Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. modulair handboek centrale verwarming. module 7: gasinstallaties, Boekdeel 1.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. modulair handboek centrale verwarming. module 7: gasinstallaties, Boekdeel 1."

Transcriptie

1 Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid modulair handboek centrale verwarming module 7: gasinstallaties, Boekdeel 1 aardgasleidingen

2

3 voorwoord module 7: boekdeel 1 voorwoord Situering Er bestaan al verschillende boeken over centrale verwarming, maar de meeste zijn te theoretisch of verouderd. Daarom is de vraag naar een modern en praktisch handboek enorm groot. Het Modulair handboek Centrale Verwarming werd geschreven in opdracht van het FVB (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid). Met de stuwende kracht van Roland Debruyne, ere-voorzitter UBIC (beroepsorganisatie van de installateurs voor centrale verwarming) en de steun van BOUWUNIE (De Vlaamse KMO-bouwfederatie). De boekdelen uit de modules over gas werden in samenwerking met het KVBG (Koninklijke Vereniging Belgische Gasvaklieden) samengesteld. Bepaalde onderdelen die gemeenschappelijk zijn voor het handboek De sanitaire installateur (uitgave FVB) werden in overleg met de redactie van dit handboek op elkaar afgestemd. Een aantal krachten uit het onderwijs, Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming Syntra en bedrijven sloegen de handen ineen en vormen het redactieteam. Dit naslagwerk is opgebouwd uit verschillende modules en boekdelen. Zo vinden we boekdelen die zich meer gaan richten naar het niveau van uitvoerder (monteur). Andere richten zich dan weer eerder naar het niveau van onderhoudsmedewerker (technicus) of leidinggevende (installateur). De actuele structuur met modules en boekdelen vind je terug op de rugzijde van de kaft. Zij wordt aangepast aan de noodzaak van de opleiding en aan de vernieuwing van de technieken. Het naslagwerk wisselt tekst zoveel mogelijk af met afbeeldingen. Dat visualiseert de leermiddelen voor de lezer. Om goed aan te sluiten bij de realiteit en de principes van competentieleren, is een praktijkgerichte beschrijving het uitgangspunt van elk onderwerp. Maar in deze boekdelen vind je geen praktijkoefeningen terug, want het is geen schoolboek Opleidingsonafhankelijk Het naslagwerk werd zodanig ontwikkeld dat het voor verschillende doelgroepen toegankelijk is. We streven naar een doorlopende opleiding: zo kan zowel een leerling van een school, als een cursist van een middenstandsopleiding, als een werkzoekende in opleiding, als een verwarmingsmonteur die wenst bij te blijven, dit naslagwerk gebruiken. Ook een installateur die bepaalde technieken opnieuw wil opfrissen, vindt hier zijn/haar gading. Een geïntegreerde aanpak Duurzaam installeren wordt geïntegreerd in de leerstof. Om overlap te voorkomen, werkten we binnen elk boekdeel een apart thema toegepaste wetenschappen uit. Veiligheid, gezondheid en milieu willen we zoveel mogelijk integreren. Waar nodig voorzien we een apart thema. Hetzelfde geldt voor delen uit normen en WTCB-publicaties die ook in de boekdelen komen. Robert Vertenueil, Voorzitter fvb-ffc Constructiv 3

4 Redactie Coördinatie: Werkgroep: Patrick Uten Paul Adriaenssens Inge De Saedeleir Gustaaf Flamant René Onkelinx Jacques Rouseu Chris De Deyne Teksten: Tekeningen: Paul Adriaenssens Gustaaf Flamant Kurt Goolaerts Tony Kempeneers Bart Thomas Patrick Uten en de andere leden van de werkgroep CERGA onder leiding van KVBG. Thomas De Jongh + KVBG Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, Brussel, 2012 Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen D/2012/1698/08 Contact Voor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij: fvb-ffc Constructiv Koningsstraat 132/ Brussel Tel.: Fax: website : fvb.constructiv.be De inhoud van deze boekdelen is herkenbaar verdeeld in 3 groepen: monteur (M), technicus (T) en installateur (I).

5 inhoud module 7: boekdeel 1 inhoud Voorwoord... 3 Inhoud aardgas van oorsprong tot distributie [MTI] Oorsprong van aardgas Vervoer Transport via pijpleidingen Transport per schip Opslag Distributie Hogedruknet (HD) Middendruknet (MD) Lagedruknet (LD) Fysische grootheden Druk en drukmeting [MTI] Algemeen Absolute druk, atmosferische druk en overdruk Meten van druk met manometer Temperatuur [TI] Dichtheid [TI] Volumedebiet [TI] Verband tussen druk, temperatuur en volume [TI] Kookpunt dampspanning dauwpunt [TI] eigenschappen van aardgas [TI] Samenstelling van aardgas Aardgas is niet giftig Aardgas is lichter dan lucht Aardgas is geur- en kleurloos Aardgas is brandbaar/explosief Aardgas is brandbaar Aardgas is explosief Symbolen, eenheden en afkortingen Scheikundige symbolen Eenheden Afkortingen/symbolen Samenvatting uitvoering van de binnenleiding Normering [MTI] Materialen en verbindingswijzen [MTI] Algemeen Veiligheidsvoorschriften Staal Koper Polyethyleen (PE) Kranenstel Uitvoering Algemene voorschriften Fittings en T-stukken [MTI] Sectioneerkranen [MTI] Bevestigingsbeugels [MTI] Uitwendig beschermen van de leidingen [MI] Elektrische continuïteit [TI] plaatsen van de gasleidingen Plaatsen van gasleidingen in een gebouw [MI] Gevolgde weg en bereikbaarheid van de leidingen [NBN D ] Ruimtelijke schikkingen Bijzondere bepalingen voor stijgleidingen in een gebouw Tussengasmeter Bijzondere bepalingen voor de plaatsing van een metalen slang Aansluiten van verbruikstoestellen op de binnenleiding Plaatsing van gasleidingen buiten een gebouw [MI] Bovengronds buiten een gebouw Ondergronds buiten een gebouw Ondergronds onder een gebouw testen en controleren van de binnenleiding [MTI] Algemeen Reinigen van de leidingen Dichtheidsproef Dichtheidsproef met lucht of stikstof Dichtheidsproef met de gasmeter Dichtheidscriteria

6

7 inhoud module 7: boekdeel Ontluchten Dichtheid bij samenvoegingen Ontgassen van een binneninstallatie Veilig openen en sluiten van een gasmeter Afmetingen van de leidingen en toelaatbaar drukverlies Samenvatting Inbedrijfstelling van de installatie Berekenen van een LD binnenleiding [I] Berekenen van een lagedrukbinnenleiding Algemeen Drukverliezen Lineaire drukverliezen Plaatselijke drukverliezen Vermindering of verhoging van het drukverlies door hoogteverschillen Berekeningsprocedure Opstellen van het schema van de installatie Bepalen van het meest benadeelde toestel Bepaling van de diameters van de leidingen Controle van het effectieve drukverlies tot aan de stopkraan van elk toestel Tabellen en diagrammen Voorbeelden van hoe je een LD-binnenleiding berekent [I] Voorbeeld Opstellen van het schema van de installatie Bepalen van het meest benadeelde toestel Bepalen van de diameters van de leidingen Controle van het effectieve drukverlies tot aan de stopkraan van elk toestel Voorbeeld Opstellen van het schema van de installatie Bepalen van het meest benadeelde toestel Bepalen van de diameters van de leidingen Controle van het effectieve drukverlies tot aan de stopkraan van elk toestel Oplossing Bepalen van de leidingdiameters Controle van het effectieve drukverlies tot aan de stopkraan van elk toestel Oplossing Bepalen van de leidingdiameters Controle van het effectieve drukverlies tot aan de stopkraan van elk toestel Gebruik van de tabel van de eenheidsdrukverliezen Voorbeeld van rekenblad Schema Keuze van het meest benadeelde toestel Bepalen van de diameters van de leidingdelen Controle van het effectieve drukverlies tot aan de stopkraan van elk toestel Bijlage A: bepaling van de leiding-diameter voor één verbruikstoestel [MTI] Doelstelling Basis Gebruik van de tabel ÉÉN leiding met ÉÉN toestel ÉÉN toestel bijplaatsen op een bestaande installatie Bijlage B: uurdebieten aardgas [MTI] Gasdebiet naargelang van het nominale vermogen Gasdebiet van enkele aardgastoepassingen Uurdebiet volgens vermogen Bijlage C: technische termen Eenheden van lengte / Oppervlakte en inhoud Druk Temperatuur Dichtheid Volumedebiet Scheikundige symbolen Afkortingen / Letterwoorden Energie / Warmte / Verbranding Eenheden

8

9 1. Aardgas van oorsprong tot distributie [MTI] module 7: boekdeel 1 1. Aardgas van oorsprong tot distributie [MTI] 1.1 Oorsprong van aardgas Het aardgas dat wij vandaag gebruiken is ongeveer 600 miljoen jaar geleden uit plantaardige en dierlijke resten ontstaan. Geologisch onderzoek en analyse van de ondergrondstructuur bepalen de mogelijke posities van de lagen die aardgas en/of aardolie bevatten. Boorinstallaties voeren proef- en evaluatieboringen uit om de omvang en de kwaliteit van het reservoir te bepalen. Daarna wordt de productiemethode bepaald. Grote buisleidingen voeren het gewonnen ruwe aardgas, zo nodig, naar een behandelingsfabriek. 1.2 Vervoer Transport via pijpleidingen Pijpleidingen bestaan uit gelaste stalen buizen die zorgvuldig uitwendig bekleed worden. Het gezuiverde aardgas gaat naar de verbruikszones op twee manieren: pijpleidingen over land Dit zijn voldoende diep ingegraven leidingen, waardoor grote hoeveelheden gas onder grote druk getransporteerd worden bv. Nederlands aardgas dat vanuit Slochteren naar België komt. onderzeese pijpleidingen Dit zijn op de bodem van de zee verankerde leidingen bv. Noors aardgas dat langs de ondergrondse Zeepipe tot in Zeebrugge komt Transport per schip Methaantankers vervoeren aardgas dat in het land van herkomst vloeibaar gemaakt is, naar de verbruikszone. Aardgas wordt onder atmosferische druk vloeibaar bij een temperatuur van 162 C. In de verbruikszone wordt het gas dan opnieuw vergast. In vloeibare toestand heeft aardgas een 600 keer kleiner volume dan in gasvormige toestand, wat deze werkwijze economisch verantwoord maakt. 9

10 module 7: boekdeel 1 1. Aardgas van oorsprong tot distributie [MTI] Momenteel voeren methaantankers in ons land vloeibaar aardgas (LNG = Liquified Natural Gas) aan (o.a. uit Qatar) in de haven van Zeebrugge. Methania capaciteit m 3 lng (Liquified Natural Gas = vloeibaar aardgas) 1.3 Opslag Om grote schommelingen in het verbruik en in de aanvoer te kunnen opvangen hebben we een relatief grote opslagcapaciteit nodig. België beschikt momenteel over meerdere grote aardgasopslagmogelijkheden: in Zeebrugge en Dudzele (in tanks, in vloeibare vorm), in Loenhout (in diepe waterhoudende lagen, in gasvorm), en in Anderlues en Péronnes (in afgedankte steenkoolmijnen, ook in gasvorm). 1.4 Distributie 10 Ons land voert twee aardgassoorten in: L-gas (de groep van aardgassen met laag calorisch vermogen); H-gas (de groep van aardgassen met hoog calorisch vermogen). Het aardgas van Slochteren (Nederland) is een L-gas. Aardgas uit de Noordzee en aardgas uit Qatar zijn H-gassen.

11 1. Aardgas van oorsprong tot distributie [MTI] module 7: boekdeel 1 Voor de ontvangst van het aardgas en het transport ervan op Belgisch grondgebied beschikken we over een uitgebreide infrastructuur. Een belangrijk deel van het in ons land ingevoerde aardgas voeren we door naar onze buurlanden: Frankrijk, Groothertogdom Luxemburg, Duitsland en Groot-Brittannië. Wanneer het aardgas door de pijpleidingen stroomt, neemt de druk door de wrijving tegen de binnenwand geleidelijk af. Het drukverlies is o.a. afhankelijk van de overbrugde afstand. Bij de opbouw van het aardgasnet transport en distributie vertrekken we daarom van relatief hoge drukniveaus. Na trapsgewijze verlaging kunnen we dan uiteindelijk de juiste druk leveren voor de verbruikstoestellen van elke verbruiker. In het Koninklijk Besluit van 28 juni 1971 worden de netten volgens de hoogste werkdruk (1) onderverdeeld in: Hogedruknet (HD) De HD-transportnetten werken op een werkdruk groter dan kpa (15 bar) Middendruknet (MD) De installaties van de maatschappijen voor de openbare distributie van aardgas omvatten gasontvangst-, meet- en reduceerstations. Het transportnet bevoorraadt ze op een druk van maximaal kpa (15 bar). Het gas wordt er geodoriseerd en daarna getransporteerd naar distributie- of industriële klantencabines. Het gas wordt hiertoe in cascade ontspannen tot verschillende drukniveaus die variëren van kpa (15 bar) tot 800 kpa (8 bar) en 500 kpa (5 bar), naargelang van de te overbruggen afstanden en het te leveren debiet. Zolang de druk boven 100 hpa (100 mbar) blijft en kpa (15 bar) niet overschrijdt, spreken we van middendruk Lagedruknet (LD) In de wijkcabines wordt de druk verlaagd tot lage druk: 100 hpa (100 mbar) of 20 hpa/25 hpa (20 mbar/25 mbar). Het lagedruknet brengt met zijn leidingen het aardgas tot bij de klanten (huishoudelijke, ambachtelijke en KMO-klanten) door middel van de aftakkingen en (1) Hoogste werkdruk (in de EN-normen aangeduid met MOP Maximum Operating Pressure): de hoogste druk in een leiding onder normale exploitatieomstandigheden. Normale exploitatieomstandigheden betekent geen onderbreking of storing van het gasdebiet. 11

12 module 7: boekdeel 1 1. Aardgas van oorsprong tot distributie [MTI] de gasmeters. Het is een vermaasd net dat drukschommelingen moet voorkomen en de leveringszekerheid waarborgen. Uiteindelijk moet de druk na de gasmeter bij de huishoudelijke klant altijd 20 hpa (20 mbar) of 25 hpa (25 mbar) bedragen, omdat dit de werkdruk is voor de in België gecommercialiseerde verbruikstoestellen. Daar waar ze L-gas levert, moet de distributiemaatschappij de druk terugbrengen tot 25 mbar (25 hpa). Waar ze H-gas levert, moet dit 20 mbar (20 hpa) zijn. Als de distributiemaatschappij de druk in de wijkcabine terugbrengt tot 100 mbar (100 hpa), moet zij een huisdrukregelaar vóór de gasmeter plaatsen. Die moet er bij de klant voor zorgen dat de druk verlaagt tot de werkdruk van de verbruikstoestellen (20 mbar of 25 mbar). LD MD A MD B MD C HD mbar 15 bar hoger dan 15 bar 100 mbar 5 bar 12

13 2. Fysische grootheden module 7: boekdeel 1 2. Fysische grootheden 2.1 Druk en drukmeting [MTI] Algemeen Druk wordt veroorzaakt door een kracht die loodrecht inwerkt op een beschouwd oppervlak. Het symbool voor druk is p (eenheid: Pascal = Pa), dat voor kracht is F (eenheid: Newton = N) en dat voor oppervlakte A (eenheid: m²). Aan de hand van deze symbolen kun je druk als volgt definiëren: p = F A luchtledig 1 atm 1 atm water 10,33 m luchtledig kwik 76 cm Effect van een druk van 1 atm Principe van Pascal Druk plant zich in alle richtingen gelijk voort door alle gassen en vloeistoffen in rusttoestand. Daarbij is op één bepaald horizontaal vlak de druk overal dezelfde. Eenheden De SI-eenheid (internationale standaard) voor druk is Pascal (Pa). Dat is de druk die een kracht van 1 Newton (1 N = 1kg m/s²) loodrecht op een oppervlak van 1 m² uitoefent, of 1 Pa = 1 N/m² Bij gastechnische toepassingen gebruiken we meestal de eenheid bar met als afgeleide eenheid mbar (millibar). Daarbij geldt: 1 bar = mbar 1 bar = 10 5 Pa = Pa 100 Pa = 1 mbar 1 atm (atmosfeer) = 760 mmhg (mm kwikkolom) 1 atm = mbar = 1,013 bar Oude, niet meer gebruikte SI-eenheden voor druk zijn: 1 mmhg (kwikkolom) = 13,59 mmwk 10 mmwk (waterkolom) 1 mbar 100 Pa 1 mmwk (waterkolom) = 9,81 Pa = 9,81 1/100 mbar = 0,0981 mbar 1 mbar = 10,19 mmwk 1 atm = mbar = 10,326 mwk (een waterkolom van 10,326 m) 13

14 module 7: boekdeel 1 2. Fysische grootheden Absolute druk, atmosferische druk en overdruk Gastechnische toepassingen gaan bijna altijd gepaard met de atmosferische druk van de omgeving. Wanneer we zeggen: De gasdruk in de binnenleiding bedraagt 25 mbar, betekent dat dat de gasdruk in de binnenleiding 25 mbar hoger is dan de atmosferische druk rond de leiding. De druk van 25 mbar noemen we de effectieve of relatieve druk, of kortweg de overdruk in de leiding. De som van de overdruk in de leiding en de atmosferische druk errond is de eigenlijke druk of absolute druk in de leiding. Als je bepaalde mathematische vergelijkingen maakt, moet je altijd de absolute druk van het gas gebruiken. Het verband tussen beide grootheden is: absolute druk = atmosferische druk + overdruk Hierbij is de atmosferische druk de werkelijke atmosferische druk in de omgeving van het gebeuren. Onder normale omstandigheden bedraagt de atmosferische druk (op zeespiegelniveau) mbar. Dat is dan meteen ook de referentiedruk. Het verschil tussen de werkelijke atmosferische druk en de normale atmosferische druk is bij de meeste toepassingen in onze streken verwaarloosbaar. Bij enkele toepassingen, bv. bij sterke hoogteverschillen in de installatie, moeten we een correctie toepassen Meten van druk met manometer Een manometer meet een overdruk. Vloeistofmanometer De eenvoudigste manometer is een vloeistofmanometer. Deze bestaat uit een U-vormige, geplooide glazen of plastic buis, die gevuld is met een vloeistof. In rust zijn beide benen onderhevig aan de atmosferische druk en staat het niveau in beide benen even hoog. Dit niveau komt overeen met het nulpunt. Als we nu één been verbinden met de gasleiding, daalt de vloeistof in dit been onder invloed van de gasdruk. Het niveau in het andere been stijgt gelijkmatig. Het verschil tussen beide niveaus is de maat voor de overdruk van het gas in de leiding. 14

15 2. Fysische grootheden module 7: boekdeel 1 De afleesschaal van deze manometers kun je ijken in Pa, bar of mbar. Vloeistofmanometer Opgelet De gemeten overdruk komt overeen met de druk die de verplaatste vloeistofkolom uitoefent. De indeling op de afleesschaal van de U-buismanometer is dus afhankelijk van de gebruikte vloeistof. Als je vloeistof moet bijvullen, moet je zeker vloeistof met dezelfde dichtheid gebruiken, anders zijn de aflezingen niet juist. Micromanometer Kleine onder- of overdrukken, die soms optreden in branders, schoorstenen, e.d. meten we met een micromanometer. Dit is een U-buismanometer met een schuin been, waardoor je nauwkeuriger kunt aflezen. Micromanometer Voor eenzelfde druk is de afstand AB groter dan A B, waardoor een nauwkeurigere aflezing mogelijk is. Bourdon-manometer Bourdon-manometer Om grotere drukken bv. groter dan 100 mbar te meten, gebruiken we de metalen Bourdon-manometer. Deze manometer bestaat uit een veerkrachtige, opgerolde metalen buis, met constante wanddikte en ovale doorsnede. Onder invloed van de druk wil deze buis zich ontrollen. Deze vervorming zet zich mechanisch over op de wijzer, die zich over de schaal beweegt. Dit manometertype registreert alleen overdrukken. 15

16 module 7: boekdeel 1 2. Fysische grootheden Belangrijk Hoe meten we de druk aan de ingang van een verbruikstoestel? Wanneer er geen gas in een leiding stroomt er is dan geen debiet dan is de gasdruk (overdruk) dezelfde, zowel bij het begin van de leiding als op het einde ervan, ongeacht de lengte van de leiding. Opgelet: we meten pas nadat de druk zich gestabiliseerd heeft. Maar wanneer er gas door die leiding stroomt er is dan wel debiet dan neemt de druk door het wrijvingsverlies tegen de binnenwand van de leiding af naarmate we verder stroomafwaarts meten drukverlies. Om de druk aan de ingang van een verbruikstoestel correct te kunnen meten, moeten we bij maximaal debiet van het toestel meten. Alleen zo houden we rekening met het drukverlies tussen de gasmeter en het toestel, én weten we of de gasdruk aan het toestel voldoende is voor de optimale werking ervan. 2.2 Temperatuur [TI] Temperatuur is de fysische grootheid die de warmtetoestand van een lichaam beschrijft. Eenheden De gebruikelijke SI-eenheid voor temperatuur is de graad Celsius symbool C. De 0 op de schaal van Celsius duidt de temperatuur aan waarop zuiver water van de vaste toestand (ijs) naar de vloeibare toestand (water) overgaat. De 100 op die schaal wijst de temperatuur aan waarop zuiver water begint te koken. Allemaal onder normale atmosferische druk = mbar. Eén graad Celsius ( C) stemt overeen met een honderdste (1/100) van het verschil tussen 0 C en 100 C. De SI-eenheid die we gebruiken bij warmteleer is Kelvin symbool K. Het nulpunt van de temperatuurschaal van Kelvin ligt op het absolute nulpunt (kouder kan niet!) en bedraagt 273,15 C. Op beide schalen, die van Celsius en die van Kelvin, is de afstand tussen twee opeenvolgende waarden dezelfde: stijgt de temperatuur met 1 C, dan stijgt hij ook met 1 K. 273,15 K = 0 C 100 C = 373,15 K 16

17 2. Fysische grootheden module 7: boekdeel Dichtheid [TI] De dichtheid van een gas is de verhouding tussen de massa van een volume gas en de massa van eenzelfde volume droge lucht, gemeten in dezelfde omstandigheden van temperatuur en druk we noemen dit ook de relatieve dichtheid. Symbool: d De dichtheid is een onbenoemd getal. Aardgas : d = 0,62 tot 0,64 Lucht : d = 1 Propaan : d = 1,56 Butaan : d = 2,09 Aardgas is lichter dan lucht. Butaan en propaan zijn zwaarder dan lucht. 2.4 Volumedebiet [TI] Het volumedebiet is het volume vloeistof of gas dat zich per tijdseenheid verplaatst, bv. bij doorstroming in een leiding. Eenheden SI-eenheid: m 3 /s (kubieke meter per seconde) Afgeleide eenheden: l/h : liter per uur m3/h : kubieke meter per uur 1 m 3 /h = l/h Voorbeeld: een balgengasmeter is een instrument dat volumes meet. We lezen, in liter, het volume gas af dat gedurende 1, 2, 5, 10 of 60 minuten door de gasmeter stroomt. Het overeenstemmende debiet in m 3 /h becijfer je dan door het afgelezen getal te vermenigvuldigen met respectievelijk 60, 30, 12, 6 of 1. Uiteraard: hoe groter de afleestijd, hoe nauwkeuriger de meting. Hoe lees je het volume in liter af op een gasmeter met roltelwerk? De cijfertelwerken van de balgen- en rotorgasmeters hebben, afhankelijk van hun maximale volumedebiet, drie of twee cijfers na de komma. De cijfers na de komma zijn meestal rood weergegeven. Bij een cijfertelwerk met drie cijfers na de komma, vormen deze drie cijfers het aantal liter. Bv.: op het telwerk 47126,023 lezen we af: kubieke meter en 23 liter. Gasmeter-telwerk met 3 cijfers na de komma Bij een cijfertelwerk met maar twee cijfers na de komma bekomt men het aantal liter door het getal rechts van de komma te vermenigvuldigen met

18 module 7: boekdeel 1 2. Fysische grootheden Bv.: op het telwerk ,79 lezen we af: nul kubieke meter en 790 liter. Als je dit nauwkeurig wilt lezen, moet je met de aanwezige verdeelstreepjes tussen twee opeenvolgende cijfers (in ons geval het derde van de vijf verdeelstreepjes tussen de cijfers 9 en 0) het aantal liter schatten 796 liter. 2.5 Verband tussen druk, temperatuur en volume [TI] Gasmeter-telwerk met 2 cijfers na de komma Stoffen kunnen in drie toestanden of fasen voorkomen. De drie toestanden van water zijn ons het best bekend: vast (ijs), vloeibaar (water) en gasvormig (waterdamp). Een stof kan van de ene in de andere toestand overgaan als je warmte toevoegt of onttrekt (bij constant gehouden druk). Water gaat bv. bij het koken (warmtetoevoeging) over van de vloeistoffase naar de gas- of dampfase (waterdamp). Waterdamp gaat bij het condenseren (afkoeling = warmte afgestaan) over in water. Analoog hiermee gebeurt in een gasfles bv. de overgang voor butaan of propaan van de vloeistof- naar de gasfase, en omgekeerd. De toestand waarin een stof zich bevindt, is afhankelijk van zijn druk en temperatuur. Wanneer we zeggen dat een bepaalde hoeveelheid gas een bepaald volume inneemt, moeten we altijd vermelden bij welke druk en temperatuur dit gebeurt. Afspraak 1 normaal m 3 symbool 1 m 3 (n) aardgas is een volume van 1 m 3 aardgas onder normale omstandigheden, gekenmerkt door een absolute druk van mbar en een temperatuur van 0 C (of 273,15 K). De faseovergang kan ook gebeuren door verhoging van de druk (het gas samendrukken) of verlaging van de druk (het gas ontspannen) bij constant gehouden temperatuur. Denk eraan: aardgas wordt bij atmosferische druk vloeibaar bij een temperatuur van 162 C (temperatuur van het vloeibare gas in een LNG-tanker). Normaal kubieke meter Aardgas is zoals elk ander gas sterk samendrukbaar. Dat is in tegenstelling tot vloeistoffen en vaste stoffen, die nauwelijks samendrukbaar zijn. Aardgas sla je op en verdeel je onder drukniveaus die sterk uiteenlopen van 20 mbar tot 200 bar (variatie van 1 tot ). De hoeveelheid aardgasdeeltjes die zich in een volume van 1 m 3 bevinden, neemt dan ook heel sterk toe bij een dergelijke drukverhoging. Omdat de hoeveelheid energie samenhangt met de hoeveelheid aardgasdeeltjes, hebben we een duidelijke afspraak nodig over het volume dat die deeltjes innemen. Om gasvolumes met elkaar te kunnen vergelijken, moeten we dus de hoeveelheid 1 m 3 preciezer omschrijven. 18

19 2. Fysische grootheden module 7: boekdeel Kookpunt dampspanning dauwpunt [TI] Als we, bij constante druk, energie toevoegen aan een vloeistof, stijgt de temperatuur ervan en gaat er vloeistof over in gasvorm of dampfase. Op het ogenblik dat de temperatuur stijgt tot een bepaalde waarde, het kookpunt, wordt alle toegevoerde energie gebruikt om de vloeistof te verdampen de vloeistof kookt. Water bereikt het kookpunt bij atmosferische druk (1 013 mbar) bij een temperatuur van 100 C. Bij de verbranding van aardgas ontstaat water (2). Omdat dit water er komt bij een temperatuur die ver boven het kookpunt van water ligt, wordt dit water onmiddellijk waterdamp. De druk van de waterdamp in de verbrandingsproducten de dampspanning verandert met de temperatuur van de waterdamp. Bij een bepaalde temperatuur bereikt die druk een maximale waarde, de maximale dampspanning of de verzadigingsdruk. De waterdamp condenseert dan en gaat over van de gas- naar de vloeistoffase. De temperatuur waarbij dit gebeurt, noemen we het dauwpunt. (2) Meer informatie vind je in module 7 boekdeel 2: Verbranding en toestellen 19

20

21 3. Eigenschappen van aardgas [TI] module 7: boekdeel 1 3. Eigenschappen van aardgas [TI] Aardgas is niet giftig. Aardgas is lichter dan lucht. Aardgas is geur- en kleurloos. Aardgas is brandbaar en explosief. 3.1 Samenstelling van aardgas De gecommercialiseerde gassen die als brandstof dienen, bestaan meestal uit meerdere gassen, maar in heel zeldzame gevallen gebruiken we een 100 % zuiver gas, bv. methaan, als brandstof. Voor ieder afzonderlijk element in een samengesteld gas kunnen we de concentratie bepalen. Tabel 1 geeft de samenstelling en de volumetrische concentratie (gemiddelde waarden) van aardgassen die in België ingevoerd worden. Eén atoom CH 4 Hierbij moeten we de volgende zaken opmerken: Het hoofdbestanddeel van alle aardgassen is methaan (CH4). De eerste zes vermelde bestanddelen in tabel 1 zijn koolwaterstoffen brandbare gassen die energie leveren en opgebouwd zijn uit de scheikundige elementen koolstof en waterstof. Verrijkt Slochteren -gas bevat 87,743 % koolwaterstoffen; de andere aardgassen bevatten tussen 95,02 % en 99,17 %. Het percentage stikstof (N 2 ) in Slochteren-aardgas ligt duidelijk hoger dan in de andere aardgassen het bevat daardoor minder brandbare gassen, dus minder energie. Het Slochteren-aardgas behoort tot de groep van de L-aardgassen (L = Low = Lage warmte-inhoud), soms wordt het Arm Gas genoemd. De aardgassen uit de Noordzee en Algerije/Qatar behoren tot de groep van de H-aardgassen (H = High = Hoge warmte-inhoud), en worden soms Rijk Gas genoemd. 21

22 module 7: boekdeel 1 3. Eigenschappen van aardgas [TI] Tabel 1 Gemiddelde volumetrische samenstelling (gemiddelde waarden 2008) Gas- Componenten Methaan (CH 4 ) Ethaan (C 2 H 6 ) Propaan (C 3 H 8 ) Butaan (C 4 H 10 ) (ISO en normaal) Penthaan (C 5 H 12 ) (ISO en normaal) Zware koolwaterstoffen (C 5 +) Kooldioxide (CO 2 ) Koolmonoxide (CO) Waterstof (H 2 ) Zuurstof (O 2 ) Stikstof (N 2 ) Helium (He) Verrijkt Slochteren (Poppel) % Noordzee ( s Gravenvoeren) % Qatar (Zeebrugge) % Noordzee Stattoil (Zeebrugge) % Lab-gas G20 (*) Zuiver methaan % 82,996 87,743 92,960 89, ,624 5,632 5,689 5, ,633 1,173 0,417 1, ,209 0,332 0,097 0, ,051 0,075 0,006 0, ,045 0,061-0, ,419 1,751-1, , ,985 3,213 0,829 2, ,039 0,020-0, Lab-gas G25 (*) % (*) G20 en G25 zijn referentiegassen. Ze worden alleen maar gebruikt voor de keuring van de verbruikstoestellen. Ze maken het mogelijk in alle laboratoria hetzelfde gas te gebruiken en dus vergelijkbare resultaten te krijgen. 3.2 Aardgas is niet giftig Niet verwarren met: verstikking door gebrek aan ademlucht; vergiftiging door CO (koolmonoxide), die kan ontstaan bij onvolledige verbranding, door gebrek aan primaire lucht of door vervuiling van de brander. Aardgas bevat geen giftige elementen. 22

23 3. Eigenschappen van aardgas [TI] module 7: boekdeel Aardgas is lichter dan lucht Als er tijdens werken in een lokaal aardgas kan ontsnappen, moeten we zorgen voor een permanente en degelijke verluchting vóór de werken beginnen. Uit het oogpunt veiligheid tijdens werken kunnen we daarom het volgende stellen: In een niet-geventileerde ruimte verzamelt ontsnappend aardgas zich altijd in de bovenzijde van het lokaal. Om het aardgas uit het lokaal te verwijderen volstaat het dit lokaal in verbinding te stellen met de buitenlucht via zo hoog mogelijke openingen verluchten. Opgelet Butaan en propaan zijn zwaarder dan lucht ze vereisen dus andere veiligheidsmaatregelen. Vergelijking van de evacuatie van aardgas en van butaan/propaan uit een ruimte 10 m 3 10 m 3 10% naar 0% in seconden minuten uren 1 m 3 aardgas 1 m 3 butaan/propaan Evacuatie door natuurlijke bovenverluchting. Geen evacuatie door natuurlijke bovenverluchting. Afzuiging op laagste punt noodzakelijk. 23

24 module 7: boekdeel 1 3. Eigenschappen van aardgas [TI] 3.4 Aardgas is geur- en kleurloos Odorisatie van het aardgas Mengsel te arm Brandbaar mengsel Mengsel te rijk 0% gas 5% 15% Waarneembaarheidsdrempel van aardgas: vanaf 1% gas in de lucht 100% gas Maar Toevoeging van een reukstof (= odorisatie) maakt aardgas waarneembaar voor de gebruikers. THT = tetrahydrothiofeen Scentinel (mengeling van mercaptanen) Alle klanten op het distributienet ontvangen geodoriseerd aardgas. De meeste klanten die rechtstreeks op het Fluxys-transportnet aangesloten zijn, ontvangen niet-geodoriseerd aardgas. 3.5 Aardgas is brandbaar/explosief Aardgas is brandbaar in aanwezigheid van zuurstof (uit de lucht); bij toevoeging van energie. Vuurdriehoek met de drie voorwaarden voor brand CH 4 CH 4 + 2O 2 CO 2 + 2H 2 O + warmte T ontstekingsenergie zuurstof 24

25 3. Eigenschappen van aardgas [TI] module 7: boekdeel Aardgas is explosief Explosie = een heel snelle verbranding aardgas vermengd met lucht vorming van brandbaar mengsel; ophoping van het gas/luchtmengsel in een afgesloten ruimte; ontsteking op één punt snelle voortplanting van de ontsteking in alle richtingen; plotse warmtetoename in de gesloten ruimte; heel grote druktoename; explosie. Verloop van een explosie Ontsteking gas/luchtmengsel Plotse warmtetoename Druktoename Explosie 3.6 Symbolen, eenheden en afkortingen Scheikundige symbolen C : koolstof/ roet CO : koolstofmonoxide CO 2 : koolstofdioxide CH 4 : methaan (aardgas) H 2 : waterstof O 2 : zuurstof H 2 O : water/waterdamp N 2 : stikstof NO x : stikstofoxides Eenheden m : eenheid van lengte; m 2 : eenheid van oppervlakte; m 3 : eenheid van inhoud; 1 m 3 = dm 3 = liter; 1 m 3 (n) : normaal m 3 = 1 m 3 gemeten bij 0 C en mbar (= één atmosfeer); K : Kelvin; eenheid van temperatuur; 0 C = 273,15 K; J : Joule; energie-eenheid; veelvoud: 1 MJ = kj = J; W : Watt; eenheid van vermogen; 1 W = 1 J/s; 1 kw = W; kwh : kilowattuur; energie; 1 kwh = 3,6 MJ; 1 MJ = 0,2778 kwh. 25

26 module 7: boekdeel 1 3. Eigenschappen van aardgas [TI] Afkortingen/symbolen d : dichtheid (van een gas); onbenoemd getal; A : oppervlakte; DN : nominale diameter (altijd in mm); L-gas : Laag calorisch aardgas; bv. Slochteren-aardgas; H-gas : Hoog calorisch aardgas; bv. Noordzee-aardgas, aardgas uit Qatar; H S : calorische vermogen bovenwaarde (s van supérieure = bovenste); H i : calorische vermogen onderwaarde (i van inférieure = onderste); R HT : weerstand tegen hoge temperaturen (Résistance aux Hautes Températures voor aardgas 650 C); LPG : Liquified Petroleum Gas; verzamelnaam voor commercieel propaan- en butaangas; LEL : Low Explosion Limit = onderste ontstekingsgrens; MOP : Maximum Operating Pressure = maximale werkdruk; VMC : Ventilation Mécanique Contrôlée = gestuurde mechanische ventilatie. 3.7 Samenvatting Bij gastechnische toepassingen gebruiken we voor druk meestal de eenheid bar, met als afgeleide eenheid mbar. De gasdruk aan de ingang van een verbruikstoestel (overdruk) meten we met een manometer en bij maximaal debiet van het toestel. De vergelijking van de energetische eigenschappen van verschillende gassen moet altijd gebeuren onder dezelfde referentievoorwaarden meestal bij een druk van mbar en een temperatuur van 0 C. Aardgas bestaat hoofdzakelijk uit methaan. Het is niet giftig, lichter dan lucht en brandbaar/explosief. Veiligheid: bij ophoping van een gas/luchtmengsel in een afgesloten ruimte gebeurt de verbranding ongecontroleerd. Op heel korte tijd komt er een grote hoeveelheid warmte vrij die geen uitweg vindt in de gesloten ruimte explosie. 26

27 4. Uitvoering van de binnenleiding module 7: boekdeel 1 4. Uitvoering van de binnenleiding 4.1 Normering [MTI] De normen NBN D en NBN D voor binnenleidingen leggen een aantal eisen vast voor leidingen. Ze beschrijven ook de toegelaten materialen, hun verbindingswijze en de plaatsing van de leidingen. Voor alle duidelijkheid eerst enkele definities: Hoogste werkdruk (MOP Maximum Operating Pressure) De hoogste druk in de binnenleiding onder normale exploitatieomstandigheden. Normale exploitatieomstandigheden betekent geen onderbreking of storing van het gasdebiet. Binnenleiding De leiding met toebehoren buizen, hulpstukken en verbindingen na de gasmeter. NOOT: De binnenleiding kan zich dus gedeeltelijk buiten een gebouw bevinden, als een ingegraven leiding of als een bovengrondse leiding tegen een muur. Nieuwe gedeelten van binnenleidingen Als nieuw gedeelte van een binnenleiding beschouwen we onder andere een nieuwe leiding voor de voeding van een bijkomend toestel, een vervangen deel van de binnenleiding in slechte staat, de aanpassing van de binnenleiding als een gastoestel naar een ander lokaal verhuist, enz. Het aanpassen van de gasleiding bij het vervangen van een bestaand toestel door een nieuw, wordt niet als een nieuw gedeelte van de binnenleiding beschouwd. Dit neemt niet weg dat de gebruikte materialen, verbindingen en hulpstukken (bv.: de stopkraan) moeten voldoen aan de geldende eisen van de norm NBN D

28 module 7: boekdeel 1 4. Uitvoering van de binnenleiding Plaatsing Vervanging Onder plaatsing van een toestel verstaan we de plaatsing van een nieuw toestel in een nieuwe binnenleiding. Verder is het mogelijk een bijkomend toestel te plaatsen of een bestaand toestel te vervangen door een nieuw, al dan niet van dezelfde soort. Hiervoor zijn in de norm NBN D ook bepalingen opgenomen. 4.2 Materialen en verbindingswijzen [MTI] Algemeen Voor we de buizen verbinden, controleren we hun inwendige zuiverheid en de afwezigheid van bramen. Als we delen uit koper (of messing of brons) verbinden met delen uit staal, ontstaat er bij contact met vocht (bv. uit de muur of de vloer) een galvanisch koppel. Er ontstaat ook een heel kleine elektrische stroom die corrosie van het staal tot gevolg heeft. We moeten voorzorgen nemen om deze schadelijke effecten te vermijden, bijvoorbeeld door deze verbindingen te isoleren met beschermingsbanden of met een thermokrimpmof om zo contact met vocht te voorkomen (zie verder in boekdeel + NBN D ) Veiligheidsvoorschriften [NBN D ] Het geheel van de elementen van de binnenleiding (de leidingen, de hulpstukken en de verbindingen, én de stopkraan) moet: een mechanische en chemische weerstand hebben die groot genoeg en aangepast is om te kunnen weerstaan aan de inwerkingen waaraan zij, bij normaal gebruik, kunnen worden blootgesteld, vooral de inwerkingen die ontstaan door de manier van verbinden; binnen in een gebouw bestand zijn tegen hoge temperaturen (type R HT ). Weerstand tegen hoge temperaturen type R HT (Résistance aux Hautes Températures) = de eigenschap van een leidingonderdeel, toestel of verbinding om bij blootstelling, volgens de norm NBN EN 1775 (Bijlage A, Clausule B), aan een thermisch programma zijn dichtheid te behouden. R HT -eisen: temperatuur = 650 C, gedurende 30 min lek < 150 l/h 28

29 4. Uitvoering van de binnenleiding module 7: boekdeel 1 Zolang de temperatuur bij brand 650 C blijft: beperkte gasontsnapping, geen gasophoping risico op ontploffing is gering. Zodra de temperatuur bij brand > 650 C wordt: grotere gasontsnapping mogelijk maar wordt onmiddellijk ontstoken risico op ontploffing is beperkt. We gebruiken GEEN buizen in PE, PEX of meerdere lagen (meerlagenbuis of multi-layer -buis; bv. alu-pex) voor het deel van de binnenleiding in een gebouw. Loden buizen in een binneninstallatie: moeten we vervangen. We zachtsolderen NIET. Geen waterkranen gebruiken ENKEL RHT gekeurde gaskranen. Voor gasbuizen, koppelingen, kranen, gasmeters, enz. is dit geen probleem. Deze zijn in R HT -uitvoering in de handel beschikbaar (zie NBN S voor equivalente veiligheidsoplossingen). Andere apparatuur, zoals magneetafsluiters, is niet altijd in R HT -uitvoering beschikbaar. R HT -proef op een artikel dat niet aan de eisen voldoet Voor deze elementen kunnen we een van de volgende oplossingen toepassen: Het materiaal is geplaatst in een kast met een maximaal volume van 0,2 m 3 ; de wanden hebben een brandweerstand (3) El (4) van minstens 30 minuten (materiaal El30). Het materiaal is geplaatst in een ruimte met verhoogde brandveiligheid: wanden met brandweerstand El van minimaal 2 uur (El 120) en deuren met EI van minimaal 1 uur (El 60). Ruimten die aan deze eis voldoen, zijn onder andere een lokaal volgens de norm NBN D (drukreduceerlokaal) of een lokaal volgens de norm NBN B (stookplaats voor CV-ketels 70 kw). (3) Meer info vind je in module 7, boekdeel 2: Aardgastoestellen: verbranding en installatie. (4) EI vervangt de aanduiding Rf die vroeger de brandweerstand van constructies, wanden en deuren aangaf: klasse E = dichtheid van een compartimenterend constructie-element ten opzichte van vuur; klasse I = thermische isolatie klasse I is altijd een aanvulling op klasse E en bestaat niet los ervan. 29

30 module 7: boekdeel 1 4. Uitvoering van de binnenleiding Een niet-r HT -onderdeel wordt beschermd door een thermische beveiligingsklep die zelf R HT is en die stroomopwaarts vlakbij het niet-r HT -stuk geplaatst is. Thermische beveiligingskleppen hebben over het algemeen een groot drukverlies. Hiermee moeten we rekening houden. In lagedrukinstallaties (20 of 25 mbar) is deze oplossing daarom vaak niet toepasbaar. Opmerking Thermische of overdebiet-beveiligingskleppen (al dan niet geïntegreerd in een afsluitkraan) en snelkoppelingen (al dan niet in combinatie met een metalen R HT -slang) moeten voldoen aan een Europese norm. Ze moeten, zoals hierboven vermeld, ook bestand zijn tegen hoge temperaturen (van het type R HT zijn) als we ze in een gebouw gebruiken. De maximaal toegelaten drukval is dezelfde als die voor gasafsluitkranen van dezelfde doormeter in de norm NBN EN 331. De meeste van dergelijke, nu gecommercialiseerde materialen, beantwoorden niet aan deze eis bij gebruik in een 20 mbar- of 25 mbarinstallatie, omdat ze een te groot inwendig drukverlies hebben. Het niet-r HT onderdeel plaatsen we buiten het gebouw. Als alternatieve oplossing kunnen we de magneetafsluiter stroomafwaarts plaatsen van de stopkraan van het bediende toestel. Het maakt dan geen deel meer uit van de binneninstallatie. In dat geval is de norm NBN EN 746 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen Veiligheidseisen van toepassing. Deze bepaalt de voorschriften voor een gasstraat. In deze norm is bepaald dat de elementen van de gasstraat CE moeten gekeurd zijn, maar de R HT -eis is niet opgenomen. Als het een dragend element van het gebouw betreft, gebruiken we de klasse R, die aangeeft wat de weerstand of stabiliteit ten opzichte van vuur is. De klasse-aanduiding wordt gevolgd door een getal dat de tijdsspanne aangeeft waarin de betreffende eigenschap geldt. Het aantal minuten is hetzelfde voor al de klassen waarachter het getal vermeld staat. Voorbeeld: EI 30 = klasse E en I gedurende 30 minuten Staal [NBN D ] Stalen buizen stemmen overeen met de normen NBN A25-103, NBN A of NBN EN Verzinkte buizen (= gegalvaniseerde buizen) die beantwoorden aan de specifieke norm NBN EN 10240, zijn toegelaten omdat verzinking alleen maar een middel is om een buis tegen corrosie te beschermen. De verzinkte stalen buizen moeten natuurlijk ook voldoen aan de eisen van de bovenvermelde normen voor stalen buizen. 30

31 4. Uitvoering van de binnenleiding module 7: boekdeel 1 De gestelde eisen zijn afhankelijk van de verbindingswijzen van de stalen buizen. Algemene eis: dichting door contact van metaal op metaal. Deze verbindingswijzen voldoen hieraan: schroefdraadverbinding met zelfdichtende draad; drieledige schroefkoppeling met dichting metaal op metaal; flensverbinding; lassen. Schroefdraadverbinding met zelfdichtende draad Alleen dikwandige, schroefbare buizen van de zware en halfzware reeks mogen we zo verbinden. De schroefdraadverbinding met zelfdichtende draad is genormaliseerd en moet je uitvoeren volgens de norm NBN EN Schroefdraadverbindingen De fittings van smeedbaar gietijzer zijn van het type met versterkte rand en beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN EN De buitenschroefdraad is conisch en de binnenschroefdraad is cilindrisch. De dichting bij deze schroefdraadverbinding gebeurt door het contact van metaal op metaal tussen het cilindrische gedeelte van de binnendraad en het conische gedeelte van de buitendraad. Cilindrische buiten- en binnenschroefdraad: verboden Conische buiten- en binnenschroefdraad: verboden Te korte conische buitendraad: verboden 31

32 module 7: boekdeel 1 4. Uitvoering van de binnenleiding Dichtheid van de schroefdraadverbinding: krijg je met een dichtingsproduct om de afwijkingen van de schroefdraad op te vangen. Dichtingsmiddelen Dit dichtingsproduct beantwoordt aan een van de volgende normen: anaëroob afdichtingsmiddel (dichtingsmiddel dat uithardt in afwezigheid van zuurstof ): NBN EN (bv. Loctite); niet-uithardend afdichtingsmiddel: NBN EN 751-2, eventueel in combinatie met acrylvezels (bv. Kolmat); niet-gesinterde PTFE-banden van de klasse GRp: NBN EN (bv. Teflon-banden met een minimale dikte van 0,1 mm). Je mag geen hygroscopische vezels, bv. hennep of vlas, gebruiken. Drieledige schroefkoppeling met dichting metaal op metaal Bij drieledige schroefkoppelingen of unionkoppelingen moet een conische sluiting voor de dichtheid zorgen. Contact van metaal op metaal verwezenlijkt die dichtheid, zoals aangegeven in de afbeelding hieronder (conisch/conisch of conisch/sferisch). Eventueel kunnen we een bijkomende dichting aanbrengen in de vorm van een O-ring, gevat in een gleuf, die na het vastschroeven is afgesloten. 32

33 4. Uitvoering van de binnenleiding module 7: boekdeel 1 De drieledige schroefkoppelingen van smeedbaar gietijzer moeten beantwoorden aan de norm NBN EN Drieledige schroefkoppeling Drieledige schroefkoppeling met platte dichtingsring verboden Flensverbinding Het materiaal van de pakking kies je naargelang van de ruimte waarin de flens is opgesteld. Binnen een gebouw moet de flensverbinding bestand zijn tegen hoge temperaturen (type R HT ). Lasverbindingen van stalen buizen en onderdelen De gebruikte buizen moeten uit lasbaar staal zijn gemaakt. De stalen fittings en kranen die moeten worden gelast, zijn gemaakt uit een lasbare staalsoort, aangepast aan deze verbindingswijze en met laskenmerken die vergelijkbaar zijn met die van de stalen buizen. Flensverbinding op stalen leiding Verzinkte stalen buizen mag je niet aan elkaar lassen. Het toevoegmateriaal moet aangepast zijn aan het basismateriaal (meer bepaald aan de buizen, de hulpstukken en de kranen), het lasprocedé (zie de normen van de reeks NBN F 31) en de lasmethode (o.a. opgaand en neergaand). 33

34 module 7: boekdeel 1 4. Uitvoering van de binnenleiding Gebruikte lasprocedés: vlambooglassen; autogeenlassen; TIG-lassen. Gebruikte lastechniek: stuiklassen De lassers moeten tijdens een opleiding lasverbindingen leren utivoeren. Opmerking Aanvullende vorming blijkt soms nodig, in het bijzonder voor uitvoerders die niet geregeld zulke verbindingen uitvoeren. Instructeurs die een brede praktische en theoretische kennis hebben over de wijze van uitvoering, moeten deze vorming geven. Ze moeten de nieuwste toepassingen en gebruiken beheersen, de oorzaken van gebreken kunnen ontleden en in staat zijn de daaruit volgende, noodzakelijke bijkomende vorming te organiseren. Vorming kan on the job -training omvatten, onder het toezicht van een ervaren uitvoerder. 34 De vorming moet, aangepast aan de verbindingsmethode, minimaal deze onderwerpen omvatten: materialen en wanddikten van buizen en onderdelen; visuele inspectie van lassen; begrippen over destructieve en niet-destructieve testmethoden; keuze, behandeling, opslag en gebruik van de gepaste buizen, hulpstukken, toevoegmaterialen en gassen; de geschikte uitrusting (lasapparatuur, klemmen, hulpgereedschap); de invloed van de weersomstandigheden op de kwaliteit van de lassen; voorbereiding en zuiverheid van buisuiteinden en hulpstukken; persoonlijke bescherming, bescherming van derden en van het milieu.

35 4. Uitvoering van de binnenleiding module 7: boekdeel 1 Het is wenselijk dat de uitvoerder: geregeld degelijke verbindingen kan uitvoeren in overeenkomst met de juiste procedures; de veiligheidsprocedures leert kennen en ze leert toepassen; kan beoordelen waardoor ondeugdelijke verbindingen ontstaan. De opleiding moet bewijzen dat ze aangepast is aan het uit te voeren werk op het terrein. In het bijzonder moeten we controleren op het doorlassen. Wij willen geen las die op de verbindingszone kleeft, maar wel één die over de volledige wanddikte van de buis doordringt. Hardsolderen van stalen buizen is verboden Koper [NBN D ] Koperen buizen voldoen aan de norm NBN EN Kwaliteiten: R220: uitgegloeide koperen buis wordt verkocht op rol; R250: halfharde koperen buis wordt verkocht in rechte lengten; R290: harde koperen buis wordt verkocht in rechte lengten, maar komt bijna niet voor in België. Voor koper is de diameter bij conventie de reële buitendiameter van de buis, uitgedrukt in millimeter. De minimale nominale wanddikte, afhankelijk van de buitendiameter van de buis en van het gebruikte verbindingtype, staat in tabel 2 hieronder. Het gebruik van buizen met een andere buitendiameter dan de in onderstaande tabel vermelde diameters, is verboden. De buizen worden gemarkeerd Voorbeeld: Cu EN 1057 R ,0. 35

36 module 7: boekdeel 1 4. Uitvoering van de binnenleiding Tabel 2 Minimale nominale wanddikte van de koperen buizen, met het oog op de buitendiameter en het type verbinding [NBN D Tabel 2] Buitendiameter (mm) Hardsolderen Knelfitting Persfitting Minimale nominale wanddikte (mm) , Verboden Verboden 54 1,2 Verboden Verboden De gebruikte verbindingstechnieken voor koperen buizen zijn: knelfittings persfittings hardsolderen Knelfitting [NBN D ] De knelfittings en -toebehoren (bicone-fittings) zijn volledig uit koper of een koperlegering. De knelring is niet gespleten. Op de website vind je een lijst met de goedgekeurde fittings. Zij zijn alleen maar toegelaten voor het verbinden van koperen buizen met een buitendiameter tot en met DN28. De nominale maat van het hulpstuk moet identiek zijn aan die van de buis waarop het wordt aangebracht. De knelring moet twee aanslagkragen hebben. Die moeten een overdreven vervorming van de koperen buis beletten en toelaten dat de ring zich, na volledige aanspanning, evenwijdig met de as van de buis bevindt. Knelfitting LANG model voor gas De wartelmoer moet de buis, vanaf de knelring, ondersteunen over een nuttige lengte gelijk aan ten minste 0,7 maal de buitendiameter van de buis. 36

37 4. Uitvoering van de binnenleiding module 7: boekdeel 1 Knelfitting KORT model voor water VERBODEN VOOR GAS Als je een knelverbinding van koperen buizen uitvoert, met de kwaliteit R 220 (uitgegloeide buis geleverd op rol), moet je een steunbus gebruiken. Persfitting [NBN D ] In afwachting van de publicatie van een Europese norm over persverbindingen gebruiken we de KVBG-specificatie 2001/2 Specificatie voor de persverbinders voor gasinstallaties (5) om de kwaliteit van deze verbindingen te bepalen. De door KVBG voor gas goedgekeurde persfittings kun je herkennen aan het AGB-BGV kwaliteitslabel. Een lijst van deze fittings vind je op de website De persfittings en -toebehoren moeten op hun buitenwand voorzien zijn van de volgende markering: de naam van de fabrikant en/of het gedeponeerd merk; de nominale druk in bar voorafgegaan door de aanduiding PN, met een PN van minimaal 5 bar; de buitendiameter, in mm, van de koperen buis waarop je de verbinding moet monteren; de volgende aanduidingen, onuitwisbaar en permanent aangebracht (zelfs na het persen en de R HT -proef ): de letters GT (geschikt voor Gas en Thermisch getest, m.a.w. van het type R HT ); een verdeelstreep /, gevolgd door de druk (in bar) tijdens de R HT -proef. (5) Deze referentie is niet langer geldig. Op de website worden enkele merken van verbindingen met het kwaliteitslabel AGB-BGV aanbevolen. Er bestaat een NBN EN 1057: Koper en koperlegeringen - Naadloze, koperen buizen voor gas- en waterleidingen in sanitaire en verwarmingstoepassingen = EN 1057:

HOOFDSTUK I INLEIDING

HOOFDSTUK I INLEIDING HOOFDSTUK I INLEIDING Inhoud 1. AARDGAS VAN OORSPRONG TOT DISTRIBUTIE 2 1.1. OORSPRONG VAN AARDGAS 2 1.2. VERVOER 2 1.3. OPSLAG 3 1.4. DISTRIBUTIE 3 2. FYSISCHE GROOTHEDEN 5 2.1. DRUK EN DRUKMETING 5 2.2.

Nadere informatie

OPLEIDING MODULE BUTAAN / PROPAAN PROFESSIONELE GASINSTALLATEUR BIJSCHOLING 2011 NBN D 51-006 2 de UITGAVE (2010) VOORNAAMSTE WIJZIGINGEN

OPLEIDING MODULE BUTAAN / PROPAAN PROFESSIONELE GASINSTALLATEUR BIJSCHOLING 2011 NBN D 51-006 2 de UITGAVE (2010) VOORNAAMSTE WIJZIGINGEN OPLEIDING MODULE BUTAAN / PROPAAN PROFESSIONELE GASINSTALLATEUR BIJSCHOLING 2011 NBN D 51-006 2 de UITGAVE (2010) VOORNAAMSTE WIJZIGINGEN 1 JANUARI 2011 DEEL 1 - TERMINOLOGIE NIEUWE DEFINITIES 3.1.62.1

Nadere informatie

GASINSTALLATIES AARDGASLEIDINGEN

GASINSTALLATIES AARDGASLEIDINGEN Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid CENTRALE VERWARMING 7.1 GASINSTALLATIES versie december 2015 voorwoord MODULE 7: BOEKDEEL 1 VOORWOORD Situering De bouwsector, een draaischijf van onze economie,

Nadere informatie

DOSSIER NR 1 BINNENLEIDINGEN VOOR AARDGAS. conform de norm NBN D 51-003 (2004) GASAANSLUITING VAN TOESTELLEN

DOSSIER NR 1 BINNENLEIDINGEN VOOR AARDGAS. conform de norm NBN D 51-003 (2004) GASAANSLUITING VAN TOESTELLEN Inforgas DOSSIER NR 1 BINNENLEIDINGEN VOOR AARDGAS conform de norm NBN D 51-003 (2004) LEIDINGEN STOP- EN AFSLUITKRANEN GASAANSLUITING VAN TOESTELLEN A A N B E V E L I N G E N V A N D E K. V. B. G. Voorwoord

Nadere informatie

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden.

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden. VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO GAS 5.1 ALGEMENE BEPALINGEN 5.1.1 Controle De gasinstallaties worden, vóór indienststelling, gekeurd door een EDTC. De standhouder of zijn afgevaardigde zal in zijn eigen

Nadere informatie

POLITIEVERORDENING. Deel 1: Toepassingsgebied. 1.1 Algemeen

POLITIEVERORDENING. Deel 1: Toepassingsgebied. 1.1 Algemeen 1 POLITIEVERORDENING Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties met vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit Deel 1: Toepassingsgebied 1.1 Algemeen De politieverordening

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Gasbranders. 057.130.7 Gasbrander zonder vlambeveiliging 057.131.7-057.146.3 Gasbranders met vlambeveiliging.

Gebruiksaanwijzing. Gasbranders. 057.130.7 Gasbrander zonder vlambeveiliging 057.131.7-057.146.3 Gasbranders met vlambeveiliging. Gasbranders Overzicht 057.130.7 gasbrander 20cm, butaan/propaan, 5 kw, zonder vlambeveiliging 057.131.5 gasbrander 30cm, butaan/propaan, 7 kw + vlambeveiliging 057.132.3 gasbrander 40cm, butaan/propaan,

Nadere informatie

SYLLABUS AARDGASINSTALLATIES

SYLLABUS AARDGASINSTALLATIES SYLLABUS AARDGASINSTALLATIES KONINKLIJKE VERENIGING VAN BELGISCHE GASVAKLIEDEN VERSIE VAN 01 JULI 2009 VOORWOORD Deze syllabus bevat ENKEL de onderwerpen die verondersteld worden gekend te zijn voor de

Nadere informatie

H7 werken met stoffen

H7 werken met stoffen H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

Deel 1: Toepassingsgebied en begrippen

Deel 1: Toepassingsgebied en begrippen Politieverordening veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties met vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit, en bij het gebruik van terrasverwarmers Deel

Nadere informatie

Handleiding voor. Belgische versie 2

Handleiding voor. Belgische versie 2 Handleiding voor Belgische versie 2 1 Openen van het bestand... 2 2 Drukverliezen... 3 3 Berekeningszwijze... 5 4 Voorbeeld van dimensioneren bij aardgas G20... 5 Pag 1 1 - Openen van het bestand 1.Indien

Nadere informatie

Wetgeving in stooklokalen

Wetgeving in stooklokalen Wetgeving in stooklokalen Wat wordt er verwacht van U? Welke norm is van toepassing? Waar moet of kan u op letten? Is het een nieuw stooklokaal of renovatie? Stookplaats boven 70kW volgens NBN B61-001

Nadere informatie

GEHABILITEERD AARDGASINSTALLATEUR

GEHABILITEERD AARDGASINSTALLATEUR GEHABILITEERD AARDGASINSTALLATEUR SYLLABUS KONINKLIJKE VERENIGING VAN BELGISCHE GASVAKLIEDEN VERSIE 01 JANUARI 2007 GEHABILITEERD AARDGASINSTALLATEUR - VOORWOORD VOORWOORD Deze syllabus bevat ENKEL de

Nadere informatie

Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam.

Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam. Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam. Inleiding. In het project Over gewicht worden gewichtige zaken op allerlei manieren belicht. In de wiskundeles heb je aandacht besteed

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

Algemene Regels voor GasInstallaties op LPG. Uitgegeven door Vinçotte

Algemene Regels voor GasInstallaties op LPG. Uitgegeven door Vinçotte Algemene Regels voor GasInstallaties op LPG Uitgegeven door Vinçotte Editie juni 2012 INHOUDSTAFEL 1. DOEL VAN DEZE PUBLICATIE 4 2. TOEPASSINGSGEBIED 5 3. VEILIGHEIDSAANDACHTSPUNTEN 6 4. VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Instructies voor het monteren en gebruik van de Powerfire: Technische data: Gas type Butaan Propaan Werk druk: mbar 30-50 37-52 Categorie

Nadere informatie

DEEL 1 ALGEMENE INFORMATIE

DEEL 1 ALGEMENE INFORMATIE Internationale veiligheidsrichtlijnen Deel 1 Algemene informatie DEEL 1 ALGEMENE INFORMATIE Editie 1-2010 CCR/OCIMF 2010 Pagina 1 Internationale veiligheidsrichtlijnen Deel 1 Algemene informatie Editie

Nadere informatie

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen Toepassingsgebied en definities Gevarenkaart nr. 1 NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument,

Nadere informatie

ORYX Collar FX 330 Versie 1.1, (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming

ORYX Collar FX 330 Versie 1.1, (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX Collar FX 330 Versie 1.1, 16-11-2016 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise en een uitgebreid

Nadere informatie

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen

Nadere informatie

ORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING

ORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING ORYX Collar WR Versie., 0-05-07 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise en een uitgebreid productassortiment

Nadere informatie

Reactie op het voorstel voor de G-gassamenstelling in de toekomst en de eisen aan gastoestellen.

Reactie op het voorstel voor de G-gassamenstelling in de toekomst en de eisen aan gastoestellen. 30-11-2011 Reactie op het voorstel voor de G-gassamenstelling in de toekomst en de eisen aan gastoestellen. 1. De G-gassamenstelling vanaf 2021 (of vanaf een later moment). Tabel 1.1: Voorstel : Agentschap

Nadere informatie

Uitbalancering. 750 Statisch strangregelventiel Beschrijving. Versies. Voordelen

Uitbalancering. 750 Statisch strangregelventiel Beschrijving. Versies. Voordelen 750 Statisch strangregelventiel Beschrijving Het strangregelventiel met schuine zitting van Comap wordt gebruikt voor het realiseren van precieze regelingen op verwarmings-, sanitair- en airconditioningcircuits.

Nadere informatie

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal). Oefenmateriaal I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één a) 101.000 Pa = kpa f) 8.999 Pa = kpa b) 103.500 Pa = kpa g) 5.750 Pa = kpa c) 99.850 Pa = kpa

Nadere informatie

GASTEC QA Keuringseis 191 Maximum debiet beveiligingskleppen

GASTEC QA Keuringseis 191 Maximum debiet beveiligingskleppen Januari 2001 GASTEC QA Keuringseis 191 Maximum debiet beveiligingskleppen COLOFON GASTEC NV, Centrum voor Gastechnologie, werkt voor energiebedrijven, fabrikanten en andere opdrachtgevers met behoefte

Nadere informatie

ORYX Grafite FR PRODUCTBESCHRIJVING

ORYX Grafite FR PRODUCTBESCHRIJVING ORYX Grafite FR PASSIVE FIRE PROTECTION Versie., 0-05-07 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA ysica hoofdstuk : Hydrostatica e jaar e graad (uur) - 95 - Hoofdstuk : HYDROSTTIC. Inleiding: Bouw van een stof.. ggregatietoestanden De zuivere stoffen die we kennen kunnen in drie verschijningsvormen

Nadere informatie

Exact periode Youdenplot Krachten Druk

Exact periode Youdenplot Krachten Druk Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.

Nadere informatie

06/2005. Mod: G65/GPL7T. Production code: 65/70 GRL

06/2005. Mod: G65/GPL7T. Production code: 65/70 GRL 06/2005 Mod: G65/GPL7T Production code: 65/70 GRL INHOUDSTAFEL 1. Waarschuwing 2. Conform de Europese richtlijn voor gastoestellen 3. Installatieschema s 4. Tabel met technische gegevens - Lavasteengrill

Nadere informatie

KVBG/ /2002

KVBG/ /2002 Versie 10/2002 KVBG/2000.60.01 Lastenboek voor de controle van de dichtheid van de binneninstallaties voor brandbaar gas lichter dan lucht,verdeeld door leidingen, bij de opening van de gasmeter 1/7 1.

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT OP GAS- INSTALLATIES

ALGEMEEN REGLEMENT OP GAS- INSTALLATIES ALGEMEEN REGLEMENT OP GAS- INSTALLATIES Uitgevoerd door AIB-Vinçotte Belgium vzw Editie 2016 1. Doel van deze publicatie Deze publicatie heeft tot doel u enige richtlijnen te geven bij het verwezenlijken

Nadere informatie

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014 Herziening van juni 2004 CONCEPT WATERWERKBLAD WB 2.3 UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de persproef is in artikel 2.3 van NEN 1006 (AVWI-2014) het volgende

Nadere informatie

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf. Toolbox: Brand en Explosie Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat is brand? Brand is een chemische reactie van

Nadere informatie

Deel 5: Druk. 5.1 Het begrip druk. 5.1.1 Druk in het dagelijks leven. We kennen druk uit het dagelijks leven:... ... ...

Deel 5: Druk. 5.1 Het begrip druk. 5.1.1 Druk in het dagelijks leven. We kennen druk uit het dagelijks leven:... ... ... Deel 5: Druk 5.1 Het begrip druk 5.1.1 Druk in het dagelijks leven We kennen druk uit het dagelijks leven:............................................................. Deel 5: Druk 5-1 5.1.2 Proef a) Werkwijze:

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar. 7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau

Nadere informatie

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen. Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar

Nadere informatie

Informatieblad voor het gebruik van gasflessen en toebehoren

Informatieblad voor het gebruik van gasflessen en toebehoren Informatieblad voor het gebruik van gasflessen en toebehoren Hallo, mag ik mij even voorstellen? Sinds jaar en dag maak ik deel uit van jullie gezin en toch schijnen sommigen me nog niet goed te kennen.

Nadere informatie

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 samenvatting Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) Iedere brandstof

Nadere informatie

HOOFDSTUK II DE BINNENLEIDING VOOR LAGE DRUK

HOOFDSTUK II DE BINNENLEIDING VOOR LAGE DRUK GEHABILITEERD AARDGASINSTALLATEUR HOOFDSTUK II Inhoud HOOFDSTUK II DE BINNENLEIDING VOOR LAGE DRUK 1. UITVOERING VAN DE BINNENLEIDING 2 1.1. ALGEMEEN 2 1.2. MATERIALEN EN VERBINDINGSWIJZEN 3 1.2.1 Algemeen

Nadere informatie

H4 weer totaal.notebook. December 13, 2013. dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

H4 weer totaal.notebook. December 13, 2013. dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4) Het Weer (hoofdstuk 4) Luchtdruk Om te begrijpen wat voor weer het is en ook wat voor weer er komt zijn een paar dingen belangrijk Luchtdruk windsnelheid en windrichting temperatuur luchtvochtigheid dec

Nadere informatie

Clean fuel. LNG Facts & Figures

Clean fuel. LNG Facts & Figures 1 LNG Facts & Figures Waarom LNG Schoon Zonder nabehandeling voldoen aan emissie standaarden Veilig Lichter dan lucht als het verdampt Moeilijk ontsteekbaar Enorme voorraden Past in Europese doelstelling

Nadere informatie

Cuphin Klemfittingen voor drinkwater, sanitair en verwarming

Cuphin Klemfittingen voor drinkwater, sanitair en verwarming Cuphin Klemfittingen voor drinkwater, sanitair en verwarming Productgroep -Cuphin Cuphin klemfittingen (66 serie) voor kunststof buizen tot 95 C. Materiaal: Soorten buis: Cuphin CW724R= loodvrij, thermisch

Nadere informatie

verbranding en toestellen

verbranding en toestellen Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid modulair handboek centrale verwarming module 7: gasinstallaties, Boekdeel 2 uitgave 04/2013 voorwoord module 7: boekdeel 2 voorwoord Situering Er bestaan al

Nadere informatie

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) 1 Grootheid Symbool Eenheid

Nadere informatie

Handleiding voor. 1 Openen van het bestand Drukverliezen Voorbeeld van dimensioneren Belgische versie 1. Pag 1

Handleiding voor. 1 Openen van het bestand Drukverliezen Voorbeeld van dimensioneren Belgische versie 1. Pag 1 Handleiding voor Belgische versie 1 1 Openen van het bestand... 2 2 Drukverliezen... 3 3 Voorbeeld van dimensioneren... 5 Pag 1 1 - Openen van het bestand 1.Indien u na het openen van het bestand (dubbelklik

Nadere informatie

06/2005. Mod: G65/GGF4T. Production code: 65/40GRG. The catering program

06/2005. Mod: G65/GGF4T. Production code: 65/40GRG. The catering program 06/2005 Mod: G65/GGF4T Production code: 65/40GRG The catering program INHOUDSTAFEL 1. Waarschuwing 2. Conform de Europese richtlijn voor gastoestellen 3. Installatieschema s 4. Tabel met technische gegevens

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen Installatie: Arbeidsplaats: Beschrijving van de installatie en arbeidsplaats Verantwoordelijke: (1) Brandbare Stoffen (2) Gegevens van de meest kritische stof Ontstekingstemperatuur: Ontstekingsenergie:

Nadere informatie

MIDI Composiet buizen

MIDI Composiet buizen Bij publicatie van dit overzicht vervallen alle voorgaande uitgaven. Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen en druk- en zetfouten voorbehouden - 02-202 MIDI Composiet buizen

Nadere informatie

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand. -5- Met welk bord wordt een explosiegevaarlijke gebied aangegeven? -5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand. -5- Noem de blusmethoden voor een

Nadere informatie

GASTEC QA Keuringseis 172

GASTEC QA Keuringseis 172 1 januari 1997 GASTEC QA Keuringseis 172 PREFAB Binnenleidingen CERTIFICATION 1 januari 1997 GASTEC QA Keuringseis 172 PREFAB Binnenleidingen CERTIFICATION GASTEC NV, Postbus 137, 7300 AC Apeldoorn, tel.

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden

Nadere informatie

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1 Heataster ENGLISH ontage- en installatiehandleiding Heataster 201 Booster FANCAIS Heataster 200N (Gas) Booster NEDELANDS NL 1 ENGLISH WAASCHUWINGEN 2 Bestemmelingen van deze handleiding 2 Symbolen 2 Certificatie

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT

Nadere informatie

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg. ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen

Nadere informatie

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid.

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid. 8. Luchtvochtigheid relatieve vochtigheid p e 100 % p absolute vochtigheid = dichtheid van waterdamp dauwpuntstemperatuur T d = de temperatuur waarbij de heersende waterdampdruk de maximale dampdruk is.

Nadere informatie

STUDIEGEBIED Koeling en warmte

STUDIEGEBIED Koeling en warmte STUDIEGEBIED Koeling en warmte Modulaire opleiding Loodgieter BO KW 004 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 9 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 3 1.1 Korte beschrijving... 3 1.1.1 Relatie opleiding - beroep... 3 1.1.2

Nadere informatie

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART CCNR-ZKR/ADN/WG/CQ/2011/12 definitief 27 januari 2012 Or. DUITS ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas De ADN-vragencatalogus 2011 is op 27-01-2012 in de onderhavige versie aangenomen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Organische stoffen

Hoofdstuk 3 Organische stoffen oofdstuk 3 Organische stoffen 3.1 Organische stoffen Organische stoffen bestaan uit moleculen die opgebouwd zijn uit één of meer koolstofatomen die onderling en/of aan andere atomen gebonden zijn door

Nadere informatie

INDEX (v olgorder presentatie v olgens structuur van de norm - v erschillen tov 2 de uitgave in groene kleur) - v erv anging na max.

INDEX (v olgorder presentatie v olgens structuur van de norm - v erschillen tov 2 de uitgave in groene kleur) - v erv anging na max. NBN D 51-006 3 de UITGAVE INDEX (v olgorder presentatie v olgens structuur van de norm - v erschillen tov 2 de uitgave in groene kleur) Waarover? 1. Scope - toepassingsgebied 2. Definities terminologie

Nadere informatie

VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF. Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie

VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF. Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie Gas Lucht Zuurstof Inhoud 1. Algemeenheden 2. Fysische en chemische eigenschappen 3. Toepassingen

Nadere informatie

Samenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo.

Samenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo. Samenvatting door K. 577 woorden 10 december 2012 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nieuwe natuurkunde Samenvatting natuurkunde 1.1-1.7 1.1 Weersgrootheden Recht evenredig verband =als de ene

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Klemfittingen voor water, vloer- & stadsverwarming A1-HW

Klemfittingen voor water, vloer- & stadsverwarming A1-HW Klemfittingen voor water, vloer- & stadsverwarming -HW Productgroep -HW Messing klemfittingen (66 serie) voor kunststof buizen tot 95 C. Materiaal: Soorten buis: CW602N Thermisch ontspannen en ontzinkingsbestendig

Nadere informatie

BESCHERMING VAN STALEN BUIZEN VOOR DISTRIBUTIENETTEN VAN AARDGAS DOOR UITWENDIGE BEKLEDING IN DRIE LAGEN OP BASIS VAN POLYETHYLEEN

BESCHERMING VAN STALEN BUIZEN VOOR DISTRIBUTIENETTEN VAN AARDGAS DOOR UITWENDIGE BEKLEDING IN DRIE LAGEN OP BASIS VAN POLYETHYLEEN Versie 09/2013 G2/04 BESCHERMING VAN STALEN BUIZEN VOOR DISTRIBUTIENETTEN VAN AARDGAS DOOR UITWENDIGE BEKLEDING IN DRIE LAGEN OP BASIS VAN POLYETHYLEEN INHOUD 1. ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED... 3 2.

Nadere informatie

Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no.

Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 2, eerste lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. GT 31) Citeertitel: Veiligheidsbesluit gasreservoirs en gasinstallaties

Nadere informatie

De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur en voldoen aan Richtlijn NBN D51.006/A

De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur en voldoen aan Richtlijn NBN D51.006/A HYDRA GS Flexibele buizen voor gas Het HYDRA GS systeem bestaat uit een flexibele geribbelde inox buis in inox 316 L (Hydra Witzenmann) beschermd met een geel synthetisch omhulsel op rol en uit messing

Nadere informatie

Aardgasbinneninstallaties. Eigenschappen De verbranding De binnenleiding voor aardgas De huishoudelijke aardgastoestellen Veiligheid

Aardgasbinneninstallaties. Eigenschappen De verbranding De binnenleiding voor aardgas De huishoudelijke aardgastoestellen Veiligheid Aardgasbinneninstallaties Eigenschappen De verbranding De binnenleiding voor aardgas De huishoudelijke aardgastoestellen Veiligheid Eigenschappen van aardgas 2 Eigenschappen van AARDGAS Aardgas is een

Nadere informatie

PE-Fittingen met losse steunbus

PE-Fittingen met losse steunbus PE-Fittingen met losse steunbus BEULCO staat voor kwaliteit. BEULCO is een lid van de GMS kwaliteits vereniging messing sanitair ev. Het GMS is een samenwerkingsverband dat is gebaseerd op de beginselen

Nadere informatie

catalogus

catalogus catalogus 2018 www.paktermo.be VOOR KITS ROESTVAST STALEN PLOOIBARE GEGOLFDE BUIZEN EN DE BIJHORENDE MECHANISCHE FITTINGS VOOR AARDGAS EN PROPAAN Inhoudsopgave Inleiding...04 Het productgamma van PAKTERMO...06

Nadere informatie

Datasheet 1/2002 Optigas -gasappendages

Datasheet 1/2002 Optigas -gasappendages atasheet 1/2002 Optigas -gasappendages Toepassingsgebied: In het gasappendageprogramma Optigas van Oventrop zijn appendages opgenomen voor een veilige distributie en aanvoer van gas naar de huisaansluiting

Nadere informatie

TECHNISCHE GEGEVENS doorstromingsgegevens bepaling van de doorstromingsfactor en de doorlaatdiameter

TECHNISCHE GEGEVENS doorstromingsgegevens bepaling van de doorstromingsfactor en de doorlaatdiameter TECHNISCHE GEGEVENS doorstromingegevens bepaling van de doorstromingsfactor en de doorlaatdiameter Bepaling van de grootte van de afsluiters Een goede keuze van de grootte van de afsluiters is belangrijk.

Nadere informatie

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen Explosiegevaarlijke ruimte: Arbeidsplaats: Beschrijving van gas en/of damp Veiligheidsinformatieblad aanwezig (1) Vlampunt Vlampunt beneden 21 C Vlampunt boven 21 C Beschrijving van de installatie (2)

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

Productgroep A3-Cuphin

Productgroep A3-Cuphin Cuphin Klemfittingen Isiflo Sprint Insteekkoppelingen Gas/Water, Isiflo Sprint Insteekkoppelingen Water, Isiflo Flexi dapter, Isiflex koppelingen, Isiflo Messing Koppelingen, Isiflo Gietijzer Koppelingen,

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2) heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,

Nadere informatie

Adviesnamiddag Added Value Plantin 14 maart 2007

Adviesnamiddag Added Value Plantin 14 maart 2007 Veilig en gezond werken met chemicaliën Adviesnamiddag Added Value Plantin 14 maart 2007 Prof. Dr. Ir. Filip Verplaetsen Inhoud Brand vs. explosie Brand en explosiekarakteristieken Demo s Veilig en gezond

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Gaswetten

Hoofdstuk 5: Gaswetten Hoofdstuk 5: Gaswetten 5.1 Toestandsfactoren van een gas Vloeistoffen en vaste stoffen zijn weinig samendrukbaar: hun volume verandert weinig bij veranderende druk of temperatuur. Gassen zijn goed samendrukbaar:

Nadere informatie

Basics flowmetingen. De basis informatie over: Thermal Mass / Positive Displacement / Turbine / Verschildruk en VA Flowmeters

Basics flowmetingen. De basis informatie over: Thermal Mass / Positive Displacement / Turbine / Verschildruk en VA Flowmeters Basics flowmetingen De basis informatie over: Thermal Mass / Positive Displacement / Turbine / Verschildruk en VA Flowmeters Thermische Flowmeters (in-line & by-pass principe) Thermische massa flowmeter

Nadere informatie

KVBG KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen

KVBG KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen 1 Inleiding Voor installateurs en fabrikanten van type A stralingverwarmingstoestellen is het niet steeds

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal Paragrafen 1.1 Stofeigenschappen 1.2 Veiligheid 1.3 Faseveranderingen Practica Experiment 1 Hoe werkt de gasbrander?

Nadere informatie

Hoe installeer je een centraal stofzuigsysteem?

Hoe installeer je een centraal stofzuigsysteem? Hoe installeer je een centraal stofzuigsysteem? Het aanleggen van een centraal stofzuigsysteem is vrij eenvoudig. Toch zijn er een aantal punten waar je op moet letten. Belangrijk is dat je nauwkeurig

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium

Nadere informatie

instructieboekje EUROM GS5000 Infraroodstraler op gas

instructieboekje EUROM GS5000 Infraroodstraler op gas instructieboekje EUROM GS5000 Infraroodstraler op gas 2 HARTELIJK DANK Hartelijk dank dat u voor de EUROM GS5000 kachel gekozen hebt. U hebt daarmee een goede keus gemaakt! Wij hopen dat hij tot uw volle

Nadere informatie

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-

Nadere informatie

ORYX Silicone FR PRODUCTBESCHRIJVING

ORYX Silicone FR PRODUCTBESCHRIJVING ORYX Silicone FR PASSIVE FIRE PROTECTION Versie., 0-05-07 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be PROBETON vzw Beheersorganisme voor de controle van de betonproducten PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be TECHNISCHE

Nadere informatie

Flamco T-plus. 268 Productcatalogus Nederland Wijzigingen voorbehouden. Levering via de groothandel.

Flamco T-plus. 268 Productcatalogus Nederland Wijzigingen voorbehouden. Levering via de groothandel. 9. Flamco T-plus De T-plus is een ideaal product bij uitbreiding, ombouwing of renovatie van een bestaande installatie. De installatie kan gewoon in werking blijven terwijl de T-plus wordt gemonteerd.

Nadere informatie