen. Door hun acties garanderen de OCMW's een sociale begeleiding die past bij het SPI-project van de betrokkene. De regionale instellingen voor tewerkstelling hebben geen bevoegdheid inzake sociale bijstand in ruime zin, hebben geen werkmethodologie voor de sociale begeleiding van de OCMW-gebruikers. Zo hebben de 3 federaties van OCMW's in juli 2008 een brief geschreven naar de politieke partijen en de regering om de sociale bijstand, het recht op maatschappelijke integratie en de daaraan verbonden activeringsmaatregelen op federaal niveau te behouden. Een dossier dat we op de voet blijven volgen. EUROPEES SOCIAAL FONDS Na tal van vergaderingen tussen de POD MI en de federaties van OCMW's werd er een akkoord gevonden over de doelstellingen van de programmatie Ter herinnering: deze doelstellingen hadden betrekking op projecten ivm: de uitstippeling van pre-trajecten voor inschakeling voor groepen van minimum 5 personen. de uitstippeling van trajecten "art. 60, 7" die een specifieke vorming voor groepen van minimum 10 personen inhouden. De oproep tot indiening van projecten voor 2008 ving aan op 21 november 2007 en kandidaturen konden ingediend worden tot 17 december De 3 federaties hebben die termijn voor de indiening van dossiers fel bekritiseerd. Zij zijn in 2008 blijven deelnemen aan het begeleidingscomité van het ESF om de belangen van de OCMW's te blijven behartigen. Wij blijven dit dossier volgen. ILLEGALEN Artikel 9ter en terugbetaling van sociale bijstand In 2008 kwam het tot een ontknoping met betrekking tot de terugbetaling door de POD Maatschappelijke Integratie van de sociale bijstand uitgekeerd aan personen wiens regularisatieaanvraag omwille van een ernstige ziekte ontvankelijk werd verklaard (art. 9ter, wet ). De argumenten in die richting die in brieven aan de bevoegde ministers uitgelegd werden, hebben vruchten afgeworpen en kregen een positief antwoord vanwege minister Dupont (parlementaire vraag, ) en kwamen aan bod in een specifieke omzendbrief vanwege de POD Maatschappelijke Integratie ( ). 21

21 Voortaan kan sociale bijstand toegekend worden zodra de regularisatieaanvraag ontvankelijk verklaard is op basis van artikel 9ter en zorgt de POD Maatschappelijke Integratie voor de terugbetaling. Dringende medische bijstand en CAAMI Er werd contact opgenomen met minister Arena in het kader van de dringende medische bijstand voor illegalen, na een goede samenwerking met de Vlaamse en de Waalse afdeling en met terreinwerkers. Zo hebben wij de minister enkele oplossingen aangereikt voor problemen in de afhandeling van dossiers rond dringende medische bijstand, waaronder de administratieve en financiële last. De volgende ideeën vonden bijval bij de minister: de overdracht van de administratieve en financiële aspecten van de dringende medische bijstand naar de hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (HZIV), de creatie van een gegevensbank met informatie betreffende de persoon (bestaan van een verzekering in het buitenland, borg, ), de oprichting van een federaal steunpunt voor de terugvordering van kosten bij derden (verzekering in het buitenland, borg, ). OPVANG VAN ASIELZOEKERS Verzadiging van het opvangnetwerk Sinds 1 juni 2007 krijgen asielzoekers enkel materiële bijstand in een opvangstructuur (gemeenschap of individueel). In 2008 geraakte het netwerk verzadigd: doordat de uitstroom niet goed vlotte, konden er geen nieuwe mensen opgenomen worden. De gevolgen voor de OCMW's waren onvermijdelijk en de afdeling Maatschappelijk Welzijn is in naam van de OCMW's meermaals gaan aankloppen bij minister Arena en Fedasil (brieven, vergaderingen, werkgroepen). De minister heeft de wet van 2 april 1965 gewijzigd, waardoor het OCMW van de gemeente waar de woning zich bevindt, bevoegd is voor de samenstelling van een huurwaarborg voor ieder die een opvangstructuur verlaat. Die wijziging bemoeilijkt de interpretatie van de wet van 1965 en biedt geen relevant antwoord op het probleem van de verzadiging van het netwerk, aangezien de bevoegdheidsproblemen tussen OCMW's slechts 3 % van de oorzaken van de verzadiging van het opvangnetwerk vormen. In het kader van dit dossier hebben wij meer dan eens een volledige terugbetaling gevraagd van de huurwaarborg die de OCMW's toekennen aan personen die een opvangstructuur verlaten, waardoor een beroep gedaan wordt op de nationale solidariteit. De piste die het kabinet van de minster naar voren schuift, is deze huurwaarborg te financieren met het budget dat aanvankelijk voorzien was voor de tussenkomst in de huisvestingskosten voor asielzoekers (MB ), een budget dat niet voldoende gebruikt wordt sinds de inwerkingtreding van de nieuwe asielprocedure. Aangezien personen die een asielstructuur verlaten gelijkgesteld worden met daklozen, zou de POD Maatschappelijke Integratie 100 % terugbetalen van de aan deze mensen toegekende installatiepremie en het leefloon gedurende 2 jaar aan 100 %. Op basis van instructies van Fedasil in augustus en november werd het verlaten van het opvangnetwerk versneld voor personen die een verblijfsstatuut genieten (erkende vluchtelingen, subsidiaire bescherming, geregulariseerden) maar ook voor personen wier dossier in behandeling is bij de Raad van State sinds 4 of 5 jaar en normaal nog aanspraak kunnen maken op materiële bijstand in een opvangstructuur. De afdeling Maatschappelijk Welzijn blijft waakzaam en bevestigt normaals het principe dat de 22