ECLI:NL:RBROT:2014:7808

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBROT:2014:7808"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBROT:2014:7808 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ROT 14/3669, ROT 14/5691 en ROT 14/5692 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige voorziening Artikel 11.7 Telecommunicatiewet. Spam. Boetes. Openbaarmaking. Voorlopige voorziening. Door de wetgever wordt uitgegaan van een ruime definitie van het begrip verzender. Het omvat niet alleen de feitelijke verzender (door ACM geduid als publisher), maar ook de opdrachtgever (door ACM geduid als adverteerder) en de aanbieder van de elektronische communicatiedienst als hij meer doet dan transporteren, zoals het verzamelen van adressen in het kader van het versturen van spam. Voor al deze verzenders geldt dat toestemming van de abonnee in de vorm van informed consent noodzakelijk is. Zoals in de aangehaalde wetsgeschiedenis is opgemerkt, zal toestemming op basis van een verwijzing naar bijvoorbeeld een bepaling in de algemene voorwaarden niet zijn aan te merken als een toestemming in de zin van de Wbp en van hoofdstuk 11 van de Tw. Het voorgaande brengt tevens met zich dat wanneer [Bedrijfsnaam] door middel van enquêtes toestemming aan abonnees vraagt aanstonds duidelijk zal moeten zijn op welke adverteerders deze toestemming betrekking heeft. (...) Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had het voor verzoekers duidelijk kunnen en moeten zijn dat de enkele afmeldingsmogelijkheid bij de bestandseigenaar niet toereikend is in gevallen als deze waarin verschillende publishers voor dezelfde adverteerders waaronder [Bedrijfsnaam] reclameboodschappen bleven sturen, omdat uitschrijving niet gold voor de in de nieuwsbrief opgenomen advertenties. Deze handelwijze van [Bedrijfsnaam] doet namelijk naar het oordeel van de voorzieningenrechter evident geen recht aan de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever om te voorzien in een recht tot beëindiging in de zin van onderdeel b van het vierde lid van artikel 11.7 van de Tw, mede in het licht van het vereiste dat onderdeel a van dit artikellid stelt. Daar komt bij dat ACM er terecht op heeft gewezen dat de door verzoekers bedoelde reclamecodes de uiteindelijke verantwoordelijkheid op het realiseren van het verzet leggen bij de adverteerder. (...) De voorzieningenrechter voegt hier aan toe dat voor medeplegen niet is vereist dat de medepleger de kwaliteit van verzender heeft, doch dat [Bedrijfsnaam] als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk wel voldoet aan die definitie. De definitie van verzender is immers blijkens de onder 8 aangehaalde wetsgeschiedenis ruim en omvat volgens die wetsgeschiedenis ook de transporteur die hand- en spandiensten verricht (zoals het verzamelen van adressen) in het kader van het versturen van spam. Niet valt in te zien dat [Bedrijfsnaam] als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk, die zelf onder meer de adressen aan publishers ten behoeve van verzending van ongevraagde communicatie door het affiliate-netwerk leverde, niet valt onder deze ruime definitie.

2 Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak Rechtbank Rotterdam Team Bestuursrecht 1 zaaknummer: ROT 14/3669, ROT 14/5691 en ROT 14/5692 uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 september 2014 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen 1. [Bedrijfsnaam] B.V. ([Bedrijfsnaam]), te Almere; 2. M. [A] ([A]); 3. [B] ([B]), verzoekers, gemachtigde verzoekers: mr. N. Wolters Ruckert, en de Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster, gemachtigden: mr. R.W. Veldhuis en mr. M.F.H. Hirsch Ballin. Procesverloop Bij besluit van 4 oktober 2013 (het bestreden besluit) heeft ACM aan [Bedrijfsnaam] bestuurlijke boetes opgelegd voor een bedrag van totaal ,- wegens een zestal overtredingen van artikel 7:11, eerste en vierde lid, van de Telecommunicatiewet (Tw). Bij ditzelfde besluit heeft ACM [A] respectievelijk [B] als feitelijke leidinggevenden hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van de aan [Bedrijfsnaam] opgelegde bestuurlijke boetes tot een bedrag van ,- en ,-. Voorts heeft ACM besloten om een geschoonde versie van het bestreden besluit openbaar te maken. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit. Voorts is [Bedrijfsnaam] met ACM in overleg getreden over de wijze waarop haar bedrijfsvoering kan worden voortgezet zonder (verder) in strijd te komen met artikel 7:11, eerste en vierde lid, van de Tw en is ACM in dit verband verzocht om tot boetematiging over te gaan. ACM heeft de openbaarmaking hangende dit overleg uitgesteld. ACM heeft aan boetematiging een vijftal randvoorwaarden gesteld, die door [Bedrijfsnaam] zijn verworpen. Bij brief van 28 mei 2014 heeft ACM verzoekers bericht dat zij na afloop van twee weken tot openbaarmaking van een geschoonde versie van het bestreden besluit zal overgaan.

3 Verzoekers hebben de voorzieningenrechter vervolgens bij brief van 6 juni 2014 verzocht een voorlopige voorziening te treffen ten aanzien van de in het bestreden besluit vervatte beslissing tot openbaarmaking. ACM heeft ingestemd met uitstel van openbaarmaking totdat op het verzoek is beslist. Het onderzoek ter zitting heeft achter gesloten deuren plaatsgevonden op 18 augustus Overwegingen 1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor zover de daartoe uit te voeren toetsing meebrengt dat de rechtmatigheid van het bestreden besluit wordt beoordeeld, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter een voorlopig karakter en is dat oordeel niet bindend voor de beslissing op bezwaar of eventueel in de hoofdzaak. 2. Op 1 augustus 2014 is onder meer artikel 12u van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt in werking getreden. Die bepaling luidt: 1. De Autoriteit Consument en Markt maakt een door haar genomen beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie of een bindende aanwijzing, niet zijnde een beschikking als bedoeld in artikel 12v, eerste lid, openbaar met dien verstande dat gegevens die ingevolge artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur niet voor verstrekking in aanmerking komen, niet openbaar worden gemaakt De openbaarmaking van de beschikking geschiedt niet eerder dan nadat tien werkdagen zijn verstreken na de dag waarop de beschikking aan de overtreder bekend is gemaakt, tenzij de overtreder de beschikking zelf heeft openbaar gemaakt, heeft doen openbaar maken of heeft aangegeven geen bedenkingen te hebben tegen eerdere openbaarmaking. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van de beschikking opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan of het verzoek is ingetrokken. Indien de openbaarmaking van de beschikking naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het aan de Autoriteit Consument en Markt opgedragen toezicht op de naleving, blijft openbaarmaking achterwege. Het eerste tot en met vierde lid zijn mede van toepassing op een door de Autoriteit Consument en Markt genomen beslissing op bezwaar strekkend tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie of bindende aanwijzing. In de memorie van toelichting wordt daarover het volgende opgemerkt (Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, blz ): Uitgangspunt is voorts dat gegevens die op basis van artikel 10 van de Wob niet voor verstrekking in aanmerking komen, van openbaarmaking worden uitgezonderd. Dat betekent dat

4 openbaarmaking geen automatisme is, maar dat ten aanzien van elk opleggingsbesluit bekeken dient te worden wat ingevolge artikel 10, eerste (absolute uitzonderingsgronden) en tweede (relatieve uitzonderingsgronden) lid, van de Wob niet voor openbaarmaking in aanmerking komt. Op die manier kunnen de belangen van de marktorganisaties ten volle worden meegewogen alsmede de belangen van de bij die marktorganisatie betrokken natuurlijke personen. Op deze wijze is de rechtsbescherming van marktorganisaties goed geborgd. Dat is nodig omdat openbaarmaking diep kan ingrijpen in de betrokken onderneming en tot aanzienlijke reputatieschade kan leiden. Indien de ACM alles afwegende tot openbaarmaking besluit, is voor de rechtsbescherming van marktorganisaties voorts van belang dat de openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie of een bindende aanwijzing niet eerder plaatsvindt dan nadat tien werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit tot publicatie is bekendgemaakt aan de overtreder, tenzij de overtreder het besluit zelf openbaar heeft gemaakt, heeft doen openbaar maken of openbaarmaking met de overtreder is overeengekomen. Dit is in lijn met de vroegere praktijk van OPTA op grond van de Wob. Deze termijn geeft de overtreder de gelegenheid om aan de rechter een voorlopige voorziening te vragen en aldus publicatie van het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie of een bindende aanwijzing te doen opschorten. Met betrekking tot dit op 1 augustus 2014 in werking getreden openbaarmakingsregime is anders dan met betrekking tot andere (sanctie)bepalingen niet voorzien in enig overgangsrecht. 3. Artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) luidt: 1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering. 2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de informatie wordt verschaft in begrijpelijke vorm, op zodanige wijze, dat belanghebbende en belangstellende burgers zoveel mogelijk worden bereikt en op zodanige tijdstippen, dat deze hun inzichten tijdig ter kennis van het bestuursorgaan kunnen brengen. Artikel 10 van de Wob luidt: 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie;

5 g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. ( ) 4. De in het bestreden besluit vervatte beslissing tot openbaarmaking is gebaseerd op artikel 8 van de Wob. De voorzieningenrechter kan en zal in het midden laten of ACM bij gebreke van overgangsrecht bij de heroverweging van het bestreden besluit het nieuwe publicatieregime van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt in acht zal moeten nemen of dat die heroverweging plaats zal moeten hebben in het kader van artikel 8 van de Wob. In beide gevallen zal artikel 10 van de Wob maatgevend zijn voor de vraag welke gegevens openbaar gemaakt kunnen worden. De voorzieningenrechter overweegt verder dat er aanleiding kan bestaan om de door verzoekers verzochte voorlopige voorziening te treffen indien publicatie van de boete verzoekers in verhouding tot het met de publicatie te dienen algemeen belang onevenredig zou benadelen. Van een dergelijke onevenredige benadeling kan sprake zijn als de boete uiteindelijk in rechte geen stand houdt en de betrokken rechtspersoon en de beleidsbepalers ten onrechte publiekelijk als overtreder zijn afgeschilderd. Of sprake is van onevenredige benadeling hangt dan af van een oordeel over de rechtmatigheid van het boetebesluit (zie ABRvS 10 november 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO3468 en CBb (vznr.) 23 januari 2014, ECLI:NL:CBB:2014:7). Daarmee dient de vraag beantwoord te worden of de boetes in de vorm waarin ACM voornemens is deze te publiceren naar verwachting stand zullen houden. 5. In artikel 1.1, aanhef en onder p, van de Tw is bepaald dat in deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder abonnee: natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een aanbieder van openbare elektronische communicatiediensten voor de levering van dergelijke diensten. In artikel 11.1, aanhef en onder g, van de Tw is bepaald dat in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder toestemming van een gebruiker of abonnee: toestemming van een betrokkene als bedoeld in artikel 1, onder i, van de Wet bescherming persoonsgegevens, met dien verstande dat de toestemming mede betrekking kan hebben op gegevens van abonnees die geen natuurlijke personen zijn. Artikel 11.7 van de Tw luidde ten tijde in geding (oud) als volgt: 1. Het gebruik van automatische oproepsystemen zonder menselijke tussenkomst, faxen en elektronische berichten voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan abonnees is uitsluitend toegestaan, mits de verzender kan aantonen dat de desbetreffende abonnee daarvoor voorafgaand toestemming heeft verleend, onverminderd hetgeen is bepaald in het tweede en derde lid. ( ) 4. Bij het gebruik van elektronische berichten voor de in het eerste lid genoemde doeleinden dienen te allen tijde de volgende gegevens te worden vermeld: a. de werkelijke identiteit van degene namens wie de communicatie wordt overgebracht, en b. een geldig postadres of nummer waaraan de ontvanger een verzoek tot beëindiging van dergelijke communicatie kan richten. ( ) In artikel 11.8 van de Tw is bepaald dat de toepassing van de artikelen 11.6 en 11.7 is beperkt tot abonnees die natuurlijke personen zijn. Artikel 15.4 van de Tw luidt: ( )

6 4. Het college kan een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste ter zake van overtreding van de bij of krachtens de in artikel 15.1, derde lid, bedoelde regels, niet zijnde regels bedoeld in het tweede lid, alsmede van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. ( ) 6. Naar aanleiding van de rol die [Bedrijfsnaam] speelde in een eerder onderzoek van ACM, dat heeft geleid tot boeteoplegging aan andere partijen, en naar aanleiding van klachten van consumenten op is ACM een onderzoek gestart naar de naleving van artikel 11.7, eerste en vierde lid (oud), van de Tw. In het onderzoeksrapport van ACM van 29 maart 2013 wordt geconcludeerd dat [Bedrijfsnaam] in diverse rollen, te weten die van adverteerder, die van publisher en die van beheerder en exploitant van het affiliate netwerk, artikel 11.7, eerste en vierde lid (oud), van de Tw heeft overtreden. In het eerste geval zou [Bedrijfsnaam] kwalificeren als pleger in haar hoedanigheid van opdrachtgever tot het verzenden van spam door publishers. In het tweede geval zou sprake zijn van het zelf fysiek verzenden van spam door [Bedrijfsnaam] namens zichzelf en andere adverteerders, hetgeen ook plegen zou opleveren. In het derde geval, waarin zij intermedieert tussen adverteerders en publishers, zou [Bedrijfsnaam] volgens de opsteller van het rapport kwalificeren als medepleger. Voorts is in dat rapport geconcludeerd dat twee bestuurders van [Bedrijfsnaam] ieder voor een aantal van deze overtredingen als feitelijk leidinggever kunnen worden aangemerkt Nadat verzoekers de gelegenheid is geboden tot het geven van een zienswijze heeft ACM het bestreden besluit genomen. ACM heeft bij het bestreden besluit in totaal zes boetes opgelegd voor overtredingen van artikel 11.7, eerste en vierde lid (oud), van de Tw. De boetes zijn zowel opgelegd aan [Bedrijfsnaam] als aan de feitelijk leidinggever. Het gaat daarbij om de volgende overtredingen: - Voor de overtreding van artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw door [Bedrijfsnaam] als adverteerder in de periode van oktober 2009 tot en met juli 2011 heeft ACM een boete opgelegd van Deze boete is opgelegd aan [Bedrijfsnaam] en de heer [B] als feitelijk leidinggever gezamenlijk, waarbij [Bedrijfsnaam] en de heer [B] voor de voldoening van de boete hoofdelijk aansprakelijk zijn. - Voor de overtreding van artikel 11.7, vierde lid (oud), van de Tw door [Bedrijfsnaam] als adverteerder in de periode van oktober 2009 tot en met juli 2011 heeft ACM een boete opgelegd van Deze boete is opgelegd aan [Bedrijfsnaam] en de heer [B] als feitelijk leidinggever gezamenlijk, waarbij [Bedrijfsnaam] en de heer [B] voor de voldoening van de boete hoofdelijk aansprakelijk zijn. - Voor de overtreding van artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw door [Bedrijfsnaam] als publisher in de periode van oktober 2009 tot en met januari 2011 heeft ACM een boete opgelegd van Deze boete is opgelegd aan [Bedrijfsnaam] en de heer [B] als feitelijk leidinggever gezamenlijk, waarbij [Bedrijfsnaam] en de heer [B] voor de voldoening van de boete hoofdelijk aansprakelijk zijn. - Voor de overtreding van artikel 11.7, vierde lid Tw (oud), van de Tw door [Bedrijfsnaam] als publisher in de periode van oktober 2009 tot en met januari 2011 heeft ACM een boete opgelegd van Deze boete is opgelegd aan [Bedrijfsnaam] en de heer [B] als feitelijk leidinggever gezamenlijk, waarbij [Bedrijfsnaam] en de heer [B] voor de voldoening van de boete hoofdelijk aansprakelijk zijn. - Voor de overtreding van artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw door [Bedrijfsnaam] als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 6 maart 2012 heeft ACM een boete opgelegd van Deze boete is opgelegd aan [Bedrijfsnaam] en de heer [A] als feitelijk leidinggever gezamenlijk, waarbij [Bedrijfsnaam] en de heer [A] voor de voldoening van de boete hoofdelijk aansprakelijk zijn. - Voor de overtreding van artikel 11.7, vierde lid (oud), van de Tw door [Bedrijfsnaam] als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 6 maart 2012 heeft ACM een boete opgelegd van Deze boete is opgelegd aan [Bedrijfsnaam] en de heer [A] als feitelijk leidinggever gezamenlijk, waarbij

7 [Bedrijfsnaam] en de heer [A] voor de voldoening van de boete hoofdelijk aansprakelijk zijn. ACM heeft daartoe, zoals ook bij het verweerschrift uiteen is gezet, onder meer het volgende in aanmerking genomen [Bedrijfsnaam] is beheerder van een affiliate-netwerk. Dit affiliate-netwerk bestaat uit een systeem, waarin een database is opgebouwd met alle adverteerders, affiliate programma s, promotiemateriaal, publishers, gegenereerde leads en transacties. Een adverteerder stelt haar promotiemateriaal zoals mailtemplates via [Bedrijfsnaam] en haar affiliate-netwerk ter beschikking aan de publishers. Meerdere publishers verwerken dit promotiemateriaal vervolgens bijvoorbeeld in een bericht en dragen zorg voor de verzending. ACM heeft vastgesteld dat adverteerders zijn aangesloten bij het netwerk van [Bedrijfsnaam]. De adverteerders kunnen zelf banners, templates en andere advertentie- of promotiematerialen aanleveren. Voorts maakt of bewerkt [Bedrijfsnaam] het advertentiemateriaal voor adverteerders. [Bedrijfsnaam] plaatst vervolgens het advertentiemateriaal in het systeem met een beschrijving van de wijze waarop het advertentiemateriaal mag worden gepubliceerd en vermelding van de vergoedingen die de publishers met publicatie kunnen verdienen. Dit betreft het affiliate programma van de adverteerder. ACM heeft vastgesteld dat in het systeem affiliate programma s zijn opgenomen. Uit het onderzoek van ACM is gebleken dat [Bedrijfsnaam] in het advertentiemateriaal van de adverteerders een speciale link verwerkt [...]. Via deze link houdt [Bedrijfsnaam] bij hoeveel transacties voortvloeien uit een campagne van een bepaalde publisher voor een adverteerder. Op basis van het aantal transacties brengt [Bedrijfsnaam] bij de adverteerder een bedrag in rekening. [Bedrijfsnaam] betaalt vervolgens de publisher. 7.3 Behalve als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk, treedt [Bedrijfsnaam] ook zelf op als adverteerder en publisher. Zij heeft zelf grote aantallen berichten verzonden met eigen content en/of met reclames van derden. Ook heeft zij haar eigen content door derden laten versturen. [Bedrijfsnaam] als adverteerder 7.4. [Bedrijfsnaam] heeft volgens ACM als adverteerder artikel 11.7, eerste en vierde lid (oud), van de Tw overtreden. De voorganger van ACM heeft via Spamklacht in totaal 40 klachten ontvangen over berichten verzonden in de periode oktober januari 2011 waarin geadverteerd wordt voor enquêtes van [Bedrijfsnaam]. Deze klachten betreffen zowel het ontvangen van spam als het tevergeefs afmelden voor de ontvangst van deze e- mailberichten. Uit de ontvangen klachten volgt dat berichten zijn verzonden aan de klagers waarin wordt geadverteerd voor verschillende enquêtes, [...]. De domeinen van de websites van de enquêtes waarnaar in de berichten wordt verwezen staan geregistreerd op naam van [Bedrijfsnaam]. In de berichten met de enquêtes wordt de ontvanger uitgenodigd naar de website met de enquête te gaan en de enquête in te vullen. Doel van de enquêtes van [Bedrijfsnaam] was het verwerven van persoonlijke (contact)gegevens, waaronder adressen van consumenten voor de mailadressenbestanden van haarzelf en derden in het affiliate-netwerk. In de mailberichten werden ontvangers uitgenodigd aan de enquête deel te nemen. De verzending van de e- mail had daarmee een commercieel doel. [Bedrijfsnaam] heeft de berichten deels zelf verzonden met gebruikmaking van haar eigen adressenbestand en deels door gebruik te maken van de publishers uit het affiliate-netwerk van [Bedrijfsnaam]. Voorts heeft [Bedrijfsnaam] verschillende marktpartijen benaderd om berichten te verzenden met een uitnodiging voor de enquêtes van [Bedrijfsnaam] ACM heeft vastgesteld dat in de periode 1 oktober 2009 tot en met 22 juli 2011 tussen de en mailberichten met enquêtes van [Bedrijfsnaam] zijn verzonden. De enquêtes zijn verzonden naar 153 verschillende adressenbestanden van 106 verschillende

8 publishers. Het betreft ongevraagde communicatie als bedoeld in artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw. De berichten waarin werd geadverteerd voor de enquêtes van [Bedrijfsnaam] zijn niet door of namens [Bedrijfsnaam] verstuurd naar aanleiding van een daartoe gericht verzoek van de ontvangende abonnee. Voorts heeft [Bedrijfsnaam] niet aangetoond dat zij voor de verzending voorafgaande toestemming heeft verkregen van de abonnees. [Bedrijfsnaam] heeft door de verzending van 2,5 miljoen enquêtes artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw een groot aantal malen overtreden. 7.6 Doordat [Bedrijfsnaam] haar enquêtes door verschillende partijen met eigen adressenbestanden liet verzenden, leidde afmelding er niet toe dat geen ongevraagde berichten van [Bedrijfsnaam] meer werden ontvangen. De berichten met enquêtes die [Bedrijfsnaam] als adverteerder verzond en door andere publishers uit het affiliate-netwerk liet verzenden bevatten de naam van de betreffende enquête, een afmeldlink en een link naar de enquête waarvoor werd geadverteerd. Een abonnee die de afmeldlink aanklikte, werd geleid naar de website van de publisher, waar de abonnee zich uitsluitend kon uitschrijven uit het adressenbestand van de betreffende publisher. De enquêtes van [Bedrijfsnaam] werden echter verzonden naar de 153 verschillende adressenbestanden van 106 verschillende publishers. Aangezien [Bedrijfsnaam] van mening is dat afmelding alleen betrekking heeft op de publisher, leidde een uitschrijving er niet toe dat door de abonnee na afmelding geen enquêtes van [Bedrijfsnaam] meer werden ontvangen. Hoewel de abonnee zich hiervoor had afgemeld, bleef [Bedrijfsnaam] als materieel verzender enquêtes aan deze abonnee versturen. Voorgaande handelswijze die ertoe leidt dat een abonnee zich bij elke publisher moest afmelden, klemt volgens ACM te meer nu een abonnee als al voorafgaande toestemming is gegeven met één toestemming in het adressenbestand van al deze publishers is terecht gekomen. Daarmee heeft [Bedrijfsnaam] als adverteerder artikel 11.7, vierde lid (oud), van de Tw overtreden. [Bedrijfsnaam] als publisher 7.7. [Bedrijfsnaam] heeft volgens ACM als publisher artikel 11.7, eerste en vierde lid (oud), van de Tw overtreden. ACM heeft 125 klachten ontvangen over berichten die zijn verstuurd vanaf IP-adressen die werden gebruikt door [Bedrijfsnaam] in de periode 1 oktober maart Deze klachten hebben zowel betrekking op het ontvangen van spam als op het tevergeefs afmelden. In de betreffende berichten wordt [...] als afzender vermeld. Het domein [...] staat geregistreerd op naam van [Bedrijfsnaam]. Een ontvanger van e- mailberichten van [...] ontvangt advertenties van één of meerdere adverteerders. De s die werden verzonden naar het adressenbestand van [...] hadden behalve de door [Bedrijfsnaam] bepaalde aanhef en opmaak geen vaste inhoud. De s bestonden uitsluitend uit advertenties van verschillende adverteerders ACM heeft vastgesteld dat in de periode oktober januari 2011 minstens e- mailberichten zijn verzonden door [Bedrijfsnaam] naar het adressenbestand van [...]. [Bedrijfsnaam] heeft als feitelijk verzender opgetreden van de berichten naar het adressenbestand van [...] door deze te verzenden vanaf de eigen server. Voorts heeft [Bedrijfsnaam] opdracht gegeven aan services [...] voor de verzending van berichten aan het adressenbestand van [...]. Het gaat ook hier om ongevraagde communicaties met een commercieel doel die zijn verzonden aan abonnees als bedoeld in artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw. [Bedrijfsnaam] heeft niet kunnen aantonen dat van abonnees voorafgaande toestemming voor de verzending van de berichten is verkregen. [Bedrijfsnaam] vroeg bovendien op zodanige wijze toestemming dat voor de abonnee onvoldoende duidelijk was waarvoor hij precies toestemming gaf. De toestemming was niet specifiek en er was geen sprake van informed consent. Dit betekent dat [Bedrijfsnaam] als publisher artikel 11.7, eerste lid (oud) van de Tw heeft overtreden De berichten die [Bedrijfsnaam] heeft verzonden aan het adressenbestand [...]

9 bevatten een afmeldlink welke leidde tot uitschrijving van het mailadressenbestand van [...]. De uitschrijvende abonnee zou dus na afmelding geen nieuwsbrieven meer ontvangen van [...]. Uitschrijving voor de nieuwsbrieven van [...], leidde echter niet tot uitschrijving voor de in de nieuwsbrief opgenomen advertenties. Daarbij is van belang dat [Bedrijfsnaam] als publisher voor diverse adverteerders gebruik maakt van het adressenbestand van [...]. De nieuwsbrieven van [...] bevatten aanbiedingen en acties van meerdere adverteerders en hadden zelf geen inhoudelijke content. Dit betekent dat de adverteerders wiens reclameuitingen via de nieuwsbrief aan het adressenbestand van [...] worden verzonden, in ieder geval als degene namens wie de communicatie wordt overgebracht hebben te gelden. Omdat een afmelding alleen leidde tot verwijdering van het adres uit het adressenbestand van de publisher, had afmelding bij [...] niet tot gevolg dat geen berichten met dezelfde advertenties zoals ook in de nieuwsbrieven van [...] opgenomen meer werden ontvangen. Uit het voorgaande volgt dat geen sprake was van een functionerende afmeldlink als vereist op grond van artikel 11.7, vierde lid (oud), van de Tw in de door [Bedrijfsnaam] verzonden berichten. [Bedrijfsnaam] als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk [Bedrijfsnaam] heeft volgens ACM als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk artikel 11.7, eerste en vierde lid (oud), van de Tw overtreden. [Bedrijfsnaam] is in deze rol als medepleger aan te merken van de met behulp van haar affiliate-netwerk mede door publishers en adverteerders gepleegde overtreding van het spamverbod ACM heeft 239 klachten ontvangen over berichten met advertenties die zijn verzonden door publishers uit het affiliate-netwerk van [Bedrijfsnaam] in de onderzoeksperiode van 1 oktober maart ACM heeft kunnen vaststellen dat de berichten waarop deze klachten betrekking hadden waren verzonden met tussenkomst van [Bedrijfsnaam] en dus via het affiliate-netwerk van [Bedrijfsnaam]. In deze berichten was een link opgenomen die verwijst naar het domein [...]. Beide domeinen zijn geregistreerd op naam van [Bedrijfsnaam]. [Bedrijfsnaam] heeft deze link in de berichten opgenomen of laten opnemen om te kunnen registreren hoeveel ontvangers gebruik maken van advertenties die zijn toegezonden via het affiliate netwerk. Uit het onderzoek van ACM is gebleken dat in de periode 1 oktober maart 2012 met behulp van het affiliate-netwerk meer dan twee miljard ( ) berichten zijn verzonden. De feitelijk verzenders van de berichten zijn de publishers die zijn aangesloten bij het affiliate-netwerk van [Bedrijfsnaam]. Materieel verzenders zijn de adverteerders die hun promotiemateriaal via het affiliate netwerk ter beschikking hebben gesteld aan het affiliate-netwerk. [Bedrijfsnaam] kwalificeert eveneens als verzender. Zij vormt een onmisbare schakel tussen adverteerders en publishers en maakt de verzending van de ongevraagde communicatie mogelijk. [Bedrijfsnaam] geeft bovendien in samenspraak met de adverteerder de uiteindelijke opdracht aan de publisher om tot verzending over te gaan. De via het affiliate-netwerk van [Bedrijfsnaam] verzonden berichten betreffen voorts ongevraagde communicatie met een commercieel doel die zijn verzonden aan abonnees. Er is geen sprake van voorafgaande toestemming van de abonnees voor de ontvangst van de ongevraagde communicatie. Hieruit volgt dat sprake is van overtreding van artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw, ten aanzien waarvan [Bedrijfsnaam] als medepleger kan worden aangemerkt Binnen het affiliate-netwerk wordt door middel van privacy statements en algemene voorwaarden met behulp van het affiliate-netwerk verzonden berichten toestemming geworven voor meerdere publishers die actief zijn binnen het affiliate-netwerk. Dit leidt er toe dat na één toestemming promotiemateriaal van adverteerders door verschillende publishers van het affiliate-netwerk wordt verzonden aan de betreffende abonnee. De e- mailadressenbestanden van de verschillende publishers binnen het affiliate-netwerk worden echter niet met elkaar vergeleken om te waarborgen dat een ontvanger die zich vervolgens weer afmeldt voor de verzending van de advertenties, deze advertenties niet vervolgens

10 opnieuw via een ander adressenbestand krijgt toegestuurd. ACM heeft vastgesteld dat in de verzonden berichten de bestandhouder als afzender wordt vermeld. Hoewel een advertentie vanzelfsprekend namens de betreffende adverteerder wordt verstuurd, hanteert [Bedrijfsnaam] binnen het affiliate-netwerk nadrukkelijk de voorwaarde dat de publishers in het netwerk uitsluitend de bestandshouder als afzender vermelden en niet de adverteerder(s). De in de berichten van de publisher opgenomen afmeldlink, leidt ook uitsluitend tot uitschrijving uit het adressenbestand dat door de betreffende publisher voor verzending werd gebruikt. De betreffende abonnee zal vervolgens via andere publishers dezelfde of soortgelijke advertenties van dezelfde adverteerders blijven ontvangen, terwijl de abonnee zich daar nu juist voor had afgemeld. Daarmee heeft [Bedrijfsnaam] als medepleger artikel 11.7, vierde lid (oud), van de Tw overtreden Verzoekers betogen dat ACM ten onrechte heeft aangenomen dat de vereiste voorafgaande toestemming voor de verzending van de berichten ontbreekt. Volgens verzoekers kleurt ACM artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw te extensief in door de eis te stellen dat de verzender, indien hij de abonnee ongevraagde berichten voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden wil sturen, hem vooraf nauwkeurig en duidelijk informeert over de identiteit van de verzender, de aard en de inhoud van de te verzenden berichten, en, indien derden mede op basis van de verleende toestemming aan de abonnee e- mailberichten willen versturen, over de identiteit van deze derden en de aard en de inhoud van de door hen te sturen berichten Dit betoog valt in feite uiteen in twee onderdelen. Het betoog strekt er namelijk toe dat ACM zowel een te ruime invulling geven aan het begrip toestemming als aan het begrip verzender in artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw. Dit betoog slaagt niet op grond van het volgende Bij het wetsvoorstel tot Wijziging van de Telecommunicatiewet en enkele andere wetten in verband met de implementatie van een nieuw Europees geharmoniseerd regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten en de nieuwe dienstenrichtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, is het volgende overwogen over het begrip toestemming (Kamerstukken 2002/03, , nr. 3, blz ): ( ) Wat het begrip «toestemming» betreft, wordt nog het volgende opgemerkt. Toestemming van de betrokkene is in artikel 1, onder i, van de Wbp omschreven als: elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee de betrokkene aanvaardt dat hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. Een toestemming als hier bedoeld dient derhalve aan een aantal criteria te voldoen. Allereerst moet er sprake zijn van een vrije wilsuiting. De artikelen 3:33 en 3:35 van het Burgerlijk Wetboek zijn hier van overeenkomstige toepassing. Ten tweede moet de wilsuiting betrekking hebben op een bepaalde gegevensverwerking of een beperkte categorie van gegevensverwerkingen. Een onbepaalde machtiging om persoonsgegevens te verwerken, niet gericht op bepaalde gegevens en op bepaalde vormen van verwerking, is niet toereikend. Duidelijk dient te zijn welke verwerking, van welke (soort) gegevens voor welke doeleinden zal plaatsvinden (gerichte toestemming). Tot slot moet de betrokkene zodanig zijn geïnformeerd dat hij begrijpt waarvoor hij toestemming geeft («informed consent»). Gelet op het voorgaande is een verwijzing naar bijvoorbeeld een bepaling in de algemene voorwaarden niet aan te merken als een toestemming in de zin van de Wbp (en van hoofdstuk 11 Tw) Bij het wetsvoorstel tot Wijziging van de Telecommunicatiewet verband houdende met de instelling van een antenneregister, de uitbreiding van het verbod op het verzenden van ongevraagde elektronische communicatie alsmede regeling van diverse andere onderwerpen, is het volgende overwogen over het begrip verzender (Kamerstukken II 2005/2006, , nr. 3, blz. 11): ( ) In de praktijk blijken er vele partijen betrokken te zijn bij het verzenden van

11 ongevraagde elektronische berichten met marketingdoeleinden waarbij de verantwoordelijkheid voor het verzonden elektronische bericht in wisselende mate bij de verschillende betrokken partijen ligt. Om te voorkomen dat betrokken partijen zich achter elkaar gaan verschuilen in de gevallen dat elektronische berichten zijn verzonden zonder de vereiste voorafgaande toestemming, is gekozen voor een breed begrip verzender. Dat wil zeggen zowel de materiële verzender (opdrachtgever) als de daadwerkelijke verzender. Hiermee wordt de gewenste effectieve handhaving van regels mogelijk gemaakt. Het reeds geldende verbod op het verzenden van ongevraagde communicatie aan natuurlijke personen wordt sinds de invoering ervan op dezelfde wijze toegepast. Om aan het bedrijfsleven meer duidelijkheid te geven op welke wijze OPTA deze taak zal invullen, kan het college beleidsregels maken. Dit kan verhelderend zijn voor de relatie die tot stand komt tussen de opdrachtgever en de daadwerkelijke verzender als de opdrachtgever besluit deze activiteit niet in eigen beheer uit te voeren. Voor de duidelijkheid wordt in dit verband opgemerkt dat de transporteur (aanbieder van de elektronische communicatiedienst) niet wordt aangemerkt als verzender zolang hij niet meer doet dan transporteren. Als hij ook hand- en spandiensten verricht (zoals het verzamelen van adressen) in het kader van het versturen van spam dan wordt ook hij aangemerkt als verzender. Het (materiële) begrip verzender brengt met zich mee dat indien de opdrachtgever in Nederland is gevestigd maar de ongevraagde communicatie vanuit het buitenland naar een Nederlandse abonnee wordt verzonden zonder dat is voldaan aan de wettelijke vereisten, dat dan deze opdrachtgever kan worden aangepakt. ( ) 8.5. Door de wetgever wordt uitgegaan van een ruime definitie van het begrip verzender. Het omvat niet alleen de feitelijke verzender (door ACM geduid als publisher), maar ook de opdrachtgever (door ACM geduid als adverteerder) en de aanbieder van de elektronische communicatiedienst als hij meer doet dan transporteren, zoals het verzamelen van adressen in het kader van het versturen van spam. Voor al deze verzenders geldt dat toestemming van de abonnee in de vorm van informed consent noodzakelijk is. Zoals in de aangehaalde wetsgeschiedenis is opgemerkt, zal toestemming op basis van een verwijzing naar bijvoorbeeld een bepaling in de algemene voorwaarden niet zijn aan te merken als een toestemming in de zin van de Wbp en van hoofdstuk 11 van de Tw. Het voorgaande brengt tevens met zich dat wanneer [Bedrijfsnaam] door middel van enquêtes toestemming aan abonnees vraagt aanstonds duidelijk zal moeten zijn op welke adverteerders deze toestemming betrekking heeft De voorzieningenrechter voegt hier aan toe dat [Bedrijfsnaam] als publisher en als adverteerder niet heeft aangetoond dat de ontvangers van de door of namens [Bedrijfsnaam] verzonden berichten voorafgaand toestemming hebben verleend in de zin van artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw, reeds omdat uit de stukken niet blijkt dat in welke vorm dan ook toestemming is verleend. Het komt in dit verband voor rekening en risico van [Bedrijfsnaam] dat zij de desbetreffende gegevens heeft vernietigd. ACM heeft in dit verband ter zitting terecht gewezen op artikel 8, aanhef en onder c, van de Wet bescherming persoonsgegevens. Op de vragen of [Bedrijfsnaam] in haar rol als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk als verzender kan worden aangemerkt en in hoeverre op haar in die hoedanigheid de aantoonplicht als vervat in artikel 11.7, eerste lid (oud), van de Tw, wordt hierna onder 11 ingegaan Verzoekers betogen dat ACM de ontvangers ten onrechte heeft aangemerkt als abonnees. Volgens verzoekers rekt ACM dit begrip in strijd met de tekst van artikel 1.1, aanhef en onder p, van de Tw op door onder abonnee tevens te rekenen diegene die partij is bij een overeenkomst met een aanbieder van diensten, hetgeen volgens verzoekers iets anders is dan de openbare elektronische communicatiediensten waarop de wettelijke definitie ziet.

12 9.2. De voorzieningenrechter volgt het standpunt van verzoekers dat niet iedere ontvanger ook abonnee is, hetgeen ook volgt uit het feit dat artikel 11.7 van de Tw met ingang van 5 juni 2012 is gewijzigd door niet alleen de abonnee, maar ook de gebruiker te beschermen. In de wetsgeschiedenis is daarover onder meer overwogen (Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, blz. 76): ( ) Ook de gebruiker die geen abonnee is krijgt recht op bescherming tegen ongevraagde communicatie. ( ) Indien het een automatisch communicatiesysteem zonder menselijk tussenkomst betreft, worden langs automatische weg adressen geselecteerd waarbij reclame boodschappen zonder menselijke tussenkomst worden verspreid. De adressen die geselecteerd zijn betreffen altijd gebruikers. Sommige gebruikers kunnen ook abonnee zijn. In geval van faxen zal steeds voorafgaande toestemming moet worden gevraagd aan de abonnee. Voor de verzender van ongevraagde faxberichten ten behoeve van marketingdoeleinden is het namelijk niet mogelijk voorafgaande toestemming te vragen aan de gebruiker van de fax. Als door middel van elektronische berichten reclameboodschappen worden verspreid, dient de voorafgaande toestemming aan de gebruiker te worden gevraagd. Achter elk adres zit een gebruiker. Die gebruiker kan ook de abonnee zijn maar dat hoeft niet. Indien door middel van SMS reclameboodschappen worden verspreid zal ook steeds aan de gebruiker voorafgaande toestemming moeten worden gevraagd. Degene die de mobiele telefoon in gebruik heeft is de gebruiker. Dat behoeft niet de abonnee te zijn. Denk bijvoorbeeld aan kinderen waarvan het abonnement op naam van de ouders staat of de zakelijke gebruiker waarvan het abonnement op naam van de werkgever staat Hoewel het betoog van verzoekers in zoverre slaagt, kunnen zij daarmee niet bereiken wat zij daarmee beogen. Niet alleen acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat in de reclameboodschappen in een substantieel aantal gevallen wel zijn verzonden naar een abonnee, maar bovendien heeft ACM van zeventien klagers daadwerkelijk vastgesteld dat zij als abonnee een of meerdere berichten van [Bedrijfsnaam] hebben ontvangen Volgens verzoekers legt ACM het begrip degene namens wie de communicatie wordt overgebracht als bedoeld in artikel 11.7, vierde lid, van de Tw onjuist uit. Volgens verzoekers zou afmelding uitsluitend moeten leiden tot afmelding bij de bestandseigenaar en niet bij degene namens wie de reclame-uiting is verstuurd. Verzoekers beroepen zich hierbij op een drietal reclamecodes Zoals door ACM naar voren is gebracht, bevatten de berichten die [Bedrijfsnaam] heeft verzonden aan het adressenbestand [...] weliswaar een afmeldlink die leidde tot uitschrijving van het mailadressenbestand van [...], maar leidde die uitschrijving niet tot uitschrijving voor de in de nieuwsbrief opgenomen advertenties. Ook indien [Bedrijfsnaam] als adverteerder of publisher optrad leidde de in de berichten van de publisher opgenomen afmeldlink uitsluitend tot uitschrijving uit het adressenbestand dat door de betreffende publisher voor verzending werd gebruikt. De betreffende abonnee bleef vervolgens via andere publishers dezelfde of soortgelijke advertenties van dezelfde adverteerders ontvangen, terwijl de abonnee zich daar nu juist voor had afgemeld. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had het voor verzoekers duidelijk kunnen en moeten zijn dat de enkele afmeldingsmogelijkheid bij de bestandseigenaar niet toereikend is in gevallen als deze waarin verschillende publishers voor dezelfde adverteerders waaronder [Bedrijfsnaam] reclameboodschappen bleven sturen, omdat uitschrijving niet gold voor de in de nieuwsbrief opgenomen advertenties. Deze handelwijze van [Bedrijfsnaam] doet namelijk naar het oordeel van de voorzieningenrechter evident geen recht aan de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever om te voorzien in een recht tot beëindiging in de zin van onderdeel b van het vierde lid van artikel 11.7 van de Tw, mede in het licht van het vereiste dat onderdeel a van dit artikellid stelt. Daar komt bij dat ACM er terecht op heeft gewezen dat de door verzoekers bedoelde reclamecodes de uiteindelijke verantwoordelijkheid op het realiseren van het verzet leggen bij de adverteerder.

13 11.1. Volgens verzoekers merkt ACM [Bedrijfsnaam] ten onrechte in haar rol als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk als medepleger aan van overtreding van artikel 11.7, eerste en vierde lid, aanhef en onder b (oud), van de Tw. Volgens hen is niet voldaan aan het vereiste van bewuste en gelijkwaardige samenwerking bij de overtreding van artikel 11.7 van de Tw Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan de intermediërende rol die [Bedrijfsnaam] speelde als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk tussen adverteerders en publishers niet anders worden gezien dan als een medeplegen in de zin van artikel 5:1, tweede lid, van de Awb. ACM heeft in dit verband in zijn verweerschrift terecht gewezen op de volgende omstandigheden die tezamen zo niet reeds afzonderlijk duiden op de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking met de adverteerders en publishers uit het affiliate-netwerk van belang: - [Bedrijfsnaam] sloot overeenkomsten met adverteerders op basis waarvan [Bedrijfsnaam] zich ten opzichte van de adverteerder verplichtte dat [Bedrijfsnaam] tegen een vergoeding een reclame-uiting van de adverteerder zou verspreiden binnen het affiliate-netwerk. - De samenwerking tussen [Bedrijfsnaam] en de adverteerders hield onder meet in dat [Bedrijfsnaam] actief op zoek ging naar publishers die de reclame-uiting wilden verspreiden. [Bedrijfsnaam] onderhield het contact met de publishers. De adverteerder stemt standaard in met de wijzen van promotie van hun materiaal waaronder marketing, tenzij de adverteerder expliciet aangeeft niet van een bepaalde wijze van promotie in te stemmen. - [Bedrijfsnaam] droeg desgewenst zorg voor het vervaardigen van promotiemateriaal van adverteerders, waaronder de ontwikkeling van bepaalde templates voor specifieke publishers, of adviseerde [Bedrijfsnaam] adverteerders over hun promotiemateriaal. - Publishers konden zich via de website van [Bedrijfsnaam] inschrijven voor het affiliatenetwerk van [Bedrijfsnaam]. [Bedrijfsnaam] beheerde actief de toelating van de publishers. - Publishers dienden voor de toelating tot het affiliate-netwerk van [Bedrijfsnaam] de Algemene Publisher Voorwaarden te accepteren. Daarmee aanvaardt de publisher de algemene opdracht van [Bedrijfsnaam] kliks of transacties te genereren voor een adverteerder via een door [Bedrijfsnaam] beschikbaar gestelde link. Voorts houden deze voorwaarden in dat [Bedrijfsnaam] de aard van de werkzaamheden bepaalt. Ook zijn de betalingen van [Bedrijfsnaam] aan de publisher voor zijn werkzaamheden vastgelegd en geldt de voorwaarde dat [Bedrijfsnaam] de account van de publisher opzegt indien deze een jaar of langer geen inkomsten genereert. [Bedrijfsnaam] kan bovendien op elk moment de samenwerking met een publisher verbreken met een opzegtermijn van twee dagen en dient de publisher de aanwijzingen en wijzigingen van [Bedrijfsnaam] tijdig en/of binnen twee werkdagen op te volgen. Tot slot kan [Bedrijfsnaam] sancties opleggen indien een publisher zijn taken naar het oordeel van [Bedrijfsnaam] niet goed uitvoert. - Een adverteerder heeft de mogelijkheid een publisher te accepteren of te weigeren. [Bedrijfsnaam] en niet de publisher verstrekt daartoe basale informatie over de betreffende publisher aan de adverteerder. Uit de door [Bedrijfsnaam] verstrekte informatie kon de adverteerder alleen de accountnaam van de publisher in het affiliate-netwerk afleiden en niet de ware identiteit van de publisher. - Adverteerder en publisher konden niet zonder tussenkomst van [Bedrijfsnaam] afspraken met elkaar maken over de wijze van verspreiding van het promotiemateriaal van de adverteerder. De adverteerder kon zelfs uit het systeem van acceptatie via [Bedrijfsnaam] niet afleiden op welke wijze de verspreiding van hun promotiemateriaal zou plaatsvinden. - Alvorens het promotiemateriaal van een adverteerder ter beschikking te stellen aan een publisher, zorgde [Bedrijfsnaam] ervoor dat een dsl-link in het promotiemateriaal werd opgenomen. Door middel van deze dsl-link kon [Bedrijfsnaam] meten hoeveel transacties een bepaalde publisher heeft gegenereerd. - Een campagne kon door een publisher slechts worden verzonden, indien [Bedrijfsnaam] die campagne had geaccordeerd.

14 - [Bedrijfsnaam] leverde zelf adressen aan publishers ten behoeve van verzending van ongevraagde communicatie door het affiliate-netwerk. - [Bedrijfsnaam] behaalde een groot financieel voordeel door haar rol in het Affiliate netwerk. ACM heeft vastgesteld dat in de onderzoeksperiode [Bedrijfsnaam] een financieel voordeel heeft behaald van ten minste tussen ,48 en , De voorzieningenrechter voegt hier aan toe dat voor medeplegen niet is vereist dat de medepleger de kwaliteit van verzender heeft, doch dat [Bedrijfsnaam] als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk wel voldoet aan die definitie. De definitie van verzender is immers blijkens de onder 8 aangehaalde wetsgeschiedenis ruim en omvat volgens die wetsgeschiedenis ook de transporteur die hand- en spandiensten verricht (zoals het verzamelen van adressen) in het kader van het versturen van spam. Niet valt in te zien dat [Bedrijfsnaam] als beheerder en exploitant van het affiliate-netwerk, die zelf onder meer de adressen aan publishers ten behoeve van verzending van ongevraagde communicatie door het affiliate-netwerk leverde, niet valt onder deze ruime definitie. 12. Het betoog van verzoekers ter zitting dat aan de door ACM geïnterviewde personen een onvolkomen cautie is verleend, kan niet leiden tot het resultaat dat verzoekers daarmee beogen. Indien hetgeen mondeling tegenover toezichthouders van ACM is verklaard wordt uitgesloten van het bewijs, resteert afdoende wilsonafhankelijk materiaal om te kunnen vaststellen dat [Bedrijfsnaam] artikel 11.7, eerste en vierde lid, aanhef en onder b (oud), van de Tw heeft overtreden ACM heeft volgens verzoekers de hoogte van de boete op onzorgvuldige wijze vastgesteld. In dit verband stellen zij dat ACM ten onrechte heeft gesteld dat [Bedrijfsnaam] in het kader van haar afilliate-netwerk betrokken is geweest bij meer dan twee miljard mailberichten Bij het gebruik maken van de bevoegdheid tot boeteoplegging is ACM gebonden aan het in artikel 15.4, vierde lid, van de Tw vermelde maximum van ,-. Op grond van artikel 5:46, tweede lid, van de Awb stemt ACM daarnaast de hoogte van de boete af op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Daarbij moet zo nodig rekening worden gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. ACM kan omwille van de rechtseenheid en rechtszekerheid beleid vaststellen en toepassen inzake het al dan niet opleggen van een boete en het bepalen van de hoogte daarvan. ACM heeft een zestal overtredingen vastgesteld. De boetehoogte per overtreding die ACM heeft vastgesteld aan de hand van zijn beleid blijft ruimschoots onder het wettelijke boetemaximum. Verder hebben verzoekers het door ACM geschatte voordeel dat met de door het afilliate-netwerk gepleegde overtredingen dat ten minste zou liggen tussen afgerond 1,7 en 2,9 miljoen niet betwist, terwijl de voorzieningenrechter geen reden ziet op voorhand te twijfelen aan de door ACM uiteengezette raming van meer dan tweehonderd miljoen kliks uit verzonden berichten. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter in de boetehoogte vooralsnog geen beletselen liggen tot openbaarmaking van het bestreden besluit. 14. Voor twee bestuurders van [Bedrijfsnaam] heeft ACM besloten tot hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake van die boetes die [Bedrijfsnaam] zijn opgelegd voor gedragingen waarbij de bestuurder als feitelijk leidinggevende was betrokken. Op het punt van deze aansprakelijkstelling van de feitelijk leidinggevenden heeft [Bedrijfsnaam] gesteld dat geen sprake is van enige overtreding. De verwerping van die stelling ligt besloten in hetgeen de voorzieningenrechter hiervoor heeft overwogen. Het betoog van verzoekers ter zitting dat de hoofdelijke aansprakelijkstelling van twee bestuurders van [Bedrijfsnaam] niet mogelijk is zonder (voorafgaande) boeteoplegging aan hen kan niet worden gevolgd, omdat in die hoofdelijke aansprakelijkstelling de boeteoplegging aan hen ligt besloten. ACM heeft in het bestreden besluit niet over (afzonderlijke) boeteoplegging aan twee feitelijk leidinggevenden gesproken, omdat het totale boetebedrag van ,- door boetes mede aan hen op te leggen niet is verhoogd. Overigens is van de zijde van ACM ter zitting

Page 1 of 6 LJN: BZ5151, Rechtbank Rotterdam, ROT 11/4910 en ROT 11/4987 Datum 21-03-2013 uitspraak: Datum 21-03-2013 publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26146/2011014629 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot publicatie van het besluit betreffende het leveren van programmagegevens van de landelijke publieke

Nadere informatie

Aangetekend verstuurd Molenaar Abeln advocaten Carel H.J.M. Abeln J.J. Viottastraat JT AMSTERDAM

Aangetekend verstuurd Molenaar Abeln advocaten Carel H.J.M. Abeln J.J. Viottastraat JT AMSTERDAM Aangetekend verstuurd Molenaar Abeln advocaten Carel H.J.M. Abeln J.J. Viottastraat 50 1071 JT AMSTERDAM Datum 1 augustus 2013 Ons kenmerk 13070647 Pagina 1 van 6 Telefoon E-mail 020-797 @afm.nl Betreft

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 678208/679078 Betreft: bezwaar tegen besluit op Wob-verzoek en besluit tot openbaarmaking daarvan Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het bezwaar

Nadere informatie

Onder verwijzing naar uw per gestuurde brief van 6 februari 2013 bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Onder verwijzing naar uw per  gestuurde brief van 6 februari 2013 bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt. Openbare versie Stichting Wesa Beheer de heer N.A. Sjerps Vogelzand 2107 1788 GL JULIANADORP Datum Ons kenmerk ----------------13080613 Pagina 1 van 6 Kopie aan ------------------------------- -----------------------

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA inzake SMS advertising pilot

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA inzake SMS advertising pilot KPN B.V. Legal & Regulatory Postbus 30139 2500 GC 'S-GRAVENHAGE 2500GC30139 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IPB/2007/202021 Datum Onderwerp Bijlage(n) Reactie OPTA inzake SMS

Nadere informatie

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk > Retouradres Postbus 40225 8004 DE ZWOLLE Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Vergunningen & Handhaving Mandemaat 3 Assen Postbus 40225 8004 DE Zwolle www.rvo.nl Contactpersoon Wob medewerker T 088

Nadere informatie

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Besluit Kenmerk: 25954/2011013177 Betreft: besluit over publicatie sanctiebesluit en beslissing op bezwaar daartegen, betreffende het verzilveren van via Esso en American Express verkregen bol.com-cadeaubonnen

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 685195/688505 Betreft: bezwaar tegen besluit op Wob-verzoek Beslissing van het Commissariaat voor de Media op het bezwaar van xxx en xxx tegen het besluit op het verzoek

Nadere informatie

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons kenmerk: OPTA/COL/2009/201290 Zaaknummer: 09.0093.32.1.01 Datum: 19 juni 2009 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift tegen zijn

Nadere informatie

Openbaar. Gezamenlijk rechtsoordeel van CBP en OPTA inzake tell-a-friend systemen op websites

Openbaar. Gezamenlijk rechtsoordeel van CBP en OPTA inzake tell-a-friend systemen op websites Gezamenlijk rechtsoordeel van CBP en OPTA inzake tell-a-friend systemen op websites Inleiding... 2 Juridisch kader... 3 Bevoegdheid OPTA en bevoegdheid CBP... 3 Aanleiding rechtsoordeel... 3 Toepasbaarheid

Nadere informatie

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek Besluit Kenmerk: 657900/658803 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende het verzoek van xxx (hierna: verzoeker) om openbaarmaking

Nadere informatie

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~.

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~. : esluit Ons kenmerk: ACM/DM/2017/201292 Zaaknummer: 16.1098.51 Bijlagen: Juridisch kader, inventarislijsten en bijlagen getoetst op grond van artikel 10 Wob Onderwerp: op uw verzoek om openbaarmaking

Nadere informatie

Veel gestelde vragen over spam (FAQ s)

Veel gestelde vragen over spam (FAQ s) Veel gestelde vragen over spam (FAQ s) Het Nederlandse verbod op spam wordt uitgebreid. Dit zijn ongevraagde elektronische berichten (via mail, sms, fax en automatische oproepsystemen) met een commercieel,

Nadere informatie

Openbare versie. Bijlage 1: Boetebeleid en handhavingsbeleid spam. 1. Inleiding

Openbare versie. Bijlage 1: Boetebeleid en handhavingsbeleid spam. 1. Inleiding Bijlage 1: Boetebeleid en handhavingsbeleid spam 1. Inleiding 1.1. De Telecommunicatiewet geeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de bevoegdheid

Nadere informatie

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 668532/686086 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van xxx om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid

Nadere informatie

Met name is de vraag van belang wanneer de verzending van e-mail berichten/nieuwsbrieven aangemerkt kan worden als spam en wanneer niet.

Met name is de vraag van belang wanneer de verzending van e-mail berichten/nieuwsbrieven aangemerkt kan worden als spam en wanneer niet. E-mail marketing van Miller Digital Regels en richtlijnen E-mailmarketing heeft zichzelf als communicatiemiddel inmiddels ruimschoots bewezen. Of het nou gaat om een e-mail nieuwsbrief, e-persbericht,

Nadere informatie

Toelichting Zienswijzeprocedure

Toelichting Zienswijzeprocedure Toelichting Zienswijzeprocedure 1. Wat kunt u doen als u het niet eens bent met/uw mening wilt geven over het ontwerpbesluit? Antwoord: U kunt een zienswijze indienen. Alle horecaondernemers die een brief

Nadere informatie

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit. Besluit Kenmerk: 678047/691431 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] om openbaarmaking van informatie op grond van de

Nadere informatie

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. Zienswijzen Er zijn derde belanghebbenden bij de openbaarmaking van

Nadere informatie

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte > Retouradres Postbus 40225 8004 DE ZWOLLE Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Vergunningen en Handhaving Mandemaat 3 Assen Postbus 40225 8004 DE ZWOLLE www.rvo.nl Contactpersoon Wob medewerker Betreft

Nadere informatie

WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Wet van 6 juli 2000, houdende regels inzake de bescherming van persoonsgegevens

WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Wet van 6 juli 2000, houdende regels inzake de bescherming van persoonsgegevens WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Wet van 6 juli 2000, houdende regels inzake de bescherming van persoonsgegevens Kamerstuknummer Titel Kleur 31841 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens in verband

Nadere informatie

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt.

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt. Er zijn geen documenten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland met de door u gevraagde informatie over de periode van 2011 tot en met 2014. Ook is mij niet bekend of de informatie bij een ander

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:1754

ECLI:NL:RBROT:2016:1754 ECLI:NL:RBROT:2016:1754 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer ROT 16/920 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie

NIEUWE REGELS INZAKE E-MARKETING & TELEMARKETING. Juni 2009

NIEUWE REGELS INZAKE E-MARKETING & TELEMARKETING. Juni 2009 NIEUWE REGELS INZAKE E-MARKETING & TELEMARKETING Juni 2009 INLEIDING Door een aanpassing van de Telecommunicatiewet worden per 1 oktober 2009 nieuwe regels van kracht met betrekking tot elektronische marketing

Nadere informatie

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst.

Plaatsing op internet Het besluit wordt op   geplaatst. Plaatsing op internet Het besluit wordt op www.rijksoverheid.nl geplaatst. Hoogachtend, De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: Teammanager Afdeling Vergunningen & Handhaving

Nadere informatie

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Er zijn geen andere documenten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit aangetroffen betreffende uw verzoek. Ook is mij niet bekend of de informatie bij

Nadere informatie

Handleiding behandeling WOB-verzoeken

Handleiding behandeling WOB-verzoeken Handleiding behandeling WOB-verzoeken 1. Inleiding Omdat niet altijd helder is hoe om te gaan met verzoeken op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) is deze handleiding opgesteld. Het is een

Nadere informatie

De drie valkuilen van e-mailmarketing. Jitty van Doodewaerd Compliance officer -DDMA

De drie valkuilen van e-mailmarketing. Jitty van Doodewaerd Compliance officer -DDMA De drie valkuilen van e-mailmarketing Jitty van Doodewaerd Compliance officer -DDMA 19-06-2013 Vragen top 3 1. Toestemming 2. Co-registratie/ lead generation 3. Klantrelatie 4. Gebruik van tracking pixels

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 661 Wijziging van de Telecommunicatiewet verband houdende met de instelling van een antenneregister, de uitbreiding van het verbod op het verzenden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen. Kenmerk: 653927/656393 Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen. Kenmerk: 653927/656393 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 653927/656393 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende het verzoek van xxx (hierna: verzoeker) om openbaarmaking

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 24055/2010018942 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Wob besluit naar aanleiding van verzoek om openbaarmaking door de VARA Het Commissariaat voor de Media, gezien het

Nadere informatie

2. Bij brieven van 9 mei en 11 september 2008 en per van 12 september 2008 heeft StudieBoeken.com de gevraagde informatie verstrekt.

2. Bij brieven van 9 mei en 11 september 2008 en per  van 12 september 2008 heeft StudieBoeken.com de gevraagde informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: BVB-006686-mvk Betreft: prijsstelling bij verkoop studieboeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, tweede lid, van

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Definities

Hoofdstuk I. Definities Wet van 31 oktober 1991, houdende regelen betreffende de openbaarheid van bestuur Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2010 Datum publicatie 15-12-2010 Zaaknummer 10/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 621072/623284 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna:

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Directie Wetgeving en Juridische Zaken Sector Juridische Zaken en Wetgevlngsbeleld Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus

Nadere informatie

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. Zienswijzen U bent er over geïnformeerd in de brief van 29 oktober

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 12924 1X Corp N.V. en Exinvest Limited Kenmerk: 12924 / 01.046.246 Openbaarmaking onder kenmerk: 12924 / 01.047.553 Besluit tot

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 10826 Kenmerk: 12517 / 01.038.932 Openbaar gemaakt onder kenmerk Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Kabinet Minister-President

Kabinet Minister-President Ministerie van Algemene Zaken > Retouradres Postbus 20001 2500 ER Den Haag Binnenhof 19 2513 AA Don I1ag Postbus 20001 2500 EA Den Haag www.rijksoverheidni 3927710 () 2 maart 2017 Betreft Uw Wob-verzoek

Nadere informatie

2 8MEI 2Ü1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

2 8MEI 2Ü1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte kort Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Retouradres Postbus 20350 2500 Ei Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 59 84 www. rijksoverheid. ni

Nadere informatie

Hierbij neemt ACM een nieuw besluit op het verzoek van Sandd van 6 oktober 2014.

Hierbij neemt ACM een nieuw besluit op het verzoek van Sandd van 6 oktober 2014. Pagina 1/10 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Verwijderde vertrouwelijke passages zijn gemarkeerd

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20036 17 juli 2014 Beleidsregel openbaarmaking RDW 1. Inleiding In deze beleidsregel wordt de werkwijze van de RDW inzake

Nadere informatie

Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken.

Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken. Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken. Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder Allereerst wil ik u wijzen

Nadere informatie

Datum 31 juli 2015 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten. Geachte

Datum 31 juli 2015 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten. Geachte 1 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.nctv.nl Bijlagen 2 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten Bij beantwoording

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

http://www.legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=1184...

http://www.legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=1184... Page 1 of 6 JOR 2013/309 CBB, 14-08-2013, 13/396, ECLI:NL:CBB:2013:160 Overtreding van art. 4:23 Wft, Publicatie van de opgelegde boete, Afwijzing verzoek tot schorsing van publicatie totdat in hoger beroep

Nadere informatie

Privacyreglement versie 1.2, d.d

Privacyreglement versie 1.2, d.d Privacyreglement versie 1.2, d.d. 20-2-2018 Dit reglement is van toepassing binnen Stichting Techniek Praktijk Centrum (TPC) te Doetinchem en wordt aan cliënten en medewerkers verstrekt bij de start van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

ECLI:NL:RBNNE:2015:389 ECLI:NL:RBNNE:2015:389 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Awb 15/245 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijiage

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijiage Nationaal Co Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Dhr.B.J,S.A.A.F. de Winter Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over de nieuwe cookieregels

Veelgestelde vragen over de nieuwe cookieregels Vragen over de wet Q: Hoe luidt de nieuwe bepaling die het zogenaamde cookieverbod vormt? De nieuwe bepaling is op 5 juni 2012 in werking getreden en luidt als volgt: Artikel 11.7a Telecommunicatiewet

Nadere informatie

1.5. Tevens geeft het college met deze beleidsnota invulling aan zijn beleidsvrijheid ten aanzien van de keuze voor een bepaald handhavingsmiddel.

1.5. Tevens geeft het college met deze beleidsnota invulling aan zijn beleidsvrijheid ten aanzien van de keuze voor een bepaald handhavingsmiddel. OPTA HANDHAVINGSBELEID SPAM Beleidsregels met betrekking tot de handhaving van artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet (Handhavingsbeleid spam ) 1. Inleiding 1.1. De Telecommunicatiewet geeft het college

Nadere informatie

2. Op 22 februari 2007 hebben [ ] en [ ] namens Pidplates een mondelinge zienswijze op het rapport gegeven.

2. Op 22 februari 2007 hebben [ ] en [ ] namens Pidplates een mondelinge zienswijze op het rapport gegeven. Zaaknummer: 07.3945.29.1.01 Datum: 30 augustus 2007 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaar van Pidplates Performance B.V te Arnhem tegen het

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom aan Lotto

Nadere informatie

8.50 Privacyreglement

8.50 Privacyreglement 1.0 Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect betrekking hebben

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:5233

ECLI:NL:RBROT:2014:5233 ECLI:NL:RBROT:2014:5233 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 03-07-2014 Datum publicatie 29-07-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_02242

Nadere informatie

APR 214. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

APR 214. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > ketouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag T 07034079 11 F 070 340 78 34 www.rljksoverheid nl Inlichtingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:4119

ECLI:NL:RBOVE:2016:4119 ECLI:NL:RBOVE:2016:4119 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 02-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AK_ZWO_16_878 Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

ECLI:NL:RBMNE:2016:707 ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen Privacyreglement Inleiding en doel Iedereen heeft recht op de bescherming van zijn of haar persoonlijke gegevens. Dit privacyreglement is opgesteld op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en beschrijft

Nadere informatie

1 van :55

1 van :55 1 van 5 4-9-2012 23:55 LJN: BX6278, Rechtbank Utrecht, SBR 11/2417 Datum uitspraak: Datum publicatie: 30-08-2012 31-08-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

3.3 Openbaarmaking Het ontsluiten van informatie op zodanige wijze dat een ieder de betreffende informatie kan inzien.

3.3 Openbaarmaking Het ontsluiten van informatie op zodanige wijze dat een ieder de betreffende informatie kan inzien. Bijlage 33 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c Beleidsregel Openbaarmaking handhavingsbesluiten, Wobbesluiten en beslissingen op bezwaar De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is op grond van de Wet marktordening

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 645130/654703 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 23 maart 2015 (kenmerk: 644017) waarin de toezichtskosten over 2014 die TiDa B.V. als commerciële media-instelling

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom aan BankGiro

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 702965/702998 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY5083

ECLI:NL:RVS:2012:BY5083 ECLI:NL:RVS:2012:BY5083 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109778/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Besluit Openbaar. Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/ Zaaknummer: Datum

Besluit Openbaar. Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/ Zaaknummer: Datum Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/202118 Zaaknummer: 07.0137.22 Datum 17-10-2007 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op de aanvraag van het De Telefoongids B.V. tot

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:5324

ECLI:NL:RBNHO:2014:5324 ECLI:NL:RBNHO:2014:5324 Instantie Datum uitspraak 06-06-2014 Datum publicatie 12-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_2185 bz Bestuursrecht

Nadere informatie

Beleidsregels met betrekking tot de handhaving van artikel 11.7, eerste tot en met vierde lid, van de Telecommunicatiewet (Handhavingsbeleid spam)

Beleidsregels met betrekking tot de handhaving van artikel 11.7, eerste tot en met vierde lid, van de Telecommunicatiewet (Handhavingsbeleid spam) OPTA HANDHAVINGSBELEID SPAM Beleidsregels met betrekking tot de handhaving van artikel 11.7, eerste tot en met vierde lid, van de Telecommunicatiewet (Handhavingsbeleid spam) 1. Inleiding 1.1. De Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 637217/638482 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten aan mediabedrijven buiten de publieke mediadienst overeenkomstig de fragmentenregeling zoals

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 664766/664970 Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek door Sapphire

Nadere informatie

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2010/202639_OV Zaaknummer: 10.0252.37 Datum: 6 oktober 2010 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot oplegging van een boete ter zake

Nadere informatie

Boetebeschikking. a. Procedure. b. Feiten. Kenmerk: / Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd

Boetebeschikking. a. Procedure. b. Feiten. Kenmerk: / Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd Boetebeschikking Kenmerk: 646452/668864 Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd Boetebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende een overtreding van artikel 3.8, eerste lid, van

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Bestuursrecht zaaknummer: AMS 15/4034 uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen.., te Uithoorn, eiser, gemachtigde: mr. H.A.M. Lamers, en de staatssecretaris

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Kansspelautoriteit OPENBAAR Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 399 Kenmerk: 00.080.086 Openbaarmaking onder kenmerk: 00.082. 721 Besluit tot openbaarmaking Besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-02-2010 Datum publicatie 17-06-2010 Zaaknummer 449782 / KG ZA 10-209 en 449790 / FA RK 10-696 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Openbaar. Openbaar Besluit. Samenvatting. 1 Inleiding. Beslissing op bezwaar Simbat

Openbaar. Openbaar Besluit. Samenvatting. 1 Inleiding. Beslissing op bezwaar Simbat Besluit Beslissing op bezwaar Simbat Ons kenmerk : ACM/UIT/493047 Zaaknummer : ACM/17/019327 Datum : 12 januari 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 7:11 van de Algemene

Nadere informatie

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1 1 Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1 Gedeputeerde Staten van de Provincie Flevoland en Provinciale Staten van Flevoland stellen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Besluit OPENBAAR. 1 Samenvatting. 2 Achtergrond en verloop van de procedure

Besluit OPENBAAR. 1 Samenvatting. 2 Achtergrond en verloop van de procedure Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2012/202237_OV Zaaknummer: 11.0242.37 Datum: Besluit van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot het opleggen van een boete ter zake van overtredingen

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963

ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963 ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 10-04-2009 Datum publicatie 15-06-2009 Zaaknummer AWB 07/1049 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. Kenmerk: 622422/624024 Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure. Kenmerk: 622422/624024 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 622422/624024 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende het verzoek van Broadcast Newco Two B.V. (hierna: verzoeker)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 04-05-2017 Zaaknummer AMS 15/5918 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Openbaar besluit. OPTA/IPB/2006/ kenmerk: Zaaknummer: W Datum: 3 februari Ons

Openbaar besluit. OPTA/IPB/2006/ kenmerk: Zaaknummer: W Datum: 3 februari Ons Ons OPTA/IPB/2006/200167 kenmerk: Zaaknummer: W.16.05 Datum: 3 februari 2006 Besluit van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op grond van artikel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815

BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815 BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815 Bij brief van 30 maart 2015 die is ingekomen bij de NZa op dezelfde dag, is door de heer [vertrouwelijk ] (hierna: belanghebbende) bezwaar gemaakt tegen het besluit

Nadere informatie

Wijze van openbaarmaking De documenten, genoemd onder inventarisatie documenten onder nummers één tot en met negen zal ik naar u mailen.

Wijze van openbaarmaking De documenten, genoemd onder inventarisatie documenten onder nummers één tot en met negen zal ik naar u mailen. Wijze van openbaarmaking De documenten, genoemd onder inventarisatie documenten onder nummers één tot en met negen zal ik naar u mailen. Plaatsing op internet De openbaar gemaakte stukken worden op www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie