Nieuws Netwerk IZB Infectieziektebestrijding september 2006

Transcriptie

1 pagina 1 van 5 >> Printen << Beste lezer/abonnee, Dit is de tweede nieuwsbrief in het kader van het project netwerk infectieziektebestrijding. De eerste nieuwsbrief is door de projectleiders van de projectgroep infectieziektebestrijding enthousiast ontvangen. Daarmee is het startsein gegeven om de nieuwsbrief onder een brede groep betrokkenen en belangstellenden te verspreiden. De nieuwsbrief zal verzonden worden aan de leden van de projectgroep IZB en de stuurgroepen Regionalisering TBC-bestrijding en Aanvullende Curatieve SOA-bestrijding. Overige belangstellenden kunnen zich voor de nieuwsbrief bij GGD Nederland opgeven. Via het Ledenbericht van GGD Nederland is er aandacht besteed aan het verschijnen van de eerste nieuwsbrief. De redactie van de nieuwsbrief is na de bijeenkomst van 17 augustus jl. uitgebreid met Clementine Wijkmans van GGD Hart voor Brabant. Het CIb heeft aangegeven ook hun bijdrage aan de nieuwsbrief te willen leveren. In deze nieuwsbrief wordt ingegaan op de stand van zaken van het project netwerk IZB, worden de ontwikkelingen vanuit het RIVM belicht en ontwikkelingen beschreven die raken aan het project. De redactie STAND VAN ZAKEN NETWERK IZB STUURGROEP AANVULLENDE CURATIEVE SOA- BESTRIJDING INTERESSANT OM TE WETEN ONTWIKKELINGEN VANUIT HET RIVM INTERVIEW: ONNO DE ZWART, CLUSTERMANAGER IZB GGD ROTTERDAM E.O. STAND VAN ZAKEN NETWERK IZB Naar verwachting zullen in september 2006 de regio s gereed zijn met hun werkplannen in het kader van het project versterking driehoek Samenwerkingsverbanden GGD en, CIb en GGD Nederland. Er zal dan een voordracht gedaan zijn voor de consulent arts infectieziektebestrijding bij het RIVM. De projectgroep IZB is het platform waar kennisuitwisseling plaatsvindt tussen de projectleiders over de stand van zaken van het project. Ontwikkelingen en ervaringen van de regio worden besproken en uitgewisseld en afstemming vindt plaats over regionale onderwerpen. De regionale samenwerkings-verbanden zijn in principe sterk gericht op de totstandkoming van hun eigen plannen en afhankelijk van de bestaande structuren en de karakteristieken van hun regio. Daar waar regio s gezamenlijke onderwerpen op de agenda hebben staan en elkaar kunnen ondersteunen, moet er gestreefd worden naar interregionale samenwerking en uitwisseling van informatie. Tijdens de bijeenkomsten van de projectleiders zal er met een breder perspectief gekeken worden naar ontwikkelingen op landelijk en regionaal niveau. Meer informatie is te vinden op

2 pagina 2 van 5 ONTWIKKELINGEN VANUIT HET RIVM Hoe het CIb wil komen tot de versterking van de infrastructuur van de infectieziektebestrijding staat beschreven in de Nota structurele versterking van de infrastructuur voor de algemene infectieziektebestrijding en medische microbiologie ten behoeve van de openbare gezondheidszorg (maart 2006) In deze nota wordt de samenwerking tussen het CIb en de GGD en in vier onderdelen beschreven: 1. regionale consulent arts infectieziekten; 2. regionale consulent arts microbioloog; 3. het programmabudget; 4. een diagnostiekbudget met een grotere bestedingsruimte, te bepalen door de consulent arts infectieziekten. VWS heeft onlangs toestemming gegeven het voorstel van het RIVM, zoals beschreven in de nota, uit te voeren. Voor het slagen van het project is het van cruciaal belang dat de regionaal consulenten samenwerken met de regionale programmaleiders. Bij de inhoudelijke uitwerking van de regionale programma s kan de consulent arts infectieziektebestrijding worden ingezet. Afstemming van de inhoudelijke onderwerpen met het RIVM vindt zo veel mogelijk plaats via de groep consulentartsen. Landelijke afstemming over het programma zal primair verlopen via het overleg van de consulenten en CIbvertegenwoordigers. Afstemming op het gebied van organisatie en management kan gerealiseerd worden via het overleg met de projectleiders. Op 27 september 2006 worden de regionale plannen besproken in de vergadering van de projectgroep infectieziekten. Daar kan uitwisseling en afstemming plaatsvinden. De regio s kunnen zelf bepalen welke inhoudelijke onderwerpen worden opgenomen in het programma. Voor de uitwerking kan het beschikbaar gestelde programmabudget worden aangewend. Vanuit het RIVM zijn er in ieder geval twee onderdelen die men graag in alle programma s opgenomen ziet: diagnostiekbeleid en het gebruik van het regionale diagnostiekbudget; opschalingsbeleid bij calamiteiten. Het RIVM gaat met elke regio een contract aan voor de uitvoering van de eerste drie onderdelen van de nota. De ingangsdatum voor het aanstellen van de arts consulent infectieziektebestrijding is 1 oktober 2006 of zo spoedig mogelijk daarna. Vanuit de NVMM is een uitnodiging naar de medisch microbiologen in het land gegaan om te solliciteren. Hans van den Kerkhof, arts infectieziekten bij de GGD Zuid-Holland Zuid, zit namens de VIZ (Vereniging artsen Infectieziekten) in de sollicitatiecommissie. Meer informatie is te vinden op Het streven is het diagnostiekbudget per 1 januari 2007 aan de regio s beschikbaar te stellen. GGD en zijn dan niet meer verplicht om alleen met streeklaboratoria zaken te doen en kunnen voortaan bij elk laboratorium waarmee ze geformaliseerde afspraken hebben rechtstreeks declareren.

3 pagina 3 van 5 STUURGROEP AANVULLENDE CURATIEVE SOA-BESTRIJDING De stuurgroep heeft besloten de bijeenkomsten van de stuurgroep als volgt de organiseren. De helft van de bijeenkomsten zal worden voorbereid en georganiseerd door het CIb en de andere door GGD Nederland. De nadruk tijdens de bijeenkomsten georganiseerd door het CIb zal liggen bij de subsidieregeling aanvullende curatieve SOA-bestrijding. Tijdens de bijeenkomsten georganiseerd door GGD Nederland zullen er met name aspecten van de uitvoering besproken worden en afstemming plaatsvinden. In overleg met de stuurgroep is er gekozen voor een tussentijdse evaluatie van de subsidieregeling door de aanvullende curatieve SOA-bestrijding. In juli van dit jaar heeft deze evaluatie plaatsgevonden. Er is gekozen voor een tussentijdse evaluatie omdat er weinig tijd is geweest voor de implementatie van de regeling en er een aantal inhoudelijke en procedurele problemen naar voren zijn gekomen. Eén van de uitkomsten is dat er geen uitzonderingsregel komt op het minimaal testen op chlamydia, gonorroe en syfilis voor de subsidieregeling aanvullende curatieve SOA-bestrijding. Vanaf 1 januari 2007 geldt dat voor elke gevonden SOA in een consult, waar niet minimaal getest is op deze drie SOA, deze niet zal meetellen voor de subsidie. Er bestaat met name een inhoudelijke discussie over het standaard testen op syfilis. Het RIVM houdt hieraan vast om de volgende redenen: het missen van een syfilisdiagnose kan grote gevolgen hebben voor de individuele patiënt, maar ook voor de volksgezondheid; het voordeel van standaardisatie is dat het bijdraagt aan een goede surveillance van deze drie SOA. Het rapport van de evaluatie en meer informatie is te vinden op INTERESSANT OM TE WETEN ZonMw Programma Infectieziektebestrijding ZonMw werkt aan de verbetering van preventie, zorg en gezondheid door het stimuleren en financieren van onderzoek, ontwikkeling en implementatie. VWS heeft ZonMw de opdracht gegeven voor het ontwikkelen van een programma Infectieziektebestrijding. Het programma moet leiden tot versterking van de kennisinfrastructuur voor de infectieziektebestrijding en onderzoek mogelijk maken om te komen tot een meer wetenschappelijke onderbouwde aanpak van preventie en bestrijding van infectieziekten. Het programma moet ook voorzien in het uitvoeren van onderzoek tijdens een uitbraak, zoals het verdiepen van kennis en onderzoek naar unieke omstandigheden van de bestrijding. Regelmatig stellen de ZonMwprogramma s subsidierondes open. Daarbinnen kunnen onderzoekers en zorgverleners subsidie aanvragen voor innovatieprojecten en onderzoek. De aanvragen moeten passen binnen de doelstelling van het programma en de kwaliteitscriteria van ZonMw. De selectie van de voorstellen gebeurt door deskundige commissies, die zich op hun beurt laten adviseren door onafhankelijke experts. ZonMw heeft de nadrukkelijke opdracht van de minister van VWS resultaten uit onderzoek en projecten op grote schaal te verspreiden en te bevorderen dat deze in de praktijk worden gebruikt. In de projectvoorstellen dient daarom expliciet aandacht te worden besteed aan mogelijkheden en voorwaarden voor implementatie van de resultaten. Meer informatie is te vinden op en op en

4 pagina 4 van 5 Bevolkingsonderzoek Met een brief heeft VWS het RIVM in juli van dit jaar geïnformeerd over de te volgen beleidslijn ten aanzien van bevolkingsonderzoek. Er komen vijf regionale stichtingen voor borst- en baarmoederhalskanker. Elke regio bestaat uit een aantal provincies. Deze zijn territoriaal gelijk aan de buitengrenzen van de veiligheidsregio s/ghor regio s en de toekomstige GGD regio s. Uitgangspunten van en aandachtpunten bij de gekozen beleidslijn zijn: Voor de bevolkingsonderzoeken geldt dat een bestuurlijke en organisatorische schaalvergroting betere garanties biedt voor kwaliteit en doelmatigheid in de uitvoering nu en in de toekomst. Er is gekozen voor de uitvoering door een private rechtspersoon die bevolkingsonderzoek als hoofdtaak uitvoert en die goed samenwerkt met de publieke gezondheidsdiensten en de 1e en 2e lijnszorg. Een kwalitatief goede publieke gezondheid kan uitsluitend worden gerealiseerd door middel van goede samenwerking tussen alle betrokkenen. Belangrijk daarbij is een heldere verdeling van taken, rollen en verantwoordelijkheden. Er moet aandacht zijn voor de continuïteit van de opgebouwde deskundigheid en ervaring. Meer informatie is te vinden op ONNO DE ZWART, CLUSTERMANAGER INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING GGD ROTTERDAM E.O. VINDT U DAT DE GROTE STEDEN EEN BIJZONDERE POSITIE IN HET REGIONALISERINGTRAJECT HEBBEN? Er speelt een aantal zaken. Enerzijds komen in de grote steden meer infectieziekten voor. Dat komt mede door een kwetsbare populatie, zoals drugsgebruikers, prostituees en migrantengroepen. Met als gevolg dat er veel aandacht wordt geschonken aan de bestrijding en preventie van infectieziekten. Anderzijds is er in de grote steden sprake van meer politieke betrokkenheid en sturing. Zo wordt in Rotterdam fors extra geïnvesteerd door de gemeente in de infectieziektebestrijding, bijvoorbeeld in aanvullende middelen voor TBCscreening onder daklozen en verslaafden. Grootstedelijk is er dus bij de GGD veel kennis en kwaliteit aanwezig. In de regiogemeenten zijn de risicogroepen wat betreft infectieziekten kleiner. Maar ook daar kan sprake zijn van bijvoorbeeld een legionella-besmetting en politieke onrust. Daarom is het belangrijk dat de grote steden en de regiogemeenten inhoudelijk samenwerken en kennis uitwisselen. De ervaringen opgedaan in de grote steden, vooral in grootschalige taken en crisisbeheersing, kunnen daarbij de regiogemeenten van nut zijn. Omgekeerd valt er ook te leren van de ervaringen in de regiogemeenten, bijvoorbeeld over hoe in te spelen op specifieke lokale vragen of onrust. Zo staan we samen sterk in een kwalitatieve en doelmatige bestrijding van de infectie-ziekten. WIE NODIGT U UIT EEN VRAAG TE BEANTWOORDEN IN DE VOLGENDE NIEUWSBRIEF? Jan Bleeker van GGD Fryslân. Geografisch een grote regio met Groningen, Friesland en Drenthe. Mijn vraag aan hem is: hoe realiseer je het samenwerken van verschillende GGD en in één grote regio en welke lessen kunnen anderen daar van leren?

5 pagina 5 van 5 > Interview: Jan Bleeker, GGD Fryslân > Ontwikkelingen stuurgroep regionalisering TBC-bestrijding > Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid COLOFON Redactie Contactgegevens Jelle Doosje Joost Timmermans Clementine Wijkmans Anya Terpstra GGD Nederland Postbus AH Utrecht RedactieNieuwsnetwerkIZB@ggd.nl Vormgeving AC+M, Maarssen SAMENSTELLING PROJECTGROEP EN STUURGROEPEN Projectgroep-IZB Stuurgroep Regionalisering TBC-bestrijding Stuurgroep aanvullende curatieve SOA-bestrijding DATA VERGADERINGEN Projectgroep IZB Stuurgroep Regionalisering TBC-Bestrijding Stuurgroep aanvullende curatieve SOA-bestrijding Projectgroep IZB 27 september oktober november november 2006