Bijlage bij de toelichting: - Advies Veiligheidsregio - Externe Veiligheid
|
|
- Lennert Timmermans
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bijlage bij de toelichting: - Advies Veiligheidsregio - Externe Veiligheid
2 MPGD GD I6 veiligheidsreqio && il && léhiibillll Directeur Stadsontwikkeling Postbus AA DORDRECHT Uw kenmerk - Ons kenmerk 2012/69/Idü Datum 3 februari 2012 Onderwerp inspraakreactie voorontwerpbestemmingsplan Sterrenburg Bijlage(n) 1 Behandeld door/tel.nr. PJ.C. Gruijthuijsen/ Geacht College, Naar aanleiding van uw adviesaanvraag d.d. 29 november 2011 per mail, treft u hierbij het advies aan van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer, met betrekking tot bestemmingsplan ''Sterrenburg". Op basis van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS), het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen wordt het Bestuur van de Veiligheidsregio in de gelegenheid gesteld om in verband met het groepsrisico advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting. De onderbouwing van deze brief kunt u terugvinden in de bijgevoegde toelichting op dit advies. Dit advies geeft voorstellen om de veiligheidssituatie te optimaliseren. Het geeft geen antwoord op de vraag of het groepsrisico aanvaardbaar is. Het is uiteindelijk aan het bevoegd gezag om te oordelen of het groepsrisico wel of niet aanvaardbaar is. Het gaat daarbij om een bestuurlijke afweging van de risico's tegen de maatschappelijke baten. De Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, november 2007, is een hulpmiddel om de verantwoordingsplicht in te vullen. Deze handreiking is te downloaden via de site van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Het onderstaande advies is tot stand gekomen aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid. Dit toetsingskader kent een vijftal aspecten die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. Postbus 350, 3300 AJ Dordrecht, Bezoekadres: Oranjepark 13, 3311 LP Dordrecht, T , F , E mail@vrzhz.nl, i vwwv.vrzhz.nl
3 Conclusie en aanbevelingen De veiligheidstoets levert de volgende conclusies op: Er liggen in het plangebied geen objecten binnen de PR 10"^ contouren; Het plangebied ligt binnen de invloedsgebieden van de naast gelegen spoorbaan, rijksweg en hogedruk aardgastransportleiding; De hoogte van het groepsrisico t.g.v. het spoortracé moet worden verantwoord; De hoogte van het groepsrisico t.g.v. de aardgastransportleiding nnoet worden berekend en/of weergegeven in de toelichting en zonodig worden verantwoord; In de planregels is opgenomen, dat in de, op de plankaart aangegeven, Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen, geen functies mogen worden gevestigd voor beperkt zelfredzame personen en het groepsrisico niet mag toenemen door ander gebruik of nieuwbouw en Bij een incident op het spoor, de weg en met de gasleiding zullen er in het effectgebied slachtoffers vallen. Naar aanleiding van de analyse en de daaruit getrokken conclusies komen de volgende aanbevelingen naar voren: Bij nieuwe ontwikkelingen in het plangebied moet de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid worden afgestemd met de lokale brandweer. In het kader van de zelfredzaamheid bij genoemde scenario's verdient het de aanbeveling bij ontwikkelingen binnen de aangegeven veiligheidszone in het plangebied de volgende maatregelen te creëren: De gebouwen zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; Ventilatie die centraal buiten werking kan worden gezet; Het toepassen van zo min mogelijk glas aan de risicozijde; De gebouwen dusdanig ontwerpen zodat niet-verblijf ruimten als bergingen, keukens, wc's en trappenhuizen aan de gevaarszijde zijn geplaatst; Het gebouw loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobronnen. Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: De omwonenden, gebruikers en andere betrokkenen dienen geïnformeerd te worden over een drietal zaken. Ten eerste over de plannen/bestemming in hun directe omgeving en de mogelijke risico's als gevolg. Vervolgens over de maatregelen die de overheid treft om de risico's te beperken. Tot slot over de handelingsperspectieven voor de burger zelf om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een eventueel incident. Dit kan door middel van het publiceren van teksten op de website of in de gemeenterubriek. Maar hiertoe kunnen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor risicocommunicatie. De regionaal risicocommunicatie adviseur, werkzaam bij de Veiligheidsregio, kan hierbij ondersteunen.
4 Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor nadere informatie leunt u contact opnemen met de heer PJ.C. Gruijthuijsen van het Bureau Expertise en Advies Brandweer van mijn dienst. Hij is bereikbaar op telefoonnummer Voor advies over risicocommunicatie kunt u contact opnemen met de afdeling Risico- en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, telefoonnummer Graag ontvang ik van uw zijde een afschrift van het genomen besluit. Hoogachtend, dsregio Zuid-Holland Zuid, >lofstra In afschrift aan: Brandweer Dordrecht T.a.v. de heer F. Hoeksma Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid T.a.v. de heer E. Arnold Postbus AN DORDRECHT
5 Toelichting advies Bestemmingsplan 11 Sterrenburg ff Dordrecht Versie 16 januari 2012
6 Inhoudsopgave 1. Aanleiding 3 2. Doelstelling van het advies 4 3. Risicobronnen en scenario's Weg- en spoorvervoer gevaarlijke stoffen Aardgastransportleiding 5 4. Veiligheidstoets Plaatsgebonden risico Groepsrisico Zelfredzaamheid Beheersbaarheid Resteffect 8 5. Conclusies 8 6. Aanbevelingen 8 Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 2 van 9 Bureau Expertise en Advies Brandweer
7 1. Aanleiding Op 29 november 2011 heeft de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer (hierna ''de brandweer") een verzoek om advies ontvangen voor het vaststellen van bestemmingsplan ''Sterrenburg" Dordrecht (verder het plangebied). Het plangebied ligt in het zuiden van Dordrecht en wordt globaal begrensd door: - In het noorden: De Oudendijk - In het oosten: westzijde bebouwing Stevensweg, de Schenkeldijk - In het zuiden: de Wieldrechtse Zeedijk - In het westen: gebied Smitsweg, Rondweg De ligging is op onderstaande kaart aangegeven. In grote delen van het plangebied Sterrenburg wordt uitgegaan van de huidige situatie en de mogelijkheden van de geldende bestemmingsplannen. Op onderdelen is sprake van wijzigingen. Daarbij gaat het om wijzigingen die thans bekend zijn en waarvoor concrete planinitiatieven bestaan. De enige relevante wijziging betreft het gebouw van het Daltoncollege aan de Eulerlaan. Sinds 2010 is het een bedrijfsverzamelgebouw op grond van een tijdelijke ontheffing (5 jaar). In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming van "Maatschappelijk" te wijzigen in "Gemengd". De locatie ligt in de op de plankaart aangegeven Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen, hierdoor mogen er geen functies worden gevestigd voor beperkt zelfredzame personen en mag door ander gebruik of nieuwbouw het groepsrisico niet toenemen (zie planregels artikel 21.2). De Brandweer is aangewezen als adviseur en mag op grond van artikel 4.3 van de Circulaire Risiconormering Vervoer gevaarlijke stoffen en op grond van artikel 12.2 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen advies uitbrengen in verband met het groepsrisico over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer pagina 3 van 9
8 2. Doelstelling van het advies Het advies van de brandweer is primair in lijn met liet gestelde in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), artikel 12, lid 2 en de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs): ''Voorafgaand aan de vaststelling van een besluit als bedoeld in het eerste lid stelt het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, het bestuur van de regionale brandweer in wier gebied ligt waarop dat besluit betrekking heeft, in de gelegenheid om in verband met het groepsrisico advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting'', In deze toelichting wordt het advies van de brandweer weergegeven, waarbij een analyse van de veiligheidssituatie wordt weergegeven en voorstellen worden gedaan om de veiligheidssituatie te optimaliseren. Het onderstaande advies is tot stand gekomen aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid. Dit toetsingskader kent een vijftal aspecten die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. In deze toelichting wordt in hoofdstuk 3 een beschrijving gegeven van de scenario's die op deze locatie kunnen voorkomen. In hoofdstuk 4 wordt de veiligheidssituatie geanalyseerd aan de hand van het toetsingskader externe veiligheid. Tot slot worden ten aanzien van het plangebied conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. 3. Risicobronnen en scenario's 3.1 Weg- en spoorvervoer gevaarlijke stoffen Voor het plangebied zijn de belangrijkste risicobronnen die invloed hebben op het plangebied: Het spoortracé Dordrecht- Lage Zwaluwe De rijksweg N3 Over beide transportroutes worden grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen vervoerd. Bij incidenten met deze transporten is de kans op het vrijkomen van deze gevaarlijke stoffen redelijk groot aanwezig. Om een beeld te geven van het aantal transporten met gevaarlijke stoffen over beide transportassen, wordt in de volgende tabellen de omvang van deze aantallen weergegeven. Hierbij worden de realisatiecijfers van 2010 (spoor) en 2008 (weg) gebruikt. Tevens worden de prognosecijfers voor 2020 weergegeven die in verband met de ontwikkelingen voor het Basisnet, zijn vastgesteld. : '^BÊ^Ê Brandbare gassen Toxische gassen Brandbare vloeistoffen Toxische vloeistoffen Zeer toxische vloeistoffen Spoortracé Dordrecht-Lage Zwaluwe Realisatiecijfers Prognose voor Rijksweg N3 Realisatiecijfers Tabel 1: overzicht aantallen transporten gevaarlijke stoffen Spoortracé en Rijksweg N Prognose voor Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer pagina 4 van 9
9 De mogelijk optredende scenario's zijn de volgende: brandbare gassen, zoals LPG en propaan; - toxische gassen, zoals ammoniak en waterstoffluoride; brandbare vloeistoffen, zoals benzine. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de effectafstanden die ten gevolge van een optredend incident kunnen optreden. Ter verduidelijking worden de afstanden bij de scenario's Bleve en toxische damp van de 1, 10 en 100 procent letaliteitgrenzen weergeven. Dit betreft de afstanden waar respectievelijk 1, 10 en 100 procent van het aantal aanwezigen zal komen te overlijden. Er zijn marginale verschillen tussen de legaliteitsgrenzen van optredende incidenten op het spoor en de weg. Om hiervan een beeld te geven, zijn de afstanden voor weg tussen haakjes in het overzicht vermeld. De gebruikte gegevens zijn afkomstig uit de landelijk opgestelde ''Handleiding adviestaak regionale brandweer IPO 08, versie maart 2010". ^^mlê^êêuêê Bleve: meest geloofwaardig Bleve: worst case Toxische damp (ammoniak) Meest geloofwaardig Toxische damp (ammoniak) Worst case Tabel 2; Overzicht effectafstanden 1% letaliteitgrens 85 (70) 330 (230) 120 (120) 1250 (750) 10% letaliteitgrens Niet berekend 220 (140) 90 (90) 950 (600) 100% letaliteitgrens 40 (30) 140 (90) 40 (40) 400 (250) De kortste afstanden tussen het plangebied en het midden van de spoorbaan, resp. de weg, zijn 65 en 15 meter. Dit betekent dat ten gevolge van optredende incidenten met gevaarlijke stoffen op het spoortracé en de rijksweg N3 mogelijk dodelijke slachtoffers vallen. In het Basisnet spoor en weg zijn daarnaast plasbrandaandachtsgebieden (PAG's) vastgesteld. Voor beide transportmodaliteiten is dit gebied vastgesteld op 30 meter vanuit de rand van de weg of het spoor. Op basis van de gegevens uit de plankaart bij het bestemmingsplan hebben deze PAG's geen invloed op de bebouwing langs het spoor en de rijksweg N3. De geprojecteerde bebouwing ligt op een afstand van meer dan 30 meter uit de rand van het spoor of de weg. In de paragraaf resteffect wordt een beeld geschetst van het aantal gewonden die in het plangebied zullen vallen bij optredende incidenten met transporten met gevaarlijke stoffen. 3,2 Aardgastransportleiding Er zijn verschillende incidenten met aardgas mogelijk. In de onderstaande tabel zijn de mogelijke scenario's weergegeven die bij incidenten met brandbaar gas onder druk voor kunnen komen: Categorie Brandbaar gas onder druk Scenario Uitstroming zonder ontsteking Uitstroming met directe ontsteking: fakkelbrand (+ vuurbal) Uitstroming met vertraagde ontsteking: gaswolkontbranding (+ fakkelbrand) Tabel 4: Mogelijke scenario's bij brandbaar gas onder druk'^handrei buisleidingincidenten", december 2006 Nederlands Instituut Fysieke Effecten/schadebeeici > gehinderde communicatie > Gehoorsbeschadiging > (mogelijke drukeffecten) > Brandwonden > Ontstaan van secundaire branden > Brandwonden > Ontstaan van secundaire branden > Longbeschadiging door inademing van hete verbrandingsproducten > Mogelijke drukeffecten king voor optreden tijdens Veiligheid Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer pagina 5 van 9
10 Voor de effectafstanden wordt gebruik gemaaict van de zogenaamde ''gele Icaart". Hierop staan de instructies voor de hulpdiensten vermeld, gebaseerd op de situatie na 10 minuten na de breuk van een aardgasleiding. Er wordt verondersteld dat de hulpdiensten niet eerder dan 10 minuten na aanvang van het incident ter plaatse kunnen zijn. In de onderstaande tabel worden de verschillende effectafstanden weergegeven met de warmtestraling. Indien er een breuk optreedt en er een brandende verticale fakkel (jet) ontstaat. De effectafstanden gelden voor de hogedruk aardgastransportleiding van 12 inch, met een druk van maximaal 40 bar. 10 kw/m^ 3 kw/m^ 1 kw/m^ Kortdurende blootstelling PBM^ Veilig veilig Langdurende blootstelling Secundaire branden PBM veilig 12 inch hogedruk Tabel 5: Contouren (in nneters) van warnntestraling bij aardgastransportleidingen ''Gele kaart, versie 6 september 2008 Binnen de 10 kw/m^-contour dient rekening te worden gehouden met het ontstaan van secundaire branden. Volledig beschermde brandweermensen met ademlucht zijn bij 3 kw/m^ veilig. Onbeschermde hulpverleners en omstanders zijn pas veilig bij 1 kw/m^. De aardgastransportleiding ligt in het plangebied, er moet daarom met deze effectafstanden rekening worden gehouden. 4. Veiligheidstoets In het vorige hoofdstuk heeft een analyse plaatsgevonden van de scenario's die kunnen optreden in het plangebied. Naar aanleiding van deze scenario's vindt in dit hoofdstuk een veiligheidstoets plaats. Deze veiligheidstoets zal worden gedaan aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid. Dit toetsingskader kent een vijftal aspecten die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. 4.i. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico is het risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op één bepaalde plaats verblijft, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval binnen een inrichting of met een transportmodaliteit waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het plangebied ligt buiten de PR 10"^ contour van de het spoortracé. De PR 10"^contouren van de N3 en de aardgastransportleiding liggen in het plangebied. Er is echter geen bebouwing binnen de contouren. 4,2, Groepsrisico Het groepsrisico is de cumulatieve kans per jaar dat een groep personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting of met een transportmodaliteit waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een fn-curve, waarin het aantal doden is uitgezet tegen de cumulatieve kans op scenario's met dat aantal doden. In de fn-curve wordt een oriëntatiewaarde aangegeven, die het ijkpunt aangeeft waarin gezocht moet worden naar maatschappelijk aanvaardbare grenzen. Het groepsrisico t.g.v. het spoortracé is volgens de laatste gegevens van Basisnet Spoor groter dan de oriënterende waarde. Dit groepsrisico moet worden verantwoord. Het Persoonlijke beschermingsmiddelen Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer Bureau Expertise en Advies Brandweer pagina 6 van 9
11 groepsrisico t.g.v. de N3 is volgens de laatste gegevens van basisnet Weg kleiner dan 0,1 maal de oriënterende waarde. In de planregels is aangegeven, dat nieuwe ontwikkelingen, in de op de plankaart aangegeven veiligheidszone, niet mogen leiden tot een toename van het groepsrisico. De hoogte van het groepsrisico voor de aardgastransportleiding wordt niet vermeld in de toelichting van het bestemmingsplan. Dit is wel een vereiste Zelfredzaamheid De zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in het plangebied in staat zijn zich op eigen kracht in veiligheid te brengen. Binnen het invloedsgebied van de genoemde risicobronnen bevinden zich verschillende (beperkt) kwetsbare objecten. De functie-indeling, de infrastructuur en de bebouwing kan op verschillende manieren op de zelfredzaamheid inspelen. Bij nieuw te ontwikkelen gebouwen De gebouwen zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; Ventilatie die centraal buiten werking kan worden gezet; Het toepassen van zo min mogelijk glas aan de risicozijde; De gebouwen dusdanig ontwerpen zodat niet-verblijf ruimten als bergingen, keukens, wc's en trappenhuizen aan de gevaarszijde zijn geplaatst; De gebouwen loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobronnen. Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: De omwonenden, gebruikers en andere betrokkenen dienen geïnformeerd te worden over een drietal zaken. Ten eerste over de plannen/bestemming in hun directe omgeving en de mogelijke risico's als gevolg. Vervolgens over de maatregelen die de overheid treft om de risico's te beperken. Tot slot over de handelingsperspectieven voor de burger zelf om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een eventueel incident. Dit kan door middel van het publiceren van teksten op de website of in de gemeenterubriek. Maar hiertoe kunnen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor risicocommunicatie. De regionaal risicocommunicatie adviseur, werkzaam bij de Veiligheidsregio, kan hierbij ondersteunen. 4,4, Beheersbaarheid Beheersbaarheid richt zich op de inzetbaarheid van hulpverleningsdiensten in hoeverre zij in staat zijn hun taken goed uit te kunnen voeren en om daarmee verdere escalatie van een incident te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het voldoende/adequaat aanwezig zijn van aanvalswegen en bluswatervoorzieningen, maar ook de brandweerzorgnorm wordt hier onder geschaard. Ten aanzien van de aspecten bereikbaarheid en bluswatervoorziening hanteert de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid de richtlijnen zoals beschreven in de NVBR publicatie ''Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid". In overleg met het lokale brandweerkorps van uw gemeente zijn de volgende aspecten naar voren gekomen: Bereikbaarheid Uit de handleiding volgt het advies dat het plangebied goed bereikbaar dient te zijn door de hulpverleningsdiensten via twee van elkaar onafhankelijke aanvalswegen, waardoor in geval van werkzaamheden of calamiteiten een incident bereikbaar is. De lokale brandweer geeft aan dat de bereikbaarheid goed is. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 7 van 9 Bureau Expertise en Advies Brandweer
12 Bluswatervoorzieninq Bluswater primair: Er liggen voldoende brandkranen in de wijk. Deze liggen goed verdeeld over de straten. Bluswater secundair: In het plangebied is open water. Rondom de diverse wijken ligt voldoende open water in de vorm van waterpartijen welke goed te bereiken zijn. Zorg norm De brandweerzorgnorm is een aanbevolen opkomsttijd die afhankelijk is van het soort object en de risico's voor de aanwezige personen. De opkomsttijd bestaat uit een optelsom van de uitruktijd en de aanrijdtijd. De uitruktijd betreft de tijd die men heeft vanaf het alarmeren totdat men gereed is om te vertrekken naar het plaats incident. De uitruktijd voor een beroepskorps ligt lager dan die van een vrijwillig korps, omdat de beroepsmedewerkers zich in de directe nabijheid van de kazerne bevinden. De streefwaarde voor de uitruktijd van een beroepskorps is 1,0 minuut en voor een vrijwillige organisatie ca 3,5 minuten. De aanrijdtijd betreft de zuivere rijtijd. De brandweer kan in de meeste gevallen binnen de zorgnorm in het plangebied aanwezig zijn. Bij nieuwe ontwikkelingen in het plangebied moet de bereikbaarheid en de bluswatervoorzieningen worden afgestemd met de lokale brandweer. 4.S. Resteffect Het resteffect geeft een inschatting van het aantal doden, gewonden en materiële schade bij de representatieve scenario's, ondanks de getroffen maatregelen. Het resteffect van een incident is moeilijk concreet in te schatten. Bij de maatregelen in het kader van de zelfredzaamheid is beschreven dat de kans op dodelijke slachtoffers in het plangebied verminderd kan worden. Over het aantal gewonden kan geen concrete voorspelling gedaan worden. De genoemde maatregelen zullen zorgen voor een daling van het aantal gewonden en schade in het plangebied. De mate van daling is afhankelijk van meerdere factoren (bijvoorbeeld de vorm van gebouwen, de vullingsgraad van de tank, de hoeveelheid vrijgekomen gevaarlijke stoffen, weersinvloeden, e.d.) Bij een incident op het spoor, de weg en met de gasleiding zullen er in het effectgebied slachtoffers vallen. Dit aantal is afhankelijk van de aard en hoeveelheid vrijgekomen stoffen, de windrichting en de weersomstandigheden. 5. Conclusies De veiligheidstoets levert de volgende conclusies op: Er liggen in het plangebied geen objecten binnen de PR 10"^ contouren; Het plangebied ligt binnen de invloedsgebieden van de naast gelegen spoorbaan, rijksweg en hogedruk aardgastransportleiding; De hoogte van het groepsrisico t.g.v. het spoortracé moet worden verantwoord; De hoogte van het groepsrisico t.g.v. de aardgastransportleiding moet worden berekend en/of weergegeven in de toelichting en zonodig worden verantwoord; In de planregels is opgenomen, dat in de, op de plankaart aangegeven. Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen, geen functies mogen worden gevestigd voor beperkt zelfredzame personen en het groepsrisico niet mag toenemen door ander gebruik of nieuwbouw en Bij een incident op het spoor, de weg en met de gasleiding zullen er in het effectgebied slachtoffers vallen. 6. Aanbevelingen Naar aanleiding van de analyse en de daaruit getrokken conclusies komen de volgende aanbevelingen naar voren: Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 8 van 9 Bureau Expertise en Advies Brandweer
13 Bij nieuwe ontwikkelingen in het plangebied moet de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid worden afgestemd met de lokale brandweer. In het kader van de zelfredzaamheid bij genoemde scenario's verdient het de aanbeveling bij ontwikkelingen binnen de aangegeven veiligheidszone in het plangebied, de volgende maatregelen te creëren: De gebouwen zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; Ventilatie die centraal buitenwerking kan worden gezet; Het toepassen van zo min mogelijk glas aan de risicozijde; De gebouwen dusdanig ontwerpen zodat niet-verblijf ruimten als bergingen, keukens, wc's en trappenhuizen aan de gevaarszijde zijn geplaatst; Het gebouw loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobronnen. Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: De omwonenden, gebruikers en andere betrokkenen dienen geïnformeerd te worden over een drietal zaken. Ten eerste over de plannen/bestemming in hun directe omgeving en de mogelijke risico's als gevolg. Vervolgens over de maatregelen die de overheid treft om de risico's te beperken. Tot slot over de handelingsperspectieven voor de burger zelf om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een eventueel incident. Dit kan door middel van het publiceren van teksten op de website of in de gemeenterubriek. Maar hiertoe kunnen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor risicocommunicatie. De regionaal adviseur risicocommunicatie, werkzaam bij de Veiligheidsregio, kan hierbij ondersteunen. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 9 van 9 Bureau Expertise en Advies Brandweer
14 Externe veiligheid 1. Regelgeving en beleid Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is sinds 27 oktober 2004 van kracht. Het besluit verplichtte gemeenten risicovolle situaties van inrichtingen ten opzichte van kwetsbare bestemmingen binnen 3 jaar te saneren als het plaatsgebonden risico hoger was dan Voor wat betreft het groepsrisico is de verantwoordingsplicht wettelijk geregeld. Het Bevi werkt door in besluitvorming op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening, zoals bestemmingsplannen. Besluit externe veiligheid buisleidingen Sinds 1 januari 2011 geldt het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Hierin zijn risicoafstanden opgenomen voor ondergrondse buisleidingen met gevaarlijke stoffen. Voor wat betreft het groepsrisico is de verantwoordingsplicht wettelijk geregeld. Het Bevb werkt door in besluitvorming op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening, zoals bestemmingsplannen. Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen In de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen geeft het Rijk hun beleid aan over de afweging tussen veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving. Bij het opstellen van deze circulaire is zoveel mogelijk aangesloten op de systematiek zoals die is opgenomen in het Bevi Provinciaal beleid: CHAMP De Provincie Zuid- Holland heeft, om het begrip groepsrisico en de bijbehorende motivatieplicht (bij overschrijdingen van de oriënterende waarde) inhoud te geven de CHAMP-benadering ontwikkeld. CHAMP is een acroniem voor: Communicatie, Horizon, Anticipatie, Motivatie en Preparatie. Eerder genoemde toetsingskader is een aanvulling op en in sommige gevallen een invulling van de CHAMP plicht. Het De voorgenomen ontwikkeling wordt met behulp van de CHAMP methodiek tegen het licht gehouden. Gemeentelijk beleid: Toetsingskader Externe Veiligheid Conform de vereisten van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid buisleidingen Bevb) en de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen wordt aandacht besteed aan externe veiligheid. Opgrond van deze besluiten zijn gemeenten verplicht tot het doen van een groepsrisicoverantwoording. De verantwoording van het groepsrisico vindt plaats aan de hand van het gemeentelijk risicobeleid zoals is opgenomen in het Toetsingskader Externe Veiligheid. Hierin wordt aandacht besteed aan het plaatsgebonden risico, het groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffecten. Binnen de EV worden twee normstellingen gehanteerd: Het Plaatsgebonden Risico (PR) richt zich vooral op de te realiseren basisveiligheid voor individuele burgers. Het Groepsrisico (GR) stelt beperkingen aan de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van calamiteiten met gevaarlijke stoffen. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats. Bij plaatsgebonden risico gaat het om de kans per jaar dat een gemiddelde persoon op een bepaalde geografische plaats in de omgeving van een transportroute overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen op deze transportroute, er van uitgaande dat die persoon onbeschermd en permanent op deze plaats aanwezig is. Anders gezegd, het plaatsgebonden risico is een rekenkundig begrip. Het plaatsgebonden
15 risico kan worden weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt (zogeheten: risicocontour). Dergelijke contouren zijn van belang bij de beoordeling of een risicovolle activiteit of een risicogevoelige bestemming op een bepaalde plaats kan worden toegelaten. Voor plaatsgebonden risico is door de rijksoverheid voor nieuwe situaties een grenswaarde vastgesteld van 10-6 /jaar. Groepsrisico Het groepsrisico drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van één ongeval op de transportroute waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Dit risico laat zich niet in de vorm van een risicocontour op een kaart weergegeven, maar kan wel worden vertaald in een dichtheid van personen per hectare. Hoe meer personen per hectare in het schadegebied van een hier bedoeld ongeval aanwezig zijn, hoe groter het aantal (potentiële) slachtoffers is. Het groepsrisico kan worden weergegeven in een grafiek met op de horizontale as het aantal dodelijke slachtoffers en op de verticale as de cumulatieve kansen per jaar op ten minste dat aantal slachtoffers. Het groepsrisico is in tegenstelling tot het plaatsgebonden risico een oriënterende waarde. Ter bepaling van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico en de hoogte van het groepsrisico zijn risicostudies uitgevoerd. De uitkomsten van deze studies zijn beoordeeld aan de hand van het provinciale en gemeentelijke Beleid. Ter bepaling van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico en de hoogte van het groepsrisico zijn in het kader van het basisnet spoor en weg risicostudies uitgevoerd. Voor de aardgastransportleiding is een separaat onderzoek uitgevoerd. De uitkomsten van deze studies zijn beoordeeld aan de hand van het provinciale en gemeentelijke beleid. 2. Onderzoek Uitgangspunten bestemmingsplan Sterrenburg Voor het plangebied Sterrenburg zijn op dit moment (globaal) 3 bestemmingsplannen van kracht: Sterrenburg 1 en 2, Sterrenburg 3-west en Sterrenburg 3-oost, allen vastgesteld in de jaren Er bestaat behoefte aan actualisering. Besloten is één nieuw bestemmingsplan op te stellen voor de totale wijk Sterrenburg. Bij het bepalen van de in het plan op te nemen bouw- en gebruiksmogelijkheden moet het aspect veiligheid betrokken worden. Gelet op de ligging nabij de N3, spoor en gasleiding betreft dit in het bijzonder het gebied dat begrensd wordt door de N3 in het westen, de Oudendijk in het noorden en de Kaptijnweg/Galileilaan in het oosten. Uitgangspunt voor het nieuwe plan is de nu bestaande ruimtelijke situatie. Hierbij zijn overeenkomstig, de structuurvisie Dordrecht 2020, geen grote ingrepen in het plangebied voorzien. Om deze reden is bij de analyse van de veiligheidssituatie in het plangebied gebruik gemaakt van de rekenresultaten uit het Basisnet weg. Ten behoeve van het spoor is zowel een analyse op basis van de marktverwachting 2007 als de resultaten uit het Basisnet spoor zoals deze zijn aangereikt door het ministerie van I&M, gebruikt. In het plangebied bevindt zich een risicobron: Buisleidingen voor het transport van aardgas Aan de grenzen van het plangebied zijn de volgende risicobronnen aanwezig: Auto snelweg N3 Spoor Dordrecht Lage Zwaluwe
16 a. N3 Transport intensiteit N3 In december 2009 zijn de definitieve resultaten van het basisnet weg gepubliceerd (Eindrapportage Basisnet weg hoofdrapport). Met de resultaten van dit rapport is de Circulaire vervoer gevaarlijke stoffen gewijzigd en per 1 januari 2010 in werking getreden De jaarintensiteiten voor beladen bulktransporten op de N3 zijn weergegeven in tabel 1. Deze intensiteiten zijn in opdracht van het ministerie van V&W ten behoeve van het opstellen van het basisnet weg bepaald en opgenomen in de bijlagen behorende bij het eindrapport Basinet weg van december Hoofdcategorie Stof Voorbeeldstof Totaal cat Brandbaar gas GF1 Ethyleenoxide 378 GF2 Butaan 982 GF3 Propaan 6483 GT3 Zwaveldioxide 294 Brandbare LF1 Heptaan vloeistof 3514 LF2 Pentaan 3255 Toxische LT1 Acrylnitril vloeistof 190 LT2 Propylamine 230 Tabel 1 Transportcijfers N3 (2006) In de eindrapportage van het Basisnet weg is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd waarbij de invloed van de verschillende te vervoeren stoffen op de het plaatsgebonden risico als het groepsrisico is bepaald. Uit deze gevoeligheidsanalyse is de volgende conclusie getrokken: Er is alleen een wezenlijk verband geconstateerd tussen een (flinke)wijziging van de hoeveelheid GF3 en een wijziging van de ligging van de 10-6 contour en GR. Kortom uit de risico- en gevoeligheidsanalyses die voor Basisnet weg zijn uitgevoerd komt naar voren dat met name een toename van het vervoer van LPG (stofgroep GF3) leidt tot een toename van het PR en GR. Daarom zijn bij het tot stand komen van het Basisnet weg zowel het groepsrisico als het plaatsgebonden risico bepaald door het transport van brandbaar gas met een factor 1,5 op te hogen tot Deze waarde is opgenomen in de circulaire vervoer gevaarlijke stoffen als GF3 max. Uitstromingsfrequentie N3 (ongevalfrequenties) De risico s van het transport van gevaarlijke goederen zijn afhankelijk van de kans op een ongeval. In september 2003 is voor de gemeente Dordrecht onderzoek gedaan naar de locatie specifieke ongevalfrequentie van gevaarlijke stoffen op de N3 [Risico s wegtransport gevaarlijke stoffen N3, AVIV september 2003]. Uit deze studie volgde dat de ongevalfrequentie op de N3 50% hoger ligt dan de gemiddelde ongevalfrequentie voor autosnelwegen. De gemiddelde ongevalfrequentie voor autosnelwegen ligt op 8,3*10-8 1/vtgkm. Voor de N3 ligt deze op 1,24*10-7 1/vtgkm. Deze laatste locatiespecifieke ongevalfrequentie is opgenomen in de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. b. spoorweg Dordrecht Lage Zwaluwe De door PRORAIL opgegeven transportintensiteiten op het spoor voor het jaar 2007 zijn weergegeven in tabel 2. in de tweede kolom zijn de in 2011 door het Rijk kenbaar gemaakte cijfers van het Basisnet spoor weergegeven.
17 Gemeente Dordrecht ProRail (2007) Rijksontwerp Basisnet Spoor Marktverwachting 2020 Rekenmodel WBV 0% 80% Stofcategorie A B B3 0 0 C D D Totaal Tabel 2 Transportcijfers spoor(2007) en basisnet 2011 c. Hogedrukaardgasleiding Aan de noordelijke rand van het plangebied (ten oosten van de N3 tussen de Oudendijk en de Galileilaan) bevindt zich een hogedrukaardgasleiding van de NV Nederlandse Gasunie. De kenmerken van deze leiding zijn als volgt: Naam leiding Diameter (inch) Druk (bar) W KR Berekeningsresultaten a. N3 Plaatsgebonden risico N3 Uit de eindrapportage Basisnet weg (december 2009) blijkt dat de ligging van de 10-6 contour voornamelijk wordt bepaald door het transport van brandbare gassen. Een belangrijke transportstroom brandbare gassen tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen vindt plaats over de weg. Omdat de Drechttunnel niet toegankelijk is voor brandbare gassen vindt dit transport plaats via de route gevaarlijke stoffen (A15 - N3). De huidige transport- intensiteit in combinatie met een verhoogde uitstromingfrequentie leidt tot een PR-contour van 47 meter aan beide zijden van de N3. (Bijlage 5 circulaire vervoer gevaarlijke stoffen) De in het plan opgenomen bouwvlakken bevinden zich op een afstand van meter uit het hart van de N3. Hierdoor wordt voldaan aan het criterium dat er geen (beperkt)kwetsbare bebouwing binnen de 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico mag worden gesitueerd. Groepsrisico N3 Het bestemmingsplan Sterrenburg laat ten opzichte van de vigerende plannen geen nieuwe grootschalige bebouwingsmogelijkheden toe. Wel zijn er in het plan een drietal wijzigingsgebieden opgenomen. In de eerste zone aangeduid met WRO zone wijzigingsgebied 1 op ca. 390 meter uit de rand van de N3 is er sprake van een mogelijkheid om het winkelcentrum Sterrenburg uit te breiden met een vloeroppervlak van 3000 m2 BVO. Hiervoor dient het college gebruik te maken van de in artikel 5.6 opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Indien het college gebruikt maakt van de in de regels opgenomen bevoegdheid zal ruim buiten de 1% letaliteitsgrens (230 meter) van het maatgevende LPG scenario voor de N3 er sprake zijn van een toename van de bevolking van ca. 100 personen. Deze toename is dermate gering dat hierdoor geen wijziging in de hoogte van het groepsrisico teweeg gebracht wordt.
18 De tweede zone aangeduid met WRO zone wijzigingsgebied 2 is gelegen in de veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen. Binnen dit gebied kan het college overeenkomstig artikel 9.6 van de regels bij beëindiging van het huidig gebruik de functie van het gebied wijzigen in gemengd. De voorwaarde hierbij is, gelet op de aanduiding veiligheidzone vervoer gevaarlijke stoffen, dat het groepsrisico als gevolg van deze wijziging niet mag toenemen. De derde zone aangeduid met WRO zone wijzigingsgebied 3 is op dermate grote afstand van de N3 gelegen (ca 1100 meter van af de rand van de N3), dat wijzigingen in de bevolkingsdichtheid geen verandering in het groepsrisico teweeg brengen. Bij het tot stand komen van het Basisnet weg is de hoogte van het groepsrisico bepaald. Uit dit onderzoek kan de volgende conclusie worden getrokken: De feitelijke bevolkingsdichtheid in combinatie met de transportintensiteiten, zoals die zijn opgenomen in het Basisnet en de verhoogde ongevalfrequentie leidt niet tot een benadering van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico (<0,1 maal de OW). (Basisnet weg bijlagen december 2009) b. Spoor Plaatsgebonden risico spoor Op basis van de intensiteiten uit de beleidsvrije prognose voor 2020 (uit 2007) heeft adviesbureau Arcadis een risicoanalyse opgesteld. Uit deze analyse blijkt dat er een PR 10-6 contour van 20 meter wordt berekend in kilometervak 3 en een PR contour van 14 meter in kilometervak 4. De resultaten van het Basisnet geven aan dat op deze locatie de PR 10-6 maximaal 18 meter (bijlage 2 bij brief aan 2 e kamer van ).. De eerstelijns bebouwing aan de Sterrenburg-zijde is op meter uit het hart van het spoor gesitueerd zodat ruim wordt voldaan aan het criterium dat er geen (beperkt)kwetsbare bebouwing binnen de 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico mag worden gesitueerd. Groepsrisico spoor Het bestemmingsplan Sterrenburg laat ten opzichte van de plannen vigerende plannen geen nieuwe grootschalige bebouwingsmogelijkheden toe. Wel zijn er in het plan een drietal wijzigingsgebieden opgenomen. In de eerste zone aangeduid met WRO zone wijzigingsgebied 1 op ca. 450 meter uit de rand van de het spoor is er sprake van een mogelijkheid om het winkelcentrum Sterrenburg uit te breiden met een vloeroppervlak van 3000 m2 BVO. Hiervoor dient het college gebruik te maken van de in artikel 5.6 opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Indien het college gebruikt maakt van de in de regels opgenomen bevoegdheid zal ruim buiten de 1% letaliteitsgrens (330 meter) van het maatgevende LPG scenario voor het spoor, er sprake zijn van een toename van de bevolking van ca. 100 personen. Deze toename is dermate gering dat hierdoor geen wijziging in de hoogte van het groepsrisico teweeg gebracht wordt. De tweede zone aangeduid met WRO zone wijzigingsgebied 2 is gelegen in de veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen. Binnen dit gebied kan het college overeenkomstig artikel 9.6 van de regels bij beëindiging van het huidig gebruik de functie van het gebied wijzigen in gemengd. De voorwaarde hierbij is, gelet op de aanduiding veiligheidzone vervoer gevaarlijke stoffen, dat het groepsrisico als gevolg van deze wijziging niet mag toenemen. De derde zone aangeduid met WRO zone wijzigingsgebied 3 is op dermate grote afstand van het spoor gelegen (ca 1200 meter vanaf de rand van het spoor). Dat wijzigingen in de bevolkingsdichtheid geen verandering in het groepsrisico teweeg brengen. Het bestemmingsplan Sterrenburg laat, ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen zeer beperkt en op grote afstand van het spoor (meer dan 450, respectievelijk 1200 meter) nieuwe bebouwingsmogelijkheden toe. Deze zijn hiermee ruim buiten de 1% letaliteitsgrens (330 meter) van het maatgevende LPG scenario voor het spoor gelegen. Het bestemmingsplan Sterrenburg resulteert dan ook niet in een wijziging in de hoogte van het groepsrisico.
19 Bij het uitkomen van de beleidsvrije prognose voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (PRORAIL 2007) in juni 2007, is door adviesbureau Arcadis een risico analyse uitgevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van de feitelijke bevolkingsdichtheden. Uit deze analyse bleek dat in kilometervak 3 het groepsrisico de orientatiewaarde raakt. In kilometervak 4 is er sprake van een onderschrijding van de oriëntatiewaarde met een factor 0,320. In bijlage 2 bij brief aan 2 e kamer van , geeft de minister van I&M aan dat het groepsrisico als gevolg van de aanwezigheid van het spoor in 2020 tussen de 1 en de 3 komt te liggen. Het bestemmingsplan Sterrenburg zal niet leiden tot wijzigingen in dit risico. c. Hogedrukaardgasleiding Plaatsgebonden risico In maart 2012 zijn de risico s die verband houden met de aardgastransportleiding W onderzocht. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de PR 10-6 contour van deze leiding op de leiding is gelegen. Groepsrisico Ook het groepsrisico is onderzocht. Hiervoor is gebruik gemaakt van de huidige aanwezige populatie in het invloedsgebied van de leiding. Voor deze populatie is gebruik gemaakt van het landelijk beschikbare Populatiebestand groepsrisico. Het maximaal vastgestelde groepsrisico als gevolg van deze leiding ter hoogte van het bestemmingsplan bedraagt 0,06 maal de orientatiewaarde en is ter hoogte van de de zuidoosthoek van Wielwijk gesitueerd. Door het te herziene bestemmingsplan neemt het groepsrisico niet toe. De leiding vormt derhalve geen PR- of GR-knelpunt voor het plangebied Sterrenburg. 4. Toetsingskader Externe veiligheid Op initiatief van de Brandweer Dordrecht is in 2002 gestart met het project Veiligheidsstudie spoorzone Dordrecht - Zwijndrecht waarmee de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht op lokaal niveau een afweging willen kunnen maken tussen veiligheid in relatie met transport en economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit. De veiligheidsstudie is begin 2004 afgerond waarna het college van burgemeester en wethouders het toetsingskader als beleidsregel hebben vastgesteld. Het bestemmingsplan is ontwikkeld binnen de criteria uit dit toetsingskader. Toepassing van dit toetsingskader geeft externe veiligheidsaspecten een expliciete plaats bij het tot stand komen van ruimtelijke plannen en bouwplannen. Het toetsingskader omvat 5 beoordelingscriteria: plaatsgebonden risico; groepsrisico; zelfredzaamheid; beheersbaarheid; resteffect. Het toetsingskader kan worden gezien als een nadere invulling en precisering van de door de Provincie Zuid-Holland ontwikkelde CHAMP-methodiek voor plantoetsing. Zowel de aspecten van het toetsingskader als die van de CHAMP methodiek komen hieronder aan de orde, te beginnen bij het toetsingskader. Zelfredzaamheid Scenario s weg Voor de beoordeling van de mogelijkheden voor beheersbaarheid en zelfredzaamheid in het plangebied, zijn de scenario s van ongevallen met gevaarlijke stoffen van belang Op de N3 zijn een viertal categorieën stoffen te onderscheiden die in grote hoeveelheden worden vervoerd: Brandbare vloeistoffen, Toxische vloeistoffen, Brandbare gassen en Toxische gassen.
20 Mogelijke ongevalscenario s met gevaarlijke stoffen die op de N3 ter hoogte van het plangebied plaats kunnen vinden en effecten hebben tot in het plangebied, zijn: Brandbare gassen Het exploderen van een tankwagen met brandbaar gas. (warme of koude BLEVE). Een warme BLEVE, letterlijk: Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion ontstaat als volgt. Door een externe bron (brand) wordt een vat of tank met een vloeistof (of een tot vloeistof gecomprimeerd gas) opgewarmd. De druk neemt toe doordat de vloeistof gaat koken. Door het aanstralen, verzwakt de tankwand. Het vat of de tank zal door deze toenemende druk en de verzwakte tankwand instantaan falen (snel openscheuren). De inhoud van de tank zal vervolgens explosief ontbranden. Bij een koude BLEVE bezwijkt de tank (instantaan) door een mechanische oorzaak, zoals het falen van het materiaal ( spontaan scheuren van de tank) of een mechanische impact (een botsing, omvallen etc.). Vervolgens kan bij het openscheuren van de tank ontsteking van de inhoud van de tank plaatsvinden. Het effect is vergelijkbaar met de warme BLEVE maar reikt minder ver. De reden hiervoor is de lagere druk in de tank vlak voor het openscheuren. Een koude BLEVE is niet te voorkomen. Een overdruk scenario als gevolg van het expanderen van een tot vloeistof verdicht brandbaar gas In de onderstaande tabel is een overzicht weergegeven van de verschillende effectafstanden die gelden bij een warme BLEVE en een overdrukscenario. Bron: handleiding adviestaak regionale brandweren IPO 08 versie januari 2009 Toxische stoffen Het vrijkomen van toxische stoffen, waardoor een toxische wolk ontstaat. De omvang bij dit scenario wordt bepaald door de hoeveelheid toxische damp die vrijkomt en de verspreiding van de dampwolk. De verspreiding van de dampwolk wordt mede bepaald door weersomstandigheden (windrichting en snelheid, e.d.). Het effectgebied dat bij dit scenario optreedt, kan variëren van enkele honderden meters tot meerdere kilometers. Brandbare vloeistoffen Een plasbrand kan ontstaan door het vrijkomen van een brandbare vloeistof die door een ontstekingsbron tot ontbranding wordt gebracht. In de onderstaande tabel is een overzicht weergegeven van de verschillende effectafstanden die gelden voor een
21 verkeersongeval waarbij een tankwagen met brandbare vloeistoffen is betrokken (tank inhoud 23 ton) Bron: handleiding adviestaak regionale brandweren IPO 08 versie januari 2009 Ongevalscenario s met bijtende stoffen zijn door hun lokale effecten niet relevant. Scenario s spoor Voor de beoordeling van de mogelijkheden voor beheersbaarheid en zelfredzaamheid in het plangebied, zijn de scenario s van ongevallen met gevaarlijke stoffen van belang Op de het spoor zijn een viertal categorieën stoffen te onderscheiden die in grote hoeveelheden worden vervoerd: Brandbare vloeistoffen, Toxische vloeistoffen, Brandbare gassen en Toxische gassen. Mogelijke ongevalscenario s met gevaarlijke stoffen die effecten hebben tot in het plangebied, zijn: Brandbare gassen Het exploderen van een tankwagen met brandbaar gas. Een dergelijke explosie wordt ook wel BLEVE genoemd. Een warme BLEVE, letterlijk: Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion ontstaat als volgt. Door een externe bron (brand) wordt een vat of tank met een vloeistof (of een tot vloeistof gecomprimeerd gas) opgewarmd. De druk neemt toe doordat de vloeistof gaat koken. Door het aanstralen, verzwakt de tankwand. Het vat of de tank zal door deze toenemende druk en de verzwakte tankwand instantaan falen (snel openscheuren). De inhoud van de tank zal vervolgens explosief ontbranden. Bij een koude BLEVE bezwijkt de tank (instantaan) door een mechanische oorzaak, zoals het falen van het materiaal ( spontaan scheuren van de tank) of een mechanische impact (een botsing, omvallen etc.). Vervolgens kan bij het openscheuren van de tank ontsteking van de inhoud van de tank plaatsvinden. Het effect is vergelijkbaar met de warme BLEVE maar reikt minder ver. De reden hiervoor is de lagere druk in de tank vlak voor het openscheuren. Een koude BLEVE is niet te voorkomen. Het is afhankelijk van de inhoud van de tank wanneer en met welk effect de explosie plaatsvindt. Bij een geheel gevulde tank zal het aanzienlijk langer duren voordat de inhoud van de tank dusdanig is opgewarmd dat een BLEVE ontstaat. In de onderstaande tabel is een overzicht weergegeven van de verschillende effectafstanden die gelden bij een warme en een koude BLEVE. In deze tabel worden de effectafstanden weergegeven die gelden bij het vervoer van brandbare stoffen over het spoor.
22 Scenario s en effectafstanden (vanaf de ketelwagon) bij een ongeval met LPG Meest geloofwaardig scenario Worst case scenario De tankwagen scheurt bij dit scenario, waardoor het vloeistof verdichte gas expandeert en een overdrukscenario veroorzaakt. De spoorketelwagon wordt aangestraald, waardoor de tank wordt verwarmd, de integriteit van de tankwandconstructie het begeeft en een warme BLEVE ontstaat. Door de aanwezigheid van vuur / brand / hitte zal de brandbare vloeistof ontsteken en een grote vuurbal met grote hittestraling tot gevolg hebben, met uitstraling naar de omgeving. Personen binnen de stralingscontouren, worden circa 16 seconden blootgesteld -7 wagon/jaar Kans Groot (> 10-5 ) Kans Gemiddeld 10 Blootstellingsduur Kort Blootstellingsduur 16 seconden 100% letaal (0,3 bar) 40 meter 100% letaal ( meter kw/m 2 ) 10% letaal ( meter kw/m 2 ) 1% letaal (0,1 bar) 85 meter 1% letaal ( meter kw/m 2 ) Glasbreuk (0,03 bar) 250 meter 1 e gr.brandw. 600 meter (7 kw/m 2 ) Uitgangspunten: omgevingstemperatuur: 10 C stabiliteitsklasse: D5 De in de tabel gehanteerde uitgangspunten komen overeen met de invoerparameters voor de slachtofferberekeningsmethode. Bron: handleiding adviestaak regionale brandweren IPO 08 versie januari 2009 Een overdruk scenario als gevolg van het expanderen van een tot vloeistof verdicht brandbaargas Toxische stoffen Het vrijkomen van toxische stoffen, waardoor een toxische wolk ontstaat. De omvang bij dit scenario wordt bepaald door de hoeveelheid toxische damp die vrijkomt en de verspreiding van de dampwolk. De verspreiding van de dampwolk wordt mede bepaald door weersomstandigheden (windrichting en snelheid, e.d.). Het effectgebied dat bij dit scenario optreedt, kan variëren van enkele honderden meters tot meerdere kilometers. Ter illustratie worden hieronder de verschillende effectafstanden weergegeven die optreden bij een incident met een spoorketelwagon, gevuld met 48 ton ammoniak. Scenario s en effectafstanden (vanaf de rand van de plas) bij een ongeval met ammoniak Meest geloofwaardig scenario Worst case scenario Er ontstaat een lek van 15 mm in de tankwand, waardoor het De spoorketelwagon faalt catastrofaal. 57% van de vloeistof vloeistof verdichte gas kan uittreden. De bronsterkte bedraagt (27,4 ton) flasht af, de rest van de vloeistof stroomt uit en 3 kg/s continu. kookt koud in korte tijd. Kans Groot (> 10-5 ) Kans Gemiddeld (10-5 tot 10-7 ) Blootstellingduur 30 minuten Blootstellingduur direct (200 s) 100% letaal (LC100) (17 g/m 3 ) 40 meter 100% letaal (LC100) (17 g/m 3 ) 400 meter 10% letaal (LC10) (2,9 g/m 3 ) 90 meter 10% letaal (LC10) (2,9 g/m 3 ) 950 meter 1% letaal (LC01) (1,7 g/m 3 ) 120 meter 1% letaal (LC01) (1,7 g/m 3 ) 1250 meter LBW: levensbedreigende waarde (500 mg/m 3 ) AGW: alarmeringsgrenswaarde (100 mg/m 3 ) 250 meter LBW: levensbedreigende waarde Niet relevant 700 meter AGW: alarmeringsgrenswaarde Niet relevant
Toelichting advies. Bestemmingsplan. Veersedijk. Hendrik-Ido-Ambacht
Toelichting advies Bestemmingsplan Veersedijk Hendrik-Ido-Ambacht Versie 1 maart 2013 Inhoudsopgave 1. Aanleiding... 3 2. Doelstelling van het advies... 3 3. Risicobronnen en scenario s... 4 3.1 watervervoer
Nadere informatieToelichting advies. Bestemmingsplan. Dordtse kil. Dordrecht
Toelichting advies Bestemmingsplan Dordtse kil Dordrecht Versie 27 november 2012 Inhoudsopgave 1. Aanleiding... 3 2. Doelstelling van het advies... 4 3. Risicobronnen en scenario s... 4 3.1 Weg- en watervervoer
Nadere informatieUw kenmerk Ons kenmerk Datum
Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland afdeling Beleid & Ontwikkeling (team ruimtelijk beleid) Postbus 2003 3260 EA OUD-BEIJERLAND Uw kenmerk Ons kenmerk Datum -
Nadere informatieOns kenmerk 2012/1782/IdU
GD3 16,07.2012 0285 veiligheidsregio ZHZ iimiiiwii C0 2> Directeur Stadsontwikkeling Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Uw kenmerk Ons kenmerk 2012/1782/IdU Datum 10 juli 2012 Onderwerp inspraakreactie voorontwerpbestemmingsplan
Nadere informatieNotitie verantwoording groepsrisico bestemmingsplan Maasboulevard.
Notitie verantwoording groepsrisico bestemmingsplan Maasboulevard. 1. Inleiding Aan een bestemmingsplan dient een goede ruimtelijke onderbouwing ten grondslag te liggen. Dit betekent onder meer dat het
Nadere informatieMPGD32012122412400394 QD3 24,12.2012 Q394. 2012/3067/IdU
éo 2» Kxr-^o MPGD32012122412400394 QD3 24,12.2012 Q394 veiligheids 3 m ZHZ lilllïiiiiïll Directeur Stadsontwikkeling Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Uw kenmerk Ons kenmerk 2012/3067/IdU Datum 20 december 2012
Nadere informatieNotitie Externe Veiligheid. Regelgeving en beleid
Notitie Externe Veiligheid Regelgeving en beleid Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is sinds 27 oktober 2004 van kracht. Het besluit verplichtte
Nadere informatieGD veiligheids ZHZ. Ons kenmerk 2012/767/IdU
ér'p M PG D32012041908200258 GD3 19.04.2012 0258 veiligheids ZHZ SÈÊ^ÈIÈÊÈBÈÈË Directeur Stadsontwikkeling Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Uw kenmerk - Ons kenmerk 2012/767/IdU Datum 17 april 2012 Onderwerp
Nadere informatieExterne veiligheid. 1. Regelgeving en beleid
Externe veiligheid 1. Regelgeving en beleid Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is sinds 27 oktober 2004 van kracht. Het besluit verplichtte gemeenten
Nadere informatie...2...3...3...6...7...7...7...8...9...9 Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 2 van 10 !!"#$% " &' ( ) *&+ *,)-" "$ #% # %.$" $.$ $ " *&+ *,) -"","#/ " " " + % 0 % 12 ) %%#. "
Nadere informatieBEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r
BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r 2 0 1 2 1 Externe veiligheid Voor externe veiligheid zijn een aantal bronnen
Nadere informatieOns kenmerk 2011/2324/IdU
IV1PGAD2011101210580145 GAD 12.10.2011 0145 veiligheldsregio ZHZ a V ^/i I^B^^^HI Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Alblasserdam T.a.v. het hoofd afdeling RMO Postbus 2 2950
Nadere informatieVerantwoording van het groepsrisico
Verantwoording van het groepsrisico 1. Aanleiding Voor het consoliderende bestemmingsplan Dorpskernen Liesveld is een verantwoording van het groepsrisico nodig, in verband met de aanwezigheid van enkele
Nadere informatieToelichting advies. Bestemmingsplan. Watertorenterrein en Rivierdijk 2 tot en met 338. Sliedrecht
Toelichting advies Bestemmingsplan Watertorenterrein en Rivierdijk 2 tot en met 338 Sliedrecht Versie 22 december 2011 Inhoudsopgave 1. Aanleiding... 3 2. Doelstelling van het advies... 4 3. Risicobronnen
Nadere informatieVeiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
IP Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Postadres Postbus 9154 3007 AD Rotterdam Directie Risico- en Crisisbeheersing Bezoekadres Telefoon Telefax E-Mail Ons kenmerk Betreft Datum Behandeld door Wilhelminakade
Nadere informatieEV rapportage N983 - Rondweg Aduard
EV rapportage N983 - Rondweg Aduard Opdrachtgever: J. Snijders Provincie Groningen Opgesteld door: K.T Stijkel, 4552 Steunpunt externe veiligheid Groningen Datum: april 2012 1 Inleiding Steunpunt externe
Nadere informatieExterne veiligheid. Regelgeving en beleid
Externe veiligheid Regelgeving en beleid Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is sinds 27 oktober 2004 van kracht. Het besluit verplichtte gemeenten
Nadere informatieExterne veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald
Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,
Nadere informatieVerantwoording groepsrisico
Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...
Nadere informatieIntern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp
Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg
Nadere informatiememo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)
memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet
Nadere informatie14011 lil 07. 1 8 FEB. 20U SÏ3 OiH. loi'i. Omgevingsadvisering. m M mm» m «a^ Brabant > Zuidoost veiligheidsregio
m M mm» m «a^ Brabant > Zuidoost veiligheidsregio 14011 lil 07 1 8 FEB. 20U SÏ3 OiH. loi'i Retouradres, Postbus 242, 5600 AE Eindhoven College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond H.
Nadere informatieMPaDaaoiioBosïiïSlHf « veiligheidsregiq ZHZ
MPaDaaoiioBosïiïSlHf «303 08.06.2011 0093 veiligheidsregiq ZHZ College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dordrecht T.a.v. de heer W,M, Beers Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Uw kenmerk Ons kenmerk
Nadere informatieNotitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding
Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 25 april 2012 Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied 1 Inleiding In 2009 heeft Tauw voor drie afzonderlijke bestemmingsplannen
Nadere informatieVerantwoording groepsrisico. Esse-Kleinpolder gemeente Zuidplas
Verantwoording groepsrisico Esse-Kleinpolder gemeente Zuidplas Status: DEFINITIEF Datum: 13 januari 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Wat is de verantwoordingsplicht?... 4
Nadere informatieBijlage 10. Externe veiligheid Advies Masterplan Havenkant
Bijlage 10. Externe veiligheid Advies Masterplan Havenkant Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid OMTU\\C MPGZD2?, i ro 1 n 4 r 30552 GZD 14.04.2010 0552 veiligheidsregio 3 ZHZ Il^^^^^Bi College van Burgemeester
Nadere informatieveiligheidsregio z H Z
Brandweer M P G D 3 2 0 1 3 0 4 1 1 1 0 0 1 0 1 6 1 0 D 3 11.04.2013 0161 1 veiligheidsregio z H Z ury5--) 0 ( i f, Directeur Stadsontwikkeling Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Uw kenmerk Ons kenmerk Datum
Nadere informatieNotitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding
Notitie Project Projectnummer : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld : 15-170 EV Betreft : Externe veiligheid Behandeld door : Patricia Coenen 1 Inleiding Plangroep Heggen verzorgd de gedeeltelijke herbestemming
Nadere informatieMemo. Inleiding. memonummer datum 11 mei 2016 Lisette Groen Maayke Houtman Louis de Nijs
Memo memonummer 20160511 datum 11 mei 2016 aan Lisette Groen Maayke Houtman Louis de Nijs Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag van Roel Kouwen Jeroen Eskens Antea Group Antea Group kopie
Nadere informatieIntern memo. Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort - Duin 1e fase. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp
Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort
Nadere informatieGoirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen
Goirle, Vennerode Onderzoek externe veiligheid projectnr. 183803 revisie 02 31 maart 2009 Auteur(s) drs. M. de Jonge Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen datum vrijgave beschrijving
Nadere informatieDatum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk
Notitie Aan Gemeente Schiedam, t.a.v. Bas Hovens Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei 2015 21933243 L.C. Luijendijk Onderwerp Externe veiligheid Harga Midden Inleiding De gemeente Schiedam
Nadere informatieVan : M.H. van der Wielen Paraaf : MW. Betreft : Verantwoording groepsrisico Tiendzone te Papendrecht
Memo Datum : 21 juli 2015 Bestemd voor : E. Mulders Van : M.H. van der Wielen Paraaf : MW Projectnummer : 20130566-068 Betreft : Verantwoording groepsrisico Tiendzone te Papendrecht 1.1 Beleidskader Rijksbeleid
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Gelderland. Nr. 4165 19 juli 2016 Beleidsregels omgevingsveiligheid provincie Gelderland Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer 2014-015978
Nadere informatieOnderzoek externe veiligheid Sportpark Van den Wildenberg
Sportpark Van den Wildenberg projectnr. 196264 revisie 01 juli 2009 Auteur ing. F.A.M. (Frank) Kriellaars Opdrachtgever Gemeente Goirle Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave beschrijving revisie 01
Nadere informatieBrandweer Amsterdam-Amstelland
Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Brandweeradvies Externe Veiligheid Speelboot in IJ-haven in Amsterdam Referentie: 0000019/RoEv-2013 Datum: 5 juni 2013 Behandeld door: C.
Nadere informatieVerantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012
Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Inhoudsopgave 1 1 Aanleiding In en in de nabijheid van het bestemmingsplangebied
Nadere informatieQuickscan externe veiligheid
Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 02 mei 2011 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus
Nadere informatieExterne veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam
Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg
Nadere informatieQuickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel
Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 00 november 2009 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus
Nadere informatie2. Situering. Notitie : Beperkte verantwoording Leidsedreef 4-6 Leiderdorp. Berg en Terblijt, 14 november
Notitie 2016.485.01-01: Beperkte verantwoording Leidsedreef 4-6 Leiderdorp Berg en Terblijt, 14 november 2016 1. Inleiding Did vastgoedontwikkeling en Vink Bouw zijn voornemens de locatie van het oude
Nadere informatieExterne Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat short stay appartementen
Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat 10-27 short stay appartementen Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, de heer E. Harsevoort Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman
Nadere informatiedatum 26 februari 2015 aan Ben van der Waal Gemeente Muiden Joris Jennen Roel Kouwen
Notitie nummer 150127 - AA49 datum 26 februari 2015 aan Ben van der Waal Gemeente Muiden van Joris Jennen Roel Kouwen Antea Group Antea Group kopie Erwin de Bos SAB project Bestemmingsplan Bredius, gemeente
Nadere informatieExterne veiligheid. Algemeen
Externe veiligheid Algemeen Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport
Nadere informatieRisicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken
Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken Bezoekadres Oostzeestraat 2 Deventer Postadres 1 ste Weerdsweg 96 7412 WV Deventer
Nadere informatieAdvies externe veiligheid
Extern Advies Bevoegd gezag : Gemeente Marum Datum : 29-06-2015 Kenmerk VTH/DMS : Liza-nummer : 39409 Aan : Mevr. M. van der Zee Van : Patrick van Lennep Collegiale toetser : K. Stijkel Onderwerp / Locatie
Nadere informatieVerantwoording van het groepsrisico
Verantwoording van het groepsrisico B1.1. Inleiding Beleidskader Op grond van artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en op grond van de circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke
Nadere informatieOnderwerp Bijlage(n) Behandeld door
lii MPGD1 2014041510590609 GD1 15.04.2014 0609. veiligheidsregio Brandweer Gemeente Dordrecht Directeur Stadsontwikkeling Postbus 8 3300 AA DORDRECHT l. 1171x-au-f LN.,2 Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2014/1291/PG
Nadere informatieRisicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld
Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld Projectnr: Bar201328 versie 1.1 1 Projectlocatie: Schoutenstraat te Barneveld Opdrachtgever: Omgevingsdienst de Vallei Postbus 9024 6710 HM Ede Projectnr. en
Nadere informatieLPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal
LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal Plaatsgebonden risico De doorzet van LPG is in de vergunning vastgelegd op maximaal 1.000 m² LPG/jaar. Op grond van de Regeling externe veiligheid (Revi) gelden dan
Nadere informatieVan : M.H. van der Wielen Paraaf : MW
Memo Datum : 20 juli 2016 Bestemd voor : BuroGkracht Van : M.H. van der Wielen Paraaf : MW Projectnummer : 20160303 Betreft : Verantwoording groepsrisico Esschebaan 6 te Esch 1.1 Inleiding 1.1.1 Beleidskader
Nadere informatieIntern memo. Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit. Gert-Jan van de Bovenkamp
Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk
Nadere informatieVerantwoording van het groepsrisico
Verantwoording van het groepsrisico B1.1. Beleidskader Op basis van het artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Circulaire Risiconormering Vervoer van Gevaarlijke Stoffen
Nadere informatie2. Situering. Het projectgebied is gelegen aan de Midden Peelweg 5 te Sevenum. Op figuur 1 is het bouwvlak in de rode cirkel aangeduid.
Notitie 2016.380.01-01: Beoordeling invloed van de gewenste uitbreiding van Recreatiecentrum De Schatberg op de hoogte van het groepsrisico wegtransport (inclusief beperkte verantwoording) Berg en Terblijt,
Nadere informatieANALYSE EXTERNE VEILIGHEID HEIDELAAN A ERMELO
HEIDELAAN A ERMELO GEMEENTE ERMELO 6 februari 2007 Defintief 141223.000504 Beperkte bijwerking d.d. 28 maart 2008 d.d. 4 augustus 2008. Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer
Nadere informatieMemo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid
Memo memonummer 1 datum 26 februari 2015 aan ProRail van J. Eskens kopie M. Mutsaers project Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr. 268405 betreft Notitie Externe veiligheid Wettelijk kader Externe
Nadere informatieOnderzoek externe veiligheid Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden
Onderzoek externe veiligheid Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden projectnr. 264750 140059 - HF41 revisie 02 10 februari 2014 Opdrachtgever Aveco de Bondt Postbus 202 7460 AE RIJSSEN voor: KNSF Vastgoed
Nadere informatiememo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk
memo aan: van: c.c.: Bouwfonds Ontwikkeling t.a.v. de heer S. van Vessem Bas Hermsen Jurian Heerink datum: 16 december 2014 betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde 124-132, Zaandam, ons kenmerk
Nadere informatieExterne veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum
Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Opdrachtgever: Gemeente Bedum Dhr. S. Bergsma Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid
Nadere informatieRapportnummer: 2012/Polyplus/01
UMEO milieuadvies Wilhelminastraat 98 7462 CJ Rijssen Project: QRA Polyplus, Assen Opdrachtgever: Gemeente Assen Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 Status: definitief Auteur: ing. H. Hiltjesdam Telefoon:
Nadere informatieMemo. Inleiding. Beleidskader
Memo datum 13 maart 2013 aan Hester van Griensven Croonen Adviseurs van Roel Kouwen Antea Group kopie Jeroen Eskens Antea Group project Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Labouréstraat, Beek projectnummer
Nadere informatieRisicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F
Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Heijmans Vastgoed b.v. Maart 2012 Concept Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F dossier : BA8595 registratienummer
Nadere informatieBestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico
Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Bestemmingsplan Kern Roosteren Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Project : 122179 Datum : 16
Nadere informatieB.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013
20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01
Nadere informatieTen behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.
Notitie 20130395-03 Bouwplan Taalstraat 88 te Vught Externe veiligheid Datum Referentie Behandeld door 14 maart 2013 20130395-03 R. Schoonbrood/LSC 1 Inleiding Ten noordoosten van het Vughts Historisch
Nadere informatieVerantwoording groepsrisico. Bestemmingsplan VOSKO, Goudse Poort gemeente Gouda
Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan VOSKO, Goudse Poort gemeente Gouda Status: DEFINITIEF Datum: 16 oktober 2013 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Wat is de verantwoordingsplicht?...
Nadere informatieBrandweer Amsterdam-Amstelland
Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Bestemmingsplan Wibautstraat 125-131 In Amsterdam Oost Referentie: 36/RoEv-2013 Datum: 21 november 2013 Behandeld
Nadere informatieOnderzoek externe veiligheid deel B: Verantwoordingsplicht groepsrisico
Onderzoek externe veiligheid deel B: Verantwoordingsplicht groepsrisico projectnr. 184809 revisie 0.1 januari 2009 Auteur ing. A. van Elk Opdrachtgever Gemeente Venray T.a.v. de heer J. Roerink Postbus
Nadere informatieQuickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen
Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen projectnr. 169666 revisie 01 24 februari 2010 Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever d' Olde Kamp Fam. Van Zanten Dwingelerweg
Nadere informatieBUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD
BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader
Nadere informatieBijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden
33 Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 34 Veiligheidsregio Haaglanden HlMlIIlil
Nadere informatieVERANTWOORDING GROEPSRISICO KONINGIN JULIANAPLANTSOEN 15 WAARDENBURG
VERANTWOORDING GROEPSRISICO KONINGIN JULIANAPLANTSOEN 15 WAARDENBURG Inleiding Op het perceel aan het Koningin Julianaplantsoen 15 is momenteel een hoekwoning met bijbehorende tuin aanwezig. Initiatiefnemer
Nadere informatieVerantwoording groepsrisico. Van station tot hefbrug gemeente Waddinxveen
Verantwoording groepsrisico Van station tot hefbrug gemeente Waddinxveen Status: DEFINITIEF Datum: 24 februari 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...4 1.1 Aanleiding...4 1.2 Wat is de verantwoordingsplicht?...4
Nadere informatiePlanlocatie Nuland Oost te Nuland
Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie
Nadere informatieBijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley
Bijlage Nota van wijzigingen Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley Inleiding Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren,
Nadere informatieOnderzoek externe veiligheid. Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden
definitief revisie 03 29 augustus 2016 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 1 1.1 Leeswijzer 1 2 Beleidskader 2 3 Beschouwing risicobronnen 4 3.1 Rijksweg A1 4 3.2 Utrechtse Vecht 5 3.3 Maxisweg 6 3.4 Hogedruk
Nadere informatieRisico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie
Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...
Nadere informatieInleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.
Notitie 2015.245.02-01: Beperkte verantwoording tijdelijk asielzoekerscentrum Jachthuisweg te Hardenberg Berg en Terblijt, 6 oktober 2015 1. Inleiding Men is voornemens een asielzoekerscentrum te vestigen
Nadere informatieVerantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer
Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Deze verantwoording groepsrisico heeft betrekking op het bestemmingsplan Landgoed Ottermeer.
Nadere informatieQuickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude
projectnr. 172050 revisie 01 december 2008 Auteur drs. T. (Tim) Artz Opdrachtgever Boom Holding BV Hamersveldweg 109 3833 GM Leusden datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave december
Nadere informatieExterne Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn
Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn Opdrachtgever : Gemeente Baarn, mevrouw E. Nelissen Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/541886
Nadere informatieVoorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2
Aan: Pascal Lunshof p.lunshof@odnv.nl Van: I.E. Riegman i.riegman@ovij.nl Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Externe veiligheid 1 van 4 Uw kenmerk - Het beleid voor externe veiligheid
Nadere informatieBrandweer Amsterdam-Amstelland
Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Polderweg 1 in Amsterdam Referentie: 0062/RoEv-2016 Datum: 30 november 2016 Behandeld door: B. (Bente) Boogaard
Nadere informatieExterne Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein
Externe Veiligheid Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein Opdrachtgever: Aldi Roermond BV Dhr. O. Lebon Postbus 1335 6040 KH Roermond Betreft: Projectnummer: Externe veiligheid Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein
Nadere informatieQuickscan externe veiligheid t.b.v. bestemmingsplan De Hoven, De Werven en De Gouwen
Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectteam bestemmingsplan De Hoven, De
Nadere informatieMILIEUADVIES. Gemeente Woerden College van burgemeester en wethouders B. Wouda en C. Roodhart WOE1513.T001
MILIEUADVIES aan t.a.v. van Gemeente Woerden College van burgemeester en wethouders B. Wouda en C. Roodhart datum 1 februari 2016 kenmerk WOE1513.T001 onderwerp Notitie gevaarlijke stoffen rijksweg A12
Nadere informatieGemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.
Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/2016 1111/III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.40743 i\ff\1 DCMR milieudienst Rijnrncnd Gemeente Lansinqerland T.a.v. de
Nadere informatie: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking
Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : POLR/8154A312 Aantal pagina s
Nadere informatieRapportage quickscan externe veiligheid
BIJLAGE 7 Rapportage quickscan externe veiligheid revisie D0 februari 2008 Auteur ing. A. A. Zoethout drs. M. de Jonge Opdrachtgever Dhr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX TIJNJE datum vrijgave beschrijving
Nadere informatieBEOORDELING E x t e r n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n D e H o v e n, L e i d e r d o r p
BEOORDELING E x t e r n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n D e H o v e n, L e i d e r d o r p 1 Externe veiligheid Voor externe veiligheid zijn een aantal bronnen van belang, nl. het vervoer
Nadere informatie'ÓFMEENTEniJS5EN-HOLIfcN - 3 JULI 2014. a. -, ZAAKNR. DOC. NR. AFD. ONTV. KOPIE. Datum
BRANDWEER^ TWENTE adres Lansinkesweg 59 Hengelo Postbus 1400, 7500 BK Enschede 'ÓFMEENTEniJS5EN-HOLIfcN I postadres Postbus 1400 7500 BK Enschede College B&W gemeente Rijssen-Holten Afdeling Wonen en Ondernemen
Nadere informatiememo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn
memo aan: van: Van Wijnen Projectontwikkeling t.a.v. de heer P. Birkhoff Bas Hermsen c.c.: datum: 16 maart 2016 betreft: Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn 1. Aanleiding In Doorn
Nadere informatieVeiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 26/04/2013 Postadres Postbus 9154 3007 AD Rotterdam Directie Risico- en Crisisbeheersing 113.19640 Bezoekadres Wilhelminakade 947 Rotterdam Telefoon 010-4468
Nadere informatieRUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade
RUD Utrecht Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade Auteur : J. van Berkel Datum : 17 december 2014 RUD Utrecht Archimedeslaan 6 3584
Nadere informatieVoorontwerp-bestemmingsplan. Merwededijk nabij nr.40, realisatie van een woning. Nota van inspraak en vooroverleg
Voorontwerp-bestemmingsplan Merwededijk nabij nr.40, realisatie van een woning Nota van inspraak en vooroverleg Gemeente Gorinchem Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Reacties vooroverleg. 4 3 Inspraakreactie
Nadere informatieOmgevingsadvisering. Gemeente Eindhoven De heer L. Storteler Postbus 90150 5600 RB EINDHOVEN. Preadvies BIC. 16 oktober 2015. Geachte heer Storteler,
Retouradres, Postbus 242, 5600 AE EindhovenStorteler, L. Gemeente Eindhoven De heer L. Storteler Postbus 90150 5600 RB EINDHOVEN Geachte heer Storteler, Datum 16 oktober 2015 Uw brief van Op 8 april jongstleden
Nadere informatieRisicoanalyse transport Spoor en Vaarwegen
21 augustus 2014 Risicoanalyse transport Spoor en Vaarwegen Bestemmingsplan Gemeenschapspolder E. Dolman 1 Risicoanalyse transport Spoor en Vaarwegen Bestemmingsplan Gemeenschapspolder E. Dolman Bezoekadres
Nadere informatieNotitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen
Notitie Aan : BVR Projectontwikkeling B.V. en Langendijk B.V. Van : ir. S. Valk en ir. drs. D. Lobregt (Royal Haskoning) Datum : 29 november 2011 Kopie : L.J.A. Rombouts MSc, ing. E.M. Reurslag en J.J.H.
Nadere informatie