Katern 3. Opleidingsspecifieke deel. Vervolgopleiding tot Obstetrieverpleegkundige

Transcriptie

1 Katern 3 Opleidingsspecifieke deel Vervolgopleiding tot Obstetrieverpleegkundige September 2017

2 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Katern 3: Opleidingsspecifieke deel VUmc Amstel Academie De Boelelaan HV Amsterdam September

3 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Inhoudsopgave Inleiding 5 1 Praktijkleerperioden Doelen praktijkleerperiode obstetrische patiënt en pasgeborene Periodedoel voor patiëntgebonden situaties Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Periodedoel voor patiëntgebonden situaties laag tot midden complex niveau (optie 1) Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Periodedoel voor patiëntgebonden situaties hoog complex niveau (optie 1) Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Periodedoel voor patiëntgebonden situaties zwangere, kraamvrouw, pasgeborene (optie 2) Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Periodedoel voor patiëntgebonden situaties (optie 2) Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties 10 2 Toetsen Toetsen in theorie Toetsen in praktijk 13 3 Klinische lessen & overzicht kritische beroepssituaties 15 4 Stages Verplichte stages voor de Vervolgopleiding tot Obstetrie Verpleegkundige 30 Extramurale Gezondheidszorg (40 uur) 30 High Care/Intensive Care Neonatologie (16 uur) 30 Polikliniek Obstetrie (16 uur) 30 Polikliniek Gynaecologie /Voortplantingsgeneeskunde/ In Vitro Fertilisatie (VPG&IVF)( 8-16 uur ) Facultatieve stages 32 De zieke pasgeborene 32 Operatiekamer complex (16 uur) 32 Afdeling Gynaecologie 32 Uitwisselstage verloskamers (8-32 uur) Handleiding (externe) verplichte stages 33 Stage Extramurale Gezondheidszorg( 40 uur) 33 Verplichte Verslaglegging 35 Stage High Care/Intensive Care Neonatologie (16 uur) 36 Stage Polikliniek Obstetrie (16 uur) 38 3

4 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Verslaglegging polikliniek Obstetrie 39 Stage Polikliniek Gynaecologie/VPG/IVF (8-16 uur) Handleiding facultatieve stages 41 Stage de zieke pasgeborene (indien van toepassing) 41 Stage Operatiekamer complex (16 uur) 42 Stage afdeling Gynaecologie 42 Uitwisselstage Verloskamers (8 32 uur) Stageformulieren 45 Praktijkbegeleidingsformulier stage de zieke pasgeborene 45 Evaluatieformulier stage de zieke pasgeborene 47 Praktijkbegeleidingsformulier Stage Gynaecologie 49 Evaluatieformulier Stage Gynaecologie 51 Praktijkbegeleidingsformulier Stage Polikliniek Obstetrie/Gynaecologie/VPG/ IVF 53 Evaluatieformulier Stage Polikliniek Obstetrie/Gynaecologie/VPG/ IVF 55 Praktijkbegeleidingsformulier Uitwisselstage 57 Evaluatieformulier Uitwisselstage 59 Praktijkbegeleidingsformulier stage High Care/Intensive Care 61 Evaluatieformulier stage High Care/Intensive Care 63 5 Werklijsten 65 Werklijst behorend bij competentiegebied Vakinhoudelijk handelen: Verpleegtechnisch handelen 66 Werklijst behorend bij competentiegebied Vakinhoudelijk handelen: Verpleegtechnisch handelen vervolg 67 Werklijst behorend bij competentiegebied Vakinhoudelijk handelen: Medisch geavanceerde apparatuur 68 Werklijst behorend bij competentiegebied Vakinhoudelijk handelen: Assisteren bij medische (be)handelingen 69 Werklijst behorend bij competentiegebied Vakinhoudelijk handelen: Assisteren bij medische (be)handelingen 70 4

5 Inleiding In dit katern worden de opleidingsspecifieke onderdelen van de opleiding beschreven, zoals de doelen voor de verschillende Praktijkleerperioden (PLP), toetsing, klinische lessen, stage en werklijsten. De praktijkleerperioden kunnen afhankelijk van de context van de afdeling op twee manieren worden vorm gegeven. Optie 1 PLP 1: van laag en midden complex niveau (bij zowel zwangere, barende, kraamvrouw, pasgeborene en de acute gynaecologische patiënt) PLP 2: hoog complex niveau (bij zowel zwangere, barende, kraamvrouw en de acute gynaecologische patiënt) Optie 2 PLP 1: zwangere, kraamvrouw, acute gynaecologische patiënt (laag naar hoog complex) en pasgeborene (tot midden complex niveau) PLP 2: barende (laag naar hoog complex) en pasgeborene (tot midden complex niveau) 1 Praktijkleerperioden De opleiding is verdeeld in praktijkleerperioden. Per praktijkleerperiode staat een invulling van de competentiegebieden centraal. De opleiding is zodanig georganiseerd dat binnen elke PLP een patiëntencategorie centraal staat. In elke PLP is er sprake van een opbouw van complex naar steeds meer complex. Het is de bedoeling dat u de volgende doelen behaald binnen de daarvoor gestelde tijd van de praktijkleerperioden. 1.1 Doelen praktijkleerperiode obstetrische patiënt en pasgeborene Periodedoel voor patiëntgebonden situaties Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u kunt zelfstandig de verpleegkundige zorg verlenen aan en onder begeleiding regisseren voor patiënten die tijdens de zwangerschap ter behandeling opgenomen worden op de zwangere/kraam afdeling al dan niet met een (zieke) pasgeborene. In deze praktijkleerperiode dient u zich te richten op die zorgsituaties waarin sprake is van een of meerdere van de volgende kenmerken: de zwangere met een pathologische zwangerschap; de zwangere met een ziekte die de zwangerschap compliceert; de zwangere/kraamvrouw in een bijzondere en complicerende omstandigheid zoals: drugsverslaafde, draagmoeders etc; de vrouw in de normale kraamperiode; 5

6 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel de vrouw tijdens de pathologische kraamperiode; de gezonde en de zieke pasgeborene Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u dient onder begeleiding de beroepsgroep op een waardige manier te vertegenwoordigen; u dient onder begeleiding anderen te coachen; u dient onder begeleiding een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kwaliteitszorg. 6

7 1.1.3 Periodedoel voor patiëntgebonden situaties laag tot midden complex niveau (optie 1) Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u kunt zelfstandig de verpleegkundige zorg verlenen aan en onder begeleiding regisseren voor patiënten die tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode ter behandeling opgenomen worden op de zorgsuite of afdeling verloskunde al dan niet met een (zieke) pasgeborene. In deze praktijkleerperiode dient u zich te richten op die zorgsituaties waarin sprake is van een of meerdere van de volgende kenmerken: de vrouw met een pathologische zwangerschap; de vrouw met een ziekte die de zwangerschap compliceert; de vrouw in een bijzondere en complicerende omstandigheid zoals: drugsverslaafde, draagmoeders etc van laag tot midden complex niveau; de vrouw tijdens normale baring; de vrouw tijdens pathologische baring; de barende in een bijzondere en complicerende omstandigheid zoals: drugsverslaafde, draagmoeders etc.; de vrouw in de normale kraamperiode; de vrouw tijdens de pathologische kraamperiode; de gezonde en de zieke pasgeborene Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u dient onder begeleiding de beroepsgroep op een waardige manier te vertegenwoordigen; u dient onder begeleiding anderen te coachen; u dient onder begeleiding een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kwaliteitszorg. 7

8 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Periodedoel voor patiëntgebonden situaties hoog complex niveau (optie 1) Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u kunt zelfstandig de verpleegkundige zorg verlenen aan en onder begeleiding, regisseren voor patiënten die tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode ter behandeling opgenomen worden op de zorgsuite of afdeling verloskunde al dan niet met een (zieke) pasgeborene. In deze praktijkleerperiode dient u zich te richten op die zorgsituaties waarin sprake is van een of meerdere van de volgende kenmerken: de vrouw met een pathologische zwangerschap; de vrouw met een ziekte die de zwangerschap compliceert; de vrouw in een bijzondere en complicerende omstandigheid zoals: drugsverslaafde, draagmoeders etc van laag tot midden complex niveau; de vrouw tijdens normale baring; de vrouw tijdens pathologische baring; de barende in een bijzondere en complicerende omstandigheid zoals: drugsverslaafde, draagmoeders etc.; de vrouw in de normale kraamperiode; de vrouw tijdens de pathologische kraamperiode de gezonde en de zieke pasgeborene Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u dient onder begeleiding de beroepsgroep op een waardige manier te vertegenwoordigen; u dient onder begeleiding anderen te coachen; u dient onder begeleiding een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kwaliteitszorg. 8

9 1.2 Periodedoel voor patiëntgebonden situaties zwangere, kraamvrouw, pasgeborene (optie 2) Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u kunt zelfstandig de verpleegkundige zorg verlenen aan en onder begeleiding regisseren voor patiënten die tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamperiode ter behandeling opgenomen worden op de zorgsuite of afdeling verloskunde al dan niet met een (zieke) pasgeborene. In deze praktijkleerperiode dient u zich te richten op die zorgsituaties waarin sprake is van een of meerdere van de volgende kenmerken: de vrouw met een pathologische zwangerschap; de vrouw met een ziekte die de zwangerschap compliceert; de vrouw in een bijzondere en complicerende omstandigheid zoals: drugsverslaafde, draagmoeders etc van laag tot midden complex niveau; de vrouw in de normale kraamperiode; de vrouw tijdens de pathologische kraamperiode de gezonde en de zieke pasgeborene Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u dient onder begeleiding de beroepsgroep op een waardige manier te vertegenwoordigen; u dient onder begeleiding anderen te coachen; u dient onder begeleiding een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kwaliteitszorg Periodedoel voor patiëntgebonden situaties (optie 2) Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u kunt zelfstandig de verpleegkundige zorg verlenen aan en onder supervisie regisseren voor al die patiënten die bevallen in een intramurale setting. In deze praktijkleerperiode dient u zich te richten op die zorgsituaties waarin sprake is van een of meerdere van de volgende kenmerken: de vrouw tijdens normale baring; de vrouw tijdens pathologische baring; de barende in een bijzondere en complicerende omstandigheid zoals: drugsverslaafde, draagmoeders etc. 9

10 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Periodedoel voor organisatie- en professiegebonden beroepssituaties Aan het einde van deze praktijkleerperiode wordt het volgende van u verwacht: u dient onder supervisie de beroepsgroep op een waardige manier te vertegenwoordigen; u dient onder supervisie anderen te coachen; u dient onder supervisie een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kwaliteitszorg. 10

11 Zie studiegids 2 Toetsen 2.1 Toetsen in theorie Week: Leereenheid: Toetsvorm: Opdrachten: Introductie reflectieverslag formatief 1 Behaald op: Moeder & Pasgeborene klinisch redeneren patiëntbespreking zieke pasgeborene formatief E-learning borstvoeding summatief integratieve toets Obstetrie zwangere Obstetrie kraamvrouw patiëntbespreking formatief integratieve toets pathologie van de zwangerschap summatief 2 (open vragen) integratieve toets kraamvrouw summatief (open vragen) presentatie culturele aspecten casus verliessituatie inleveren casus uitwerking Klinisch redeneren tweetal 1 Formatieve toetsing: Levert geen formele uitspraken op (beoordeling), maar speelt een rol in het bijsturen van het leerproces. Hierop kan de student reflecteren en voornemens maken voor de volgende keren. 2 Summatieve toetsing: toetsing met beoordeling in waarde onvoldoende, voldoende of goed. Moet met een voldoende afgesloten worden. Student heeft op basis van opleidingsreglement recht op 1 x herkansing. 11

12 Zie studiegids Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Week: Leereenheid: Toetsvorm: Opdrachten: Obstetrie barende Samenwerking binnen de keten E-learning CTG summatief integratieve toets barende summatief (open vragen) EMGZ verslag summatief (inleveren bij praktijkopleider) Behaald op: Gynaecologie: voortplantingsgeneeskunde algemene gynaecologie Klinisch redeneren patiëntbespreking formatief integratieve toets summatief (open vragen) verslag polikliniek / verpleegkundig spreekuur en thuismonitoring, formatief (inleveren bij praktijkopleider) casus ethiek (inleveren bij opleider) voorstel casus uitwerking casus patiëntbespreking summatief 1 Formatieve toetsing: levert geen formele uitspraken op ( beoordeling), maar speelt een rol in het (bij)sturen van het leerproces. Er is gelegenheid om feedback te geven op de inhoud en de aanpak van de student. Hierop kan de student reflecteren en voornemens maken voor de volgende keren. 2 Summatieve toetsing: toetsing met beoordeling in waarde onvoldoende, voldoende of goed. Moet met een voldoende afgesloten worden. Student heeft op basis van opleidingsreglement recht op 1 x herkansing. 12

13 2.2 Toetsen in praktijk Opleidingsportfolio: Bijzonderheden: Realisatie: Behaald op: Kwaliteitsopdracht Klinische les/ patiëntbespreking voorstel Kwaliteitsopdracht summatief (door praktijk) werkplan Kwaliteitsopdracht summatief (door praktijk) gerelateerd aan zwangere, barende, kraamvrouw en pasgeborene gerelateerd aan zwangere, barende, kraamvrouw en pasgeborene Inleveren afrondingsformulier uit Katern 4 4 weken voor diplomering Praktijkleerperiode 1 Laag tot midden complex Praktijkleerperiode 2 Hoog complex 4 weken voor diplomering 1 Formatieve toetsing: levert geen formele uitspraken op ( beoordeling), maar speelt een rol in het (bij)sturen van het leerproces. Er is gelegenheid om feedback te geven op de inhoud en de aanpak van de student. Hierop kan de student reflecteren en voornemens maken voor de volgende keren. 2 Summatieve toetsing: toetsing met beoordeling in waarde onvoldoende, voldoende of goed. Moet met een voldoende afgesloten worden. Student heeft op basis van opleidingsreglement recht op 1 x herkansing. 13

14 14 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel

15 3 Klinische lessen & overzicht kritische beroepssituaties Klinische lessen Obstetrie Binnen de competentiegebieden kennis en wetenschap en organisatie en kwaliteit bent u in staat om: minimaal 5 klinische les/presentatie/patiëntbespreking bij te wonen; minimaal 2 klinische les/presentatie/patiëntbespreking te geven, één per PLP. Bijgewoonde klinische les/presentatie/patiëntbespreking Datum Onderwerp Afdeling Handtekening 15

16 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Gegeven klinische les/presentatie/patiëntbespreking Voorafgaand aan de klinische les/presentatie/patiëntbespreking maakt u hiervoor een schema met behulp van het formulier hulpmiddel klinische les/presentatie uit katern 4. Dit hulpmiddel laat u (indien vereist) vooraf beoordelen door uw praktijk-/werkbegeleider. Voor de beoordeling van uw klinische les/presentatie kunt u gebruik maken van het formulier beoordelingsformulier klinische les/presentatie, eveneens uit katern 4. Datum Onderwerp PLP Handtekening Gerelateerd aan zwangere, barende, kraamvrouw en pasgeborene laag tot midden complex Gerelateerd aan zwangere, barende, kraamvrouw en pasgeborene. hoog complex 16

17 Complexiteit De verpleegkundige zorg is onderverdeeld in laag, midden en hoog complex. De complexiteit is met name afhankelijk van de stabiliteit van: de zorgsituatie; kans op risicovolle situaties en; meervoudige problematiek. Voor de obstetrische patiënt (zwangere, barende, kraamvrouw en zieke pasgeborene) zijn de onderstaande kritische beroepssituaties beschreven en verdeeld onder de complexiteit. (deze lijst zal waarschijnlijk niet volledig zijn) Obstetrische patiënt Laag complex Poliklinische partus. Gezonde kraamvrouw. Pre-existente hypertensie. Midden complex Hypertensieve aandoening bij een obstetrische patiënt (stabiel, hypertensie, pre-eclampsie). Ontregelde Diabetes Mellitus, Diabetes Gravidarum (met of zonder insuline therapie). Intra Uteriene Groei Retardatie. Bloedverlies 1 ste en 2 de helft stabiel (bv. Placenta Praevia). Zwangerschapsdermatosen (stabiel). Hyperemesis gravidarum. Dreigende vroeggeboorte. Serotiniteit. > 24 # Vliezen àterme. Fysiologisch verlopende baring bij: inleiding, pijnstilling en vroeggeboorte vanaf 36 weken amenorroeduur. Àterme partus meerling samen met obstetrieverpleegkundige. Kraamvrouw na sectio caesarea. Kraamvrouw met complicaties in het kraambed (Ilieus, koorts, bloedverlies trombo-embolisch proces en psychosociale problematiek)(stabiel). Geplande sectio caesarea. 17

18 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Hoogcomplex Hypertensieve aandoening: HELLP-syndroom en hypertensie, pre-eclampsie met intra veneuze medicamenteuze behandeling. Partus bij een extreme vroeggeboorte < 36 weken. Partus bij een Diabetes Mellitus met (met insuline therapie). Afwijkende ligging ongeboren kind. Kunstverlossing (vaginaal en abdominaal) op basis van foetale nood. Uitgezakte navelstreng. Schouderdystocie. Massale Fluxus post partum. Manuele placenta verwijdering. Hypovolemische, obstructieve en distributieve shock. Reanimatiesetting: Moeder en Pasgeborene. Intra Uteriene Vrucht Dood. Alle mogelijk niet benoemde complicaties is het kraambed. Psychiatrische problematiek (psychose, depressie). Pasgeborene Laag complex Gezonde pasgeborene. Finneganscore bij pasgeborene bij maternaal gebruik van SSRI s tijdens zwangerschap. Glucose controles bij pasgeborene. Pasgeborene met een hypoglykemie > 36 weken. Dysmatuur > 37 weken > 2200 gram. Pasgeborene met een infectie die IV antibiotica > 36 a 37 weken na ongeveer 24 weken post partum. Sociale problematiek. Stabiele ex-prematuren (drinken/groeien). Sonde voeding pasgeborene (zonder complicatie) Midden complex Prematuur vanaf 35 weken. Dysmatuur < 37 weken. Observaties (AH, HF, & SpO 2 ) bij SSRI gebruik moeder. Glucose controles bij pasgeborene < 36 weken AM. Hyperbilirubinemie, fototherapie Biliblanket/lampen. < 36 Weken AM. Sondevoeding. Monitor bewaking (hanteren apparaat). Geboorte traumata (stabiel). Transitie fase problematiek. Milde aangeboren en erfelijke afwijkingen. 18

19 Overzicht kritische beroepssituaties zwangere Tenminste 20 patiënten met aandoeningen/complicaties gerelateerd aan de zwangerschap, verdeeld over de volgende categorieën: Intra-uteriene vruchtdood (IUVD)/ zwangerschapsafbreking; (dreigende) vroeggeboorte; preterm premature rupture of the membranes.(pprom); vaginaal bloedverlies 1 ste en 2 de helft; hypertensieve aandoeningen; Diabetes (type 1, 2 en gravidarum); groeivertraging (IUGR); psychiatrische problematiek; psychosociale problematiek; middelenafhankelijkheid. Kritische beroepssituaties zwangere 1. Complexiteits Niveau: laag midden hoog Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening:

20 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Overzicht fysiologisch verlopende baring Tenminste 10 patiënten net een fysiologisch verlopende baring. Fysiologische baring 1. Complexiteits niveau: laag Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening:

21 Overzicht kritische beroepssituaties barende Tenminste 20 patiënten uit alle onderstaande categorieën pathologische baringen, verdeeld over de volgende categorieën: Gemelli/meerling; (extreme) vroeggeboorte; fluxus post partum; niet vorderende ontsluiting; niet vorderende uitdrijving; vaginale kunstverlossing: vacuümextractie; meconiumhoudend vruchtwater; inleiding van de bevalling; pijnstilling tijdens de baring; abdominale kunstverlossing: Sectio Caesarea: - primair; - secundair. Kritische beroepssituaties barende 1. Complexiteits niveau: laag midden hoog Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening:

22 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Kritische beroepssituaties barende 16. Complexiteits niveau: laag midden hoog Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening: Overzicht fysiologische kraamvrouw/normale kraamperiode Tenminste 10 patiënten in de normale kraamperiode Fysiologische kraamvrouw / normale kraamperiode 1. Complexiteits niveau: laag Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening:

23 Overzicht kritische beroepssituaties kraamvrouw Tenminste 20 patiënten uit alle onderstaande categorieën pathologisch verlopende baringen, verdeeld over de volgende categorieën: na een fluxus post partum; koorts in het kraambed; hypertensieve aandoening in het kraambed; trombo-embolische processen; na een Sectio Caesarea. Kritische beroepssituaties kraamvrouw 1. Complexiteits niveau: laag midden hoog Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening:

24 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Overzicht gezonde pasgeborene Tenminste 5 gezonde pasgeborenen Gezonde pasgeborene 1. Complexiteits niveau: laag Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening: Overzicht kritische beroepssituaties zieke pasgeborene Tenminste 20 pasgeborenen met gezondheidsproblemen en/of aangeboren afwijkingen uit onderstaande categorieën: prematuur (voorbij 34 wk); (pre) Dysmatuur; Hyperbilirubinemie; verdenking infectie; Hypoglykemie; opvang vitaal bedreigde pasgeborene; Macrosoom; aangeborene afwijking. Kritische beroepssituaties zieke pasgeborene 1. Complexiteits niveau: laag midden Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening:

25 Kritische beroepssituaties zieke pasgeborene 9. Complexiteits niveau: laag midden Begeleidingsniveau: onder begeleiding onder supervisie zelfstandig Datum: Handtekening: Bijgewoonde spreekuren op een polikliniek met obstetrische problematiek. Tenminste 12 patiënten met zwangerschap gerelateerde problemen. Gezondheidsproblematiek Datum Handtekening

26 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Bijgewoonde spreekuren op een polikliniek gynaecologie met zwangerschapsgerelateerde gynaecologische aandoening. Tenminste 12 patiënten met: endocrinologische stoornis; bekkenbodem- en/of urologische problematiek; fertiliteitsbehandeling. Gezondheidsproblematiek Datum Handtekening

27 Overzicht overige stage activiteiten ( zoals bv lactatiekundige) Datum Handtekening Bijgewoonde gynaecologische operaties Operatie Datum Handtekening a. vaginaal: b. abdominaal: 27

28 28 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel

29 4 Stages Verantwoording De stages in uw opleiding staan in het teken van de ketenzorg. Het doel is dat u de aansluiting verkent tussen uw aandeel en dat van andere betrokkenen in de ketenzorg. Inhoudelijk richt u zich op het competentiegebied Communicatie en organisatorisch betreft het competentiegebied Samenwerken. In alle stages dient u in de diverse instellingen of organisaties te kijken naar: de functie en plaats in de keten; werkwijze van de organisatie; samenwerking met andere organisaties; uw aandachtspunten voor transfer van patiënten. De hierna vermelde verplichte stages zullen, afhankelijk van de instelling waar u werkzaam bent, al dan niet door de praktijkopleider/leidinggevende voor u worden ingepland. Voor de VUmc studenten geldt dat de stages door de opleider van VUmc Amstel Academie worden vastgelegd in overleg met de leidinggevende van 8B/C. Tijdens deze stages komt u in diverse settings in aanraking met voor u belangrijke onderdelen van het specialisme die u zo nodig mee kunt nemen in de totale bewijsvoering van het behalen van de verschillende competenties. Tijdens de verplichte stages vindt geen beoordeling plaats maar u moet wel de stage evalueren met het daarvoor bestemde evaluatieformulier verderop in dit katern. Mocht u gewerkt hebben aan specifieke leerdoelen, die in relatie staan met de te behalen competenties dan kunt u dit in de verslaglegging voorafgaande aan uw eerste volgende beoordeling meenemen. In de Handleiding stages eveneens verderop in dit katern, leest u welke stappen ondernomen dienen te worden alvorens de stage aanvangt. 29

30 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel 4.1 Verplichte stages voor de Vervolgopleiding tot Obstetrie Verpleegkundige Extramurale Gezondheidszorg (40 uur) Als verpleegkundige werkzaam op de afdeling Obstetrie krijgt u veel te maken met vrouwen die opgenomen worden voor een (poli)klinische bevalling en het kraambed thuis zullen door maken. U zult de vrouw (en partner) adviezen moeten kunnen geven over de thuissituatie. Het is dan ook belangrijk dat u inzicht heeft in de mogelijkheden voor kraamzorg in deze thuissituatie, waardoor de continuïteit van zorg gewaarborgd kan blijven bij het ontslag van de kraamvrouw, al dan niet met haar baby. Deze stage doorloopt u onder andere binnen een kraamcentrum, een verloskundigenpraktijk en indien mogelijk een consultatiebureau. U wordt in de gelegenheid gesteld een thuisbevalling mee te maken en een bezoek te brengen aan een voorlichtingsavond voor zwangeren waar de zwangerschapseducatie centraal staat. Tevens biedt deze stage u de mogelijkheid om ervaringen van (aanstaande) ouders nader te verkennen. De indrukken die (aanstaande) ouders teruggeven over de verleende zorg in het ziekenhuis kunnen dan mogelijk richting geven aan de optimalisering van uw verpleegkundige zorg. High Care/Intensive Care Neonatologie (16 uur) Het is verplicht om op een afdeling High Care/Intensive Care Neonatologie een stage te lopen van 2 dagen. Hierbij krijgt u inzicht in doel en werkwijze van de afdeling High Care/Intensive Care Neonatologie en een beeld van de patiëntencategorie die daar verpleegd wordt met hun verschillende aandoeningen. Tevens krijgt u inzicht in de problematiek waar ouders mee te maken krijgen als hun baby wordt opgenomen op deze unit. Deze stage is een oriënterende stage en heeft een ondersteunende functie ten aanzien van de ouderbegeleiding, het waarborgen van continuïteit van zorg (intra- en extramuraal) én de zorgverlening van pasgeborene in acute situaties. Deze stage kan in uw eigen ziekenhuis of in het AMC/VUmc plaats vinden. Dit is afhankelijk van de status van de Neontologie afdeling High Care/Intensive Care. Polikliniek Obstetrie (16 uur) Als Obstetrieverpleegkundige werkzaam op de afdeling Obstetrie en/of Gynaecologie krijgt u vaak te maken met vrouwen die, voorafgaand aan de opname op de afdeling, voor consult, onderzoek en eventuele behandeling op de polikliniek zijn geweest. Het is dan ook van belang dat u inzicht heeft in het traject dat aan deze opnames is voorafgegaan. Hierbij dient u de zorg in nauwe samenwerking met de verschillende disciplines die bij de behandeling van de patiënten betrokken zijn af te stemmen. 30

31 Deze polistage biedt u dan ook de gelegenheid om u te verdiepen in doel en werkwijze van de polikliniek, de patiëntenpopulatie en de diverse onderzoeks- en behandelmethoden. Daarnaast krijgt u door deze stage inzicht in de wijze waarop aan de samenwerking gestalte wordt gegeven. Deze ervaring kan u van pas komen tijdens de diverse voorlichtings- en begeleidingsgesprekken die op uw afdeling gevoerd worden die u handvatten kan bieden in uw verpleegkundige beroepsuitoefening van deze doelgroep. Tevens dient u als obstetrieverpleegkundige op de hoogte te zijn van de wijze waarop een verpleegkundig spreekuur kan worden opgezet en uitgevoerd en hoe de thuismonitoring op organisatorische wijze is opgezet. Polikliniek Gynaecologie /Voortplantingsgeneeskunde/In Vitro Fertilisatie (VPG&IVF)( 8-16 uur ) (8 uur is verplicht gesteld door CZO en Amstel Academie advies is 16 uur) Tijdens uw opleiding loopt u ook op de polikliniek VPG & IVF (gynaecologie, voortplantingsgeneeskunde & In Vitro Fertilisatie) 16 uur stage. Gedurende deze stage maakt u kennis met de diverse onderzoeks- en behandelmethoden die er voor de patiëntencategorie op het gebied van: endocrinologische stoornis; bekkenbodem- en/of urologische problematiek; fertiliteitsbehandeling. De inzichten die u hier verkrijgt kunnen een hulpmiddel zijn in uw verpleegkundige beroepsuitoefening indien deze patiënten bij u op de afdeling verpleegd worden. Deze stage kan zowel in uw eigen instelling als in het VUmc plaats vinden 31

32 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel 4.2 Facultatieve stages De zieke pasgeborene Deze stage kan, afhankelijk van de instelling, op de afdeling verloskunde, couveuse afdeling of andere afdelingen in andere instellingen plaats vinden daar waar de student de eindtermen m.b.t. de zieke pasgeborene kan behalen. Advies is om: de student met weinig ervaring 64 uur en de student met geen ervaring 128 uur stage te laten lopen. De zorg voor de pasgeborene vindt plaats op meerdere afdelingen. Tijdens uw opleiding als obstetrieverpleegkundige kunt u de zorg hebben voor zowel de gezonde als de met problemen geboren pasgeborene, die bij hun moeder gedurende de opname zijn ingeroomd. Als obstetrieverpleegkundige heeft u een signalerende functie met betrekking tot de typische en a-typische ziekteverschijnselen die deze pasgeborenen kunnen vertonen. Daarnaast is het zo dat u in staat moet zijn om ouders de juiste voorlichting en begeleiding te geven en dient u diverse verpleegtechnische handelingen te kunnen uitvoeren. Kortom, u dient binnen de setting van de Obstetrie afdeling diverse zorgprocessen te kunnen bewaken. Operatiekamer complex (16 uur) Om inzicht te krijgen in de operaties die op gynaecologisch gebied worden uitgevoerd dient u stage te lopen op de operatieafdeling. Door inzicht te krijgen in de aard van de operatie en de gevolgen die dit heeft voor de patiënt, kunt u een belangrijke rol vervullen in de begeleiding en voorlichting van deze patiënten met een specifieke aandoening die geopereerd dienen te worden op gynaecologisch gebied. Afdeling Gynaecologie In het functieprofiel van de obstetrieverpleegkundige wordt gesteld dat de obstetrieverpleegkundige beschikt over specialistische kennis, vaardigheden en attitude om de vereiste/gewenste zorg te verlenen aan patiënten met een acute gynaecologische aandoening én aan patiënten met gynaecologische aandoeningen die gerelateerd zijn aan een obstetrische voorgeschiedenis. Vanuit die invalshoek oriënteert u zich binnen de stage op deze patiëntencategorie. Bij aanvang van de opleiding kan, afhankelijk van het competentie niveau van de student, het aantal stage-uren worden bepaald. Uitwisselstage verloskamers (8-32 uur) Tijdens deze stage kunt u een beeld krijgen van de wijze waarop binnen de verloskamers, in een andere instelling dan die waar u werkzaam bent, het medisch- en verpleegkundig beleid gestalte krijgt. Ook deze stage wordt gerealiseerd als uw eigen instelling hierin toestemt. 32

33 4.3 Handleiding (externe) verplichte stages Stage Extramurale Gezondheidszorg( 40 uur) Tijdens deze stage oriënteert u zich op de extramurale gezondheidszorg in relatie met de zorg van moeder en kind, hierdoor bent u in staat relaties te leggen met de klinische patiëntenzorg. De praktijk zal in overleg met u een aantal dagen inplannen waarin u deze doelen kunt behalen. (bv.1 dag kraamzorg, 1 dag kraamzorgorganisatie, 1 dag thuisbevalling, 1 dag verloskundige praktijk, ½ dag zwangerschapseducatie en ½ dag jeugdgezondheidszorg) Het aantal dagen kan per instelling wisselen. Tijdens de stage dienen de volgende onderdelen aan bod te komen. De doelstelling en werkwijze van het kraamcentrum: - de wijze waarop de kraamzorg in de praktijk wordt georganiseerd en uitgevoerd; - taken en deskundigheid van de verschillende beroepsbeoefenaren binnen het kraamcentrum; - samenwerking tussen intra- en extramurale instellingen. De thuissituatie van de (aanstaande) ouders, baby en gezinsleden: - de zorgverlening aan de gezinnen; - taak en deskundigheid van de kraamverzorgende. Een thuisbevalling, waarbij observatie van kraamverzorgende en verloskundige plaatsvindt wat betreft: - organisatie van de werkzaamheden; - uitvoer van de werkzaamheden; - samenwerking met de verloskundige; - overleg met de verloskundige; - rapportage en overdracht. Observatie van de barende en partner wat betreft: - beleving van het baringsproces. Doel en werkwijze van een verloskundige praktijk met als onderdelen: - prenatale controles; - kraamvisites; > indien het mogelijk is: - eerste controle; - controle 6 weken post partum; - uitwendig onderzoek (handgrepen van Leopold); - luisteren naar cortonen met behulp van een monoaureale stethoscoop (toeter). Doel en werkwijze consultatiebureau, met daarbij de observatie van/ werkzaamheden van: - JGZ-verpleegkundige; - de CB arts.(indien mogelijk). 33

34 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Observatie van de zuigeling, de ouders/verzorgers en de medewerker van het consultatiebureau bij de volgende punten: - lichamelijke groei; - sociaal-emotionele ontwikkeling; - taalontwikkeling; - ontwikkeling van het spel; - communicatie; - wat voor vragen er worden gesteld; - wat standaard in het consult zit; - hoe adviezen worden ontvangen; - hoe de interactie van ouders/verzorgers en verpleegkundige verloopt. Doel en functie huisbezoek van de jeugdgezondheidszorg. Oriëntatie op doel en functie van een zwangerschaps- of ouderschapseducatie. Zwangerschaps- of ouderschapseducatie in de vorm van zwangerschapsgym, yoga, haptonomie, voorlichtingsavond voor de zwangere en haar partner óf een door u zelf gekozen vorm, waarbij observatie van zwangere en begeleider plaatsvindt op de volgende punten: - voorlichting; - oefeningen; - ademhalingstechnieken. NB: Indien het u niet lukt tijdens deze stage een thuisbevalling bij te wonen, kunt u op een ander gewenst moment deze bevalling nog proberen te realiseren indien 2 maanden voor het eind van de opleiding dit niet is gelukt dient u contact op te nemen met de opleider voor een vervangende opdracht. Planning Vier tot zes weken voor aanvang van de praktijkleerperiode dient u contact op te nemen met het kraamcentrum waar u stage gaat lopen. U maakt een stageplan en bespreekt met uw contactpersoon/stagebegeleider hoe u de geplande activiteiten kunt behalen. U bent zelf verantwoordelijk voor het regelen van de diverse onderdelen en activiteiten in de stageweek zoals afspraken met: een verloskundige; een consultatiebureau voor zuigelingenzorg; de organisatie van een zwangerschaps- of ouderschapscursus. 34

35 Verplichte Verslaglegging In het verslag van de EMGZ stage dienen de volgende aspecten beschreven te worden. Richtlijn verslag Doelstellingen Orden en beschrijf de gegevens van de stageplaats. Beschrijf uw opgedane ervaringen. Reflecteer op uw leerproces. De inleiding Doel van het verslag. Overzicht van wat er in het verslag wordt behandeld. Het middenstuk Hierin beschrijft u: het doel en de werkwijze instelling/beroepsbeoefenaar; de taken van de (verschillende) disciplines binnen de instelling; de verschillende overlegsituaties samenwerkingsverbanden met functionarissen van diverse disciplines; de mogelijkheden van consultatie of verwijzing naar andere instellingen/ beroepsbeoefenaren en welke overwegingen gemaakt zijn bij de consultatie/verwijzing; de contacten die de instellingen/beroepsbeoefenaren hebben met ziekenhuizen en met verpleegkundigen in het bijzonder; uw eventuele eigen deelname; een reflectie op de relatie met uw zorgverlening binnen uw ziekenhuis. Het nawoord Vaststelling in hoeverre de doelstellingen zijn behaald. Uw leerrendement. Factoren die uw leerproces hebben bevorderd c.q. belemmerd. Probeer aan de hand daarvan een beschrijving te geven wat u hebt geleerd. Verwoord eveneens of u waardevolle kennis heeft opgedaan die u niet verworven zou hebben zonder deze stage. De vormgeving Omvang : getypt, maximaal 12 pagina s, alle opdrachten in zijn geheel in verslagvorm mailen aan uw praktijkopleider Titelblad : vermelding van naam, groep, datum stage en de stage verlenende instelling Literatuur : in de literatuurlijst vermelden 35

36 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Tijdsplanning Aanbevolen wordt om het verslag over de kraamzorg gedurende de stage te schrijven. U dient het verslag digitaal binnen 28 dagen na het beëindigen van de stage aan uw praktijkopleider te hebben g d. Deze beoordeelt het verslag, bij een onvoldoende beoordeling heeft u 2 weken de tijd het verslag te corrigeren. Stage High Care/Intensive Care Neonatologie (16 uur) Indeling Na het doorlopen van de stage zieke pasgeborene biedt VUmc of het AMC u de mogelijkheid om 2 dagen stage te lopen op de afdeling Intensive Care Neonatologie 8D van VUmc of op de afdeling Intensive Care Neonatologie H3 Noord van het AMC. Tijdens deze stage oriënteert u zich op het doel en de werkwijze van de afdeling High Care/Intensive Care Neonatologie en voert u, daar waar toegestaan, de zorg aan de zieke pasgeborene uit. Om op deze wijze inzicht te krijgen in de problematiek waar ouders mee te maken krijgen als hun baby opgenomen wordt/ligt op de High Care/Intensive Care. Het belang in te zien van een adequate observatie en signalering ten aanzien van veranderingen in de vitale functies (ademhaling, hartactie, kleur, infectiesymptomen, signalering, interventies). De afdeling van het VUmc en AMC bieden deze stage aan maar u kunt deze stage ook in uw eigen ziekenhuis stage lopen als deze een high care Neonatologie hebben. Op de afdeling High Care/Intensive Care kan dat op de volgende wijze. Oriëntatie op doel en werkwijze van de afdeling High Care/Intensive Care Neonatologie. Het bijwonen van: - patiëntenbespreking/klinische les/dossierbespreking; - multidisciplinaire bespreking; - visites; - gesprekken van verpleegkundigen met ouders. Oriëntatie op: - (on)mogelijkheden van borstvoeding; - (on)mogelijkheden van kangoeroeën; - Vereniging Ouders van Couveusekinderen. Toelichting krijgen op: - beademingsapparatuur (met het oog op opvang sectio); - toedienen en bewaken van zuurstof op verschillende wijzen; - intubatiekar; - couveuse/bewakingsapparatuur (monitoring van hartactie/respiratie/saturatie/temperatuur). Bijwonen van: - opvang/opname High Care/Intensive Care; - intubatie/extubatie; 36

37 - draineren van pneumothorax; - inbrengen van lijn (navelvene/silastic/arterielijn); - onderzoeken zoals: echo's, röntgenonderzoek, EEG, CT-scan, MRI, kweken afnemen; - starten fototherapie. Planning De opleider van VUmc Amstel Academie plant, indien gewenst, deze stage in. Stage Intensive Care Neonatologie in het VUmc afdeling 8 D INEO Uw praktijkopleider krijgt indien gewenst van de opleider de stageweek te horen. Het is zeer wenselijk om 4 weken van tevoren contact op nemen met de leidinggevende van de afdeling Neonatologie, telefoon: of Margot Nobels van Elburg, m.vanelburg@vumc.nl - De leidinggevende van de afdeling Neonatologie zal voorafgaand aan uw stage een stage overeenkomst opsturen, die u ondertekend dient te retourneren. Tijdens deze stage draagt u uw eigen uniform. Uw stagedagen zijn i.p. maandag t/m donderdag. Na overleg behoren andere stagedagen, bv. dinsdag t/m vrijdag tot de mogelijkheden. Indien u ziek bent meldt u dit aan de afdeling Neonatologie en aan uw eigen afdeling. (telefoonnummer receptie 8D INEO ) Stage Intensive Care Neonatologie in het AMC afdeling H3 noord Uw praktijkopleider krijgt van de opleider van VUmc Amstel Academie de stageweek te horen. Het is zeer wenselijk om 4 weken van tevoren contact op te nemen met de coördinator van de afdeling Neonatologie H3N, telefoon: Marlene Hemmink, m.j.hemmink@amc.uva.nl. Van het secretariaat ontvangt u informatie over u stageperiode. Uw eerste werkdag begint om 7:30 uur, uw werkbegeleider zal dan samen met u een aantal formulieren (stage overeenkomst en verklaring van geheim houding) invullen en daarna een introductiegesprek met u houden en vervolgens een korte rondleiding op de afdeling geven. Op uw eerste werkdag dient u een stage overeenkomst te ondertekenen. (een formulier zonder stagevergoeding in het AMC) Dit formulier dient u samen met een kopie van uw paspoort of identiteitskaart in te leveren bij het personeelsinformatiecentrum. Locatie: C Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 08:00-17:00 uur. Gelijker tijd dient u een verklaring van geheimhouding te ondertekenen. U ontvangt een weekkaart die u kunt opwaarderen voor het restaurant. Over de mogelijkheden van parkeren wordt u geïnformeerd op uw eerste werkdag. Parkeren kan in P5 of P6. Indien u ziek bent meldt u dit aan de afdeling Neonatologie en aan uw eigen afdeling. Telefoonnummer is , u kunt vragen naar seinnummer Tijdens deze stage draagt u een uniform die aanwezig is op de afdeling. 37

38 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Verplichte verslaglegging Stage High Care/Intensive Care Neonatologie Op het evaluatieformulier, te vinden achterin katern 3, geeft u uw ervaring op schrift weer. Stage Polikliniek Obstetrie (16 uur) Tijdens de verschillende poli stages oriënteert u zich op poliklinische zorg, waardoor u in staat bent relaties te leggen met de klinische patiëntenzorg. Indeling Voor de stage van de polikliniek behoort het bijwonen van de volgende onderdelen tot de mogelijkheden. Verloskunde Preconceptioneel spreekuur. Prenatale intake. Diabetes spreekuur. Vroeggeboorte spreekuur. Verloskundig spreekuur. Spreekuur stollingsstoornissen & HELLP. Antenale diagnostiek en prenatale diagnostiek. Echo screening. Planning U dient in overleg met uw praktijkopleider en polikliniek van de instelling waar u werkt een polistage te plannen van 16 uur op de polikliniek Obstetrie. VUmc studenten Voor de VUmc studenten geldt dat alle stages door de praktijkopleider van de afdeling worden gepland. Informatie Poli-stage Verloskunde & Gynaecologie VUmc Contactpersoon: Mw. E. Stapensea (Elise) Verpleegkundige polikliniek V&G Telefoon: EF.Stapensea@vumc.nl 38

39 Verslaglegging polikliniek Obstetrie In het verslag van de stage polikliniek obstetrie/gynaecologie dienen de volgende aspecten beschreven te worden. Richtlijn verslaglegging Doelstellingen Beschrijf de gegevens van de stageplaats. Beschrijf de opgedane ervaringen. Reflecteer op uw leerproces. De inleiding Doel van de verslaglegging. Overzicht van wat er wordt behandeld. Het middelstuk Hierin beschrijft u: doel en werkwijze zorgverlening betreffende thuismonitoring van risico zwangere;* (indien er geen thuismonitoring in uw instelling plaats vindt, mag u de informatie van internet halen of aan een groepsgenoot vragen. de taken van de zorgverlener die deze patiënten begeleidt; de functie-eisen die worden gesteld aan de zorgverlener; doel en werkwijze van de verschillende verpleegkundige spreekuren die in uw instelling op de polikliniek Obstetrie en Gynaecologie worden gehouden. de taken van de (diverse) zorgverlener(s) die participeren in deze spreekuren; de functie-eisen die worden gesteld aan de (diverse) zorgverlener(s); uw eigen participatie; reflectie op de te verlenen zorg. Het nawoord Vaststelling in hoeverre de doelstellingen zijn behaald. Uw leerrendement. Factoren die uw leerproces hebben bevorderd c.q. belemmerd. Probeer aan de hand daarvan een beschrijving te geven wat u hebt geleerd. Verwoord eveneens of u waardevolle kennis heeft opgedaan die u niet verworven zou hebben zonder deze stage. De vormgeving Omvang : getypt, maximaal 12 pagina s Titelblad : vermelding van naam, groep, datum stage en de stage verlenende instelling en deze levert u in bij uw praktijkopleider Literatuur : in de literatuurlijst vermelden 39

40 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Stage Polikliniek Gynaecologie/VPG/IVF (8-16 uur) Tijdens de verschillende poli stages oriënteert u zich op poliklinische zorg, waardoor u in staat bent relaties te leggen met de klinische patiëntenzorg. Indeling Voor de stage van de polikliniek behoort het bijwonen van de volgende onderdelen tot de mogelijkheden. Gynaecologie Algemene gynaecologie. Bekkenbodemproblematiek. Urodynamisch onderzoek. Fertiliteit Oriënterend fertiliteitsonderzoek. Endometriose spreekuur. Hystero/ Salpingoscopisch onderzoek. Endocrinologie bespreking. Voortplantingstechnieken. Planning U dient, in overleg met uw praktijkopleider en polikliniek van de instelling waar u werkt, een polistage te plannen van min. 8 uur (CZO eis) (advies Amstel Academie is 16 uur) op de polikliniek Gynaecologie/Voortplantingsgeneeskunde. Voor de VUmc studenten geldt dat alle stages door de praktijkopleider van de afdeling worden gepland. Indien u op verzoek van uw praktijkopleider in het VUmc stage loopt op de polikliniek Voortplantingsgeneeskunde en IVF, vindt u hieronder de contact gegevens. Deze planning zal door de opleider van de opleiding worden gepland. Deze planning vindt u op Blackboard. Twee weken voor de stage dient u contact op te nemen met de polikliniek voor afspraken ten aanzien van de inhoud en de procedure van de stage. Informatie Poli-stage Verloskunde & Gynaecologie Contactpersoon: Mw. E. Stapensea (Elise) Verpleegkundige polikliniek V&G Telefoon: EF.Stapensea@vumc.nl Voor de Voortplantingsgeneeskunde stage wordt een programma opgesteld. Op de eerste dag wordt u tussen 08:00 uur en 08:15 uur verwacht op de VUmc polikliniek Voortplantingsgeneeskunde, receptie H. Het is de bedoeling dat u een eigen uniform meeneemt en draagt. 40

41 4.4 Handleiding facultatieve stages Stage de zieke pasgeborene (indien van toepassing) Tijdens deze stage oriënteert u zich op de zieke pasgeborene in relatie met de zorg voor moeder en kind. Verder breidt u uw specifieke kennis en vaardigheden uit met betrekking tot de pasgeborene om uw werk als Obstetrie verpleegkundige te kunnen optimaliseren. Indeling Tijdens de stage dienen de volgende onderdelen aan bod te komen. Verlenen van zorg aan pasgeborenen in een (couveuse) in de volgende situaties: te vroeggeborene vanaf 34 weken; (pre) dysmatuur; pasgeborenen met een hyperbilirubinemie; hypo- of hyperglycaemie; pasgeborenen na gecompliceerde partus; met een infectie of de verdenking daarop; pasgeborenen met pijn. Wat daarbij tijdens uw zorgverlening aan bod dient te komen is: 1. observeren van lichamelijke reactie van de pasgeborenen; 2. controleren, beoordelen en interpreteren van vitale functies; 3. lichamelijke verzorging van de zieke pasgeborenen. Voor de inhoud van bovenstaande aspecten en de specifieke vaardigheden die daarbij aan bod kunnen komen, wordt verwezen naar de werklijsten van katern 4. Planning De stage de zieke pasgeborene wordt voor de VUmc studenten door de praktijkopleider van de afdeling gepland. 41

42 Katern 3: Opleidingsspecifieke deel Stage Operatiekamer complex (16 uur) Voor de stage op de operatiekamer behoort het bijwonen van alle voorkomende operaties op het gebied van de Obstetrie en Gynaecologie tot de mogelijkheden. Planning Voor de VUmc studenten geldt dat de praktijkopleider van de afdeling de stagedagen inplant. Voor studenten buiten VUmc dient er door de praktijkopleider/leidinggevende ruimte te worden ingepland tijdens de stage Gynaecologie, om de meest voorkomende gynaecologische operaties in de eigen instelling bij te wonen. Informatie OK- stage VUmc studenten Mw. N. van Raalte (Nanon) Praktijkopleider chirurgie Kr. 6A12, Telefoon: Tracer * Aanwezig di, do, vr. Stage afdeling Gynaecologie Tijdens deze stage komt u onder andere in aanraking met patiënten die een (acute) gynaecologische aandoening hebben en daar al dan niet voor worden opgenomen én komt u in aanraking met patiënten die een gynaecologische aandoening hebben gerelateerd aan een obstetrische voorgeschiedenis. Tijdens deze periode gaat u zich oriënteren op de aandoeningen/ziektebeelden van deze categorie patiënten en gaat u de vereiste/gewenste zorg verlenen die daarbij voor hen van toepassing is. Indeling Tijdens de stage dienen de volgende onderdelen aan bod te komen. Verlenen van zorg aan gynaecologische patiënt met: aandoeningen in de eerste termijn van de zwangerschap; acute/chronische buikpijn van gynaecologische aard; abnormaal vaginaal bloedverlies eci; gynaecologische infecties of de verdenking daarop; liggingsafwijkingen van de uterus, verzakkingen en urine incontinentie; vaginale en abdominale gynaecologische operaties. Wat daarbij tijdens uw zorgverlening aan bod dient te komen is: 1. observeren van lichamelijke reactie van de gynaecologische patiënt; 2. controleren, beoordelen en interpreteren van vitale functies; 3. pre, per en postoperatieve zorg; 4. voorlichting en begeleiding met betrekking tot de aandoening/ingreep of het ziektebeeld. Voor de inhoud van bovenstaande aspecten en de specifieke vaardigheden die daarbij aan bod kunnen komen wordt verwezen naar de werklijsten van katern 4. 42

43 Planning Indien de praktijk aangeeft dat u nog onvoldoende competent bent op het gebied van de chirurgische zorgvrager kan in overleg met u een aantal stage dagen op de afdeling Gynaecologie/dagbehandeling of op een andere relevante stageplek voor u worden ingepland. Voor de VUmc studenten geldt dat de praktijkopleider van de afdeling dit zal doen. Uitwisselstage Verloskamers (8 32 uur) Ten aanzien van de uitwisselstage geldt voor de VUmc studenten dat u een week een oriënterende stage op de verloskamers (verlosafdeling) van een perifeer ziekenhuis loopt. Voor de studenten uit de regio ziekenhuizen geldt dat u, indien gewenst en in overleg met uw leidinggevende, een week een oriënterende stage op het verloskamercomplex van VUmc loopt. Voorwaarden voor stage U dient de praktijkleerperiode op de afdeling Verloskunde doorlopen te hebben. De stage duurt voor fulltimers en parttimers maximaal 4 dagen. In principe heeft u de grootste deel van u stage op de afdeling verloskamers afgerond. Mocht dit niet het geval zijn dan kan in overleg met uw werkbegeleider een apart stageleerplan gemaakt worden. U draait zowel vroege als late diensten. Dit wordt met de desbetreffende hoofden vastgesteld. U draagt tijdens de stage uw eigen uniform. In een aantal ziekenhuizen zult u, in overleg met de leidinggevende, voorafgaande aan de stage een stage overeenkomst moeten tekenen. Planning Voor de VUmc student wordt de stage gepland door de praktijkopleider van de afdeling. Voor de niet-vumc studenten geldt dat de leidinggevende van de afdeling hierover een afspraak maakt direct met de leidinggevende van het verloskamercomplex. Telefoonnummer en mailadres Mw. K. van den Heuvel (Kimberley) Seniorverpleegkundige verloskunde en gynaecologie (8B en C) VU medisch centrum k.vandenheuvel@vumc.nl Telefoon: / Mw. J. ten Cate (Joyce) Leidinggevende verloskunde en gynaecologie (8B en C) VU medisch centrum jy.tencate@vumc.nl Telefoon: / Tracer: *986933/ Aanwezig: wo, do, vr. 43