Agenda van de openbare Ronde tafel thema Ruimte van 1 juni 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agenda van de openbare Ronde tafel thema Ruimte van 1 juni 2016"

Transcriptie

1 Agenda van de openbare Ronde tafel thema Ruimte van 1 juni 2016 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Ronde tafel thema Ruimte Datum: woensdag 1 juni 2016 Aanvang: 20:00 Locatie: Raadzaal Voorzitter: Koos van Gemeren Griffier: Roland Beenen 1. Opening Ronde Tafel door voorzitter Koos van Gemeren 2. Ronde Tafel Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 (16RV028) Bijlage - 16RV028 Bijdrage SMZ RT bp Sanatoriumlaan (pdf) Raadsvoorstel - 16RV028 rv Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 (pdf) 16RV028 Bijlage 01 Sanatoriumlaan 37 (Verbeelding) (pdf) 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) (pdf) 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) (pdf) 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) (pdf) 16RV028 Bijlage 05 BP Sanatoriumlaan 37 (Situatietekening NvZ) (pdf) 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) (pdf) 16RV028 Bijlage 07 BP Sanatoriumlaan 37 (Nadere toelichtng bedrijfsactiviteiten) (pdf) 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) (pdf) 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) (pdf) 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) (pdf) 16RV028 Bijlage 11 BP Sanatoriumlaan 37 (Watertoets) (pdf) 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) (pdf) 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) (pdf) 16RV028 Bijlage 14 BP Sanatoriumlaan 37 (Quick scan flora en fauna) (pdf) Bijlage - Zie ook dossier in behandeling, zienswijzen incl. NAW (inloggen) 3. Ronde Tafel initiatiefvoorstel GroenLinks Duurzame scholen Raadsvoorstel - 16RV029 Initiatief rv GroenLinks Duurzame scholen (pdf) Bijlage - reactie college op initiatiefraadsvoorstel GRLinks (pdf) 1

2 Bijlage - 16RV028 Bijdrage SMZ RT bp Sanatoriumlaan Inspraakreactie Werkgroep Natuurlijk Zeist-West en Stichting Milieuzorg Zeist e.o. Ontwerp-bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 Geachte raadsleden, wethouder, overige aanwezigen, 1. In januari/februari 2015 is het ontwerp-bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 ter inzage gelegd. Mede op basis van de daarop ingebrachte zienswijzen heeft alsnog tussen de initiatiefnemer en alle betrokken partijen een overleg plaatsgevonden, hetgeen heeft geleid tot een aantal aanpassingen aan het eerdere plan. Alvorens inhoudelijk op het voorliggende bestemmingsplan zal worden ingegaan, zal eerst nog even kort worden stilgestaan bij het planproces; Planproces 2. Het planproces voor de locatie Sanatoriumlaan 37, waar voorheen de Sanato was gevestigd, loopt al enige tijd. Dat hangt daarmede samen dat de gemeente in het verleden het beleid heeft ontwikkeld garagebedrijven naar de Autoboulevard uit te plaatsen, zodat in het binnenstedelijke milieu tot een beter leefklimaat kan worden gekomen. Zoals ook in het verleden al aangegeven onderschrijft (met name) de Stichting Milieuzorg Zeist e.o. in algemene zin een dergelijke ontwikkeling, zij het dat zij de plek die daarbij voor de Autoboulevard werd uitgekozen, namelijk het landgoed Oud- Zandbergen, vanwege de met de betreffende ontwikkeling gepaard gaande aantasting van aanwezige waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie ongeschikt achtte; 3. Uiteindelijk is de initiatiefnemer voor het Sanatoterrein met een plan gekomen voor de bouw van 30 woningen. Nadat de gemeenteraad in 2011 daarmede had ingestemd, heeft het voorontwerp-bestemmingsplan waarin die 30 woningen waren verankerd in de periode juli/augustus 2014 ter inzage gelegen. Door omstandigheden is toen door de locale natuur- en milieuorganisaties geen inspraakreactie op dat voorontwerpbestemmingsplan gegeven. Mede op basis van de ingebrachte inspraakreacties is toen wel besloten de zogenaamde rooilijn van de woningen aan de zijde van de Sanatoriumlaan 2 meter naar achteren te schuiven en aangezien verder werd vastgehouden aan de gegeven planopzet dus ook het gehele plan 2m in de richting van het aangrenzende park; 4. Zoals hiervoor al aangegeven is vervolgens in de periode januari/februari 2015 het 'Ontwerp-bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37' ter inzage gelegd. Door zowel de Werkgroep Natuurlijk Zeist-West als de Stichting Milieuzorg Zeist e.o. is een zienswijze op het: 'Ontwerp-bestemmingsplan' ingebracht, waarbij zij met name zijn ingegaan op de strijdigheid van het voorliggende plan met de groene kaders zoals deze o.i. voor de betreffende locatie relevant moeten worden geacht, evenals bepaalde bodemkundige aspecten; 5. Zoals ook in het voorliggende Raadsvoorstel aangegeven, heeft er mede n.a.v. van de ingebrachte zienswijzen alsnog een overleg tussen alle betrokken partijen plaatsgevonden, waarbij niet alleen het aantal woningen is teruggebracht van 30 naar 24, maar tevens voor een zodanig verkaveling is gekozen, dat alsnog een ontsluiting aan de Laan van Eikenstein mogelijk was. Die nieuwe verkaveling is dan ook ten grondslag gelegd aan het voorliggende bestemmingsplan; Inhoudelijke aspecten 6. Vooropgesteld zij dat de Stichting Milieuzorg Zeist e.o. er uiteraard waardering voor heeft dat zowel de initiatiefnemer, maar in wezen ook de gemeente, die toch al eerder (in 2011) met het bouwplan had ingestemd, bereid is gebleken te bezien of alsnog door een nader overleg tot een door alle partijen gedragen plan kon worden gekomen. Eigenlijk dus een soort van GONS, zij het in een stadium waar o.i. kennelijk toch niet alles meer echt open was. Bezien we immers het voorliggende plan, dan is zoals in het voorgaande al aangegeven weliswaar het plan in die zin aangepast dat het aantal woningen van 30 naar 24 naar beneden is bijgesteld, zodat ook beter wordt aangesloten bij het overheersende 2

3 Bijlage - 16RV028 Bijdrage SMZ RT bp Sanatoriumlaan 2 woningtype(n) zoals deze voor de Dichterswijk karakteristiek zijn, maar is de woningdichtheid o.i. nog steeds zodanig hoog dat er voor het (openbare) groen in het plan eigenlijk niet tot nauwelijks enige ruimte is. Weliswaar is dan (in tweede instantie) alsnog in een compensatie voorzien voor de bomen die ter hoogte van de Laan van Eikenstein voor het plan moeten wijken, maar als men eerst in randvoorwaardelijke zin een aantal heldere voorwaarden had opgesteld, mede op basis van hetgeen in o.a. het gemeentelijk Groenstructuurplan 'Groen (voor) Zeist' voor (o.a.) de Dichtersbuurt naar voren wordt gebracht, dan was hier o.i. toch een ander plan uitgekomen, met dus een mindere dichtheid aan woningen en dus meer ruimte voor groen; 7. Alhoewel de Werkgroep Natuurlijk Zeist-West en ook de Stichting Milieuzorg Zeist e.o. het voorliggende plan in algemene zin dus wel als een verbetering zien t.o.v. het vorige plan, blijven zij daarbij op een aantal punten hun kanttekeningen plaatsen (zie in deze overigens ook het Raadsvoorstel): Dat betreft dan in de eerste plaats het opschuiven van het gehele plan met 2 m in de richting van het aangrenzende park. Weliswaar komt de rooilijn van de woningen dan minder dicht langs de weg komen te liggen, hetgeen dus beter past bij de algemene beeldkwaliteit van de Dichterwijk, maar daardoor vindt dus wel een extra ruimtebeslag op het aangrenzende park (met de bestemming: 'Groen met landschappelijke waarde') plaats, ook al wordt dat betreffende gedeelte van het park dan thans gebruikt als 'trapveld'. Deze extra 2 m komt dan wel nog bovenop op de groenstrook zoals deze eerder al door de gemeente aan de Sanato was verkocht voor de aanleg van een aantal parkeerplaatsen die met de bouw van woningen op de plek van het aan de overzijde gelegen Koetshuis (van Ma Retraite) verloren zijn gegaan. En alhoewel het opschuiven van de rooilijn aan de zijde van de Sanatoriumlaan op zich vanwege de beeldkwaliteit dan door de locale natuur- en milieuorganisaties positief wordt gewaardeerd blijft het voor hun daarbij dan wel de vraag waarom de rekening daarvoor dan (telkenmale) bij het groen wordt gelegd. Want ook al gaat dit dan ten koste van een deel van het trapveldje, het betreffende park (met o.a. nesten van de 'rode bosmier') maakt als schakel van zowel de SLW (zie in deze o.a. de 'Welstandnota 2010') en ook de EHZ wel deel uit van de grotere groenstructuur van Zeist (zie ook het: 'Groenstructuurplan Groen voor Zeist', Fig.: De groenstructuur van Zeist, pag. 76) en elke aantasting daarvan, hoe relatief klein dan ook, moet o.i. dan ook als ongewenst worden beschouwd. Wel kan hierbij nog wel worden aangetekend dat er gelukkig wel door het plaatsen van een hekwerk met hedera-beplanting nu een duidelijk afscheiding tussen het 'wijkje' en het aangrenzende openbare groen komt, waardoor er hier naar verwachting ongewenste ontwikkelingen beter kunnen worden voorkomen; Verder is een belangrijk punt voor de locale natuur- en milieuorganisaties steeds het in stand houden van en/of herstel van het zogenaamde 'Zeister profiel' geweest, die (o.a.) karakteristiek voor de Dichterswijk moeten worden geacht (zie in deze met name het: 'Groenstructuurplan Groen (voor) Zeist, paragraaf Dichterswijk, pag ). Dat geldt dan niet alleen ten aanzien van het behoud van de bestaande groenstructuur langs de Laan van Eikenstein die tevens een groene verbinding vormt met de groenstructuur in de Dichterswijk, maar ook voor de realisatie (of beter het doorzetten) van het 'Zeister profiel' ter hoogte van het bouwplan aan de zijde van de Sanatoriumlaan, zodat zo ook aan het gebied als geheel een groene kwaliteitsimpuls kan worden gegeven. Als je evenwel het nieuwe plan beziet is daar door het parkeren niet tot nauwelijks iets van terecht gekomen, zij het dat langs beide lanen ter compensatie van het verlies aan groen/bomen aan de Laan van Eikenstein nog wel 7 bomen zullen worden aangeplant, evenals langs de Laan van Eikenstein een tweetal (kleinere) groenstroken zullen worden gerealiseerd; En ook al hebben de betreffende woningen dan allemaal wel een tuin(tje), waar overigens bij vrijwel alle woningen ook nog in een parkeerplaats dient te worden voorzien, voor openbaar groen (lees: o.a. bomen) is in de wijk zelf al helemaal geen 3

4 Bijlage - 16RV028 Bijdrage SMZ RT bp Sanatoriumlaan 3 plek (vergelijk ook de zogenaamde: 'Jantje Beton-norm'), terwijl toch uit steeds meer onderzoeken naar voren komt hoe belangrijk groen voor de leefomgeving en ook de gezondheid van de mens is. Kortom, alhoewel het plan dan een verbetering betekent t.o.v. het eerdere plan, schiet het o.i. op het punt van het groen (helaas) nog steeds tekort; 8. De vraag rijst dan voor de locale natuur- en milieuorganisaties hoe het beter kan. O.i. kan dat door meteen vanaf het begin van een bepaald planproces nadrukkelijk rekening te houden met de groene waarden die voor een bepaalde plek relevant moeten worden geacht, dus deze in beeld te brengen, bij voorkeur op interactieve wijze, evenals de kansen te bezien om tot een verdere optimalisatie van die waarden te komen (vergelijk in deze ook de Structuurvisie: 'Zeist schrijf je met een Q'). Zo kun je feitelijk heldere groene (en eventuele andere) randvoorwaarden aan een bepaalde ontwikkeling mee geven, uiteraard mede op basis van de 'kaders' zoals deze er voor een bepaald gebied liggen. Je kijkt dus dan eerst samen naar aanwezige en ook gewenste kwaliteiten alvorens wordt bezien welke ontwikkeling op een bepaald plek mogelijk is, voor zover deze natuurlijk op zich al gewenst is (vergelijk ook: 'Natuurinclusief ontwerpen'); 9. Nu is het College voornemens, overigens op voorspraak van de Stichting Beter Zeist, een gebiedsvisie op te stellen voor het gebied van Utrechtseweg-Noord, ook gezien de vele nieuwe ontwikkelingen die hier op korte termijn zijn voorzien (zie ook de betreffende 'Raadsinformatiebrief'). De hoop (en verwachting) is dat daaruit dan wel een aantal heldere randvoorwaarden/kaders voortkomen waar dan bij gegeven ontwikkelingen rekening mee zou dienen te worden gehouden. Niet alleen om te voorkomen dat er bij die ontwikkelingen onvoldoende wordt rekening wordt gehouden met aanwezige (groene) waarden, maar juist om te bezien hoe zo aan het geheel een (groene) kwaliteitsimpuls kan worden gegeven. In die zin is het dus eigenlijk jammer dat het terrein van de Sanato daar geen deel (meer) van uitmaakt, zodat men mogelijk tot een plan was gekomen waarbij de gebiedskwaliteiten 1 o.i. bij de planvorming nadrukkelijker naar voren hadden kunnen komen dan thans het geval is; 10. Voor zover de locale natuur- en milieuorganisaties dat hebben begrepen zat er voor de ontwikkelaar (en mogelijk ook de gemeente) niet meer financiële rek in het plan om toch meer met het groen rekening te kunnen houden. Dat kan natuurlijk alleen op basis van een grondexploitatie nader worden bezien, maar de vraag blijft voor de locale natuur- en milieuorganisaties Zeist e.o. dan toch of je de 'financiële last' van een verplaatsing van een autobedrijf wel altijd op de locatie zelf zal moeten leggen of dat op een andere wijze daarin zou moeten worden voorzien, juist om ook ter plaatse tot een groene kwaliteitsimpuls te kunnen komen, ook in lijn met algemene adagium van de Structuurvisie: 'Zeist schrijf je met een Q'; Conclusie 11. Alhoewel er op zich dus een verbeterd plan voorligt, komt met name het groen er o.i. toch bekaaid af. Juist door aan het begin van een planproces helder aan te geven aan welke (groene) voorwaarden een plan dient te voldoen, bij voorkeur op interactieve wijze, evenals al niet bij voorbaat een bepaalde financiële 'last' op een plan te leggen, kun je (naar verwachting) wel die groene kwaliteitsimpuls bereiken die een bepaalde plek waardig is. Patrick Greeven 1 Overigens maakte ook dit gebied vroeger deel uit van de Eng zoals deze tot einde jaren '70 in het aangrenzende gebied van o.a. Rabofacet nog voor kwam. 4

5 Raadsvoorstel - 16RV028 rv Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 RAADSVOORSTEL BESTEMMINGSPLAN SANATORIUMLAAN RAADSVST16 H MelD01 gemeentelijk management team Portefeuillehouder De heer S. Jansen Ronde Tafel 01 juni 2016 Opsteller D.T. Melman Debat 21 of 23 juni 2016 Zaak/stuknummer 16RAAD0014 Raadsvergadering 05 juli 2016 Raadsvoorstel 16RV028 Versienr. Datum Opsteller Toelichting (help) D.T. Melman D.T. Melman Tekst aangepast omdat er nog een zienswijze is ingetrokken D.T. Melman Bijlagen genummerd Maatschappelijk effect en doel van het voorstel Vaststellen van het bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, dat tot doel heeft om de oprichting van 24 grondgebonden woningen mogelijk te maken. Voorstel 1. de overwegingen en conclusies m.b.t. de ingediende zienswijzen, zoals opgenomen in de Nota van zienswijzen bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 over te nemen. 2. het bestemmingsplan met de plannaam Sanatoriumlaan 37 en met de planidentificatie NL.IMRO.0355.BPSanatoriumlaan37-VS01 met de bijbehorende bestanden gewijzigd vast te stellen in elektronische vorm. 3. de afgeleide analoge verbeelding van het bestemmingsplan vast te stellen, waarbij de ondergrond is ontleend aan de GBKN versie van 29 mei geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 lid 1 Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. 5. het vaststellingsbesluit eerder bekend te maken dan zes weken na de vaststelling indien GS hiermee instemt. Besluit Raad 05 juli 2016: Basis Inleiding Op 24 oktober 2013 is een verzoek ontvangen van Essenstein bv. Het plan voorziet in het oprichten van 30 woningen aan de Sanatoriumlaan 37, de voormalige locatie van het garagebedrijf Sanato. Op grond van het geldende bestemmingplan Zeist Noord heeft de betreffende locatie de bestemming Bedrijf met nadere aanduidingen garagebedrijf en verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG. Realisatie van onderhavig plan past hier niet binnen, zodat alleen middels een herziening van het bestemmingsplan kan worden meegewerkt. Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 15 januari 2015 gedurende zes weken ter inzage gelegen, waarbij een ieder de gelegenheid had een zienswijze in te dienen. Binnen de termijn zijn acht zienswijzen ingediend. Na overleg met de buurt en drie stichtingen/werkgroepen is het plan aangepast naar 24 woningen. De zienswijzen zijn beoordeeld en van een reactie voorzien. Het bestemmingsplan heeft de wettelijke procedure doorlopen en kan aan de raad ter vaststelling worden aangeboden. Argumenten Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 Pagina 1 van 5 5

6 Raadsvoorstel - 16RV028 rv Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 Het raadsvoorstel heeft tot doel onderhavig bestemmingsplan vast te stellen conform de wettelijke eisen die hieraan worden gesteld. Argumenten hierbij zijn dat het initiatief niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en het plan op enkele onderdelen is gewijzigd naar aanleiding van het overleg met indieners van de zienswijzen. Toelichtingen Financiën Juridisch Risicos Communicatie Automatisering Anders Verdere proces VERDIEPING Inleiding Op 24 oktober 2013 is een verzoek ontvangen van Essenstein bv. Het plan voorziet in het oprichten van 30 woningen aan de Sanatoriumlaan 37, de voormalige locatie van het garagebedrijf Sanato. Op grond van het geldende bestemmingplan Zeist Noord heeft de betreffende locatie de bestemming Bedrijf met nadere aanduidingen garagebedrijf en verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG. Realisatie van onderhavig plan past hier niet binnen, zodat alleen middels een herziening van het bestemmingsplan kan worden meegewerkt. Op 17 januari 2012 heeft de gemeenteraad reeds besloten om in te stemmen met een bebouwingsvoorstel voor 30 woningen op het Sanatoterrein, dat als basis zal dienen voor de verdere uitwerking. In het raadsvoorstel is tevens de afwijking van de Woonvisie aan de orde gesteld. Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 15 januari 2015 gedurende zes weken ter inzage gelegen, waarbij een ieder de gelegenheid had een zienswijze in te dienen. Binnen de termijn zijn acht zienswijzen ingediend door diverse bewoners en drie stichtingen/werkgroepen. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen hebben een aantal overleggen plaatsgevonden met alle partijen en de initiatiefnemer. Daaruit is een gewijzigd plan gekomen, waarbij onder andere het aantal woningen is teruggebracht naar 24 woningen en de ontsluiting van de nieuwe toegangsweg aan de Laan van Eikenstein wordt gesitueerd. Ondanks dat het gewijzigde plan naar ieders mening een verbetering is ten opzichte van het oorspronkelijk ingediende plan, zijn de zienswijzen niet ingetrokken. Reden hiervoor is dat niet aan alle punten uit de zienswijzen wordt voldaan. Zo is er vanuit de bewoners onder andere de wens om een gemetselde muur tussen de bestaande en de nieuwe woningen te plaatsen in plaats van het beoogde hekwerk met hedera. De hedera zorgt voor een mooie groene overgang voor het trapveldje achter de woningen. De vormgeving van een erfafscheiding is geen ruimtelijk aspect in het kader van een bestemmingsplanprocedure en daarom is het geen afweging om het plan niet door te laten gaan. Tevens is aangegeven dat het overbodig is om de aparte containeropstelplaatsen te bestraten en er beter groenstroken van gemaakt kunnen worden. Straatwerk is echter beter te onderhouden en dit voorkomt snippergroen wat extra kosten met zich meebrengt voor het onderhoud ervan. Vanuit de stichtingen/werkgroepen is onder andere aangegeven dat zij het een nadeel vinden dat de groenstrook langs de Laan van Eikenstein deels verdwijnt ten behoeve van parkeren, er te weinig groen wordt gecompenseerd en dat het bouwplan 2 m richting het park/trapveldje is opgeschoven. Om voldoende parkeerplaatsen voor de woningen te realiseren conform de Parkeerbeleidsnota, is ervoor gekozen om parkeerplaatsen langs de Laan van Eikenstein aan te leggen. Voor de 7 bomen die hiervoor verdwijnen, worden 7 nieuwe bomen geplaatst binnen het plangebied langs de Laan van Eikenstein en de Sanatoriumlaan. Het huidige terrein is in de bestaande situatie volledig verhard en geen groen aanwezig. Door het realiseren van woningen en tuinen zal het een meer groen aangezicht krijgen dan nu het geval is. Hierdoor wordt de groenstrook en de 2 m van het trapveldje gecompenseerd. Tevens krijgt het bouwplan door het opschuiven met 2 m een meer ruimtelijke opzet en ligt de rooilijn van de woningen aan de Sanatoriumlaan meer naar achteren toe, wat beter aansluit bij de rest van de woningen in de omgeving. De openstaande zienswijzen zijn beoordeeld en van een reactie voorzien. Aan de hand van het gewijzigde plan, de zienswijzennota, het college- en raadsvoorstel is nogmaals de vraag gesteld aan de bewoners en de stichtingen/werkgroepen of zij bereid zijn om hun zienswijze in te trekken. Hiervan is gebruik gemaakt door de bewoners van Sanatoriumlaan 14C, 16, 18, 24, 26 en 35. Pagina 2 van 5 6

7 Raadsvoorstel - 16RV028 rv Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 Woonvisie Op 8 juli 2014 heeft uw college besloten om af te wijken van de Woonvisie Het plan voor 30 woningen voorzag in de bouw van 12 twee-onder-een-kapwoningen en 18 rijwoningen in het dure en middensegment, waardoor het plan niet voldeed aan de uitgangspunten die in de Woonvisie zijn opgenomen met betrekking tot de volkshuisvestelijke differentiatie. Om het verplaatsen van het garagebedrijf naar de autoboulevard aan de Blanckenhagenweg en het saneren van het terrein economisch haalbaar te maken, worden er geen woningen in het goedkope segment gebouwd. Na het overleg met de buurt en de stichtingen/werkgroepen is het plan gewijzigd naar 24 twee-onder-eenkapwoningen in het dure segment. Dit type woningen sluit goed aan bij de bestaande woningen in de omgeving, zorgt voor een meer ruimtelijke opzet van het plan en hierdoor blijft het plan nog steeds economisch uitvoerbaar. Derhalve wordt voorgesteld met het gewijzigde plan opnieuw om af te wijken van de woningdifferentiatie zoals gesteld in de Woonvisie Tot maximaal 30 woningen is het de bevoegdheid van het college om af te wijken van de woningdifferentiatie. Op 5 april 2016 heeft het college besloten om voor het plan af te wijken van de woningdifferentiatie. Het bestemmingsplan heeft de wettelijke procedure doorlopen en kan aan de raad ter vaststelling worden aangeboden. terug ARGUMENTATIE 1. Het initiatief is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening Het plan is voorzien van een toelichting, waarin ingegaan wordt op de van toepassing zijnde toetsaspecten voor een goede ruimtelijke ordening. Hierbij zijn tevens de van toepassing zijnde beleidskaders aangaande ruimtelijke ontwikkelingen aangehaald. Op basis van de positieve adviezen van de interne en externe adviseurs kan gesteld worden dat er geen belemmeringen zijn om het plan te realiseren 2. Vanuit milieuoogpunt zijn er geen belemmeringen Vanuit milieu hygiënisch opzicht zijn er geen belemmeringen die aan de ontwikkeling van het plan in de weg staan. Het bouwplan is ter beoordeling aan de Omgevingsdienst regio Utrecht voorgelegd. Over het onderdeel geluid (geluidsweringsonderzoek in het kader van de omgevingsvergunning) vindt nog nadere afstemming plaats. Dit vormt verder geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Voor het overige zijn er geen bijzonderheden. 3. Naar aanleiding van de zienswijzen is het bestemmingsplan op onderdelen aangepast Het ontwerpbestemmingsplan heeft conform artikel 3.8 Wro vanaf 15 januari 2015 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Binnen de formele termijn zijn acht zienswijzen ingediend. Na overleg met de buurt en drie stichtingen/werkgroepen is het plan aangepast, waardoor een meer gedragen plan is gekomen. De zienswijzen zijn echter slechts voor een deel ingetrokken, omdat met het gewijzigde plan niet aan alle punten uit de zienswijzen wordt voldaan en voor het behoud van de rechtspositie voor het eventueel kunnen instellen van beroep. De zienswijzen zijn samengevat, inhoudelijk beoordeeld en van een gemeentelijke reactie voorzien in bijgevoegde Nota van zienswijzen bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37. Als gevolg van de zienswijzen is het plan op enkele onderdelen gecorrigeerd, aangevuld en gewijzigd. terug TOELICHTING Financiën Het plan zal worden uitgevoerd door en voor financieel risico van de aanvrager. Hoewel planschade op voorhand niet valt te verwachten, is met de initiatiefnemer een exploitatieovereenkomst afgesloten, zodat ook dit risico voor de aanvrager is. De uren, die ambtelijk zijn besteed aan dit plan, zijn financieel gedekt door de leges, die voor deze aanvraag in rekening zullen worden gebracht. Bovenstaande betekent dat bij de vaststelling van voorliggend bestemmingsplan geen exploitatieplan wordt vastgesteld. Pagina 3 van 5 7

8 Raadsvoorstel - 16RV028 rv Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 Communicatie Nadat de raad het bestemmingsplan gewijzigd heeft vastgesteld, wordt het bestemmingsplan gedurende maximaal zes weken voorgelegd aan GS. Mochten zij geen opmerkingen hebben tegen het gewijzigd vaststellen dan wordt het bestemmingsplan bekendgemaakt en vervolgens gedurende zes weken ter inzage gelegd. De vaststelling van het bestemmingsplan wordt bekendgemaakt in De Nieuwsbode, de Staatscourant en via elektronische weg (gemeentelijke website en ruimtelijkeplannen.nl). Tijdens de termijn van terinzagelegging kunnen belanghebbenden beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Anders Een nadere uitwerking inzake duurzaamheid zal plaatsvinden in de fase voor de omgevingsvergunning voor het bouwen. Juridisch Het bestemmingsplan heeft de wettelijke procedure conform artikel 3.8 Wro doorlopen en kan aan de raad ter vaststelling worden aangeboden. terug VERDERE PROCES Planning en uitvoering 5 april: collegebesluit 12 april: Presidium 01 juni: Ronde Tafel 21 of 23 juni: Debat 05 juli: Raadsvergadering Toezending raadsbesluit aan Gedeputeerde Staten (GS) Bekendmaking vaststellingsbesluit (art. 3.8 lid 4 Wro, 6 weken na raadsbesluit)* Beroepstermijn (6 weken na bekendmaking vaststellingsbesluit) * deze termijn kan worden verkort indien GS daarmee instemt Evaluatie Het bestemmingsplan wordt op 31 mei 2016 ter vaststelling aan de raad aangeboden. terug BIJLAGEN 1. Verbeelding 2. Regels 3. Toelichting 4. Nota van zienswijzen 5. Situatietekening behorende bij de nota van zienswijzen 6. Staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij de regels 7. Nadere toelichting staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij de regels 8. Akoestisch onderzoek 9. Bodemonderzoek 10. Archeologisch onderzoek 11. Watertoets 12. Toets ladder van duurzame verstedelijking 13. Nota van inspraak en vooroverleg 14. Quickscan flora en fauna 15. NAW gegevens indieners zienswijze 16. Zienswijze Sanatoriumlaan 14C 17. Zienswijze Sanatoriumlaan 16, 18, 24 en Zienswijze Sanatoriumlaan Zienswijze Sanatoriumlaan 25, 27, 29 en 31 Pagina 4 van 5 8

9 Raadsvoorstel - 16RV028 rv Bestemmingsplan Sanatoriumlaan Zienswijze Sanatoriumlaan 33 en Zienswijze Stichting Beter Zeist 22. Zienswijze Stichting Milieuzorg Zeist e.o. 23. Zienswijze Werkgroep Natuurlijk Zeist West 24. Intrekking zienswijze Sanatoriumlaan 14C 25. Intrekking zienswijze Sanatoriumlaan 16, 18, 24 en Intrekking zienswijze Sanatoriumlaan 35 Pagina 5 van 5 9

10 Raadsvoorstel - 16RV028 rv Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 RAADSBESLUIT Behoort bij raadsvoorstel Nr. 16RV028 De raad van de gemeente Zeist; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 april 2016; BESLUIT: 1. de overwegingen en conclusies m.b.t. de ingediende zienswijzen, zoals opgenomen in de Nota van zienswijzen bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 over te nemen. 2. het bestemmingsplan met de plannaam Sanatoriumlaan 37 en met de planidentificatie NL.IMRO.0355.BPSanatoriumlaan37-VS01 met de bijbehorende bestanden gewijzigd vast te stellen in elektronische vorm. 3. de afgeleide analoge verbeelding van het bestemmingsplan vast te stellen, waarbij de ondergrond is ontleend aan de GBKN versie van 29 mei geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 lid 1 Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. 5. het vaststellingsbesluit eerder bekend te maken dan zes weken na de vaststelling indien GS hiermee instemt. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 05 juli De raad voornoemd, mr. J. Janssen, griffier drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitter Pagina 1 10

11 16RV028 Bijlage 01 Sanatoriumlaan 37 (Verbeelding) 2 School 8 I W V «7 w c 05 < 4c u uuido \ 40 uuido CO w co E < i co co m < C/5 LEGENDA PLANGEBIED Plangebied BESTEMMINGEN V Tuin Verkeer LM WR-AVM Leiding - Water Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog W Wonen AANDUIDINGEN I bouwvlak maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m) w hartlijn leiding - water VERKLARING GBKN- en Kadastrale gegevens m bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist schaal: 1:1.000 datum : formaat: A3 datum ondergrond : projectnummer: voorontwerp : bladnummer: 1 ontwerp : aantal bladen: 1 vaststelling : identificatiecode : NL.IMRO.0355.BPSanatoriumlaan37-VS01 gemeente ZEIST 3 \ r 3 3 < o o 11

12 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist Gemeente Zeist Datum: 16 maart 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0355.BPSanatoriumlaan37-VS01 12

13 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 13

14 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) INHOUD 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 2 Bestemmingsregels 7 Artikel 3 Tuin 7 Artikel 4 Verkeer 8 Artikel 5 Wonen 9 Artikel 6 Leiding Water 11 Artikel 7 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog 12 3 Algemene regels 14 Artikel 8 Anti-dubbeltelregel 14 Artikel 9 Algemene bouwregels 14 Artikel 10 Algemene gebruiksregels 14 Artikel 11 Algemene afwijkingsregels 15 4 Overgangs- en slotregels 16 Artikel 12 Overgangsrecht 16 Artikel 13 Slotregel 17 Bijlagen Bijlage 1: Staat van bedrijfsactiviteiten Bijlage 2: Nadere toelichting staat van bedrijfsactiviteiten 14

15 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 15

16 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist met identificatienummer NL.IMRO.0355.BPSanatoriumlaan37-VS01 van de gemeente Zeist; 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen; 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 archeologische begeleiding proces waarbij de uitvoering van niet-archeologische werkzaamheden door een archeoloog wordt begeleid en waarbij in het Programma van Eisen (PvE) de onderzoeksvra(a)g(en) en de te behalen onderzoeksdoelstellingen worden verwoord; 1.6 archeologisch onderzoek onderzoek dat wordt verricht door een dienst, bedrijf of instelling dat werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA); 1.7 archeologische verwachting het vermoeden over het voorkomen van (de aard, omvang en kwaliteit van) archeologische waarden in het onderzoeksgebied; 1.8 archeologische waarde oudheidkundige waarde, vooral in de vorm van archeologische relicten in hun oorspronkelijke context. Zowel grote complexen/structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid; 1.9 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.10 bedrijf aan huis het door de bewoners bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten: a die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 of 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, en b die geen horeca of detailhandel zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit, in de woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken; SAB 3 16

17 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 1.11 beroep aan huis het door de bewoners beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk en daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie; 1.12 bestaand a bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan legaal bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend; b bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan legaal bestaat; 1.13 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.14 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.15 bijbehorend bouwwerk uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak; 1.16 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 1.17 bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.18 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en gedeeltelijke ondergrondse bouwdelen, maar met uitsluiting van geheel ondergrondse bouwdelen en zolders; 1.19 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.20 bouwperceelgrens de grens van een bouwperceel; 1.21 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten; SAB 4 17

18 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 1.22 bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden; 1.23 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.24 hoofdgebouw een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; 1.25 pand de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is; 1.26 peil a voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein voorafgaand aan het verlenen van bouwvergunning; 1.27 perceelgrens de grens van een bouwperceel; 1.28 seksinrichting een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel; 1.29 voorgevel de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels; 1.30 voorgevelrooilijn de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen; 1.31 woning een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één zelfstandig huishouden, niet zijnde een woonschip, of -ark. SAB 5 18

19 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.2 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.3 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.5 de ondergrondse bouwdiepte: vanaf de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend; 2.6 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. SAB 6 19

20 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Tuin 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij een woning en parkeren ten behoeve van de bijbehorende woning. 3.2 Bouwregels Toegestane bouwwerken Op en in de gronden als bedoeld in artikel 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd of opnieuw worden gebouwd: a gebouwen in de vorm van erkers en ingangspartijen; b bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen Bouwen Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 3.2.1, gelden de volgende eisen: a van erkers en ingangspartijen mag: 1 de diepte uit de betreffende gevel van de woning of het ander gebouw niet meer dan 1,5 m bedragen, 2 de gezamenlijke oppervlakte bij elke woning niet meer dan 6 m 2 bedragen, en 3 de goothoogte niet meer dan 3,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen; b de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven: 1 vlaggen en andere masten: 5 m; 2 erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw: 2 m; 3 overige erf en perceelafscheidingen: 1 m; 4 overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 m. SAB 7 20

21 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Artikel 4 Verkeer 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wegen met ten hoogste twee rijstroken, b verhardingen voor woonstraten, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen, c voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstroken, bushaltes en geluidwerende voorzieningen, d parkeerstroken en -voorzieningen, e fiets- en voetpaden, f bermen, groen- en speelvoorzieningen, en g watergangen, h bij een en ander behorende andere voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, beeldende kunst. 4.2 Bouwregels Toegestane bouwwerken Op de gronden als bedoeld in artikel 4.1 mogen uitsluitend worden gebouwd: a ondergeschikte gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor nutsvoorzieningen, zoals abri's en telefooncellen, en b bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals lichtmasten, informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties en straatmeubilair Bouwen Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel gelden de volgende bepalingen: a van gebouwen mag de oppervlakte niet meer dan 20 m 2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen; b van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven: 1 licht- en andere masten: 10 m; 2 beeldende kunst: 8 m; 3 overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m. 4.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing. SAB 8 21

22 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Artikel 5 Wonen 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wonen, b beroep of bedrijf aan huis, en c tuinen en erven. 5.2 Bouwregels Toegestane bouwwerken: Op en in de gronden als bedoeld in artikel 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd: a woningen, b bijbehorende bouwwerken, en c bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen Bouwen: Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel gelden de volgende bepalingen: a binnen bouwvlakken mag het bebouwingspercentage 100% bedragen; woningen b woningen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd; c uitsluitend twee aaneen gebouwde woningen zijn toegestaan; d ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden; e de ondergrondse bouwdiepte van gebouwen mag niet meer dan 4 meter bedragen. bijbehorende bouwwerken f bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten bouwvlakken worden gebouwd, op ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn van de betreffende woning; g de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, mag bij elke woning niet meer dan 40 m 2 bedragen, onverminderd het bepaalde onder h en i; h in aanvulling op het bepaalde onder g mag de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken toenemen met 2% van het bouwperceel, tot een maximum van 100 m 2 en met dien verstande dat het bouwperceel daardoor nooit voor meer dan 50% mag worden bebouwd (inclusief de bij de woning behorende gronden die voor 'Tuin' zijn aangewezen); i van bijbehorende bouwwerken mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 60 ; bouwwerken, geen gebouwen zijnde j de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven: 1 vlaggen en andere masten: 5 m; 2 erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw: 2 m; 3 overige erf en perceelafscheidingen: 1 m; 4 overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m. SAB 9 22

23 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 5.3 Specifieke gebruiksregels Beroep- of bedrijf aan huis: De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken en in ieder geval niet meer dan 100 m Strijdig gebruik: Onder gebruik in strijd met de bestemming moet in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de in artikel 5.1 bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor: a buitenopslag van goederen ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis, en b behoudens in- en uitladen, overige bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning. 5.4 Afwijken van de gebruiksregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in dit plan ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijbehorende bouwwerk, indien: a daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan, b vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en c het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot. SAB 10 23

24 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Artikel 6 Leiding Water 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Leiding - Water" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het transport van water door een beneden peil gelegen watergang. 6.2 Bouwregels Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 2 meter ten behoeve van in lid 6.1 genoemde bestemming. 6.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere bestemming(en) mits: a geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de hoofdtransportleiding; b vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder. SAB 11 24

25 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Artikel 7 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog 7.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog aangewezen gronden zijn mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden. 7.2 Bouwregels Algemeen In afwijking van het elders in het plan ten aanzien van deze gronden bepaalde, zijn op en in deze gronden toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van instandhouding en bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden Voorwaarden In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen: a dient in het belang van de archeologische monumentenzorg door aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en b kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de vergunning de volgende verplichtingen worden verbonden: 1 de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2 de verplichting tot het doen van opgravingen; of 3 de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. 7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Omgevingsvergunningplicht In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in artikel 7.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van m 2 of meer: a het uitvoeren van graafwerkzaamheden, grondbewerkingen, het roeren en omwoelen van gronden (incl. diepploegen, ontginnen en het aanleggen van drainage) dieper dan 0,3 meter onder maaiveld; b het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld; c het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap; d het ophogen en egaliseren van gronden; e het aanbrengen van diepwortelende beplantingen; f het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren. SAB 12 25

26 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Uitzonderingen Het in artikel gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: a in het kader van het normale beheer en onderhoud; b in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige; c waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van van kracht worden van het plan; d die noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor de omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend Toelaatbaarheid De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in artikel zijn slechts toelaatbaar, indien: a door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en b door aanvrager van de aanlegvergunning een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. 7.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft. SAB 13 26

27 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 3 Algemene regels Artikel 8 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 9 Algemene bouwregels 9.1 Algemene regels m.b.t. ondergronds bouwen Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels: a ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil. 9.2 Parkeren De omgevingsvergunning voor het bouwen kan alleen worden verleend als bij nieuwbouw dan wel bij de vergroting van een bestaand bouwwerk wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, zoals opgenomen in de Parkeerbeleidsnota Zeist van 3 mei Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging. Artikel 10 Algemene gebruiksregels 10.1 Strijdig gebruik Als gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt een gebruik van: a gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting; b onbebouwde gronden: 1 als stand- of ligplaats van onderkomens; 2 als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten; een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden Parkeren a Gerealiseerde parkeervoorzieningen mogen niet zodanig worden gewijzigd, dat hierdoor niet meer voldoende parkeergelegenheid aanwezig is, zoals opgenomen in de Parkeerbeleidsnota Zeist van 3 mei Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging. b Bij functiewijziging dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, zoals opgenomen in de Parkeerbeleidsnota Zeist van 3 mei Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging. SAB 14 27

28 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Artikel 11 Algemene afwijkingsregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan: a ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m 2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen; b ten behoeve van het afwijken van bouwgrenzen en aanduidingsgrenzen indien en voor zover afwijkingen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 1 m bedragen. SAB 15 28

29 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) 4 Overgangs- en slotregels Artikel 12 Overgangsrecht 12.1 Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 % Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind Indien het gebruik, bedoeld in lid 1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan. SAB 16 29

30 16RV028 Bijlage 02 BP Sanatoriumlaan 37 (Regels) Artikel 13 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist. SAB 17 30

31 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist Toelichting Gemeente Zeist Datum: 16 maart 2016 Projectnummer: NL.IMRO.0355.BPSanatoriumlaan37-VS01 31

32 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 32

33 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) INHOUD 1 Inleiding Aanleiding Doel Ligging en begrenzing plangebied Vigerend bestemmingsplan Bij het plan behorende stukken Leeswijzer 5 2 Beschrijving bestaande situatie Ontstaansgeschiedenis omgeving plangebied Bestaande situatie omgeving plangebied 8 3 Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijke beleid Conclusie 24 4 Planbeschrijving 25 5 Randvoorwaarden Bodem Archeologie en cultuurhistorie Flora en fauna Akoestiek Externe veiligheid Bedrijven en milieuzonering Luchtkwaliteit Watertoets Verkeer en parkeren Kabels en leidingen Duurzaam Bouwen 43 6 Juridische planopzet Algemeen Dit bestemmingsplan Bestemmingen 47 7 Economische uitvoerbaarheid 49 33

34 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 8 Overleg en inspraak Informatieavonden Inspraak en overleg Zienswijzen 50 Bijlagen Bijlage 1: Akoestisch onderzoek wegverkeer Bijlage 2: Bodemonderzoek Bijlage 3: Archeologisch onderzoek Bijlage 4: Watertoets notitie Bijlage 5: Toetsing Ladder duurzame verstedelijking Bijlage 6: Nota van inspraak en vooroverleg Bijlage 7: Nota van zienswijzen 34

35 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Essenstein BV heeft het initiatief genomen het bedrijfsperceel aan de Sanatoriumlaan 37 te Zeist te herontwikkelen tot woningbouwlocatie. Ter plaatse van het plangebied was een garagebedrijf gevestigd en een voormalig tankstation. De beoogde herontwikkeling van de locatie past echter niet binnen het bestemmingsplan. Om het plan te kunnen realiseren moet een nieuw bestemmingsplan worden opgesteld. Om deze reden is onderhavig bestemmingsplan opgesteld. 1.2 Doel Doel van dit bestemmingsplan is het bieden van een adequate juridisch-planologische regeling voor de realisatie van de hiervoor beschreven ontwikkeling. 1.3 Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied ligt in het noorden van de kern Zeist op de hoek van de Sanatoriumlaan en van de Laan van Eikenstein. Deze wegen vormen respectievelijk de zuidelijke en oostelijke begrenzing van het plangebied. Ten westen van de locatie zijn woonpercelen gelegen. Een groenstrook met een daaraan grenzend kantoorpand ligt ten noorden van het plangebied. De ligging en globale begrenzing van het plangebied is met een rood kader op de navolgende afbeeldingen weergegeven. De exacte locatie en begrenzing van het plangebied is op de verbeelding van dit bestemmingsplan weergegeven. Globale ligging van het plangebied bron: Google Earth, 2013 SAB 3 35

36 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Globale begrenzing van het plangebied (bron: Google Earth, 2012) 1.4 Vigerend bestemmingsplan Bestemmingsplan Zeist Noord Ter plaatse van het plangebied geldt voor het grootste deel het bestemmingsplan Zeist Noord. Dit plan is vastgesteld door de gemeenteraad op 24 februari 2009 en is in werking getreden op 7 mei In het bestemmingsplan Zeist-Noord heeft het plangebied de bestemming Bedrijf categorie 1 met de aanduiding Verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG. Uitsnede bestemmingsplan Zeist-Noord, waarbij het plangebied met een rood kader is gemarkeerd SAB 4 36

37 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Het geldende bestemmingsplan voorziet wat betreft de toegelaten functie niet in de mogelijkheid tot de bouw van woningen. Een nieuw bestemmingsplan is noodzakelijk om deze ontwikkeling mogelijk te maken. Op de voorgaande afbeelding is een fragment van de verbeelding uit het vigerend bestemmingsplan opgenomen. De begrenzing van het plangebied is aangeduid met een rood kader. Bestemmingsplan Zeist-West en Utrechtseweg-Noord Het plangebied is voor een zeer klein deel (een strook van 2 m aan de achterzijde van het voormalige bedrijfsperceel) gelegen binnen bovengenoemd bestemmingsplan, dat is vastgesteld d.d Hier geldt een bestemming Groen. De realisatie van woningen is binnen deze bestemming niet mogelijk. Uitsnede bestemmingsplan Zeist-West en Utrechtseweg-Noord, waarbij het plangebied met een rood kader is gemarkeerd 1.5 Bij het plan behorende stukken Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en deze toelichting met bijlagen. De bijlagen maken deel uit van de toelichting. De regels en de verbeelding vormen de juridisch bindende elementen van dit bestemmingsplan. 1.6 Leeswijzer De toelichting bestaat uit een aantal onderdelen. In hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie in het plangebied beschreven. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan het relevante beleid. In hoofdstuk 4 komt de planbeschrijving aan bod. Hoofdstuk 5 geeft een beschrijving van de ruimtelijke en milieukundige toetsing van de ontwikkeling. In hoofdstuk 6 wordt zowel de juridische als de feitelijke planopzet beschreven en in hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Tot slot wordt in hoofdstuk 8 aandacht besteed aan de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. SAB 5 37

38 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 2 Beschrijving bestaande situatie Voor het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang dat de uitgangssituatie, de bestaande situatie in het plangebied, goed in beeld wordt gebracht. In dit hoofdstuk komt aan de orde wat de huidige situatie is met betrekking tot de ruimtelijke structuur en de functionele structuur en op welke wijze deze structuur is ontstaan. 2.1 Ontstaansgeschiedenis omgeving plangebied Al in 838 komt een vermelding van de naam Zeist voor. In de vroege middeleeuwen was Zeist een kleine nederzetting met essen, gras- en hooilanden rondom. In het overgangsgebied met de Heuvelrug ontstond in deze tijd een hele rij van primitieve brinknederzettingen, zoals Croost, de Brink, Zeist en De Breul. Deze namen zijn nog terug te vinden op de plattegrond. Tussen 1677 en 1686 liet Willem Adriaan van Nassau een groots opgezet lustoord aanleggen: Slot Zeist. Het gehele complex, met huis en tuinen, sterrenbossen en productiebossen besloeg een gebied van ruim 5 kilometer lengte. Door de verkoop van het Slot in 1745 en de komst van de Hernhutters (Broedergemeente) nam de bevolking van Zeist sterk toe. De Hernhutters zetten een nijverheidsindustrie op die een aantrekkingskracht uitoefenden tot ver buiten Zeist en stichtten veel winkels. Zeist werd steeds aantrekkelijker als vestigingsplaats en als toeristische trekpleister. De bevolking nam vanaf het begin van de negentiende eeuw sterk toe door de vestiging van buitenplaatsen en door de gestegen werkgelegenheid. Vanaf het eind van de middeleeuwen tot circa 1800 wordt het kaartbeeld bepaald door allerlei grote heren die woeste gronden van de Heuvelrug tot ontwikkeling brachten. Dit gebeurde als eerste langs de kolonisatie-as Utrecht-Amersfoort: de Amersfoortseweg. De buitenplaatsen werden vanaf de tweede helft van de 19e eeuw aangelegd langs de Utrechtseweg-Driebergseweg, Krakelingweg, Soestdijkerweg, Dolderseweg en de Woudenbergseweg. De komst van de rijke buitenplaatsbezitters in de eerste helft van de negentiende eeuw bracht een nieuwe bron van werkgelegenheid met zich mee. Op het platteland kwam naast de bestaande agrarische functie ook een verzorgende functie op met veel ambachtslieden. Door de nieuwe werkgelegenheid op de buitenplaatsen nam de Zeister bevolking gestaag toe. In de loop der tijd zijn de buitenplaatsen sterk in aantal en omvang afgenomen. Vooral na 1900, toen Zeist zich pas goed ging ontwikkelen, werden vele buitenplaatsen verkaveld. De oorspronkelijke woonfunctie is vervangen door functies als kantoren, instellingen en scholen. Tot 1900 bestond Zeist uit bebouwing langs de volgende straten: 1e en 2e Dorpsstraat, Wilhelminapark, Nooitgedacht, Voor- en Achterheuvel, Oude Arnhemseweg, Pompweg, 1e Hogeweg, 2e Hogeweg tussen de Choisyweg en de Krullelaan en aan De Brink aan het begin van de Kroostweg. De bebouwing langs deze wegen heeft een organische ontstaansgeschiedenis. In de loop der tijd heeft de bebouwing zich geleidelijk langs deze straten ontwikkeld. De komst van de spoorweg Zeist-Utrecht uit Huis ter Heide in 1901 gaf Zeist een impuls waardoor de bevolkingsgroei sterk toenam. Het treinstation kwam aan het eind van de Slotlaan te liggen, ongeveer tegenover het huidige Bethaniëplein. Aan weerszijden van dit station werden de woongebieden Wilhelminapark en Antonpark (verder) bebouwd met kleinere villa s en arbeiderswoningen. SAB 6 38

39 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Historische atlas, Zeist omtrent 1870 De grootste groei van Zeist vond plaats tussen 1920 en Deze groei werd ingeluid door de vestiging van industrieën vanaf het begin van de twintigste eeuw. De werkgelegenheid nam toe en was niet meer eenzijdig op de buitenplaatsen gericht. Tot de Tweede Wereldoorlog werden de volgende gebieden gebouwd: Lyceumkwartier, Kerckebosch, Hoge Dennen, Pavia (prinses Beatrixlaan), Kersbergen- Griffensteijn, Patijnpark, Bloemenkwartier, Gerodorp en de omgeving van de Schaerweijdelaan. Als gevolg van de naoorlogse nijpende woningnood moest er zo snel mogelijk een groot aantal goedkope woningen komen. Onder invloed van nieuwe stedenbouwkundige opvattingen (functionalisme) werd de opzet van toekomstige wijken wezenlijk anders dan voor de oorlog het geval was. In eerste instantie koos men voor de voordelige zand- en heigronden aan de noordzijde van Zeist. Al voor de oorlog was begonnen met de bouw van de Indische buurt. Direct na de oorlog werd deze wijk voltooid. Daarachter kwam in het begin van de jaren vijftig het Staatsliedenkwartier, waarna in de jaren zestig de Verzetswijk werd gerealiseerd. Andere uitbreidingen in het begin van de jaren vijftig vonden plaats in Zeist-West. Het park Griffensteijn, dat toen nog gedeeltelijk was bebouwd, werd voltooid. Halverwege de jaren vijftig werd de Vogelbuurt aangelegd. Een iets later aangelegde wijk is de Fazantenbuurt. SAB 7 39

40 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Tussen 1956 en 1970 werden twee grootschalige flatwijken gerealiseerd aan de randen van de bebouwde kom van Zeist: aan de zuidoostkant het Kerckebosch en wat later aan de noordwestkant Vollenhove. Beide projecten waren opgezet om de grote naoorlogse woningnood op te lossen. Na 1970 was de woningnood echter nog niet opgelost, met als oorzaak dat de flatwoningen geen aantrekkingskracht konden uitoefenen op mensen die een betere woning zochten. Men wilde graag verhuizen naar eengezinswoningen. Hiertoe werden na 1970 wijken gebouwd waar het accent meer lag op de bouw van laagbouwwoningen. Achtereenvolgens werden in de jaren zeventig de volgende buurten ontwikkeld: Nijenheim, Couwenhoven, Brugakker, De Clomp en als laatste Crosestein. Daarnaast hebben ook moderne invullingen plaatsgevonden. Voorbeelden hiervan zijn het Lyceumkwartier de nieuwbouw rond de Schapendrift. 2.2 Bestaande situatie omgeving plangebied In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich voornamelijk woningen. Een uitzondering hierop is het kantoorcomplex dat ten noorden van het plangebied ligt. De woningen in de omgeving van het plangebied zijn veelal gebouwd in de periode Weergave woningen ten zuiden van het plangebied In het plangebied was een garagebedrijf gevestigd met een tankstation. De bebouwing in het plangebied is in 2013 gesloopt. De gronden bestaan momenteel uit braakliggend terrein. SAB 8 40

41 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 3 Beleidskader Het al dan niet voldoen aan verschillende randvoorwaarden en uitgangspunten is bepalend voor de vraag of een nieuw bestemmingsplan ook daadwerkelijk uitvoerbaar is. Hierbij moet onder andere worden gedacht aan het ruimtelijke beleid van de hogere overheden en de gemeente. Het bestemmingsplan is op dit aspect getoetst. In dit hoofdstuk is aangegeven wat hiervan de resultaten zijn. 3.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), vastgesteld op 13 maart 2012, vormt de nieuwe, overkoepelende rijksstructuurvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2028, met een doorkijk naar De SVIR vervangt een groot aantal beleidsstukken, waaronder de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit en de Agenda Vitaal Platteland. Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland, doormiddel van een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Om dit doel te bereiken, werkt het Rijk samen met andere overheden. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid. Zo ontstaat er ruimte voor maatwerk en keuzes van burgers en bedrijven. Het Rijk brengt de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven), laat het meer over aan gemeenten en provincies ( decentraal, tenzij ) en de gebruiker komt centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor die belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken ( je gaat er over of niet ). Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Hierdoor neemt de bestuurlijke drukte af en ontstaat er ruimte voor regionaal maatwerk. De verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal laat het Rijk over aan de provincies. Daartoe schaft het Rijk het landschapsbeleid af en beperkt het rijksregimes in het natuurdomein. Concreet betekent dit dat onder meer de nationale landschappen worden geschrapt en de bescherming van deze gebieden wordt overgedragen aan de provincies. Het Rijk versterkt bovendien de samenhang tussen ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit. Ook de (boven)lokale afstemming en uitvoering van verstedelijking wordt overgelaten aan (samenwerkende) gemeenten binnen provinciale kaders. Daarmee laat het Rijk de sturing op verstedelijking los. Er is enkel nog sprake van een ladder voor duurzame verstedelijking (gebaseerd op de SER-ladder ), die zal worden vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening. Alleen in de stedelijke regio s rond de mainports (Noordvleugel en Zuidvleugel) zal het Rijk afspraken maken met decentrale overheden over de programmering van verstedelijking. SAB 9 41

42 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Het Rijk heeft in de SVIR drie doelen geformuleerd om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): 1. Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; 2. Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; 3. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Het Rijk benoemt in de SVIR 13 nationale belangen; hiervoor is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Deze belangen zijn gelijkwaardig aan elkaar en beinvloeden elkaar onderling. Het betreft de volgende belangen: 1. Een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio s met een concentratie van topsectoren; 2. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en energietransitie; 3. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen; 4. Efficiënt gebruik van de ondergrond; 5. Een robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio s inclusief achterlandverbindingen; 6. Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem; 7. Het in stand houden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen; 8. Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico s; 9. Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kader voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling; 10. Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten; 11. Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten; 12. Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten; 13. Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Bij dit laatste belang gaat het onder meer om het vraaggericht programmeren en realiseren van verstedelijking door provincies, gemeenten en marktpartijen, wat nodig is om groei te faciliteren, te anticiperen op stagnatie en krimpregio s leefbaar te houden. Ook dient de ruimte zorgvuldig te worden benut en overprogrammering te worden voorkomen. Om beide te bereiken, gaat de SVIR uit van een ladder voor duurzame verstedelijking die ook wordt opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening. Deze ladder is een procesvereiste. Dit houdt in dat bij ruimtelijke besluiten moet worden gemotiveerd hoe een zorgvuldige afweging is gemaakt van het ruimtegebruik. De ladder werkt met de volgende opeenvolgende stappen: Beoordeling door betrokken overheden of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale en intergemeentelijke behoefte voor bedrijventerreinen, kantoren, wo- SAB 10 42

43 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) ningbouwlocaties, detailhandel en andere stedelijke voorzieningen waarin nog niet elders is voorzien. Indien de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale, intergemeentelijke vraag, beoordelen betrokken overheden of deze binnen bestaand stedelijk gebied kan worden gerealiseerd door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten. Indien herstructurering of transformatie van bestaand stedelijk gebied onvoldoende mogelijkheden biedt om aan de regionale, intergemeentelijke vraag te voldoen, beoordelen betrokken overheden of de ontwikkeling zo kan worden gerealiseerd dat deze passend multimodaal ontsloten is of als zodanig wordt ontwikkeld. Gebiedsgerichte nationale belangen en opgaven, provincie Utrecht De economische kracht van de provincie Utrecht zit voornamelijk in de hoog opgeleide bevolking, de kennisintensieve (zoals de Universiteit Utrecht, het KNMI en het onderzoekscentrum RIVM) en creatieve sectoren, de zakelijke en financiële dienstverlening en life sciences (Utrecht Science Park). Maar ook de centrale ligging en landschappelijke en cultuurhistorische waarden dragen bij aan de economische kracht. De economie en het aantal huishoudens zal in de provincie Utrecht naar verwachting tot 2040 blijven groeien. Tot 2040 is er in de regio Utrecht, waar Zeist toe behoort, nog vraag naar ruim woningen en bovendien vragen rond de woningen om vervanging. Toetsing Het plan behelst de nieuwbouw van woningen in de kern Zeist. Deze ontwikkeling draagt bij aan de woningbouwopgave in de provincie Utrecht. Met de ontwikkelingen in het plangebied zijn geen nationale belangen in het geding. Wat betreft belang 13: een zorgvuldige afweging, wordt verwezen naar de toetsing van de Barro in paragraaf Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Het kabinet heeft in de hiervoor genoemde SVIR vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou moeten worden ingezet. Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote rivieren, Waddenzee en waddengebied, Defensie, Ecologische hoofdstructuur, Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, Hoofdwegen en hoofdspoorwegen, Elektriciteitsvoorziening, Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, Primaire waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte). De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Ten aanzien daarvan is een borging door middel van normstelling, gebaseerd op de Wro, gewenst. Die uitspraken onderscheiden zich in die zin dat van de provincies en de gemeenten wordt gevraagd om de inhoud daarvan te laten doorwerken in de ruimtelijke besluitvorming. Zij zijn dus concreet normstellend bedoeld en worden geacht direct of indirect, d.w.z. door tussenkomst van de provincie, door te werken tot op het niveau van de lokale besluitvorming, zoals de vaststelling van bestemmingsplannen. SAB 11 43

44 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken. Slechts daar waar een directe doorwerking niet mogelijk is, bij de Ecologische Hoofdstructuur (de artikelen worden later aan het Barro toegevoegd) en bij de Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde is gekozen voor indirecte doorwerking via provinciaal medebewind. Voor één onderwerp geregeld in dit besluit, voorziet het besluit niet in de (definitieve) begrenzing. Dit betreft de EHS. Ten aanzien van deze begrenzing is bepaald dat de provincies die grenzen (nader) bepalen. Een deel van het Barro is gebaseerd is op eerdere pkb s en beleidsnota s die in de SVIR worden herbevestigd. Deze onderdelen kunnen na vaststelling van de structuurvisie de procedure volgen en vervolgens in werking treden. Het betreft de volgende onderdelen: Project Mainportontwikkeling Rotterdam; Kustfundament; Grote rivieren; Waddenzee en waddengebied; Defensie, en Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde. De regels betreffende de Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde kunnen overigens pas in werking treden, zodra de hiervoor bedoelde Spoedwet Wro in werking treedt (afhankelijk van de parlementaire behandeling). Met de inwerkingtreding van het Barro heeft er ook een wijziging plaatsgevonden van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de Bro is opgenomen dat gemeenten en provincies verplicht zijn om in de toelichting van een ruimtelijk besluit de zogenaamde 'ladder voor duurzame verstedelijking' op te nemen, wanneer een zodanig ruimtelijk besluit een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt. Toetsing Bij onderhavig plan is de ladder voor duurzame verstedelijking van belang. Om die reden heeft een toetsing aan de ladder plaatsgevonden. Dit document is opgenomen als bijlage 5 bij deze toelichting. Uit de toetsing blijkt dat de eerste vraag (trede) uit de ladder duurzame verstedelijking met ja kan worden beantwoord. Het plan voorziet in een regionale behoefte en sluit aan op de actuele behoefte, die regionaal afgestemd is, zowel in kwantitatieve zin als in kwalitatieve zin. Wat betreft de tweede en derde trede kan worden gesteld dat onderhavig plan op een binnenstedelijke locatie wordt gerealiseerd. Hierbij moet worden aangetekend dat op basis van de zienswijzen die op het ontwerpbestemmingsplan zijn binnengekomen, het voorliggende inrichtingsplan is aangepast in die zin dat geen sprake meer is van 30 woningen, maar van 24 woningen. De voornoemde toetsing aan de Ladder heeft plaatsgevonden op basis van het oude inrichtingsplan. Gesteld kan echter worden dat als de regionale behoefte voor 30 woningen kan worden aangetoond, dit ook voor 24 woningen het geval is. De voornoemde conclusie blijft dus overeind staan. SAB 12 44

45 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) De regels die zijn opgenomen in het Barro zijn voor het overige niet van toepassing op onderhavig plangebied. Het Barro vormt derhalve geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling in het plangebied Nationaal Waterplan en Waterwet In december 2009 heeft het kabinet het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water, en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiertoe worden genomen. Het Nationaal Waterplan (NWP) is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet. De Waterwet is op 22 december 2009 in werking getreden. Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de watersysteembenadering. Het doel van de Waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, w.o. de Kaderrichtlijn Water. Een opvallend feit is dat met de inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet de Wvo-vergunning voor het lozen vanuit gemeentelijke rioolstelsels op het oppervlaktewater en de heffing op riooloverstorten verdwijnen. Deze worden vervangen door algemene regels die zijn geformuleerd in het Besluit lozen buiten inrichtingen. Niet alles is echter onder te brengen in de algemene regels. Daartoe introduceert de Waterwet de integrale watergunning. In de integrale watervergunning gaan zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) op in één aparte watervergunning Archeologiebeleid In 1992 heeft Nederland als lid van de Raad van Europa het Verdrag van Malta ondertekend. Dit verdrag heeft als doel het Europese archeologische erfgoed veilig te stellen. Eén van de verdragsverplichtingen voor de Nederlandse overheid is dat zij moet streven naar afstemming en overeenstemming tussen de onderscheiden behoeften van de archeologie en de ruimtelijke ordening, door er op toe te zien dat archeologen worden betrokken bij het planningsbeleid ten einde te komen tot evenwichtige strategieën voor de bescherming, het behoud en het beter tot hun recht doen komen van plaatsen van archeologisch belang. De Nederlandse overheid dient waarborgen te creëren dat archeologen, stedenbouwkundigen en planologen stelselmatig met elkaar overleggen ten einde te komen tot wijziging van ontwikkelingsplannen die het archeologische erfgoed zouden kunnen aantasten. Daartoe zou bij de voorbereiding van bestemmingsplannen meer aandacht moeten worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden en bij de aanwezigheid van archeologische waarden zouden beschermende regelingen in het plan moeten worden opgenomen. Daarbij dient volgens het Verdrag het uitgangspunt te zijn dat de bodemverstoorder betaalt. Ter implementatie van het Verdrag van Malta is per 1 september 2007 een nieuwe wet van kracht geworden, de Wet op de archeologische en monumentenzorg (Wamz) genaamd. De Wamz is een wijzigingswet en brengt onder meer wijzigingen aan in de Monumentenwet SAB 13 45

46 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Het belangrijkste doel van de Wamz is de bescherming van de aanwezige en de te verwachten archeologische waarden door het reguleren van bodemverstorende activiteiten. Hierbij gaat de Wamz uit van het zo vroeg mogelijk betrekken van de archeologische waarden in het ruimtelijk ordeningsproces. Specifiek voor het bestemmingsplan is hierop artikel art. 38 van de Monumentenwet 1988: De gemeenteraad houdt bij de vaststelling van een bestemmingsplan als bedoel in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Zie daarvoor paragraaf Overige wettelijke kaders Bij het opstellen van ruimtelijke plannen is diverse (milieu)wetgeving van toepassing, waaronder de Wet luchtkwaliteit, de Flora- en faunawet, besluit externe veiligheid, Wet geluidhinder, etc. Op deze kaders wordt in hoofdstuk 5 nader ingegaan. 3.2 Provinciaal beleid Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) is op 4 februari 2013 vastgesteld. Hierin beschrijft de provincie het ruimtelijke beleid voor de periode tot In de visie staat de doelstellingen die van provinciaal belang zijn en welk beleid daarbij hoort. Ook wordt aangegeven hoe het beleid wordt uitgevoerd. Deels wordt dit gedaan door de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) gelijktijdig met de PRS op te stellen. De verstedelijkingsambities moeten plaatsvinden binnen de rode contouren. Efficiënt, intensief, meervoudig en duurzaam gebruik van de ruimte speelt hierbij een belangrijke rol. Dit geldt zonder meer voor het plangebied in voorliggend bestemmingsplan, omdat alle stedelijke ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt, plaatsvinden op een locatie die binnen de rode bebouwingscontour ligt. Het plangebied ligt binnen de kern Zeist en valt volledig binnen deze rode contour en draagt daarmee bij aan de hierboven beschreven ambitie. SAB 14 46

47 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Kaart rode-contouren provincie Utrecht Provinciaal Waterplan Het Waterplan van de provincie Utrecht omvat het beleid voor waterveiligheid, waterbeheer en gebruik en beleving van water in de provincie Utrecht voor de periode Met dit plan, door Provinciale Staten op 23 november 2009 vastgesteld, voldoet de provincie aan de verplichting van de Waterwet om voor een periode van zes jaar een regionaal waterplan op te stellen. Het vervangt het Waterhuishoudingsplan , dat hiermee vervalt. Het Provinciaal Waterplan bevat geen specifieke informatie over de gemeente Zeist. Uit de verschillende kaarten die zijn opgenomen in het Waterplan is wel informatie af te afleiden. Hieruit blijkt onder meer dat het plangebied binnen het infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug ligt. Dit betekent onder meer dat bij functiewijzigingen rekening gehouden moet worden met de eventuele aantasting van het grondwater Provinciaal Milieubeleidsplan (PMP) Het Provinciaal Milieubeleidsplan, kortweg PMP, beschrijft het provinciale milieubeleid tot en met 2011 en biedt een doorkijk voor de middellange termijn. Onderwerpen die in het PMP centraal staan zijn luchtkwaliteit, hinder (geur, geluid en licht), externe veiligheid, bodem en grondwater. In het plan wordt meer dan voorheen aandacht besteed aan de toekomstbestendigheid; duurzame ontwikkeling, energie, klimaat en nuttige toepassing van afval. De provincie geeft daarbij aan dat de afgelopen jaren, en naar verwachting ook de komende jaren, het brede milieubeleid een snelle groei zal doormaken in zowel de uitvoering als de ontwikkeling en innovatie. De gemeente Zeist SAB 15 47

48 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) heeft het hiervoor genoemde beleidskader naar gemeentelijk niveau vertaald in haar eigen Milieubeleidsplan In hoofdstuk 5 zal hier nader op worden ingegaan. 3.3 Regionaal beleid Waterbeheerplan Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft op 28 oktober 2009 het Waterbeheerplan Water Voorop! voor de periode vastgesteld. In het Waterbeheerplan staat in grote lijnen het waterbeheer voor de planperiode beschreven. Het plan bevat alle taakvelden van het waterschap: de zorg voor schoon water, veilige dijken en droge voeten. Ook staat beschreven hoe deze taak het beste binnen de leef- en werkomgeving kan worden uitgevoerd. Daarnaast wordt er een overzicht gegeven van de ambities en doelen die het waterschap heeft voor deze periode. De volgende thema s komen in het Waterbeheerplan aan bod: Veiligheid; Voldoende water; Schoon water; Recreatie, landschap en cultuurhistorie. 3.4 Gemeentelijke beleid Structuurvisie Gemeente Zeist 2020 Op 7 maart 2011 heeft de gemeenteraad van Zeist de structuurvisie gemeente Zeist 2020 vastgesteld. Hieraan vooraf is een ontwikkelingsperspectief 2030 opgesteld die de basis legde voor de structuurvisie. In dit perspectief worden vier kernwaarden geformuleerd: natuur en landschap, cultuurhistorie, duurzaam en zorgzaam en de kwaliteit van vijf kernen met een eigen identiteit. Deze kernwaarden zijn nu vertaald naar tien hoofdkeuzes: Groen versterken; Verleden zichtbaar maken; Ervaren en gebruiken; De kracht van buurten, wijken en kernen; Leefomgeving en milieu: zone A28, onderzoek overkapping; Beter bereikbaar; Bouwen en wonen: maatwerk en kwaliteit voorop; Centrum aantrekkelijk; Economisch gezond en duurzaam; Van visie naar uitvoering. De hoofdkeuze Bouwen en wonen: maatwerk en kwaliteit voorop is van toepassing op het plangebied. Gemeente Zeist kiest ervoor om bij nieuwbouw aan te sluiten bij kwaliteiten van de omgeving. Evenzo geldt dat voor transformatie van gebouwen. Dat houdt dus maatwerk in. Het aantal woningen volgt op de keuze voor kwaliteit. Als het nodig is voor integrale kwaliteitsverbetering van een gebied kiest de gemeente ervoor bebouwing te ruilen tegen groene gebieden en andersom. Ook wil zij de doorstroming SAB 16 48

49 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) op de woningmarkt stimuleren zodat er woningen beschikbaar zijn, in het bijzonder voor starters op de woningmarkt, veelal jonge gezinnen en middeninkomensgroepen Woonvisie Op 14 mei 2013 is de Woonvisie vastgesteld. De woonvisie is een uitwerking van de structuurvisie die door de gemeenteraad is vastgesteld. Zeist streeft naar een gedifferentieerde woningbouwproductie en een gedifferentieerde samenstelling van de wijken. Voor starters, middeninkomens en de doelgroep voor levensloopbestendig bouwen zijn in de diverse wijken woonmogelijkheden. Hierdoor is het prettig wonen en ontstaat er een duurzame samenleving waarin mensen elkaar kunnen helpen. In het aanbod van nieuwbouw willen we hierop sturen waar mogelijk. Ook vinden we een duurzame woningvoorraad belangrijk om ook in de toekomst goede huisvesting te kunnen bieden aan onze inwoners, zonder dat het milieu hiervan teveel schade ondervindt. De gemeente vindt nieuwbouw noodzakelijk, maar wel aansluitend bij de kwaliteit van de omgeving. De voorgenomen ontwikkeling voorziet hierin doordat woningen worden gebouwd die aansluiten op de kwaliteit die de omliggende woningen bieden en omgeving Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan Het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP, maart 2001) is een strategisch beleidskader voor de komende 10 jaar op het gebied van mobiliteit, verkeer en vervoer. In het GVVP zijn doelstellingen en beleidskaders opgenomen voor het autoverkeer, de fiets, openbaar vervoer, verkeersveiligheid, flankerend beleid en milieu en is de toekomstige hoofdverkeersstructuur voor Zeist vastgelegd. Met het vaststellen van deze structuur is primair beoogd een oplossing te bieden voor verkeersproblemen. Hierbij zijn vier aandachtsgebieden centraal gesteld: leefbaarheid en veiligheid, bereikbaarheid, natuur en milieu, identiteit en cultuurhistorie. Bij de opzet van de hoofdverkeersstructuur is onderscheid gemaakt tussen hoofdwegen van de 1e orde (wegen die voornamelijk gericht zijn op de doorstroming van het gemotoriseerde verkeer), hoofdwegen van de 2e orde (wegen die zijn bedoeld voor de bereikbaarheid van (centrale) voorzieningen en woonwijken) en verblijfsgebieden (wegen, lanen en straten waar het gemotoriseerde verkeer ondergeschikt wordt gemaakt aan het langzaam verkeer en waar de woonkwaliteit voorop staat). Nabij het plangebied is de Utrechtseweg als hoofdweg aangewezen. Het beleid is erop gericht een maximumsnelheid van 50 km/u te hanteren, de verkeersregelinstallaties (VRI's) naar gelang de gewenste verkeersstroom juist af te stellen en de wegen passend in te richten. De overige wegen nabij het plangebied zijn verblijfsgebieden dan wel woonerven. In de verblijfsgebieden geldt een maximumsnelheid van 30 km/u en heeft het langzaam verkeer prioriteit boven het gemotoriseerde verkeer. SAB 17 49

50 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Groenstructuurplan Groen (voor) Zeist De gemeente Zeist heeft op 6 september 2011 een nieuw groenstructuurplan vastgesteld. Het groenstructuurplan schetst de hoofdlijnen van het beleid voor het openbaar groen binnen de bebouwde kom van de kernen van Zeist. Groen en landschap is in Zeist al eeuwenlang de motor achter de ruimtelijke en sociaal-economische ontwikkeling van deze gemeente. In Zeist is groen nog steeds iets dat van invloed is op hoe er over de omgeving wordt gedacht en hoe ermee wordt omgegaan. Het hoofddoel van het groenstructuurplan is het veiligstellen, koesteren en versterken van het groene karakter van Zeist. Optimaliseren van de kernwaarden is daarbij het belangrijkste uitgangspunt. Hieronder zijn de randvoorwaarden voor het in stand houden en versterken van de kernwaarden geformuleerd, welke tevens van belang zijn bij de inrichting van het plangebied: het veiligstellen, koesteren en versterken van het groene karakter van Zeist; de verschillen per landschapstype koesteren, zichtbaar houden en versterken in beeldopbouw, soorttoepassing en in beheer; het koesteren, zichtbaar houden en versterken van de groene samenhang binnen het cultuurhistorisch raamwerk als geheel, inclusief laanpatronen en lopen van oude wegen; inzetten op bomen en lanen als dragers van de groenstructuur en als beeldkenmerk van Zeist; het bevorderen van het doorlopen van landschappelijke structuren in de directe woonomgeving van mensen; het koesteren, behouden en versterken van het Zeister profiel van bomen in gras als typisch Zeister kenmerk; maximaal ruimte bieden voor gebruik van het groen in de woonomgeving, in een grote verscheidenheid aan gebruiksmogelijkheden, en bij voldoende ruimte verschillende groenfuncties combineren middels zonering; de collage van kenmerkende groene karakters van de buurten van Zeist moet worden gekoesterd, zichtbaar worden gehouden en versterkt; bij voldoende ruimte natuurontwikkeling en beleving in de woonomgeving bevorderen; het belang van de privé tuinen voor de groenstructuur benadrukken Milieubeleidsplan gemeente Zeist Dit milieubeleidsplan heeft tot doel de prettige, gezonde en duurzame leefomgeving van Zeist te behouden en te verbeteren. Het plan steunt op drie pijlers: wonen, leven en werken. De uitdaging en de kansen voor het milieubeleid komen hoofdzakelijk voort uit de volgende vier ontwikkelingen. Ten eerste staat Zeist voor een netto woningbouwopgave van 3000 woningen tot 2020 die gerealiseerd moet worden. Dit legt een druk op de milieukwaliteiten, maar biedt ook kansen voor verbeteringen. De tweede uitdaging ligt bij duurzaam bouwen en energie/klimaat. Door de relatief grote woningbouwopgave liggen er grote kansen voor gebruik van duurzame bouwmethoden, en energiezuinige of zelfs klimaatneutrale maatregelen. De derde uitdaging is gelegen in het groene karakter van de gemeente. Milieu en groen kunnen elkaar versterken. Een gezond milieu is een voorwaarde voor het behoud van de ecologische waarden, maar anderzijds kan de groenstructuur ook bijdragen aan milieu- SAB 18 50

51 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) kwaliteit. Ten slotte leidt de typische Zeister verkeerssituatie tot de vierde uitdaging voor het milieubeleid. De Zeister milieuopgave maakt het noodzakelijk dat milieu beter integreert met het ruimtelijke beleid. Daarom is in het Milieubeleidsplan gebiedsgericht milieubeleid opgenomen. Dit houdt in dat er niet meer overal dezelfde milieunorm wordt nagestreefd, maar dat de milieukwaliteit wordt gekozen die past bij het karakter van een gebied. Voor Zeist zijn er acht gebiedstypen geformuleerd: centrum, subkernen, woonwijken, wonen en werken in het groen, kantoren en publieksintensieve voorzieningen, bedrijventerreinen, natuurlijke buitengebieden en verkeersassen. Voor elk soort gebied in de kern is een zogenaamd milieukwaliteitsprofiel ontwikkeld. In deze profielen zijn voor alle belangrijke milieuthema s een basis- en streefkwaliteit geformuleerd die past bij het karakter van het gebied. De bedoeling is om deze te gebruiken als referentiekaders bij het opstellen van bestemmingsplannen, grote ruimtelijke projecten, beleidsplannen of de structuurvisies. De wettelijke normen blijven gewoon bestaan. De gedachte achter gebiedsgericht milieubeleid is dat er in bepaalde gebieden naar gestreefd moet worden om een gebiedsspecifieke milieukwaliteit te behouden/bewerkstelligen. De omgeving van het plangebied behoort tot het gebiedstype woonwijk. Het kwaliteitsprofiel hierbij is in de navolgende tabel weergegeven: SAB 19 51

52 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Tabel: Kwaliteitsprofiel woonwijk In hoofdstuk 5 is het planvoornemen getoetst aan verschillende milieuaspecten Welstandsnota 2010 Een omgevingsvergunning voor bouwen kan uitsluitend aan welstandseisen worden getoetst, op grond van criteria zoals die zijn benoemd in de welstandsnota. Op 7 september 2010 heeft de gemeenteraad van Zeist de welstandsnota 2010 vastgesteld. Bouwplannen die ter advisering aan de welstandscommissie worden voorgelegd, worden beoordeeld aan de hand van deze welstandsnota. De nota bevat loketcriteria, objectgerichte criteria en gebiedsgerichte criteria. Loketcriteria zijn zo concreet dat een aspirant-bouwer als het ware aan het loket van de gemeente zelf al kan zien of zijn bouwplan daaraan voldoet. Loketcriteria mogen uitsluitend betrekking hebben op de plaatsing, de vorm, de maatvoering, het materiaalgebruik en de kleur van het bouw- SAB 20 52

53 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) werk. De objectgerichte zijn ingedeeld in richtlijnen voor beoordeling van kleine bouwplannen zoals aan- en bijgebouwen, en van specifieke objecten, zoals instellingsterreinen of landgoederen. Ze hebben met elkaar gemeen dat het object, het bouwwerk zelf, bij de toetsing voorop staat. De gebiedsgerichte criteria hebben betrekking op samenhangende stedenbouwkundige en architectonische eigenschappen. Een (historisch) centrum vraagt immers om een andere benadering dan een bedrijventerrein. Het plangebied behoort tot het welstandgebied Stichtse Lustwarande. De volgende welstandscriteria zijn van toepassing: Algemeen de bestaande gebouwde en groene omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder (vergunningplichtig) bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering dient te passen binnen de bestaande stedenbouwkundige structuur, de typologie van gebouwen en de detaillering, kleur- en materiaalgebruik. Plaatsing het bouwwerk kent een representatieve gevel die op de openbare ruimte gericht is het bouwwerk staat op ruime kavels in een groene omgeving (B). Massa en vorm de massaopbouw is per cluster in onderlinge samenhang; ritmiek en variatie in de gevels komen voort uit vormgeving en detaillering van gevels en gevelopeningen; de massa bevat expressionistische vormen, het gebouw moet zich tonen ; de gevelindeling is gestileerd en geordend. Nieuwe invullingen kunnen modern zijn, mits in samenhang met de omliggende kwaliteiten en morfologie. Detaillering, kleur- en materiaalgebruik detailleringen bestaan uit ornamenten en geveldecoraties Gemeentelijk archeologiebeleid Nederland heeft als lid van de Raad van Europa het Verdrag van Valletta (Malta, 1992) ondertekend. Dit verdrag heeft als doel het Europese archeologische erfgoed veilig te stellen. Een van de verdragsverplichtingen voor de Nederlandse overheid is dat zij moet streven naar afstemming en overeenstemming tussen de onderscheiden behoeften van de archeologie en de ruimtelijke ordening, door er op toe te zien dat archeologen worden betrokken bij het planningsbeleid ten einde te komen tot evenwichtige strategieën voor de bescherming, het behoud en het beter tot hun recht doen komen van plaatsen van archeologisch belang. Om behoud van het bodemarchief te realiseren wordt in het Verdrag aangegeven dat het archeologisch belang zo vroeg mogelijk tijdens, of zelfs voorafgaand aan processen van ruimtelijke plan- en besluitvorming dient te worden meegewogen. Hiertoe dient de Nederlandse overheid waarborgen te creëren voor stelselmatig overleg tussen archeologen, stedenbouwkundigen en planologen. Daartoe zou bij de voorbereiding van bestemmingsplannen meer aandacht moeten worden besteed aan de mogelijke aanwezigheid van archeologische resten en bij de aanwezigheid hiervan zouden meer beschermende regelingen in het SAB 21 53

54 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) plan moeten worden opgenomen. Daarbij dient volgens het Verdrag het uitgangspunt te zijn dat de bodemverstoorder betaalt. Per 1 september 2007 is als uitwerking van het Verdrag van Valetta de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Archeologische taken en verplichtingen, die voortvloeien uit de Wamz, liggen vanaf die datum bij de gemeenten. Van hen wordt verwacht dat zij een archeologisch beleid met bijbehorende instrumenten ontwikkelen. De belangrijkste verplichting ingevolge de Wamz is dat de gemeenteraad bij vaststelling van bestemmingsplannen rekening moet houden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische resten. Daarom heeft de Raad van de gemeente Zeist een beleidsadvieskaart vastgesteld. Deze maakt onderdeel uit van de Nota Archeologische Monumentenzorg Zeist 2009 en de erfgoedverordening. Op deze kaart worden zones en terreinen met verschillende archeologische (verwachtings)waarden aangegeven. Op deze kaart wordt aangegeven hoe hoog de verwachtingen zijn voor het grondgebied van de gemeente ten aanzien van het aantreffen van archeologische resten. Op basis van deze zones worden eisen gesteld. Deze kaart maakt inzichtelijk welke terreinen wel en niet in aanmerking komen voor planologische maatregelen gericht op behoud en/of beheer. Hier wordt verwezen naar de beleidskaart van de gemeente Zeist. De op de beleidskaart geformuleerde verwachting op het aantreffen van archeologische resten en de hierbij behorende regels vormen de onderlegger voor het huidige bestemmingsplan. Het plangebied is gelegen in een gebied met een middelhoge verwachting op archeologische resten. Voor deze zones met een middelhoge verwachting geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is indien het plangebied een oppervlakte heeft van meer dan m² en bodemverstoringen dieper dan 0,3 meter beneden maaiveld plaatsvinden Waterplan Zeist In 2004 is een integraal waterplan voor de gemeente Zeist is vastgesteld. Dit plan is een samenwerking tussen gemeente, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Hydron Midden Nederland en provincie Utrecht. Met dit plan wordt beoogd de effectiviteit en efficientie van het water(keten)-beheer in Zeist te verhogen. Dit heeft betrekking op zowel waterkwaliteit als waterkwantiteit. Het water in Zeist vervult een belangrijke rol voor de beleving, cultuurhistorie, ecologie en aan- en afvoer van water. De ambitie van het waterplan is om zorgvuldig met water om te gaan. Daarom geldt voor heel Zeist, dat er zuinig moet worden omgegaan met grondwater en oppervlaktewater. De kwaliteit van het grondwater wordt verbeterd door de sanering van bronnen van verontreiniging. Door het zoveel mogelijk vasthouden van regenwater en kwelwater kan de verdroging worden bestreden en kan de inlaat van gebiedsvreemd water zoveel mogelijk worden beperkt. Deze benadering past goed binnen de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Om het gebiedseigen water in Zeist vast te houden wordt waar mogelijk verhard oppervlak afgekoppeld van de riolering en geïnfiltreerd in de bodem. De kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater mag niet verslechteren ten opzichte van de huidige situatie. Verbetering van de waterkwaliteit is een belangrijk doel. Er blijft water van buitenaf nodig voor aanvulling en verversing om waterkwaliteitsproblemen te voorkomen en de beleving te verbeteren. Dit gebiedsvreemde water wordt SAB 22 54

55 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) alleen gebruikt voor stedelijk en agrarisch gebied. Natuurgebieden worden zoveel mogelijk zelfvoorzienend door maximaal gebruik van de aanwezige kwel en het instellen van flexibel peilbeheer om water vast te houden. De schakels in de waterketen worden goed op elkaar afgestemd, waaronder het beheer en onderhoud. Tijdens riooloverstorten moet het vuile water versneld worden afgevoerd met doorspoelwater, zodat risico s voor de volksgezondheid worden beperkt Parkeerbeleidsnota Het parkeerbeleid in de gemeente Zeist is verwoord in de Parkeerbeleidsnota Zeist (mei 2004). In deze nota zijn verschillende (functionele) gebieden onderscheiden waarop verschillende parkeermodellen zijn toegepast. Voor het plangebied zijn de volgende functionele gebieden van belang: woonwijken/ buurten en bedrijventerreinen/kantoorgebieden. Voor de woonwijken/buurten is het leefbaarheidsmodel van toepassing. De belangrijkste uitgangspunten in dit model zijn: voorkomen en waar nodig verminderen van parkeeroverlast; verhoging van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving; vermindering van verkeershinder en verkeersonveiligheid; verbetering kwaliteit parkeervoorzieningen gebouwd en op straat; voorkomen overloop parkeren. Het handhaven en creëren van een aantrekkelijk en verkeersveilig leef- en verblijfsklimaat staat in de woonwijken centraal. De bereikbaarheid voor bewoners en hun bezoekers heeft hierbij prioriteit. Daarbij wordt opgemerkt dat ook in woongebieden direct rond kantoren/bedrijven, prioriteit wordt gegeven aan de bewoners. De richtlijn is een parkeerdruk (bezettingsgraad van het aantal beschikbare parkeerplaatsen) van maximaal 90%. Parkeernormen In de parkeerbeleidsnota worden parkeernormen gehanteerd die gebaseerd zijn op nieuwe parkeerkencijfers van het CROW. De nieuwe parkeernormen gelden voor nieuwbouw-, uit- en inbreidingsprojecten, alsmede functieveranderingen. De parkeernormen gelden niet voor bestaande situaties. Wonen Het aantal parkeerplaatsen per woning is afhankelijk van het type woonmilieu (centrum, schil en rest), het soort woning en de prijs. In de navolgende tabel is aangegeven hoeveel parkeerplaatsen er gerealiseerd moeten worden. Bij nieuwbouwprojecten in bestaande wijken (inbreiding) dient er voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein gerealiseerd te worden, voor zowel bewoners als bezoekers. SAB 23 55

56 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 3.5 Conclusie De structuurvisie van de gemeente streeft onder meer een duurzame stedelijke ontwikkeling, kwalitatieve woonmilieus en passende huisvesting voor alle doelgroepen. Ook wordt gestreefd naar inbreiding en efficiënt gebruik. Binnen deze doelstellingen past onderhavig plan goed. Verder is behoefte aan hoogwaardige woonmilieus. Gesteld kan worden dat met onderhavig deze hoogwaardige woonmilieus kunnen worden gecreëerd. Voorliggend plan voorziet daarom in de bouw van woningen in het dure segment. Hiermee past het plan in de woonbeleid. Onderhavig plan is hiermee in lijn met rijks, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid. SAB 24 56

57 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 4 Planbeschrijving Het plan voorziet in 24 woningen in het hogere segment. Alle woningen worden twee aaneengebouwd. Op de navolgende afbeelding is een verkaveling van de toekomstige situatie weergegeven. Weergave stedenbouwkundige invulling van het plangebied (bron: OPL Architecten) De locatie wordt op deze manier op een efficiënte manier benut voor nieuwbouw van woningen, zoals ook het in hoofdstuk 3 beschreven beleid voorschrijft. Tevens sluit de maatvoering en architectuur van de woningen aan op de aangrenzende woningen aan de Sanatoriumlaan. De architectuur van de nieuwbouw in het plangebied is geënt op de architectuur uit de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw, het zogenaamde hedendaags traditionalisme. In het plangebied worden uitsluitend twee-aaneengebouwde woningen gerealiseerd. Deze woningen worden gerealiseerd in 4 clusters van steeds 6 woningen. Eén cluster wordt langs de Sanatoriumlaan, twee aan weerszijden van de nieuwe woonstraat die vanaf de Laan van Eikenstein het plangebied invoert, en een laatste cluster ligt op de kop aan het eind van deze nieuwe woonstraat. De woningen hebben een goot- en bouwhoogte van respectievelijke maximaal 6 m en 11 m. Op de navolgende afbeeldingen is een voorgevelaanzicht van deze woningen opgenomen. SAB 25 57

58 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Weergave voorgevel twee-aaneengebouwde woningen (bron: OPL architecten) Het parkeren is bij de twee-aaneengebouwde woningen deels voorzien op eigen terrein (24 parkeerplaatsen) en deels voorzien in de openbare ruimte (27 parkeerplaatsen, langsparkeren Sanatoriumlaan en Laan van Einkenstein en in binnengebied). In totaal zijn in het plangebied 51 parkeerplaatsen voorzien. In hoofdstuk 5.9 wordt nader ingegaan op het aspect verkeer en parkeren. Richting de omgeving wordt voorzien in een passende inpassing. Langs de noordzijde (richting de groenvoorziening) wordt een hek die blijvend wordt voorzien van hedera. Een soortgelijke oplossing wordt gerealiseerd aan de westzijde, richting de bestaande woningen. Het hek komt hier ter hoogte van het huidige pad richting Sanatoriumlaan 33 en 35 op de bestaande plaats te staan, waardoor de breedte van dit pad gehandhaafd blijft. Wat betreft het groen geldt dat langs de Laan van Eikenstein enkele bomen moeten worden gerooid. Ter compensatie worden langs de Laan van Eikenstein en de Sanatoriumlaan 7 nieuwe bomen aangeplant. Deze staan op de voorgaande situatietekening aangeduid. SAB 26 58

59 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 5 Randvoorwaarden In dit hoofdstuk worden de relevante milieuaspecten aan de orde gesteld. Hierbij dienen aan de orde te komen bodem, archeologie, flora en fauna, akoestiek, externe veiligheid, bedrijven en milieuzonering, luchtkwaliteit, water en verkeer. 5.1 Bodem Algemeen Voordat een bestemmingsplan wordt vastgesteld voor de toevoeging van functies waar langdurig of frequent mensen verblijven, moet aangetoond zijn dat de bodem en het grondwater geschikt zijn voor het beoogde gebruik. Voor het plangebied dient een bodemonderzoek te worden uitgevoerd Onderzoek Naar aanleiding van de beëindiging van een inrichting met bodembedreigende activiteiten is een eindsituatie-bodemonderzoek op de locatie Sanatoriumlaan 37 te Zeist uitgevoerd in het kader van de wet Milieubeheer (Lawijn, kenmerk: A1, mei 2013). Het rapport is in mei 2013 beoordeeld door de Omgevingsdienst regio Utrecht aan de hand van de NEN5740:2009. Het onderzoek richtte zich op de volgende onderdelen: A- terreindeel oude brandstoftanks; B- terreindeel nieuwe brandstoftanks; C- terreindeel leidingwerk brandstof installatie; D- terreindeel tankstation; E- terreindeel olie-afscheider voorterrein; F- terreindeel olie-afscheider achterterrein; G- terreindeel oude buitenopslag, accu- en olieopslag; H- terreindeel wasplaats; I- terreindeel voormalige spuitcabine / smeerput; J- terreindeel nieuwe buitenopslag, olieopslag en cpr-kast / afvalbak. Tijdens het onderzoek zijn zintuiglijk geen noemenswaardige afwijkingen aangetroffen en analytisch zijn niet tot nauwelijks verhoogde gehalten aan diverse stoffen aangetroffen, met uitzondering van boring 21 (deellocatie nieuwe brandstoftanks) waar een zwakke olie-water reactie is aangetroffen op een diepte van 2,5 m-mv. Analytisch betrof dit een licht verhoogd gehalte aan minerale olie hetgeen te relateren is aan een restverontreiniging die is achtergebleven na de bodemsanering in 1995/1996. Volgens de beoordeling van de Omgevingsdienst, voldoet het uitgevoerde eindsituatie-bodemonderzoek aan de gestelde eisen van de NEN5740:2009. De situatie is in voldoende mate vastgelegd en er is geen sprake van een verslechtering van de bodemkwaliteit ten opzichte van de nulsituatie. Gezien het voornemen om deze locatie te herontwikkelen met woningbouw, is voor de toekomstige aanvraag om Omgevingsvergunning voor het bouwen noodzakelijk om SAB 27 59

60 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) ook de nog niet onderzochte delen van de locatie middels een verkennend bodemonderzoek te laten onderzoeken. Daaronder vallen zogenaamde onverdachte delen van de locatie (die tot nu toe nog niet onderzocht zijn) en delen van de locatie waar mogelijk een slootdemping aanwezig is Conclusie Conclusie is dat de huidige bodemkwaliteit op de locatie geen belemmering vormt voor de bestemmingsplan wijziging. 5.2 Archeologie en cultuurhistorie Archeologische waarden Onderzoek Bureau ADC ArcheoProjecten 1 heeft in december 2012 een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied. In mei 2014 is dit onderzoek definitief gemaakt. Op basis van het bureauonderzoek kan het volgende worden geconcludeerd. De in de inleiding gestelde onderzoeksvragen kunnen op basis van de bereikte resultaten als volgt worden beantwoord: Is / zijn de genoemde hypothese(s), zoals vermeld in de specifieke archeologische verwachting, juist? In boring 2 t/m 4 is een plaggendek op onverstoord dezand (C0horizont) aangetroffen. In boring 3 en en 4 is ook (een restant van) de oorspronkelijke A en/of B-horizont aangetroffen. In het plangebied is daarom sprake van een intact potentieel sporenniveau. Aan de voorzijde van het plangebied (ter plaatse van boring 1) is een tot diep in de C- horizont verstoorde bodem aangetroffen, hier worden geen archeologische resten meer verwacht. De verstoring hangt zeer waarschijnlijk samen met de aanleg en sanering van een garage/tankstation. Omdat over de fundering van de huidige bebouwing geen gegevens voorhanden zijn, is het niet bekend of hier nog archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Moet de specifieke archeologische verwachting worden aangepast? Zo ja, op welke wijze? De verwachting voor de voorzijde van het plangebied kan worden aangepast naar laag. Voor het resterende deel van het plangebied kan de verwachting blijven gehandhaafd. Is het plangebied voldoende onderzocht? Nee. Zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek is nodig om te komen tot een selectiebesluit? Geadviseerd wordt om ter plaatse van boring 2 t/m 5 een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. 1 ADC ArcheoProjecten (16 mei 2014), Archeologisch onderzoek Sanatoriumlaan te Zeist, projectnummer: SAB 28 60

61 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Conclusie Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor uitvoering van dit bestemmingsplan. Ter plaatse van boring 2 t/m 5 dient nog wel een proefsleuvenonderzoek te worden uitgevoerd. In dit kader is een dubbelbestemming Waarde-Archeologie opgenomen. Het archeologisch onderzoek is op deze wijze gekoppeld aan de omgevingsvergunning Cultuurhistorische waarden Onderzoek Door de wijziging van artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moeten naast de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten ook cultuurhistorische waarden te worden meegewogen bij het vaststellen van bestemmingsplannen. Om die reden is een korte analyse verricht van de cultuurhistorische waarden in het plangebied. Het plangebied herbergt geen cultuurhistorisch waardevolle waarden. Het uitvoeren van een nader onderzoek kan derhalve achterwege blijven. Conclusie Het aspect cultuurhistorie vormt geen belemmering voor uitvoering van dit bestemmingsplan Conclusie De aspecten archeologie en cultuurhistorie vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan. 5.3 Flora en fauna Algemeen Bij ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden van het plangebied. Bescherming in het kader van de natuur wet- en regelgeving is op te delen in gebieds- en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming zijn de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur van toepassing. Natuurgebieden of andere gebieden die belangrijk zijn voor flora en fauna kunnen aangewezen worden als Europese Vogelrichtlijn en/of Habitatrichtlijngebieden (Natura 2000). De verplichtingen uit de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden zijn in Nederland opgenomen in de Natuurbeschermingswet Hierin zijn de reeds bestaande staatsnatuurmonumenten ook opgenomen. Soortenbescherming komt voort uit de Flora- en faunawet. Gebiedsbescherming Bij gebiedsbescherming is er onderscheid gemaakt tussen de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In de Natuurbeschermingswet 1998 worden Natura 2000-gebieden en beschermde Natuurmonumenten beschermd. De EHS is niet opgenomen in de natuurwetgeving, maar dient bij de planologische afweging te worden meegenomen. SAB 29 61

62 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Het plangebied te Zeist ligt niet in of nabij een gebied dat is aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingwet Het dichtstbijzijnde beschermde gebied betreft het Natura 2000-gebied Oostelijke vechtplassen. Dit gebied ligt op ruim 10 km afstand ten noordwesten van het plangebied. Gezien de grote afstand tussen het beschermde gebied en de tussenliggende elementen (woningbouw en wegen), zijn er geen negatieve effecten te verwachten op het Natura 2000-gebied. Het plangebied ligt bovendien niet in de EHS. Het dichtstbijzijnde gebied aangewezen als EHS ligt op ongeveer meter afstand van het plangebied. De bosgebieden rondom Zeist, behorende bij de Utrechtse Heuvelrug, vallen onder de EHS. Aangezien de beoogde plannen betrekking hebben op een relatief klein gebied en tussen het plangebied en de EHS al verstorende elementen aanwezig zijn (bebouwing en wegen) zijn zowel directe als indirecte negatieve effecten op de EHS niet te verwachten. Soortenbescherming Soortenbescherming is altijd van toepassing. In Nederland is de bescherming van soorten opgenomen in de Flora- en faunawet. De Flora- en faunawet is gericht op het duurzaam in stand houden van soorten in hun natuurlijk leefgebied. Als een ruimtelijke ingreep rechtstreeks kan leiden tot verstoring of vernietiging van bepaalde beschermde soorten of hun leefgebied, kan het project in strijd zijn met de Flora- en faunawet. Voor het beoordelen van de doorwerking van het aspect soortenbescherming moet worden nagegaan of het plangebied beschermde soorten (zowel planten als dieren) herbergt. De mogelijke negatieve effecten van de ingreep op betreffende soorten moeten worden beschreven. Het plangebied bestaat uit braakliggend terrein. Derhalve is geen sprake van aantasting van vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde soorten Conclusie Het aspect flora en fauna vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan. 5.4 Akoestiek Algemeen De Wet geluidhinder regelt de mate waarin geluid bepaalde functies mag belasten. Indien geluidgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting een akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van wegen en spoorwegen. Wonen is een geluidgevoelige functie. De geluidbelasting op woningen mag in principe de 48 db niet overschrijden. Wegen met een 30 km/u zone zijn formeel uitgezonderd van akoestisch onderzoek. Onderhavig project betreft de realisatie van een geluidgevoelige bestemming in de nabijheid van diverse wegen, waar sprake kan zijn van geluidshinder wegverkeer. Om SAB 30 62

63 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) die reden is door SAB onderzoek uitgevoerd 2. Dit onderzoek is vernieuwd nadat als gevolg van de zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan het inrichtingsplan en functioneel programma zijn gewijzigd. Hierna wordt kort op de inhoud van het onderzoek Onderzoek Onderzochte wegen Binnen het onderzoek is allereerst de Utrechtseweg (1) betrokken, aangezien het plangebied binnen het de geluidzone van deze weg ligt. Ook zijn de Sanatoriumlaan (2), Laan van Eikenstein (3) en de P.C. Hooftlaan (4) in het onderzoek meegenomen. Volgens de Wgh geldt voor deze wegen geen onderzoeksplicht aangezien hier een 30 km/u regime geldt. Vanwege de korte afstand van de weg tot de nieuwe woningen is in het kader van een goede ruimtelijke ordening toch onderzoek gedaan naar de geluidhinder ten gevolge van deze wegen.op onderstaande kaartbeeld staan de voornoemde straatnamen weergegeven. Toetsing aan de Wet geluidhinder Uit het onderzoek blijkt dat geluidbelasting vanwege de Utrechtseweg niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 db. De Wgh legt verder geen restricties op voor de realisatie van de woningen ten aanzien van de Utrechtseweg. Toetsing goede ruimtelijke ordening In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn de geluidbelastingen vanwege de niet-zoneplichtige Sanatoriumlaan, Laan van Eikenstein en de P.C. Hooftlaan inzichtelijk gemaakt. De hoogste berekende geluidbelasting bedraagt: 59 db, inclusief aftrek ex art. 110g Wgh vanwege de Sanatoriumlaan; 51 db, inclusief aftrek ex art. 110g Wgh vanwege de Laan van Eikenstein; 45 db, inclusief aftrek ex art. 110g Wgh vanwege de P.C. Hooftlaan. 2 Akoestisch onderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist, SAB, 26 januari 2016, projectnummer: SAB 31 63

64 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Voor de geluidbelasting vanwege een 30 km/h-weg zijn geen normen opgenomen in de Wgh. Ter vergelijking worden de geluidbelastingen beoordeeld aan de voorkeursgrenswaarde (48 db) en maximale ontheffingswaarde uit de Wgh voor een vergelijkbare 50 km-weg. De maximale ontheffingswaarde voor nieuwe woningen in binnenstedelijk gebied bedraagt 63 db (artikel 83 lid 2 van de Wgh). De geluidbelasting vanwege de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein bedraagt hiermee meer dan de voorkeursgrenswaarde van 48 db. De optredende geluidbelastingen bedragen niet meer dan de maximale ontheffingswaarde van 63 db. Gezien de beperkte schaal van dit project is het niet mogelijk of wenselijk om bronmaatregelen (stiller asfalt) of overdrachtsmaatregelen (afscherming) te treffen die de geluidbelastingen terugbrengen tot waarden die lager zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 db. De maatregelen die kunnen worden genomen bij de ontvanger (woning) zijn erop gericht om te voldoen aan de binnenwaarde van 33 db. Het bepalen van de benodigde maatregelen maakt deel uit van de toetsing in het kader van het Bouwbesluit. Daarnaast zijn, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, de gecumuleerde geluidbelastingen inzichtelijk gemaakt van alle beschouwde wegen. De hoogste berekende gecumuleerde geluidbelasting bedraagt 64 db, excl. aftrek ex. art. 110g Wgh. Om een indruk te krijgen van de aanvaardbaarheid van de totale geluidsituatie wordt de gecumuleerde geluidbelasting beoordeeld aan de normen voor wegverkeerslawaai uit de Wgh. Opgemerkt wordt dat de gecumuleerde geluidbelasting is berekend exclusief aftrek ex art. 110g Wgh. Om de geluidbelasting te beoordelen aan de normstelling uit de Wgh, wordt de aftrek van 5 db ex art. 110g Wgh wel toegepast. Geconcludeerd wordt dat de gecumuleerde geluidbelasting meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 db. De gecumuleerde geluidbelasting, inclusief aftrek ex art. 110g Wgh, bedraagt niet meer dan de maximale ontheffingswaarde van 63 db uit de Wgh. Geconcludeerd wordt dat ten aanzien van de 30 km/h-wegen en de gecumuleerde geluidbelastingen sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Toetsing aan het Bouwbesluit 2012 Op grond van het Bouwbesluit 2012 dient een akoestische binnenwaarde van 33 db bij woningen ten gevolge van wegverkeerslawaai gegarandeerd te worden. Bij het bepalen van de vereiste gevelgeluidwering wordt rekening gehouden met de berekende geluidbelasting op de gevels van de woningen. In het kader van een goed woon- en leefklimaat kan daarbij rekening worden gehouden met de gecumuleerde geluidbelasting. In een aanvullende bouwakoestisch onderzoek dienen de benodigde gevelmaatregelen te worden gedimensioneerd. Dit vindt in een later stadium plaats in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning Conclusie Vanuit akoestisch oogpunt is geen belemmering voor de realisatie van de woningen in het plangebied. Het benodigde bouwakoestische onderzoek wordt in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning uitgevoerd. SAB 32 64

65 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 5.5 Externe veiligheid Algemeen Bepaalde maatschappelijke en bedrijfsmatige activiteiten brengen risico s op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van de risico s bij de productie, opslag, transport en gebruik van gevaarlijke stoffen. De aanwezigheid of het nieuw vestigen van dergelijke activiteiten kunnen beperkingen opleggen aan de omgeving, doordat veiligheidsafstanden tussen risicovolle activiteiten en bijvoorbeeld woningen nodig zijn. Aan de andere kant is het rijksbeleid er op gericht de schaarse ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten. Het ruimtelijk beleid en het externe veiligheidsbeleid moeten dus goed op elkaar worden afgestemd. De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op het beschermen van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (artikel 1 van het Bevi). Kwetsbaar zijn onder meer woningen, onderwijs- en gezondheidsinstellingen, bejaardentehuizen en kinderopvangen dagverblijven. Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kleine kantoren, winkels, horeca en parkeerterreinen. Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt in plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico mag in principe nergens groter zijn dan 1 op 1 miljoen (ofwel 10-6 ). Dit is de kans dat een denkbeeldig persoon, die zich een jaar lang permanent op de betreffende plek bevindt (de plek waarvoor het risico is uitgerekend), dodelijk verongelukt door een ongeval. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar. Elke ruimtelijke ontwikkeling wordt getoetst aan het plaatsgebonden risico van 10-6 als grenswaarde. Het groepsrisico geeft de kans aan dat in één keer een groep mensen die zich in de omgeving van een risicosituatie bevindt, dodelijk door een ongeval wordt getroffen. Groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Bij groepsrisico is het dan ook niet een contour die bepalend is, maar het aantal mensen dat zich gedurende een bepaalde periode binnen de effectafstand van een risicovolle activiteit ophoudt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp. Een ongeval met 100 doden leidt tot meer ontwrichting, leed en emoties, dan een ongeval met 10 dodelijke slachtoffers. Aan de kans op een ramp met 100 doden wordt dan ook een grens gesteld, die een factor honderd lager ligt dan voor een ramp met 10 doden. In het Bevi (stb. 250, 2004) wordt verder een verantwoordingsplicht (door de overheid) voor het groepsrisico rond inrichtingen wettelijk geregeld (artikel 13). De verantwoording houdt in dat wordt aangegeven of risico s acceptabel zijn en welke maatregelen worden genomen om de risico s te verkleinen. Bij bestuurlijke besluitvorming in het kader van de Wet op de ruimtelijke ordening (zoals het bestemmingsplan) en de Wabo (zoals de omgevingsvergunning), moet, als dit relevant kan zijn, het groepsrisico worden verantwoord. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico is een element in deze verantwoording. Naast dit kwantitatieve ijkpunt, dienen meer kwalitatieve elementen bij de verantwoording te worden betrokken. Het eindresultaat van de verantwoording is een oordeel over de aanvaardbaarheid van het groepsrisico. Het gaat daarbij om een politieke afweging van de risico s tegen de maatschappelijke kosten en baten. Dit is een belangrijk verschil met toetsing aan de norm voor het plaatsgebonden risico, die losstaat van de maatschap- SAB 33 65

66 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) pelijke relevantie. Bij de verantwoording moet nadrukkelijk de vraag aan de orde komen of er veiligere alternatieven zijn, bijvoorbeeld een ander productieproces of een andere wijze van opslag en transport. De mogelijkheden voor bestrijding aan de bron spelen hierbij een belangrijke rol. Stationaire bronnen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten de inrichtingsgrens van de betreffende Bevi-inrichting. Bijvoorbeeld rondom chemische fabrieken en lpg-tankstations. Deze bedrijven verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij huizen, ziekenhuizen, scholen of winkels. Het besluit verplicht gemeenten en provincies wettelijk vanaf de inwerkingtreding van het besluit bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden. Het besluit is op enkele onderdelen na op 27 oktober 2004 in werking getreden. Mobiele bronnen Het algemene beleid betreffende het transport van gevaarlijke stoffen is neergelegd in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Circulaire RNVGS), die een uitwerking vormt van de Nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, het Besluit transport externe veiligheid en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. De circulaire sluit aan bij het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) voor wat betreft de normen voor het plaatsgebonden risico en groepsrisico. Daarnaast is aangegeven, hoe met het transport van gevaarlijke stoffen moet worden omgegaan. Voor het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen zijn de eisen opgenomen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) opgenomen. Het Bevb is op 1 januari 2011 in werking getreden. De belangrijkste eisen aan bestemmingsplannen: ruimtelijke reservering voor plaatsgebonden risico en verantwoording van groepsrisico, ruimtelijke reservering voor belemmeringenstrook met aanlegvergunningenstelsel Onderzoek Stationaire en mobiele bronnen Als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling (ontwikkelen kwetsbare objecten) neemt het groepsrisico ter plaatse van het plangebied toe. In de omgeving van het plangebied is geen relevante stationaire en/of mobiele bron gelegen. Hierdoor ligt het plangebied niet binnen het invloedsgebied van een stationaire en/of mobiele bron. Een nadere verantwoording van het groepsrisico kan derhalve achterwege blijven. Op de navolgende afbeelding is een fragment van de provinciale risicokaart opgenomen. De globale ligging van het plangebied is aangeduid met een blauw kader. SAB 34 66

67 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Fragment provinciale risicokaart Utrecht Op bovenstaande afbeelding is te zien dat in de omgeving van het plangebied uitsluitend (beperkt) kwetsbare objecten (groene objecten) zijn gelegen. Elektromagnetische straling Beleidskader elektromagnetische straling Voor hoogspanningslijnen is het beleidskader beschreven in het Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen (Min. VROM d.d. 5 oktober 2005). Hierin adviseert de Staatssecretaris van VROM het in acht nemen van een veiligheidszone, waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla. Voor zendmasten (omroep/gsm/umts) zijn in de EU-publicatie 1999/519/EG blootstellingslimieten aanbevolen voor personen die permanent in de nabijheid van zendmasten verblijven. Nederland heeft deze aanbeveling overgenomen en opgenomen in de Telecommunicatiewet. Beschrijving van de risicosituatie Het plangebied ligt niet binnen de indicatieve veiligheidszone van een hoogspanningslijn, waarbinnen beperkingen in acht genomen moeten worden bij het oprichten van gevoelige objecten. Uit de gegevens op de website blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen zendmasten aanwezig zijn die overschrijdingen kunnen veroorzaken van de geldende blootstellingslimieten voor elektrische en magnetische veldsterkten. De toekomstige situatie zal niet leiden tot het ontstaan van belemmeringen vanwege elektromagnetische straling Conclusie Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan. SAB 35 67

68 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 5.6 Bedrijven en milieuzonering Algemeen Indien door middel van een project nieuwe, gevoelige functies mogelijk worden gemaakt, moet worden aangetoond dat een goed leefmilieu mogelijk kan worden gemaakt. Hierbij moet rekening worden gehouden met omliggende functies met een milieuzone. Omliggende bedrijven mogen niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden aangetast door de realisatie van een nieuwe gevoelige functie. Wat betreft de aanbevolen afstanden tussen bedrijvigheid en gevoelige functies, zoals wonen, is de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering 3 geraadpleegd. Hierin worden richtafstanden voor zowel het omgevingstype gemengd gebied als rustige woonwijk en rustig buitengebied aanbevolen. Gemengde gebieden betreffen gebieden die langs hoofdinfrastructuur liggen en/of gebieden met matige tot sterke functiemenging. In een rustige woonwijk en buitengebied komen vrijwel geen andere functies voor. De richtafstanden gelden voor een gemiddeld nieuw bedrijf en gaan uit van het gebiedstype rustig woongebied. Voor gemengde gebieden kunnen de richtafstanden worden verminderd. De afstand wordt gemeten vanaf het op de verbeelding aangeduide deel voor de bedrijfsmatige activiteit tot aan de gevel van nieuwe of bestaande woningen gelegen buiten betreffend perceel Onderzoek In de directe nabijheid van het betreffende perceel zijn woningen en verschillende bedrijven en maatschappelijke functies gelegen. In de navolgende tabel is een overzicht opgenomen van de betreffende functie en welke hinderafstand op basis van de VNG geldt. Adres Functie Richtafstand op basis Afstand tot plangebied van de VNG Laan van Eikenstein 2 School 30 meter 30 meter Laan van Eikenstein 9 Kantoor 10 meter 40 meter Sanatoriumlaan nr. 16 Kantoor 10 meter 20 meter Sanatoriumlaan 34 Fysiotherapeut 10 meter 40 meter Het naastgelegen kantoorpand aan de Laan van Eikenstein 9 is geen gemiddeld kantoorpand. De nieuwe woningen komen dichterbij dit kantoorpand te liggen dan de bestaande woningen. De tussenliggende afstand van 40 meter is zodanig groot dat dit voor het plan geen belemmering oplevert. Ter plaatse van het plangebied is een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd. Het kantoorpand wordt daarnaast niet beperkt in haar uitbreidingsmogelijkheden door de komst van woningbouw in het plangebied. 3 Bedrijven en milieuzonering, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, SAB 36 68

69 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) De nieuwbouw van woningen in het plangebied verhoudt zich goed tot de functies in de omgeving van het plangebied. Aan voornoemde richtafstand wordt voldaan en het uitvoeren van een nader onderzoek is derhalve niet noodzakelijk Conclusie Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen beperking voor de uitvoerbaarheid van onderhavig bestemmingsplan. 5.7 Luchtkwaliteit Algemeen De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet Milieubeheer hoofdstuk 5, titel 5.2) is een implementatie van diverse Europese richtlijnen omtrent luchtkwaliteit, waarin onder andere grenswaarden voor vervuilende stoffen in de buitenlucht zijn vastgesteld ter bescherming van mens en milieu. In Nederland zijn stikstofdioxide (NO 2 ) en zwevende deeltjes als PM 10 (fijn stof) de maatgevende stoffen waarvan de concentratieniveaus het dichtst bij de grenswaarden liggen. Overschrijdingen van de grenswaarden komen, uitzonderlijke situaties daargelaten, bij andere stoffen niet voor. Hoewel de luchtkwaliteit de afgelopen jaren flink is verbeterd, kan Nederland niet voldoen aan de luchtkwaliteitseisen die sinds 2010 van kracht zijn. De EU heeft Nederland derogatie (uitstel) verleend op grond van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Dit betreft een gemeenschappelijke aanpak van het Rijk en diversie regio s om samen te werken aan een schonere lucht waarbij ruimte wordt geboden aan noodzakelijke ruimtelijke ontwikkelingen. Projecten die in betekenende mate bijdragen aan luchtverontreiniging worden opgenomen in het NSL in de provincies c.q. regio s waar overschrijdingen plaatsvinden. Het maatregelenpakket in het NSL is hiermee in evenwicht en zodanig dat op termijn de luchtkwaliteit in heel Nederland onder de grenswaarden ligt. Projecten die niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan luchtverontreiniging hoeven niet langer individueel getoetst te worden aan de Europese grenswaarden, aangezien deze niet leiden tot een significante verslechtering van de luchtkwaliteit. Deze grens is in de AMvB NIBM gelegd bij 3% van de grenswaarde van een stof: Voor NO 2 en PM 10 betekent dit dat aannemelijk moeten worden gemaakt dat het project tot maximaal 1,2 ųg/m³ verslechtering leidt. Voor een aantal functies (o.a. woningen, kantoren, tuin- en akkerbouw) is dit gekwantificeerd in de ministeriële regeling NIBM. Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wordt afgewogen of het aanvaardbaar is het project op deze plaats te realiseren. Hierbij kan de blootstelling aan luchtverontreiniging een rol spelen, ook als het project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Er is sprake van een significante blootstellingsduur als de verblijfsduur die gemiddeld bij de functie te verwachten is, significant is ten opzichte van een etmaal. Volgens de toelichting op de Handreiking Reken aan Luchtkwaliteit, Actualisatie 2011 is dit onder andere het geval is bij een woning, school of sportterrein. SAB 37 69

70 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Gevoelige bestemmingen zoals scholen, kinderdagverblijven, bejaarden- en zorgtehuizen genieten op grond van het Besluit gevoelige bestemmingen extra bescherming. Substantiële uitbreiding of nieuwvestiging binnen 50 meter van een provinciale weg of 300 meter van een Rijksweg is alleen toegestaan als de concentraties luchtvervuilende stoffen zich onder de grenswaarden bevinden Onderzoek Onderhavig plan betreft de bouw van uitsluitend woningen. Er is een ministeriële regeling NIBM vastgesteld die de (N)IBM-grens voor deze functie kwantificeert. Hieruit blijkt dat woningbouwplannen tot woningen niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit en er dus geen sprake is van bijzonderheden. Aangezien onderhavig plan ruim onder deze grens blijft, kan worden gesteld dat sprake is van een project dat niet in betekenende mate bijdraagt aan (een verslechtering van) de luchtkwaliteit. Er worden om deze reden vanuit de Wet Luchtkwaliteit geen specifieke eisen gesteld aan het bestemmingsplan. Wel dient inzicht te worden gegeven in de luchtkwaliteit vanwege het beginsel van een goede ruimtelijke ordening. De Omgevingsdienst heeft de concentraties stikstofdioxide en fijn stof berekenend met het rekenmodel GeoMilieu, versie In dit rekenmodel is het rekenhart STACKS+ geïntegreerd, welke voldoet aan de Regeling beoordeling. De hieruit voortgekomen concentraties zijn grafisch weergegeven in de navolgende afbeeldingen. Concentraties stikstofdioxide in 2014 in en nabij het plangebied (bron: atlasleefomgeving.nl) SAB 38 70

71 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Concentraties fijnstof (Pm10) in 2014 in en nabij het plangebied (bron: atlasleefomgeving.nl) Hieruit is af te leiden dat de concentratie stikstofdioxide en fijn stof zich beneden de wettelijk toegestane jaargemiddelde grenswaarde van 40 microgram per m³ bevinden. De uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide wordt vanaf concentraties boven de 60 microgram per m³ overschreden. De concentraties in het plangebied bedragen maximaal microgram per m³, wat betekent dat ook aan de uurgemiddelde grenswaarde wordt voldaan. Naast een jaargemiddelde grenswaarde voor fijn stof is er ook een daggemiddelde grenswaarde van 50 microgram per m 3 van kracht, die per jaar 35 keer mag worden overschreden. Uit statistische vergelijkingen van TNO en het RIVM blijkt dat deze grenswaarde bij een concentratie van 31,3 microgram per m³ vaker dan 35 keer wordt overschreden. Aangezien de concentraties fijn stof in het plangebied microgram per m³ bedragen, wordt ook aan deze daggemiddelde grenswaarde voldaan. Vanaf 1 januari 2015 dient het bevoegd gezag de luchtkwaliteit ook te toetsen aan de grenswaarde voor zeer fijn stof (PM 2,5 ). Op basis van onderzoek door het Planbureau voor de Leefomgeving kan worden gesteld dat als aan de grenswaarden voor fijn stof (PM 10 ) wordt voldaan, ook aan de grenswaarde voor zeer fijn stof (PM 2,5 ) wordt voldaan. Dit blijkt ook uit de onderstaande kaartuitsnede. Concentraties fijnstof (Pm10) in 2014 in en nabij het plangebied (bron: atlasleefomgeving.nl) Gemeente Zeist hanteert als uitgangspunt dat binnen de zone van 100 meter gemeten van de rand van een snelweg en 50 meter gemeten van de rand van een gebiedsont- SAB 39 71

72 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) sluitingsweg, geen gevoelige bestemmingen, inclusief woningen, worden geprojecteerd. De ontwikkeling van de 24 woningen draagt niet in betekenende mate bij aan de concentraties stikstofdioxide en fijn stof. Dit betekent dat de ontwikkeling voldoet aan het wetgevende kader voor luchtkwaliteit, zoals vastgelegd in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Uit de berekeningen blijkt dat de concentraties stikstofdioxide maximaal 30 microgram per m³ bedragen in en rond het plangebied in het jaar De concentraties fijn stof in het gebied bedragen maximaal 25 microgram per m³ in het jaar Dit betekent dat de toekomstige bewoners niet worden blootgesteld aan concentraties boven de grenswaarde. Hiermee wordt voldaan aan het beginsel van een goede ruimtelijke ordening. Aanvullend zijn er geen bezwaren vanuit de luchtnota van gemeente Zeist. Vanuit luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling Conclusie Op basis van het voorgaande wordt geconcludeerd dat zowel vanuit de Wet milieubeheer als vanuit een goede ruimtelijke ordening de luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor het onderhavige initiatief. 5.8 Watertoets Door DHV is in januari 2013 een watertoets voor het plangebied uitgevoerd 4. De watertoets is bijgevoegd als bijlage aan dit plan. Ondanks dat inmiddels het inrichtingsplan is gewijzigd (in plaats van 30 woningen worden er nu 24 woningen gebouwd) kan worden gesteld dat de inhoud van dit watertoetsrapport nog steeds bruikbaar is Huidige situatie In de huidige situatie is vuilwater en hemelwater op het gemengde riool aangesloten Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is als volgt: Deklaag van 4 meter bestaande uit fijn zand; Eerste watervoerend pakket tot ca. 35 meter beneden het maaiveld bestaande uit matig fijn tot grof zand; Daaronder een scheidende laag. In het plangebied is milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de bovengrond bestaat uit matig fijn zand Grondwater en ontwatering Uit het Dino-loket van TNO blijkt dat er in de direct omgeving van het plangebied geen grondwaterstanden gemonitoord zijn. De dichtst bijzijnde peilbuizen staan op circa 800 meter van het plangebied. Deze zijn niet representatief voor de grondwaterstan- 4 DHV (31 januari 2013), Waternotitie Sanatoriumlaan Zeist, projectnummer: LW- DE SAB 40 72

73 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Beleid den in het plangebied. De grondwaterstroming is zuidwestelijk gericht. Tijdens het milieukundig bodemonderzoek in november 2008 stond het grondwater gemiddeld 3,0 m beneden het maaiveld. De bodemkaart geeft grondwatertrap VII weer in het plangebied. Dit betekent dat de GHG meer dan 0,8 meter beneden maaiveld ligt en de GLG dieper dan 1,2 meter beneden maaiveld. De ontwateringseis voor nieuwbouw is ca. 1,0 m beneden vloerpeil. Op basis van de beschikbare gegevens kan zonder aanvullende maatregelen in het plangebied aan deze ontwateringseis wordt voldaan. Het hemelwaterbeleid van gemeente Zeist is volgens de verbredingsmodule van het GRP dat zo min mogelijk relatief schoon hemelwater via de riolering wordt afgevoerd naar de AWZI (afvalwaterzuiveringsinstallatie). Hiertoe worden bij nieuwbouw en inbreidingslocaties afvalwater en hemelwater gescheiden ingezameld. Hemelwater wordt geïnfiltreerd in de bodem of afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het gescheiden aanbieden van hemelwater op de perceelsgrens is reeds opgenomen in de bouwverordening. De gemeente heeft voor deze locatie aangegeven dat het hemelwater in principe niet aangesloten mag worden op de riolering. De gemeente heeft geen randvoorwaarden aan de grootte van de infiltratievoorziening, maar geeft aan dat al het hemelwater binnen het plangebied geïnfiltreerd moet worden in de bodem. Voor extreme situaties mag de infiltratievoorziening alleen een bovengronds overloop hebben naar openbaar terrein en dus niet ondergronds aangesloten worden op de riolering Omgang met hemelwater Het huidige verhard oppervlak van het plangebied is aangesloten op een gemengd rioolstelsel. In de nieuwe situatie zal hemelwater en afvalwater gescheiden aangeboden moeten worden. Het afvalwater kan aangesloten worden op het rioolstelsel. Voor het hemelwater moet een infiltratievoorziening aangelegd worden binnen het plangebied. Dit kan bovengronds bijvoorbeeld in de vorm van een wadi of ondergronds met bijvoorbeeld infiltratiekratten. De geschiktheid voor infiltratie van hemelwater is afhankelijk van de bodemdoorlatendheid en de grondwaterstand. De grondwaterstand is diep genoeg om hemelwater te kunnen infiltreren. De bodemdoorlatendheid is tijdens het milieukundig onderzoek niet onderzocht. De verwachting is dat de matig fijnzandige bovengrond redelijk geschikt is voor infiltratie van hemelwater Proces De in deze memo genoemde punten uit het (huidige) hemelwaterbeleid zijn afgestemd met de gemeente. Het gemeentelijk beleid is op deze ontwikkeling van toepassing, het beleid van het waterschap niet direct, omdat er niet geloosd wordt op oppervlaktewater Conclusie Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan. SAB 41 73

74 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 5.9 Verkeer en parkeren Verkeer Het plangebied wordt in hoofdzaak ontsloten op de Laan van Eikenstein. Hier sluit de nieuwe woonstraat op aan. Verder worden enkele woningen (6 stuks) direct ontsloten op de Sanatoriumlaan. In de huidige situatie is in het plangebied een garagebedrijf en een tankstation toegestaan. In de toekomstige situatie zijn 24 woningen in het plangebied voorzien. Het toekomstig gebruik genereert minder verkeersbewegingen dan mogelijk was op basis van het geldende bestemmingsplan. Het aantal verkeersbewegingen kan hiermee naar verwachting worden opgenomen in het heersende verkeersbeeld van de Laan van Eikenstein en de Sanatoriumlaan. Het aspect verkeer vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan Parkeren In de parkeerbeleidsnota van de gemeente Zeist worden parkeernormen gehanteerd die gebaseerd zijn op parkeerkencijfers van het CROW. De parkeernormen gelden voor nieuwbouw-, uit- en inbreidingsprojecten, alsmede functieveranderingen. De parkeernormen gelden niet voor bestaande situaties. Het aantal parkeerplaatsen per woning is afhankelijk van het type woonmilieu (centrum, schil en rest), het soort woning en de prijs. Bij nieuwbouwprojecten in bestaande wijken (inbreiding) dient er voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein gerealiseerd te worden, voor zowel bewoners als bezoekers. In voorliggende bestemmingsplan is sprake van koopwoningen. De 2 onder-één-kapwoningen vallen onder de categorie duur (> ,-). Hiervoor geldt een parkeernorm per woning van 2,1. Dit leidt tot de volgende parkeernorm: Woningtype Parkeernorm Aantal Aantal p-plaatsen Twee-onder-een-kap Categorie duur, 24 woning 50,4 parkeerplaatsen woningen parkeernorm 2,1 per woning Totaal 50,4 parkeerplaatsen In het plangebied worden 51 parkeerplaatsen aangelegd. Bij de ontwikkeling van 24 woningen (alle twee-onder-een-kapwoning) moeten 50,4 parkeerplaatsen in het plangebied worden gerealiseerd. Hiermee zijn voldoende parkeerplaatsen in het plangebied voorzien Conclusie Het aspect verkeer en parkeren vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan. SAB 42 74

75 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 5.10 Kabels en leidingen Beleid en normstelling Planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen dienen te worden gewaarborgd. Tevens dient rond dergelijke leidingen rekening te worden gehouden met zones waarbinnen mogelijke beperkingen gelden. Onderzoek en conclusie Ter hoogte van de Sanatoriumlaan is een drinkwatertransportleiding gelegen. In het bestemmingsplan is deze leiding voorzien van de dubbelbestemming Leiding - Water. Hiermee zijn de belangen van deze leiding beschermd. In het plangebied zijn verder voor zover bekend geen relevante leidingen gelegen. Er wordt geconcludeerd dat het aspect kabels en leidingen de uitvoering van het plan niet in de weg staat Duurzaam Bouwen Algemeen Duurzaam bouwen heeft betrekking op de wijze waarop wordt gebouwd en gesloopt. Aandachtspunten zijn energie en milieu, maar ook gezondheid en toekomstwaarde en gebruikswaarde. Deze eisen worden niet vastgelegd in het bestemmingsplan, maar kunnen wel ruimtelijke gevolgen hebben. Er zijn eisen opgenomen in het bouwbesluit die worden getoetst bij de aanvragen voor een bouwvergunning. Voor het meetbaar maken van de duurzaamheid op gebouwniveau maakt Zeist gebruik van het instrument GPR Gebouw. In het instrument wordt onderscheid gemaakt in de thema s materialen, energie, water, afval, gezondheid en woonkwaliteit. Gebouwontwerpen kunnen getoetst worden aan een van te voren bepaald ambitieniveau door de maatregelen in te voeren in het digitale instrument GPR Gebouw. De te nemen maatregelen kunnen door de gemeente of ontwikkelaar zelf worden gekozen om een bepaald niveau te bereiken. Dit instrument is toepasbaar voor utiliteitsgebouwen, scholen en woningen. GPR Gebouw geeft per thema een rapportcijfer uiteenlopend van 6 (bouwbesluit niveau/minimaal) tot 10 (zeer goed). Voordat de definitieve afspraken over de bouw van de woningen worden gemaakt, wordt een gewenste prestatie per thema s bepaald, mede op basis van het milieubeleidsplan Duurzaam bouwen in relatie met het plangebied Het gehele plangebied behoort tot het gebiedstype woonwijken. Het milieukwaliteitsprofiel voor dergelijke gebiedstypen is in onderstaande tabel weergegeven. Kwaliteitsprofiel woonwijken, bron: milieubeleidsplan gemeente Zeist SAB 43 75

76 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Het plangebied valt onder het gebiedstype woongebied. Voor dit gebiedstype, geldt voor woningen, winkels en kantoren als basiskwaliteit een GPR niveau van 6,0 tot 7,0. De gebiedsambitie voor woningen is 8,0 tot 8,5. Aan deze norm wordt voldaan. Het meenemen van duurzaamheid in nieuwbouwprojecten ofwel duurzaam bouwen, wordt door steeds meer partijen belangrijk gevonden. Het is ook een aspect dat in steeds meer bouwprojecten wordt meegenomen. Op diverse locaties worden al energiezuinige tot energieneutrale woningen gerealiseerd. Diverse bouwpartijen hebben ook al standaard oplossingen voor energieneutraal bouwen. Dit is niet verrassend gezien het steeds groter deel dat de energiekosten in de vaste lasten van woningen vertegenwoordigen. Het kan voor de realisatie van de woningen op Sanatoriumlaan 37 ook een toegevoegde en zeker onderscheidende waarde zijn om heel energiezuinig of energieneutraal te bouwen. Het gebruik van GPR wordt gratis door de gemeente beschikbaar gesteld. Dit instrument vertaalt concrete maatregelen in een prestatiescore voor duurzaam bouwen. De te nemen maatregelen kunnen door de gemeente of ontwikkelaar zelf worden gekozen om een bepaald niveau te bereiken. Hiermee kunt u inzicht krijgen in de kansen voor duurzaamheid Conclusies Dit aspect zal bij de verdere bouwaanvragen en omgevingsvergunning nader worden uitgewerkt. SAB 44 76

77 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 6 Juridische planopzet 6.1 Algemeen Wat is een bestemmingsplan? Het gemeentelijke bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. Vanuit de Wet ruimtelijke ordening volgt een belangrijk principe: het gaat om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder etc.) toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft uit te oefenen. Dit houdt in dat: 1. de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een in het bestemmingsplan aangewezen bestemming ook daadwerkelijk te realiseren, en 2. de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen in strijd met de gegeven bestemming (de overgangsbepalingen zijn hierbij mede van belang). Een afgeleide van de gebruiksregels in het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing (omgevingsvergunning voor het bouwen) en regels voor het verrichten van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden (omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden). Een bestemmingsplan regelt derhalve: 1. het toegestane gebruik van gronden (en de bouwwerken en gebouwen); en een bestemmingsplan kan daarbij regels geven voor: 2. het bebouwen van de gronden; 3. het verrichten van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden. Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument voor het voeren van ruimtelijk beleid, maar het is zeker niet het enige instrument. Andere ruimtelijke wetten en regels zoals de Woningwet, de Monumentenwet 1988, de Algemeen Plaatselijk Verordening, de Wet milieubeheer en de bouwverordening zijn ook erg belangrijk voor het uitoefenen van ruimtelijke beleid Over bestemmen en aanduiden Op de verbeelding is aangegeven welke bestemming gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak. Voor het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak gelden de gebruiksmogelijkheden zoals die in de regels zijn opgenomen. Die toegekende gebruiksmogelijkheden kunnen met behulp van een aanduiding nader worden ingevuld. Een aanduiding is een teken op de verbeelding. Dat teken kan bestaan uit een lijn, een figuur, of een lettercode etc. Via een aanduiding is in de regels iets geregeld. Dat iets kan betrekking hebben op extra mogelijkheden of extra beperkingen voor het gebruik en/of de bebouwing en/of het aanleggen van werken. Aanduidingen kunnen voorkomen in een bestemmingsregel, in meerdere bestemmingsregels en kunnen ook een eigen regel hebben. SAB 45 77

78 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) Hoofdstukopbouw van de regels De regels zijn verdeeld over drie hoofdstukken: 1. Inleidende regels. In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de regels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de regels te waarborgen. Ook is bepaald de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels (artikel 2). 2. Bestemmingsregels. In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. Dit gebeurt in alfabetische volgorde. Per bestemming is het toegestane gebruik geregeld en zijn bouwregels en gebruiksregels opgenomen. Als er dubbelbestemmingen zijn worden die ook in dit hoofdstuk opgenomen. Die komen, ook in alfabetische volgorde, achter de bestemmingsbepalingen. Ieder artikel kent een vaste opzet. Eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels en gebruiksregels opgenomen die specifieker ingaan op bijvoorbeeld de bouwhoogte, situering van gebouwen en de toegestane functies. Aansluitend volgen afwijkingsbevoegdheden met betrekking tot bouw- en/of gebruiksregels. In een enkel geval worden ruimere mogelijkheden geboden door het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid. Belangrijk om te vermelden is dat naast de bestemmingsbepalingen ook in andere artikelen relevante informatie staat die mede gelezen en geïnterpreteerd moeten worden. Alleen zo ontstaat een volledig beeld te verkrijgen van hetgeen is geregeld. 3. Algemene regels. bevat een aantal algemene regels zoals een antidubbeltelregel. 4. Overgangs- en slotregels. In het laatste hoofdstuk zijn respectievelijk het overgangsrecht en een slotregel opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Het doel van deze wet is om te komen tot een samenhangende beoordeling in één procedure van verschillende activiteiten die invloed hebben op de fysieke leefomgeving. De Wabo heeft tot gevolg dat verschillende vergunningen worden verleend in één besluit, de omgevingsvergunning. Ook vergunningen en ontheffingen op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vallen onder de Wabo. Voor het bestemmingsplan heeft dit gevolgen voor de gebruikte terminologie. Termen als aanlegvergunning, sloopvergunning, ontheffing en bouwvergunning zijn vervangen door omgevingsvergunning ten behoeve van. SAB 46 78

79 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 6.2 Dit bestemmingsplan Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan. Bijzonderheden in dit bestemmingsplan De regels in dit bestemmingsplan zijn opgezet aan de hand van hetgeen hierboven is beschreven. Tevens is aangesloten bij de meest actuele landelijke standaard voor de regels en de verbeelding, te weten de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen Het doel van dit bestemmingsplan is het beheer van de bestaande ruimtelijke situatie in het plangebied met ruimte voor kleine ontwikkelingen (via wijzigingsbevoegdheden). Verwezen wordt kortheidshalve hier naar hoofdstuk 4 van deze toelichting voor een beschrijving van het plan. 6.3 Bestemmingen Het voorliggende bestemmingsplan kent drie (hoofd-)bestemmingen, te weten de bestemmingen Wonen, Tuin en Verkeer Wonen Tuin De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, beroep of bedrijf aan huis, tuinen en erven.in totaal mogen 24 woningen in het plangebied worden gebouwd. De maximale goot- en bouwhoogte van de woningen bedraagt respectievelijk 6 m en 11 m. De gronden waaraan de bestemming Tuin is toegekend is bestemd voor tuinen. Ter plaatse mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers en ingangspartijen. De maximale goot- en bouwhoogte van bouwwerken varieert per type bouwwerk, geen gebouwen zijnde. Voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 2 m Verkeer De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen met ten hoogste twee rijstroken, verhardingen voor woonstraten, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen, voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstro- SAB 47 79

80 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) ken, bushaltes en geluidwerende voorzieningen, parkeerstroken en -voorzieningen, fiets- en voetpaden, bermen, groen- en speelvoorzieningen, en watergangen. Ter plaatse van deze bestemming mogen uitsluitend ondergeschikte gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor nutsvoorzieningen, zoals abri's en telefooncellen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals lichtmasten, informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties en straatmeubilair worden gebouwd. Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat de oppervlakte van gebouwen niet meer dan 20 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen. SAB 48 80

81 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 7 Economische uitvoerbaarheid Op grond van artikel 6.12 lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien, het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is. Ten behoeve van dit plan heeft de gemeente met de ontwikkelende partij een (anterieure) exploitatieovereenkomst gesloten, waarin de gemeentelijke kosten voor het plan worden verhaald op deze ontwikkelende partij. Hiermee is het verhaal van kosten anderszins verzekerd. Het vaststellen van een exploitatieplan is derhalve niet meer noodzakelijk. SAB 49 81

82 16RV028 Bijlage 03 BP Sanatoriumlaan 37 (Toelichting) 8 Overleg en inspraak 8.1 Informatieavonden Voor de omwonenden is op 23 juni 2011 een eerste inloopavond georganiseerd om de bewoners te infomeren over het plan. Hier is door de buurtvereniging een verslag van opgesteld. Voorafgaand aan deze terinzagelegging heeft hiernaast op 10 april 2014 een informatiebijeenkomst voor omwonenden plaatsgevonden. 8.2 Inspraak en overleg Het voorontwerpbestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 heeft overeenkomstig de Inspraakverordening Zeist 2006 vanaf 17 juli 2014, gedurende een periode van zes weken, tot en met 27 augustus 2014, ter inzage gelegen. Tijdens de voorgenoemde periode is het voorontwerpbestemmingsplan tevens in het kader van artikel Besluit ruimtelijke ordening (Bro) voorgelegd aan de wettelijke vooroverlegpartners. In totaal zijn er vier inspraakreacties en vier vooroverlegreacties ingediend. In de Nota van inspraak en vooroverleg zijn deze binnengekomen reacties besproken en voorzien van een beantwoording. Deze nota is als bijlage 6 aan deze toelichting toegevoegd. 8.3 Zienswijzen Van 15 januari t/m 25 februari 2015 heeft het ontwerpbestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode heeft iedereen de mogelijkheid gehad om een zienswijze kenbaar te maken. In totaal zijn er acht zienswijzen ingediend, waarvan er drie door meerdere omwonenden zijn ondertekend. Drie zienswijzen zijn ingediend door belangenverenigingen. In de Nota van Zienswijzen, die als bijlage bij deze toelichting is gevoegd, worden de zienswijzen samengevat en voorzien van een antwoord van de gemeente. Ook wordt in deze nota ingegaan op de aanpassingen die voortkomen uit de ingebrachte zienswijzen en enkele ambtshalve wijzigingen. SAB 50 82

83 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Nota van zienswijzen Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 Maart

84 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Inhoud 1 Inleiding Zienswijzen Zienswijze 1 (Sanatoriumlaan 14 c) Zienswijze 2 (Sanatoriumlaan 22) Zienswijze 3 (Sanatoriumlaan 16, 18, 24 en 26) Zienswijze 4 (Sanatoriumlaan 25, 27, 29 en 31) Zienswijze 5 (Sanatoriumlaan 33 en 35) Zienswijze 6 (Stichting Beter Zeist) Zienswijze 7 (Stichting Milieuzorg Zeist e.o.) Zienswijze 8 (Werkgroep Natuurlijk Zeist West) Wijzigingen Algemeen Verbeelding Toelichting Regels Bijlage

85 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 1 Inleiding Van 15 januari t/m 25 februari 2015 heeft het ontwerpbestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode heeft iedereen de mogelijkheid gehad om een zienswijze kenbaar te maken. In totaal zijn er acht zienswijzen ingediend, waarvan er drie door meerdere omwonenden zijn ondertekend. Drie zienswijzen zijn ingediend door belangenverenigingen. In deze Nota van Zienswijzen wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de ingediende zienswijzen en het antwoord van de gemeente. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de onderdelen die ten opzichte van het ontwerp zijn gewijzigd. Het betreft aanpassingen die voortkomen uit de ingebrachte zienswijzen en enkele ambtshalve wijzigingen. 3 85

86 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 2 Zienswijzen 2.1 Zienswijze 1 (Sanatoriumlaan 14 c) Deze zienswijze is op 31 maart 2016 door de bewoners van Sanatoriumlaan 14 c ingetrokken Zienswijze Stichting Beter Zeist Reclamanten onderschrijven de zienswijze van Stichting Beter Zeist. Deze vormt een integraal onderdeel van deze zienswijze. Antwoord gemeente Voor de beantwoording van de zienswijze van Stichting Beter Zeist wordt verwezen naar paragraaf Ontsluitingsweg Reclamanten vinden het principieel ongewenst dat er aan de achterzijde van deze woningen Sanatoriumlaan 25 t/m 31 een ontsluitingsweg wordt gerealiseerd die uitkomt op de Sanatoriumlaan. De reden is dat in het verlengde van deze ontsluitingsweg, de nummers Sanatoriumlaan 14-C en 16 liggen. Voor Sanatoriumlaan 14-B en 14-C ligt de verkeersdrempel. Dit leidt ertoe dat: De verkeersopstoppingen, die nu al ontstaan voor de verkeersdrempel, worden verergerd; voor fietsers een gevaarlijke situatie ontstaat; reclamanten moeite zullen hebben om met de auto hun oprit te verlaten; verkeer dat de ontsluitingsweg uit rijdt, schijnt bij reclamanten naar binnen. Een grote aantasting van het woongenot. Antwoord gemeente Naar aanleiding van de zienswijzen is het bouwplan aangepast, waardoor de ontsluiting in het voorliggende plan aan de Laan van Eikenstein is gesitueerd. Zie verder voor de beantwoording bij paragraaf Vergelijking met autobedrijf/tankstation is niet terecht De gemeente maakt in de inspraaknota ten onrechte de vergelijking met de oude situatie, waarin ter plaatse een autobedrijf/tankstation was gevestigd. De auto s die het tankstation bezochten dat deden in de rijrichting van de Sanatoriumlaan; bestuurders schakelden de motor uit bij het tanken. Bovendien was het benzinestation op de zondag gesloten, net als elke dag na 19:00 uur. Verder was er in deze situatie nooit sprake van recht op de woning aankomend verkeer met verlichting die door het huis heen schijnt. Antwoord gemeente De gemeente heeft een integrale afweging gemaakt van de aanvaardbaarheid van het bouwplan. De bestaande bestemming van de locatie en het voormalige gebruik van de locatie door een garagebedrijf vormen een belangrijk onderdeel van deze afweging. Momenteel mag op grond van het bestemmingsplan op de locatie nog steeds een bedrijf worden gevestigd. Het gaat om een fors bestemmingsvlak, met aanzienlijke bouwmogelijkheden. De gemeente acht een bedrijf op deze locatie echter niet gewenst. Op de locatie was een garagebedrijf gevestigd met een schadebedrijf, een spuiterij en een tankstation. Dit bedrijf zorgde op de locatie voor de nodige hinder (verkeer van en naar het tankstation, werkzaamheden in en om garage, stankhinder van vrijkomende benzineluchten en verflucht van de spuiterij). De hinder van het verkeer van en naar het tankstation beperkte zich hierbij niet alleen tot de daguren. Het tankstation was lange tijd tot 21 u s avonds open en ook op zondagen. Voor de goede orde moet hieraan worden toegevoegd dat een 24-uurs openstelling van het tankstation (bijvoorbeeld in de vorm van een onbemand tankstation) tot de mogelijkheden behoord had en nog steeds behoort. 4 86

87 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) De gemeente acht het gewenst deze situatie op te heffen. Met voorliggend plan is dat mogelijk. De locatie krijgt hierdoor een woonbestemming, waarmee wordt aangesloten op de bestaande omgeving. Het argument dat de nieuwe situatie beter is dan de oude, is daarom wel degelijk belangrijk. Voorbijgaan aan de huidige en vroege situatie zou geen recht doen aan de situatie Alternatief plan Reclamanten verzoeken de gemeente met klem om de ontsluitingsweg te heroverwegen en verwijzen naar het alternatieve plan met de ontsluitingsweg op de Laan van Eikenstein. Antwoord gemeente Naar aanleiding van de zienswijzen die zijn ingediend n.a.v. het ontwerpbestemmingsplan en in overleg met de ontwikkelaar is een alternatief plan opgesteld met de in/uitritsituatie op Laan van Eikenstein. In het overleg met klein comité is duidelijkheid van de gemeente verkregen voor het alternatief met 24 woningen (12 twee-onder-een-kap). De architect geeft aan waar de aanvullingen zijn gekomen ten aanzien van het parkeren en de containeropstelplaatsen. Langs de achterzijde van de huizen is ruimte voor een steeg zodat de mensen achterom kunnen. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen hebben de gemeente en de initiatiefnemer besloten om met de omwonenden in overleg te treden. In de periode augustus december 2015 zijn er verschillende bijeenkomsten geweest waar is gesproken over een aantal varianten op het bouwplan waarop het ontwerpbestemmingsplan was gebaseerd. Uitkomst van dit interactieve proces is het bouwplan, zoals opgenomen in bijlage 1. Dit bouwplan wijkt op onderstaande punten af van het oorspronkelijke plan: Er worden 24 twee-onder-een-kapwoningen gebouwd in plaats van 30 woningen. Er is dus geen ruimte meer voor rijenwoningen; Er wordt alleen gebouwd in het hogere marktsegment; De ontsluiting is gesitueerd aan de Laan van Eikenstein in plaats van aan de Sanatoriumlaan; Er wordt voldoende ruimte gecreëerd voor het opstellen van afvalcontainers. Deze plaatsen liggen verspreid; Het bestaande hekwerk rondom het terrein wordt voorzien van hedera. Aan de achterzijde wordt het bestaande hek 2 m naar achteren geplaatst (dit was ook al zo bij het oorspronkelijke ontwerp om meer ruimte te krijgen aan de voorzijde). Hekwerken die grenzen aan het park worden overgenomen door de gemeente. Hedera wordt aan de zijde van de nieuwe bewoners geplaatst, zijn zij dan ook verantwoordelijk voor. Diverse omwonenden willen hier echter een muur in plaats van een hekwerk. Aan deze wens wordt niet tegemoet gekomen. Om een zijstuk van een muur te voorzien is niet fraai en tevens minder groen. De nieuwe bewoners zullen aan de achterzijde zelf ook nog schuttingen maken, waardoor met name optisch een smalle pijpenla zal ontstaan als er een muur wordt geplaatst. Er komt aan de zijkant gedeeltelijk een nieuw hek ter vervanging van het huidige aluminium hek, in dezelfde kleur als het hek aan de achterzijde. Er worden zeven bomen in het plan geplaatst. Dit ter compensatie van de zeven bomen die nu aan de Laan van Eikenstein staan. Daarnaast worden er twee groenstroken aangelegd aan de Laan van Eikenstein. Op grond van het bovenstaande zijn wij van oordeel dat tegemoet wordt gekomen aan de bezwaren van reclamanten Bouwkundige opnames Reclamanten verzoeken om voor aanvang van de bouwwerkzaamheden een bouwkundige nulmeting te laten uitvoeren door een onafhankelijke deskundige. Antwoord gemeente Zoals reeds in de inspraaknotitie verwoord, kan dit worden toegezegd. De bouwtechnische vooropname zal worden uitgevoerd door de initiatiefnemer. Opgemerkt wordt dat het niet de verwachting is dat er schade zal ontstaan aan de bestaande omliggende woningen. Op basis van reeds uitgevoerde sonderingen is reeds besloten dat er kan worden gebouwd zonder dat er hei-werkzaamheden nodig zijn. 5 87

88 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Taxatie woning Verzocht wordt om de ontwikkelaar te verplichten een onafhankelijke taxatie van de woning voor en na de bouw te laten uitvoeren. Antwoord gemeente De gemeente ziet geen aanleiding de ontwikkelaar dit te verplichten. Het staat reclamant evenwel vrij om een planschadeclaim in te dienen. Deze procedure verloopt separaat aan het bestemmingsplan. 6 88

89 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 2.2 Zienswijze 2 (Sanatoriumlaan 22) Zienswijze Stichting Beter Zeist Reclamant onderschrijft de zienswijze van Stichting Beter Zeist. Deze vormt een integraal onderdeel van deze zienswijze. Antwoord gemeente Voor de beantwoording van de zienswijze van Stichting Beter Zeist wordt verwezen naar paragraaf Vergelijking bestaande situatie Naar aanleiding van diverse inspraakreacties reageert de gemeente met de opmerking dat het vervangen van een garagebedrijf door woningbouw een verbetering is voor de buurt. Aan de vraag of het bouwplan passend is wordt voorbij gegaan. Reclamant vraagt zich af of het indienen van een zienswijze wel zin heeft. Antwoord gemeente Wij verwijzen naar paragraaf Verder kan worden geconcludeerd dat het indienen van een zienswijze in deze procedure wel degelijk zin heeft gehad. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is het bouwplan aangepast, waarbij op een groot aantal punten tegemoet is gekomen aan de wensen en bezwaren van omwonenden Rooilijn Het is niet duidelijk waarom de in de laan passende rooilijn niet gehandhaafd wordt. Volgens de gemeente is een voortuin van 1,5 m een gebruikelijke maat voor het woningtype en is ook de afstand tot de woningen aan de overkant passend in de buurt. Naar aanleiding van inspraakreacties is de rooilijn 2 m naar achteren geplaatst. De vraag is of een voortuin van 3,5 m wel passend is in een buurt waar de voortuinen 5 m diep zijn. Waarop is dit gebaseerd? Antwoord gemeente: Het klopt dat de nieuwe woningen dichter bij de straat komen te staan dan de hoofdbebouwing van Sanato. Overigens stonden hier doorgaans veel auto s geparkeerd. De overkapping van het benzinepompstation stond bovendien nog veel dichter op de straat, met alle drukte van komende en gaande auto s die daarbij hoort. Wij zijn van oordeel dat het vervangen van het garagebedrijf door woningen een verbetering voor de omgeving is. Door het opschuiven van de rooilijn met 2 m naar achteren heeft het plan meer ruimte gekregen en is de rooilijn van de woningen aan de Sanatoriumlaan verder naar achteren gelegen. De gekozen positionering van de woningen langs de Sanatoriumlaan past in het straatbeeld van die straat en doet daar in elk geval geen afbreuk aan. Verder is de afstand tussen de tegenoverliggende gevels volgens het plan van een maat die zeer zeker past in een royale woonbuurt Te weinig groen Het ontwerp bevat te weinig groen. Dit past niet in het bestaande straatbeeld. Volgens de gemeente zullen de tuinen naar verwachting een groene invulling hebben. Daarnaast wordt gesteld dat bewoners vaak minder blij zijn met bomen in grasstroken. Reclamant vindt dit vaag en vind dat dit aan de bewoners zelf gevraagd zou moeten worden. Antwoord gemeente In vergelijking met de oude situatie, waarin op de locatie een garage was gevestigd met een geheel verhard voorplein en pompstation, wordt het straatbeeld een stuk groener en vriendelijker. De nieuwe woningen, voorzien van een voortuin, passen beter in het straatbeeld. Er wordt wel degelijk groen toegevoegd ten opzichte van de voorgaande (bedrijfs)bestemming, waarin helemaal geen groen aanwezig was. Naar aanleiding van de zienswijzen is het bouwplan ook op dit punt aangepast. Zo worden er zeven bomen en twee groenstroken geplaatst. 7 89

90 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Ontsluitingsweg Sanatoriumlaan onwenselijk De ontsluitingsweg van het bouwplan komt uit op de Sanatoriumlaan, die volgens de gemeente het karakter heeft van een woonstraat. Dat is onjuist, het is in feite een doorgaande weg. Onduidelijk is waarom de verkeerssituatie nu veilig wordt geacht. De gemeente gaat niet in op het voorstel om de ontsluitingsweg op de Laan van Eikenstein uit te laten komen. Antwoord gemeente Wij verwijzen naar onze reactie op zienswijze Het bouwplan is op dit onderdeel gewijzigd Te intensieve bebouwing De intensieve bebouwing past niet in de buurt. Ten aanzien van de schaal van de rijtjeswoningen verwijst de gemeente naar de oudste woningen aan de Sanatoriumlaan. Deze zijn echter een uitzondering in het straatbeeld. Maakt dat het bouwplan passend? Antwoord gemeente: Naar aanleiding van deze en andere zienswijzen is het bouwplan aangepast. Het aantal woningen is teruggebracht naar 24. Daarnaast worden er enkel nog twee-onder-een-kapwoningen gebouwd in plaats van rijenwoningen. Voor het overige wordt verwezen naar paragraaf Opstelplaatsen afvalcontainers De gemeente stelt dat de opstelplaatsen voor afvalcontainers na overleg zijn gekozen. Onduidelijk is met wie er is overlegd. Een opstelplaats is storend voor het straatbeeld. Antwoord gemeente Naar aanleiding van deze en andere zienswijzen is het bouwplan aangepast. Verwezen wordt naar paragraaf Bouwkundige opnames Reclamanten verzoeken om voor aanvang van de bouwwerkzaamheden een bouwkundige nulmeting te laten uitvoeren door een onafhankelijke deskundige. Antwoord gemeente: Er wordt verwezen naar de beantwoording in paragraaf Sanering Reclamanten betwijfelen of de (bodem)sanering op de juiste wijze uitgevoerd is. Antwoord gemeente Volgens de beoordeling door de Omgevingsdienst, voldoet het uitgevoerde eindsituatiebodemonderzoek aan de gestelde eisen van de NEN5740. De bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen. De locatie is milieuhygiënisch geschikt voor het beoogde doel. Wat betreft de niet opkomende begroeiing kan nog worden gezegd dat er destijds was aangeraden 1-jarig zaaigoed te planten op de locatie. Het is echter gebleken dat dit zaaigoed niet goed is aangeslagen, waarschijnlijk door de zeer droge periode. 8 90

91 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 2.3 Zienswijze 3 (Sanatoriumlaan 16, 18, 24 en 26) Deze zienswijze is op 22 maart 2016 door de bewoners van Sanatoriumlaan 16, 18, 24 en 26 ingetrokken Zienswijze Stichting Beter Zeist De zienswijze van Stichting Beter Zeist vormt een integraal onderdeel van deze zienswijze. Antwoord gemeente: Voor de beantwoording van de zienswijze van Stichting Beter Zeist wordt verwezen naar paragraaf Intensieve bebouwing De beoogde bebouwing is te intensief, waardoor het hele bouwplan uit haar voegen barst. Dit blijkt uit de volgende punten: Bestaande rooilijnen die in de jaren 30 zijn vastgesteld worden overschreden; Om aan de parkeernormen te voldoen moeten aan beide lanen parkeerplaatsen worden aangelegd. Dit past niet binnen het Zeister profiel; de gehele Sanatoriumlaan wordt gekenmerkt door groenstroken met bomen zonder parkeerhavens. Bijna alle woningen hebben op eigen terrein parkeerruimte voor minimaal 2 auto s. In het bouwplan wordt met dit uitgangspunt gebroken. Er moet een opstelplaats voor afvalcontainers worden aangelegd voor 18 containers; Er is een uitrit gepland op het smalste deel van de Sanatoriumlaan. Hierdoor ontstaat een gevaarlijke situatie, die voorkomen kan worden door de uitrit te verplaatsen naar de Laan van Eikenstein. Dit alles gaat ten koste van de kwaliteit. Antwoord gemeente: Naar aanleiding van deze en overige zienswijzen is het bouwplan aangepast. Verwezen wordt naar paragraaf Wij zijn van oordeel dat aan de bezwaren en wensen van reclamanten tegemoet is gekomen Overleg vooraf Helaas heeft de initiatiefnemer niet vooraf overleg gevoerd met de omwonenden. Zij hadden graag mee willen denken en inspraak willen hebben. Door omwonenden is een alternatief bouwplan bedacht, dat wél voldoet aan het gemeentelijke beleid en waar men zich in kan vinden. Antwoord gemeente: Op 23 juni 2011 en op 10 april 2014 is het plan gepresenteerd aan omwonenden, waarbij voor eenieder de mogelijkheid bestond om vragen te stellen en opmerkingen te maken. Ook op 3 september 2014 heeft nog een overleg plaatsgevonden. Hiernaast is inspraak gevoerd op basis van het voorontwerpbestemmingsplan. Omwonenden zijn dus wel degelijk in een vroeg stadium betrokken bij het plan. Na terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is echter gebleken dat in de buurt onvoldoende draagvlak bestond voor het bouwplan. Gemeente en initiatiefnemer zijn in de periode augustus-december 2015 het gesprek aangegaan met de omwonenden, hetgeen heeft geresulteerd in een aangepast bouwplan Beleid Het beleid is onvoldoende gerespecteerd en wordt vaak terzijde geschoven met als argument dat de nieuwe situatie beter is dan de oude. Antwoord gemeente: Een toetsing aan het gemeentelijke beleid heeft wel degelijk plaats gevonden. De herontwikkeling van dit soort bedrijfsterreinen binnen een woonomgeving is in overeenstemming met de uitgangspunten 9 91

92 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) van de Structuurvisie. Een locatie binnen bestaand stedelijk gebied wordt benut voor woningbouw. Voor wat betreft de vergelijking met de oude situatie verwijzen wij naar paragraaf Te groot aantal woningen Het aantal woningen dat wordt gerealiseerd is te groot voor de omvang van de bouwlocatie. De gemiddelde grootte van een kavel is ook kleiner dan in de omgeving gebruikelijk is. Er worden teveel rijwoningen gebouwd, dit is niet passend in de omgeving. Er is geen samenhang met de omliggende straten. Dit illustreren reclamanten aan de hand van een overzicht van de bestaande woningen aan de Sanatoriumlaan en de P.C. Hooftlaan. Antwoord gemeente: Naar aanleiding van deze en andere zienswijzen is het bouwplan aangepast. Verwezen wordt naar paragraaf Het bouwplan is in strijd met de parkeerbeleidsnota Uitgangspunt is dat parkeren plaatsvindt op eigen terrein. Dit houdt in dat er geen parkeerplaatsen en containeropstelplaatsen buiten het eigen terrein gerealiseerd mogen worden. Antwoord gemeente In paragraaf van de Parkeerbeleidsnota Zeist is aangegeven dat parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein plaats moet vinden. Dit geeft aan dat het geen harde eis, maar het wel het streven is om zoveel mogelijk op eigen terrein te realiseren. Om in voldoende parkeerplaatsen te voorzien en het plan nog economisch haalbaar te maken, is er voor gekozen om tevens parkeerplaatsen langs de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein aan te leggen. Hier is ruimte voor en het voorliggende plan wordt op basis van een integrale afweging aanvaardbaar geacht door de gemeente Openbaar groen Er wordt veel te weinig openbaar groen gerealiseerd. Het bouwplan leidt tot een afname van de hoeveelheid groen. Het groen zou juist, mede op basis van het gemeentelijke beleid (Structuurvisie Groenstructuurplan), moeten worden versterkt. Antwoord gemeente: Er wordt verwezen naar paragraaf Rooilijn Laan van Eikenstein De woningen die beoogd zijn aan de Laan van Eikenstein, staan te dicht aan deze weg. Antwoord gemeente Naar aanleiding van deze en andere zienswijzen is het bouwplan aangepast. In het aangepaste plan zijn de woningen niet meer gericht op de Laan van Eikenstein. Een drietal woningen is met de zijgevel gericht naar de Laan van Eikenstein. Behalve voor de nieuwe ontsluitingsweg wordt aan de Laan van Eikenstein ruimte gemaakt voor een twee groenstroken, een trottoir, openbare parkeerplaatsen en 2 opstelplaatsen voor afvalcontainers. De situering van de nieuwe woningen ten opzichte van de weg wordt als passend gezien Bouwkundige opnames Er wordt verzocht dat er vooraf bouwkundige opnames worden gemaakt voor aanvang van de bouwwerkzaamheden. Antwoord gemeente: Er wordt verwezen naar de beantwoording in paragraaf

93 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Sanering terrein Reclamanten vragen zich af of er niet gesaneerd had moeten worden. Tijdens de sloopwerkzaamheden zijn diverse zaken geconstateerd die het ergste doen vermoeden. Antwoord gemeente Verwezen wordt naar paragraaf

94 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 2.4 Zienswijze 4 (Sanatoriumlaan 25, 27, 29 en 31) Zienswijze Stichting Beter Zeist Reclamanten onderschrijven de zienswijze van Stichting Beter Zeist. Deze vormt een integraal onderdeel van deze zienswijze. Antwoord gemeente Voor de beantwoording van de zienswijze van Stichting Beter Zeist wordt verwezen naar paragraaf Ontsluitingsweg De ontsluitingsweg van het binnenterrein is ongewenst op de beoogde plek. Deze ligt direct achter de woningen Sanatoriumlaan Het aantal verkeersbewegingen zal enorm toenemen, hetgeen leidt tot een onrustige en ongezondere leefomgeving. Daarnaast wordt de privacy aangetast en zal de waarde van de woningen verminderen. Antwoord gemeente: Zie paragraaf Vergelijking met garagebedrijf/tankstation is niet terecht De gemeente maakt in de inspraaknota ten onrechte de vergelijking met de oude situatie, waarin ter plaatse een autobedrijf/tankstation was gevestigd. De auto s die het tankstation bezochten dat deden in de rijrichting van de Sanatoriumlaan; verder golden de sluitingstijden van het tankstation en was het op zondag gesloten. Antwoord gemeente Zie paragraaf Situering nieuwbouw De dichtstbijzijnde woningen van het geplande blok A staat op zeer korte afstand van de woning Sanatoriumlaan 31. Dit leidt tot een aantasting van het woongenot, lichtinval, belemmering van het uitzicht en waardevermindering van de woning. Antwoord gemeente Op basis van een integrale afweging vindt de gemeente woningbouw op deze locatie aanvaardbaar. Dit geldt ook voor de situering van nieuwe woningen (blok A) ter hoogte van Sanatoriumlaan 31. Belangrijk hierbij is dat deze woning in de bestaande situatie direct grenst aan een bedrijfsbestemming. In het voorliggende plan wordt deze functie omgezet naar wonen, hetgeen als meer passend kan worden beschouwd Duurzame afscherming Reclamanten verzoeken om een duurzame afscherming tussen het plangebied en de percelen Sanatoriumlaan Antwoord gemeente: Aan de achterzijde komt een gepoedercoat hek en blijvend voorzien van hedera. Een mooie groene overgang naar het trapveldje erachter. Om dan een zijstuk van een muur te voorzien is niet fraai en tevens minder groen. De nieuwe bewoners zullen aan de achterzijde zelf ook nog schuttingen maken, waardoor met name optisch een smalle pijpenla zal ontstaan als er een muur wordt geplaatst. Er komt aan de zijkant gedeeltelijk een nieuw hek ter vervanging van het huidige aluminium hek, in dezelfde kleur als het hek aan de achterzijde. Dit komt op dezelfde locatie te staan waar het nu staat, waardoor de breedte van het huidige pad naar nummer 33 en 35 gehandhaafd blijft

95 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Bouwkundige opnames Er wordt verzocht dat er vooraf door een onafhankelijke deskundige bouwkundige opnames worden gemaakt voor aanvang van de bouwwerkzaamheden. Antwoord gemeente: Zie paragraaf Sanering Er wordt aan getwijfeld of de sanering op de juiste wijze uitgevoerd is. Antwoord gemeente: Zie paragraaf

96 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 2.5 Zienswijze 5 (Sanatoriumlaan 33 en 35) Deze zienswijze is op 25 maart 2016 door de bewoners van Sanatoriumlaan 35 ingetrokken Zienswijze Stichting Beter Zeist Reclamanten onderschrijven de zienswijze van Stichting Beter Zeist. Deze vormt een integraal onderdeel van deze zienswijze. Antwoord gemeente Voor de beantwoording van de zienswijze van Stichting Beter Zeist wordt verwezen naar paragraaf Recht van overpad Het geprojecteerde brandpad achter de woningen van bouwvlak A bevindt zich op een plek waar een recht van overpad geldt voor de woningen Sanatoriumlaan 33 en 35 en waarvoor een hek is geplaatst. Het is niet de bedoeling dat het brandpad deel uitmaakt van de toegang naar deze woningen. Het hek dient gehandhaafd te blijven of er dient op dezelfde plek een duurzame erfafscheiding gerealiseerd te worden. Antwoord gemeente Het bouwplan zal aan deze situatie niets veranderen. Binnen het aangepaste inrichtingsplan blijft het bestaande hek op de bestaande locatie gehandhaafd. Dit betekent dat de brandgang achter de nieuwe woningen niet is verbonden met het pad richting nr. 33 en 35 en dat de nieuwe bewoners hier ook geen gebruik van kunnen maken. Zie verder de beantwoording bij paragraaf Twee meter strook Het is onterecht en onwenselijk dat er aan de achterzijde een strook van 2 m aan het plan toegevoegd is. Antwoord gemeente Er is voor gekozen om de bedoelde strook van 2 meter op te nemen in het plangebied omdat hiermee binnen het plan ruimte wordt gemaakt om de rooilijn aan de zijde van de Sanatoriumlaan enigszins te verruimen. Dit geeft een beter straatbeeld Planschade Reclamant behoudt zich het recht voor om een planschadeclaim in te dienen. Antwoord gemeente: Reclamant staat het vrij om een planschadeclaim in te dienen. De procedure hiervoor staat los van de bestemmingsplanprocedure

97 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 2.6 Zienswijze 6 (Stichting Beter Zeist) Inspraak Er is geen goede inspraak gevoerd; dit is beperkt gebleven tot een praatje van de ontwikkelaar tijdens de afgelopen jaarvergadering van de vereniging Bewoners Belangen Dichterbij. Dit is een gemiste kans. Antwoord gemeente: De gemeente is van mening dat er wel degelijk inspraak is gevoerd. Op 23 juni 2011 en op 10 april 2014 heeft een informatiebijeenkomst voor omwonenden plaatsgevonden. De als tweede genoemde datum betrof inderdaad de algemene ledenvergadering van de vereniging Bewoners Belangen Dichterbij. De beide informatiebijeenkomsten waren bedoeld om de omwonenden de kans te geven het plan goed te beoordelen en vragen te stellen. Tevens heeft op 3 september 2014 een nader overleg plaatsgevonden door de initiatiefnemer met het bestuur van de Vereniging. In deze bespreking zijn diverse onderdelen van het plan, inclusief mogelijke aanpassingen eraan, besproken. Ten slotte is er inspraak gevoerd op basis van het voorontwerpbestemmingsplan. Na terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is echter gebleken dat in de buurt onvoldoende draagvlak bestond voor het bouwplan. Gemeente en initiatiefnemer zijn in de periode augustus-december 2015 het gesprek aangegaan met de omwonenden, hetgeen heeft geresulteerd in een aangepast bouwplan Structuurvisie 2020 Er is niet op een juiste wijze getoetst aan de Structuurvisie Zeist 2020, noch in de bestemmingsplantoelichting, noch in de beantwoordingsnota van de inspraakreacties. Er had een Nota van Uitgangspunten moeten worden opgesteld, waarbij ook de omgeving bij betrokken had moeten worden. Dat is niet gebeurd. Antwoord gemeente Een toetsing aan het gemeentelijke beleid heeft wel degelijk plaats gevonden. De herontwikkeling van dit soort bedrijfsterreinen binnen een woonomgeving is in overeenstemming met de uitgangspunten van de Structuurvisie. Een locatie binnen bestaand stedelijk gebied wordt benut voor woningbouw. Met reclamant zijn wij het eens dat, achteraf bezien, de omgeving op een andere wijze bij de plannen betrokken had moeten worden. Nu is men genoodzaakt geweest om een zienswijze in te dienen; dit had wellicht voorkomen kunnen worden door het gesprek eerder aan te gaan Vergelijking met vroegere situatie In de behandeling van de inspraakreacties is vaak als argument gebruikt dat de nieuwe situatie beter is dan de oude. Dit wordt echter in twijfel getrokken. Antwoord gemeente: Zie paragraaf Ruimtelijke inpassing Het plan is niet goed ingepast in de bestaande omgeving, want er is niet in de rooilijnen gebouwd en er is niet aangesloten op het Zeister profiel. Antwoord gemeente: Er wordt verwezen naar paragraaf Het bouwplan is, mede naar aanleiding van de zienswijze van reclamant, aangepast

98 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Groen Er is te weinig (openbaar) groen in het plan opgenomen en er is geen groene inbedding van het plan in de omgeving. De groenstrook langs de Laan van Eikenstein verdwijnt ten koste van parkeren. Antwoord gemeente: Er wordt verwezen naar paragraaf Ontsluitingsweg De ontsluitingsweg naar de Sanatoriumlaan is ongewenst, want deze zorgt voor lichthinder, ligt heel dicht de bestaande woningen Sanatoriumlaan en maakt de laan gevaarlijker. Antwoord gemeente: Er wordt verwezen naar paragraaf Functioneel programma De vorige versie van het plan met 24 tweekappers en geen sociale woningen is verkooptechnisch aantrekkelijker dan het nu voorliggende plan. Antwoord gemeente: Zie paragraaf Vuilnisafvoer De vuilnisafvoer zorgt voor problemen omdat alle 18 kliko s (afvalcontainers) van de achterliggende woningen aan de Sanatoriumlaan moeten worden opgesteld. Antwoord gemeente: Zie paragraaf Sanering Er wordt aan getwijfeld of de sanering van het terrein goed is uitgevoerd. Antwoord gemeente: Zie paragraaf Duurzame afscheiding Een duurzame afscheiding met de percelen van Sanatoriumlaan 25 tot en met 31 wordt gewenst geacht. Antwoord gemeente Zie paragraaf Sanatoriumlaan 31 Op korte afstand van de woning Sanatoriumlaan 31 wordt een woning gebouwd, dit leidt tot een aantasting van het woongenot en vermindering van licht en belemmering zicht. Antwoord gemeente: Zie paragraaf Beleid Een integrale afweging van het plan ten opzichte van de beleidskaders wordt gemist

99 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Antwoord gemeente Als beantwoording van veel van de opmerkingen geldt dat de gemeente benadrukt dat er een integrale afweging gemaakt, waarbij ook is meegenomen dat de locatie momenteel een bedrijfsbestemming heeft. Die bestemming kan met dit plan worden opgeheven. Verder kan het groene karakter met dit plan worden versterkt. De gemeente wil verder kort ingaan op enkele specifieke aangehaalde punten: Er wordt aangehaald dat de gemeente de Structuurvisie als zelfbindend document beschouwt. De gemeente Zeist stelt dit ook helemaal niet ter discussie. Het onderhavige plan past binnen de kaders van de Structuurvisie. Paragraaf 5.4. Groen: Er worden zaken aangehaald als bevorderen groen, aanleggen lanen en deze inzetten als structuurdragers. Het onderhavige plan past binnen de kaders. Er is een integrale afweging gemaakt, waarbij ook is meegenomen dat de locatie momenteel een bedrijfsbestemming heeft en er in het geheel geen sprake is van een laankarakter richting de Sanatoriumlaan. Het voorliggende plan vormt een duidelijke verbetering: er worden woningen gerealiseerd en er worden bomen aan de Sanatoriumlaan aangeplant. De Laan van Eikenstein staat inderdaad aangeduid als groene route. Het groene karakter blijft behouden. Er worden weliswaar zeven bomen gekapt aan de Laan van Eikenstein, maar er worden ook vier bomen terug geplant. Daarnaast zullen er twee groenstroken worden aangelegd. Wel zal er worden geparkeerd onder de bomen. In de integrale afweging heeft de gemeente dit acceptabel bevonden. Pagina 16: Bouwen en wonen: Er wordt onder meer gesteld dat er sprake moet zijn van maatwerk en dat het aantal woningen volgt uit de keuze voor kwaliteit. Bij dit plan heeft maatwerk plaatsgevonden. Vanuit een integrale afweging heeft de gemeente het plan als aanvaardbaar beoordeeld, dit geldt ook voor het aantal woningen. Pagina 227: Particuliere initiatieven: Er wordt gesteld dat bij particuliere initiatieven door de gemeente een nota van uitgangspunten wordt getoetst aan de beleidsuitgangspunten. Het onderhavige plan is op basis van diverse overleggen tussen gemeente en initiatiefnemer beoordeeld. Hierbij is ook het beleid betrokken. Het voorliggende plan wordt op basis van een integrale afweging aanvaardbaar geacht door de gemeente. Woonvisie Zeist: Op dit punt is het bouwplan aangepast. Er wordt alleen nog gebouwd in het hogere marktsegment. Net als met het vorige plan wordt hiermee niet voldaan aan de uitgangspunten van de woningdifferentiatie zoals opgenomen in de Woonvisie. Het toepassen van twee-onder-eenkapwoningen in het dure segment past beter bij de omgeving en zorgt ervoor dat het plan economisch uitvoerbaar blijft. GVVP: de Sanatoriumlaan is inderdaad aangeduid als buurtverzamelweg, maar nog steeds is de functie van de Sanatoriumlaan met name die van een woonstraat. De straat (noch de Laan van Eikenstein) staat in het GVVP aangeduid als hoofdweg eerste of tweede orde. Toevoeging bomen: In de inspraaknotitie was gesteld dat er geen ruimte is voor de realisatie van bomen in grasstroken. Mede naar aanleiding van de zienswijzen is het bouwplan op dit punt aangepast. Zo worden er zeven bomen en twee groenstroken geplaatst. Welstandsnota: de architectonische kwaliteit van de bebouwing sluit aan op de omgeving. De bebouwing is in een herkenbare rooilijn geplaatst. Verder is het plan diverse malen met de welstandscommissie besproken, die het plan heeft getoetst op basis van de welstandsnota. De commissie heeft positief geadviseerd over het ontwerp Uitvoering bouwwerkzaamheden Er wordt verzocht dat er ten eerste een onafhankelijke bouwkundige nulmeting wordt gedaan voor uitvoering van de bouwwerkzaamheden en ten tweede dat de bouwwerkzaamheden inclusief 17 99

100 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) grondwaterbemaling en fundering van woningen zodanig wordt uitgevoerd dat preventief schade wordt voorkomen aan de omgeving. Antwoord gemeente Zie paragraaf Aanbevelingen Er worden enkele concrete aanbevelingen gedaan inzake het voorliggende plan, inclusief een uitwerking van een alternatieve invulling van het terrein. a) Programma verminderen tot 22 woningen b) Toegangsweg aansluiten op Laan van Eikenstein c) Laten doorlopen Zeister profiel d) Aanpassen diepte voortuinen (5 m i.p.v. 3,5 m) e) Ruimte voor laanbomen f) Bomen en groen op binnenterrein g) Groene inbedding in de buurt h) Voldoende parkeerplaatsen i) Niet bouwen vrijwel direct op erfgrens van woning Sanatoriumlaan 31 Antwoord gemeente Het bouwplan is aangepast. Zie paragraaf Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de meeste wensen van reclamant. Het voorliggende plan wordt op basis van een integrale afweging aanvaardbaar geacht door de gemeente

101 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 2.7 Zienswijze 7 (Stichting Milieuzorg Zeist e.o.) Planvormingsproces Het plan is weliswaar besproken met de belangenvereniging Dichterwijk/BOGD en er zou een informatieavond zijn gehouden, maar er is niet voldaan aan de voorwaarden die de gemeentelijke Structuurvisie stelt aan interactieve besluitvorming. Er wordt voor gepleit alsnog een interactief planproces te starten om tot een gedragen plan te komen. Antwoord gemeente Zie paragraaf en Groen Het stedenbouwkundig ontwerp bevat weinig groen. Gezien het zogenaamde Zeister profiel zouden de voortuinen aan de Sanatoriumlaan 5 m diep moeten zijn en niet 3,5 m diep. Ook aan de Laan van Eikenstein moet dit beeld worden nagestreefd. Het stedenbouwkundige plan is strijdig met de Structuurvisie, in die zin dat het hele plan opschuift richting een bestaand groengebied/park. Antwoord gemeente: Zie Strook achterzijde De strook aan de achterzijde, die destijds bij het garagebedrijf is betrokken, zou weer een groene invulling moeten krijgen. In ieder geval zou er niet nu nog 2 meter van het groengebied moeten worden afgesnoept. Antwoord gemeente: De betreffende strook, die overigens nooit gehuurd is geweest maar destijds direct is aangekocht, maakt momenteel onderdeel uit van het bedrijfsperceel en is ook als zodanig bestemd. Er is geen aanleiding deze strook grond niet te betrekken bij dit woningbouwplan Benodigd vervolgonderzoek De vraag wordt gesteld of er nog wel steeds nader bodemonderzoek nodig is, gezien de inhoud van de aanwezige bodemonderzoeken. Antwoord gemeente: Er heeft een sanering plaatsgevonden. Volgens de beoordeling van de Omgevingsdienst, voldoet het uitgevoerde eindsituatie-bodemonderzoek aan de gestelde eisen van de NEN5740. Vanuit bodem zijn er geen bezwaren tegen de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen. De locatie is milieuhygiënisch geschikt voor het beoogde doel Waterberging De vraag wordt gesteld hoe er ruimte wordt gevonden voor het opvangen van het af te koppelen hemelwater. Antwoord gemeente: Zoals in de bestemmingsplantoelichting is besproken dient er een infiltratievoorziening aangelegd te worden binnen het plangebied. Dit kan bovengronds bijvoorbeeld in de vorm van een wadi of ondergronds met bijvoorbeeld infiltratiekratten. Dergelijke voorzieningen kunnen ook onder bestratingen worden aangelegd. Er is voldoende ruimte binnen het plan om deze voorzieningen te realiseren

102 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) Milieuprofiel Voor de woningen zou conform het milieukwaliteitsprofiel te worden gewerkt (uitgaande van een GPR van 8 tot 8,5). De vraag wordt gesteld op de woningen ook echt klimaatneutraal zullen worden. Antwoord gemeente: Een nadere uitwerking inzake duurzaamheid zal plaatsvinden in de fase voor de omgevingsvergunning voor het bouwen. De omgevingsvergunning voldoet aan de wettelijke eisen die worden gesteld in het Bouwbesluit Vanuit de Omgevingsdienst regio Utrecht zijn suggesties gedaan om de duurzaamheid te verbeteren, deze zullen worden opgenomen in de omgevingsvergunning. Een GPR van 8 tot 8,5 houdt overigens niet in dat de woningen klimaatneutraal gebouwd worden. De woningen in het voorliggende plan zullen niet klimaatneutraal uitgevoerd worden

103 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 2.8 Zienswijze 8 (Werkgroep Natuurlijk Zeist West) Verlies groen Het plan gaat ten koste van structureel groen. Er vervallen groenstroken die niet worden gecompenseerd. Antwoord gemeente: Er wordt verwezen naar paragraaf Beleid De ontwikkeling is niet passend bij het beleid, zoals de Structuurvisie en het Groenstructuurplan. Het plan past niet binnen het Zeister profiel. Binnen het project dient een kinderspeelplaats te worden opgenomen in verband met het toepassen van de Jantje Betonnorm uit de structuurvisie. Antwoord gemeente: Door de aanwezigheid van het park en de kleine schaal van het bouwplan wordt geen reden gezien om ook in het plan zelf nog grote groenvoorzieningen of speelvoorzieningen aan te brengen Geen Nota van Uitgangspunten In tegenstelling tot het beleid uit de Structuurvisie is bij het initiatief niet gestart met een Nota van Uitgangspunten. Antwoord gemeente: Er wordt verwezen naar de beantwoording in paragraaf en Beantwoording inspraakreactie inzake groenstrook De beantwoording van de inspraakreactie inzake de groenstroken die destijds zijn opgeofferd voor het garagebedrijf is niet goed. Antwoord gemeente: De gemeente blijft op haar standpunt staan. Het betreft een strook grond met een diepte van 6 meter, die niet gehuurd is geweest, maar destijds direct is aangekocht. In de huidige situatie maakt deze strook grond integraal deel uit van het bedrijfsperceel en heeft dit op grond van het vigerende bestemmingsplan een bedrijfsbestemming. Het is om die reden logisch deze strook grond te betrekken in het herontwikkelingsplan waarin deze bedrijfslocatie wordt gesaneerd ten behoeve van woningbouw. Zou deze strook niet worden meegenomen in onderhavig plan, dan zou hiermee een strook grond overblijven waar sprake is van een bedrijfsbestemming. Dit is niet gewenst Verhardingsverbod tuinen In de bestemming Tuin zou een (gedeeltelijk) verhardingsverbod moeten worden opgenomen. Antwoord gemeente: Deze suggestie nemen wij niet over. Wij zijn van mening dat toekomstige bewoners vrij moeten zijn in de wijze waarop zij hun tuin inrichten. Een verbod op het aanbrengen van verharding is niet aan de orde

104 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 3 Wijzigingen Dit hoofdstuk geeft inzicht in de onderdelen die ten opzichte van het ontwerp zijn gewijzigd. Het betreft aanpassingen die voortkomen uit de ingebrachte zienswijzen en enkele ambtshalve wijzigingen. De wijzigingen zijn per onderdeel aangegeven. 3.1 Algemeen Het bouwplan wijkt op onderstaande punten af van het oorspronkelijke plan: Er worden 24 twee-onder-een-kapwoningen gebouwd in plaats van 30 woningen. Er is dus geen ruimte meer voor rijenwoningen; Er wordt alleen gebouwd in het hogere marktsegment; De ontsluiting is gesitueerd aan de Laan van Eikenstein in plaats van aan de Sanatoriumlaan; Er wordt voldoende ruimte gecreëerd voor het opstellen van afvalcontainers. Deze plaatsen liggen verspreid; Het bestaande hekwerk rondom het terrein wordt voorzien van hedera. Aan de achterzijde wordt het bestaande hek 2 m naar achteren geplaatst (dit was ook al zo bij het oorspronkelijke ontwerp om meer ruimte te krijgen aan de voorzijde). Hekwerken die grenzen aan het park worden overgenomen door de gemeente. Hedera wordt aan de zijde van de nieuwe bewoners geplaatst, zijn zij dan ook verantwoordelijk voor. Er komt aan de zijkant gedeeltelijk een nieuw hek ter vervanging van het huidige aluminium hek, op dezelfde locatie. Er worden zeven bomen in het plan geplaatst. Dit ter compensatie van de zeven bomen die nu aan de Laan van Eikenstein staan. Daarnaast worden er twee groenstroken aangelegd aan de Laan van Eikenstein. 3.2 Verbeelding De verbeelding is zodanig aangepast dat het gewijzigde inrichtingsplan voor 24 woningen is vastgelegd. De aanduidingen voor aaneengebouwde (aeg) en twee-aaneengebouwde (tae) woningen zijn komen te vervallen op de verbeelding. In plaats daarvan is in de regels bij de bestemming Wonen opgenomen dat uitsluitend twee-aaneengebouwde woningen zijn toegestaan. 3.3 Toelichting In de toelichting is de planbeschrijving, met inachtneming van het voorgaande, aangepast. 3.4 Regels In de regels zijn enkele bepalingen geschrapt die niet meer relevant zijn, nu uitsluitend tweeaaneengebouwde woningen worden toegestaan. In de bestemming Tuin is opgenomen dat er tevens parkeren is toegestaan ten behoeve van de bijbehorende woning. Dit is naar aanleiding van een recente uitspraak van de Raad van State gedaan, waarbij in de tuinbestemming het parkeren niet was benoemd. Aangezien zowel bij het voorgaande als het gewijzigde inrichtingsplan het parkeren ten behoeve van de tweeaaneengebouwde woningen in de voortuinen is beoogd, is dit toegevoegd aan de regels. Artikel 9 en 10 zijn uitgebreid, zodanig dat er in voldoende parkeergelegenheid moet worden voorzien. Sinds 29 november 2014 is het niet meer mogelijke om stedenbouwkundige bepalingen in de gemeentelijke Bouwverordening op te nemen. Vanaf dat moment moeten alle door de gemeente gewenste stedenbouwkundige bepalingen, waaronder parkeereisen, in het bestemmingsplan worden opgenomen. Er is voorzien in een overgangsrecht tot 1 juli Voor alle nieuwe bestemmingsplannen geldt dat dit moet worden opgenomen in de regels

105 16RV028 Bijlage 04 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van zienswijzen) 4 Bijlage

106 16RV028 Bijlage 05 BP Sanatoriumlaan 37 (Situatietekening NvZ) A, A \ GEMEENTE ZEIST SECTIE N NUMMER 6809 P : PARKEERPLAATS TOTAAL AANTAL PARKEERPLAATSEN 51 opdrachtgever Essenstein bv Bosch en Duin project 24 woningen Sanato terrein te Zeist fase Definitief ontwerp onderdeel Situatie nieuwe toestand datum wijz. wijz. datum formaat D A3 schaal 1:500 getekend LKI 52-02A dossier 3110 ĪŌPC Maliesingel BK Utrecht Postbus GK Utrecht T F

107 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) Plan: Zeist Noord Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten Categorale bedrijfsindeling AmerAdviseurs bv R.O. Amersfoort (v3; d.d. 2007) AFSTANDEN IN METERS INDICES SBI- CODE OMSCHRIJVING GEUR STOF GELUID GEVAAR CATEGORIE VERKEER BODEM LUCHT Tabel 1: Bedrijven 01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW 014 Dienstverlening t.b.v. de landbouw: algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² KI-stations VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN Binnenvisserijbedrijven Vis- en schaaldierkwekerijen visteeltbedrijven WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht): 15 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 151 Slachterijen en overige vleesverwerking: slachterijen en pluimveeslachterijen R vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² R vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² loonslachterijen vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaarmaaltijden met p.o. < m² Visverwerkingsbedrijven: 107

108 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Aardappelprodukten fabrieken: vervaardiging van snacks met p.o. < m² R , , , , 1533 Groente- en fruitconservenfabrieken: - jam groente algemeen met koolsoorten Zuivelprodukten fabrieken: melkprodukten fabrieken v.c. < t/j R Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² R consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2500 kg meel/week v.c. >= 2500 kg meel/week Banket, biscuit- en koekfabrieken Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < m² cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² R Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: theepakkerijen Soep- en soeparomafabrieken: zonder poederdrogen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 1593 t/m 1595 Vervaardiging van wijn, cider e.d Mineraalwater- en frisdrankfabrieken R VERVAARDIGING VAN TEXTIEL 171 Bewerken en spinnen van textielvezels Weven van textiel: aantal weefgetouwen <

109 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 173 Textielveredelingsbedrijven B 174, 175 Vervaardiging van textielwaren , 177 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT 181 Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 183 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont B L 19 VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) 192 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D Houtzagerijen R Houtconserveringsbedrijven: met zoutoplossingen B 202 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken B 203, Timmerwerkfabrieken, vervaardiging 204, 205 overige artikelen van hout , Timmerwerkfabrieken, vervaardiging 204, 205 overige artikelen van hout, p.o. < 200 m Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN 2112 Papier- en kartonfabrieken: p.c. < 3 t/u R Papier- en kartonwarenfabrieken R Golfkartonfabrieken: p.c. < 3 t/u R UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA 2221 Drukkerijen van dagbladen B L 2222 Drukkerijen (vlak- en rotatiediepdrukkerijen) B Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen B 2223 Grafische afwerking Binderijen

110 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 2224 Grafische reproduktie en zetten B 2225 Overige grafische aktiviteiten B 223 Reproduktiebedrijven opgenomen media AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN Smeeroliën- en vettenfabrieken R B L 24 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN 2442 Farmaceutische produktenfabrieken: formulering en afvullen geneesmiddelen R B L verbandmiddelenfabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: zonder dierlijke grondstoffen B L 2464 Fotochemische produktenfabrieken R B L 2466 Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken R B 25 VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF 2512 Loopvlakvernieuwingsbedrijven: vloeropp. < 100 m Rubber-artikelenfabrieken R Kunststofverwerkende bedrijven: productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 26 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN 261 Glasfabrieken: glas en glasprodukten, p.c. < t/j L 2615 Glasbewerkingsbedrijven , 263 Aardewerkfabrieken: 262, vermogen elektrische ovens totaal < 40 kw L 262, vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kw L Kalkzandsteenfabrieken: p.c. < t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken , , , 2666 Betonmortelcentrales: - p.c. < 100 t/u R Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: 110

111 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 2665, p.c. < 100 t/d R Natuursteenbewerkingsbedrijven: zonder breken, zeven en drogen: p.o. > m² zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= m² Slijp- en polijstmiddelen fabrieken Minerale produktenfabrieken n.e.g VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) 281 Constructiewerkplaatsen: gesloten gebouw B gesloten gebouw, p.o. < 200 m Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 284 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m B B 2851 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: algemeen B L metaalharden B lakspuiten en moffelen R B L scoperen (opspuiten van zink) R B L thermisch verzinken B L thermisch vertinnen B L mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) B anodiseren, eloxeren B chemische oppervlaktebehandeling B leren R B L galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) B 2852 Overige metaalbewerkende industrie B 2852 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m B 287 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g B 287 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m B 29 VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN 29 Machine- en apparatenfabrieken: 29 - p.o. < m B 30 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS 30 Kantoormachines- en computerfabrieken

112 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 31 VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. 314 Accumulatoren- en batterijenfabrieken B L 316 Elektrotechnische industrie n.e.g VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. 321 t/m 323 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d B 3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading B 33 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN 33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. 34 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS Auto-onderdelenfabrieken R VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) 351 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: houten schepen B kunststof schepen R B 352 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: algemeen B 354 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken R B 355 Transportmiddelenindustrie n.e.g B 36 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 361 Meubelfabrieken B 361 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m Fabricage van munten, sieraden e.d B 363 Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen n.e.g PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER 40 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe: 40 - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie R L 112

113 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 40 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa R L 40 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 40 - < 10 MVA B MVA B MVA B 40 Gasdistributiebedrijven: 40 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 40 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C gasontvang- en -verdeelstations, cat. D R Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 40 - stadsverwarming blokverwarming windmolens: 40 - wiekdiameter 20 m WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER 41 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: 41 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 41 - < 1 MW MW BOUWNIJVERHEID 45 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > m² B 45 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= m² 45 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 45 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² B B B 50 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS 501, Handel in auto's en motorfietsen, 502, 504 reparatie- en servicebedrijven B 502 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen R B L Autowasserijen

114 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 503, 504 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 511 Handelsbemiddeling (kantoren) Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders R Grth in bloemen en planten Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder , , 5133 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën R R Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen , 5139 Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen Grth in vaste brandstoffen: klein, lokaal verzorgingsgebied Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) B Grth in metaalertsen: Grth in metalen en -halffabrikaten / Grth in hout en bouwmaterialen: algemeen: b.o. > 2000 m² algemeen: b.o. <= 2000 m² zand en grind: algemeen: b.o. > 200 m² algemeen: b.o. <= 200 m² Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: algemeen: b.o. > m² algemeen: b.o. < = m² Grth in chemische produkten R B Grth in kunstmeststoffen R Grth in overige intermediaire goederen Autosloperijen: b.o. > 1000 m² B autosloperijen: b.o. <= 1000 m² B /3 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² B 114

115 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) /3 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² B 5162 Grth in machines en apparaten: machines voor de bouwnijverheid overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d Postorderbedrijven Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING 5552 Cateringbedrijven VERVOER OVER LAND 6022 Taxibedrijven Touringcarbedrijven Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² 603 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen B 63 DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: stukgoederen R B 6312 Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen R Autoparkeerterreinen, parkeergarages L 6321 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) POST EN TELECOMMUNICATIE 641 Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven zendinstallaties: LG en MG, zendervermogen < 100 kw (bij groter vermogen: onderzoek!) FM en TV GSM en UMTS-steunzenders VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN 711 Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen B 714 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g

116 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 72 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE 72 Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d Switchhouses SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK 731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 732 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek R OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 747 Reinigingsbedrijven voor gebouwen B Foto- en filmontwikkelcentrales B Veilingen voor huisraad, kunst e.d GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG 853 Kinderopvang MILIEUDIENSTVERLENING 9001 rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d Gemeentewerven (afval-inzameldepots) R B Afvalverwerkingsbedrijven: kabelbranderijen B L pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) L oplosmiddelterugwinning R B L verwerking fotochemisch en galvano-afval R 2 1 B L Composteerbedrijven: belucht v.c. < ton/jr B 92 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE 921, 922 Studio's (film, TV, radio, geluid) Sportscholen, gymnastiekzalen OVERIGE DIENSTVERLENING Wasserijen en strijkinrichtingen Tapijtreinigingsbedrijven L Chemische wasserijen en ververijen R 2 2 B L Wasverzendinrichtingen Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden Dierenasiels en -pensions

117 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 9305 Persoonlijke dienstverlening n.e.g Tabel 2: Opslagen en installaties 0 OPSLAGEN 1 butaan, propaan, LPG (in tanks): 1 - bovengronds, < 2 m bovengronds, 2-8 m R bovengronds, 8-80 m R ondergronds, < 80 m R niet reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld brandbare vloeistoffen (in tanks): ondergronds, K1/K2/K3-klasse B 3 - bovengronds, K1/K2-kl.: < 10 m R B 3 - bovengronds, K1/K2-kl.: m R B 3 - bovengronds, K3-klasse: < 10 m B 3 - bovengronds, K3-klasse: m B 4 Overige gevaarlijke stoffen in tanks: 4 - bovengronds < 10 m3 en onder drempelwaarde BRZO 4 - overige opslagen onder drempelwaarde BRZO Gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in emballage of in gasflessen: 5 - kleine hoeveelheden < 10 ton beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau R 2-6 ontplofbare stoffen en munitie: 6 - < patronen en < 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse >= patronen en >= 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse kunstmest, niet explosief INSTALLATIES 12 gasflessenvulinstallaties (butaan, propaan) R laadschoppen, shovels, bulldozers laboratoria: 14 - chemisch / biochemisch medisch en hoger onderwijs luchtbehandelingsinst. t.b.v. detailhandel

118 16RV028nBijlage 06 BP Sanatoriumlaan 37 (Staat van bedrijfsactiviteiten) 16 keukeninrichtingen koelinstallaties freon ca. 300 kw koelinstallaties ammoniak < 400 kg koelinstallaties ammoniak > 400 kg R total energy installaties (gasmotoren) ca. 100 kw afvalverbrandingsinstallatie, kleinschalig L 22 noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking 23 verfspuitinstallaties en moffel- en leerovens L 24 vorkheftrucks met verbrandingsmotor vorkheftrucks, elektrisch transformatoren < 1 MVA vatenspoelinstallaties B 29 hydrofoorinstallaties windmolens: 31 - wiekdiameter 20 m stookinstallaties>900kw thermisch vermogen: 32 - gas, < 2,5 MW gas, 2,5-75 MW olie, < 2,5 MW olie, 2,5-75 MW kolen, 2,5-75 MW L 32 stoomwerktuigen luchtcompressoren liftinstallaties motorbrandstofpompen zonder LPG B 118

119 16RV028 Bijlage 07 BP Sanatoriumlaan 37 (Nadere toelichtng bedrijfsactiviteiten) Bijlage 2 Nadere toelichting staat van bedrijfsactiviteiten 1. Hoofdindeling Tabel 1 omvat de bedrijfstypen met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) Bij die bedrijfstypen is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties. Tabel 2 omvat algemene opslagen en installaties voor situaties dat: 1. bedrijven bijzondere opslagen en/of installaties hebben, die anders dan "normaal" zijn voor die bedrijven of 2. het betreft opslagen en/of installaties, die op zich niet als een bepaald bedrijf of bedrijfstype kunnen worden aangemerkt, maar wel als een relevante bedrijfsactiviteit in het kader van een bestemmingsplan. 2. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van het bedrijf en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. Bij deze invulling zijn de volgende afstandscategorieën gehanteerd voor omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied: 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m 500 m 700 m m m Mocht een bedrijf meerdere SBI-codes kennen, dan moet voor elk aspect de grootste afstand worden genomen. Dat geldt ook voor de gebruikte installaties en opslagen. Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- /activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade. 3. Gevaar: risico (R) en vuurwerk (V) Voor bepaalde bedrijfstypen is na de afstand voor gevaar de letter R van "risico" aangegeven. Dat houdt in dat voor deze bedrijfsactiviteiten moet worden nagegaan of het Bevi van toepassing is. Daarnaast is bij bepaalde bedrijfstypen na de afstand voor gevaar de letter V van "vuurwerk" opgenomen. Voor deze bedrijfsactiviteiten dient getoetst te worden aan het Vuurwerkbesluit. 119

120 16RV028 Bijlage 07 BP Sanatoriumlaan 37 (Nadere toelichtng bedrijfsactiviteiten) 4. Categorie De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de afstanden, die daarvóór in de kolommen geur, stof, geluid en gevaar zijn vermeld. De milieucategorie is vermeld in kolom 'categorie'. Onder de kop "categorie" is een indeling opgenomen, in tien mogelijke milieucategorieën: milieucategorie grootste afstand 1 10 m 2 30 m m m m m m m m m 5. Indices voor verkeersaantrekkende werking, bodem (B) en lucht (L) Het aspect verkeer(saantrekkende werking) is kwalitatief beoordeeld. Dat weerspiegelt zich in een indicatie omtrent de bronsterkte: 3. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking; 4. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking; 5. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking. Het aspect bodem (bodemverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft. Het aspect lucht (luchtverontreiniging) geeft aan dat een activiteit een uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht heeft die mogelijk in planologisch opzicht relevant is. 6. Verklaring gebruikte afkortingen - : niet van toepassing / niet relevant < : kleiner dan > : groter dan = : gelijk aan cat. : categorie e.d. : en dergelijke kl. : klasse n.e.g. : niet elders genoemd o.c. : opslagcapaciteit p.c. : productiecapaciteit p.o. : productieoppervlak b.o. : bedrijfsoppervlak v.c. : verwerkingscapaciteit u : uur d : dag w : week 2 Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist 120

121 16RV028 Bijlage 07 BP Sanatoriumlaan 37 (Nadere toelichtng bedrijfsactiviteiten) j : jaar B : bodemverontreiniging L : luchtverontreiniging R : risico (Besluit externe veiligheid inrichting mogelijk van toepassing) V : vuurwerkbesluit van toepassing Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist 3 121

122 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Akoestisch onderzoek wegverkeer Sanato terrein Zeist Gemeente Zeist Datum: 24 januari 2014 Projectnummer:

123 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) SAB Postbus AL Arnhem tel: fax: Auteur: Johan van der Burg Projectleider: Bas Hermsen Akoestisch onderzoek Project: Sanato terrein Zeist Projectnummer:

124 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) INHOUD 1 Inleiding Aanleiding Doel van het onderzoek 3 2 Wet- en regelgeving Wet geluidhinder Bouwbesluit Rekenmethodieken 6 3 Onderzoeksgegevens Selectie van geluidsbronnen Uitgangspunten en verkeersgegevens 7 4 Onderzoek Onderzoeksopzet Bepalen van de 48 db-contouren Bepalen van de geluidsbelastingen Mogelijkheden voor geluidsreducerende maatregelen 13 5 Conclusie Toetsing aan de Wet geluidhinder Toetsing aan het Bouwbesluit Bijlage A Berekening van de planbijdrage Bijlage B Overzichtstekening 1: Ligging van de geluidscontouren en de waarneempunten Bijlage C Berekening van de 48 db-contouren Bijlage D Berekening van de geluidsbelastingen t.g.v. de Sanatoriumlaan Bijlage E Berekening van de geluidsbelastingen t.g.v. de Laan van Eikenstein 124

125 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 125

126 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Door de verplaatsing van de autodealer Sanato komt de locatie aan de Sanatoriumlaan in Zeist vrij voor herontwikkeling. Het plan bestaat uit de sloop van de bestaande bebouwing in het plangebied en de nieuwbouw van 18 grondgebonden rijwoningen en 12 twee-onder-een-kap woningen. De ligging van het plangebied is weergegeven in de onderstaande figuur. Figuur 1. Ligging van het plangebied 1.1 Doel van het onderzoek Binnen het bestaande bestemmingsplan is de realisatie van de woningen niet mogelijk. Om dit planologisch mogelijk te maken wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Volgens artikelen 76a en 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) en artikel 4.1 van het Besluit geluidhinder (Bgh) moet bij het nieuwe planologisch regime waarin woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt binnen de zones van (spoor)wegen, akoestisch onderzoek worden verricht. Dit onderzoek heeft tot doel inzicht te geven in het akoestisch klimaat van de nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen ten gevolge van wegverkeerslawaai Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een korte samenvatting van de relevante wet- en regelgeving. In hoofdstuk 3 zijn de gebruikte onderzoeksgegevens opgenomen. In hoofdstuk 4 zijn de onderzoeksopzet, de onderzoeksresultaten en de toetsing aan de Wgh beschreven. Tot slot zijn in hoofdstuk 5 de conclusies van het onderzoek opgenomen. SAB 3 126

127 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 2 Wet- en regelgeving 2.1 Wet geluidhinder De Wgh heeft tot doel geluidhinder te voorkomen en te beperken tot aanvaardbare geluidsniveaus. In de Wgh zijn hiervoor twee soorten grenswaarden opgenomen: Voorkeursgrenswaarde 1 : Deze waarde garandeert een vrij goede woon- en leefsituatie binnen de invloedssfeer van een geluidsbron (wegen, spoorwegen, enz). Hoogste toelaatbare geluidsbelasting: Deze waarde geeft de hoogste gevelbelasting weer waarvoor een hogere waarde kan worden aangevraagd. De grenswaarden zijn onder andere afhankelijk van de geluidsbron (weg- of railverkeer), de ligging van de geluidsgevoelige bebouwing (stedelijk of buitenstedelijk gebied) en het type geluidsgevoelige bebouwing. In de onderstaande tabel zijn voor woningen de voorkeursgrenswaarden en de meest voorkomende hoogste toelaatbare geluidsbelastingen uit de Wgh voor wegverkeer en uit het Bgh voor railverkeer weergeven. Wegverkeer Railverkeer Stedelijk gebied Voorkeursgrenswaarde 48 db (art. 82) 55 db (art. 4.9 lid 1) Hoogste toelaatbare geluidsbelasting 63 db (art. 83 lid 2) 68 db (art. 4.10) Buitenstedelijk gebied Voorkeursgrenswaarde 48 db (art. 82) 55 db (art. 4.9 lid 1) Hoogste toelaatbare geluidsbelasting 53 db (art. 83 lid 1) 68 db (art. 4.10) Hoogste toelaatbare geluidsbelasting bij een agrarische bedrijfswoning 58 db (art. 83 lid 4) n.v.t. Tabel 1. Overzicht van de grenswaarden uit de Wgh en het Bgh Gezien de voorkeursgrenswaarde en de hoogste toelaatbare geluidsbelasting kunnen zich drie situaties voordoen: Een geluidsbelasting lager dan de voorkeursgrenswaarde In deze situatie zijn volgens de Wgh geen nadere acties nodig om de geluidsgevoelige bebouwing te realiseren. Een geluidsbelasting tussen de voorkeursgrenswaarde en de hoogste toelaatbare geluidsbelasting In deze situatie dienen bij voorkeur maatregelen te worden getroffen om de geluidsbelasting terug te brengen tot een waarde die lager is dan de voorkeursgrenswaarde. Wanneer er overwegende bezwaren zijn vanuit stedenbouwkundig, verkeerskundig, landschappelijk of financieel oogpunt, kan voor de geluidsgevoelige bebouwing een hogere waarde worden aangevraagd. Voor het verlenen van hogere waarden kan de gemeente een gemeentelijk geluidsbeleid vaststellen. 1 De term voorkeursgrenswaarde stond in de Wgh tot Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase) in werking getreden. Eén van de wijzigingen bestond uit het feit dat de term voorkeursgrenswaarde werd vervangen door ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting. Om verwarring te voorkomen en de leesbaarheid te verhogen wordt in dit akoestisch onderzoek de term voorkeursgrenswaarde gebruikt. SAB 4 127

128 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) De gemeente Zeist heeft hiervoor de Beleidsregel hogere waarden Wgh, gemeente Zeist, d.d. april 2008 opgesteld Zones Een geluidsbelasting hoger dan de hoogste toelaatbare geluidsbelasting In deze situatie is de realisatie van geluidsgevoelige bebouwing in principe niet mogelijk, tenzij geluidsbeperkende maatregelen worden getroffen waardoor de geluidsbelasting daalt tot een waarde lager dan de voorkeursgrenswaarde of de hoogste toelaatbare geluidsbelasting. Langs wegen en spoorwegen liggen zones. Binnen deze zones moet voor de realisatie van geluidsgevoelige bestemmingen akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Wegverkeer De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg: stedelijk of buitenstedelijk. De zone ligt aan weerszijden van de weg en is gemeten vanuit de rand van de weg. De zones, zoals beschreven in artikel 74 van de Wgh, zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Zones langs wegen Stedelijk gebied Buitenstedelijk gebied 1 of 2 rijstroken 200 meter 250 meter 3 of 4 rijstroken 350 meter 400 meter 5 of meer rijstroken 350 meter 600 meter Tabel 2. Overzicht van de zones langs wegen Artikel 74 lid 2 van de Wgh maakt een uitzondering voor wegen met een 30 km-regime en woonerven. Deze wegen hebben geen zone en zijn daarmee niet onderzoeksplichtig 2. Railverkeer De wettelijke zone van een spoorweg is onder andere afhankelijk van het aantal bakken (wagons) dat over de spoorlijn rijdt. De zone ligt aan weerszijden van een spoorweg en wordt gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf. De breedte varieert tussen 100 meter voor een rustige spoorlijn en meter voor een zeer drukke spoorlijn, zoals de Betuwelijn. 2 Conform artikel 74 lid 2 van de Wgh is voor 30 km/uur-wegen geen onderzoeksplicht. Op 3 september 2003 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitgesproken (nr /1: Abcoude) dat nog niet geconcludeerd kan worden dat het plan aanvaardbaar is vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening (goed woon- en leefklimaat, zoals opgenomen in het Bouwbesluit). Daarom wordt bij 30 km-zones onderzocht of wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 db of de hoogste toelaatbare geluidsbelasting op de gevel. Indicatief geldt de stelregel dat bij meer dan voertuigbewegingen per etmaal, de voorkeursgrenswaarde mogelijk overschreden wordt. In dat geval dient onderzocht te worden of door het treffen van maatregelen een aanvaardbaar woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd. SAB 5 128

129 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 2.2 Bouwbesluit 2012 Wanneer de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van één van de omliggende (spoor)wegen wordt overschreden, kan ook de akoestische binnenwaarde worden overschreden. Bij verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen (voorheen: bouwvergunning) wordt de binnenwaarde getoetst aan het Bouwbesluit De binnenwaarde van 33 db moet worden gegarandeerd bij wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai (artikel 3.3 lid 1 uit het Bouwbesluit 2012) in woningen. Wanneer er meerdere relevante geluidsbronnen zijn, moet de cumulatieve geluidsbelasting worden gebruikt bij de berekening van de binnenwaarde. Voor de akoestische binnenwaarde ten gevolge van wegverkeerslawaai mag de aftrek ex artikel 110g van de Wgh (2 of 5 db) niet worden toegepast. Om bij een woning met een hogere geluidsbelasting dan de voorkeursgrenswaarde de akoestische binnenwaarde te halen moeten mogelijk aanvullende isolerende voorzieningen worden getroffen. 2.3 Rekenmethodieken Voor de berekening van de geluidsbelasting van een individuele (spoor)weg en de cumulatieve geluidsbelasting (de gesommeerde geluidsbelasting van meerdere (spoor)wegen) zijn verschillende rekenmethodieken beschreven in het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (RMG 2012) in bijlagen III (hoofdstuk 3) voor wegverkeerslawaai en IV (hoofdstuk 4) voor railverkeerslawaai Dit nieuwe RMG 2012 vervangt het oude Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 en is inwerking getreden op 1 juli Rekenmethodiek voor de geluidsbelastingen Volgens artikel 110d van de Wgh moet voor weg- en railverkeerslawaai het Rekenen meetvoorschrift geluid 2012 worden gevolgd. De reken- en meetvoorschriften schrijven voor dat het equivalente geluidsniveau moet worden bepaald volgens standaardrekenmethode 2, maar dat in bepaalde situaties kan worden volstaan met een eenvoudigere standaardrekenmethode 1-berekening. Standaardrekenmethode I is gebaseerd op een vereenvoudiging van de situatie, waarbij ten aanzien van het toepassingsbereik van de methode, voorwaarden worden gesteld. Voor het uitvoeren van standaardrekenmethode 2-berekeningen wordt het computerprogramma WinHavik (versie 8.41) gebruikt. SAB 6 129

130 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 3 Onderzoeksgegevens Voor het akoestisch onderzoek wordt allereerst bepaald welke wegen en spoorwegen relevant zijn voor het plangebied. Hiervan moeten de verkeersgegevens bekend zijn. Als het plan leidt tot een significant hogere verkeersintensiteit, zal de verkeersaantrekkende werking van het plan worden bepaald. 3.1 Selectie van geluidsbronnen In de directe omgeving van het plangebied liggen alleen wegen. Spoorwegen en gezoneerde industrieterreinen zijn in de nabijheid van het plangebied niet aanwezig. Het plangebied ligt nabij de Utrechtseweg. Deze weg ligt in stedelijk gebied en heeft twee rijstroken. Volgens de Wgh heeft deze weg hiermee een zone van 200 meter. Het plangebied ligt op een afstand van 140 meter van de wegas en ligt hierdoor in de zone van deze weg. Het plangebied grenst aan de Sanatoriumlaan en Laan van Eikenstein en ligt nabij de P.C. Hooftlaan. Deze wegen hebben een 30 km/uur-regime. Volgens de Wgh geldt voor deze wegen geen onderzoeksplicht omdat de maximumsnelheid 30 km/uur bedraagt. De verkeersintensiteit op de Sanatoriumlaan, Laan van Eikenstein en de P.C. Hooftlaan zijn dusdanig hoog dat in het kader van een goede ruimtelijke ordening onderzoek is gedaan naar de geluidhinder ten gevolge van deze wegen. Er is akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidhinder ten gevolge van de Utrechtseweg, de Sanatoriumlaan, de Laan van Eikenstein en de P.C. Hooftlaan. 3.2 Uitgangspunten en verkeersgegevens Snelheid Op de Utrechtseweg geldt een maximumsnelheid van 50 km/uur. Op de Sanatoriumlaan, de Laan van Eikenstein en de P.C. Hooftlaan geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur 3. Verharding Op de Utrechtseweg en de Laan van Eikenstein en de P.C. Hooftlaan bestaat de wegverharding uit dicht asfaltbeton (referentiewegdek). Op de Sanatoriumlaan bestaat de wegverharding uit elementenverharding in keperverband. Obstakelcorrectie Bij de verkeerstafel (verkeersdrempels) op de kruising van de Sanatoriumlaan met de Laan van Eikenstein en de P.C. Hoofdlaan is een obstakelcorrectie toegepast. 3 Bij de berekening van de geluidshinder afkomstig van de 30 km-wegen is rekening gehouden met de aanbevelingen uit de CROW-publicatie: Handreiking berekenen wegverkeerslawaai bij 30 km/h, nr SAB 7 130

131 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Bebouwing en waarneemhoogten De geplande woningen worden 3 lagen met geluidsgevoelige ruimten gerealiseerd. In de onderstaande tabel worden vloerhoogten en waarneemhoogten van de woningen in het plangebied weergegeven. Verdieping Begane grond Eerste verdieping Tweede verdieping Vloerhoogte in meters 0,0 3,0 6,0 Tabel 3. Vloerhoogte en waarneemhoogte van de woningen Waarneemhoogte in meters 1,5 4,5 7,5 Aftrek ex artikel 110g Wgh De resultaten van alle wegen worden gecorrigeerd met een aftrek van 5 db, als bedoeld in artikel 110g van de Wgh, omdat de representatief te achten snelheid van de motorvoertuigen lager is dan 70 km/uur Verkeersgegevens De verkeersgegevens voor het jaar 2025 zijn afkomstig uit het verkeersmodel dat wordt beheerd door de Omgevingsdienst regio Utrecht. Het initiatief leidt tot een verhoging van de verkeersintensiteiten op deze wegen. Een optelling van de etmaalintensiteit en het aantal voertuigbewegingen dat het plan genereert, leidt tot een etmaalintensiteit inclusief planbijdrage. De voertuigverdelingen zijn gecorrigeerd met de intensiteiten, periode- en voertuigverdeling van de planbijdrage. De berekening van de planbijdrage is weergeven in bijlage A. In de onderstaande tabel zijn de etmaalintensiteiten (exclusief en inclusief plan) voor 2025 en de planbijdrage weergegeven. Weg(vak) Utrechtseweg, ten westen van Sanatoriumlaan Utrechtseweg, ten oosten van Sanatoriumlaan Sanatoriumlaan, ten westen van Laan van Eikenstein Sanatoriumlaan, ten oosten van Laan van Eikenstein Etmaalintensiteit in 2025 (excl. plan) Planbijdrage Etmaalintensiteit in 2025 (incl. plan) Laan van Eikenstein P.C. Hooftlaan Tabel 4. Etmaalintensiteiten voor de verschillende jaren 4 Bij het opstellen van het RMG 2012 zijn de correcties ex artikel 110g bestudeerd. De consequentie is dat voor wegen met een representatief te achten snelheid van minder dan 70 km/uur de aftrek op 5 db is vastgesteld. Voor de overige wegen is dat 2 db. Bij het opnieuw vaststellen van de correcties ex artikel 110g is rekening gehouden met de hernieuwde berekeningsmethode en de consequenties van het Europees en rijksbeleid ten aanzien van geluidsbestrijding. Dit beleid richt zich de komende jaren op het stiller maken van motorvoertuigen en ontwikkelen van stillere wegdekken. SAB 8 131

132 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) In de onderstaande tabel zijn de periode- en voertuigverdelingen weergegeven van het prognosejaar 2025 (zonder planbijdrage). Weg(vak) Utrechtseweg, ten westen van Sanatoriumlaan Utrechtseweg, ten oosten van Sanatoriumlaan Sanatoriumlaan, ten westen van Laan van Eikenstein Sanatoriumlaan, ten oosten van Laan van Eikenstein %/uur Procentuele verdelingen Dagperiode (07/19) Avondperiode (19/23) Nachtperiode (23/07) LMV % MZMV % ZMV % %/uur LMV % MZMV % ZMV % %/uur LMV % MZMV 6,60 94,8 4,3 0,9 3,60 97,6 2,4 0,0 0,70 96,0 4,0 0,0 6,60 95,1 4,0 0,9 3,60 97,8 2,2 0,0 0,70 96,4 3,6 0,0 6,60 97,0 3,0 0,0 3,40 98,5 1,5 0,0 0,60 100,0 0,0 0,0 6,70 98,2 1,8 0,0 3,40 100,0 0,0 0,0 0,60 100,0 0,0 0,0 Laan van Eikenstein 6,70 97,7 2,3 0,0 3,30 100,0 0,0 0,0 0,40 100,0 0,0 0,0 P.C. Hooftlaan 6,70 90,9 9,1 0,0 3,20 94,6 5,4 0,0 0,30 100,0 0,0 0,0 Tabel 5. Periode- en voertuigverdelingen van het prognosejaar 2025 (zonder planbijdrage) % ZMV % In de onderstaande tabel zijn de periode- en voertuigverdelingen weergegeven voor 2025 (met planbijdrage). Weg(vak) Procentuele verdelingen Dagperiode (07/19) Avondperiode (19/23) Nachtperiode (23/07) LMV MZMV ZMV LMV MZMV ZMV LMV MZMV ZMV Utrechtseweg, ten westen van Sanatoriumlaan Utrechtseweg, ten oosten van Sanatoriumlaan Sanatoriumlaan, ten westen van Laan van Eikenstein Sanatoriumlaan, ten oosten van Laan van Eikenstein %/uur % % % %/uur % % % %/uur 6,65 94,85 4,26 0,89 3,64 97,63 2,37 0,00 0,71 96,05 3,95 0,00 6,65 95,16 3,95 0,89 3,64 97,84 2,16 0,00 0,71 96,46 3,54 0,00 6,73 97,14 2,86 0,00 3,55 98,59 1,40 0,01 0,63 99,98 0,01 0,01 6,74 98,29 1,70 0,01 3,52 99,98 0,01 0,01 0,62 99,98 0,01 0,01 Laan van Eikenstein 6,89 97,77 2,23 0,00 3,46 99,98 0,01 0,01 0,43 99,98 0,01 0,01 P.C. Hooftlaan 6,96 91,37 8,62 0,01 3,43 95,03 4,96 0,01 0,35 99,96 0,02 0,02 Tabel 6. Periode- en voertuigverdelingen voor 2025 (met planbijdrage) % % % SAB 9 132

133 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 4 Onderzoek 4.1 Onderzoeksopzet Volgens de Wgh mag voor woningen de geluidsbelasting in principe niet hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde. Voor wegverkeer is deze vastgesteld op 48 db, ex artikel 82 van de Wgh. Om te toetsen of de geluidsbelasting niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde, wordt de ligging van de 48 db-contour bepaald. Dit wordt gedaan door middel van een vrije-veld contour, hierbij wordt geen rekening gehouden met de afschermende werking van tussenliggende gebouwen. Als de woningen buiten de 48 db-contour liggen, dan wordt geconcludeerd dat de geluidsbelasting lager is dan de voorkeursgrenswaarde. Het bepalen van de daadwerkelijke geluidsbelasting is dan niet noodzakelijk. Het akoestisch klimaat ten gevolge van de onderzochte weg is dan geen belemmering voor de uitvoering van het plan. Als uit de berekening blijkt dat (een deel van) de woningen binnen de 48 db-contour ligt, is nader onderzoek naar de geluidsbelasting noodzakelijk. In dit onderzoek wordt getoetst of de geluidsbelasting lager is dan de hoogste toelaatbare geluidsbelasting. Tevens moet bij een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde worden bepaald of geluidsreducerende maatregelen mogelijk zijn. 4.2 Bepalen van de 48 db-contouren De ligging van de 48 db-contouren, vrije-veldsituatie, is bepaald met behulp van de standaardrekenmethode 1-berekening. Deze rekenmethode is beschreven in RMG 2012, bijlage III, behorend bij hoofdstuk 3. In onderstaande tabel worden de berekende afstanden van de 48 db-contouren en de kortste afstanden van één van de woningen in het plangebied tot de wegas van de onderzochte wegen weergegeven. Weg(vak) Utrechtseweg ten westen van Sanatoriumlaan ten oosten van Sanatoriumlaan Sanatoriumlaan ten westen van Laan van Eikenstein ten oosten van Laan van Eikenstein Afstand van de 48 db-contour tot de wegas in meters Kortste afstand van één van de woningen tot de wegas in meters Laan van Eikenstein P.C. Hooftlaan Tabel 7. Afstand van de 48 db-contouren tot de wegas In overzichtstekening 1, bijlage B, is de ligging van de 48 db-contouren weergegeven. De berekeningen van de 48 db-contouren zijn weergegeven in bijlage C. SAB

134 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Conclusie Uit dit onderzoek blijkt dat alle woningen in het plangebied buiten de 48 db-contouren, vrije-veldsituatie, van de Utrechtseweg en de P.C. Hooftlaan liggen. Nader onderzoek naar de optredende geluidsbelasting op de woning ten gevolge van wegverkeer op de Utrechtseweg en de P.C. Hooftlaan is daarom niet noodzakelijk. Uit dit onderzoek blijkt dat een deel van de woningen in het plangebied binnen de 48 db-contouren, vrije-veldsituatie, van de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein liggen. Nader onderzoek naar de optredende geluidsbelastingen op de woningen binnen de 48 db-contour is uitgevoerd ten gevolge van de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein. De resultaten zijn beschreven in paragrafen 4.3 en Bepalen van de geluidsbelastingen De geluidsbelastingen ten gevolge van de onderzochte wegen zijn bepaald met behulp van de standaardrekenmethode 1-berekening. De gebruikte rekenmethode voor wegverkeer is beschreven in het RMG 2012, bijlage III, behorend bij hoofdstuk Sanatoriumlaan De geluidsbelastingen ten gevolge van de Sanatoriumlaan zijn bepaald met behulp van de standaardrekenmethode 1-berekening. De gebruikte rekenmethode voor wegverkeer is beschreven in het RMG 2012, bijlage III, behorend bij hoofdstuk 3. De ligging van de waarneempunten is weergegeven in overzichtstekening 1, bijlage A. De berekende geluidsbelastingen van de woningen zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Waarneem- punt Aantal woningen Waarneemhoogte in meters Geluidsbelastingen in db incl. aftrek ex art. 110g Wgh 1 2 1,5 4,5 7, ,5 4,5 7, ,5 4,5 7, Tabel 8. Geluidsbelastingen op de woningen ten gevolge van de Sanatoriumlaan De berekeningen van de geluidsbelastingen ten gevolge van de Sanatoriumlaan zijn weergegeven in bijlage D. Toetsing aan de Wgh Uit dit onderzoek blijkt dat bij de woningen direct aan de Sanatoriumlaan de voorkeursgrenswaarde van 48 db bij zes woningen wordt overschreden. De hoogste ge- SAB

135 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) luidsbelasting ten gevolge van de Sanatoriumlaan bedraagt 57 db, inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. Omdat de Sanatoriumlaan een 30 km-regime heeft, is deze weg niet onderzoeksplichtig voor de Wgh en daardoor zijn er ook geen normen opgenomen voor 30 km-wegen in de Wgh. Ter vergelijk is de hoogste toelaatbare geluidsbelasting uit de Wgh voor een vergelijkbare 50 km-weg gebruikt voor de toetsing in het kader van een goede ruimtelijke ordening. De hoogste toelaatbare geluidsbelasting voor nieuw te bouwen woningen langs een bestaande weg in stedelijk gebied bedraagt 63 db. De optredende geluidsbelastingen zijn hiermee lager dan de hoogste toelaatbare geluidsbelasting Laan van Eikenstein De geluidsbelastingen ten gevolge van de Laan ven Eikenstein rekenmethode voor wegverkeer is beschreven in het RMG 2012, bijlage III, behorend bij hoofdstuk 3. De ligging van de waarneempunten is weergegeven in overzichtstekening 1, bijlage A. De berekende geluidsbelastingen van de woningen zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Waarneempunt Aantal woningen Waarneemhoogte in meters Geluidsbelastingen in db incl. aftrek ex art. 110g Wgh 4 2 1,5 4,5 7, ,5 4,5 7, ,5 4,5 7, ,5 4,5 7, Tabel 9. Geluidsbelastingen op de woningen ten gevolge van de Laan van Eikenstein De berekeningen van de geluidsbelastingen ten gevolge van de Laan ven Eikenstein zijn weergegeven in bijlage E. Toetsing aan de Wgh Uit dit onderzoek blijkt dat bij de zeven woningen direct aan de Laan ven Eikenstein de voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt overschreden. De hoogste geluidsbelasting ten gevolge van de Laan ven Eikenstein bedraagt 50 db, inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. Omdat de Laan ven Eikenstein een 30 km-regime heeft, is deze weg niet onderzoeksplichtig voor de Wgh en daardoor zijn er ook geen normen opgenomen voor 30 kmwegen in de Wgh. Ter vergelijk is de hoogste toelaatbare geluidsbelasting uit de Wgh SAB

136 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) voor een vergelijkbare 50 km-weg gebruikt voor de toetsing in het kader van een goede ruimtelijke ordening. De hoogste toelaatbare geluidsbelasting voor nieuw te bouwen woningen langs een bestaande weg in stedelijk gebied bedraagt 63 db. De optredende geluidsbelastingen zijn hiermee lager dan de hoogste toelaatbare geluidsbelasting. 4.4 Mogelijkheden voor geluidsreducerende maatregelen Het doel van de Wgh is om geluidhinder te voorkomen en te beperken. Een geluidsbelasting tot met de voorkeursgrenswaarde garandeert een goed woon-/leefklimaat. De Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein zorgen voor een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. In artikel 77 lid 1b van de Wgh staat dat er onderzoek moet plaatsvinden of, en zo ja, welke doeltreffende maatregelen mogelijk zijn om de geluidsbelasting terug te brengen tot een waarde die lager of gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Wanneer de geluidsbelasting niet terug te brengen is tot de voorkeursgrenswaarde, dan kan (en hoeft) geen hogere waarde worden aangevraagd, omdat de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein een 30 km-regime hebben. Aangezien het plan slechts een beperkt aantal woningen (30) mogelijk maakt, is de financiële ruimte om geluidsreducerende maatregelen te nemen in het bron- en overdrachtsgebied beperkt. Bij het treffen van maatregelen geldt een voorkeursvolgorde: bron, overdracht en ontvanger Bronmaatregelen Het vervangen van de huidige wegdekken (elementenverharding in keperverband) op de Sanatoriumlaan door een stiller wegdek kan een maximale geluidsreductie opleveren van 1,6 db. Het stilste wegdek dat beschikbaar is voor 30 km-wegen is het referentiewegdek (op basis van het emissiegegevens van het CROW 5 ). Aangezien dit wegdek is toegepast op de Laan van Eikenstein is het toepassen van stille wegdekken op deze weg niet mogelijk Overdrachtsmaatregelen Het vergroten van de afstand tussen de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein en de woningen in het plangebied, zodanig dat de geluidsbelasting wel voldoet aan de voorkeursgrenswaarde, zorgt voor een dusdanig grote afstand dat dit niet wenselijk is. De benodigde afstand is met de 48 db-contouren weergegeven in overzichtstekening 1, bijlage B. Het plaatsen van een effectief geluidsscherm langs de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein is niet gewenst vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt. Tevens zullen de kosten voor het plaatsen van een scherm dusdanig hoog zijn dat dit vanuit financieel oogpunt niet rendabel is voor het plan. Het aanleggen van een geluidswal is niet gewenst gezien het ruimtebeslag hiervan. 5 SAB

137 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Maatregelen bij de ontvanger De maatregelen die kunnen worden genomen bij de ontvanger (woning) zijn erop gericht om te voldoen aan de binnenwaarde van 33 db. Mogelijk moeten voor de woningen met een hogere geluidsbelasting dan de voorkeursgrenswaarde aanvullende isolerende voorzieningen worden getroffen om de akoestische binnenwaarde te halen. Gevels die een te hoge geluidsbelasting hebben kunnen uitgevoerd worden als dove gevel. Een dove gevel is een gevel zonder te openen ramen en deuren. Conform artikel 1b lid 5 van de Wgh wordt dit niet gezien als gevel. Doordat het geen gevel is in de zin van de Wgh hoeft voor een dove gevel geen geluidsbelasting te worden bepaald en is het niet mogelijk om hiervoor een hogere waarde aan te vragen. Omdat er geen te openen ramen en/of deuren in een dove gevel zitten is terughoudendheid gewenst bij het toepassen hiervan. Met oog op het leefcomfort is het toepassen van een dove gevel op deze locatie ongewenst. Conclusie Gezien de beperkte schaal van dit plan is het niet mogelijk of wenselijk om effectieve maatregelen te treffen die de geluidsbelastingen terugbrengen tot waarden die lager zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 db. 4.5 Cumulatieve geluidsbelasting De geplande woningen in het plangebied liggen in de zones van diverse wegen (Utrechtsteweg, Sanatoriumlaan en de laan van Eikenstein). Volgens het RMG 2012, bijlage I, hoofdstuk 2: Rekenmethode cumulatieve geluidsbelasting kan er in dergelijke gevallen cumulatie noodzakelijk zijn. Op basis van het RMG 2012 is de cumulatieve geluidsbelasting dan ook berekend voor Utrechtsteweg, Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein. Aangezien er in de omgeving van het plangebied alleen wegen liggen, wordt de cumulatieve geluidsbelasting berekend voor het wegverkeerspectrum. In de onderstaande tabel staat de berekening van de hoogste cumulatieve geluidsbelasting weergegeven. Deze hoogste cumulatieve geluidsbelasting is berekend voor de woning op de hoek van de Sanatoriumlaan en de Laan ven Eikenstein. Ook is in deze tabel de benodigde gevelwering voor deze woning weergegeven. Verdieping Geluidsbelastingen in db excl. aftrek ex art. 110g Wgh Minimaal benodigde Laan van Eikenstein (wnp.3) Sanatoriumlaan (wnp.4) Utrechtseweg Cumulatieve geluidsbelasting gevelwering in db Eerste verdieping 61,53 55,47 < 53 62,95 30 Tweede verdieping 60,91 55,03 < 53 62,43 30 Derde verdieping 59,99 54,27 < 53 61,66 29 De cumulatieve geluidsbelasting is van belang voor de berekening van de vereiste gevelisolatie. Volgens het Bouwbesluit 2012 moet een akoestische binnenwaarde van 33 db bij wegverkeerslawaai en bij railverkeerslawaai worden gegarandeerd. SAB

138 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 5 Conclusie Door de verplaatsing van de autodealer Sanato komt de locatie aan de Sanatoriumlaan in Zeist vrij voor herontwikkeling. Het plan bestaat uit de sloop van de bestaande bebouwing in het plangebied en de nieuwbouw van 18 grondgebonden rijwoningen en 12 twee-onder-een-kap woningen. Woningen zijn geluidsgevoelige bestemmingen waarvoor akoestisch onderzoek moet worden verricht. De geluidsbelasting van woningen wordt getoetst aan de normen uit de Wet geluidhinder (Wgh). 5.1 Toetsing aan de Wet geluidhinder Uit dit onderzoek blijkt dat alle woningen in het plangebied buiten de 48 db-contouren, vrije-veldsituatie, van de Utrechtseweg en de P.C. Hooftlaan liggen. Nader onderzoek naar de optredende geluidsbelasting op de woning ten gevolge van wegverkeer op de Utrechtseweg en de P.C. Hooftlaan is daarom niet noodzakelijk. Uit dit onderzoek blijkt dat een deel van de woningen in het plangebied binnen de 48 db-contouren, vrije-veldsituatie, van de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein liggen. Nader onderzoek naar de optredende geluidsbelastingen op de woningen binnen de 48 db-contour is uitgevoerd ten gevolge van de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein. Uit het onderzoek naar de gevelbelastingen blijkt dat bij de zes woningen direct aan de Sanatoriumlaan de voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt overschreden. De hoogste geluidsbelasting ten gevolge van de Sanatoriumlaan bedraagt 57 db, inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. Tevens blijkt uit dit onderzoek de zeven woningen direct aan de Laan ven Eikenstein de voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt overschreden. De hoogste geluidsbelasting ten gevolge van de Laan ven Eikenstein bedraagt 50 db, inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. Omdat de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein een 30 km-regime heeft, is deze weg niet onderzoeksplichtig voor de Wgh en daardoor zijn er ook geen normen opgenomen voor 30 km-wegen in de Wgh. Ter vergelijk is de hoogste toelaatbare geluidsbelasting uit de Wgh voor een vergelijkbare 50 km-weg gebruikt voor de toetsing in het kader van een goede ruimtelijke ordening. De hoogste toelaatbare geluidsbelasting voor nieuw te bouwen woningen langs een bestaande weg in stedelijk gebied bedraagt 63 db. De optredende geluidsbelastingen zijn hiermee lager dan de hoogste toelaatbare geluidsbelasting. SAB

139 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 5.2 Toetsing aan het Bouwbesluit 2012 Op grond van het Bouwbesluit 2012 dient een akoestische binnenwaarde van 33 db bij woningen ten gevolge van wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai gegarandeerd te worden. De hoogste cumulatieve geluidsbelasting bedraagt daardoor 63 db, exclusief aftrek ex artikel 110g. Om de binnenwaarde bij de woningen te halen, moet een minimale geluidsisolatie van (63-33=) 30 db worden bereikt. Ter indicatie: volgens artikel 3.2 van het Bouwbesluit 2012 bezit een standaard gevelconstructie een minimale geluidsisolatie van 20 db. In een aanvullend bouwakoestisch onderzoek moet worden onderzocht of aanvullende gevelmaatregelen nodig zijn. SAB

140 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Bijlage A Berekening van de planbijdrage 140

141 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 141

142 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Verkeersaantrekkende werking van het plan Door de realisatie van het initiatief zal de verkeersaantrekkende werking van het plangebied veranderen. Dit verschil wordt ook wel de planbijdrage genoemd. In de onderstaande paragrafen wordt de planbijdrage berekend. Het initiatief Het initiatief betreft de realisatie van 30 woningen. In de huidige situatie is op deze locatie een garagebedrijf gevestigd. Verkeersaantrekkende werking van het initiatief De verkeersaantrekkende werking is het verschil tussen de huidige situatie en de situatie met het initiatief. Door de verkeersaantrekkende werking is de huidige situatie enigszins licht en de situatie met het initiatief enigszins zwaar in te schatten, wordt een maximale planbijdrage berekend. Huidige situatie Het plangebied wordt nu gebruikt door een autobedrijf. Het is niet bekend hoeveel verkeer het plangebied in de huidige situatie genereert. Dit betekent dat een aanname moet worden gemaakt. Gelet op het uitgangspunt dat de verkeersaantrekkende werking van de huidige situatie zo laag mogelijk wordt geschat, is voor dit onderzoek uitgegaan van een worstcase-scenario van 0 voertuigbewegingen. Situatie met het initiatief In het plangebied worden 30 woningen gerealiseerd. De verkeersaantrekkende werking voor de 30 woningen is bepaald aan de hand van kengetallen van CROW 6. Hierbij wordt rekening gehouden met het woonmilieu (Centrum-stedelijk overig en buitencentrum overig) en het type woningen (12 twee-onder-een-kapwoning en 18 tussenen hoekwoning). In de onderstaande tabel is de planbijdrage van de 30 woningen weergegeven. De verwachte verkeersgeneratie met voertuigverdeling voertuigbewegingen per etmaal functies eenheden LMV MZMV ZMV Totaal woning, koop 2-onder-1 kap, met garage 12 97,78 0,11 0,11 98 woning, koop rijwoning, met garage ,68 0,16 0, totale verkeersgeneratie 232,46 0,27 0, ,8% 0,1% 0,1% 100,0% De verwachte verkeersaantrekkende werking met periodeverdeling functies eenheden dag avond nacht etmaal ( ) ( ) ( ) (0:00-24:00) woning, koop 2-onder-1 kap, met garage 12 72,52 18,62 6,86 98 woning, koop rijwoning, met garage 18 99,90 25,65 9, ,42 44,27 16, totale verkeersgeneratie 6,17 %/uur 4,75 %/uur 0,88 %/uur Tabel 10. Verkeersaantrekkende werking van het plan 6 CROW-publicatie Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden, vuistregels en kengetallen gemotoriseerd verkeer d.d. oktober

143 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Toename van de verkeersintensiteit ten gevolge van het initiatief Het initiatief leidt tot een zekere verhoging van de verkeersintensiteit van de onderzochte wegen. Deze verhoging is per weg als volgt geschat: Sanatoriumlaan: Het plangebied wordt ontsloten op de Sanatoriumlaan. Van de extra voertuigen als gevolg van het initiatief rijdt naar verwachting 100% via deze wegen. Dit leidt tot een toename van 233 voertuigbewegingen per dag. Laan van Eikenstein: Een deel van de planbijdrage zal rijden over de Laan va Eikenstein dit zal maximaal 1/3 van de totale planbijdrage zijn. Dit leidt tot een toename van 78 voertuigbewegingen per dag. Utrechtseweg: Het plangebied wordt ontsloten op Sanatoriumlaan en daarna op de Utrechtseweg. Het verkeer op de Utrechtseweg zal zich spltisen in noordelijke en zuidelijke richting. Van de extra voertuigen als gevolg van het initiatief rijdt naar verwachting 75% in noordelijke richting langs het plangebied. Dit leidt tot een toename van 156 voertuigbewegingen per dag. 143

144 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Bijlage B Overzichtstekening 1: Ligging van de geluidscontouren en de waarneempunten 144

145 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 145

146 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 146

147 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 147

148 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Bijlage C Berekening van de 48 db-contouren 148

149 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 149

150 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 150

151 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 151

152 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 152

153 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 153

154 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 154

155 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 155

156 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Bijlage D Berekening van de geluidsbelastingen t.g.v. de Sanatoriumlaan 156

157 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 157

158 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 158

159 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 159

160 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 160

161 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 161

162 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) Bijlage E Berekening van de geluidsbelastingen t.g.v. de Laan van Eikenstein 162

163 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 163

164 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 164

165 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 165

166 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 166

167 16RV028 Bijlage 08 BP Sanatoriumlaan 37 (Akoestisch onderzoek) 167

168 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) EINDSITUATIE BODEMONDERZOEK SANATORIUMLAAN 37 TE ZEIST LAWIJN milieu-advies Rapportnr.: A1 mei

169 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Opdrachtgever: Uitgevoerd door: Automobielbedrijf Sanato B.V. LAWIJN milieu-advies Postbus 41 Burg. Patijnlaan AA Zeist 3705 CG Zeist Telefoonnr. : Telefaxnr. : info@lawijnadvies.nl Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 169

170 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) INHOUD blz. 1 INLEIDING VOORONDERZOEK Locatiegegevens Achtergrondinformatie Historische gegevens Gegevens bodemonderzoek Bodemopbouw en geohydrologie Onderzoeksstrategie UITVOERING VELD- EN LABORATORIUMWERKZAAMHEDEN Algemeen Veldwerk Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen Monster- en analyseselectie RESULTATEN EN INTERPRETATIE VAN HET ONDERZOEK Algemene begrippen en toetsingskader Grond (minerale olie, VAK en VOCl) Grondwater CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 170

171 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) TABELLEN blz. 1. Overzicht voormalige bedrijfsactiviteiten, locatie Sanatoriumlaan Geohydrologisch overzicht Onderzoeksstrategie, volgens NEN Boringen en diepten van zintuiglijk waargenomen verontreinigingen Gegevens grondwater Overzicht van grondmengmonsters en analyses Overzicht van grondwatermonsters en analyses Overzicht toetsing gemeten analyseresultaten olieproduct / vluchtige verbindingen (mg/kg d.s.) Overzicht toetsing gemeten analyseresultaten overige parameters / pakketten (mg/kg d.s.) Overzicht toetsing gemeten analyseresultaten in grondwater (µg/l) BIJLAGEN 1 Topografische kaart met ligging onderzoekslocatie 2 Situatietekening onderzoekslocatie 3 Beschrijving boorprofielen 4 Analyserapporten 5 Toetsing analyseresultaten aan gecorrigeerde streef- en interventiewaarden Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 171

172 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) 1 INLEIDING Door LAWIJN milieu-advies te Zeist is in opdracht van Essenstein b.v. te Bosch en Duin een eindsituatie bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Sanatoriumlaan 37 te Zeist. Het onderzoek is uitgevoerd naar de richtlijnen van de NEN-5740 (NNI, 2009), volgens de strategie voor nulsituatie onderzoek (NUL). De aanleiding voor het bodemonderzoek vormt de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van het autobedrijf en tankstation ter plaatse van de onderzoekslocatie. Het doel van het bodemonderzoek is het vaststellen van de eindsituatie van de kwaliteit van de bodem voor terreindelen binnen de inrichting, waar activiteiten met een bodembedreigend karakter hebben plaatsgevonden, op grond van de Wet Milieubeheer. Leeswijzer In het voorliggende rapport komt eerst het vooronderzoek aan de orde. Vervolgens wordt de uitvoering van het bodemonderzoek beschreven. Ten slotte komen, na de presentatie van de resultaten van het onderzoek en een interpretatie van deze resultaten, de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek aan bod. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 1 /

173 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) 2 VOORONDERZOEK Het vooronderzoek is verricht volgens de NEN 5725 richtlijn, aan de hand van een locatiebezoek, een interview met de huidige eigenaar en archiefgegevens van de omgevingsdienst Regio Utrecht. In onderstaande paragrafen zijn de verkregen resultaten samengevat beschreven. 2.1 Locatiegegevens Adres : Sanatoriumlaan 37, Zeist Gemeente : Zeist Kadastrale gegevens : gemeente Zeist, sectie N, nummer 2145, 5167, 5951, 5953, 6449 Eigenaar : Essenstein bv. Gebruik : Automobielbedrijf Sanato bv Coördinaten : X Y In bijlage 1 is de topografische kaart met de ligging van de onderzoekslocatie opgenomen. 2.2 Achtergrondinformatie Ligging en gebruik De locatie is gelegen aan de noordwestzijde van de bebouwde kom van de gemeente Zeist. De locatie is aan de zuidoostzijde ontsloten op de Sanatoriumlaan. Langs de noordoostzijde van de locatie ligt de Laan van Eikenstein. Aan de zuidwestzijde en noordwestzijde wordt de locatie begrensd door respectievelijk woonpercelen en openbaar groen. Het bestaande bedrijfspand is gesitueerd in het midden van de locatie. In het bedrijfspand bevindt zich een showroom, werkplaats, wasplaats en spuitcabine. Aan de voorzijde van het pad (zuidoostzijde locatie) bevindt zich een tankstation, voorzien van een vloeistofdichte vloer. De voor- en achterzijden van de locatie is voornamelijk ingericht als parkeerplaats. Het buitenterrein is verhard met klinkers Inpandig bevindt is een betonvloer aanwezig. Verdachte terreindelen De eigenaar is voornemens om op de locatie woningbouw te realiseren. De huidige bedrijfsactiviteiten beëindigen op de locatie, waarna het bedrijfspand zal worden gesloopt. Ter plaatse van de huidige inrichting hebben de volgende bodembedreigende activiteiten plaats gevonden: 1- Tankstation met ondergrondse tanks; 2- Olie-afscheiders; 3- Wasplaats; 4- Voormalige spuitcabine / smeerput; 5- Opslagplaatsen olie en overig. In bijlage 2 is een situatietekening van de onderzoekslocatie opgenomen. 2.3 Historische gegevens Historisch gebruik Op een topografische kaart uit 1920 is de eerste bebouwing zichtbaar ter hoogte van de onderzoekslocatie. Het oorspronkelijke gedeelte van het bedrijfspand dateert uit de jaren 60 van de 20 e eeuw. Op een topografische kaart uit 1962 is de eerste bebouwing zichtbaar. Bedrijfsactiviteiten In de jaren '60 van de 20 e eeuw is de locatie in gebruik genomen als garagebedrijf, met benzinestation. Voor de beginperiode staan tevens voormalige activiteiten geregistreerd als elektromotorenreparatiebedrijf (1971). Voor zover bekend is geen sprake van andere (specifieke) voormalige bedrijfsactiviteiten. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 2 /

174 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) In juni 1988 is door de gemeente Zeist een Hinderwetvergunning afgegeven voor een herstelinrichting voor motorvoertuigen annex verkooppunt van motorbrandstoffen op de locatie. Ten behoeve van de bedrijfsvoering is sprake van de aanwezigheid van een werkplaats, een voormalige spuitcabine/smeerput, een wasplaats, een tankstation, twee olie-afscheiders en (voormalige) opslag van olie en overige materialen ter plaatse van het buitenterrein. Olietanks Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de bekende (voormalige) olietanks ter plaatse van de onderzoekslocatie, op basis van informatie van de huidige eigenaar en de archiefgegevens van de omgevingsdienst Regio Utrecht. Tabel 1 Overzicht voormalige bedrijfsactiviteiten, locatie Sanatoriumlaan 37 Soort tank (inhoud) Ligplaats Jaar / Periode Toelichting / Sanering / Informatiebron Ondergrondse olietanks (2 stuks, < 25 m 3 ). Ondergrondse olietanks (2 stuks, 2x 50 m3) Ondergrondse olietanks (2 stuks, 2x 6 m3) Bovengrondse olietank (1 stuk, 5 m3) Tankshop ca In 1980 gesaneerd (volgestort). Tankstation geplaatst in 1995 Naast werkplaats (noordwestzijde) Naast spuitcabine (zuidzijde) ca geplaatst in voormalige ondergrondse tanks (4 stuks) zijn verwijderd tijdens bodemsanering in 1995 / 1996 verwijderd in 2005 (KIWA-certificaat) 2.4 Gegevens bodemonderzoek Bodemkwaliteitskaart Voor de onderzoekslocatie zijn de volgende bodemonderzoeken geraadpleegd: [1] Eindevaluatie bodemsanering BP-tankstation Sanato, Sanatoriumlaan 37 te Zeist, Geofox, kenmerk: 51040/RN/rh, februari 1997 [2] Verkennend/nulsituatie bodemonderzoek ondergrondse 6 m3 tanks, Sanatoriumlaan 37 te Zeist, Hamar Installatietechniek B.V, kenmerk: /dh/sh, oktober 2005; [3] Nulsituatie bodemonderzoek buitenopslagplaatsen Sanatoriumlaan 37 te Zeist, Hopman en Peters, kenmerk: 06-P-163, juli Uit het evaluatierapport van de van bodemsanering uit 1997 blijkt dat ter plaatse van het tankstation aan de zuidoostzijde van de locatie (voorterrein) een grond- en grondwatersanering is uitgevoerd in verband met een verontreiniging met olieproduct (minerale olie, vluchtige aromaten; registratiecode provincie Utrecht: UT ). De verontreiniging in de bodem is verwijderd middels grondontgraving tot 4 à 5 m- mv en een aanvullende grondwateronttrekking. In het tankgat van de nieuwe tanks is een lichte restverontreiniging achtergebleven in de putbodem. In het tankgat van de oude tanks was sprake van een lichte restverontreiniging in de putbodem en de putwand. In het grondwater zijn verspreid over de locatie enkele licht verhoogde restconcentraties achtergebleven. Tijdens het verkennend/nulsituatie onderzoek in 2005 bij de twee ondergrondse liter tanks aan de achterzijde van het gebouw zijn in de grond en het grondwater geen verhoogde gehalten aan oliecomponenten aangetoond. Het nulsituatieonderzoek in 2006 ter plaatse van de (oude) buitenopslagplaatsen heeft zich gericht naar de bovengrondse tank en de CPR-kast (ter hoogte van de bestaande afvalbak) op het terreindeel naast de spuitcabine, en de oude opslag voor olie en accu's bij de voormalige garageboxen aan de westzijde van de locatie. Analytisch zijn in de grond geen verhoogde gehaltes gemeten. In het grondwater zijn lichte verontreinigingen boven de streefwaarde met chroom, koper, zink, benzeen en xyleen aangetoond. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 3 /

175 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) 2.5 Bodemopbouw en geohydrologie De geohydrologische opbouw van het gebied waarbinnen de locatie is gesitueerd, is in onderstaande tabel weergegeven. De gegevens zijn afkomstig van de Grondwaterkaart van Nederland, inventarisatierapport Utrecht (Dienst Grondwaterverkenning TNO, 1978). Tabel 2 Typering Geohydrologisch overzicht Ligging in meters t.o.v. NAP Lithologie Formatie 1 e watervoerend pakket +5 tot - 32 matig grove tot grove grindhoudende zanden Twente, Kreftenheye, Urk, Sterksel 1 e scheidende laag - 32 tot - 37 klei, matig fijn zanden Kedichem 2 e watervoerend pakket - 37 tot - 95 matig fijne tot grove grindhoudende zanden Harderwijk 2 e scheidende laag beneden - 95 m (zandige) kleien Tegelen De grondwaterstroming in het eerste watervoerend pakket heeft een west-zuidwestelijke richting. Volgens de Provinciale Milieuverordening van de provincie Utrecht (okt. 2003) ligt de onderzochte locatie niet in een grondwaterbeschermingsgebied. 2.6 Onderzoeksstrategie Onderzoeksstrategie Het bodemonderzoek is opgezet naar de richtlijnen van de NEN-5740 (NNI, 2009), volgens de strategie voor nulsituatie onderzoek (NUL). Het onderzoek heeft zich alleen gericht naar de verdachte terreindelen. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de uit te voeren werkzaamheden en analyses. Tabel 3a Onderzoeksstrategie, volgens NEN Deellocatie Veldwerk / Aantal boringen Chemisch onderzoek Opmerkingen (opp / gez. volume) Beton tot 0.5 én tot 2.0 én met m -mv m -mv PB Grond Grondwater A. Terreindeel oude o.g. tanks (< 25 m 3 ) In 1980 volgestort B. Terreindeel nieuwe o.g. tanks (100 m 3 ) In 1995 geplaatst C. Leidingwerk nieuwe brandstofinstallatie (ca. 30 m1) In 1995 geplaatst x MO, VAK 1x OS (*A) 3x MO, VAK 3x OS - 6 (*B) - - 3x MO, VAK 3x OS 1x MO, VAK, - MTBE 1x MO, VAK, - MTBE - - Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 4 /

176 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Tabel 3b Onderzoeksstrategie, volgens NEN Deellocatie Veldwerk / Aantal boringen Chemisch onderzoek Opmerkingen (opp / gez. volume) Beton tot 0.5 én tot 2.0 én met m -mv m -mv PB Grond Grondwater D. Terreindeel tankstation (300 m 2 ) In 1995 geplaatst E. Olie-afscheider (OA) voorterrein F. Olie-afscheider (OA) achterterrein (*A) 2x MO, VAK 2x OS (*A) 1x MO, VAK 1x OS x MO, VAK 1x OS 2x MO, VAK, - MTBE 1x MO, VAK - 1x MO, VAK - G. Oude buitenopslag, olie en accuopslag (10 m2) x NENgr 1x LOS 1x NENgw onderzoeksaanpak a.d.h.v. nulonderzoek, extra boring aan westzijde van oude olieopslag H. Terreindeel wasplaats (70 m 2 ) (*C1) 1x STgr 1x LOS 1x STgw één boring uitpandig I. Terreindeel spuitcabine / smeerput (100 m 2 ) J. Nieuwe buitenopslag, b.g. tank, container, afvalbak, cpr-kast (100 m 2 ) 3 2 (*B) 1 (*C1) 1x ZM 1x VAK, VOCl 1x MO 3x LOS - 1 (*D) 1 2 1x MO, VAK 1x NENgr 1x LOS (*C) 1x MO, VAK 1x NENgw i.v.m. bestaande smeerput aanvullende analyse ondergrond op minerale olie onderzoeksaanpak a.d.h.v. nulonderzoek, extra boring bij container aan zuidzijde mv / gws PB (*A) (*B) (*C) (*D) STgr STgw NENgr NENgw maaiveld / grondwaterspiegel. peilbuis. bestaande peilbuis aanwezig. boringen worden doorgezet tot 1.5 meter beneden maaiveld. onderzoek grondwater zal worden gecombineerd. boringen worden doorgezet tot 0.5 meter beneden terreinverharding. standaardpakket grond (NEN / SIKB): droge stof, 9 zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni en Zn), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK-10 VROM), polychloorbifenylen (PCB) en minerale olie. standaardpakket grondwater (NEN / SIKB): 9 zware metalen, minerale olie (GC), vluchtige aromaten (styreen, benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen en naftaleen), gechloreerde koolwaterstoffen, incl. vinylchloride. NEN 5740-grondpakket: droge stof, arseen, 7 zware metalen (Cd, Cr, Cu, Hg, PB, Ni en Zn), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK-10 VROM), extraheerbare organohalogeniden (EOX) en minerale olie. NEN 5740-grondwaterpakket: arseen, 7 zware metalen, minerale olie (GC), vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen en naftaleen), gechloreerde koolwaterstoffen, mono- en dichloorbenzeen. MO / VAK minerale olie, vluchtige aromaten. MTBE methyl-tert-butylether. LOS lutum / organische stof. De bij het vooronderzoek verzamelde informatie wordt gebruikt voor het verkrijgen van een adequate invulling van het veld- en laboratoriumonderzoek, en draagt bij aan de verklaring van de resultaten van het bodemonderzoek. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 5 /

177 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) 3 UITVOERING VELD- EN LABORATORIUMWERKZAAMHEDEN 3.1 Algemeen De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de geldende NEN- en NPR-normen bij bodemonderzoek (BRL2000). Bij het veldwerk is het opgeboorde materiaal beoordeeld op samenstelling, en is gelet op eventueel zintuiglijk waarneembare verontreinigingen. Verder is van de opgeboorde grond in het veld de textuur bepaald. Het grondwater is eveneens zintuiglijk beoordeeld. 3.2 Veldwerk Het veldwerk is uitgevoerd op 23 april en 2 mei 2013, door Poelsema Veldwerk Bureau (medewerkers: A. van Assen, J. ten Klooster). De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de onderzoeksstrategie. Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in totaal 36 boringen uitgevoerd op de locatie: - A: drie boringen op het terreindeel bij oude o.g. tanks (nummers 11, 12 en 13); - B: vier boringen op het terreindeel bij nieuwe o.g. tanks (nummers 21 t/m 26); - C: zes boringen op het terreindeel bij leidingwerk nieuwe brandstofinstallatie (nummers 31 t/m 36); - D: zeven boringen op het terreindeel bij het tankstation (nummers 41 t/m 47); - E: twee boringen op het terreindeel bij olie afscheider voorterrein (nummers 51, 52); - F: twee boringen op het terreindeel bij olie afscheider achterterrein (nummers 61, 62); - G: twee boringen op het terreindeel bij de oude buitenopslag accu- en olieopslag (nummers 71, 72). - H/I: zes boringen op het terreindeel bij wasplaats en de voormalige spuitcabine (nummers 81 t/m 86); - J: vier boringen op het terreindeel bij olieopslag en cpr-kast (nummers 91 t/m 94). Het opgeboorde materiaal is bemonsterd in trajecten van circa 0.5 meter. De boringen in de bovengrond zijn verricht met een ongelakte Edelmanboor en een ongelakte grindboor. Voor de bemonstering van de ondergrond is gebruik gemaakt van een ongelakte Edelmanboor en een ongelakte zuigerboor. De plaatsen van de boringen worden weergegeven op de situatietekening in bijlage 2. Vanwege het aantreffen van een lichte olieverontreiniging in de ondergrond bij boring 21 is besloten op het terreindeel bij de ondergrondse brandstoftanks twee extra boringen te verrichten (nummers 25, 26). Voor de bemonstering van het freatisch grondwater zijn de boringen 11, 46, 47 en 83 verder uitgediept en afgewerkt met een peilbuis (materiaal: HDPE). De filterdelen zijn omhuld met een gewassen nylon filterkous en gegloeid filtergrind. Voor de bemonstering van het freatisch grondwater is verder gebruikt gemaakt van de bestaande peilbuizen PB20, PB50, PB60, PB70, PB90A en PB90B. Het freatisch grondwater is bemonsterd op 2 mei Voor de bepaling van de concentratie zware metalen is het grondwater in het veld gefiltreerd over een 0,45 µm filter en aangezuurd tot ph Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen Grond In de boven- en de ondergrond tot op een diepte van circa 1.0 meter beneden maaiveld worden afwisselend lagen humusarm en zwak humeus (matig) fijn zand aangetroffen. De zwak humeuze laag strekt zich plaatselijk uit tot een diepte van circa 2.0 beneden maaiveld. De diepere ondergrond bestaat voornamelijk uit humusarm fijn zand. Voor een nadere beschrijving van de aangetroffen bodemlagen en de trajecten van monstername, wordt verwezen naar de boorbeschrijvingen in bijlage 3. De in milieuhygiënisch opzicht aan het bodemmateriaal zintuiglijk waargenomen bijzonderheden worden weergegeven in tabel 4, op de volgende pagina. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 6 /

178 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Tabel 4 Boringen en diepten van zintuiglijk waargenomen verontreinigingen Boring Einddiepte traject (m -mv) (m mv) 12 2,5 1,00-2,00 sporen puin Waarneming 13 2,5 0,90-1,90 sporen puin 21 2,7 2,50-2,70 zwakke oliewater-reactie, obstructie op 2.7 m 25 4,0 0,80-1,10 sporen grind, sporen kolengruis 31 2,0 0,70-1,00 1,00-1,50 sporen grind sporen puin 61 2,0 0,60-1,10 sporen puin 62 2,0 0,50-1,10 sporen grind 82 1,5 0,50-1,00 sporen puin 83 3,9 0,20-0,50 sporen puin 84 1,5 - obstructie op 1.5 m 86 1,1 - obstructie op 1.1 m 91 1,3 0,40-0,80 sporen puin 92 1,4 0,40-0,90 sporen puin 93 1,5 0,40-1,00 sporen puin, sporen kolengruis 94 1,0 0,40-0,80 sporen puin In de ondergrond op het terreindeel bij de ondergrondse brandstoftanks is plaatselijk een zwakke oliewater reactie waargenomen (boring 21). Bij de overige boringen op de verschillende terreindelen zijn zintuiglijk geen oliewaarnemingen gedaan. In het opgeboorde materiaal uit de boven- en de ondergrond zijn visueel geen asbestverdachte materialen waargenomen. Grondwater In onderstaande tabel zijn de grondwatergegevens opgenomen. Tabel 5 Gegevens grondwater Peilbuis Grondwaterstand Zuurgraad Geleidbaarheid (EC) Troebelheid (m-mv) (ph) (ms/cm) (NTU) Nummer Filtertraject (m-mv) PB PB 20* PB PB PB 50* PB 60* PB 70* PB PB 90A* PB 90B* * bestaande peilbuis. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 7 /

179 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Tijdens de monstername vertoonde het freatisch grondwater geen afwijkende geur of kleur. De gemeten zuurgraad (ph), elektrische geleidbaarheid (EC) en troebelheid (SDU) zijn voor grondwater in deze regio als normaal te beschouwen. 3.4 Monster- en analyseselectie De fysische en chemische analyses zijn uitgevoerd door het milieulaboratorium Eurofins Analytico. Dit laboratorium is een door de Raad voor Accreditatie (RvA) gecertificeerd laboratorium. De voorbehandeling van de analysemonsters is uitgevoerd volgens AS3000. Grond In tabel 6 is een overzicht opgenomen van de grondmengmonsters welke ter analyse bij het laboratorium zijn aangeboden. Tabel 6 Overzicht van grondmengmonsters en analyses Deelloc. Monstercode G. MM 1 H. MM 2 Boringen Monster Analyses Traject (m mv) STgr NENgr MO ZM LOS # # # # I. MM 3 83, 85, # # I. MM 4 84, # # J. MM 5 93, # # Motivatie / Opmerkingen monsters van bovengrond op terreindeel bij oude buitenopslag; matig fijn zand, zintuiglijk geen afwijkingen monsters van grondlaag in bovenste meter op terreindeel bij wasplaats; matig fijn zand, plaatselijk bijmenging sporen puin monsters van bovengrond op terreindeel bij voormalige spuiterij / smeerput; matig fijn zand, plaatselijk bijmenging sporen puin monsters van ondergrond op terreindeel bij smeerput; matig fijn zand, zintuiglijk geen afwijkingen monsters van bovengrond bij buitenopslag; matig fijn zand, zintuiglijk geen afwijkingen #: Geanalyseerde pakketten/parameters STgr NENgr ZM LOS Standaardpakket grond (NEN / SIKB) Grondpakket uit de NEN-5740 (traditioneel) Pakket 9 zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni en Zn) Lutum / Organische stof Voor een volledig overzicht van de individueel geanalyseerde monsters wordt verwezen naar het overzicht van de analyseresultaten in 4.2. Vanwege het aantreffen van een lichte verontreiniging met minerale olie op het terreindeel bij de bestaande ondergrondse brandstoftanks zijn twee aanvullende grondanalyses op minerale olie uitgevoerd (boringen 25, 26). Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 8 /

180 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Grondwater In tabel 7 is een overzicht opgenomen van de grondwatermonsters, welke ter analyse bij het laboratorium zijn aangeboden. Tabel 7 Overzicht van grondwatermonsters en analyses. Deellocatie Monstercode Filterdiepte (m mv) ST gw NEN gw Analyses MO VAK MTBE Motivatie / Opmerkingen A. PB11 # # # - PB20 # # # bestaand PB46 # # # - PB47 # # # - PB50 # # bestaand PB60 # # bestaand PB70-4 # bestaand PB83 # - PB90A - 1 # # bestaand PB90B - 3 # bestaand #: Geanalyseerde pakketten/parameters STgw Standaardpakket grondwater (NEN / SIKB) NENgw NEN-5740 grondwater (NEN / SIKB) MO Minerale olie VAK Vluchtige aromatische koolwaterstoffen (Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen, Xyleen, Naftaleen) MTBE Methyl-tert-butylether Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 9 /

181 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) 4 RESULTATEN EN INTERPRETATIE VAN HET ONDERZOEK 4.1 Algemene begrippen en toetsingskader Om de mate van verontreiniging van de grond en het grondwater te kunnen beoordelen, dienen de chemische analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters te worden getoetst aan normen zoals deze zijn vastgesteld door het ministerie van VROM. Per 1 april 2009 is de Circulaire bodemsanering 2009 in werking getreden. De interventiewaarden voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater zijn opgenomen als bijlage 1 in de Circulaire. Streefwaarden (grondwater en grond) / Achtergrondwaarden (grond; AW2000) De streefwaarden voor grond zijn niet meer opgenomen in de Circulaire, maar zijn vervangen door de achtergrondwaarden (AW2000) uit de Regeling bodemkwaliteit. Indien het concentratieniveau kleiner of gelijk is aan de streefwaarden / achtergrondwaarden is sprake van een duurzame bodemkwaliteit waarbij de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier niet zijn verminderd. Indien geen concentratie-overschrijdingen ten opzichte van de streefwaarde / achtergrondwaarde worden aangetoond, wordt de bodem (grond en grondwater) bestempeld als niet verontreinigd. De streefwaarden voor grond (uit de Circulaire S- en I-waarden bodemsanering 2000), blijven alleen van belang in het kader van de zorgplicht (artikel 13 Wbb), bij nieuwe gevallen van bodemverontreiniging. Als terugsaneerwaarde wordt hier vaak de streefwaarde gebruikt. Toetsingscriterium ten behoeve van nader onderzoek / Tussenwaarde Het toetsingscriterium voor de noodzaak van een nader onderzoek is als volgt gedefinieerd: - in grond: de helft van de som van de achtergrondwaarde en de interventiewaarde; - in grondwater: de helft van de som van de streefwaarde en de interventiewaarde. Bij overschrijding van dit toetsingscriterium bestaat in principe een noodzaak tot nader onderzoek. Indien concentratie-overschrijdingen ten opzichte van deze toetsingswaarde worden aangetoond, wordt de bodem (grond en grondwater) bestempeld als matig verontreinigd. Interventiewaarden Interventiewaarden geven het concentratieniveau voor verontreinigingen in grond en grondwater aan waarboven ernstige verminderingen of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Bij concentraties boven de interventiewaarde kan er sprake zijn van een geval van ernstige verontreiniging. In principe bestaat bij een geval van ernstige bodemverontreiniging een saneringsnoodzaak, zoals bedoelt in de Wet bodembescherming. De interventiewaarden voor grond zijn humaan- en ecotoxicologisch onderbouwd. De interventiewaarden voor grondwater zijn afgeleid van de interventiewaarden voor grond. Indien concentratie-overschrijdingen ten opzichte van de interventiewaarde worden aangetoond, wordt de bodem (grond en grondwater) bestempeld als sterk verontreinigd. Voor de parameter barium is per 1 april 2009 alleen een interventiewaarde van kracht, specifiek voor situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. Het streven is om voor barium binnen enkele jaren een nieuw toetsingskader te introduceren. Geval van ernstige bodemverontreiniging Volgens de definities in de Wet bodembescherming (Wbb) is in de volgende situaties sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging: - wanneer in een volume van ten minste 25 m 3 grond (sediment) de gemiddelde concentratie van een verontreinigde stof de interventiewaarde overschrijdt; - wanneer in een volume van ten minste 100 m 3 grondwater de gemiddelde concentratie van een verontreinigde stof de interventiewaarde overschrijdt. Conform de richtlijnen van de Wet bodembescherming bestaat voor een geval van ernstige bodemverontreiniging een saneringsnoodzaak. De achtergrond- en interventiewaarden voor zware metalen en organische verbindingen in de grond zijn afhankelijk van het percentage lutum en/of organische stof van de grond. Derhalve dienen de eerder beschreven achtergrond- en interventiewaarden te worden gecorrigeerd voor de actuele percentages (veldschattingen of laboratoriumbepalingen). Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 10 /

182 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) De analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters zijn als bijlage 4 aan het rapport toegevoegd. In bijlage 5 is de toetsing opgenomen van de analyseresultaten aan de omgerekende achtergrond- en interventiewaarden. 4.2 Grond Analyseresultaten In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de toetsing van de gemeten analyseresultaten van de grond aan de normen uit de Leidraad bodembescherming, in mg/kg droge stof. Tabel 8 Overzicht toetsing gemeten analyseresultaten olieproduct / vluchtige verbindingen (mg/kg d.s.) Terreindeel Monstercode Lutum (%) Org. Stof (%) Min. Olie Vluchtige aromaten B T E X N A B12 ( ) (2) 1, x B B21 ( ) (2) 0, x B23 ( ) (2) 0, x B24 ( ) (2) 0, x B23 ( ) (2) 0, x B24 ( ) (2) 0, x B25 ( ) * (2) 0, x B26 ( ) * (2) 0, x C B31 ( ) (2) 1, x B34 ( ) (2) 0, x B36 ( ) (2) 0, x D B43 ( ) (2) 0, x B44 ( ) (2) 0, x E B52 ( ) (2) 0, x F B62 ( ) (2) 0, x G H / I MM1; B71, 72 ( ) MM2; B81, 82 ( ) MM4; B84, 85, 86 ( ) 2 0,6 -- x x x x x x 2 0,9 -- x x x x x x (2) 1,4 -- x x x x x x B84 ( ) (2) 0, ,061 0, J B91 ( ) (2) 0, x * : aanvullend geanalyseerd. x : niet geanalyseerd. -- : geen overschrijding achtergrondwaarde (aw2000)/detectielimiet. 310 : overschrijding van de achtergrondwaarde (aw2000). (2) : percentage lutum of organische stof bepaald aan de hand van zintuiglijke waarnemingen / overige analyses. VOCl Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 11 /

183 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Tabel 9 Overzicht toetsing gemeten analyseresultaten overige parameters / pakketten (mg/kg d.s.) Deelloc. Monstercode Lutum (%) Org. Zware metalen Stof (%) Ba Cd Co Cu Hg Mo Ni Pb Zn Min. olie PCB PAK (10) G H I I MM1; B71, 72 ( ) MM2; B81, 82 ( ) MM3; B83,85,86 ( ) MM4; B84,85,86 ( ) 2 0,6 x -- x x x , ,013 2,3 2 0, x x x (2) 1,4 x x x x x x x x x -- x x J MM5; B93, 94 ( ) 2 0,5 x -- x x x -- x : niet geanalyseerd. -- : geen overschrijding achtergrondwaarde (aw2000) / detectielimiet. 33 : overschrijding van de achtergrondwaarde (aw2000). Interpretatie In de ondergrond op het terreindeel bij de nieuwe brandstoftanks (terreindeel B) is plaatselijk een lichte verontreiniging met minerale olie geconstateerd (boring 21). Voor vluchtige aromaten zijn geen verhoogde gehaltes gemeten. Bij de overige boringen op het terreindeel bij de nieuwe brandstoftanks (boringen 23, 24, 25 en 26) is in de geanalyseerde grondmonsters geen verontreiniging met minerale olie aangetroffen (boringen 23, 24, 25 en 26). De plaatselijk aangetoonde lichte verontreiniging kan mogelijk worden gerelateerd aan de lichte restverontreiniging met olieproduct ter plaatse van het tankgat voor de nieuwe tanks bij de bodemsanering in 1995/1996. In het mengmonster van de toplaag op het terreindeel bij de wasplaats (terreindeel H; bovenste meter) zijn lichte verontreinigingen met lood, PCB en PAK aangetroffen. De licht verhoogde gehaltes kunnen mogelijk worden gerelateerd aan de aangetroffen bodemvreemde bestanddelen (sporen puin). Voor minerale olie is geen verontreiniging aangetoond. In de bovengrond op het terreindeel bij de voormalige spuitcabine (terreindeel I) is plaatselijk een lichte verontreiniging met ethylbenzeen en xyleen aangetroffen (boring 84). Zintuiglijk is bij de uitgevoerde grondboringen geen verontreiniging waargenomen. In het geanalyseerde mengmonster van de bovengrond ter plaatse van de voormalige spuitcabine (MM3) zijn geen verontreinigingen met zware metalen aangetroffen. In de geanalyseerde grond(meng)monsters van de boven- en de ondergrond ter plaatse van de overige onderzochte terreindelen zijn geen verhoogde gehaltes voor de betreffende onderzochte parameters aangetoond. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 12 /

184 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) 4.3 Grondwater Analyseresultaten In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de toetsing van de gemeten analyseresultaten van het grondwater aan de normen uit de Leidraad bodembescherming, in µg/liter. Tabel 10 Overzicht toetsing gemeten analyseresultaten in grondwater (µg/l) Componenten A B D C / D E Toetsingswaarden PB 11 PB 20 PB 46 PB 47 PB 50 S (S+I)/2 I Vluchtige Benzeen , Aromaten Tolueen , Ethylbenzeen , Xylenen , Naftaleen , Styreen , Overig Minerale olie MTBE x Componenten F G H / I J J Toetsingswaarden PB 60 PB 70-4 PB 83 PB 90A -1 PB 90B -3 S (S+I)/2 I Zware Arseen (As) x -- x x Metalen Barium (Ba) -- x 80 x x Cadmium (Cd) x -- 0,40 3,2 6 Kobalt (Co) -- x -- x x Chroom (Cr) x -- x x Koper (Cu) x Kwik (Hg) x -- 0,05 0,18 0,30 Molybdeen (Mo) -- x -- x x Nikkel (Ni) x Lood (Pb) x Zink (Zn) x Vluchtige Benzeen , Aromaten Tolueen , Ethylbenzeen , Xylenen , Naftaleen , Styreen , VOCl Dichloormethaan x x -- x x 0, Trichloormethaan x -- 6, Tetrachloormethaan x -- 0, Trichlooretheen x Tetrachlooretheen x -- 0, ,1-dichloorethaan x x -- x x 7, ,2-dichloorethaan x -- 7, ,1,1-trichloorethaan x -- 0, ,1,2-trichloorethaan x -- 0, ,2-dichlooretheen x x -- x x 0, ,1-dichlooretheen x x -- x x 0, Vinylchloride x x -- x x 0,01 2,5 5,0 Tribroommethaan x x -- x x Overig Minerale olie x : niet geanalyseerd. -- : geen overschrijding streefwaarde/detectielimiet. 17 : overschrijding van de streefwaarde. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 13 /

185 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Interpretatie In het grondwater uit peilbuizen ter plaatse van het voorterrein (oude tanks, nieuwe tanks, tankstation / leidingwerk, olie-afscheider) is geen verontreiniging met minerale olie, vluchtige aromaten en/of MTBE aangetroffen (PB11, PB20, PB46 en PB47). In het grondwater op het terreindeel bij de smeerput / voormalige spuiterij / wasplaats (terreindeel H /I) zijn licht verhoogde concentraties barium, koper, lood en zink gemeten. Voor minerale olie en vluchtige verbindingen zijn geen verhoogde concentraties gemeten. De licht verhoogde concentraties zware metalen in het grondwater zijn (deels) vergelijkbaar met de resultaten van het nulsituatie onderzoek in 2006 op het terreindeel bij de CPR-kast ten zuidwesten van de voormalige spuiterij. In de geanalyseerde grondwatermonsters ter plaatse van de overige onderzochte terreindelen zijn geen verhoogde gehaltes voor de betreffende onderzochte parameters aangetoond. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 14 /

186 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Op de locatie Sanatoriumlaan 37 te Zeist is een eindsituatie bodemonderzoek uitgevoerd, in verband met de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van het autobedrijf en tankstation ter plaatse van de onderzoekslocatie. 5.1 Conclusies Het doel van het bodemonderzoek is het vaststellen van de eindsituatie van de kwaliteit van de bodem, op grond van de Wet Milieubeheer. Het onderzoek heeft zich gericht op de volgende onderdelen: A- terreindeel oude brandstoftanks; B- terreindeel nieuwe brandstoftanks; C- terreindeel leidingwerk brandstof installatie; D- terreindeel tankstation; E- terreindeel olie-afscheider voorterrein; F- terreindeel olie-afscheider achterterrein; G- terreindeel oude buitenopslag, accu- en olieopslag; H- terreindeel wasplaats; I- terreindeel voormalige spuitcabine / smeerput; J- terreindeel nieuwe buitenopslag, olieopslag en cpr-kast / afvalbak. A. Oude brandstoftanks In de grond en het grondwater op het terreindeel bij de oude brandstoftanks is geen verontreiniging met olieproduct en MTBE aangetroffen. B. Nieuwe brandstoftanks In de ondergrond op het terreindeel bij de nieuwe ondergrondse olietanks is plaatselijk een lichte verontreiniging met minerale olie geconstateerd. De plaatselijk aangetoonde lichte verontreiniging kan mogelijk worden gerelateerd aan de lichte restverontreiniging met olieproduct ter plaatse van het tankgat voor de nieuwe tanks bij de bodemsanering in 1995/1996. Bij de overige geanalyseerde grondmonsters en in het grondwater op het terreindeel bij de nieuwe brandstoftanks is geen verontreiniging met minerale olie en/of vluchtige aromaten aangetoond. C. Leidingwerk brandstof installatie In de geanalyseerde grondmonsters van de ondergrond op het terreindeel bij het leidingwerk van de tankinstallatie is, zowel zintuiglijk als analytisch, geen verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten geconstateerd. D. Tankstation In de grond en het grondwater op het terreindeel bij het tankstation is geen verontreiniging met olieproduct en MTBE aangetroffen. E / F. Olie-afscheiders In de grond en het grondwater op het terreindeel bij de olie-afscheiders ter plaatse van het voorterrein en het achterterrein is geen verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten geconstateerd. G. Oude buitenopslag In de grond en het grondwater op het terreindeel bij de oude buitenopslag (bij voormalige garageboxen) zijn geen verontreinigingen met minerale olie, vluchtige aromaten, zware metalen en PAK aangetroffen. Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 15 /

187 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) H / I. Wasplaats / voormalige spuitcabine / smeerput In de zwak geroerde toplaag op het terreindeel bij de wasplaats zijn lichte verontreinigingen met lood, PCB en PAK aangetroffen (bijmenging sporen puin). In de bovengrond ter plaatse van de voormalige spuitcabine is plaatselijk een zeer lichte verontreiniging met vluchtige aromaten (ethylbenzeen, xyleen) aangetroffen. In de ondergrond op het terreindeel bij de smeerput (ter plaatse van de voormalige spuitcabine) is, zowel zintuiglijk als analytisch geen verontreiniging met minerale olie geconstateerd. In het grondwater op het terreindeel bij de wasplaats en de voormalige spuitcabine zijn lichte verontreinigingen met barium, koper, lood en zink aangetroffen. Voor olieproduct en vluchtige verbindingen zijn geen verontreinigingen aangetoond. J. Nieuwe buitenopslag In de grond en het grondwater op het terreindeel bij de nieuwe buitenopslag zijn geen verontreinigingen met minerale olie, vluchtige aromaten, zware metalen en PAK aangetroffen. 5.2 Aanbevelingen Op basis van de verkregen onderzoeksresultaten is de eindsituatie van de kwaliteit van de bodem vastgelegd. Op het terreindeel bij de nieuwe brandstoftanks en het terreindeel bij de voormalige spuiterij / wasplaats is sprake van enkele licht verhoogde gehaltes in de bodem. Voor het terreindeel bij de nieuwe brandstoftanks is op basis van de resultaten van het evaluatierapport bekend dat na de uitvoering van de bodemsanering sprake was van enkele lichte restverontreinigingen. Voor het terreindeel bij de wasplaats / voormalige spuiterij is geen eerder onderzoek bekend. Aan de hand van de aanvang van de bedrijfsactiviteiten in de jaren '60 van de 20 e eeuw bestaat geen concrete duidelijkheid omtrent het ontstaan van de lichte verontreinigingen. Bij eventuele graafwerkzaamheden (herinrichting) dient er rekening mee te worden gehouden dat voor vrijkomende grond beperkte hergebruikmogelijkheden bestaan, specifieke in geval van lichte verontreinigingen. De toepassingsmogelijkheden voor vrijkomend materiaal op een andere locatie dienen te worden bepaald aan de hand van de voorwaarden van het Besluit bodemkwaliteit en/of de Bodemkwaliteitskaart van de gemeente Zeist (regio Zuidoost-Utrecht). Zeist, 30 mei 2013 Opgesteld door: mw. drs. ing. F (Erica) Broeder Beoordeeld door: dhr. ing. H (Herman) van Wijngaarden Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 16 /

188 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) BIJLAGE 1 TOPOGRAFISCHE KAART MET LIGGING ONDERZOEKSLOCATIE Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 188

189 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Opdrachtgever : Essenstein B.V. Project : Schaal : 1: Projectnaam : Sanatoriumlaan 37, Zeist Datum : mei 2013 Formaat: A4 Onderdeel: Overzichtskaart met ligging onderzoekslocatie Topografische dienst Emmen Bijlage 1 Burg. Patijnlaan CG Zeist - Tel

190 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) BIJLAGE 2 SITUATIETEKENING ONDERZOEKSLOCATIE Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 190

191 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) 191

192 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) BIJLAGE 3 BESCHRIJVING BOORPROFIELEN Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 192

193 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 1 van beton 0 12 tegel matig puinhoudend, gestabiliseerd zand/funderinglaag. Zand, matig fijn, zwak siltig. roodgeel. Zand, zeer fijn, zwak siltig. beige-lichtgeel Zand, zeer fijn, zwak siltig. lichtgrijs-bruin. Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus. bruin beigewit bruin, sporen puin Zand, zeer fijn, zwak siltig grijsgeel beigegeel klinker 0 21 klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig. lichtbruin-grijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak grindig. geel. 50 Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus. 50 Zand, zeer fijn, zwak siltig bruin grijs bruin, sporen puin. 150 wit Zand, zeer fijn, zwak siltig. grijsgeel lichtbruin lichtgrijs, zwakke olie-water reactie, obstructie op 2.7 m. Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

194 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 2 van klinker 0 23 klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig. beigegeel Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak grindig donkergeel lichtbruin-geel Zand, zeer fijn, zwak siltig geel Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus. donkerbruin. Zand, zeer fijn, zwak siltig witbeige. 200 lichtgeel lichtbruin Zand, matig fijn, zwak siltig grijsbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig donkergeel. 375 beigegeel klinker 0 25 klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig Zand, matig fijn, zwak siltig. donkergeel lichtgrijs lichtgrijs-beige Zand, zeer fijn, zwak siltig. lichtbruin, sporen grind, sporen kolengruis witgrijs. 200 witgeel Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak grindig beigegrijs. 300 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig. 350 lichtgeel bruinbeige. Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

195 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 3 van klinker 0 31 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig Zand, zeer fijn, zwak siltig. beigegeel donkergeel lichtbruin-beige, sporen grind lichtgrijs-beige, sporen puin. 150 Zand, zeer fijn, zwak siltig lichtgrijs-beige lichtgeel. Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak grindig klinker 0 33 klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig. roodgeel-beige Zand, zeer fijn, zwak siltig. grijsbruin grijsgeel lichtbruin-rood witgrijs grijsbeige Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak grindig. lichtbruin-bruin Zand, zeer fijn, zwak siltig. lichtgeel. 200 Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

196 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 4 van klinker 0 35 klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig Zand, zeer fijn, zwak siltig. geelbruin lichtbruin-geel lichtbruin-grijs lichtgeel beigegeel Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus. donkerbruin klinker 0 41 beton Zand, zeer fijn, zwak siltig. beigegeel. geelgrijs gestabiliseerd zand/funderinglaag. matig puinhoudend. Zand, matig fijn, zwak siltig. beige-lichtbeige. Zand, zeer fijn, zwak siltig. lichtbeige-lichtgrijs beigegeel grijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus. bruin. Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

197 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 5 van beton 0 43 beton gestabiliseerd zand/funderinglaag. matig puinhoudend. Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus. bruin gestabiliseerd zand/funderinglaag. matig puinhoudend. Zand, matig fijn, zwak siltig. lichtbeige-lichtgrijs. Zand, zeer fijn, zwak siltig. 75 Zand, zeer fijn, zwak siltig geelbeige bruingeel lichtgrijs-lichtbruin geel-lichtgeel lichtgrijs-wit beton 0 45 beton gestabiliseerd zand/funderinglaag. matig puinhoudend. Zand, matig fijn, zwak siltig. lichtgrijs-beige. Zand, zeer fijn, zwak siltig. lichtgeel gestabiliseerd zand/funderinglaag. matig puinhoudend. Zand, matig fijn, zwak siltig. lichtgrijs-lichtbeige Zand, zeer fijn, zwak siltig. lichtbruin-geel lichtgeel-lichtgrijs. 200 Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

198 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 6 van beton 0 47 beton gestabiliseerd zand/funderinglaag. matig puinhoudend. Zand, matig fijn, zwak siltig. roodbeige-geel gestabiliseerd zand/funderinglaag. matig puinhoudend. Zand, matig fijn, zwak siltig. donkergeel-geel lichtbeige-lichtgrijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus. donkergeel-lichtbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig beigegeel. Zand, zeer fijn, zwak siltig lichtgeel Zand, matig fijn, zwak siltig Zand, matig fijn, zwak siltig geel klinker 0 52 klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig Zand, zeer fijn, zwak siltig. 50 beigegeel. 50 beigegeel geel geel geel-lichtgeel Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

199 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 7 van klinker 0 62 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig. beige Zand, matig fijn, zwak siltig. beige Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus. donkerbruin, sporen puin Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus. donkerbruin, sporen puin, sporen grind Zand, zeer fijn, zwak siltig Zand, zeer fijn, zwak siltig beigegeel beigegeel klinker 0 72 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig. beigegrijs Zand, zeer fijn, zwak siltig. grijs Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus. grijsbruin. Zand, zeer fijn, zwak siltig Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus. donkerbruin-grijs. Zand, zeer fijn, zwak siltig. geel geel-lichtgeel lichtgeel Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

200 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 8 van klinker 0 82 beton Zand, matig fijn, zwak siltig. roodgeel. Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak grindig Zand, matig fijn, zwak siltig. beigegeel. Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus. donkerbruin, sporen puin donkerbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus. donkerbruin. 150 Zand, zeer fijn, zwak siltig lichtgeel beton 0 84 beton Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus. lichtbruin, sporen puin Zand, matig fijn, zwak siltig. beigegeel. Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus donkerbruin. 100 donkerbruin, obstructie op 1.5 m Zand, zeer fijn, zwak siltig beigegeel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig. 350 beige Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

201 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 9 van beton 0 86 beton Zand, matig fijn, zwak siltig. beigegeel Zand, matig fijn, zwak siltig. beigegeel. 50 Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus. 50 Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus donkerbruin, obstructie op 1.1 m. 100 donkerbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig lichtgeel klinker 0 92 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig. lichtbruin-geel Zand, matig fijn, zwak siltig. lichtbruin-geel Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus. bruin-donkerbruin, sporen puin. Zand, zeer fijn, zwak siltig. beigegeel Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus. bruin-donkerbruin, sporen puin. Zand, zeer fijn, zwak siltig. beigegeel. Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

202 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Boormeester: J. ten Klooster / A. van Assen Bijlage 3, pag. 10 van klinker 0 94 klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig. lichtbruin-geel Zand, matig fijn, zwak siltig. lichtgeel Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus. bruin-donkerbruin, sporen puin, sporen kolengruis Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus. donkerbruin, sporen puin. Zand, zeer fijn, zwak siltig beigegeel donkerbruin. 150 Boormeester: O. Poelsema LA Sanatoriumlaan

203 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) BIJLAGE 4 ANALYSERAPPORTEN Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 203

204 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#"$%&'&#%,-.54/ ,-.54/032118, /915 ()()((* >!"?5421@?5421 A0(((B )(;)( 8"9"&: =536C D56 <6<= )(;)( (( EFF$G"9:"&H JF:"KLM:&H" C =5I (((!"!,635451,635451,635451,635451, O O OO O;+ O T?94653 R551260S 34C P A88B 1 Q( OO; ( Q( O+O Q( OO( (O O+ ; Q( B OO X"%" = A=1B 52 AB U Q V8 AW7378B Q( Q;( Q Q( Q;( Q( [6YY9 A[6B =S5448 A=5B U4.5 A=7B U-6Y AZ5B Q((( +( Q((( Q( Q W441 A7\B ]62Y A]2B A61B = A=1B O (( Q( ; Q Q U4\193 A=4B U4.5 A=7B U-6Y AZ5B ((O Q; Q ((+ Q; 349I\12 A34B [6YY9 A[6B Q 0X&"$" F&" W441 A7\B ]62Y A]2B A=()=B A=)=B Q( Q( A=)=B Q( Q( ;; 85Y5 1 Q( Q Q( Q Q( Q( Q Q( Q( Q( i$^ ; 33@ 6< A()(B 33@ 6+< + A()(B A=)=(B Q 33@ 6+< +< + A()(B 33;@ 6+;< +< + A()B 33@ 6O< O; A()(;B XF!%"$FK!#9$&fg&H O; O; O; O;; O; %&#Fh$^ T* S3625 jklmnon 7R 64> ;O ( W [W_9 ` A(B; ; (( 8M$F'&!?691-5 ;;); [ %&#F J^E^ a1> ` A(B; ; OO b) C4)2c754C C6229 6[7 7156\1 0 O; * 7(; 5Y S3625 D_6_d [4 [W +(;;++6( UU [4 (O( C t6/2 5S * 0 ((( 5Y S3625 pqrpqs e6[* [W6[7(O; 6e=* 6[7[W b754c62 219I3604 6D 6 5Y S3 D9118?-3 ARD W[bB< S3 6579?-3 A6e3B< S3 d119?-3 A2?4[b)Rd2B S12 12 a512y56/y 2 W7>8\755 A3bDB 204

205 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#"$%&'&#%,-.54/ ,-.54/032118, /915 ()()((* >!"?5421@?5421 A0(((B )(;)( 8"9"&: =536C D56 <6<= )(;)( (( A=()=B A=)=;(B =I A?=B A=()=;(B E( E+ E( E+ G6 H6/9 E( E+ E( E+ JKLM$L"%"$ K$OK9KO"" P"$Q&:&O" UK RST 7=6 + 7=6 7=6 ( #9KK$Q&'" "V UWX E(( (((Y E(( 7=6 + 7=6 + E(((( (((( 7=6 7=6 +( ((( UK 7=6 A48 B AC10345 (<B ##&!#9" $KL%&!#9" ZKK[%"$!%K''"V UZ (((; \1C3192 (( ]2123I52 23I5102 E((( ( ] I2 (+ 62^4A1B123I5102 (; =I5_2 (( 62^4AFBC I2 (; 62^4A1B._52 ( 062^4A5I6B.5_92 `2124A)01B._52 7a D4S3 A(B AC10345 (<B 85F5 1 E((( ( E((( ( (B B p$c ; 33@ 6< A()(B 33@ 6+< + A()(B 33@ 6+< +< + A()(B 33;@ 6+;< +< + A()B 33@ 6Y< Y; A()(;B jk!%"$kl!#9$&kp&o Y; Y; Y; Y;; Y; %&#Kl$c n* I3625 7S 64> ;Y ( e \ef9 g A(B; ; (( 8b$K'&!?691-5 ;;); \ %&#K Xcdc ]1> g A(B; ; YY R) C4)2h754C C6229 6\7 7156H1 0 Y; * 7(; 5F I3625 wxywxz U$c#Ko$:c mmkk$: { Df6fi \4 \e +(;;++6( aa \4 (Y( C ^6/2 5I * 0 ((( 5F I3625 `6\* \e6\7(y; 6`=* 6\7\e R754C62 219_3604 6D 6 5F I3 D9118?-3 ASD e\rb< I3 6579?-3 A6`3B< I3 i119?-3 A2?4\R)Si2B I12 12 ]512F56/F 2 e7>8h755 A3RDB qrstuvu 205

206 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !" $%$ 9431&'0,12+15 (4)046 * :;9 0$ 0729:; :;; <$ ;4 74 ;4 :4 4794<7$: <0;9::--2. /<$1 <2 345$6$ <27;0$ 4794<40$=4 --$. /0$ $ :;; <2 0729:;7 <9 0729:;7 <= $4 74 $ ;7=4--9. /<91 <71 <= ;7=$ 0729:;= <; <$22=9 0729:;= <7 $44 $744794<427; ;7<$ 0729:;= <= $44 $744794<427:2 =4 $$447940$$94$--7. /:91 :; 345$645;8 4794<42<47--;. /<;1 <71 <= 345=6$ :;0 :9 0729:;0 :; ;4 4794<7$:7; 4747=:$24; >? '(' 5H5 /IJ ;7: 9004 KL /F"CGCAB ELMCA5 N9$ 3489; 2;2 =9 900$ E/ /F"CGCAB ;;6;= OJ N9$ 3489; 2;2 =9 :: P6Q!A!"RI6C"GSCTFIR!"U5"A V!WC DDD5CTFIR!"U5"A /E F!XU V5K5 220 :2;7 27 YKM%/MZ EI5 EL <4;95$;5<<95/4$ [G[ EI5 4:4<<=29 \/KE] EL0$/EK4220:2;727 /\^] /EKEL2K PTFIR!"U K"A_W!`I /5Y5!U CFaC"B BIIF bcw 3HYK- C" ccd5 LEP81 bcw 3/\-81 bcw 3c@eEP6HZc8 C" BIIF BC IGCFbCBC" G" OF"aF!fa C" LTJCQXTF 3-PY85 206

207 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"# %&% '615 9 '615 9 ()* +,! D) *+)*-E #"-./) -*+0!)/,2) 3# 2) -+5 "-!)1"FG 1*) "-!).+,,"!)),2 3++, /)* 14*45!)/ # 2) -+55 *") 1*) 3 # &5 :;<=>?@%@ AB?C7 MN1 O431 0PQP 7U7 >+V 86W?II@ XY > L"12)E)! 88R8S?II% T> >,#)3)12 TYZ)17 [?% :@C?8 \8\ ] ^R5 ;"*) EEE7)4,+0"#-7#1 V [?% :@C?8 \8\ S? WW "1 "#0+R)#3_)4,+0"#-7#1 >T `XZ&>Za T+7 TY b@8?7%87bb?7>@% =3= <>XTc TYI%>TX@\\IW\86\6 ><dc >TXTY\X,"B- ;7X7 \\I W\86 \6 ^4,+0"#- X# :U`Xf )# D)A7 YT^CH /)* >,4--)1-) L)E)-* :><fch /)* a +3),/)2)# 3 1-) L)E)-* :DLKT^RUaDC )# 2++, 2) 1e*".+ >7`7 "- ),G)#2 2++, /)* `1 # ],#G,"FG )# Y4V)5B4,! :f^`c7 5-) L)E)-* 207

208 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"#$%" '(' ) * , / :;"%<:=$%# >5'5? /8@7#::% A"=:% /01 B9 45'5CD :% EF1 GHGCI3J ''K?L E8"M$A:N8$: >5'5K O87#: 3N70 /01 B9 45'5C4 :% P01 GHG LQLK E8"M$A:N8$: >5'5R J8#"%$SP;: SN70(E=7:$8:SN /01 B9 45'5CK :% P01 GHG LQL4 3:<$A:%N"N$: >5'Q4 T788:=#877NN: U D VA WXYNYAZ /01 B9 45'5CL(45L5C'(D [ P01GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 \:N"=:% W2S]/<]/8]/Y]^#]G$]!9]_%Z /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 `"8$YA Ẁ"Z /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 /"<A$YA W/<Z /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 T79"=N W/7Z /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 T7B:8 W/YZ /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 TF$a W^#Z /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 \7=@9<::% W\7Z /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 G$aa:= WG$Z /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 X77< W!9Z /01 B9 45'5CL :% P01 GHGCHGCI3J 'QDRKCD I/!C\3 >5KD4 _$%a W_%Z /01 B9 45'5CQ :% P01 GHG?RQb E/CcIO >5D5D \$%:8"=: J=$: WE/Z H$#:% A:N;7<: E/CcIO >5D5D /;87A"N7#8"A WE/Z /01 B9 45'5C'1D1'5 :% P01 GHG LQ4L \$P87P7Y=7A:N8$: >54L' HJd /01 B9 45'5Cb :% #F1 GHG?Rb5 E/C\3 >5DQ'!7=@P;=7789$0:%@=:% W!/`Z /01 B91 45'5C? :% #F1 GHGCI3J 'bdbq E/C\3 >5DQ'!2T S7A (2!5K /01 B91 45'5C? :% #F1 GHGCI3J 'bdbq E/C\3 >5DQ'!2T W6eJ\Z G"<:8: $%078A"N$: 7M:8 <: N7:#:B"SN: 7%<:8f7:aSA:N;7<:% "=SA:<: ::% P="SS$0$P"N$: M"% <: A::N7%f:a:8;:$< SN""% M:8A:=< $% 7%S 7M:8f$P;N g3b:p$0$p"n$:s "%"=@S:A:N;7<:%g] M:8S$: D5''1 HY870$%S 2%"=@N$P7 `161 $S :8a:%< <778 ;:N 6=""AS: E:F:SN WJ62\ :% O:B1 XGHZ] ;:N `8YSS:=S: E:F:SN ẀI\Z] ;:N >""=S: E:F:SN WOEeGHCJ>OZ :% <778 <: 7M:8;:<:% M"% c8"%a8$ha :% XYi:A9Y8# W\H6Z1 jk1 *431 0lml E$=<:F:# KKCK? 4QQ' G` `"8%:M:=<!1J1 `7i KLR 4QQ5 2X `"8%:M:=< GXn:=1 o4' W5Z4K DKD?4 55 c"i o4' W5Z4K DKD?4 RR HCA"$= $%07C:%Mp:Y870$%S1%= 3$N: FFF1:Y870$%S1%= `G!!"8$9"S 3121 DDQ RDKL DL 62n(`n> G71 GX b5k41'k1bb41`5' TMT G71 5R5bb?D4 I`2Gq GXQ'`G!25DDQRDKLDL `I/q `G!2GXD2

209 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) %&'()(*' +, /0*&('(,+ 11#2 34#5 45 4$ 6-$ !-!"#$.$ # -$ #.$.4 - # $ 1(+:'0 ; ; #- $ #- $ %.-7%. 7%.$ %.$7%..7!- %!-7%! %!7%#- %#- % # -$ #.$.4 - # $ ; ; 1(+:'0 %.-7%. %.- 7%.$ %.$7%..7!- %!-7%! %!7%#- %#-% 209

210 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#"$%&'&#% +, -54./ , -54./ , ()()(*( = )(:)(!" >5420? <536B6/ C56 7"8"&9 ;5;<;1 )(:)( ((: DEE$F"89"&G IE9"JKL9&G" B <5H (((!"! N N: P N( N T R54126/S 34B Q( Q( Q( P DL#8%&G" $EJ%&!#8" UEEV%"$!%E''" > X2 Y4972 Z3SH9[2X2 0 NP A NNPA NNPA NNA NPA 04)\H92 8;-)\H92 Q((( Q((( Q((( Q((( Q((( ^&"$" (;A ]1B ((( ((( ((( ((( Q((( (((A Q( Q( Q( Q((( Q( Q( Q( AQ((( Q( Q( Q( AQ((( Q( Q( Q( AQ((( Q( Q( Q( A Q( Q Q( ( ( Q( Q Q( Q <S W4 0 QP _6 [6.9 ( QP QP Q( Q QP : k$` : ^E!%"$EJ!#8$&hi&G N N N: N N %&#Ej$` T* // /S3624 lmnopqp ( a ]ay9 : (( 7L$E'&! >690,4 ::): ] R 54= :N %&#E I`D` c1= : NN Z) B4)2d754B ,,,754B6229 5]6 6156[1 0 N: * 6(: 5W20 556/S3624 CY5Ye ]4 ]a P(::PP5( ff ]4 (N(PP 163 /536B6/ X6.2 4S9, /50 0* 0 ((( 5W20 556/S3624 rstrsu g5]* ]a5]6(n: 5g<* 5]6]a Z754B62 219H36/4 5C 6 5W S3 C a]za; S S3 e S02 12 c512w56.w 2 210

211 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#$#%&'('$&,-.54/ ,-.54/032118, )*)*)+) 66/ > *);*)!"#?5421@?5421 A0)))B =536C D56 8#9#': <6<=<2 *);*) )); EFF%G#9:# JF:#KLM:'H# C =5I ))) 'H!"#",635451,635451,635451,635451, O O; O O;; O;Q U S551260T 34C R) R) R) R) E? Y2 Z4972 [3TI9\2Y2 M$9&'H# %FK&'"$9# VFF W&#%"&F((# P A88B 1 R)B OOQ OOB OOB OOB OOB 04*]I92 8<.*]I92 R))) R))) R))) R))) R))) _'#% ]I922 A48B AC10345 )<B 6Z[] A48B ^1C A=)*=B ))) ))) ))) ))) A=*=B # F'# R))) )))B R) R) R) R))) R) R) R) BR))) R) R) R) BR))) R) R) BR))) R) R) R) B A=*=)B A=*=B A=)*=B A=)*=;)B A=*=;)B 85X5 1 R) R RQ R) R RQ R) R RQ R) R RQ R) R RQ k%` QO) 6; A)*B 6 A)Q*)B 6; A)*)B 6;; A)*)B 6 A*B _F"&#%FK"$9%'hi'H O;) O; OO OQ O!&'$Fj%` U T3625 lmnopqp ) a ^az9 b A)B; ; )) 8M%F('"?691-5 ;;*; ^ S 64> ;O!&'$F JÈ` c1> b A)B; ; OO [* C4*2d754C C6229 6^7 7156\1 0 O; + 7); 5X T3625 DZ6Ze ^4 ^a Q);;QQ6) ff ^4 )O)QQ C Y6/2 5T ))) 5X T3625 rstrsu g6^+ ^a6^7)o; 6g=+ 6^7^a [754C62 219I3604 6D 6 5X T3 D9118?-3 ASD a^[b< T3 6579?-3 A6g3B< T3 e119?-3 A2?4^[*Se2B T12 12 c512x56/x 2 a7>8\755 A3[DB 211

212 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#"! '( )54* '( )54* '( 45, ,1378 /1))45310,1378 $%$%$&$ 16* %$6%$ :542,; :542, <0$$$= 34" > ? %$6%$ B45"C O EA5FGH5"C > 85D $$$ M50126+N 34> :94653 AF!"4 PAAQ!!A## K <88=, L$ JJ J 12S2 T4972 U3ND9V2S2 = 0 4%WD92 87)%WD92 L$$$ Y" WD922 <48= <>1+345 $7= 1TUW <48= X1> <8$%8= L$$$ $$$ <8%8= A" L$ L$ $ = <8%8= <8$%8= <8%8$= <8$%86$= <8%86$= 80R0, L$ L LZ h 1 <%= [ YA! AF4 "cd"c!"ae J6[ & 2$6 5R2, 556+N3620 f GGAA [Ag 5[ 5 ijklmnm $ \ 11529, X\T9 ] <$=6 6 $$ 3H :69,(0 66%6 X , 2M 149 6J A#"!"A E[@[ O&,445 / 01++5,635, 556+N3620 ^19 ] <$=6 6 JJ U% >4%2_754> (((754>6229 1X2 2156V1 0 J6?T1T` X4 X\ Z$66ZZ1$ aa X4 $J$ZZ > , 62 S6*2 0N9 (45,2 05)54,7+5, 0& 0 $$$ 5R2, 556+N3620 opqopr b1x& X\1X2$J6 1b8& 1X2X\ U754>62 219D36+4 1? 6 5R2,,445 N3?9118 :(3 <M?. 2 -) \XU=7 N :(3 <1b.=7 N3 `119 :(3 <-:/XU%M`-= 2,445, 45N,2 12 ^512R56*R 2 \798V750 <.U?= st 212

213 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"# %&% 9431'(0 42/676/ %/ 42/6766 /% 42/676: /6 42/6762 /: 42/6769 6% 42/6764 6: 42/676; 69 42/6767 :6 42/67:8 :: 42/67:% 2/ 42/67:/ 9/ -12,15 )4* ,15 %28 % %/6:9./% 0/123/145 /28 / %/62%./ / /889888%/6:7./: 0/123/145 /28 / %/62/.6% 081;3%185.%/ 0%123%145 %88 %/889888%/ ;3%185 ;8 62 % %/62:.6: 0%183%1/5 68 %68 % %/69%.9/ 0%1%3%165 % %/624.: %%8 % %/ %/627.:: %/62;.2/ 0%163%125 <= ()( >"?@ABA! ::3:9 644% C.. 1F1.GH : IJ. D#AEA?@ CJKA?1 L6% 0856: /:/ M N3O T"UA BBB1ARDGP"#S1#? H L6% 0856: /:/ "? "#PG3A#EQARDGP"#S1#?.C WIK&.KX CG1 CJ ;8:61%:1;;61.8% YEY CG1 878;;9/6 Z.IC[ CJ4%.CI8//47/:2/2.Z\[.CICJ/I D"V S T1I1 //4 7/:2 /2 0FWIa A# bac1 JCN5d `AU.DRSSA?SA >ABASU 0.Za5d `AU X GEAD`A@A# E NRDGP"#S I#?SA >ABASU "S `AU W? # MD#_D"f_ A# JRHAOVRD! 0aNW51 OSA >ABASU 213

214 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"#$! &'& (615 9 (615 9 )*+,-"!$#./0*.+,1 "*0!2+* #. "*/,--#"**-3 4,,- 0* "*0!2+* 4!$ 789 : 6'6 E* +,*+.F!!-3* 4!$ 3*.,6 #. "*2#GH!!$ 3*.,66!+#* 4!$ AIJKLM NO1 P431 0QRQ M#23*F*" YZ?!-$*4*23 UZ[*28 \@& ;AD@9 ]9] T@ AA 8V8?,W 97X ^!W \@& ;AD@9 ]9] T@ XX _S6!#2 #$1,S*$4`*5-,1#$.8$2 <#+* FFF8*5-,1#$.8$2?U ay['?[b U,8 UZ ca9@8&98cc@8?a& >4> U,8 AXAccT]@ =?YUd UZJ&?U?=ed?U!-#C!. <8Y8 ]]J X]97 ]7 YUZ]Y YA]]JX]97]7 _5-,1#$. Y$!2f+#/,?8a8 #. *-H*$3 3,,- 0*+ a2!!6.* M*F*.+ ;VaYg *$ E*B8 ZU_DI 0*+?-5..*2.* M*F*.+ ;?=gdi 0*+ b!!2.* M*F*.+ ;EMLU_SVbED *$ 3,,- 3*,4*-0*3*$ 4!$ ^-!$H-#GH *$ Z5W*6C5-" ;g_ad8 214

215 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) ! "#$%&# ()( +436 / , A8$;;& B#>;& K9$#&%TQ<; TO81)F>8;%9;TO XA>;&;& T8B 34)3" P98$; 4O81?6(6@?6(6L?6(6S F9#N%B;O9%; 7889:;<#&=;>%&$ 012 C: 56(6DE ;& FG2 HIHDJ4K ((L@M 012 C: 56(6D5 ;& Q12 HIH MRML B#O;& YZ[IXH\ W%&;9#>; K>%; YF0\ 0<98B#O8$9#B WK YF0\?6EML?6E6E V4DF0DW4 F0D]JP 012 C: 56(6DR ;& Q12 I%$;& B;O<8=; 012 C: 5656D5 ;& Q12 H#=;9; %&189B#O%; 8N;9 =; O8;$;C#TO; 8&=;9^8;_TB;O<8=;& #>TB;=; ;;& Q>#TT%1%Q#O%; N#& =; B;;O8&^;_;9<;%= TO##& N;9B;>= %& 8&T 8N;9^%Q<O `4C;Q%1%Q#O%;T #&#>AT;B;O<8=;&`a N;9T%; E6((2 * gh iji 5RR( HZ Z#9&;N;>= "2K2 Z8f LMS 5RR6 3c Z#9&;N;>= Hc[;>2 k5( Y6\5L 66 F%>=;G;$ LLDL@ ]#f k5( Y6\5L SS IDB#%> %&18D;&Nl;b981%&T2&> 4%O; GGG2;b981%&T2&> ZH" "#9%:#T 4232 EER SELM EM 73[)Z[? H82 Hc U6L52(L2UU52Z6( mnm H82 6S6UU@E5 JZ3Hn HcR(ZH"36EERSELMEM ZJ0n ZH"3HcE3 YK73W ;& P;C2 chi\a <;O Z9bTT;>T; F;G;TO YZJW\a <;O?##>T; F;G;TO YPFdHIDK?P\ ;& =889 =; 8N;9<;=;& N#& ]9#&_9%e_ ;& cbf;b:b9$ YWI7\2 Ib981%&T 3&#>AO%Q8 Z272 %T ;9_;&= =889 <;O 7>##BT; F;G;TO 215

216 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#$# " )* +54, )* +54, )* / %&%&'( 36, ; &%&%& <542.= <542. >80&&&? 56# :9/ %&%& &&& 0BCC!D67#E P#! C# HC7IJK7#E / >:&%:? :5G &&& N >88? )632F45.)632F >:%:? Q& M Q& O( Q& Q& >:%:? >:%:&? Q >:&%:? >:%:(&? >:&%:(&? :U ><:? 82R2. S6 T6,9 Q& QO S6 T6,9 Q& Q QO g!vpc"!ci 6!#ab#E 3 >%&? 3 >&%? "# (( ( Cc!V e!v JJCC!7 Cf!7V hijklml 4X 34; (M & 8Y 3152F9. WYZ9 [ >&?( ( && 5K!C$# "# <69.*2 ((%( W3 3152F9. C HVBV d'.445 1F F556-U3622 \1; [ >&?( ( MM ]% @4%2F^754@ ***754@6229 3W4 4156T1 08 M( 8' 84&( 5R2. F556-U3622 A8Z3Z_ W4 WY O&((OO3& F W4 &M&OO /63-536@ r6,2 2U9 * ' 80 &&& 5R2. F556-U3622 nopnoq `38W' WY3W48&M( 3`:' 3W48WY8 ]754@ G36-4 3A 6 5R U3 A9118 <*3 >XA80 2 /+ YW]?9 U <*3 >3`0?9 U3 _119 <*3 >/<1W]%X_/? F5U.2 F12 \512R56,R 2 Y7;8T752 >0]A? st 216

217 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) ! #$# 9431%& *15 '4(046 )612* ##,-8 / ,-. / : &'& 0C0,DE I2# / ; <=>?> JE I2# / K1L Q R>???0>OADM <!MD1>!BN>OADM!P0!<!P0!<,@ V3620#60VV20,3# 373VV8-2 SP Q0F KOADM /CTF_ >! `>a0 G@K4b ^>R,AOPP><P> ;>?>PR /,X_4b ^>R U<P> ;>?>PR /`;c@k1cu`4 >! =DDA => DB>A^>=>! B! JA!]A!P F!<[R \D,0T0 d] >! GOE>LSOA /_KT40 P >A]>!= =DDA ^>R T<LP> ;>?>PR 217

218 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"#$! &'& ) , * N76"9 2M6/ T#$97!<9 I<#9 UD.V.:76@!M6"7!@ =4&4J =4&4> :!$;9<#$" D7!L#@9M7#9./ /0 A8 34&4BC 9$ DE0 FGFBH2I &&J>K F!;979 #$/67@!M#9 6L97 ;9 M69"9A!WM9 6$;97X69YW@9M:6;9$!<W@9;9 99$ P<!WW#/#P!M#9 L!$ =4C4C D.BSHN./0 A8 34&4BO 9$ P/0 FGF >QOR WM!!$ L97@9<; #$ 6$W 6L97X#P:M Z2A9P#/#P!M#9W!$!<?W9@9M:6;9$Z[ L97W#9 C4&&0 ( bc1 )431 0ded 3OO4 1^ ]!7$9L9<; F^f9<0 g3& U4V3J CJC >3 44 D#<;9E9" JJBJ> 3OO& F] ]!7$9L9<; 0I0 ]6a JKQ S!a g3& U4V3J CJC >3 QQ GB@!#< #$/6B9$Lh9\76/#$W0$< 2#M9 EEE09\76/#$W0$< ]F 51f']f= F60 F^ R4J30&J0RR30]4& ili F60 4Q4RR>C3 H]1Fj F^O&]F ]H.j ]F!7#8!W 2010 CCO QCJK CK 1F^C114CCOQCJKCK UI51T 9$ N9A0 ^FGV[ :9M ]7\WW9<W9 D9E9WM U]HTV[ :9M =!!<W9 D9E9WM UND_FGBI=NV 9$ ;667 ;9 6L97:9;9$ L!$ S7!$Y7#Ỳ 9$ ^\a9@8\7" UTG5V0 G\76/#$W 1$!<?M#P6 ]050 #W 97Y9$; ;667 :9M 5<!!@W9 D9E9WM 218

219 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#$# " )* +54, )* +54, )* / %&%&%'( 36, : &%'&% ;542.< ;542. =0%%%> 56# ? @ / &%'&% %% ABB!C67#D FB7GHI7#D /542 34? 95E %%% N52126-O 34? K' ) K M% PAI U4972 V3OE9W2T2 32T2 ; "#D!BG"# 6 QBBR"!"B$$ L =88>. M%%% %% KK M%> KK> 4&XE92 88+&XE92 XE922 =48> =?1-345 %8> % % % M%%% %%% AI U56-O944583O112 /6-O944583O112 Y1?3192 3UVX =48> 6"#D B!D# 6 6BDHBBR"!"B$$ 82S2. M%%% M%%% % M%%% M% > 8&/6-O94453O112 8&/6-O94453O112 U351-O94453O2 U56-O94453O2 U351-O944583O112 82S2. M%%% M%%% M%%% &/6-O94453O2-6 8&/6-O94453O2 88&U56-O94453O112 88&U56-O94453O112 M%%% 09Z[ M%%% M%' 3\' =%&%'> g!] cb"!bg 8&/6-O94453O22 =48> =?1-345 %8> 3K =%&%> 6!#de#D 82S2. %%% > "# K'K K'\ Bf!] hijklml 4N 34: 'K % ^ Y^U9 _ =%>' ' %% 5I!B$# "# ;69.*2 ''&' Y B F]A] P( O3622 `1: _ =%>' ' KK V& ?4&2a754? ***754?6229 3Y4 4156W1 0 K' ( 4%' 5S2. Y4 Y^ \%''\\3% ZZ Y4 %K%\\ /63-536? T6,2 2O9 * ( 0 %%% 5S O3622 nopnoq b3y( Y^3Y4%K' 3b9( 3Y4Y^ V754?62 219E36-4 3@ 6 5S ;*3 =N@0 2 /+ ^YV>8 O ;*3 =3b0>8 O3 [119 ;*3 =/;1YV&N[/> O.2 12 `512S56,S 2 ^7:8W752 =0V@> 219

220 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#$# " )* +54, )* +54, )* / %&%&%'( 36, : &%'&% ;542.< ;542. =0%%%> 56# ? @ / &%'&% %% A#! C# =9&9> =9&9> =9%&9> E% E% =9%&9'%> =9&9%> =9%&9> =9&9'%> 82D2. E% EF E b!jac"!cx 6!#YZ#[ 3F' =%&%'> 3G =%&%> "# G'G G'F C\!J `!J ]]CC!7 Ca!7J cdefghg 4M 34: 'G % N LNO9 P =%>' ' %% 5H!C$# "# ;69.*2 ''&' L C IJKJ ^( _3622 Q1: P =%>' ' GG R& ?4&2S754? ***754?6229 3L4 4156T1 0 G' ( 4%' 5D2. L4 LN F%''FF3% VV L4 %G%FF /63-536? n6,2 2_9 * ( 0 %%% 5D _3622 jkljkm W3L( LN3L4%G' 3W9( 3L4LN R754?62 219i36-4 3@ 6 5D ;*3 =M@0 2 /+ NLR>8 _ ;*3 =3W0>8 _3 U119 ;*3 =/;1LR&MU/> _.2 12 Q512D56,D 2 N7:8T752 =0R@> op 220

221 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !" $%$ 9431&'0,12+15 (4)046 * /../ 67389/9 9$ $ /1 1:111$38:3 1:111$38:/-9$ 012$ / /5 ;< '(' 2E2 -FG / HI -C"@D@>? BIJ@>2 K8$ 0158/ 3/3 :8 11 =!>?@A@ 866$ B- -C"@D@>? //4/: LG K8$ 0158/ 3/3 :8 99 M4N!>!"OF4@"DP@QCFO!"R2"> S!T@ AAA2@QCFO!"R2"> -B C!UR S2H /7 37 VHJ%-JW BF2 BI.1/82$/ $ XDX BF :38 Y-HBZ BI6$-BH133693/737 -Y[Z -BHBI3H MQCFO!"R H">\T!]F _@T V>NR@ =@A@RT a@b2 IBM5c _@T -CQRR@>R@ =@A@RT 0-Y`5c _@T W>R@ =@A@RT FD@C_@?@" D" IQG@NUQC 0`MV52 221

222 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"# %&% '615 9 '615 9 ()* +,! D) *+)*-E #"-./) -*+0!)/,2) 3# 2) -+5 "-!)1"FG 1*) "-!).+,,"!)),2 3++, /)* 14*45!)/ # 2) -+55 *") 1*) 3 # &5 :;<=>?@%@ AB?C7 MN1 O431 0PQP 7U7 >+V 86W?II@ XY > L"12)E)! 88R8S?II% T> >,#)3)12 TYZ)17 [?% :@C?8 \8\ ] ^R5 ;"*) EEE7)4,+0"#-7#1 V [?% :@C?8 \8\ S? WW "1 "#0+R)#3_)4,+0"#-7#1 >T `XZ&>Za T+7 TY b@8?7%87bb?7>@% =3= <>XTc TYI%>TX@\\IW\86\6 ><dc >TXTY\X,"B- ;7X7 \\I W\86 \6 ^4,+0"#- X# :U`Xf )# D)A7 YT^CH /)* >,4--)1-) L)E)-* :><fch /)* a +3),/)2)# 3 1-) L)E)-* :DLKT^RUaDC )# 2++, 2) 1e*".+ >7`7 "- ),G)#2 2++, /)* `1 # ],#G,"FG )# Y4V)5B4,! :f^`c7 5-) L)E)-* 222

223 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"#$%" '(' *436.66, / O87#: 3N70 J8#"%$SP;: SN70(E=7:$8:SN W@=:%:% S7A 23(2! /8@7#::% A"=:% >5'5K >5'5? 67789:;"%<:=$%# 287A"N:% XYZHWG[ >5'5R E8"M$A:N8$: /01 B9 45'5CD :% EF1 GHGCI3J ''K?L 6J/\ X''[ /01 B9 45'5C4 :% P01 GHG LQLK /]>^ 6$%@=P;=78$<: O$/=HN;::% S7A /01 B9 4545C4 :% P01 GHG?RT' V$%:8"=: J=$: XE/[ >5DLK U3CE/CV3 G"<:8: $%078A"N$: 7M:8 <: N7:#:B"SN: 7%<:8`7:aSA:N;7<:% "=SA:<: ::% P="SS$0$P"N$: M"% <: A::N7%`:a:8;:$< >5D5D E/C_IO /01 B9 4545CD :% P01 GHG?RT' SN""% M:8A:=< $% 7%S 7M:8`$P;N b3b:p$0$p"n$:s "%"=@S:A:N;7<:%bc M:8S$: D5''1 /01 B9 45'5CQ :% P01 GHG?RQT ) hi1 *431 0jkj!1J1 Y7g KLR 4QQ5 2\ Y"8%:M:=< G\Z:=1 l4' X5[4K DKD?4 55 E$=<:F:# KKCK? 4QQ' GY Y"8%:M:=< _"g l4' X5[4K DKD?4 RR HCA"$= $%07C:%Mm:d870$%S1%= 3$N: FFF1:d870$%S1%= YG!!"8$9"S 3121 DDQ RDKL DL 62Z(YZ> G71 G\ T5K41'K1TT41Y5' ]M] G71 5R5TT?D4 IY2G^ G\Q'YG!25DDQRDKLDL YI/^ YG!2G\D2 XJ62V :% O:B1 \GH[c ;:N Y8dSS:=S: E:F:SN XYIV[c ;:N >""=S: E:F:SN XOEeGHCJ>O[ :% <778 <: 7M:8;:<:% M"% _8"%a8$fa :% \dg:a9d8# XVH6[1 Hd870$%S 2%"=@N$P7 Y161 $S :8a:%< <778 ;:N 6=""AS: E:F:SN 223

224 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"!#$%&%"$ *+, *+, *+ 45/ / ,,45313/ '('(') <! =135> '('(' 6!7!% ;536B C56 9:4:; '('(' ''AA DE"7$%F! #HI$% 42O2 P4972 Q3RS9T2O2 "7! JHHK$!# $H&&! L'' L'' L'' L'' L'' L'' L'' L'' 04(US92 8:,(US92 L'' L'' L'' L'' L'' L'' L'' L'' W%!#! H%! B1.345 ': V1B L ' ' ' L''' X L''' L L''' L L''' L ?;(;@ ?;(;'@ L L L L L L L L 0 DE"7$%F! H#F% 13RS9(353(T73S93R5?1P4Q@ ?;'(;@ ?;(;A'@ ?;'(;A'@ "7! YHHK$!# $H&&! M3N L'' 'A' L L'' L'' L L'' L'' L L'' L'' L k#\ WH $!#HI "7#%de%F A54 54' 54A 54A $%"Hf#\ ' 'Z 'X ' i#\"hj#8\ YYHH#8 lmnopqp 5_ 44< AZ ' 9N 4152^9/ VNP9 `?'@A A '' 6E#H&% ]69/+3 AA(A V4 4152^9/ $%"H [\D\ g) /445 2^ /635/ ^556.R3623 a1< `?'@A A ZZ Q( B4(2^b754B B6229 4V5 5156T1 09 ZA 9) 95'A 5h2/ ^556.R3623 C9P4P= V4 VN X'AAXX4' ^ V4 'Z'XX B / 62 O6-2 3R9 +45/2 35,54/7.5/ 0) 90 ''' 5h2/ ^556.R3623 rstrsu c49v) VN4V59'ZA 4c;) 4V59VN9 Q754B S36.4 4C 6 5h2/ /445 R3 C9118 ]+3?_C91 2 0, NVQ@: R ]+3?4c1@: R3 =119 ]+3?0]2VQ(_=0@ 2 /445 / 4^5R/2 ^12 a512h56-h 2 N7<8T753?1QC@ vw 224

225 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !" $%$ 9431&'0,12+15 (4)046 * /01/2../01/23./01/26./01/$ $ $ $ $42$4 -$$ '(' BCB -DE 4/ FG -@"<A<:;?GH<:B I0$ J2K !:;<=< 0..$?- -@"<A<:; 44>41 LE I0$ J2K M>N!:!"OD><"AP<Q@DO!"RB": S!T< ===B<Q@DO!"RB": SBFB / 5/ VFH%-HW?DB?G 3240B$4B330B-2$ XAX?DB Y-F?Z?G.$-?F /5/ -Y[Z -?F?G5F MQ@DO!"R F":\T!]D -BVB!R <@^<"; ;DD@ _<T V:NR< 9<=<RT JCVF` <" a<bb G?MKc _<T -@QRR<:R< 9<=<RT J-Y`Kc _<T W:R< 9<=<RT Ja9d?M>CWaK <" ;DD@ ;< DA<@_<;<" A" L@"^@!e^ <" GQE<NUQ@ J`MVKB 225

226 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"# %&% '615 9 () *+)*,-./) 0 # /),+1 ",!)2"34 # /),+11 *") 0 # 56789: ;<1 =431 0>?> FGF C775 KL E C77% DE E.#)0)2/ DLM)2F NC% O5PC@ Q@Q BC 55 R SA1 W"*) ---F)V.+T"#,F#2 H NC% O5PC@ Q@Q BC JJ "2 "#T+A)#0U)V.+T"#,F#2 ED YKM&EMZ D+F DL [5@CF%@F[[CFE5% \0\ D+F 5J5[[BQC ]EKD^ DL7%EDK5QQ7JQ@IQI E]_^ EDKDLQK."X, WFKF QQ7 JQ@I QI SV.+T"#, K# OGYKc )# ()df LDSP6 b)* E.V,,)2,) :)-),* OE]cP6 b)* Z +0).b)/)# 0 2,) :)-),* O(:9DSAGZ(P )# /++. /) 2`*"a+ EFYF ", ).4)#/ /++. b)* Y2 # R.#4."34 )# LVH)1XV.! OcSYPF 1,) :)-),* 226

227 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"#$%" '(' *436.66, ?@AB"CD% EFGHIJK ILMD%D% NAB?84555 :$%D@"MD TM$D E9/K :GFH ;5<'= OPQ69/6RQS J"UD@D $%0A@B"C$D AVD@ UD CAD#D2"NCD A%UD@WADXNBDCYAUD% "MNBDUD DD% ZM"NN$0$Z"C$D V"% UD BDDCA%WDXD@YD$U ;5<=> 7869/6:8 / ''56= NC""% VD@BDMU $% A%N AVD@W$ZYC [82DZ$0$Z"C$DN "%"MLNDBDCYAUD%[\ VD@N$D <5''1 / '456' ) bc1 *431 0ded!1T1 FAa >=h 4gg5?O F"@%DVDMU JOGDM1 i4' E5K4> <>< f4 55 9$MUD^D# >>6>f 4gg' JF F"@%DVDMU R"a i4' E5K4> <>< f4 hh H6B"$M $%0A6D%VjD]@A0$%N1%M 8$CD ^^^1D]@A0$%N1%M FJ!!"@$3"N 81?1 <<g h<>= <= P?G(FG; JA1 JO k5>41'>1kk41f5' lvl JA1 5h5kkf<4 QF?Jm JOg'FJ!?5<<gh<>=<= FQ/m FJ!?JO<? ETP?: D% SD21 OJHK\ YDC F@]NNDMND 9D^DNC EFQ:K\ YDC ;""MND 9D^DNC ES9_JH6T;SK D% UAA@ UD AVD@YDUD% V"% R@"%X@$`X D% O]aDB3]@# E:HPK1 H]@A0$%N?%"MLC$ZA F1P1 $N D@XD%U UAA@ YDC PM""BND 9D^DNC 227

228 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#"$%&'&#% -. / / // B<0(((C ()()( 9":"&; >536D E56 <=7=> ()()( ((+ F"%" <52 B<C > B>2C B71C I(,( I( I(,( >K5448 B>5C.6L BM6C 4J193 B>4C 4/5 B>7C I((( I( I((( O6LL9 BO6C 449NJ22 B44C I I I QR#:%&S" $UV%&!#:" WUUX%"$!%U''" P62L BP2C 72Y2 H442 B8JC I(( I(( I(( I( I(( ( Z4972 [3KN9J2Y2 I(( I(( I(( I(( I(( 4)\N92 8=/)\N92 \N922 B48C D11345 (= I(( I(( I(( I(( ( I(( I(( ( I(( I(( ( I(( I(( I(( ( QR#:%&S" U$S&!#:" :US""]UUX%"$!%U''" 361K944583K112 7Z[\ B48C O1D N52 I((( I (C I((( IC I((( IC I((( I(( I(( IC I((( IC Z561K944583K112 Z3511K944583K112 I(( I(( I(( 0 Z561K94453K2 I(( I(( + l$`z3511k94453k2 87( G6H I(( I(( 87( 87( B+C 87, 87^(< BC FU!%"$UV!#:$&hi&S + %&#Uj$` k* b< b5561k3626 mnopqrq 8c 74? +^ ( <H 7152b92 OHZ9 d B(C+ + (( 9R$U'&! a )+ O7 7152b92 %&#U _`Q` e1? d B(C+ + ^^ [) D4)2bf754D D6229 7O8 8156J1 0< ^+ <* <8(+ 5L22 b5561k3626 E<Z7Z@ O4 OH,(++,,7( b O4 (^(,, D Y602 6K / * <0 ((( 5L22 b5561k3626 stustv g7<o* OH7O8<(^+ 7g>* 7O8<OH< [754D62 <219N3614 7E 6 5L K3 E9118 a.3 BcE<4 2 3/ HO[C= K a.3 B7g4C= a.3 B3a5O[)c@3C b5K22 b12 e512l560l 2 H7?8J756 B4[EC 228

229 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#"$%&'&#% -. / / // B<0(((C ()()( 9":"&; >536D E56 <=7=> ()()( ((+ I3511J94453J2 =)361J94453J112 =)361J94453J112 H(( H(( H(( ==)I561J94453J112 ==)I561J94453J =)361J94453J =)361J94453J J9445K2L2 =)361J9445K2L2 =)361J9445K2L2 H(( =+)361J9445K2L2 361J9445K2L22 B 48 C >J9445K2L22 B 48 + C >@ B 48,C >@ B48C H(( H(( H(+( H H =)361J94453J22 B048C D11345 (= E62M91J94562 =)361J94453J2 I56K544883J112 H(( (+ H( =)361J9445/54/112 =)361J9445/54/112 =)361J9445/54/ J9445K2L N( 361J9445/54/ D11345 ( ( H( (C 0P&"$" R&" O 261J9445K2L N( F6G H,( H,( (, + h$v 87( 87( 87( B+C B>()>C H,( H,( H,( 87, 87S(< BC PR!%"$Ra!#:$&bc&d + %&#Re$V f* Z< Z5561J3626 ijklmnm 8[ 74? +S ( <G 7152Z92 YGI9 \ B(C+ + (( 9T$R'&! X )+ Y7 7152Z92 %&#R UVWV ]1? \ B(C+ + SS ^) D4)2Z_754D D6229 7Y8 8156K1 0< S+ <* <8(+ 5g22 Z5561J3626 E<I7I@ Y4 YG,(++,,7( Z Y4 (S(,, D L602 6J / * <0 ((( 5g22 Z5561J3626 opqopr `7<Y* YG7Y8<(S+ 7`>* 7Y8<YG< ^754D62 <219M3614 7E 6 5g J3 E9118 X.3 B[E<4 2 3/ GY^C= J X.3 B7`4C= X.3 B3X5Y^)[@3C Z5J22 Z12 ]512g560g 2 G7?8K756 B4^EC 229

230 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#"$%&'&#% -. / / // B<0(((C ()()( 9":"&; >536D E56 <=7=> ()()( (( B>)>C B>)>C B>)>(C B>()>C F F F F F F F F F F B>)>+(C B>()>+(C G6H F(( F F(( F F(( F F(( F F(( F d$n[k!%"$k\!#:$&]^&_ + 87( 87( 87( B+C 87, 87I(< BC %&#K`$N + efghiji 8S 74? +I ( <H 7152R92 QHT9 U B(C+ + (( 9J$K'&! P )+ Q7 7152R92 %&#K MNON a* R< R5561b3626 V1? U B(C+ + II W) D4)2RX754D D6229 7Q8 8156Y1 0< I+ <* <8(+ 5c22 R5561b3626 E<T7T@ Q4 QH,(++,,7( R Q4 (I(,, D p602 6b / * <0 ((( 5c22 R5561b3626 lmnlmo Z7<Q* QH7Q8<(I+ 7Z>* 7Q8<QH< W754D62 <219k3614 7E 6 5c b3 E9118 P.3 BSE<4 2 3/ HQWC= b P.3 B7Z4C= P.3 B3P5QW)S@3C R5b22 R12 V512c560c 2 H7?8Y756 B4WEC 230

231 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#$# " )* +54, )* +54, )* / , %&%&%'( ; <135= <135 >80%%%? %&%&% 56#7 8939: %&%&% %% B" 852 >8? : >:.? :F5448 >:5? 4+5 >:7? *6G >H2? C%%% C%(% C% C% I6GG9 >I6? E44. >4J? LM K62G >K2? 32T2 6"#N!PQ"# 6 RPPS"!"P$$ C%% C U4972 V3FW9J2T2 C%% C% 4&XW92 89+&XW92 XW922 %9 C%% C%% % LM U56-F944583F112 U351-F944583F112 3UVX >48? I1@3192 6"#N P!N# 6 6PNYPPS"!"P$$ C%%% C? U56-F94453F2 U351-F94453F2 9&/6-F94453F112 99&U56-F94453F112 99&U56-F94453F112 C%% -6 9&/6-F94453F F9445J2T2 09&/6-F9445J2T2 43Z%3 >? h!\ 9&/6-F9445J2T2 9&/6-F9445J2T2 BP"!PQ 6!#de#N D2E C%% "# Pf!\ ijklmnm 5M!P$# "# ]69.*2 & I3 3152^9. 4_ 34; Z % 8E 3152^9. IEU9 ` >%? %% P [\L\ g'.445 1^ ^556-F3622 a1; ` >%? ZZ V& @4&2^b754@ ***754@6229 3I4 4156J1 08 Z 8' 84% 5G2. ^556-F3622 A8U3U< I4 IE (%((3% ^ I4 %Z%(( /63-536@ T6,2 2F9 * ' 80 %%% 5G2. ^556-F3622 opqopr c38i' IE3I48%Z 3c:' 3I48IE8 V754@ W36-4 3A 6 5G F3 A9118 ]*3 >_A80 2 /+ EIV?9 F ]*3 >3c0?9 F3 <119 ]*3 >/]1IV&_</? ^5F.2 ^12 a512g56,g 2 E7;8J752 >0VA? 231

232 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek)!"#"! )* +54, )* +54, )* / , $%$%$&'( ; <135= <135 >80$$$? $%$%$ 56"7 8939: $%$%$ $$' 0 :< > 48 (? /6-E9445F2G22 > 48? :E9445F2G22 > 48 '? B$$ B$'$ J" >:$%:? E9445F2G H$ I.6-E9445F2G H$ B >:%:? L" B($ $ $( >:%:? >:%:$? >:$%:? >:%:'$? >:$%:'$? C2D B$$ B B B f PJL! L\6 "]^"_ 43M$3 >?!"L` P d aall PLe 7P7 ghijklk 4U 34; 'M $ 8D 3152T9. SDV9 W >$?' ' $$ 5N R69.*2 ''%' S3 3152T9. L#"!"L OPQP b&.445 1T T556-E3622 X1; W >$?' ' MM Y% @4%2TZ754@ ***754@6229 3S4 4156F1 08 M' 8& 84$' 5c2. T556-E3622 A8V3V< S4 SD ($''((3$ T S4 $M$(( /63-536@ G6,2 2E9 * & 80 $$$ 5c2. T556-E3622 nopnoq [38S& SD3S48$M' 3[:& 3S48SD8 Y754@ m36-4 3A 6 5c E3 A9118 R*3 >UA80 2 /+ DSY?9 E R*3 >3[0?9 E3 <119 R*3 >/R1SY%U</? T5E.2 T12 X512c56,c 2 D7;8F752 >0YA? rs 232

233 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !" $%$ 9431&'0,12+15 (4)046 * $$ 0.12.$ $1 /23//$4//0-2/ /23//$166$-0/ 748 /23//$1600 /3// / 0.12.$ $. /26$ $2 /0//2//10.-6/9 7$8 /23//$4/$5-6/- 718 /26$ /0// :; '(' EFE -GH / 9I -C"?D?=> BIJ?=E K1$ 7/ // <!=>?@? 100$ B- -C"?D?=> 44A42 LH K1$ 7/ MAN!=!"OGA?"DP?QCGO!"RE"= -B C!UR SE9E V9J%-JW BGE BI 3/41E$4E331E-/$ XDX BGE /6/33251 Y-9BZ BI0$-B9/ Y[Z -B9BI59 MQCGO!"R 9"=\T!]G -EVE!R?C^?"> >GGC _?T V=NR? <?@?RT 7FV9`?" a?be IBM8c _?T -CQRR?=R? <?@?RT 7-Y`8c _?T W=R? <?@?RT 7a<dBMAFWa8?" >GGC >? GD?C_?>?" D" LC"^C!e^?" IQH?NUQC 7`MV8E 233

234 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"# %&% '615 9 () *+)*,-./) 0 # /),+1 ",!)2"34 # /),+11 *") 0 # 56789: ;<1 =431 0>?> FGF C775 KL E C77% DE E.#)0)2/ DLM)2F NC% O5PC@ Q@Q BC 55 R SA1 W"*) ---F)V.+T"#,F#2 H NC% O5PC@ Q@Q BC JJ "2 "#T+A)#0U)V.+T"#,F#2 ED YKM&EMZ D+F DL [5@CF%@F[[CFE5% \0\ D+F 5J5[[BQC ]EKD^ DL7%EDK5QQ7JQ@IQI E]_^ EDKDLQK."X, WFKF QQ7 JQ@I QI SV.+T"#, K# OGYKc )# ()df LDSP6 b)* E.V,,)2,) :)-),* OE]cP6 b)* Z +0).b)/)# 0 2,) :)-),* O(:9DSAGZ(P )# /++. /) 2`*"a+ EFYF ", ).4)#/ /++. b)* Y2 # R.#4."34 )# LVH)1XV.! OcSYPF 1,) :)-),* 234

235 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) !"#$%" '(' ) * , / '456' 7869/6:8 ;5<=>?@AB"CD% EFGHIJK / '=56'(< D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><'?@QDD% E?QK / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' F"@$RB EF"K / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' /"SB$RB E/SK / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' TA3"UC E/AK / '=56'(< D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' /V@AAB E/@K / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' TA2D@ E/RK / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' TW$X E7#K / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' :AUY3SDD% E:AK / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' J$XXDU EJ$K / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' ZAAS E!3K / ''564 D% L01 JHJ6HJ6M8N 'O<P>6< M/!6:8 ;5><' [$%X E[%K / '456' 7869/6:8 ;5<=> IYUD%D% QAB?84555 / '456' 7869/6:8 ;5<=> 8CY@DD% / '456' 7869/6:8 ;5<=> \N/Z E''K / '456' 7869/6:8 ;5<=> \N/Z JHJ E'<K / '456' 7869/6:8 ;5<=> C@$3@AABBDCV""% / '456' 7869/6:8 ;5<=> /T; ] \$%YULVUA@$SD / '456' 7869/6:8 ;5<=> /T; ] '^'6_$LVUAA@DCVDD% 78 / '456' 7869/6:8 ;5<=> _$/UHCVDD% QAB?84555 / '456' 7869/6:8 ;5<=> '^'6S$LVUAA@2@A2""% / '456' 7869/6:8 ;5<=> '^<6_$LVUAA@2@A2""% / '456' 7869/6:8 ;5<=> '^46S$LVUAA@2@A2""% / '456< D% #W1 JHJ HJ M8N '=`a5 7869/6:8 ;5<=> _$/VU2@A21 QAB?8455 / '456< D% #W1 JHJ HJ M8N '=`a5 7869/6:8 ;5<=> /F E> buk QAB?84555 / ''56= Z\M69/6cM_ ;5<'= :$%D@"UD NU$D E9/K J"SD@D $%0A@B"C$D AbD@ SD CAD#D2"QCD A%SD@dADXQBDCVASD% "UQBDSD DD% LU"QQ$0$L"C$D b"% SD BDDCA%dDXD@VD$S QC""% bd@bdus $% A%Q AbD@d$LVC e82dl$0$l"c$dq "%"UYQDBDCVASD%e^ bd@q$d <5''1 HR@A0$%Q?%"UYC$LA F1\1 $Q D@XD%S SAA@ VDC \U""BQD 9DWDQC EN\?: D% _D21 ZJHK^ VDC F@RQQDUQD 9DWDQC EFM:K^ VDC ;""UQD 9DWDQC E_9fJH6N;_K D% SAA@ SD AbD@VDSD% b"% c@"%x@$gx D% ZRhDB3R@# E:H\K1 ij1 *431 0klk 9$USDWD# >>6>` 4OO' JF F"@%DbDUS!1N1 FAh >=P 4OO5?Z F"@%DbDUS JZGDU1 m4' E5K4> <>< `4 55 c"h m4' E5K4> <>< `4 PP H6B"$U $%0A6D%bnDR@A0$%Q1%U 8$CD WWW1DR@A0$%Q1%U FJ!!"@$3"Q 81?1 <<O P<>= <= \?G(FG; JA1 JZ a5>41'>1aa41f5' TbT JA1 5P5aa`<4 MF?J] JZO'FJ!?5<<OP<>=<= FM/] FJ!?JZ<?

236 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) BIJLAGE 5 TOETSING ANALYSERESULTATEN AAN GECORRIGEERDE STREEF- EN INTERVENTIEWAARDEN Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 236

237 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer 1625 Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. MM1; B71, 72 ( ) MM2; B81, 82 ( ) MM3; B83, 85, 86 ( ) Analyse Eenheid /AW2000 Tussenw. Interventiew. Organische stof % (m/m) ds Lutum < 2 um % (m/m) ds Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 95,3 92,7 91,9 Organische stof % (m/m) ds 0,6 1,1 0,9 Gloeirest % (m/m) ds 99,4 98,9 99 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds <2,0 <2,0 <2,0 Metalen Arseen (As) mg/kg ds <4, Barium (Ba) mg/kg ds Cadmium (Cd) mg/kg ds <0,17-0,2 - <0,17-0,33 3,8 7,2 Kobalt (Co) mg/kg ds <4,3 - <4,3-4, Chroom (Cr) mg/kg ds < Koper (Cu) mg/kg ds 5, Kwik (Hg) mg/kg ds <0,050-0,059-0,087-0, Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1,5 - <1,5-1, Nikkel (Ni) mg/kg ds 8-5,3-5, Lood (Pb) mg/kg ds * Zink (Zn) mg/kg ds Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 <3,0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0 <5,0 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <12 <12 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <38 - < Chromatogram olie (GC) Somparameter organohalogeen verbindingen EOX mg/kg ds <0,10 Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds <0,0010 PCB 52 mg/kg ds <0,0010 PCB 101 mg/kg ds 0,0019 PCB 118 mg/kg ds <0,0010 PCB 138 mg/kg ds 0,003 PCB 153 mg/kg ds 0,0036 PCB 180 mg/kg ds 0,0024 PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds 0,013 * 0,004 0,1 0,2 Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds <0,050 <0,050 Fenanthreen mg/kg ds <0,050 0,26 Anthraceen mg/kg ds <0,050 <0,050 Fluorantheen mg/kg ds <0,050 0,68 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds <0,050 0,24 Chryseen mg/kg ds <0,050 0,3 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0,050 0,14 Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0,050 0,23 Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds <0,050 0,17 Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds <0,050 0,17 PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 0,35-2,3 * 1, Legenda Toetsing met gemeten org.stof en lutum - <= achtergrondwaarde (aw2000) * > achtergrondwaarde (aw2000) ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 237

238 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer 1625 Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. MM4; B84, 85, 86 ( ) MM5; B93, 94 ( ) Analyse Eenheid 4 5 AW2000 Tussenw.Interventiew. Organische stof % (m/m) ds Lutum < 2 um % (m/m) ds 2 # 2 Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 94,8 93,6 Organische stof % (m/m) ds 1,4 <0,5 Gloeirest % (m/m) ds 98,2 99,6 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds <2,0 Metalen Arseen (As) mg/kg ds <4, Cadmium (Cd) mg/kg ds <0,17-0,33 3,8 7,2 Chroom (Cr) mg/kg ds < Koper (Cu) mg/kg ds <5, Kwik (Hg) mg/kg ds <0,050-0, Nikkel (Ni) mg/kg ds 7, Lood (Pb) mg/kg ds < Zink (Zn) mg/kg ds < Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds 3,7 <3,0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0 <5,0 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <12 <12 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <38 - < Chromatogram olie (GC) Somparameter organohalogeen verbindingen EOX mg/kg ds <0,10 Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds <0,050 Fenanthreen mg/kg ds <0,050 Anthraceen mg/kg ds <0,050 Fluorantheen mg/kg ds <0,050 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds <0,050 Chryseen mg/kg ds <0,050 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0,050 Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0,050 Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds <0,050 Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds <0,050 PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 0,35-1, Legenda Toetsing met gemeten org.stof en lutum - <= achtergrondwaarde (aw2000) * > achtergrondwaarde (aw2000) ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 238

239 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. B12 ( ) B21 ( ) B23 ( ) B24 ( ) Analyse Eenheid /AW2000 Tussenw. Interventiew. Organische stof % (m/m) ds Lutum < 2 um % (m/m) ds 2 # 2 # 2 # 2 # Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 91,2 96,4 86,1 90,1 Organische stof % (m/m) ds 1,3 <0,5 <0,5 <0,5 Gloeirest % (m/m) ds 98,3 99,8 99,8 99,7 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen mg/kg ds <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050-0,04 0,13 0,22 Tolueen mg/kg ds <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050-0,04 3,2 6,4 Ethylbenzeen mg/kg ds <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050-0, o-xyleen mg/kg ds <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 m,p-xyleen mg/kg ds <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 Xylenen (som) (factor 0,7) mg/kg ds 0,07-0,07-0,07-0,07-0,09 1,7 3,4 BTEX (som) mg/kg ds <0,25 <0,25 <0,25 <0,25 Naftaleen mg/kg ds <0,010 <0,010 <0,010 <0,010 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 <3,0 <3,0 <3,0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0 <5,0 <5,0 <5,0 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds < <12 <12 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds <6,0 120 <6,0 <6,0 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 66 <6,0 <6,0 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds < * <38 - < Legenda Toetsing met gemeten org.stof en lutum - <= achtergrondwaarde (aw2000) * > achtergrondwaarde (aw2000) ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 239

240 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer 1625 Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. B25 ( ) B26 ( ) Analyse Eenheid 1 2 AW2000 Tussenw. Interventiew. Organische stof % (m/m) ds 2 # 2 # Lutum < 2 um % (m/m) ds 2 # 2 # Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 91,2 84,7 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 <3,0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0 <5,0 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <12 <12 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 <6,0 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <38 - < Chromatogram olie (GC) Zie bijl. Zie bijl. Legenda Toetsing met gemeten org.stof en lutum - <= achtergrondwaarde (aw2000) * > achtergrondwaarde (aw2000) ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 240

241 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer 1625 Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. B31 ( ) B34 ( ) B36 ( ) B43 ( ) B44 ( ) B52 ( ) B62 ( ) Analyse Eenheid /AW2000 Tussenw. Interventiew. Organische stof % (m/m) ds Lutum < 2 um % (m/m) ds 2 # 2 # 2 # 2 # 2 # 2 # 2 # Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 92,6 96,6 94,2 97,6 94,4 94,8 93,6 Organische stof % (m/m) ds 1,8 <0,5 <0,5 <0,5 <0,5 <0,5 <0,5 Gloeirest % (m/m) ds 97,8 99,8 99,3 99,6 99,3 99,6 99,2 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen mg/kg ds <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050-0,04 0,13 0,22 Tolueen mg/kg ds <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050-0,04 3,2 6,4 Ethylbenzeen mg/kg ds <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050-0, o-xyleen mg/kg ds <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 m,p-xyleen mg/kg ds <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 <0,050 Xylenen (som) (factor 0,7) mg/kg ds 0,07-0,07-0,07-0,07-0,07-0,07-0,07-0,09 1,7 3,4 BTEX (som) mg/kg ds <0,25 <0,25 <0,25 <0,25 <0,25 <0,25 <0,25 Naftaleen mg/kg ds <0,010 <0,010 <0,010 <0,010 <0,010 <0,010 <0,010 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 <3,0 <3,0 <3,0 10 <3,0 7 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0 <5,0 <5,0 <5,0 <5,0 <5,0 <5,0 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <12 <12 <12 <12 <12 <12 <12 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds 6,4 <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 6,7 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 <6,0 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <38 - <38 - <38 - <38 - <38 - <38 - < Legenda Toetsing met gemeten org.stof en lutum - <= achtergrondwaarde (aw2000) * > achtergrondwaarde (aw2000) ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 241

242 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer 1625 Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. B84 ( ) B91 ( ) Analyse Eenheid 1 2 AW2000 Tussenw. Interventiew. Organische stof % (m/m) ds Lutum < 2 um % (m/m) ds 2 # 2 # Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 94,2 93,3 Organische stof % (m/m) ds <0,5 <0,5 Gloeirest % (m/m) ds 99,6 99,5 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen mg/kg ds <0,050 - <0,050-0,04 0,13 0,22 Tolueen mg/kg ds <0,050 - <0,050-0,04 3,2 6,4 Ethylbenzeen mg/kg ds 0,061 * <0,050-0, o-xyleen mg/kg ds 0,25 <0,050 m,p-xyleen mg/kg ds 0,31 <0,050 Xylenen (som) (factor 0,7) mg/kg ds 0,56 * 0,07-0,09 1,7 3,4 BTEX (som) mg/kg ds 0,62 <0,25 Naftaleen mg/kg ds <0,010 <0,010 Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan mg/kg ds <0,050-0,02 0,4 0,78 Trichloormethaan mg/kg ds <0,020-0,05 0,59 1,1 Tetrachloormethaan mg/kg ds <0,050-0,06 0,1 0,14 Trichlooretheen mg/kg ds <0,050-0,05 0,28 0,5 Tetrachlooretheen mg/kg ds <0,010-0,03 0,9 1,8 1,1-Dichloorethaan mg/kg ds <0,020-0,04 1,5 3 1,2-Dichloorethaan mg/kg ds <0,020-0,04 0,66 1,3 1,1,1-Trichloorethaan mg/kg ds <0,050-0,05 1,5 3 1,1,2-Trichloorethaan mg/kg ds <0,050-0, cis 1,2-Dichlooretheen mg/kg ds <0,050 trans 1,2-Dichlooretheen mg/kg ds <0,050 CKW (som) mg/kg ds <0,42 Vinylchloride mg/kg ds <0,010-0,02 0,02 0,02 1,2-Dichloorethenen (som) (factor 0,7) mg/kg ds 0,07 (-) 0,06 0,13 0,2 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <6,0 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <12 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds <6,0 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds < Legenda Toetsing met gemeten org.stof en lutum - <= achtergrondwaarde (aw2000) * > achtergrondwaarde (aw2000) ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 242

243 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer 1625 Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. PB11 PB20 PB46 PB47 Analyse Eenheid Streefw./ Tussenw. Interventiew. Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen µg/l <0,20 - <0,20 - <0,20 - <0,20-0, Tolueen µg/l <0,30 - <0,30 - <0,30 - <0, Ethylbenzeen µg/l <0,30 - <0,30 - <0,30 - <0, o-xyleen µg/l <0,10 <0,10 <0,10 <0,10 m,p-xyleen µg/l <0,20 <0,20 <0,20 <0,20 Xylenen (som) factor 0,7 µg/l 0,21 (-) 0,21 (-) 0,21 (-) 0,21 (-) 0, BTEX (som) µg/l <1,1 <1,1 <1,1 <1,1 Naftaleen µg/l <0,050 - <0,050 - <0,050 - <0,050-0, Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/l 8,2 <8,0 <8,0 <8,0 Minerale olie (C12-C16) µg/l <15 <15 <15 <15 Minerale olie (C16-C21) µg/l <16 <16 <16 <16 Minerale olie (C21-C30) µg/l <31 <31 <31 <31 Minerale olie (C30-C35) µg/l <15 <15 <15 <15 Minerale olie (C35-C40) µg/l <15 <15 <15 <15 Minerale olie totaal (C10-C40) µg/l <100 - <100 - <100 - < Vluchtige organische koolwaterstoffen Methyl-tert-butylether (MTBE) µg/l 0,4 <0,30 <0,30 <0, Legenda - <= streefwaarde * > streefwaarde ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 243

244 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer 1625 Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. PB50 PB60 PB70 (4) Analyse Eenheid Streefw./ Tussenw. Interventiew. Metalen Arseen (As) µg/l < Cadmium (Cd) µg/l <0,80-0,4 3,2 6 Chroom (Cr) µg/l <1, Koper (Cu) µg/l < Kwik (Hg) µg/l <0,050-0,05 0,18 0,3 Nikkel (Ni) µg/l < Lood (Pb) µg/l < Zink (Zn) µg/l < Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen µg/l <0,20 - <0,20 - <0,20-0, Tolueen µg/l <0,30 - <0,30 - <0, Ethylbenzeen µg/l <0,30 - <0,30 - <0, o-xyleen µg/l <0,10 <0,10 <0,10 m,p-xyleen µg/l <0,20 <0,20 <0,20 Xylenen (som) factor 0,7 µg/l 0,21 (-) 0,21 (-) 0,21 (-) 0, BTEX (som) µg/l <1,1 <1,1 <1,1 Naftaleen µg/l <0,050 - <0,050 - <0,050-0, Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Trichloormethaan µg/l <0, Tetrachloormethaan µg/l <0,10-0, Trichlooretheen µg/l <0, Tetrachlooretheen µg/l <0,10-0, ,2-Dichloorethaan µg/l <0, ,1,1-Trichloorethaan µg/l <0,10-0, ,1,2-Trichloorethaan µg/l <0,10-0, cis 1,2-Dichlooretheen µg/l <0,10 Monochloorbenzeen µg/l <0, ,2-Dichloorbenzeen µg/l <0,10 1,3-Dichloorbenzeen µg/l <0,10 1,4-Dichloorbenzeen µg/l <0,10 Dichloorbenzenen ( som 3 ) µg/l <0, Chloorbenzenen ( som 4 ) µg/l <0,40 CKW ( som 8) µg/l <2,3 Som dichloorbenzenen corr. *0.7 µg/l 0,21 Som mono& dichloorbenzenen corr. *0.7µg/L 0,28 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/l <8,0 <8,0 <8,0 Minerale olie (C12-C16) µg/l <15 <15 <15 Minerale olie (C16-C21) µg/l <16 <16 <16 Minerale olie (C21-C30) µg/l <31 <31 <31 Minerale olie (C30-C35) µg/l <15 <15 <15 Minerale olie (C35-C40) µg/l <15 <15 <15 Minerale olie totaal (C10-C40) µg/l <100 - <100 - < Legenda - <= streefwaarde * > streefwaarde ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 244

245 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Toetsing S&I waarden 2009 Certificaatnummer Uw ordernummer 1625 Projectnummer Ordernummer Monsteromschr. PB83 PB90A (1) PB90B (3) Analyse Eenheid Streefw. Tussenw. Interventiew. Metalen Arseen (As) µg/l < Barium (Ba) µg/l 80 * Cadmium (Cd) µg/l <0,80 - <0,80-0,4 3,2 6 Kobalt (Co) µg/l 5, Chroom (Cr) µg/l <1, Koper (Cu) µg/l 33 * < Kwik (Hg) µg/l <0,050 - <0,050-0,05 0,18 0,3 Molybdeen (Mo) µg/l <3, Nikkel (Ni) µg/l <15 - < Lood (Pb) µg/l 17 * < Zink (Zn) µg/l 120 * < Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen µg/l <0,20 - <0,20 - <0,20-0, Tolueen µg/l <0,30 - <0,30 - <0, Ethylbenzeen µg/l <0,30 - <0,30 - <0, o-xyleen µg/l <0,10 <0,10 <0,10 m,p-xyleen µg/l <0,20 <0,20 <0,20 Xylenen (som) factor 0,7 µg/l 0,21 (-) 0,21 (-) 0,21 (-) 0, BTEX (som) µg/l <1,1 <1,1 <1,1 Naftaleen µg/l <0,050 - <0,050 - <0,050-0, Styreen µg/l <0, Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/l <0,20-0, Trichloormethaan µg/l <0,60 - <0, Tetrachloormethaan µg/l <0,10 - <0,10-0, Trichlooretheen µg/l <0,60 - <0, Tetrachlooretheen µg/l <0,10 - <0,10-0, ,1-Dichloorethaan µg/l <0, ,2-Dichloorethaan µg/l <0,60 - <0, ,1,1-Trichloorethaan µg/l <0,10 - <0,10-0, ,1,2-Trichloorethaan µg/l <0,10 - <0,10-0, cis 1,2-Dichlooretheen µg/l <0,10 <0,10 trans 1,2-Dichlooretheen µg/l <0,10 Monochloorbenzeen µg/l <0, ,2-Dichloorbenzeen µg/l <0,10 CKW (som) µg/l <3,2 1,3-Dichloorbenzeen µg/l <0,10 1,4-Dichloorbenzeen µg/l <0,10 Dichloorbenzenen ( som 3 ) µg/l <0, Chloorbenzenen ( som 4 ) µg/l <0,40 CKW ( som 8) µg/l <2,3 Tribroommethaan µg/l <2,0 630 Vinylchloride µg/l <0,10-0,01 2,5 5 1,1-Dichlooretheen µg/l <0,10-0, ,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/l 0,14 (-) 0, ,1-Dichloorpropaan µg/l <0,25 1,2-Dichloorpropaan µg/l <0,25 1,3-Dichloorpropaan µg/l <0,25 Dichloorpropanen som factor 0.7 µg/l 0,52 Som dichloorbenzenen corr. *0.7 µg/l 0,21 Som mono& dichloorbenzenen corr. *0.7µg/L 0,28 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/l <8,0 <8,0 <8,0 Minerale olie (C12-C16) µg/l <15 <15 <15 Minerale olie (C16-C21) µg/l <16 <16 <16 Minerale olie (C21-C30) µg/l <31 <31 <31 Minerale olie (C30-C35) µg/l <15 <15 <15 Minerale olie (C35-C40) µg/l <15 <15 <15 Minerale olie totaal (C10-C40) µg/l <100 - <100 - < Legenda - <= streefwaarde * > streefwaarde ** > tussenwaarde *** > interventiewaarde (-) Wanneer het gehalte van een parameter beneden de detectielimiet / rapportagegrens van AS3000 ligt mag er, conform de Wijzing Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122, 27 juni 2008), voor de betreffende parameter van uit worden gegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde/achtergrondwaarde (AW2000). 245

246 16RV028 Bijlage 09 BP Sanatoriumlaan 37 (Bodemonderzoek) Rapportnr.: A1, mei 2013 Eindsituatie Bodemonderzoek Sanatoriumlaan 37 te Zeist 246

247 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) Sanatoriumlaan te Zeist Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek M. Hanemaaijer R.M. van der Zee 247

248 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 2 Colofon ADC Rapport 3229 Sanatoriumlaan te Zeist Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek Auteurs: M. Hanemaaijer en R.M. van der Zee In opdracht van: SAB Arnhem BV ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 16 mei 2014 Foto s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Status onderzoek: concept 19 november 2012 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijkee toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. Autorisatie: R.M. van der Zee ISSN ADC ArcheoProjecten Postbus BM Amersfoort Tel Fax info@archeologie.nl 248

249 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 3 Inhoudsopgave Samenvatting 1 Inleiding en administratieve gegevens 2 Bureauonderzoek 2.1 Doelstelling en vraagstelling 2.2 Methodiek 2.3 Resultaten 2.4 Gespecificeerde verwachting en conclusie 3 Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 3.1 Plan van Aanpak 3.2 Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 3.3 Conclusies 4 Aanbeveling Literatuur Geraadpleegde websites Lijst van afbeeldingen en tabellen Bijlage 1 Boorgegevens 249

250 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 4 Samenvatting In opdracht van SAB heeft ADC ArcheoProjecten in november 2012 ten behoeve van sloop en nieuwbouw een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Sanatoriumlaan te Zeist. Op basis van aardwetenschappelijke gegevens komen in het plangebied gordeldekzandwelvingen met een plaggendek voor. Daarom kunnen in het plangebied archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. Een uitzondering vormen archeologische resten uit de Nieuwe tijd. Oude kaarten, waarop het plangebied deel uit maakt van een akkergebied, geven geen aanleiding om rekening te houden met de aanwezigheid van resten uit deze periode. Aangezien circa 100 m ten noordoosten van het plangebied een vindplaats uit de Late IJzertijd aangetroffen is de kans op resten uit de Late IJzertijd het grootst. Het vondstniveau wordt verwacht onderin het plaggendek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont; hier wordt ook wel van cultuurlaag gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het plaggendek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen of houtskool. Het is waarschijnlijk dat als gevolg van de huidige bebouwing en sanering eventueel aanwezige archeologische resten deels zullen zijn verstoord.teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. In boring 2 t/m 4 is een plaggendek op onverstoord dekzand (C-horizont) aangetroffen. In boring 3 en 4 is ook (een restant van) de oorspronkelijke A en/of B-horizont aangetroffen. In het plangebied is daarom sprake van een intact potentieel sporenniveau. Aan de voorzijde van het plangebied (ter plaatse van boring 1) is een tot diep in de C-horizont verstoorde bodem aangetroffen, hier worden geen archeologische resten meer verwacht. Deze verstoring hangt zeer waarschijnlijk samen met de aanleg en sanering van een garage/tankstation. Omdat over de fundering van de huidige bebouwing geen gegevens voorhanden zijn, is het niet bekend of hier nog archeologische resten aanwezig kunnen zijn. In het noordwestelijk deel van het plangebied, ter hoogte van boring 2 t/m 5 is sprake van een grotendeels intact bodemprofiel. Onder het aanwezige plaggendek moet rekening worden gehouden met archeologischee sporen en vondsten uit, met name, de Late IJzertijd. ADC ArcheoProjecten adviseert daarom in dit deel een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een karterend booronderzoek. Dit onderzoek heeft als doel het bepalen van de aan- of afwezigheid van een archeologische vindplaats. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA). Het overige deel van het plangebied kan op grond van de aanwezigheid van een sterk verstoord bodemprofiel worden vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkeling. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies. 250

251 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 5 251

252 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 6 Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden. Periode Afkorting Tijd in jaren Nieuwe tijd Middeleeuwen: Late Middeleeuwen Vroege Middeleeuwen Romeinse tijd: Laat-Romeinse tijd Midden-Romeinse tijd Vroeg-Romeinse tijd IJzertijd: Late IJzertijd Midden-IJzertijd Vroege IJzertijd Bronstijd: Late Bronstijd Midden-Bronstijd Vroege Bronstijd Neolithicum (Jonge Steentijd): Laat-Neolithicum Midden-Neolithicum Vroeg-Neolithicum NT heden XME na Chr. LME na Chr. VME na Chr. ROM 12 voor Chr. 450 na Chr. ROML na Chr. ROMM na Chr. ROMV 12 voor Chr na Chr. IJZ voor Chr. IJZL voor Chr. IJZM voor Chr. IJZV voor Chr. BRONS voor Chr. BRONSL voor Chr. BRONSM voor Chr. BRONSV voor Chr. NEO voor Chr. NEOL voor Chr. NEOM voor Chr. NEOV voor Chr. Mesolithicum (Midden-Steentijd d): MESO voor Chr. Laat-Mesolithicum Midden-Mesolithicum Vroeg-Mesolithicum MESOL MESOM MESOV voor Chr voor Chr voor Chr. Paleolithicum (Oude Steentijd): PALEO tot 8800 voor Chr. Laat-Paleolithicum Midden-Paleolithicum Vroeg-Paleolithicum Bron: Archeologisch Basis Register 1992 PALEOL PALEOM PALEOV voor Chr voor Chr. tot voor Chr. 252

253 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 7 1 Inleiding en administratieve gegevens In het voorliggende rapport wordt een onderzoek beschreven waarvoor de volgendee administratieve gegevens gelden: Opdrachtgever: SAB Arnhem BV Soort onderzoek: Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek Aanleiding: Sloop huidig bedrijfspand en nieuwbouw woningen Locatie: Sanatoriumlaan Plaats: Zeist Gemeente: Zeist Provincie: Utrecht Kaartblad: 32 W Oppervlakte plangebied circa 5800 m 2 Coördinaten: Bevoegde overheid: Gemeente Zeist Deskundige namens de bevoegde overheid: Omgevingsdienst Regio Utrecht ARCHIS-onderzoeksmeldingsnumme (CIS-code): ADC-projectcode: Auteurs: M. Hanemaaijer en R.M. van der Zee Projectmedewerkers: M. Hanemaaijer, J.A.G. van Rooij Autorisatie: R.M. van der Zee Periode van uitvoering: oktober 2012 en mei 2014 Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort Beheer en plaats digitale documentatie (e-depot): Het plangebied ligt in een gebied waar een gemeentelijk archeologisch beleid is vastgesteld. Op grond van dit beleid valt het plangebied in een zone met een middelhoge archeologische verwachting. Dit houdt in dat bij plangebieden groter dan 1000 m² en verstoringen dieper dan 30 cm beneden maaiveld archeologisch onderzoek verplicht is gesteld. 1 Om in deze zone een omgevingsvergunning te kunnen verkrijgen, dient de initiatiefnemer een rapport te overleggen waarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld. In het kader van dit proces heeft het in dit rapport beschreven onderzoek plaatsgevonden. In Nederland dient het vaststellen van de archeologische waarde van een plangebied te gebeuren op grond van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2). 2 Gemeenten kunnen hierop aanvullende uitvoeringskaders vaststellen. De gemeente Zeist heeft geen aanvullende uitvoeringskaders vastgesteld voor het uitvoeren van archeologisch vooronderzoek, noch zijn deze voor dit project afzonderlijk opgesteld. Dit onderzoek is dus gebaseerd op de algemene criteria die in de KNA staan geformuleerd. 2 Bureauonderzoek 2.1 Doelstelling en vraagstelling Het bureauonderzoek vormt de eerste stap in het vaststellen van de archeologischee waarde van het gebied. Het doel van bureauonderzoek is het aan de hand van schriftelijke bronnen verwerven 1 Botman en Benjamins SIKB

254 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 8 van informatie over bekende en/of verwachte archeologische waarden in het plangebied, om daarmee te komen tot een gespecificeerde, archeologische verwachting. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is de verwachtee bodemopbouw in het gebied en zijn er gegevens bekend over bodemverstorende ingrepen in het verleden binnen het plangebied? Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting? Is het plangebied voldoende onderzocht? o Zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek is nodig om te komen tot een selectiebesluit? o Zo ja, welk selectiebesluit kan worden genomen (vrijgeven, opgraven, begeleiden)? 2.2 Methodiek Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2 Landbodems, protocol 4002 Bureauonderzoek. Het bureauonderzoek bestaat uit de volgende elf processtappen: 1. Afbakenen plan- en onderzoeksgebied en vaststellen consequenties van mogelijk toekomstig gebruik; 2. Aanmelden onderzoek bij Archis; 3. Vermelden (en toepassen) overheidsbeleid; 4. Beschrijven huidig gebruik; 5. Beschrijven historische situatie en mogelijke verstoringen; 6. Beschrijven mogelijke aanwezigheid bouwhistorische waarden in de ondergrond; 7. Beschrijven bekendee archeologische en aardwetenschappelijke waarden; 8. Opstellen gespecificeerde verwachting; 9. Opstellen standaardrapport bureauonderzoek; 10. Afmelden onderzoek bij Archis: overdracht onderzoeksgegevens; 11. Aanleveren digitale gegevens bij e-depot. De processtappen 1 tot en met 7 leveren gegevens op basis waarvan processtap 8, de gespecificeerde verwachting wordt opgesteld. De gespecificeerde verwachting kan worden beschouwd als een belangrijke conclusie van het bureauonderzoek, omdat hierin wordt aangegeven of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht, indien relevant weergegeven op een kaart. De resultaten van processtappen 1 tot en met 8 worden behandeld in de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. Processtap 9 resulteert in het voorliggende rapport. De processtappen 10 en 111 hebben betrekking op het voor derden openbaar maken van de resultaten van het bureauonderzoek bij onder meer Archis en het e-depot. 2.3 Resultaten Afbakening plan- en onderzoeksgebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstigee gebruik De exacte locatie van het plangebied is weergegeven op afbeeldingen 1 en 2. Van het plangebied zelf zijn onvoldoende archeologische en aardkundige gegevens beschikbaar om een uitspraak te kunnen doen over de archeologische verwachting. Daarom zijn tevens gegevens betrokken uit de directe omgeving, waarmee het onderzoeksgebied kan worden gedefinieerd als het gebied binnen een straal van circa 500 m rondom het plangebied. In het plangebied zijn de volgende ingrepen gepland (zie ook afb. 3): Aard ingreep: Nieuwbouw woningen 254

255 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 9 Wijze fundering: Onderkeldering: Diepte bodemverstoring: Oppervlakte bodemverstoring: Nog niet bekend Nog niet bekend Nog niet bekend Nog niet bekend De consequentie van de voorgenomen ingreep kan zijn dat eventuele aanwezige waardevolle archeologische resten in de ondergrond mogelijk worden aangetast Beschrijving van de aardwetenschappelijke waarden De volgende aardwetenschappelijke informatie is bekend van het plangebied: Bron Informatie Geologische kaart van Nederland 1: Formatie van Boxtel, Laagpakket van Kootwijk, stuifzand Geomorfologische kaart van Nederland Gordeldekkzand-welvingen, al dan niet met oud bouwlanddek 1: Bodemkaart van Nederland 1: Hoge zwarte enkeerdgrond, leemarm en zwak lemig zand GWT VII Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 6 Circa 5 m + NAP Tijdens een groot deel van de laatste ijstijd, het Weichselien (circa v. Chr.), heerste er in Nederland een poolklimaat. De ondergrond was permanent bevroren, de zogenaamde permafrost, en er was bijna geen begroeiing. De wind had hierdoor vrij spel. Zandenn werden door de wind geërodeerd om elders als dekzanden te worden afgezet. Met name in een langgerekte zone aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug vond afzetting van dekzand plaats. Men spreekt daarom ook wel van gordeldekzanden. De dekzanden behoren tot het Laagpakket van Wierden, Formatie van Boxtel. Als gevolg van een klimaatsverandering aan het eind van het Weichselien (circa v. Chr.) werd het minder koud en vochtiger. Deze ontwikkeling luidde het Holoceen in, een relatief warme periode, die tot de dag van vandaag duurt. De vegetatie begon zich langzaam uit te breiden en het dekzandreliëf werd vastgelegd. 7 Gedurende het grootste deel van het Holoceen staat de geologische ontwikkeling rond de stuwwallen grotendeels stil. Op de overgangszone van het dekzandgebied naar het rivierkleigebied (aan de voet van de stuwwal) was een rug van gordeldekzanden ontstaan. Reeds in de prehistorie werd het gebied ontgonnen. De bodems waren echter van nature niet erg vruchtbaar. Daarom was als gevolg van de intensivering van de landbouw door toename van de bevolkingsdruk in de Late Middeleeuwen bemesting noodzakelijk. De bouwlanden werden opgehoogd met heideplaggen, vermengd met o.a. potstalmest. Ten gevolge van eeuwenlange ophoging hebben de gordeldekzanden een soms tot wel 1 meter dik ophogingsdek gekregen; de zogenaamde zwarte enkeerdgronden (esdekken; zie kadertekst). 8 3 De Mulder et al Stichting voor Bodemkartering Stichting voor Bodemkartering Botman et al Botman et al

256 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) Beschrijving van bekende archeologische waarden In het onderzoeksgebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden en ondergrondse bouwhistorische waarden vastgesteld (zie afbeelding 4 en 5): Onderzoeksmeldingsnummer Soort onderzoek Resultaat Advies opgraving (vervolg op ) Huisplattegrond uit de IJzertijd booronderzoek Middendeel bodemopbouw verstoord als gevolg van zandwinning, noordwestelijk deel bodemopbouw aangetast door saneringswerkzaamheden. Zuidoostelijk deel plaggendek met hieronder podzolbodem; Niet van toepassing proefsleuvenonderzoek 9 Van Dockum Schutte

257 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 11 Onderzoeksmeldingsnummer Soort onderzoek Resultaat Advies aardewerkfragmenten uit vermoedelijk de IJzertijd booronderzoek Sterk verstoorde geen aanvullend bodemopbouw onderzoek noodzakelijk bureauonderzoek Mogelijk archeologische Indien additionele waarden verstoringen plaatsvinden verkennend booronderzoek Waarnemingsnr Omschrijving Datering 11 Opmerking Huisplattegrond en handgevormd aardewerk IJZL Hoort bij onderzoeksmelding Handgevormd aardewerk Onbekend Hoort bij onderzoeksmelding Handgevormd aardewerk NEOL- IJZL Hoort bij onderzoeksmelding Paalsporen van twee kleine bouwsels IJZL Ontdekt bij niet archeologisch graafwerk, onderzocht door AWN; hoort bij vondstmelding Huisplattegrond, spieker en afvalkuil IJZL Opgraving door AWN; hoort bij vondstmelding In ARCHISII zijn voor het onderzoeksgebied geen AMK-terreinen geregistreerd. Op de landelijk, provinciale en gemeentelijke verwachtings-/beleidskaarten staat de volgende archeologische verwachting voor het plangebied aangegeven: Bron Verwachting Toelichting Indicatieve Kaart van hoogog Vanwege aanwezigheid van hoge zwarte Archeologische Waarden (IKAW) enkeerdgrond Cultuurhistorische kaart Limeskaart: Middelhoog Vanwege aanwezigheid hoge zwarte van de provincie Utrecht 12 enkeerdgrond/gordeldekzandwelvingen Gemeentelijke Middelhoog Vanwege aanwezigheid hoge zwarte enkeerdgrond beleidskaart 13 Parmentiersland Het plangebied maakte in het verleden deel uit van een uitgestrekt akkercomplex, de Zeister eng genaamd. Door eeuwenlangee intensieve bemesting met plaggen ontstond een dik plaggendek en bleven mogelijk aanwezige oudere sporen geconserveerd. Toen in 1995 voor het Parmentiersland, het enige toen nog onbebouwde deel van de Zeister eng, bouwplannen ontwikkeld werden, werd een karterend booronderzoek uitgevoerd. Het middendeel van het Parmentiersland was circa 1,5 tot 2 meter lager gelegen. 14 Hier bleek, doordat men na zandwinning de bovengrond had teruggestort, het oorspronkelijke bodemprofiel totaal verstoord. Het ten noordwesten daarvan gelegen terreindeel was door saneringswerkzaamheden aangetast. Met name in het zuidoostelijk deel van het terrein bleek onder het plaggendek een deels nog intacte podzolbodem aanwezig te zijn. Uit de top van de podzol werden over een oppervlakte van circa 75 bij 85 meter in iedere boring scherven in de boorkern gevonden. Vanwegee het fragmentarische karakter konden deze niet nauwkeuriger 11 Voor een verklaring van de afkortingen, zie tabel Botman en Benjamins onderzoeksmelding en onderzoeksnummer

258 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 12 gedateerd worden dan late prehistorie. 15 Op grond van het aantal scherven per boring werd echter de aanwezigheid van een nederzettingsterrein vermoed. De resultaten van het booronderzoek vormden de aanleiding om een circa 650 m 2 groot gebied op te graven. 16 Hierbij werd een huisplattegrond en de restanten van een spieker blootgelegd. 17 Op grond van vondsten in de paalsporen en de vulling van een kuil is een datering van de plattegronden in de Late IJzertijd het meest waarschijnlijk. 18 Na afloop van de opgraving werden buiten het opgegraven gebied bij grondwerkzaamheden meer grondsporen aangetroffen. 19 Hierin kon echter geen verband herkend worden. Mogelijk hebben onder dit deel van de Zeister eng meerdere huizen gelegen en zijn resten van de nederzettingen ongedocumenteerd verloren gegaan Beschrijving van de historische situatie, mogelijke verstoringen en bouwhistorische waarden De historische situatie is op verschillende kaarten als volgt: Bron Historische situatie Kadastrale minuut onbebouwd Topografische kaart akkerland Bonnekaart 1873, 1882, akkerland Bonnekaart 1910, 1913, 1920, 1932, bebouwing binnen plangebied Topografische kaart uit 1953, 1962, 1973, bebouwing binnen plangebied Topografische kaart uit 1989, huidige bebouwing binnen plangebied afgebeeld Op de oudste geraadpleegdee kaart, de kadastrale minuut uit , is het plangebied in gebruik als akkerland. De eerste bebouwing binnen het plangebied is afkomstig uit De huidige bebouwing stamt uit 1988, op de topografische kaart uit 1989 is deze voor het eerst weergegeven. Onder de huidige bebouwing is een kleine archiefkelder aanwezig. Het is onbekend in welke mate de fundering van de huidige bebouwingen de bodem heeft verstoord. In het gegevensbestand van KennisInfrastructuur CultuurHistorie (KICH) 26 is voor het plangebied geen aanvullende informatie aanwezig Beschrijving huidig gebruik Het plangebied is momenteel in gebruik als garagebedrijf en is deels bebouwd en deels verhard door middel van klinkers. In het pand, dat uit de jaren 60 stamt, is een archiefkelderr aanwezig met een omvang van circa 4 x 10 m en een diepte van circa 2,5 m mv. 27 Voorts is een smeerkuil aanwezig met een omvang van circa 4 x 10 m en een diepte van circa 2,0 m mv. 15 waarnemingen en Van Dockum & Van Rooijen 1996; onderzoeksmelding waarneming en vondstmelding waarneming Van Dockum & Van Rooijen 1996; waarneming en vondstmelding Kadaster Wolters Noordhoff Atlasproducties Bureau Militaire Verkenningen 1873, Bureau Militaire Verkenningen 1910, 1913, 1920, 1932, Topografische Dienst Topografische Dienst 1989, telefonisch contact dhr. P. van Essen (eigenaar) d.d. 16 mei

259 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 13 Op basis van de opgevraagdee gegevens met betrekking tot de milieuhygiënische situatie in het plangebied kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van delen van het plangebied sprake is van licht verhoogde gehalte minerale olie. Ter plaatse van het tankstation heeft een sanering plaatsgevonden waarbij de ondergrond grotendeels tot 5 m mv is afgegraven (zie voor de begrenzing van de gesaneerde delen afb. 6) Gespecificeerde verwachting en conclusie De beantwoording van de voor het bureauonderzoek opgestelde onderzoeksvragenn is als volgt: Wat is de verwachtee bodemopbouw in het gebied en zijn er gegevens bekend over bodemverstorende ingrepen in het verleden binnen het plangebied? Op basis van de landschappelijke ligging van het plangebied en het historisch landgebruik kunnen hoge zwarte enkeerdgronden verwacht worden. Echter, als gevolg van de aanleg van bebouwing in de jaren 60 en latere bodemsaneringen zal in delen van het plangebied de bodem volledig vergraven zijn. Dit geldt in het bijzonder voor de locatie van de archiefkelder, de smeerkuil en het tankstation. Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting? Op basis van aardwetenschappelijke gegevens komen in het plangebied gordeldekzandwelvingenn met een plaggendek voor. Daarom kunnen in het plangebied archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. Een uitzondering vormen archeologische resten uit de Nieuwe tijd. Oude kaarten, waarop het plangebied deel uit maakt van een akkergebied, geven geen aanleiding om rekening te houden met de aanwezigheid van resten uit deze periode. Aangezien circa 100 m ten noordoosten van het plangebied een vindplaats uit de Late IJzertijd aangetroffen is de kans op resten uit de Late IJzertijd het grootst. Het vondstniveau wordt verwacht onderin het plaggendek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont; hier wordt ook wel van cultuurlaag gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het plaggendek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen of houtskool. 29 Archeologische sporen zullen zich naar verwachting bevinden tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. Organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren. Het is waarschijnlijk dat als gevolg van de huidige bebouwing en sanering eventueel aanwezige archeologische resten deels zullen zijn verstoord. Is het plangebied voldoende onderzocht? Nee, het plangebied is hiermee niet voldoende onderzocht. Zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek is nodig om te komen tot een selectiebesluit? Verkennend booronderzoek. 28 P & J Milieuservices B.V Groenewoudt

260 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 14 3 Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 3.1 Plan van Aanpak Inleiding Het doel van het inventariserende veldonderzoek is het aanvullen en toetsen van de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting (plaggendek, eventueel met onderliggende cultuurlaag), zoals deze is geformuleerd in par Het inventariserend veldonderzoek vond plaats door middel van een verkennend booronderzoek. Op werd een Plan van Aanpak opgesteld, waarin de werkwijze van het onderzoek werd vastgelegd. Omdat op deze locatie een type archeologische vindplaatsen wordt verwacht dat zich door middel van een booronderzoek niet goed laat opsporen is het doel van dit onderzoek het verkennen van de bodemopbouw. Daarmee toetsen we voor eventuele archeologische vindplaatsen de volgende delen van de gespecificeerdee verwachting: 1. de landschappelijke en/of geologische context van eventuele archeologische vindplaatsen 2. de diepteligging ervan 3. de conservering Dit leidt voor onderhavig onderzoek tot de volgende hypothesen: Ad 1. In het plangebied is een intact plaggendek met hieronder een cultuurlaag aanwezig Ad 2. De cultuurlaag is buiten de zone met bebouwing niet aangetast door bodemverstoringen. Door het uitvoeren van dit verkennend booronderzoek kan alsnog een uitspraak worden gedaan over de vraag of, en zo ja, waar er al dan niet nog archeologische resten worden verwacht in het plangebied. De volgende onderzoeksvragen zijn opgesteld: Zijn de hierboven genoemde hypothesen juist? Moet de specifieke archeologische verwachting worden aangepast? Zo ja, op welke wijze? Is het plangebied voldoende onderzocht? Zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek is nodig om te komen tot een selectiebesluit? Zo ja, welk selectiebesluit kan worden genomen (vrijgeven, opgraven, begeleiden)? Uitvoeringsplan veldwerkzaamheden Voor het vaststellen van de juistheid van de in par genoemde hypotheses is de volgende onderzoeksmethode het meest geschikt: Aantal boringen: Boorgrid: Diepte boringen: Boormethode: Bemonstering: 5 Geen Circa 1 m -mv Edelman met diameter 7cm Versnijden en/of verbrokkelen De bodemtextuur en archeologische indicatoren worden beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG-TNO waarin ondermeerr de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN5104 wordt gehanteerd. 30 De X- en Y-coördinaten worden bepaald aan de hand van de lokale topografie en ingemeten met behulp van een meetlint. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boringen is bepaald aan de hand van AHN-beelden. 30 Bosch 2005; Nederlands Normalisatie-Instituut

261 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) Lithologische beschrijving De locatie van de boringen is weergeven in afb. 6. De boorgegevens worden gepresenteerd in Bijlage 1. Het onderste pakket bestaat uit zwak siltig, matig fijn, geel zand. Dit pakket wordt geïnterpreteerd als onverstoord dekzand (C-horizont). In boring 3 is de top van het pakket donker bruin van kleur, dit wordt geïnterpreteerd als een humusinspoelingshorizont (B-horizont). In boring 4 is de top van het pakket oranjegeel van kleur, dit wordt geïnterpreteerd als een overgangshorizont (BC-horizont). In boring 1 bevindt de top van dit pakket zich op 160 cm mv, in boring 2 t/m 5 op gemiddeld 80 cm mv. In boring 1 bevindt zich hierboven een pakket dat bestaat uit vlekkerig overwegend grijsbruin zand. Dit pakket wordt geïnterpreteerd als een (sub) recent omgewerkt en/of opgebracht pakket. Deze verstoring hangt waarschijnlijk samen met de aanleg van het huidige garagebedrijf en eventuele latere saneringswerkzaamheden. Tussen 20 en 10 cm mv is matig grof bouwzand aangetroffen. Het maaiveld wordt afgedekt door een klinker. In boring 3 bevindt zich boven het onderste pakket een 10 cm dik laagje dat bestaatt uit matig humeus zwartgrijs zand. Dezee laag wordt geïnterpreteerd als een begraven bodem (Ab-horizont). Hierboven bevindt zich een pakket dat bestaat uit donker grijsbruin humeus zand. In boring 2, 4 en 5 is dit pakket boven het onderste pakket aangetroffen. Dit pakket wordt geïnterpreteerd als een plaggendek (Aa-horizont). In boring 4 en 5 is de onderkant van het pakket voorzien van gele en bruine vlekken. De top van dit pakket bevindt zich in boring 2 op 65 cm mv, in boring 3 aan het maaiveld, in boring 4 op 55 cm mv en in boring 5 op 70 mv. In boring 2, 4, en 5 bestaat het onderste pakket uit vlekkerig grijs of grijsbruin zand. Dit pakket wordt geïnterpreteerd als een (sub) recent omgewerkt en/of opgebracht pakket (A(a)p-horizont). Boring 4 en 5 worden afgedekt door een klinker. 3.3 Conclusies De in de Inleiding gestelde onderzoeksvragen kunnen op basis van de bereikte resultaten als volgt worden beantwoord: Zijn de genoemde hypotheses, zoals vermeld in de specifieke archeologische verwachting, juist? In boring 2 t/m 4 is een plaggendek op onverstoord dekzand (C-horizont) aangetroffen. In boring 3 en 4 is ook (een restant van) de oorspronkelijke A en/of B-horizont aangetroffen. In het plangebied is daarom sprake van een intact potentieel sporenniveau. Aan de voorzijde van het plangebied (ter plaatse van boring 1) is een tot diep in de C-horizont verstoorde bodem aangetroffen, hier worden geen archeologische resten meer verwacht. Deze verstoring hangt zeer waarschijnlijk samen met de aanleg en sanering van een garage/tankstation. Omdat over de fundering van de huidige bebouwing geen gegevens voorhanden zijn, is het niet bekend of hier nog archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Moet de specifieke archeologische verwachting worden aangepast? Zo ja, op welke wijze? De verwachting voor de voorzijde van het plangebied kan worden aangepast naar laag. Voor het resterende deel van het plangebied kan de verwachting blijven gehandhaafd. Is het plangebied voldoende onderzocht? Nee. Zo nee, welke vorm selectiebesluit? van nader archeologisch onderzoek is nodig om te komen tot een 261

262 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 16 Geadviseerd wordt om ter plaatse van boring 2 t/m 5 een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek dient te worden beoordeeld of verder onderzoek ter plaatse van de huidige bebouwing noodzakelijk is. Eventueel kunnenn ter plaatse van de huidige bebouwing enkelee verkennende (betonboringen) worden gezet teneinde een inzicht te krijgen in de mate van intactheid van de bodem. 4 Aanbeveling In het noordwestelijk deel van het plangebied, ter hoogte van boring 2 t/m 5 is sprake van een grotendeels intact bodemprofiel. Onder het aanwezige plaggendek moet rekening worden gehouden met archeologischee sporen en vondsten uit, met name, de Late IJzertijd. ADC ArcheoProjecten adviseert daarom in dit deel een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een karterend booronderzoek. Dit onderzoek heeft als doel het bepalen van de aan- of afwezigheid van een archeologische vindplaats. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA). Het overige deel van het plangebied kan op grond van de aanwezigheid van een sterk verstoord bodemprofiel worden vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkeling. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies. Literatuur Berg, M.M. van den & E.A. Hatzmann, 2006: Water en archeologisch erfgoed. Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 30). Botman, A. & M. Benjamins, 2008: De archeologische verwachtingsen beleidsadvieskaart van de gemeente Zeist. ADC Heritage rapport 23. Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versiee 5.2. Utrecht (TNO-rapport NITG A). Bureau Militaire Verkenningen, : Zeist, blad 446, 1: Dockum, S.G., van & A. van Rooijen, 1996: Een huis uit de IJzertijd onder de es van Parmentiersland, gemeente Zeist. In: Westerhem XLV-I-1996 p Portugaal. Dockum, S.G., van, 1998: Zeist: Parmentiersland. In: Archeologische kroniek Provicie Utrecht , p Groenewoudt, B.J., 1994: Prospectie, waardering en selectie van archeologische vindplaatsen: een beleidsgerichte verkenning van middelen en mogelijkheden. Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 17). Kadaster, : Oorspronkelijke aanwijzende tafel der grondeigenaren en der ongebouwde en gebouwde vaste eigendommen, Zeist, Utrecht, Sectie B, Blad 02. Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I. Ritsema, W.E. Westerhof & Th.E. Wong (red.), 2003: De ondergrond van Nederland. Groningen/Houten (Geologie van Nederland, deel 7). Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN Delft. P & J Milieuservices B.V., 2009: Verkennend Bodemonderzoek Sanato Zeist, Sanatoriumlaan 37, Zeist. Kenmerk A. Schutte, I.A., 1995: Zeist-Parmentiersland: een archeologische kartering. RAAP-rapport 127. SIKB, 2010: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) Landbodems. Gouda. Stichting voor Bodemkartering, 1976: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 32 West Amersfoort. Wageningen. Stichting voor Bodemkartering, 1982: Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 32 Amersfoort. Wageningen. 262

263 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 17 Geraadpleegde websites Topografische Dienst Nederland, 1952, 1962, 1973, 1982, 1989, 1994: Topografische Kaart van Nederland, schaal 1:50.000, Bilthoven, De Bilt, Driebergen-Rijssenburg, Houten, Zeist, blad 32C. Emmen. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990: Grote Historische Atlas van Nederland, deel 1 West- Nederland , Groningen rt.xml Lijst van afbeeldingen en tabellen Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied Afb. 3 Voorlopig bouwplan Afb. 4 Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen Afb. 5 Locatie van het plangebied op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Zeist Afb. 6 Boorpuntenkaart Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden. 263

264 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 18 Afb. 1 Locatie van het plangebied 264

265 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 19 Afb. 2 Detailkaart van het plangebied 265

266 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 20 Afb. 3 Voorlopig bouwplan 266

267 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 21 Afb. 4 Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen 267

268 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 22 Afb. 5 Locatie van het plangebied op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Zeist 268

269 16RV028 Bijlage 10 BP Sanatoriumlaan 37 (Archeologisch onderzoek) 23 Afb. 6 Boorpuntenkaart 269

270 16RV028 Bijlage 11 BP Sanatoriumlaan 37 (Watertoets) HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan : Bas Hermsen Van : Evert de Lange Kopie : - Dossier : BA Project : Watertoets Sanatoriumlaan Zeist Betreft : Watertoetsnotitie Ons kenmerk : LW-DE Datum : 31 januari 2013 Classificatie : Klant vertrouwelijk Inleiding In Zeist, in de hoek van de Sanatoriumlaan en de Laan van Eikenstein gaat een herinrichting plaats vinden. Zie figuur 1 voor de ligging van het plangebied en het inrichtingsplan. Op deze locatie is momenteel een garagebedrijf gevestigd. Het terrein is compleet verhard. Het plan is om hier circa 30 woningen te ontwikkelen. In het kader van de watertoets voor het bestemmingsplan is deze notitie opgesteld. Figuur 1 Huidige en toekomstige situatie (schetsontwerp januari 2011) Huidige afwatering en riolering In de huidige situatie is vuilwater en hemelwater op het gemengde riool aangesloten. Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is als volgt: Deklaag van 4 meter bestaande uit fijn zand; Eerste watervoerend pakket tot ca. 35 meter beneden het maaiveld bestaande uit matig fijn tot grof zand; Daaronder een scheidende laag. Royal HaskoningDHV, met het hoofdkantoor in Amersfoort, is een van Europa s toonaangevende projectmanagement-, ingenieurs- en adviesbureaus. HaskoningDHV Nederland B.V. is onderdeel van Royal HaskoningDHV. Kamer van Koophandel nr Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO

271 16RV028 Bijlage 11 BP Sanatoriumlaan 37 (Watertoets) HaskoningDHV Nederland B.V. In het plangebied is milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de bovengrond bestaat uit matig fijn zand. Grondwater en ontwatering Uit het Dino-loket van TNO blijkt dat er in de direct omgeving van het plangebied geen grondwaterstanden gemonitoord zijn. De dichtst bijzijnde peilbuizen staan op circa 800 meter van het plangebied. Deze zijn niet representatief voor de grondwaterstanden in het plangebied. De grondwaterstroming is zuidwestelijk gericht. Tijdens het milieukundig bodemonderzoek in november 2008 stond het grondwater gemiddeld 3,0 m beneden het maaiveld. De bodemkaart geeft grondwatertrap VII weer in het plangebied. Dit betekent dat de GHG meer dan 0,8 meter beneden maaiveld ligt en de GLG dieper dan 1,2 meter beneden maaiveld. De ontwateringseis voor nieuwbouw is ca. 1,0 m beneden vloerpeil. Op basis van de beschikbare gegevens kan zonder aanvullende maatregelen in het plangebied aan deze ontwateringseis wordt voldaan. Beleid Het hemelwaterbeleid van gemeente Zeist is volgens de verbredingsmodule van het GRP dat zo min mogelijk relatief schoon hemelwater via de riolering wordt afgevoerd naar de AWZI (afvalwaterzuiveringsinstallatie). Hiertoe worden bij nieuwbouw en inbreidingslocaties afvalwater en hemelwater gescheiden ingezameld. Hemelwater wordt geïnfiltreerd in de bodem of afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het gescheiden aanbieden van hemelwater op de perceelsgrens is reeds opgenomen in de bouwverordening. De gemeente heeft voor deze locatie aangegeven dat het hemelwater in principe niet aangesloten mag worden op de riolering. De gemeente heeft geen randvoorwaarden aan de grootte van de infiltratievoorziening, maar geeft aan dat al het hemelwater binnen het plangebied geïnfiltreerd moet worden in de bodem. Voor extreme situaties mag de infiltratievoorziening alleen een bovengronds overloop hebben naar openbaar terrein en dus niet ondergronds aangesloten worden op de riolering. Omgang met hemelwater Het huidige verhard oppervlak van het plangebied is aangesloten op een gemengd rioolstelsel. In de nieuwe situatie zal hemelwater en afvalwater gescheiden aangeboden moeten worden. Het afvalwater kan aangesloten worden op het rioolstelsel. Voor het hemelwater moet een infiltratievoorziening aangelegd worden binnen het plangebied. Dit kan bovengronds bijvoorbeeld in de vorm van een wadi of ondergronds met bijvoorbeeld infiltratiekratten. De geschiktheid voor infiltratie van hemelwater is afhankelijk van de bodemdoorlatendheid en de grondwaterstand. De grondwaterstand is diep genoeg om hemelwater te kunnen infiltreren. De bodemdoorlatendheid is tijdens het milieukundig onderzoek niet onderzocht. De verwachting is dat de matig fijnzandige bovengrond redelijk geschikt is voor infiltratie van hemelwater. Proces De in deze memo genoemde punten uit het (huidige) hemelwaterbeleid zijn afgestemd met de gemeente. Het gemeentelijk beleid is op deze ontwikkeling van toepassing, het beleid van het waterschap niet direct, omdat er niet geloosd wordt op oppervlaktewater. LW-DE januari 2013 Klant vertrouwelijk

272 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist Bijlage 5: Toets Ladder van duurzame verstedelijking 6 november 2014 SAB 1 Inleiding In deze bijlage bij het bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist heeft een toets aan de Ladder voor duurzame verstedelijking plaatsgevonden. In hoofdstuk 2 wordt globaal het voorliggende plan toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt allereerst het algemene kader kort toegelicht. Hierin wordt ingegaan op het rijksbeleid en de wet- en regelgeving waarin de Ladder voor duurzame verstedelijking is vastgelegd. Vanaf hoofdstuk 4 volgt de uitwerking van de Ladder voor duurzame verstedelijking, waarbij trede 1 in hoofdstuk 4 wordt behandeld, trede 2 in hoofdstuk 4 en trede 3 in hoofdstuk 5. 2 Algemeen SVIR en Barro In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is de Ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze verplichte toetsing is verder vastgelegd in het Barro. De Ladder houdt in dat overheden nieuwe stedelijke ontwikkelingen moeten motiveren met oog voor de onderliggende vraag in de regio, de beschikbare ruimte binnen het bestaande stedelijke gebied en een multimodale ontsluiting. Nationaal belang 13, zoals geformuleerd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, vraagt om een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Dit moet met behulp van de Ladder van duurzame verstedelijking worden onderbouwd. Besluit ruimtelijke ordening Ter invulling van het 6 de en het 13 de Nationaal Belang uit het SVIR is op 1 oktober 2012 het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd. Bij deze wijziging is in het Bro de zogenaamde ladder voor duurzame verstedelijking als procesvereiste opgenomen. Deze ladder is kaderstellend voor alle juridisch verbindende ruimtelijke plannen van de decentrale overheden, zoals het bestemmingsplan. Deze ladder stelt eisen aan de motivering van onder meer bestemmingsplannen die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk maken. Het doel van de ladder is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Nieuw te realiseren stedelijke ontwikkelingen moeten worden gemotiveerd met behulp van een drietal opeenvolgende stappen (treden). Hierbij is het volgende stroomschema van toepassing. SAB 3 272

273 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) Stroomschema ladder voor duurzame verstedelijking Als hulpmiddel voor de toepassing van het stroomschema is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking opgesteld. Uit de handreiking blijkt dat toepassing van de ladder verplicht is voor opgaven, die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk maken. Wat onder stedelijke ontwikkeling wordt verstaan is in het Bro opgenomen. Een stedelijke ontwikkeling is volgens het besluit een ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Uit de, in deze begripsbepaling genoemde voorbeelden is op te maken dat bij onderhavig plan, het plan Sanatoriumlaan 37 in Zeist, sprake is van een stedelijke ontwikkeling, meer specifiek een woningbouwlocatie. Overigens is de term woningbouwlocatie niet gedefinieerd in het Bro. Uit jurisprudentie (zie bijvoorbeeld uitspraak ABRvS R4) blijkt dat woningbouwplannen met enkele woningen (circa 4 woningen) niet hoeven te worden aangemerkt als woningbouwlocatie. Het plan Sanatoriumlaan 37 is aanmerkelijk groter van schaal (30 woningen) en moet dus wel aangemerkt worden als woningbouwlocatie. SAB 4 273

274 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) 3 Uitwerking Ladder voor duurzame verstedelijking, trede 1 In dit hoofdstuk en de hiernavolgende hoofdstukken volgt de toetsing van het plan Sanatoriumlaan 37 aan de ladder voor duurzame verstedelijking, aan de hand van de drie voorgeschreven treden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op trede 1: Trede 1 (Is er een regionale behoefte?) In de eerste trede wordt beoordeeld of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale en intergemeentelijke behoefte. Deze eerste trede verplicht de overheid om de nieuwe stedelijke ontwikkeling af te stemmen op de actuele behoefte en de wijze waarop in die behoefte wordt voorzien ook regionaal af te stemmen. Die behoefte kan zowel zien op de omvang als de kwaliteit van de nieuwe stedelijke ontwikkeling. 3.1 Kwantitatieve aspecten Woningbouwplanning a Provinciale woningbouwcijfers De provinciale woningbouwcijfers zijn opgenomen in de provinciale ruimtelijke structuurvisie (PRS). De provincie heeft een programma van ruim woningen opgenomen in de PRS. Ruim 80 procent van dit programma kan worden gerealiseerd binnen de rode contouren. Daarmee voldoet de provincie aan haar ambitie om ten minste twee derde deel in het bestaand stedelijk gebied (binnen de rode contouren) te realiseren. Het woningbouwprogramma is tot stand gekomen na overleg met gemeenten, op basis van bestaande plannen en nog beschikbare (binnenstedelijke) capaciteiten en de, grotendeels uit de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht voortkomende, uitbreidingslocaties. De (gemiddelde) woningproductie in de afgelopen jaren en prognosecijfers over de woningbehoefte zijn daarbij gebruikt als referentie. Het is een indicatief programma, waarvan verwacht wordt dat realisatie in de PRS-periode, dus 2013 tot 2028, haalbaar is. Provinciaal woningbouwprogramma In de PRS is een productiecijfer voor Zeist aangegeven van woningen voor de periode tot SAB 5 274

275 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) b. Regio Utrecht In de regio Utrecht zijn afspraken gemaakt over het aantal te realiseren woningen per gemeente in de periode De weerslag hiervan is opgenomen in het regiodocument Bestuur Regio Utrecht (BRU). Woningbouwbeleid In het regiodocument BRU wordt gesteld dat de Utrechtse regio een grote aantrekkingskracht heeft op bewoners, bedrijven en instellingen. De aantrekkelijkheid van de regio wordt versterkt door de centrale ligging, de hoogwaardige woonmilieus, de fraaie landschappen en het brede aanbod van culturele activiteiten. Deze aantrekkingskracht zorgt voor een grote druk op de woningmarkt in de Utrechtse regio. De effecten van de kredietcrisis zijn de laatste jaren weliswaar ook in het Utrechtse merkbaar geweest, maar niettemin is er nog steeds sprake van een groot tekort aan woningen. Recente studies van het CBS, het Planbureau van de Leefomgeving en van ABF Research bevestigen het beeld dat de Utrechtse regio ook de komende decennia een grote druk op de woningmarkt kent. De BRU-gemeenten accepteren dat het niet mogelijk zal zijn om het woningtekort geheel terug te dringen tot nul. De regio wil echter wel op een verantwoorde wijze blijven bouwen, omdat woningbouw niet los gezien kan worden van de (gewenste) economische groei van de regio. Een gezonde woningmarkt is een vestigingsplaatsfactor, het maakt de regio aantrekkelijk als woon- en werklocatie. Zeker als er sprake is van voldoende gedifferentieerd aanbod. De noodzaak tot een fors woningbouwprogramma is vastgelegd in de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht. Daarin hebben gemeenten, regio s en provincie gezamenlijk de ambitie geformuleerd om in de Noordvleugel Utrecht in totaal woningen te bouwen tussen 2015 en In de Ontwikkelingsvisie is nadrukkelijk voor een duurzame verstedelijkingsstrategie gekozen, door de woningbouwopgave zo veel mogelijk op binnenstedelijke locaties te realiseren. Woningbouwopgave De provincie Utrecht heeft een indicatieve verdeling van de woningbouwopgave voor de provincie gemaakt, waaruit voor de Utrechtse regio een opgave van woningen naar voren is gekomen voor de periode De provincie heeft bij deze berekening de cijfers uit de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht en de nota Capaciteit Woningbouwlocaties gebruikt. Het aantal van betreft bruto toevoegingen; het aantal gesloopte woningen wordt hierin niet meegenomen. De BRU-gemeenten beschouwen het aantal van woningen als uitgangspunt voor het Regiodocument: gemeenten zullen zich inspannen om dit aantal te realiseren. Bij het bepalen waar die woningen gebouwd worden, geldt het woningbouwprogramma in de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht als vertrekpunt. Hierin is voor de periode uitgegaan van woningen op binnenstedelijke locaties (inclusief afbouw Vinex) en woningen op nieuwe uitleglocaties. Het BRU inventariseert jaarlijks bij gemeenten de plancapaciteit op woningbouwlocaties. Gemeenten geven aan welke projecten zij denken te realiseren in de periode tot SAB 6 275

276 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) Plancapaciteit per gemeente in regio Utrecht De totale plancapaciteit van woningen in de periode overstijgt dus de opgave van minimaal woningen. Niettemin is het allerminst zeker dat de opgave ook gehaald kan worden. In het regiodocument is een referentiescenario om uiteindelijk op woningen uit te komen, uitgewerkt. Dit heeft de volgende kenmerken: de Vinexlocaties worden geheel gerealiseerd voor 2025; 25% van de plancapaciteit op uitleglocaties wordt niet gerealiseerd voor 2025; 25% van de binnenstedelijke plancapaciteit wordt niet gerealiseerd voor De aanname van 25% planuitval bij binnenstedelijke locaties is een optimistische schatting en alleen haalbaar als de omstandigheden in positieve zin veranderen. Dit leidt tot het volgende overzicht: Plancapaciteit in regio Utrecht bij referentiescenario Concluderend kan worden gesteld dat bij deze (reële) aannames de opgave van woningen nipt gerealiseerd wordt. Hieruit kan worden geconcludeerd dat een aanzienlijk deel van de binnenstedelijke uitleglocaties dienen te worden gerealiseerd om aan de beoogde plancapaciteit te voldoen. c. Gemeente Zeist De gemeente Zeist heeft haar woningbouwprogramma opgenomen in de Woonvisie De ambities van de Woonvisie zijn hierin naar beneden bijgesteld. Zeist kent op dit moment tal van initiatieven voor woningbouw die aansluiten bij de ambities van de Woonvisie Ruim woningen stonden als uitbreiding gepland en een kleine 900 woningen als vervanging. Het grootste deel van deze aantallen woningen zou in de periode worden opgeleverd. Op basis van de huidige marktverhoudingen zijn dat te veel woningen. De markt van koopwoningen is ook in Zeist moeilijk, de verkoop stagneert en de verkoopprijzen dalen. SAB 7 276

277 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) Wel geven diverse onderzoeken aan dat de woningbehoefte voor dit gebied op middellange termijn groot is. Het woningtekort in de provincie Utrecht blijft hoog. Op termijn zal zich opnieuw een koopkrachtige vraag ontwikkelen voor woningen, mogelijk op een lager prijsniveau. De woonvisie mikt op een lagere productie van woningen: van 100 à 135 woningen per jaar. In de woonvisie zijn de concrete woningbouwprojecten genoemd. Met deze concrete projecten kan invulling worden gegeven aan deze woningbouwproductie. In de Structuurvisie van de provincie (PRS) is een productiecijfer voor Zeist aangegeven van woningen voor de periode tot Dit aantal ligt gezien de woningbouwproductie van 100 à 135 woningen per jaar aan de hoge kant en is moeilijk te halen Actuele woningbouwontwikkeling en behoefte In de voorgaande paragraaf is de woningbouwplanning op de verschillende niveaus beschreven. Er is gebleken dat er een woningbouwopgave ligt, die met de realisatie van onderhavig plan zou kunnen worden ingevuld. In deze paragraaf wordt er nader ingegaan op de vraag of er een actuele behoefte aanwezig is voor de woningen die zullen worden gerealiseerd. Hiervoor wordt allereerst ingegaan op algemene ontwikkelingen wat betreft de bevolking en de woningmarkt. Hierna wordt nader ingegaan op de actuele stand van de woningbouwontwikkelingen. a. Bovenlokale woningbouwontwikkeling Uit de provinciale woningmarktmonitor (zie is te herleiden dat er de afgelopen jaren ( ) gemiddeld circa woningen gebouwd zijn per jaar. Tabel: Ontwikkeling toevoeging nieuwbouw naar type en eigendom Uit een vergelijking van het PRS-programma en de harde capaciteit (vastgestelde plannen) en zachte plannen (plannen in voorbereiding), blijkt dat de harde en zachte plancapaciteit tot en met 2028 nog niet voldoende is om te voldoen aan het programma. Er resteert nog een aantal van woningen. Dit geeft aan dat er nog ruimte is in de woningbouwplanning. Tabel: Realisatie PRS-programma in relatie tot harde en zachte plancapaciteit SAB 8 277

278 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) b. Gemeentelijke woningbouwontwikkeling De Regionale woningmarktmonitor 2013 geeft aan dat de woningbouw de komende jaren weer fors aantrekt in de regio. De hoge productie heeft te maken met de inhaalslag van de afgelopen jaren, toen er zeer weinig woningen opgeleverd zijn. Dit heeft er ook mee te maken dat een aantal projecten later tot uitvoering zijn gekomen of over meer jaren zijn verspreid. Deze algemene conclusie geldt ook voor de gemeente Zeist, zoals uit onderstaande tabel is op te maken. Tabel: nieuwbouw in de regio Utrecht gerealiseerd 2005 t/m 2012 (bron: woningmarktmonitor) Het actuele woningbouwprogramma van de gemeente Zeist ziet er als volgt uit (deze cijfers zijn op 15 mei 2014 voor het laatst bijgewerkt): Meerjaren woningbouwprogramma Zeist, maart 2014 (laatst bijgewerkt: 15 mei 2014) SAB 9 278

279 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) De totale bruto woningbouwprogrammering bedraagt woningen. Na aftrek van vervangende woningbouw (bijv. sloop van woningen), is de netto woningbouwprogrammering woningen. In deze woningbouwlocatie is het onderhavige plan (Sanatoriumlaan - Sanato) opgenomen als harde plancapaciteit. De realisatie is uitgezet voor de jaren 2017, 2018 en Zoals gesteld wil de gemeente 100 tot 135 woningen per jaar bouwen. Dit is voor een periode van 15 jaar tussen de en woningen in totaal. Met de voorliggende woningbouwprogrammering wordt hieraan een minimale invulling gegeven. Er is dus nog ruimte in de woningbouwplanning. c. Behoefte In de PRS staat omschreven dat de druk op de Utrechtse woningmarkt groot is, er is nog steeds sprake van een fors woningtekort. Dat geldt in hogere mate voor de stad Utrecht en omliggende gemeenten. Recente onderzoeken tonen aan dat, ondanks het voorgenomen woningbouwprogramma, het tekort hoog zal blijven. Tot 2040 wordt er in geen enkele regio in de provincie Utrecht krimp voorzien. Hiernaast is in de Kadernota Wonen en binnenstedelijke ontwikkeling benoemd dat Utrecht één van de weinige sterk groeiende provincies is; tot 2040 wordt geen krimp voorzien. Ook uit de woningmarktmonitor van de provincie blijkt dat er een behoefte is aan woningen. Het PRS-programma (de planopgave) is nog ruim woningen hoger dan het aanwezige planaanbod Conclusie Het woningbouwplan Sanatoriumlaan 37 Zeist is opgenomen binnen de gemeentelijke woningbouwprogrammering. Aangezien de gemeente deze woningbouwplanning afstemt in regionaal verband, past het woningbouwplan tevens binnen de regionale woningbouwplanning. Hiermee heeft er voor dit plan regionale afstemming plaatsgevonden. Ook binnen het woningaantal dat de gemeente dient te realiseren, en binnen de kaders van de gemeentelijke woningbouwplanning, is het uitbreidingsplan passend. Aangezien de woningbouwplanning is afgestemd op de regionale woningbehoefte, kan hiermee dit aspect van trede 1 positief worden beantwoord. In de Structuurvisie van de provincie (PRS) is een productiecijfer voor Zeist aangegeven van woningen voor de periode tot De regio Utrecht (BRU) heeft een woningbouwprogrammering opgesteld die past binnen deze opgave. De provinciale en regionale woningbouwopgave is reeds hoger dan het woningprogramma dat de gemeente Zeist zelf wil halen conform de Woonvisie. Hierin is vermeld dat de gemeente 100 tot 135 woningen per jaar wil bouwen. Dit is voor een periode van 15 jaar tussen de en in totaal. Uit de actuele woningcijfers blijkt dat er in de provinciale woningbouwplanning nog een ruimte is van ruim woningen. Uit de gegevens van de bestaande gemeentelijke woningbouwplannen blijkt dat een minimale invulling gegeven kan worden aan de woningbouwopgave die de gemeente zich zelf stelt met een totale netto plancapaciteit van woningen. SAB

280 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) Uit de actuele cijfers van de kwantitatieve woningvraag kan worden geconcludeerd dat er een voldoende vraag is. De druk op de Utrechtse woningmarkt is groot is en er is nog steeds sprake van een fors woningtekort. Tot 2040 wordt er in geen enkele regio in de provincie Utrecht krimp voorzien. Uit de actuele stukken blijkt hiermee dat er sprake is van een actuele behoefte. Hiermee kan ook dit aspect van de vraag in trede 1 positief worden beantwoord. 3.2 Kwalitatieve aspecten Kwalitatieve woningbouwplanning a. Bovenlokale kwalitatieve woningbouwplanning In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) is verwoord dat voor wat betreft woonmilieus er vooral vraag is naar centrum-stedelijke, dorpse en groenstedelijke woonmilieus. Door de toenemende vergrijzing is er een toenemende vraag naar nultreden -woningen en woningen met zorg. Voor een concurrerend vestigingsmilieu is een selectieve aanvulling van het aanbod van een extensiever woonmilieu in een groene omgeving van belang. In het regiodocument BRU worden geen uitspraken gedaan over de kwalitatieve woningbouwprogrammering. b. Gemeentelijke kwalitatieve woningbouwplanning Woningtypes/segmenten In de woonvisie van de gemeente worden uitspraken gedaan over de gemeentelijke kwalitatieve woningbouwprogrammering. De streefpercentages voor de gehele gemeente zijn als volgt: Streefpercentages woningtypes (bron: Woonvisie ) Het accent wordt de komende jaren gelegd op: Bouwen voor de doorstroming van huur naar koop, nieuwbouw gericht op middeldure woningen tot Vanwege de lastige financiering van nieuwe hypotheken zal het accent de komende jaren hierop worden gelegd; De vrije sectorhuur is aantrekkelijk voor huishoudens die weinig financieringsmogelijkheden hebben voor een hypotheek en toch beschikken over een middeninkomen. De vraag is wel of beleggers hiervoor voldoende financieringsmogelijkheden geven; Sociale koop is aantrekkelijk voor starters. Een koopprijs tot maakt toepassing van de Huisvestingsverordening mogelijk voor toewijzing aan de doelgroep starters. SAB

281 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) Het woonbeleid richt zich op: Goedkoop: sociale woningvoorraad vernieuwen (ook nieuwbouw). Sociale koopwoningen zijn gewenst voor starters; Middelduur: woningen voor de doorstroming van huur en goedkope koopsegment naar middeldure koop. Ook betaalbare vrije sectorhuur is belangrijk. Meer mogelijkheden voor huren zijn nodig; Vrije sector: nu een lastige categorie om te verkopen, mogelijk ontstaan hier ook meer mogelijkheden voor huren. Het actuele kwalitatieve woningbouwprogramma als volgt (dit zijn cijfers over 2013): Kwalitatief woningbouwprogramma Zeist, factsheet woningmarkt 2014 Uit dit schema en de voorgaande passage blijkt dat een belangrijk deel van het beoogde kwalitatieve woningbouwprogramma bestaat uit vrije sector koopwoningen. Ook richt het woningbeleid zich op middeldure koopwoningen. Woonmilieus Woonmilieus zijn ruimtelijke eenheden, die door hun kenmerken (zoals type en dichtheid van bebouwing en aanwezigheid van voorzieningen) een bepaalde aantrekkingskracht uitoefenen op verschillende typen huishoudens. Daarom zijn ze van belang voor het zoekgedrag van huishoudens. In de Woonvisie wordt uitgesproken dat voor de komende jaren de groen-stedelijke woonmilieus aangevuld met centrum dorpswoonmilieu kansrijk zijn. Op termijn zijn er ook mogelijkheden voor het centrum-stedelijk woonmilieu. SAB

282 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) Woonmilieus in Zeis met aanduiding plangebied Sanatoriumlaan 37 (gele ster) De locatie Sanatoriumlaan 37 is gelegen binnen het groen-stedelijke woonmilieu, zoals bovenstaande kaart laat zien Actuele lokale kwalitatieve behoefte In de PRS wordt geconstateerd dat er vooral vraag is naar centrum-stedelijke, dorpse en groen-stedelijke woonmilieus. Door de toenemende vergrijzing is er een toenemende vraag naar nultreden -woningen en woningen met zorg. De woningmarktmonitor van de provincie Utrecht heeft eveneens in beeld gebracht wat de ontwikkeling van de behoefte van de verschillende woonmilieus in de periode is. Hieruit blijkt dat de categorieën groen-stedelijk en groen-kleinstedelijk een groeide behoefte kennen. Ontwikkeling behoefte woonmilieus SAB

283 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) Uit de woningmarktmonitor Utrecht blijkt ook dat er nog behoefte is aan woningbouwplannen in de categorie kleinstedelijk. Wel is er een (klein) overschot in plannen in de categorie groen-kleinstedelijk. Tabel Behoefte versus plannen - korte termijn (tot en met 2020) Conclusie Uit het voorgaande blijkt dat het kwalitatieve woningbouwprogramma in het plan Sanatoriumlaan 37, Zeist goed aansluit bij de doelstelling uit de PRS om veel groenstedelijke woonmilieus te realiseren. Het plan past verder goed binnen het kwalitatieve woningbouwprogramma van de gemeente: de meeste woningen (namelijk 18 van de 30) binnen dit plan zijn in te schalen als woningen in de middeldure koopsector (tussen en ). Dit is het woningbouwsegment waar percentueel de grootste opgave ligt (namelijk 35-45%). Het plan sluit verder goed aan bij de speerpunten uit de woonvisie. Met het plan worden met name middeldure woningen tot gebouwd, waarmee de doorstroming kan worden gestimuleerd. Met het plan worden koopwoningen gerealiseerd in een groen-stedelijk woonmilieu. Uit zowel de PRS, de provinciale woningmarktmonitor, als de gemeentelijke woonvisie blijkt dat naar woningen in dit milieu veel vraag is. 3.3 Eindconclusie trede 1 De eerste vraag uit de ladder duurzame verstedelijking kan met ja worden beantwoord. Het plan voorziet in een regionale behoefte en sluit aan op de actuele behoefte, die regionaal afgestemd is, zowel in kwantitatieve zin als in kwalitatieve zin. Om deze reden wordt in het volgende hoofdstuk trede 2 beantwoord. SAB

284 16RV028 Bijlage 12 Sanatoriumlaan 37 (Toets ladder duurzame verstedelijking) 4 Uitwerking Ladder voor duurzame verstedelijking, trede 2 In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de toetsing aan de tweede trede van de ladder. Trede 2 (Is (een deel van) de regionale behoefte op te vangen binnen het bestaand stedelijk gebied?) Binnen deze trede wordt bekeken of er binnen bestaand stedelijk gebied in de behoefte kan worden voorzien. Onderhavig plan betreft een binnenstedelijke locatie. Hiermee kan deze trede positief worden beantwoord. Een nadere toetsing van andere mogelijke geschikte locaties is daarom niet meer nodig. Ook is het niet meer nodig in te gaan op trede 3 van de ladder. 5 Uitwerking Ladder voor duurzame verstedelijking, trede 3 Trede 3 (Zoek een locatie die multimodaal ontsloten is of kan worden voor de resterende regionale behoefte) In het kader van trede 3 wordt beoordeeld in hoeverre de ontwikkeling mogelijk is op locaties die al ontsloten zijn of ontsloten worden door verschillende modaliteiten (zogenaamd multimodaal ontsloten) op een schaal die passend is bij de beoogde ontwikkeling. Multimodaal ontsloten wil zeggen dat een locatie op de schaal waarop deze functioneert door meerdere vervoerwijzen is ontsloten of wordt ontsloten. Deze trede hoeft niet meer te worden beantwoord. SAB

285 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Nota van inspraak en vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 November

286 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Inhoudsopgave Inleiding... 3 Inspraak... 3 Inspraakreactie inspreker Inspraakreactie inspreker Inspraakreactie inspreker Inspraakreactie inspreker Vooroverleg ex artikel Bro...17 Vooroverlegreactie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden...17 Vooroverlegreactie provincie Utrecht...17 Vooroverlegreactie Nederlandse Gasunie...18 Vooroverlegreactie Vitens...18 Aanpassingen van het bestemmingsplan...19 Bijlagen

287 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Inleiding Het voorontwerpbestemmingsplan Sanatoriumlaan 37 heeft overeenkomstig de Inspraakverordening Zeist 2006 vanaf 17 juli 2014, gedurende een periode van zes weken, tot en met 27 augustus 2014, ter inzage gelegen. Van de te doorlopen procedure en daaraan verbonden ter inzage termijn is openbare kennisgeving gedaan volgens de wettelijk voorgeschreven kennisbronnen, te weten in de Nieuwsbode van 16 juli Voorafgaand aan deze terinzagelegging heeft op 23 juni 2011 en op 10 april 2014 een informatiebijeenkomst voor omwonenden plaatsgevonden. De informatiebijeenkomsten waren bedoeld om de omwonenden de kans te geven het plan goed te beoordelen en vragen te stellen. Tijdens bovengenoemde periode is het voorontwerpbestemmingsplan tevens in het kader van artikel Besluit ruimtelijke ordening (Bro) voorgelegd aan de wettelijke vooroverlegpartners. In totaal zijn er vier inspraakreacties en vier vooroverlegreacties ingediend. In dit document worden deze behandeld, waarbij allereerst wordt ingegaan op de reacties die zijn ingediend in het kader van de inspraak en vervolgens op die van het vooroverleg. De reacties zijn samengevat, waarna de gemeentelijke reactie volgt. Inspraak Er zijn vier inspraakreacties ingediend: Inspreker 1: Sanatoriumlaan 22 Inspreker 2: Sanatoriumlaan 23 Inspreker 3: Sanatoriumlaan 24 en 26 Inspreker 4: Stichting Beter Zeist Inspraakreactie inspreker 1 1. Ligging rooilijn te ver naar voren De voorgevel van de afgebroken Sanato stond in de rooilijn die in de jaren 30 is vastgesteld. De nieuwe woningen komen daar ver voorbij en te dicht op de tegenover gelegen woningen. Reactie gemeente: Rooilijnen worden vastgesteld in bestemmingsplannen. Het geldende bestemmingsplan is vastgesteld in Het is juist dat de nieuwe woningen dichter bij de straat komen te staan de hoofdbebouwing van Sanato, waarvoor overigens veel auto s geparkeerd stonden. De overkapping van het benzinepompstation stond echter nog veel dichter op de straat, met alle drukte van komende en gaande auto s die daarbij behoort. Gemeend wordt dat het vervangen van het garagebedrijf door woningen een verbetering voor de omgeving is, en de gekozen positionering van de woningen langs de Sanatoriumlaan past in het straatbeeld van die straat, en daar in elk geval geen afbreuk aan doet. Verder is de afstand tussen de tegenoverliggende gevels volgens het plan van een maat die zeer zeker past in een royale woonbuurt. Om enigzsins tegemoet te komen aan dit punt zal de rooilijn van de woningen aan de Sanatoriumlaan 2 m naar achteren geplaatst worden. Hiervoor zal een strook van 2 m aan 3 287

288 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) de achterkant van het terrein van de gemeente worden gekocht, zodat het hele plan naar achteren geschoven kan worden. 2. Parkeerhavens passen niet bij het straatbeeld De gehele Sanatoriumlaan heeft aan de noordzijde een groenstrook met bomen. Het plan heeft alleen parkeerplaatsen. Dat past niet in het straatbeeld. Reactie gemeente: Het geschetste beeld is niet geheel juist: ter plaatse van het garagebedrijf is al die tijd geen groenstrook aanwezig geweest. Ook bij de oudste woningen in de straat (nummer 25 t/m 31) ontbreekt een groenstrook. Gemeend wordt dat vervanging van de garage, met zijn geheel verharde voorplein en pompstation, door woningen met een voortuin een aanzienlijke verbetering voor de buurt is en goed past in het straatbeeld van de Sanatoriumlaan. Tevens kan er worden gesteld worden dat in de bestaande situatie op heel veel plekken langs de Sanatoriumlaan wordt geparkeerd, ook aan de overzijde is bijvoorbeeld sprake van een parkeerstrook. Het plan wijkt wat dit aspect aangaan dus niet af van de omgeving. Hiernaast is het vanuit verkeerskundig oogpunt wenselijk de gekozen parkeeroplossing te gebruiken. Het parkeren in het groen kan namelijk tot verkeershinder leiden (dit is de ervaring bij onder meer de locatie Sanatoriumlaan 15 t/m 23). Verkeerskundig heeft de voorgestelde situatie dus de voorkeur. 3. Ontsluitingsweg Sanatoriumlaan onwenselijk De ontsluitingsweg die wordt gerealiseerd op de Sanatoriumlaan is om meerdere reden niet wenselijk: dit is verkeersonveilig, er is hier onvoldoende ruimte en de weg ligt langs de achterzijde van de woningen aan de Sanatoriumlaan 25 t/m 31. Tevens is er naast de nieuwe ontsluitingsweg ruimte ingepland voor 24 containers, die naast elkaar geplaatst moeten worden en een hele lange rij gaan vormen. Reactie gemeente: Er is stedenbouwkundig voldoende ruimte om op de beoogde locatie een ontsluitingsweg te realiseren. Met de gekozen inrichting kan sprake zijn van een verkeerskundig veilige aansluiting. Gezien het karakter en de functie van de Sanatoriumlaan als met name woonstraat, leent deze straat zich prima om op uit te wegen. Hier kan aan toegevoegd worden dat er sprake is van minder verkeersbewegingen dan op grond van het thans geldende bestemming en de (bedrijfs-) bestemming mogelijk is. In die zin is sprake van een verkeerskundige verbetering. Wat betreft de woningen aan de Sanatoriumlaan 25, 27, 29 en 31 kan worden gesteld dat het in principe niet ongewenst is dat direct aan de achterzijde van deze woningen een woonstraat wordt gerealiseerd. In de bestaande situatie is sprake van een autobedrijf/tankstation met ook reeds veel voorbij rijdende auto s. Bij de uitwerking van het plan zal hiervoor specifieke aandacht zijn. De aanwezige wegversmalling vormt geen belemmering voor het plan. Middels rijcurvesimulaties in de bijlage is aangetoond dat de nieuwe toegangsweg toegankelijk is voor hulpdiensten en overig verkeer

289 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) De opstelplaats voor containers heeft een breedte van 12,4 m. Uitgaande van een breedte van een container van 0,6 m kunnen er 20 containers naast elkaar geplaatst worden. De opstelplaats is alleen voor de containers voor de achterliggende 18 rijwoningen (blok A t/m D), de containers van de overige woningen kunnen voor elke woning aan de openbare weg worden gezet. Derhalve kan worden geconcludeerd dat er voldoende ruimte is voor de containers. 4. Te veel woningen op een te klein oppervlak Het aantal woningen is veel te veel voor zo n klein gebied. Perceelgrootte aan de Sanatoriumlaan is circa 300 m², in het plan circa 175 m². Dit past niet in deze wijk. Reactie gemeente: Voor inpassing in de straat is vooral de verkavelingsbreedte en de woningtypologie van belang. In het plan zijn aan de Sanatoriumlaan (en ook aan de Laan van Eikenstein), net als aan een groot deel van de Sanatoriumlaan twee-onder-een-kapwoningen gepland. De percelen hebben een breedte van circa 9,30 m. De perceelbreedte van de tegenovergelegen woningen aan de Sanatoriumlaan is 9,10 m. Het plan past qua dichtheidsbeeld uitstekend in de bestaande bebouwing van de Sanatoriumlaan. Aan en bij de Sanatoriumlaan zijn echter ook bebouwingen met een iets andere schaal, zoals de oudste woningen aan en bij de Sanatoriumlaan, de nummers De bebouwing in het binnengebied van het bouwplan houdt het qua schaal midden tussen deze bebouwing en de eerdere genoemde, en past dus goed in het gebied. 5. Te weinig openbaar groen Er wordt te weinig openbaar groen gerealiseerd, dit is niet passend in de wijk. Reactie gemeente: Er wordt wel degelijk groen toegevoegd ten opzichte van de voorgaande (bedrijfs)bestemming, waarin helemaal geen groen aanwezig was. De typologie van de woningen en de vorm van de bijbehorende tuinen is passend in de buurt. Voor zover het betreft het straatbeeld van de Sanatoriumlaan zelf wordt verwezen naar het antwoord bij opmerking 2. Voor wat betreft de bebouwing op het binnengebied wordt er opmerkzaam gemaakt dat, mede door de situering van de parkeerplaatsen, daar een heel ruim straatprofiel ontstaat, waardoor zowel voor de bewoners zelf als passanten zo goed mogelijk zicht bestaat op het westelijk gelegen park. Door de aanwezigheid van het park en de kleine schaal van het bouwplan wordt geen reden gezien om ook in het plan zelf nog grote groenvoorzieningen aan te brengen. Overigens is de middelste bouwstrook bewust in tweeën geknipt met daartussen de mogelijkheid voor groene invulling. 6. Woningen aan de Laan van Eijkenstein te dicht op de straat De woningen worden te dicht aan de Laan van Eijkenstein gebouwd. Wenselijk is om dezelfde rooilijn te hanteren die gebruikelijk is aan de Sanatoriumlaan en de P.C. Hooftlaan. Reactie gemeente: De afstand van de woningen tot de straat, met een kleine voortuin, een breed trottoir en een parkeerstrook, wordt gezien als passend. Er is geen sprake van een bestaande rooilijn. De 5 289

290 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) afstand van de voorgevels van de woningen tot aan de as van de weg is circa 11 m. Dit is een ruime afstand. Verder wordt verwezen naar de reactie bij opmerking Bereikbaarheid voor hulpdiensten is slecht De bereikbaarheid van de nieuwe woonbuurt voor de vuilnisophaaldienst, brandweer en ambulance is slecht. Reactie gemeente: De woonstraat is zodanig geproportioneerd dat deze bereikbaar is voor nood- en hulpdiensten. Middels rijcurve-simulaties in de bijlage is aangetoond dat de nieuwe toegangsweg toegankelijk is voor hulpdiensten. Vuilnisophaaldiensten hoeven de woonstraat niet in te rijden. Het vuilnisophaalpunt voor de nieuw te maken woonstraat is namelijk in overleg gesitueerd tussen de parkeerplekken aan de Sanatoriumlaan. 8. Voorkeur voor een kleiner plan met 18 woningen Er is een voorkeur voor de vorige versie van het plan met 18 woningen in een ruimere setting, in plaats van de wel heel intensieve bebouwing die niet in de buurt past. Reactie gemeente: De vorige versie betrof een ander woningtype (vrijstaande woningen). Het betrof overigens toen geen 18, maar 24 woningen. Het is gebleken dat voor de realisatie van dit woningtype markttechnisch onvoldoende ruimte is. De Zeister bebouwing bestaat uit vrijwel het volledige scala van bebouwingstypen, van eens vernieuwende grootschalige flats van 13 lagen en honderden meters lengte tot riante villa-bebouwing, met alles daartussenin. Het bouwplan, met grondgebonden woningen van twee-onder-een-kap en hele korte rijtjes, past uitstekend in dat Zeister scala. Verder wordt verwezen naar de reactie op opmerking Stuk grond teruggeven Het strookje grenzend aan het voetbalveldje, dat door Sanato is gehuurd en later gekocht, zou weer openbaar groen moeten worden en niet moeten worden betrokken bij de woonbuurt. Reactie gemeente: De betreffende strook, die overigens nooit gehuurd is geweest maar destijds direct is aangekocht, maakt momenteel onderdeel uit van het bedrijfsperceel en is ook als zodanig bestemd. Destijds heeft de gemeente bij de verkoop de afweging al gemaakt over het belang van de strook in relatie tot het park. Teruggeven aan het park is niet aan de orde. Verder wordt gemeend dat vervanging van een parkeerterrein van een garagebedrijf door woningen met tuinen een verbetering van de situatie is. 10. Wenselijk om Sanatoriumlaan 25 t/m 31 mee te nemen in het plan De bestaande woningen aan de Sanatoriumlaan 25, 27, 29 en 31 zouden ook bij het plan moeten worden betrokken. Reactie gemeente: De woningen aan de Sanatoriumlaan 25 t/m 31 zijn, met Sanatoriumlaan 33 en 35, de oudste woningen aan de Sanatoriumlaan en destijds gebouwd naar de behoefte van toen. De overige woningen aan de Sanatoriumlaan zijn enkele decennia later gebouwd. Het is niet 6 290

291 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) begrijpelijk waarom de langst bestaande woningen, die vanuit historisch perspectief karakteristiek zijn, zouden moeten verdwijnen. De woningen zijn bovendien alle particulier eigendom, waar zowel Sanato als de gemeente geen zeggenschap over heeft. De percelen zijn hiernaast niet nodig om onderhavig plan te kunnen realiseren. Inspraakreactie inspreker 2 1. Plan past niet in de bestaande omgeving De invulling van de woonontwikkeling past niet bij de bestaande omgeving en doet geen recht aan de bestemming, dat slechts deels bedrijf, maar ook deels groen/bos is. Reactie gemeente: Het onderhavige plan betreft de herontwikkeling van het gehele Sanato-terrein, inclusief de strook grond die nooit gehuurd is geweest maar direct is gekocht. In de huidige situatie maakt deze strook grond integraal deel uit van het bedrijfsperceel en heeft dit op grond van het vigerende bestemmingsplan een bedrijfsbestemming. 2. Bouwrichting geplande woonblokken De vier woonblokken aan de achterzijde worden niet parallel en daarom niet passend gepositioneerd ten opzichte van de bestaande woningen aan de Sanatoriumlaan. Deze woonblokken borduren voort op de ruimtelijk-technische weeffout van het blokje woningen aan de Sanatoriumlaan 25 t/m 31. Reactie gemeente: De woningen aan de Sanatoriumlaan 25 t/m 31 zijn, met Sanatoriumlaan 33 en 35, de oudste woningen aan de Sanatoriumlaan, en destijds gebouwd naar de behoefte van toen. De overige woningen aan de Sanatoriumlaan zijn enkele decennia later gebouwd. Het is niet begrijpelijk waarom dan de langst bestaande woningen een weeffout zouden zijn. Verder bevat het bouwplan een kleine zijstraat. Zoals ook elders rond de Sanatoriumlaan bij zijstraten de daaraan gelegen woningen parallel aan die zijstraat staan (bijvoorbeeld P.C. Hooftlaan), zo is dat ook in het bouwplan consequent het geval met de woningen die geprojecteerd zijn aan de binnenstraat en de Laan van Eikenstein. 3. Bebouwingsafstand Het woningblok van 5-onder-1-kap woningen staat te dicht bij de bestaande woning aan de Sanatoriumlaan 23. Reactie gemeente: Het geplande rijtje van vijf woningen is gepland op een grotere afstand van het perceel van nummer 23 dan de bestaande woningen op 25 t/m 31. Bovendien ligt tussen het rijtje van vijf woningen en nummer 23 nog een strook achtertuinen. Voorts kunnen de erfafscheidingen van de te bouwen rijtjes zodanig worden uitgevoerd dat vanuit de tuinen geen zichtcontact met de aangrenzende percelen mogelijk is. Overigens is de huidige bestemming van het gehele plangebied garagebedrijf en niet tuin, ook niet gedeeltelijk. Gemeend wordt dat omzetting van garagebedrijf naar wonen en tuin een verbetering voor de buurt is. De woningen worden in principe geheel ontsloten vanaf de binnenstraat in het plangebied. Of de toekomstige bewoners al of niet gebruik mogen maken van het pad naar de woningen aan 7 291

292 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) de Sanatoriumlaan 25 t/m 35 is een privaatrechtelijke zaak, van in hoofdzaak de eigenaren van die percelen. 4. Groenstrook achterzijde plangebied De ooit door Sanato gehuurde strook grond zou moeten worden teruggegeven aan het park. Reactie gemeente: De betreffende strook maakt momenteel onderdeel uit van het bedrijfsperceel en is ook als zodanig bestemd. Er is geen aanleiding deze strook grond niet te betrekken bij dit woningbouwplan. Zie verder ook de beantwoording bij punt 9 van inspreker Afscheiding De private weg langs de woning Sanatoriumlaan 23 zou duurzaam moeten worden afgeschermd. Reactie gemeente: Direct naast het perceel Sanatoriumlaan 23 ligt een smal straatje op privaat terrein van de inspreker, dat helemaal naar achteren doorloop en waarop ook de woningen Sanatoriumlaan 33 en 35 ontsloten worden op basis van recht van overpad. De toekomstige bewoners van de nieuwe woonbuurt, de blokken A en B in het bijzonder, zullen geen gebruik maken van dit woonstraatje. Van recht van overpad zal geen sprake zijn aangezien de percelen aan de andere zijde te bereiken zijn vanaf de openbare weg. De achtertuinen van deze woningen worden bereikbaar gemaakt middels brandpaden die ruimtelijk gescheiden worden van de private woonstraat middels een erfafscheiding. Wat betreft het realiseren van een duurzame afscherming van de private woonstraat zelf zou moeten worden gesteld dat de initiatiefnemer deze woonstraat niet in eigendom heeft en dat deze buiten het plangebied valt. Er wordt geen aanleiding gezien om een dergelijke duurzame erfafscheiding te realiseren. 6. Geluidsbelasting De geluidsbelasting op de woning aan de Sanatoriumlaan 23 neemt toe, zo blijkt uit akoestische onderzoeken en hiervan kan geen sprake zijn vanuit het Bouwbesluit, bouwverordening e.d. Een toename van geluid op de woning of gronden is onrechtmatig. Reactie gemeente: Er is geen sprake van de toename van de geluidsbelasting op de bestaande woning Sanatoriumlaan 23. De nieuwe woningen zorgen niet voor hinder. Auto s op de nieuwe woonstraat kunnen voor enig geluid zorgen. De verwachting is echter dat dit zeer beperkt is aangezien er sprake is van een akoestische afscherming door de nieuwe woningen en de bestaande woningen aan de Sanatoriumlaan 25 t/m 31. Hiernaast vervalt de geluidsbelasting van het bestaande autobedrijf/tankstation en schadebedrijf Sanato, waar de hele dag door auto s af en aan rijden, geheel. In de bestaande situatie grenst de woning aan de Sanatoriumlaan 23 vrijwel direct aan een terrein waar auto s worden geparkeerd. Het is daarom aannemelijk dat de geluidsbelasting afneemt

293 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) 7. Ontsluiting Sanatoriumlaan 33 en 35 Er wordt verzocht om een nieuwe aansluiting te maken voor de bestaande woningen aan de Sanatoriumlaan 31, 33 en 35, zodat deze niet langer gebruik hoeven te maken van de private weg langs de woning Sanatoriumlaan 23. Reactie gemeente: De woningen aan de Sanatoriumlaan 33 en 35 zijn met de woningen aan de Sanatoriumlaan 25 t/m 31 de oudste woningen aan de Sanatoriumlaan, met hun eigen ontsluiting, waaromheen enkele decennia later de overige woningen aan de Sanatoriumlaan, inclusief nummer 23, omheen zijn gebouwd. Het zou afbreuk doen aan historisch besef wanneer deze reeds lang bestaande ontsluiting op de Sanatoriumlaan geblokkeerd zou worden en bovendien het naastgelegen plangebied daarmee op zeer gekunstelde wijze belast zou worden. De betreffende woningen aan de Sanatoriumlaan 31, 33 en 35 zijn op dit moment reeds bereikbaar vanaf de Sanatoriumlaan middels een geldend recht van overpad. Het is niet aan de initiatiefnemer om aan deze bestaande situatie een eind te maken. 8. Bouwkundige staat en beplanting Gevraagd wordt of er bouwkundige opnames gemaakt worden voor de bouwwerkzaamheden. Dit om eventuele schade goed te kunnen vaststelling. Het betreft ook schade aan de tuin vanwege grondwaterbemaling e.d. Reactie gemeente: Dit kan worden toegezegd. De bouwtechnische vooropname zal worden uitgevoerd door de initiatiefnemer. 9. Sanatoriumlaan 25 t/m 31 amoveren De suggestie wordt gedaan om de onlogisch gesitueerde arbeidershuisjes (die niet voldoen aan de Woningwet) op de adressen Sanatoriumlaan 25 t/m 31 te amoveren. Reactie gemeente: De suggestie wordt niet overgenomen. De bestaande woningen aan de Sanatoriumlaan 25 t/m 31 behoren niet tot het plangebied. Deze percelen zijn niet in eigendom van de initiatiefnemer/ontwikkelaar. Er wordt geen aanleiding gezien deze percelen alsnog aan te kopen, mede omdat de percelen niet nodig zijn om onderhavig plan te kunnen realiseren. 10. Stoepverhoging en boombeplanting aanbrengen De stoep langs de Sanatoriumlaan dient weer verhoogd te worden en er dienen bomen aangeplant te worden van A-kwaliteit. Reactie gemeente: Het verhogen van de stoep zal worden uitgevoerd door de initiatiefnemer. De intentie is om in het nieuwe plan laanbomen langs de Sanatoriumlaan toe te voegen, evenals langs de laan van Eikenstein, waar deze toegevoegd dan wel verplaatst kunnen worden. Dit zal nog nader worden uitgewerkt in overleg tussen initiatiefnemer en gemeente. 11. Verkeersafwikkeling De verkeersafwikkeling van de Sanatoriumlaan 31, 33 en 35 en de nieuwbouwwoningen zal bij voorkeur zoveel mogelijk afgewikkeld worden via de Laan van Eikenstein

294 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Reactie gemeente: Er is stedenbouwkundig voldoende ruimte om op de beoogde locatie een ontsluitingsweg te realiseren. Met de gekozen inrichting kan sprake zijn van een verkeerskundig veilige aansluiting. Gezien het karakter en de functie van de Sanatoriumlaan als met name woonstraat, leent deze straat zich prima om op uit te wegen. Hier kan aan toegevoegd worden dat er sprake is van minder verkeersbewegingen dan op grond van het thans geldende bestemming en de (bedrijfs)bestemming mogelijk is. In die zin is sprake van een verkeerskundige verbetering. Inspraakreactie inspreker 3 Inhoudelijk gelijk aan de inspraakreactie van inspreker 1, zie voor de beantwoording de reactie bij inspreker 1. Inspraakreactie inspreker 4 1. Bestaande omgeving Het plan correspondeert onvoldoende met de bestaande omgeving. Reactie gemeente: Het onderhavige woningbouwplan voorziet in de realisatie van drie blokken met tweekappers aan zowel de Sanatoriumlaan als de Laan van Eikenstein. In het binnengebied worden hiernaast 18 rijwoningen gerealiseerd, verdeeld in vier blokken van vier of vijf woningen. De realisatie van tweekappers langs de Sanatoriumlaan past binnen de bestaande bebouwingskarakteristiek van deze laan, waar dit woningtype veelvuldig voorkomt (ook recht tegenover het onderhavige plangebied). Aan de Laan van Eikenstein zijn minder woningen gesitueerd, maar gezien de nabijheid van de Sanatoriumlaan is ook hier de realisatie van tweekappers passend in de omgeving. In het binnengebied worden rijwoningen gerealiseerd. Deze komen in de directe omgeving ook voor, zij het in mindere mate. Het binnengebied vormt echter een min of meer solitair woonerf met een eigen karakter. Om die reden is het stedenbouwkundig passend om hier te kiezen voor een andere woningtypologie. 2. Publicatie Verzocht wordt in het vervolg de inspraakperiode niet tijdens de vakantieperiode te laten plaatsvinden. Reactie gemeente: Normaliter wordt een termijn van vier weken aangehouden voor inspraak. In verband met de vakantieperiode is dit verlengd met twee weken, zodat niemand in zijn belangen wordt geschaad. De gemeente zegt toe in het vervolg waar mogelijk nadrukkelijker rekening te houden met de vakantieperiode door maximaal de helft van de ter inzagetermijn tijdens de zomervakantie te laten plaatsvinden. Over deze werkwijze voor het ter inzage leggen van plannen tijdens de zomervakantie heeft de gemeenteraad op 9 december 2014 een besluit genomen (14RAAD0072), om de kans op participatie door belanghebbenden zo groot mogelijk te houden

295 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) 3. Inspraak De inloopavond waar naar wordt verwezen kan niet worden beschouwd als echte inspraak van de omwonenden, dit wordt gezien als een gemiste kans. Reactie gemeente: De bewuste inloopavonden waren met name bedoeld om de omwonenden te informeren over de voorliggende plannen. De inspraak is hierna gevoerd. Om de onduidelijkheid weg te nemen, wordt de passage over de informatieavond niet meer opgenomen onder de paragraaf Inspraak (paragraaf 8.1). 4. Stuk grond teruggeven en groene inbedding De destijds gehuurde en later gekochte strook grond van 10 m diep zou moeten worden teruggegeven aan park Eikenstein. Een groene inbedding van de buurt in de richting van het speelveld en de bestaande percelen ontbreekt. Reactie gemeente: Het betreft een strook grond met een diepte van 6 meter, die niet gehuurd is geweest, maar destijds direct is aangekocht. In de huidige situatie maakt deze strook grond integraal deel uit van het bedrijfsperceel en heeft dit op grond van het vigerende bestemmingsplan een bedrijfsbestemming. Het is om die reden logisch deze strook grond te betrekken in het herontwikkelingsplan waarin deze bedrijfslocatie wordt gesaneerd ten behoeve van woningbouw. Zou deze strook niet worden meegenomen in onderhavig plan, dan zou hiermee een strook grond overblijven waar sprake is van een bedrijfsbestemming. Dit is niet gewenst. Destijds heeft de gemeente bij de verkoop de afweging al gemaakt over het belang van de strook in relatie tot het park. Teruggeven aan het park is niet aan de orde. Door de aanwezigheid van het park en de kleine schaal van het bouwplan wordt geen reden gezien om ook in het plan zelf nog grote groenvoorzieningen aan te brengen. Verder wordt gemeend dat vervanging van een parkeerterrein van een garagebedrijf door woningen met tuinen een verbetering van de situatie is. 5. Te weinig openbaar groen Er is erg weinig ruimte voor openbaar groen in het binnenterrein, mede door het te realiseren aantal parkeerplaatsen en de benodigde opstelruimte voor kliko s. Reactie gemeente: In het binnengebied wordt het groen vormgegeven door de aanplant van circa 8 bomen. Aan één zijde worden deze bomen gerealiseerd in een groenstrook. Aangezien ook de voortuinen van de woningen naar verwachting een hoofdzakelijk groene invulling zullen hebben, ontstaat in het binnenterrein een aantrekkelijk woonerf met een groen karakter. Voor wat betreft de bebouwing op het binnengebied wordt er opmerkzaam gemaakt dat, mede door de situering van de parkeerplaatsen, daar een heel ruim straatprofiel ontstaat, waardoor zowel voor de bewoners zelf als passanten zo goed mogelijk zicht bestaat op het westelijk gelegen park. Door de aanwezigheid van het park en de kleine schaal van het bouwplan wordt geen reden gezien om ook in het plan zelf nog grote groenvoorzieningen aan te brengen. Overigens is de middelste bouwstrook bewust in tweeën geknipt met daartussen de mogelijkheid voor groene invulling

296 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Wat betreft de opstelplaatsen van afvalcontainers (kliko s) kan worden gesteld dat vanwege de beperkte keermogelijkheden in het binnengebied deze opstelplaatsen na overleg tussen de parkeerplekken aan de Sanatoriumlaan worden gesitueerd. De bewoners van de nieuwe twee-onder-een-kapwoningen langs de Sanatoriumlaan zullen, net als de bewoners van de bestaande woningen aan de Sanatoriumlaan, waarschijnlijk hun container zo dicht mogelijk bij hun eigen oprit plaatsen. Bij het begin van het straatje gaat het dan om 18 containers. Voordeel van opstelling van de containers langs de Sanatoriumlaan is, dat de afvalvrachtwagen ook heel snel klaar is en door kan rijden en geen verdere hinder voor de buurt en straat geeft. Als de auto het korte straatje in zou moeten is hij langer bezig en kan dus ook langer als hinder ervaren worden, ook door de bewoners van de nabij gelegen woningen aan de Sanatoriumlaan. Verder geldt voor eenieder, dus ook voor de toekomstige bewoners van het plangebied als voor de bewoners van de Sanatoriumlaan, dat het eigen verantwoordelijkheid is de containers niet langer dan nodig langs de weg te laten staan. De gemeente plaatst geen ondergrondse afvalcontainers bij grondgebonden woningen, omdat dan ofwel toch nog gescheiden de groencontainers apart opgesteld en geleegd moeten worden, ofwel het gescheiden inzamelen van afval in het gedrang komt. 6. Groenstroken ontbreken en voortuinen te ondiep Langs de Sanatoriumlaan ontbreken de gebruikelijke groenstroken conform het Zeister profiel en zijn de voortuinen te ondiep. Die zijn geen 5 meter, zoals gebruikelijk in de voorgevelrooilijnen aan deze laan, maar slechts circa 1,5 m diep. Langs de Sanatoriumlaan en Laan van Eikenstein komen zoveel parkeerplekken, dat wordt gevreesd dat zelfs geen ruimte meer is voor laanbomen. Reactie gemeente: Er is in het stedenbouwkundig plan rekening gehouden met het realiseren van een groene zone aan de voorzijde van de woningen aan de Sanatoriumlaan. Deze wordt vormgegeven door de aanplant van enkele nieuwe bomen passend binnen de laanbomenstructuur van de Sanatoriumlaan. Tussen deze bomen is ruimte voor parkeren. Hiermee wordt de ruimtelijke situatie verbeterd ten opzichte van de bestaande situatie, waarin sprake is van een bedrijf zonder enige laanbeplanting aan de wegzijde. Ook langs de Laan van Eikenstein is sprake van een groene rand langs de weg. De bestaande groene rand wordt hier grotendeels behouden. Ook hier wordt ruimte gemaakt voor het parkeren tussen de bomen. Voor de woningen langs beide straten geldt dat de woonpercelen niet direct aan de straatzijde liggen, maar worden ervan gescheiden door de groene strook. Een diepte van de voortuinen van ca. 1,5 m is voor tweekappers een gebruikelijke maat. Tevens wordt verwezen naar de reactie bij opmerking 1 van inspreker Strijdigheid met gemeentelijk beleid Een integrale afweging van het plan met het beleid ontbreekt. Tevens wat betreft diverse aspecten sprake van strijdigheid met het gemeentelijke beleid: a. Ontwikkelingsperspectief Zeist 2030: versterken lanen als basiskenmerk van Zeist. b. Structuurvisie Zeist: groen versterken, aanleg van lanen en groen, bomen en lanen inzetten als dragers van de groenstructuur

297 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) c. Groenstructuurplan: bomen en lanen hebben hoge prioriteit, de Sanatoriumlaan kent als onderdeel van de Stichtse Lustwarande het Zeister profiel, bij tuinen en particulier groen aansluiten bij wijkgerichte aanpak. Reactie gemeente: Er heeft in algemene zin een toetsing aan het gemeentelijke beleid plaatsgevonden. Paragraaf 3.4 van de toelichting vormt hier de weerslag van. De inspreker is in haar keuze van zowel de kernwaarden als de hoofdkeuzes uit de Structuurvisie Zeist 2020 als ook haar keuze van andere beleidsdocumenten vrij selectief: zij kiest uitsluitend in groene richting. Het meewerken door een gemeente aan (her)ontwikkelingen, ruimtelijke ordening, is vrijwel altijd een afweging van diverse belangen en kan zelden rigide vanuit één aspect worden benaderd. Zo ook hier. Relevante andere beleidsdocumenten zijn onder andere ook de gemeentelijke Woonvisie en de Parkeerbeleidsnota. Voorts ook de andere in de Structuurvisie genoemde kernwaarden en hoofdkeuzes. De afweging die hier heeft plaatsgevonden, is hoe het mogelijk gemaakt kan worden een voor deze woonomgeving in de loop van de tijd als niet passend ervaren garage met pompstation te verplaatsen, te komen tot een betere invulling van de locatie met woningen en dat gehele proces zowel kwalitatief als ook economisch haalbaar te maken. Gemeend is dat het voorliggende plan daarin de juiste balans biedt. Wat betreft de specifieke opmerkingen kan het volgende gesteld worden: a. Ontwikkelingsperspectief Zeist 2030: Dit rapport is niet specifiek benoemd in de toelichting van het onderhavige plan. In deze notitie wordt inderdaad onder meer gesteld dat de lanen moeten worden versterkt. Bij onderhavig plan is hiervan ook sprake. Momenteel is ter plaatse van het plangebied sprake van een bedrijf dat niet past in de omgeving. Er is in het geheel geen sprake van een groene rand richting de Sanatoriumlaan. In de toekomstige situatie is het bedrijf gesaneerd en is ter plaatse een woningbouwontwikkeling gerealiseerd. Langs de Sanatoriumlaan bevinden zich drie blokjes met tweekappers, waarbij er aan de voorzijde laanbomen worden toegevoegd die zich schikken in de ruimtelijke structuur van de omgeving. Onder en tussen de laanbomen wordt geparkeerd. Uit de visie blijkt verder dat het plangebied buiten de Stichtse Lustwarande is gelegen

298 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) b. De structuurvisie Zeist 2020 is in paragraaf 3.4 van de toelichting benoemd en besproken. De door de inspreker aangehaalde uitgangspunten inzake onder meer de lanen als dragers van de groenstructuur, zijn onbetwist. Op de structuurvisie staat niet de Sanatoriumlaan maar wel de Laan van Eikenstein aangeduid als groene route binnen de bebouwde kom. Gesteld kan worden dat bij onderhavig plan de bestaande groenzone langs de Laan van Eikenstein wordt gehandhaafd. Wel wordt er onder en tussen de bomen ruimte gemaakt voor enkele parkeerplaatsen. Gesteld kan worden dat deze de groenstructuur niet aantasten. Met onderhavig plan wordt een bestaande bedrijfslocatie binnen de woonomgeving gesaneerd en wordt in plaats hiervan een kleinschalig woonbuurtje gerealiseerd. Gesteld kan worden dat dit ten goede komt aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. In het nieuwe plan is ten opzichte van de bestaande situatie meer ruimte voor groen

299 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) c. Het Groenstructuurplan is eveneens besproken in paragraaf 3.4 van de toelichting. Onder het Zeister profiel wordt verstaan: bomen langs straten in grasstroken. Bij onderhavig plan is gekozen voor een rij met bomen, met hiertussen parkeerplaatsen. Hiermee wordt afgeweken van het 'Zeister profiel. Gezien het voorliggende programma en bijbehorende parkeernormen, is er geen ruimte voor de realisatie van bomen in grasstroken. Structuurkenmerk 3 is netwerk van lanen en wegen. Binnen dit structuurkenmerk zijn bomen imagobepalend. Onderhavig plan versterkt dit structuurkenmerk. De intentie is om in het nieuwe plan laanbomen langs de Sanatoriumlaan toe te voegen, evenals langs de laan van Eikenstein, waar deze toegevoegd dan wel verplaatst kunnen worden. Dit zal nog nader worden uitgewerkt in overleg tussen initiatiefnemer en gemeente. Het plangebied ligt buiten de Stichtse Lustwarande, de gordel met buitenplaatsen. 8. Aanbevelingen Er worden enkele concrete aanbevelingen gedaan door de Stichting: a. Zeister profiel laten doorlopen langs Sanatoriumlaan en Laan van Eikenstein. b. Diepte voortuinen langs de twee lanen 5 m in plaats van 1,5 m. c. Voldoende laanbomen realiseren. d. Voldoende ruimte voor bomen op het binnenterrein, ten minste één per twee woningen. e. Een groene inbedding van de buurt, met name in de richting van het speelveld en de bestaande percelen. f. Een voorziening voor opslag van vuilnis om kliko-concentratie te voorkomen. Reactie gemeente: Er wordt hieronder ingegaan op de concrete aanbevelingen die gedaan zijn: a. Wat betreft de suggestie om het Zeister profiel te laten doorlopen langs de Sanatoriumlaan en Laan van Eikenstein: het laankarakter wordt aan de Sanatoriumlaan reeds versterkt door de toevoeging van laanbomen. Langs de Laan van Eikenstein wordt de bestaande groenstructuur gehandhaafd. Gezien het voorliggende programma en

300 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) bijbehorende parkeernormen, is er geen ruimte voor de realisatie van bomen in grasstroken. Hiernaast is gebleken dat bewoners hier vaak minder blij mee zijn. b. De suggestie om de diepte van de voortuinen langs de twee lanen te vergroten naar 5 m in plaats van de bestaande 1,5 m wordt niet overgenomen. De diepte van de tuinen zoals opgenomen in het stedenbouwkundige plan is heel gebruikelijk voor het woningtype van tweekapper. Een grotere tuindiepte is stedenbouwkundig niet wenselijk, omdat daardoor de diepte van de achtertuinen kleiner wordt. Dit zou deze woningen ook minder goed verkoopbaar maken. Wel zal de voortuin van de woningen aan de Sanatoriumlaan groter worden gemaakt, door het hele plan 2 m naar achteren te schuiven en een stuk grond van de gemeente aan de achterzijde van het plangebied te kopen. c. Wat betreft de suggestie om voldoende laanbomen toe te voegen, kan worden gesteld dat er in onderhavig plan de intentie is om bomen toe te voegen aan de Sanatoriumlaan en bomen toe te voegen dan wel te verplaatsen aan de Laan van Eikenstein. Er is ongeveer ruimte voor één boom per twee woningen, dus aan deze suggestie kan in grote lijnen worden voldaan. d. Wat betreft de suggestie om voldoende ruimte voor bomen op het binnenterrein te creëren, kan worden gesteld dat er op het binnenterrein ruimte is voor enkele bomen, circa één boom per twee woningen. e. In overleg tussen initiatiefnemer en gemeente is er besloten om te voorzien in een duurzame afscheiding tussen de binnenstraat en het speelveld. In nader overleg zal bepaald worden welke vorm hieraan gegeven wordt, en in hoeverre hier een groene invulling aan gegeven kan worden. Door de aanwezigheid van het park en de kleine schaal van het bouwplan wordt geen reden gezien om ook in het plan zelf nog grote groenvoorzieningen aan te brengen. Verder wordt gemeend dat vervanging van een parkeerterrein van een garagebedrijf door woningen met tuinen een verbetering van de situatie is. f. De afvalcontainers van de woningen aan de Sanatoriumlaan en Laan van Eikenstein worden individueel per woning aan de straat geplaatst, zoals dat in de buurt gebruikelijk is. Vanwege de beperkte keermogelijkheden in het binnengebied worden de afvalcontainers van de hier gelegen 18 woningen geplaatst tussen de parkeerplekken aan de Sanatoriumlaan. De gemeente plaatst geen ondergrondse afvalcontainers bij grondgebonden woningen, omdat dan ofwel toch nog gescheiden de groencontainers apart opgesteld en geleegd moeten worden, ofwel het gescheiden inzamelen van afval in het gedrang komt

301 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Vooroverleg ex artikel Bro In het kader van het vooroverleg ex artikel Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is door de volgende instanties gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Provincie Utrecht Nederlandse Gasunie; Vitens Vooroverlegreactie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Inhoud reactie Bij brief van 31 juli 2014 heeft het HDSR in het kader van het vooroverleg gereageerd. Aangegeven is dat het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan de belangrijkste minimale voorwaarde: het standstill beginsel. Dit beginsel houdt in dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding mag ontstaan. In het kort gaat het om: Er ontstaat geen toename in verharding en daarmee geen versnelde afvoer van overtollig water. Er is geen oppervlaktewater in of in de buurt van het plangebied. Hemelwater wordt afgekoppeld van de riolering en geïnfiltreerd in de bodem conform het gemeentelijke rioleringsbeleid. De ontwikkeling heeft geen gevolgen voor andere waterthema's. Het HDSR heeft geen opmerkingen ten aanzien van de toelichting, de regels en de verbeelding. Er kan worden ingestemd met de watertoetsnotitie die als bijlage is toegevoegd aan de toelichting. Verzocht wordt om te zijner tijd het rioleringsplan inzake het betreffende plangebied, toe te sturen ter advisering. Reactie gemeente: Het plan zal verder in procedure worden gebracht. Vooroverlegreactie provincie Utrecht Inhoud reactie Bij brief van 28 juli 2014 heeft de Provincie Utrecht in het kader van het vooroverleg gereageerd. Aangegeven is dat het voorliggende bestemmingsplan geen aanleiding geeft om opmerkingen te plaatsen in het kader van het provinciaal belang zoals dat is opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en de Provinciale Ruimtelijke Verordening, Provincie Utrecht Reactie gemeente: Het plan zal verder in procedure worden gebracht

302 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Vooroverlegreactie Nederlandse Gasunie Inhoud reactie Bij bericht van 24 juli 2014 heeft de Gasunie in het kader van het vooroverleg gereageerd. Aangeven is dat het voornoemde plan is getoetst aan het huidige externe veiligheidsbeleid. Op grond van deze toetsing komt de Gasunie tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van de dichtst bij gelegen aardgastransportleiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling. Reactie gemeente: Het plan zal verder in procedure worden gebracht. Vooroverlegreactie Vitens Inhoud reactie Bij brief van 12 augustus 2014 heeft Vitens in het kader van het vooroverleg gereageerd. Aangegeven is dat zich in het plangebied transportleidingen voor drinkwater bevinden. Uit het oogpunt van veiligheid en bedrijfsvoering dienen in de nabijheid van aanwezige transportleidingen activiteiten zoals het oprichten van gebouwen, het verrichten van ontgravingen en het aanbrengen van bomen en/of diepwortelende struiken te worden vermeden. Verzocht wordt deze transportleidingen op de verbeelding aan te geven met de nevenbestemming openbare nutsleidingen. Binnen de bij deze bestemming behorende voorschriften kan vervolgens worden geregeld dat bovengenoemde activiteiten kunnen worden vermeden of dat bebouwing in de nabijheid van de transportleidingen in goed overleg Vitens moet worden gevoerd. Reactie gemeente: De betreffende transportleidingen zijn aangeduid op de verbeelding en er is een regeling opgenomen in de regels

303 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Aanpassingen van het bestemmingsplan Op basis van de reacties zal de rooilijn van de woningen aan de Sanatoriumlaan 2 m naar achteren geplaatst worden om zo een grotere voortuin te kunnen realiseren. Om dit mogelijk te maken zal er een strook grond van 2 m aan de achterzijde van het plangebied gekocht worden van de gemeente. Paragraaf 8.1 Inspraak van de toelichting zal worden aangepast, zodat de gehouden informatieavonden niet als inspraak worden aangemerkt. De informatieavonden waren slechts bedoeld om de omgeving in een vroegtijdig stadium te informeren over de plannen. Op de verbeelding en in de regels zal een aanduiding voor de aanwezige transportleidingen voor drinkwater worden opgenomen. Daarnaast zal in de toelichting van het bestemmingsplan de toets aan de Ladder voor duurzame verstedelijking worden opgenomen onder paragraaf 3.1 Rijksbeleid. Deze toets houdt in dat overheden nieuwe stedelijke ontwikkelingen moeten motiveren onder andere met het oog op behoefte in de regio en de beschikbare ruimte binnen het bestaande stedelijk gebied. Tevens zal paragraaf Parkeren van de toelichting worden aangepast met betrekking tot de parkeernormen. Er was uitgegaan van verkeerde parkeernormen. De conclusie verandert hierdoor echter niet, er wordt voldaan aan de gestelde parkeereis conform de Parkeerbeleidsnota Zeist

304 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Bijlagen 1. NAW gegevens insprekers 2. Rijcurves hulpdiensten

305 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Bijlage 1: NAW gegevens ingekomen inspraakreacties Deze gegevens zijn niet opgenomen in de digitaal uit te wisselen versie van de nota inspraak en vooroverleg, gezien de Wet bescherming persoongegevens

306 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) Bijlage 2: Rijcurves hulpdiensten 306

307 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) 307

308 16RV028 Bijlage 13 BP Sanatoriumlaan 37 (Nota van inspraak en vooroverleg) 308

309 16RV028 Bijlage 14 BP Sanatoriumlaan 37 (Quick scan flora en fauna) Briefrapport aan: van: ons kenmerk: Essenstein B.V. SAB BROI/ datum: 22 november 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE Door de verplaatsing van de autodealer Sanato komt de locatie aan de Sanatoriumlaan in Zeist vrij voor herontwikkeling. Het plan bestaat uit de sloop van de bestaande bebouwing in het plangebied en de nieuwbouw van 18 grondgebonden rijwoningen en 12 twee-onder-een-kap woningen. De ligging van het plangebied is weergegeven in de onderstaande figuur, samen met de toekomstige inrichting. Voordat deze ruimtelijke ingreep mag plaatsvinden, dient eerst een onderzoek te worden uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en eventueel andere geldende natuurregelgeving. Voorliggend onderzoek betreft een quick scan (in de vorm van een briefrapportage) waarin op basis van een gebiedsanalyse, beschikbare soortgegevens en een eenmalige veldverkenning op 21 november 2012, uitspraken worden gedaan over de mogelijke aanwezigheid van beschermde planten en dieren in het plangebied. Het veldbezoek heeft nadrukkelijk niet de status van een volledige veldinventarisatie; zowel tijdstip (deels buiten het groeiseizoen van planten en deels buiten het actieve seizoen van diverse diergroepen) als het eenmalige karakter zijn hiervoor niet toereikend. 309

310 16RV028 Bijlage 14 BP Sanatoriumlaan 37 (Quick scan flora en fauna) Deze quick scan is uitgevoerd op basis van de momenteel geldende uitwerking en interpretatie van beleid en wetgeving. Gebiedsbeschrijving en beoogde ingrepen Zeist ligt ten oosten van Utrecht tegen de westflank van de Utrechtse Heuvelrug. Aan de noord- en oostzijde ligt een bosrijke omgeving. Naar het zuiden en westen toe heeft het landschap een wat meer open karakter. Het plangebied ligt in het noordwesten van de bebouwde kom van Zeist. De directe omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door woningbouw. Aan de westkant ligt een open veldje en in het oosten bevindt zich een woninggebied met twee-onder-een-kap woningen en vrijstaande woningen. In de huidige situatie is het overgrote deel van het plangebied verhard en bebouwd. Op enkele plekken staan bomen. Men is voornemens de huidige bebouwing te slopen en nieuwe woningen te realiseren. GEBIEDSBESCHERMING Bij gebiedsbescherming is er onderscheid gemaakt tussen de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In de Natuurbeschermingswet 1998 worden Natura 2000-gebieden en beschermde Natuurmonumenten beschermd. De EHS is niet opgenomen in de natuurwetgeving, maar dient bij de planologische afweging te worden meegenomen. Het plangebied te Zeist ligt niet in of nabij een gebied dat is aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingwet Het dichtstbijzijnde beschermde gebied betreft het Natura 2000-gebied Oostelijke vechtplassen. Dit gebied ligt op ruim 10 km afstand ten noordwesten van het plangebied. Gezien de grote afstand tussen het beschermde gebied en de tussenliggende elementen (woningbouw en wegen), zijn er geen negatieve effecten te verwachten op het Natura 2000-gebied. Het plangebied ligt bovendien niet in de EHS. Het dichtstbijzijnde gebied aangewezen als EHS ligt op ongeveer meter afstand van het plangebied. De bosgebieden rondom Zeist, behorende bij de Utrechtse Heuvelrug, vallen onder de EHS. Aangezien de beoogde plannen betrekking hebben op een relatief klein gebied en tussen het plangebied en de EHS al verstorende elementen aanwezig zijn (bebouwing en wegen) zijn zowel directe als indirecte negatieve effecten op de EHS niet te verwachten. SOORTENBESCHERMING Soortenbescherming is altijd van toepassing. In Nederland is de bescherming van soorten opgenomen in de Flora- en faunawet. De Flora- en faunawet is gericht op het duurzaam in stand houden van soorten in hun natuurlijk leefgebied. Als een ruimtelijke ingreep rechtstreeks kan leiden tot verstoring of vernietiging van bepaalde beschermde soorten of hun leefgebied, kan het project in strijd zijn met de Flora- en faunawet. Voor het beoordelen van de doorwerking van het aspect soortenbescherming moet worden nagegaan of het plangebied beschermde soorten (zowel planten als dieren) herbergt. De mogelijke negatieve effecten van de ingreep op betreffende soorten moeten worden beschreven. pagina 2 van 5 310

311 16RV028 Bijlage 14 BP Sanatoriumlaan 37 (Quick scan flora en fauna) algemene soorten De meeste van de mogelijk in het plangebied voorkomende soorten zoals Bruine kikker, Gewone pad, Egel, (spits)muizen, Konijn en Mol zijn beschermd volgens het lichte beschermingsregime van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten geldt dat aantasting van vaste rust- en verblijfplaatsen op basis van een vrijstelling mogelijk is, zonder dat er sprake is van procedurele consequenties. strikt beschermde soorten Een aantal van de mogelijk voorkomende soorten is meer strikt beschermd. Voor deze soorten moet bij aantasting van vaste rust- en verblijfplaatsen een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet worden aangevraagd. De directe omgeving van het plangebied heeft een binnenstedelijk karakter en groene elementen en waterrijke elementen ontbreken. Binnen het plangebied heerst een hoge verstoringsgraad. Gezien het bovenstaande en op basis van de verspreidingsgegevens en biotoopeisen van de mogelijk in de omgeving voorkomende soorten worden binnen het plangebied geen strikt beschermde vaatplanten, grondgebonden zoogdieren, reptielen, amfibieën, vissen, insecten en ongewervelden verwacht. vleermuizen Volgens verspreidingsgegevens uit de Atlas van de Nederlandse Vleermuizen (Limpens, 1997) komen in de omgeving van het plangebied vleermuizen voor. Vleermuizen zijn strikt beschermd volgens tabel 3 van de Flora- en faunawet en bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Vleermuizen verblijven in bomen en/of gebouwen. De bebouwing in het plangebied is deels voorzien van spouwmuren met open stootvoegen. Een groot deel van deze voegen is voorzien van roosters waardoor vleermuizen daar geen gebruik van kunnen maken. De hogere delen van de bebouwing hebben een overstekende dakgoot. Hierin zijn ventilatiegaten aangebracht welke zijn afgedekt met gaas. Via de ventilatiegaten is het onwaarschijnlijk dat vleermuizen zich toegang kunnen verschaffen tot de achtergelegen ruimte. Op meerdere plaatsen is echter de aansluiting van de dakgoot op de muur van dusdanige aard dat een kier aanwezig is. Vleermuizen kunnen hierdoor in de spouwmuur komen. Het is in dit stadium niet uit te sluiten dat vleermuizen aanwezig zijn, zeker niet gezien het feit dat het veld aan de westzijde zeer geschikt kan zijn als foerageergebied en dat bomen op geringe afstand staan. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vaste rust- en verblijfplaatsen van gebouwbewonende vleermuizen in de te slopen bebouwing moet uitgevoerd worden. De bomen in het plangebied zijn van relatief geringe omvang en zijn goed onderhouden. Hierdoor ontbreken holten of loshangende schors om in/achter te kruipen. De bomen worden daardoor niet geschikt geacht om te dienen als vaste rust- of verblijfplaats voor boombewonende vleermuissoorten. Deze bomen kunnen wel een onderdeel vormen van een vliegroute maar zullen niet essentieel zijn voor het functioneren hiervan. De boomkruinen van bomen aan de overzijde van de Laan van Eikenstein reiken tot over de weg en raken de boomkruinen in het plangebied. Deze bomen kunnen de functie van de bomen in het plangebied overnemen. pagina 3 van 5 311

312 16RV028 Bijlage 14 BP Sanatoriumlaan 37 (Quick scan flora en fauna) vogels Alle vogels en hun nesten zijn strikt beschermd. Actieve nesten van vogels mogen niet worden aangetast of verstoord. Voor de meeste vogels kan worden volstaan met ontzien van nesten in het broedseizoen (globaal van half maart tot half juli). Nestlocaties van enkele vogelsoorten zoals roofvogels, uilen en Huismus zijn buiten het broedseizoen ook jaarrond beschermd, zogenoemde jaarrond beschermde vogelsoorten. Sporen, nesten en holtes van jaarrond beschermde vogelsoorten zijn niet aangetroffen in het plangebied. De gebouwen zijn verder ongeschikt om te dienen als nestlocaties voor bijvoorbeeld Huismus en Gierzwaluw. Negatieve effecten van de plannen op deze soorten zijn niet te verwachten. CONCLUSIE Gebiedbescherming in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur is gezien de relatief kleine ingreep, de tussenliggende bebouwing en afstand niet van toepassing. Op basis van de quick scan flora en fauna zijn vaste rust- en verblijfplaatsen van gebouwbewonende vleermuizen niet uit te sluiten in de te slopen bebouwing. Nader onderzoek dient uitgevoerd te worden naar gebouwbewonende vleermuizen. Pas dan kan worden bepaald of met de sloop van gebouwen sprake is van overtreding van de Flora- en faunawet. Een dergelijk onderzoek bestaat uit meerdere veldbezoeken waarbij met speciale apparatuur vleermuizen kunnen worden gedetecteerd. Deze veldbezoeken zijn seizoensgebonden en moeten voldoen aan het vleermuisprotocol. Onderzoeksperiode van vleermuizen loopt van eind mei medio juli (kraamverblijven) en van medio augustus tot begin oktober (paarverblijven). De zorgplicht is altijd van toepassing, op basis waarvan door iedereen voldoende zorg in acht moet worden genomen voor de in het wild levende dieren en hun leefomgeving. Dit kan bijvoorbeeld door buiten kwetsbare periodes (het voortplantings- en winterslaapseizoen) te starten met werkzaamheden en het gefaseerd werken om dieren de kans te geven om te vluchten. Verder kunnen vogels broeden binnen en in de omgeving van het plangebied. Werkzaamheden die een verstorend effect op broedende vogels veroorzaken dienen daarom plaats te vinden buiten het broedseizoen (broedseizoen loopt van globaal half maart tot half juli). GEBRUIKTE BRONNEN Literatuur Broekhuizen, S., Hoekstra, B., van Laar, V., Smeenk, C., Thissen, J.B.M Atlas van de Nederlandse zoogdieren, uitgeverij KNNV, Utrecht. Limpens, H., Mostert, K., Bongers, W Atlas van de Nederlandse vleermuizen, uitgeverij KNNV, Utrecht. Websites pagina 4 van 5 312

313 16RV028 Bijlage 14 BP Sanatoriumlaan 37 (Quick scan flora en fauna) pagina 5 van 5 313

314 Raadsvoorstel - 16RV029 Initiatief rv GroenLinks Duurzame scholen INITIATIEF-RAADSVOORSTEL 16RV029 Ronde Tafel : 31 mei of 01 juni 2016 Debat : 21 of 23 juni 2016 Raadsvergadering : 05 juli 2016 Informatie bij : Ronald Camstra, GroenLinks Zaaknummer : Aan de Raad van de Gemeente Zeist Onderwerp: Duurzame scholen Voorstel: 1. In te stemmen met de facilitering van deelname van Zeister middelbare scholen aan het Eco- Schools programma. 2. In te stemmen met het reserveren van voor dit doel, ten laste van het overschot van de Jaarrekening. 3. De uitvoering van de deelname over te laten aan de betreffende scholen zelf. Besluit Raad 05 juli 2016: Maatschappelijk effect en doel van het voorstel Het versnellen van de verduurzaming van de Zeister middelbare scholen door het faciliteren van deelname van de scholen aan het internationale Eco-Schools programma. Basis Inleiding Op 10 november 2015 heeft de gemeenteraad van Zeist het raadsvoorstel Verduurzaming Gemeentelijk Vastgoed (waaronder schoolgebouwen) vastgesteld. Dit is een belangrijke stap voorwaarts in de reductie van de gemeentelijke CO2-footprint. Maar duurzaamheid is breder dan de isolatie van het schoolgebouw. Idealiter komen ook zaken als gebruik van water en papier, vervoer, bewustwording en curriculuminhoud aan bod. Bovendien wordt een beter resultaat bereikt wanneer niet alleen de schoolleiding wordt betrokken maar ook docenten, leerlingen en ouders. Daarom stelt dit raadsvoorstel voor de aanpak te verbreden langs de lijn van het internationale Eco-Schools programma. Argumenten 1. Door verduurzaming van schoolgebouwen vermindert de belasting van het milieu 2. Door verbreding van de duurzaamheidsaanpak wordt het effect voor het milieu groter 3. Door het betrekken van leerlingen, ouders en docenten neemt de betrokkenheid toe en groeit de bewustwording van de noodzaak tot verduurzaming. Pagina 1 van 3 314

315 Raadsvoorstel - 16RV029 Initiatief rv GroenLinks Duurzame scholen Toelichtingen Financiën Juridisch Risico s Communicatie Automatisering Anders Verdere proces Na beschikbaarstelling van het budget kunnen de scholen starten met het opstellen van hun eigen plan van aanpak. VERDIEPING Inleiding Op 30 november 2015 hebben de wereldleiders in Parijs afspraken gemaakt om te komen tot maatregelen die een klimaatramp moeten voorkomen. Afgesproken is dat de temperatuur op aarde niet meer dan twee graden mag stijgen. Zeist moet hieraan een bijdrage leveren: de gemeente zelf, burgers, bedrijven en instellingen, en dus ook scholen. Scholen zijn grote gebouwen die veel energie gebruiken. Er valt hier dan ook veel duurzaamheidswinst te halen. De Zeister gemeenteraad heeft met het vaststellen van het raadsvoorstel Verduurzaming Gemeentelijk Vastgoed in november 2015 al een belangrijke stap gezet. Gemeentelijk wordt op dit moment een Plan van Aanpak opgesteld waarin centraal staat hoe de schoolbesturen de schoolgebouwen kunnen verduurzamen. Daarvoor komt er ook een rondgang langs de schoolbesturen om hun ambities en enthousiasme te peilen en op basis daarvan een maatwerkgericht plan op te stellen. Investering in het verduurzamen van het schoolgebouw is overigens niet alleen goed voor natuur en milieu, maar ook voor het verblijfsklimaat. Een frisse school met gezonde lucht voorkomt concentratieproblemen en gezondheidsklachten bij leerlingen en docenten, en draagt bij aan het verhogen van de leerprestaties van de leerlingen. Daarnaast is het belangrijk om het onderwijs te betrekken bij duurzaamheid, om zo te zorgen voor bewustwording bij toekomstige generaties. Eco-Schools Het zou daarom goed zijn als de scholen in Zeist zich aansluiten bij het Eco-Schools initiatief (zie Eco-Schools is een internationaal keurmerk voor duurzame scholen. Eco-Schools is ontwikkeld door de Foundation for Environmental Education (FEE) als invulling van de afspraken van de VN conferentie Environment and Development. Scholen kunnen meedoen aan het programma en kunnen met een zevenstappenplan waarbij leerlingen actief betrokken worden via een bronzen en zilveren certificaat de Groene Vlag ontvangen voor hun inspanningen die leiden tot een duurzame school. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar CO2-reductie, maar naar een breed aantal terreinen, zoals afvalproductie, veiligheid, voeding en waterverbruik. Er nemen in Nederland al ongeveer 100 scholen deel aan Eco-Schools, waarvan er 12 inmiddels het hele programma hebben voltooid en de Groene Vlag hebben ontvangen. Het is dus een bewezen concept. Aan de andere kant zou Zeist uniek zijn wanneer al haar scholen in hetzelfde programma zouden deelnemen, er is nog geen gemeente waar dit al het geval is. Hiermee zou Zeist een koploperspositie verkrijgen in Nederland op het gebied van verduurzaming van scholen. Bovendien biedt gezamenlijke deelname aan het programma de mogelijkheid van kennisuitwisseling en samenwerking, en is het mogelijk om op Zeister niveau een element van competitie tussen de scholen te introduceren. Voordeel van een dergelijke competitie is dat de scholen sterker geprikkeld worden om hun tempo te verduurzamen te verhogen. Met name leerlingen zal een dergelijk competitie-element sterk aanspreken (vergelijkbaar met het jaarlijkse scholierendebat). Hierdoor kan de actualiteitswaarde makkelijker hoog worden houden. ARGUMENTATIE 1. Door verduurzaming van schoolgebouwen vermindert de belasting van het milieu Scholen zijn grote gebouwen met dikwijls nog slechte isolatie, waardoor ze veel energie verbruiken. Door verduurzaming kan het energieverbruik sterk verminderen. Er bestaan op dit punt nu grote verschillen tussen de Zeister scholen, als gevolg van investeringen en initiatieven in het verleden. 2. Door verbreding van de duurzaamheidsaanpak wordt het effect voor het milieu groter Het gaat bij duurzaamheid niet alleen om het gebruik van energie en de uitstoot van CO2. Het 315

316 Raadsvoorstel - 16RV029 Initiatief rv GroenLinks Duurzame scholen Eco-Schoolsprogramma onderscheidt liefst tien thema s: Energie, Afval, Communicatie, Gebouw, Groen, Hygiëne, Mobiliteit, Veiligheid, Voeding en Water. Scholen kunnen zich op al deze tien punten verbeteren. Het milieueffect is daardoor breder dan alleen energiebesparing. 3. Door het betrekken van leerlingen, ouders en docenten neemt de betrokkenheid toe en groeit de bewustwording van het duurzaamheidsvraagstuk Groot voordeel van het Eco-Schoolsprogramma is de benadering van onderop. Gebouwisolatie is dan geen zaak meer voor alleen de facilitaire dienst, maar van de hele schoolgemeenschap. Deelname aan Eco-Schools begint veelal met de vorming van een werkgroep met daarin docenten, leerlingen en ouders. Die stellen een plan van aanpak op, waarin een volgorde binnen de tien thema s wordt bepaald en waarin ruimte is voor creatieve ideeën die passen bij de specifieke situatie van de school. Een onderdeel van het Eco-schoolsprogramma is het verwerken van de initiatieven in het curriculum. Daardoor kunnen leerlingen zelf ideeën aandragen en onderzoeken op haalbaarheid, bijvoorbeeld tijdens themaweken. Hiermee wordt de bewustwording sterk vergroot en voelt het veel meer als een project van de gehele school. TOELICHTING Financiën Deelname aan Eco-Schools is niet gratis. De begeleiding en de certificering wordt in Nederland verzorgd door bureau SME-Advies in Utrecht. De kosten voor deelname zijn per school voor het gehele traject, dat veelal minimaal twee jaar in beslag neemt. Van de scholen wordt een stevig commitment verwacht als tegenprestatie voor de financiële bijdrage van de gemeente. Hoewel de te nemen maatregelen op de langere termijn veelal ook besparingen met zich meebrengen, vormen de deelnamekosten toch een belemmering voor veel scholen om in te stappen. Door deze kosten voor rekening van de gemeente te laten komen, valt deze belemmering weg en kunnen de Zeister scholen instappen. Juridisch De gemeente Zeist treedt alleen op als financier en is verder geen deelnemer. Het is aan de scholen zelf om maatregelen te nemen en de certificering te doorstaan. Communicatie Het bureau SME neemt na aanmelding de verdere communicatie van het project op zich. Het project doet verder geen beroep op gemeentelijke ondersteuning. VERDERE PROCES Planning en uitvoering Wanneer er nog voor de zomervakantie budget wordt toegezegd, dan kunnen de scholen vanaf het nieuwe schooljaar van start gaan. Het tempo hangt van vele zaken af, maar de ervaring leert dan scholen minimaal twee jaar bezig zijn. Evaluatie Een evaluatie lijkt niet nodig, aangezien de externe certificering al een borg geeft op de beoordeling van de voortgang van de scholen. Wel dient gedurende het programma regelmatig de voortgang getoetst te worden ten behoeve van de competitie. SME zal dit voor haar rekening nemen. BIJLAGEN GEEN 316

317 Raadsvoorstel - 16RV029 Initiatief rv GroenLinks Duurzame scholen Raadsbesluit Behoort bij raadsvoorstel Nr. 16RV029 De raad van de gemeente Zeist; gelezen het initiatiefvoorstel van de fractie van GroenLinks; BESLUIT: 1. In te stemmen met de facilitering van deelname van Zeister middelbare scholen aan het Eco- Schools programma. 2. In te stemmen met het reserveren van voor dit doel, ten laste van het overschot van de Jaarrekening. 3. De uitvoering van de deelname over te laten aan de betreffende scholen zelf. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 5 juli 2016 De raad voornoemd, mr. J. Janssen, griffier drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitter 317

Maatschappelijk effect en doel van het voorstel. Voorstel. Basis RAADSVOORSTEL BESTEMMINGSPLAN SANATORIUMLAAN 37

Maatschappelijk effect en doel van het voorstel. Voorstel. Basis RAADSVOORSTEL BESTEMMINGSPLAN SANATORIUMLAAN 37 RAADSVOORSTEL BESTEMMINGSPLAN SANATORIUMLAAN 37 8-3-2016 RAADSVST16 H MelD01 gemeentelijk management team Portefeuillehouder De heer S. Jansen Ronde Tafel 01 juni 2016 Opsteller D.T. Melman Debat 21 of

Nadere informatie

Sanatoriumlaan 37, Zeist

Sanatoriumlaan 37, Zeist Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist Gemeente Zeist Datum: 11 december 2014 Projectnummer: 110709 ID: NL.IMRO.0355.BPSanatriumlaan37-OW01 INHOUD 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel

Nadere informatie

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 2 van 13 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Besluitvlakregels 8 Artikel 3 Gemengd 8

Nadere informatie

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST REGELS van het bestemmingsplan Spoorwegonderdoorgang Den Dolder van de GEMEENTE ZEIST Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Regels bestemmingsplan 3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN" - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 3e herziening

Nadere informatie

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen regels behorende bij het bestemmingsplan Gemeente: Wijk bij Duurstede Plan status: vastgesteld Datum: september 2011 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. de projectkaart de analoge en digitale voorstelling van de in het

Nadere informatie

Rho adviseurs voor leefruimte

Rho adviseurs voor leefruimte Regels 46 47 Regels 45 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 49 Artikel 1 Begrippen 49 Artikel 2 Wijze van meten 51 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 53 Artikel 3 Groen - Beeldbepalend 53 Artikel 4 Waarde - Archeologie

Nadere informatie

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat Regels wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat Planstatus: vastgesteld Datum: 2010-11-23 Plan identificatie: NL.IMRO.0638.BPDorpskernWY001-VAS1 Auteur: Zoeterwoude 1 Inleidende regels...4 Artikel 1 Begrippen...4

Nadere informatie

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v. Regels, behorende bij het bestemmingsplan "Grooterkamp" van de gemeente Lochem Wissing stedebouw en ruimtelijke

Nadere informatie

Regels. Kenmerk: R05

Regels. Kenmerk: R05 Regels Kenmerk: 1581-06-R05 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 4 Artikel 3 Wonen 4 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS Bestemmingsplan Voetgangersverbinding Castricum Limmen REGELS Inhoudsopgave Artikel 1. BEGRIPPEN...3 Artikel 2. WIJZE VAN METEN...4 Artikel 3. VERKEER VERKEER EN VERBLIJF...5 Artikel 4. GROEN...5 Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplanregels Provincie Utrecht

Bestemmingsplanregels Provincie Utrecht Fietspad N224 Bestemmingsplanregels Provincie Utrecht 11 februari 2019 Project Opdrachtgever Fietspad N224 Provincie Utrecht Document Bestemmingsplanregels Status Definitief Datum 11 februari 2019 Referentie

Nadere informatie

Westsingel. Datum 22 juni 2009

Westsingel. Datum 22 juni 2009 Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. Eric Verhagen, gemeente Venray Projectnummer NL.IMRO.0984.BP09005-on01 Projectkenmerk BRO 211x03263 Datum 22 juni 2009 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Maatschappelijk 6 Hoofdstuk 3 Algemene regels 8 Artikel

Nadere informatie

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19 Bestemmingsplan s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19 Gemeente Montferland Datum: 20 juni 2012 Projectnummer: 110780 ID: NL.IMRO.1955.bpsgshbcntzweg1319-on01 INHOUD REGELS 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Groen 6 Artikel 4 Tuin 7 Hoofdstuk 3 Algemene regels 9 Artikel

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 3 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische

Nadere informatie

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer: Uitwerkingsplan Assenrade, fase 2 Gemeente Hattem Datum: 4 juni 2013 Projectnummer: 120492 INHOUD REGELS 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Schakelbepaling 3 2 Bestemmingsbepalingen

Nadere informatie

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 4 4 6 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Bestemmingsregels Wonen 7 7 Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug - 1 - INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 5 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels Transformatorstation Vijfhuizen Regels 2 inpassingsplan Transformatorstation Vijfhuizen Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening 2 Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 7 7 9 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 6 Artikel 3 Maatschappelijk... 6 Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied...

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Regels 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening 10 Artikel 4 Maatschappelijk

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt INPASSINGSPLAN RANDSTAD 380 KV VERBINDING BE- VERWIJK - ZOETERMEER (BLEISWIJK) REGELS INHOUDSOPGAVE blz HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1: Begrippen 1 Artikel 2: Wijze van meten 3 HOOFDSTUK 2.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 8 Artikel 4 Slotregel

Nadere informatie

Oerle 2015, herziening Sint Janstraat

Oerle 2015, herziening Sint Janstraat Bestemmingsplan Oerle 2015, herziening Sint Janstraat Regels Gemeente Veldhoven Datum: 18 juni 2015 Projectnummer: 120453.02 INHOUD REGELS 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van

Nadere informatie

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9" Inhoudsopgave Regels 3 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 6 2 Bestemmingsregels 7 Artikel 3 Agrarisch - Bomenteelt 7 3

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 7 Artikel 3 Bedrijf 7 Artikel 4 Leiding 8 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel

Nadere informatie

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat Regels Groene Scheg- Oldenzaalsestraat 2 bestemmingsplan Groene Scheg- Oldenzaalsestraat (vastgesteld) Inhoudsopgave Regels Groene Scheg- Oldenzaalsestraat Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel

Nadere informatie

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein ID-code: NL.IMRO.0439.BPBRANTJES2018-va03 Procedure: Vaststelling door raad: 31 mei 2018 Herziene vaststelling

Nadere informatie

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden WIJZIGIN Datum: Fase: Planid: NL.IMRO.1735.DExKadeDelden-VS10 Inhoudsopgave Regels 2 3 Hoofdstuk1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 4 4 6 Hoofdstuk2 Artikel 3 Artikel 4 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn 2 3 Inhoudsopgave 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 7 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Bedrijf - Windturbine 9 3 Algemene regels 11 Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling 11

Nadere informatie

REGELS. van het. Bestemmingsplan KERCKEBOSCHLAAN 29 E.V. van de. Gemeente Zeist

REGELS. van het. Bestemmingsplan KERCKEBOSCHLAAN 29 E.V. van de. Gemeente Zeist REGELS van het Bestemmingsplan KERCKEBOSCHLAAN 29 E.V. van de Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 8 Artikel

Nadere informatie

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) Voorschriften Artikel 3 Woondoeleinden (W) Artikel 7 Erven (E) Artikel 8 Tuinen (T) Artikel 5 Waarde Archeologie 1B Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) DOELEINDENOMSCHRIJVING 1. De gronden op de kaart aangewezen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2 Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 2 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Leiding - Gas 5 Hoofdstuk 3 Algemene regels 7 Artikel 4

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI 124.14734.00 Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI 124.14734.00 Rotterdam / Middelburg Bijlage 1 Wegverkeerslawaai 1 Adviesbureau RBOI 124.14734.00 2 Bijlage 1 124.14734.00 Adviesbureau RBOI Bijlage 2 Brieven overlegreacties 1 Adviesbureau RBOI 124.14734.00 2 Bijlage 2 124.14734.00 Adviesbureau

Nadere informatie

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016 Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp Gemeente Goeree-Overflakkee Regels Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016 Planidentificatie: NL.IMRO.1924.ODPGroenedijk1-BP30 Inhoud 1 Inleidende

Nadere informatie

pompstation Breehei te Leunen REGELS

pompstation Breehei te Leunen REGELS pompstation Breehei te Leunen REGELS Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Bedrijf 6 Hoofdstuk 3 Algemene

Nadere informatie

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8 Voorthuizerstraat 5 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Wonen 9 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen Regels Eynderhoof 2015 Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen Vastgesteld, maart 2016 INHOUD REGELS Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 7

Nadere informatie

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje Gemeente Amsterdam Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje Ontwerp blz. 3 Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - REGELS TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE - REGELS TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN 1 PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE I TOEPASSINGSBEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsbereik 2 Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen 2 II DUBBELBESTEMMINGEN Artikel 3 Waarde Archeologie 1 [Terrein van archeologische

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord

RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord Nisommiv asnamaar mingsbir wow,demiese war...damirsimmi traimisalianismin Gemeente Zeist Portefeuillehouder Wethouder Fluitman Ronde Tafel november 2017 Opsteller

Nadere informatie

1 van 4 25 4 2012 13:15

1 van 4 25 4 2012 13:15 1 van 4 25 4 2012 13:15 HOOFDSTUK INLEIDENDE REGELS 1 In deze regels wordt verstaan onder: 1 Begrippen 1 Plan: het bestemmingsplan 'Mijnbouwlocatie Rodewolt' van de gemeente Winsum. 2 Bestemmingsplan:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5 Regels 0375-20-R02 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingen 6 Artikel 3 Groen 6 Artikel 4 Tuin 7 Artikel 5 Wonen 8 Hoofdstuk

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling 1 Inleidende regels... 3 Artikel 1 Begrippen... 3 Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels pagina 1 van 8 Plan: Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0168.01BP045PH01-0401 Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS

BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 begrippen Artikel 2 wijze van meten HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels 6 Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071) Bestemmingsplan N307 Passage Dronten (9071) Bestemmingsplan N307 Passage Dronten (9071) Revisie Datum 19 juni 2015 Auteur(s) Opdrachtgever datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave 19 juni

Nadere informatie

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen Inhoudsopgave regels 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Purmerweg 35/35a

Purmerweg 35/35a Purmerweg 35/35a - 2013 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVPURMERWEG352013-va01 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg Gemeente Wieringermeer projectnr. 194453.08 revisie 05 27 mei 2010 Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Directie B&U, Unit ACR Postbus 205 2050 AE Overveen datum vrijgave

Nadere informatie

N307 Passage Dronten (9071)

N307 Passage Dronten (9071) N307 Passage Dronten (9071) blad 2 van 16 Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 7 Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 9 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 11 Artikel 3 Verkeer 11

Nadere informatie

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd. Deel HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN ARTIKEL 1: Begrippen plan: (digitaal) het bestemmingsplan Lisserbroek 1 e herziening van de gemeente Haarlemmermeer. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten

Nadere informatie

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1 plan: Begrippen Inleidende regels het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten

Nadere informatie

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C) Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6 Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Horeca terras met tuin 5 Hoofdstuk 3 Algemene regels 8 Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18 Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18 Planstatus: vastgesteld Datum: 2012-04-16 IMRO code: NL.IMRO.0335.BPAnneFranklaan-vg01 Auteur: Cultuurland Advies Inhoudsopgave 1 Inleidende

Nadere informatie

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8)

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8) GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8) vastgesteld 10 juli 2014 onherroepelijk 4 september 2014 Regels Kenmerk: 0622-11-R03 Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Regels bestemmingsplan 2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116 Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116" - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 2e herziening

Nadere informatie

Oranjestraat 1 en

Oranjestraat 1 en Oranjestraat 1 en 7-2012 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVORANJESTR0107.va01 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Inhoud Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 7 Artikel 3 Cultuur en ontspanning 7 Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3 Maatschappelijk 4 Artikel 4 Sport 5 HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Regels HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: a. plan: het bestemmingsplan Scholenzone Hanzekwartier Dronten 2041 van de gemeente Dronten; b. bestemmingsplan:

Nadere informatie

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom GEMEENTE HILLEGOM REGELS onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom Hillegom, april 2010 INHOUDOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 4 Artikel 1 Begrippen...

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16 Regels Inhoudsopgave Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 7 Artikel 3 Verkeer 7 Artikel 4 Wonen 8 Hoofdstuk 3 Algemene

Nadere informatie

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

Voorschriften aan projectbesluit Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg" - 1 - HOOFDSTUK 1 Begrippen Artikel 1 Begrippen 1.1 het projectbesluit de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende

Nadere informatie

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10 BESTEMMINGSPLAN Datum: Fase: Planid: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10 De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 Inhoudsopgave Toelichting 2 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels...3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels...7. Hoofdstuk 3 Algemene regels Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels...

Hoofdstuk 1 Inleidende regels...3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels...7. Hoofdstuk 3 Algemene regels Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels... Hoofdstuk 1 Inleidende regels...3 Artikel 1 Begrippen... 3 Artikel 2 Wijze van meten... 6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels...7 Artikel 3 Groen... 7 Artikel 4 Maatschappelijk... 8 Artikel 5 Wonen... 10 Artikel

Nadere informatie

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 195.00.03.52.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 9 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18

Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18 Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18 Regels Status ontwerp Januari 2011 NL.IMRO.0373.BPG09002NWSCHLPW18-B001 Opgesteld door: John Dekker A&O Zinnia-Advies AMA-design

Nadere informatie

1.1 plan: het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.

1.1 plan: het bestemmingsplan Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij Groot-Nibbelink van de gemeente Oude IJsselstreek; 1. Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1 plan: Begrippen Inleidende regels het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de

Nadere informatie

Oranjekwartier Noord

Oranjekwartier Noord Oranjekwartier Noord Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 7 Artikel 3 Verkeer 7 Artikel 4 Wonen 8 Hoofdstuk

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGEN... 6 Artikel 3 Wonen... 6 3.1 Bestemmingsomschrijving... 6 3.2 Bouwregels...

Nadere informatie

Gemeente Rotterdam. Bestemmingsplan Unielocatie, Rotterdam. planregels. Witteveen+Bos. Alexanderstraat 21. postbus

Gemeente Rotterdam. Bestemmingsplan Unielocatie, Rotterdam. planregels. Witteveen+Bos. Alexanderstraat 21. postbus Gemeente Rotterdam Bestemmingsplan Unielocatie, Rotterdam planregels Alexanderstraat 21 postbus 85948 2508 CP Den Haag telefoon 070 370 07 00 telefax 070 360 00 98 Gemeente Rotterdam Bestemmingsplan Unielocatie,

Nadere informatie

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels Bestemmingsplan Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels Gemeente Giessenlanden Voorontwerp Datum: 2 februari 2016 Projectnummer: 140467 ID: NL.IMRO.0689.BP9101-von1 INHOUD REGELS 1 Inleidende

Nadere informatie

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279 Inhoudsopgave Toelichting 3 Regels 279 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 280 Artikel 1 Begrippen 280 Artikel 2 Wijze van meten 283 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 284 Artikel 3 Maatschappelijk 284 Artikel 4

Nadere informatie

Tweede partiële herziening Bedrijven Zuid Regels

Tweede partiële herziening Bedrijven Zuid Regels 2017/40882 Vastgesteld Bestemmingsplan Tweede partiële herziening Bedrijven Zuid Regels Tweede partiële herziening Bedrijven Zuid Inhoudsopgave Regels Regels Hoofdstuk 1 Artikel 1 Hoofdstuk 2 Artikel

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Regels 3

Inhoudsopgave. Regels 3 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Agrarisch met waarden 9 Artikel 4 Natuur 11 Artikel 5

Nadere informatie

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan '1e herziening Smitsweg, locaties Noord en Midden' met identificatienummer

Nadere informatie

Ontwerpbestemmingsplan Fietspad Riethoven - Walik Gemeente Bergeijk. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

Ontwerpbestemmingsplan Fietspad Riethoven - Walik Gemeente Bergeijk. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 7 Artikel 3 Groen 7 Artikel 4 Verkeer 8 Artikel 5 Waarde Archeologie 4.2 9 Hoofdstuk

Nadere informatie

snippergroen 2017 planregels Snippergroen 2017 snippergroen 2017 planregels

snippergroen 2017 planregels Snippergroen 2017 snippergroen 2017 planregels Snippergroen 2017 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 Bestem m ingsregels 7 Artikel 3 Tuin 7 Artikel 4 Wonen 8 Artikel 5

Nadere informatie

Hoort bij 13RV Bestemmingsplan Landgoed Warna Regels

Hoort bij 13RV Bestemmingsplan Landgoed Warna Regels Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingen 5 Artikel 3 Bos 5 Artikel 4 Wonen 7 Hoofdstuk 3 Algemene regels 9 Artikel

Nadere informatie

Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7

Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7 Regels Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 3 Artikel 1 Begrippen... 3 Artikel 2 Wijze van meten... 6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7 Artikel 3 Tuin...

Nadere informatie

R e g e l s. 151.19.50.00.00.rgl

R e g e l s. 151.19.50.00.00.rgl R e g e l s 151.19.50.00.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o fd s tu k 1 I n l eiden d e regels Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 8 H o o fd s tu k 2 B es t e m m i n g s r eg e l s Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Archeologie

Bestemmingsplan Archeologie Bestemmingsplan Archeologie 2 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 2 Waarde - Archeologie 1 6 Artikel 3 Waarde - Archeologie

Nadere informatie

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7 INHOUD R E G E L S 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 ARTIKEL 1 BEGRIPPEN 1 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 4 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 ARTIKEL 3 WONEN 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7 ARTIKEL

Nadere informatie

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp Planstatus: vastgesteld Datum: 2016-03-15 Plan identificatie: NL.IMRO.0547.WPZijldijk41-VG01 Auteur: G. Bot AgROM 1 Inleidende regels... 5 Artikel 1 Begrippen...

Nadere informatie

Een uitbreiding van het hoofdgebouw in één bouwlaag (hieronder wordt tevens een uitbouw begrepen). 1.3 Aanduiding

Een uitbreiding van het hoofdgebouw in één bouwlaag (hieronder wordt tevens een uitbouw begrepen). 1.3 Aanduiding Regels Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen 1.1 Plan Het bestemmingsplan Brandweerkazerne 1 e Maasvlakte van de gemeente Rotterdam. 1.2 Aanbouw (uitbouw) Een uitbreiding van het hoofdgebouw

Nadere informatie

Begrippen: bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

Begrippen: bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. Beleidsregels voor de toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo. 1. Voor een toetsing van een aanvraag om een omgevingsvergunning

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS... 6 Artikel 3 Groen... 6 Artikel 4 Maatschappelijk... 7 HOOFDSTUK

Nadere informatie

REGELS Inhoudsopgave

REGELS Inhoudsopgave REGELS Inhoudsopgave Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Nadere regels 2 Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied 3 Artikel 4 Wonen 3 Artikel 5 Algemene aanduidingsregels 6 Artikel 6 Slotregel 7 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 2. Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 6. Kenmerk: R02

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 2. Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 6. Kenmerk: R02 Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 2 Artikel 2 Woondoeleinden / historische linten 2 Artikel 3 Schakelbepaling 5 Hoofdstuk 3 Overgangs-

Nadere informatie

Bestemmingsplanregels

Bestemmingsplanregels Bestemmingsplanregels 02816.002bp12 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 3 Artikel 1 Begrippen... 3 Artikel 2 Wijze van meten... 6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7 Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied...

Nadere informatie

wijzigingsplan Zijldijk 32a

wijzigingsplan Zijldijk 32a Regels wijzigingsplan Zijldijk 32a Planstatus: ontwerp Datum: 2016-03-01 Plan identificatie: NL.IMRO.0547.WPzijldijk32a-ON01 Auteur: G. Bot AgROM 1 Inleidende regels... 5 Artikel 1 Begrippen... 5 1.1 plan:...

Nadere informatie

1 Inleidende regels... 2. Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 6. 2 Bestemmingsregels... 7. Artikel 3 Woongebied...

1 Inleidende regels... 2. Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 6. 2 Bestemmingsregels... 7. Artikel 3 Woongebied... Regels INHOUDSOPGAVE 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 6 2 Bestemmingsregels... 7 Artikel 3 Woongebied... 7 3.1 Bestemmingsomschrijving... 7 3.2 Bouwregels...

Nadere informatie