BETREFFENDE RADIOAPPARATUUR EN TELECOMMUNICATIE-EINDAPPARATUUR EN DE WEDERZIJDSE ERKENNING VAN HUN CONFORMITEIT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BETREFFENDE RADIOAPPARATUUR EN TELECOMMUNICATIE-EINDAPPARATUUR EN DE WEDERZIJDSE ERKENNING VAN HUN CONFORMITEIT"

Transcriptie

1 Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Ellipse Building - C Koning Albert II-laan Brussel en bij RICHTLIJN 1999/5/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 9 maart 1999 BETREFFENDE RADIOAPPARATUUR EN TELECOMMUNICATIE-EINDAPPARATUUR EN DE WEDERZIJDSE ERKENNING VAN HUN CONFORMITEIT De R&TTE-richtlijn (versie ) Pagina 1 van 24 BIPT

2 Inhoudstafel De R&TTE-richtlijn 1 Inhoudstafel 2 Voor de gehaaste lezer 3 Inleiding 4 Het pre-r&tte-goedkeuringsregime (van kracht tot 7 april 2000) 6 Inleiding 6 Telecommunicatie-eindapparatuur 6 Radioapparatuur 6 Overgangsperiode 7 Het R&TTE-regime (vanaf 8 april 2000) 8 Inleiding 8 Essentiële eisen 8 Algemeen 8 Beschikkingen van de Commissie betreffende bijkomende essentiële eisen 10 Andere relevante bepalingen 11 Overeenstemmingsbeoordelingsprocedures 12 Inleiding geharmoniseerde norm 12 Telecommunicatie-eindapparatuur & radio-ontvangers 13 Radiozenders bij gebruik van geharmoniseerde normen 13 Radiozenders zonder gebruik van geharmoniseerde normen 13 Conformiteitsprocedures i.v.m. LVD & EMC 13 Procedure voorgeschreven in Bijlage II interne productiebewaking 14 Procedure voorgeschreven in Bijlage III interne productiebewaking plus specifieke tests 14 Procedure voorgeschreven in Bijlage IV technisch constructiedossier 15 Procedure voorgeschreven in Bijlage V volledige kwaliteitsborging 15 Notificatie van radioapparatuur 16 Inleiding 16 Notificatieverplichting 16 Gevolgen van een notificatie 17 Besluit 17 De CE-markering 18 Kenmerken van de interfaces 19 Radio-interfaces 19 Telecommunicatie-eindapparatuur 20 De gebruiker 20 Beurzen, tentoonstellingen en demonstraties 21 Overgangsperiode 21 Bijkomende nuttige informatie 23 Aanpassing - contacten Pagina 2 van 24 BIPT

3 Voor de gehaaste lezer Sinds 8 april 2000 is het systeem om radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur op de Europese markt te brengen sterk vereenvoudigd. De eis vooraf een goedkeuring te bekomen werd afgeschaft en vervangen door een systeem waarbij de fabrikant de volle verantwoordelijkheid voor de conformiteit van zijn producten draagt. Voor bepaalde radioapparatuur is evenwel nog steeds de (beperkte) tussenkomst van een aangemelde instantie vereist. De gebruiker wordt verantwoordelijk gesteld voor het juiste gebruik van de apparatuur. Hij dient kennis te nemen van de door de fabrikant bij het product gevoegde informatie en het toestel volgens de opgegeven bestemming en binnen de eventuele vermelde beperkingen te gebruiken. Er kunnen maatregelen getroffen worden tegen de gebruiker indien hij dit niet doet. In principe kan alle radio- en eindapparatuur vrij in de handel gebracht worden voor zover al de bepalingen van deze nieuwe R&TTE-richtlijn nageleefd worden. Slechts in uitzonderlijke gevallen en slechts indien er gegronde redenen zijn, kan een lidstaat maatregelen treffen om het vrije verkeer van bepaalde (radio)apparatuur te beperken. De frequentieplanning blijft een nationale bevoegdheid waardoor het gebruik van bepaalde radioapparatuur in bepaalde lidstaten verboden blijft. De aandacht wordt erop gevestigd dat het systeem van vergunning (licentie) door deze richtlijn niet verandert. Dit is en blijft een nationale materie. De R&TTE-richtlijn kan slechts een succes zijn indien: De fabrikanten van apparatuur - ervoor zorgen dat ze enkel apparatuur op de markt brengen die in overeenstemming is met al de bepalingen van de richtlijn, dit betekent - voldoen aan de essentiële eisen - de andere relevante bepalingen naleven; - voldoende informatie aan de gebruiker verstrekken in verband met de bestemming van het toestel (bijv. over eventuele beperking voor het gebruik in bepaalde lidstaten); - die radioapparatuur op de markt brengen die gebruikmaakt van frequentiebanden waarvan het gebruik niet geharmoniseerd is, dit notificeert aan de lidstaten waar zij het toestel op de markt zullen brengen. De netwerkoperatoren - de exacte en passende technische specificaties van publiek aangeboden interfaces publiceren zodat fabrikanten eindapparatuur kunnen ontwerpen die alle via deze interfaces verstrekte diensten kunnen gebruiken. De lidstaat - erop toeziet dat er enkel apparatuur op zijn grondgebied in de handel gebracht wordt die in overeenstemming is met al de bepalingen van de richtlijn (markttoezicht); - het nationale frequentieplan in voldoende detail kenbaar maakt; - de ontvangen notificaties voor radioapparatuur op een adequate manier behandelt; - erop toeziet dat de andere partijen hun verplichtingen nakomen. De gebruiker - kennis neemt van de informatie verstrekt door de fabrikant en - de toestellen enkel gebruikt volgens hun opgegeven bestemming Pagina 3 van 24 BIPT

4 Inleiding In het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen verscheen op 7 april 1999 Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit 1. Deze richtlijn wordt meestal de R&TTE-richtlijn genoemd. Deze Europese richtlijn verving het goedkeuringsregime van zowel radioapparatuur (afstandsbedieningen, radiozenders, walkietalkies, ) als telecommunicatie-eindapparatuur (telefoons, modems, PBX'en, ). De richtlijn is evenwel niet van toepassing op apparatuur uitsluitend gebruikt voor de activiteiten die betrekking hebben op defensie en de veiligheid van de staat; niet-commercieel beschikbare radioapparatuur gebruikt door radioamateurs; ontvangstapparatuur uitsluitend bestemd voor de ontvangst van geluids- en televisieomroepdiensten; bepaalde maritieme apparatuur (toepassingsgebied van Richtlijn 96/98 2 ); bepaalde apparatuur gebruikt in de burgerluchtvaart (zie artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3922/91 3 ); bepaalde apparatuur voor luchtverkeersafhandeling. (zie artikel 1 van Richtlijn 93/65/EEG 4 ). Als gevolg van het intrekken van Richtlijn 93/65/EEG door de interoperabiliteitsverordening (EG) nr. 552/2004 5, verviel deze uitzondering vanaf 20 oktober De interoperabiliteitseisen voor apparatuur voor luchtverkeersafhandeling (ATM-apparatuur) zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 522/2004. Deze verordening is complementair met de R&TTE-richtlijn. De R&TTE-richtlijn veranderde in belangrijke mate de manier waarop fabrikanten van radioen telecommunicatie-eindapparatuur hun producten kunnen afzetten op de Europese markt. Het systeem biedt grote flexibiliteit en is soepeler dan het vroegere. Het R&TTE-regime legt echter, nog meer dan het vroegere systeem, de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van de producten bij de fabrikant zelf. De fabrikant moet immers voor ieder product verklaren dat het in overeenstemming is met al de relevante bepalingen van de richtlijn (verklaring van overeenstemming 6 ). Fabrikanten zijn er niet langer toe gehouden vooraf een typegoedkeuringscertificaat te bekomen. 1 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 091 van 07 april 1999 pagina 10 tot Richtlijn van de Raad van 20 december 1996 inzake de uitrusting van zeeschepen. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 046 van 17 februari 1997 vanaf pagina Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 373 van 31 december 1991 vanaf pagina 4. Gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2176/96 van de Commissie. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 291 van 14 november 1996 vanaf pagina Richtlijn 93/65/EEG van de Raad van 19 juli 1993 betreffende de vaststelling en het gebruik van compatibele technische normen en specificaties voor de aanschaf van apparatuur en van systemen voor luchtverkeersafhandeling. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 187 van 39 juli 1993 vanaf pagina 52. Laatst gewijzigd bij Richtlijn 97/15/EG van de Commissie. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 095 van 10 april 1997 vanaf pagina Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 096 van 31 maart vanaf pagina Meestal aangeduid als Declaration of Conformity DoC zie ook hoofdstuk bijkomende nuttige informatie Pagina 4 van 24 BIPT

5 De goede werking van de richtlijn hangt in belangrijke mate af van de praktische verwezenlijking van de marktbewaking. Ook de industrie is zich hiervan bewust en vraagt om een adequaat markttoezicht. De publicatiedatum in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 7 april 1999 was van groot belang voor het tijdschema opgelegd voor de uitvoering van deze richtlijn. De nieuwe wettelijke bepalingen werden van kracht één jaar en één dag na publicatie, dus vanaf 8 april De bepalingen werden tegelijkertijd van kracht in de gehele Europese Unie. Het goedkeuringsregime bleef dus van toepassing tot en met 7 april 2000 (verplichting vooraf een type-goedkeuring te bekomen). De publicatiedatum was ook belangrijk wat de overgangsperiode betreft. Deze liep tot en met 7 april Belangrijke informatie hierover is te lezen in het hoofdstuk Overgangsperiode. De R&TTE-richtlijn vervangt zowel de richtlijn voor telecommunicatie-eindapparatuur (98/13/EEG 7 ) als de nationale regelgeving in verband met de goedkeuring van radioapparatuur. De nadruk dient erop gelegd te worden dat deze richtlijn niets verandert aan de verplichting om voor bepaalde radioapparatuur over een nationale vergunning te beschikken. Dit blijft een nationale bevoegdheid. 7 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 074 van 12 maart 1998 vanaf pagina Pagina 5 van 24 BIPT

6 Het pre-r&tte-goedkeuringsregime (van kracht tot 7 april 2000) Inleiding Traditioneel was de toegang tot de Europese markt voor radio- en telecommunicatieeindapparatuur versnipperd. Dit werd veroorzaakt door de verscheidenheid aan nationale goedkeuringsspecificaties waarin, in min of meerdere mate, nationale beperkingen waren opgenomen. Er kan vanuit gegaan worden dat, onder het goedkeuringsregime, voor praktisch alle telecommunicatie-eindapparatuur en radioapparatuur een voorafgaande goedkeuring nodig was. Dit veroorzaakte bijkomende kosten en nam uiteraard de nodige tijd in beslag. Er verliep dus een zekere tijd tussen het beschikbaar komen van het product en het ogenblik waarop alle wettelijke voorwaarden vervuld waren. De regelgeving werd soms voorbijgesneld door de snelle technologische ontwikkeling waardoor het dan onmogelijk was producten met vernieuwende technologie goed te keuren (wettelijke technische specificatie nog niet beschikbaar). Telecommunicatie-eindapparatuur Voor telecommunicatie-eindapparatuur werd in 1991 een Europese richtlijn van kracht met de intentie de toegang tot de markt zoveel mogelijk te harmoniseren. Richtlijn 98/13/EEG (gecoördineerde tekst van Richtlijn 91/263/EEG 8 en 93/97/EEG 9 ) de TTE-richtlijn voorzag in het gebruik van verplichte Europees geharmoniseerde normen, gemeenschappelijke technische voorschriften of CTR's genoemd. Gezien het feit dat de ontwikkeling en het aannemen van deze CTR's veel tijd in beslag namen, beperkte het succes van deze goedkeuringsrichtlijn zich lang tot enkele productcategorieën ISDN, gsm, X.25,. De Europese markt voor telecommunicatie-eindapparatuur bleef dus toch grotendeels gefragmenteerd en dit ondanks het feit dat Richtlijn 98/13/EEG al vanaf 1991 van toepassing was. Aangezien de TTE-richtlijn enkel betrekking had op telecommunicatie-eindapparatuur, was de situatie voor radioapparatuur nog minder gunstig. Radioapparatuur Radioapparatuur was steeds onderworpen aan nationale goedkeuringsregimes. Deze regimes waren niet geharmoniseerd en verschilden soms wezenlijk van land tot land. De goedkeuring was meestal gebaseerd op het testen van een toestel volgens de vereisten van de specificatie of regelgeving. In België waren de eisen beschreven in bijlagen bij het ministerieel besluit van 19 oktober 1979 betreffende de private radioverbindingen. Het testen diende te gebeuren in een erkend en geaccrediteerd laboratorium. Het was dus mogelijk dat een radiotoestel dat bestemd was voor de volledige Europese markt, meermaals hertest (afwijkende eisen per land) moest worden en tevens telkens de verschillende nationale goedkeuringsprocedures moest doorlopen. Dit proces gaf aldus aanleiding tot belangrijke vertraging en kosten voordat het product op de markt verdeeld kon worden time to market! Binnen de CEPT 10 en ETSI 11 werden inspanningen geleverd om het gebruik van identieke technische goedkeuringsvereisten te ontwikkelen en te bevorderen. Deze inspanningen resulteerden in het opstellen van ERC 12 -beslissingen. Als eerste stap werd gestreefd naar een systeem van wederzijdse erkenning van testresultaten zodat hertesten niet meer nodig was. Een volgende stap was de wederzijdse erkenning van de goedkeuring gebaseerd op de testen volgens de van toepassing zijnde ETSI-norm zelfde norm in de verschillende landen. Terwijl de wederzijdse erkenning van testresultaten vrij bevredigend werkte, faalde de 8 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 128 van 23 mei 1991 vanaf pagina 1. 9 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 290 van 24 november 1993 vanaf pagina Conférence des Administrations Européennes des Postes et Télécommunications. 11 European Telecommunications Standards Institute. 12 European Radiocommunications Committee Pagina 6 van 24 BIPT

7 wederzijdse erkenning van goedkeuringen in grote mate. De nationale wetgeving diende dit systeem immers toe te laten. Overgangsperiode Belangrijke informatie in verband met de geldigheidsduur van de verleende goedkeuringen en de maatregelen die genomen dienen te worden bij de invoering van het R&TTE-regime is te lezen in het hoofdstuk overgangsperiode. Vooral de fabrikanten en leveranciers van apparatuur dienen rekening te houden met de overgangsbepalingen Pagina 7 van 24 BIPT

8 Het R&TTE-regime (vanaf 8 april 2000) Inleiding De R&TTE-richtlijn veranderde de filosofie die gehanteerd werd voor het toelaten op de Europese markt voor radio- en telecommunicatie-eindapparatuur totaal. De belemmeringen die fabrikanten ondervonden om hun product op de Europese markt te brengen werden in belangrijke mate weggewerkt. De fabrikant draagt de volledige verantwoordelijkheid voor de conformiteit van zijn product. Het systeem van voorafgaande evaluatie van het product werd vervangen door een systeem waarbij de overheid verantwoordelijk voor de marktbewaking, niet-conforme apparatuur moet opsporen en uit de handel laten nemen of verbieden. Deze taak wordt als onontbeerlijk beschouwd voor de goede werking van deze richtlijn. Deze marktbewaking is een nationale bevoegdheid en heeft als doel erop toe te zien dat enkel conforme apparatuur op de markt gebracht wordt. Een efficiënte marktbewaking biedt tevens een zekere bescherming voor de consument en voorkomt in zekere mate oneerlijke concurrentie. De Europese Commissie is van oordeel dat het voornamelijk van de fabrikanten afhangt of de R&TTE-richtlijn een succes is of niet. Zij dienen hun verantwoordelijkheid te nemen door hun producten te onderwerpen aan een geschikte conformiteitsbeoordelingsprocedure en door enkel conforme apparatuur op de markt te brengen. Om apparatuur op de (Europese) markt te mogen brengen moet deze apparatuur niet alleen voldoen aan een aantal technische essentiële eisen, maar moeten ook de andere meer administratieve relevante bepalingen vervuld zijn (markering, verklaringen, notificatie, ). Essentiële eisen Algemeen De fabrikant, zijn gevolmachtigde binnen de Europese Gemeenschap of in bepaalde gevallen de persoon verantwoordelijk voor het op de markt brengen van R&TTE-apparatuur moet garanderen dat deze apparatuur in overeenstemming is met al de toepasselijke essentiële eisen. Dit is een principe dat in tal van zogenaamde nieuweaanpakrichtlijnen gehanteerd wordt. De volgende essentiële eisen artikel 3.1 a) en 3.1 b) van de R&TTE-richtlijn zijn van toepassing op alle apparatuur: a) de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker of van anderen, met inbegrip van de doelstellingen met betrekking tot de veiligheidsvoorschriften van Richtlijn 73/23/EEG 13 de laagspannings- of LVD-richtlijn echter zonder toepassing van de spanningsgrens; b) de beschermingsvoorschriften met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit van Richtlijn 89/336/EEG 14 de EMC-richtlijn Opmerkingen betreffende de hierboven vermelde richtlijnen: 13 Richtlijn 73/23/EEG van de Raad van 19 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 077 van 26 maart 1973, blz. 29. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG 14 Richtlijn 89/336/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 139 van 23 mei 1989, blz. 19. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG Pagina 8 van 24 BIPT

9 a) Richtlijn 73/23/EEG werd in het verleden herhaaldelijk ingrijpend gewijzigd. Deze richtlijn werd dan ook ingetrokken en vervangen door Richtlijn 2006/95/EG 15. De nieuwe versie werd van kracht op 16 januari In feite gaat het om een codificatie van de oude tekst. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de nieuwe richtlijn en moeten gelezen worden volgens de concordantietabel zoals opgenomen in bijlage VI van de nieuwe LVD-richtlijn. b) Richtlijn 89/336/EEG werd totaal herzien en vervangen door Richtlijn 2004/108/EG 16. De nieuwe versie werd van kracht op 20 juli Vanaf deze datum moeten de bepalingen van deze nieuwe richtlijn gevolgd worden. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de nieuwe richtlijn en moeten gelezen worden volgens de concordantietabel zoals opgenomen in bijlage VII van de nieuwe EMC-richtlijn. De volgende essentiële eis artikel 3.2 van de R&TTE-richtlijn is daarenboven van toepassing op radioapparatuur: radioapparatuur moet bovendien zo geconstrueerd zijn dat zij het voor aarde/ruimtecommunicatie toegewezen spectrum en de satellietcapaciteit efficiënt gebruikt zonder schadelijke interferentie te veroorzaken. Bovendien kunnen één of meer van de hieronder vermelde bijkomende essentiële eisen artikel 3.3 van de R&TTE-richtlijn verplicht gesteld worden voor welbepaalde categorieën van apparatuur. Dit gebeurt echter alleen indien de Europese Commissie oordeelt dat dit nodig is en zij via een procedure in TCAM 17 besluit dat apparatuur binnen deze welbepaalde categorieën bovendien zo geconstrueerd moet zijn dat: a) zij via netwerken onderling functioneert met andere apparatuur en dat zij in de Gemeenschap kan worden aangesloten op interfaces van hetzelfde type; en/of dat b) zij het netwerk of de werking daarvan niet schaadt noch misbruik maakt van de netwerkmiddelen en zo een onaanvaardbare achteruitgang van de dienst veroorzaakt; en/of dat c) zij voorzieningen bevat om de persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker en de abonnee te beschermen; en/of dat d) zij geschikt is voor bepaalde voorzieningen die fraude moeten voorkomen; en/of dat e) zij geschikt is voor bepaalde voorzieningen die de toegang tot alarmdiensten moeten waarborgen; en/of dat f) zij geschikt is voor bepaalde voorzieningen die het gebruik ervan door gebruikers met een handicap vergemakkelijken. De Europese Commissie en de lidstaten nemen slechts uitzonderlijk een initiatief om de bijkomende eisen uit artikel 3.3 verplicht te stellen. De Europese Commissie is er immers van overtuigd dat de marktspelers ervoor zullen zorgen dat er aan deze eisen op een vrijwillige basis zal voldaan worden. 15 Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 374 van 27 december 2006 vanaf pagina Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit en tot intrekking van Richtlijn 89/336/EEG. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 390 van 31 december 2004 vanaf pagina Comité voor overeenstemmingsbeoordeling en markttoezicht inzake telecommunicatie bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie Pagina 9 van 24 BIPT

10 Bijgevolg zijn voor de overgrote meerderheid van telecommunicatie-eindapparatuur enkel de essentiële eisen vermeld in artikel 3.1 (LVD & EMC) van toepassing. Voor radioapparatuur zijn dit de eisen van in artikel 3.1 en 3.2. Elke beslissing aangaande bijkomende, op artikel 3.3 gebaseerde eisen, wordt in het PB 18 gepubliceerd. Indien er bijkomende artikel 3.3-eisen worden aangenomen, dan wordt tevens de datum vastgesteld vanaf wanneer de producten hieraan moeten voldoen. Beschikkingen van de Commissie betreffende bijkomende essentiële eisen De beschikkingen betreffende de op artikel 3.3 gebaseerde bijkomende essentiële eisen zijn te raadplegen via: Frankrijk was van oordeel dat het nodig was een beroep te doen op artikel 18.3 van de richtlijn om onaanvaardbare achteruitgang van de spraaktelefoniedienst op het netwerk van France Telecom te voorkomen. De Commissie heeft in dit verband dan ook een beschikking uitgevaardigd. Deze werd gepubliceerd in PB L 135 van 8 juni De titel van de beschikking is: Beschikking 2000/373/EG van de Commissie van 26 mei 2000 betreffende het verzoek van Frankrijk uit hoofde van artikel 18, lid 3, van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad een eis aangaande telecommunicatie-eindapparatuur die voor aansluiting op het analoge openbare telefoonnet van France Telecom bedoeld is, te mogen handhaven. De belangrijkste reden voor deze beschikking was het feit dat een zeker percentage van de analoge telefoonlijnen niet is uitgerust om het stroomverbruik van eindapparatuur te begrenzen. De fabrikanten van apparatuur bestemd om aangesloten te worden op deze lijnen moesten dan ook de nodige voorzorgen treffen. France Telecom beloofde maatregelen te nemen om deze problemen op te lossen binnen 30 maanden volgend op 8 april De aandacht werd gevestigd op radioapparatuur bestemd voor gebruik op schepen maar die niet onder de maritieme richtlijn valt. De Commissie heeft dan ook enkele beschikkingen aangenomen betreffende deze apparatuur. De titels zijn: Beschikking 2000/637/EG van de Commissie van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die onder de regionale regeling betreffende de radiotelefoondienst op binnenwateren valt (toepassingsdatum 21 oktober 2000); Beschikking 2000/638/EG van de Commissie van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bestemd is om op niet-solas-zeeschepen te worden geïnstalleerd voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem en die niet onder Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen valt (toepassingsdatum 21 oktober 2000) (beschikking werd aangepast zie hieronder); Beschikking 2005/631/EG van de Commissie van 29 augustus 2005 betreffende essentiële eisen zoals bedoeld in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad om de toegang tot alarmdiensten via de Cospas-Sarsat-noodbakens te waarborgen. Er werd geoordeeld dat het werkingsgebied van de tweede beschikking te beperkt was en dat de maatregel moest uitgebreid worden tot een grotere categorie van apparatuur. Daarom werd een aangepaste en vervangende beschikking aangenomen. Beschikking 2004/71/EG van de Commissie van 4 september 2003 betreffende essentiële eisen ten aanzien van radioapparatuur die bedoeld is om op niet-solas-schepen te 18 Publicatieblad van de Europese Unie Pagina 10 van 24 BIPT

11 worden gebruikt voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS). De toepassingsdatum ervan werd bepaald op 4 september De eerdere beschikking 2000/638/EG vervalt dus ook op 4 september De eerste beschikking legt de eis op dat de speciale radioapparatuur die in het toepassingsgebied van deze beschikking valt (regionaal binnenwaterakkoord) uitgerust is met een automatic transmitter identification system (ATIS) en dat het zendvermogen op bepaalde kanalen niet hoger mag zijn dan 1 watt. De tweede beschikking legt de eis op dat de speciale radioapparatuur die in het toepassingsgebied van deze beschikking valt, in noodgevallen correct moet werken. De derde beschikking is van toepassing op noodbakens die via het Cospas-Sarsat-systeem op de 406 MHz-band zenden, voor zover zij niet onder Beschikking 2004/71/EG vallen. Ook voor bepaalde radioapparatuur bestemd voor gebruik op schepen maar die niet onder de maritieme richtlijn valt werd door TCAM een bijkomende beschikking gebaseerd op artikel 3.3.e van de richtlijn aangenomen. De titel luidt: Beschikking 2003/213/EG van de Commissie van 25 maart 2003 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om op niet-solas-schepen te worden gebruikt en om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS) Radioapparatuur die in het toepassingsgebied van deze beschikking viel en die vanaf 28 maart 2003 op de markt gebracht werd moest aan deze bijkomende essentiële eis voldoen. Omdat een hoog veiligheidsniveau alleen kan worden bereikt als alle apparatuur die wordt gebruikt op niet-solas-schepen en in daarmee verbonden grondstations die aan het AISsysteem deelnemen, correct werkt, moeten dezelfde eisen voor alle AIS-stations gelden. Dit was de reden om de bovenstaande beschikking aan te passen en te vervangen door: Beschikking 2005/53/EG van de Commissie van 25 januari 2005 betreffende de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bedoeld is om deel te nemen aan het automatische identificatiesysteem (AIS). De nieuwe beschikking kwam in voege vanaf 26 juli Een andere bijkomende beschikking gebaseerd op artikel 3.3.e van de richtlijn aangenomen door TCAM luidt: Beschikking 2001/148/EG van de Commissie van 21 februari 2001 betreffende de toepassing van artikel 3,lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG op lawinebakens Deze beschikking is van toepassing op toestellen werkend op 457 khz die bestemd zijn om personen te lokaliseren die na een lawine onder de sneeuw bedolven zijn. Andere relevante bepalingen De apparatuur moet, om op de markt toegelaten te worden, niet alleen voldoen aan de essentiële eisen, maar daarnaast ook nog voldoen aan andere relevante bepalingen (artikel 6). Een aantal van deze bijkomende bepalingen zijn eerder van administratieve aard Pagina 11 van 24 BIPT

12 De R&TTE-richtlijn legt onder meer de volgende bijkomende zaken op aan de fabrikant 19 : Het toepassen van één van de toegelaten conformiteitsprocedures (overeenstemmingsbeoordelingsprocedure) zie verder. De DoC (verklaring van overeenstemming) opstellen en bij het product voegen. Het aanbrengen van de gepaste CE-markering zie verder. De bestemming van de apparatuur opgeven, zodat de gebruiker de apparatuur volgens de opgegeven bestemming kan gebruiken. Indien nodig dient ook informatie over het installeren en het onderhoud verschaft te worden (artikel 6.1 van de R&TTE-richtlijn). Op de apparatuur een type-, partij- en/of serienummer aanbrengen alsook de naam van de fabrikant (artikel 12.4 van de R&TTE-richtlijn). Voor radioapparatuur moet de informatie in verband met de bestemming op de verpakking en in de gebruiksaanwijzingen voldoende zijn om te kunnen uitmaken waar het toestel gebruikt mag worden de markering op het toestel de aandacht van de gebruiker vestigen op: - eventuele beperkingen in het gebruik - de eventuele noodzaak een vergunning te bezitten. Voor telecommunicatie-eindapparatuur moet de verstrekte informatie voldoende zijn om te kunnen uitmaken op welk openbaar telecommunicatienetwerk het toestel aangesloten mag worden. De verplichting de lidstaat op de hoogte te brengen van de intentie radioapparatuur op zijn markt te brengen die gebruikmaakt van frequentiebanden waarvan het gebruik niet geharmoniseerd is de notificatieverplichting (artikel 6.4 van de R&TTE-richtlijn). Dit dient uiterlijk 4 weken voor het begin van het op de markt brengen te gebeuren. Een lidstaat kan in bepaalde gevallen verhinderen dat deze producten op zijn markt gebracht worden. Nadere uitleg over deze verplichting in de rubriek notificatie van radioapparatuur. Overeenstemmingsbeoordelingsprocedures Inleiding geharmoniseerde norm De fabrikant is verplicht een geschikte en toegestane overeenstemmingsbeoordelingsprocedure conformiteitsprocedures te doorlopen om de conformiteit van de apparatuur met alle toepasselijke (essentiële) eisen gesteld in de R&TTE-richtlijn aan te tonen. De conformiteitsprocedures zijn identiek in alle lidstaten van de EU. Een conform toestel valt onder het principe van vrij verkeer van goederen. Specifieke procedures in één of ander land zijn dus niet toegestaan. Toch kunnen lidstaten het nodig achten het gebruik en zelfs de verkoop van bepaalde (radio)producten op hun grondgebied te beperken of zelfs te verbieden. Hiertoe dient de betrokken lidstaat de geëigende procedures bepaald in de R&TTE-richtlijn met melding aan de Europese Commissie te volgen. Bij bepaalde conformiteitsprocedures wordt verwezen naar geharmoniseerde normen. Op zich wordt een geharmoniseerde norm gedefinieerd als een door een erkende normalisatie-instelling, in opdracht van de Commissie en in overeenstemming met de procedures van Richtlijn 98/34/EG goedgekeurde technische specificatie, met het doel een niet-dwingende Europees vereiste vast te stellen. 19 Het woord fabrikant betekent hier ofwel de eigenlijke fabrikant, zijn gevolmachtigde of in bepaalde gevallen zelfs de persoon verantwoordelijk voor het op de markt brengen van de producten. In de verdere tekst wordt fabrikant dan ook in deze betekenis gebruikt. Een afzonderlijke toelichting over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen deze partijen is voorhanden Pagina 12 van 24 BIPT

13 Indien de referenties van een dergelijke geharmoniseerde norm in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt, dan krijgt deze geharmoniseerde norm een speciale status. Indien een fabrikant zijn producten fabriceert zodat ze voldoen aan de eisen van een dergelijke geharmoniseerde norm, dan geldt voor zijn product het vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen waarop deze geharmoniseerde norm betrekking heeft. De woorden geharmoniseerde norm worden in de verdere tekst gebruikt voor geharmoniseerde norm waarvan de referenties werden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en die bijgevolg vermoeden van overeenstemming verlenen met de essentiële eisen waarop deze geharmoniseerde norm betrekking heeft. Het gebruik van een geharmoniseerde norm heeft dus belangrijke voordelen voor de fabrikant. In tegenstelling met de bepalingen van de vroegere TTE-richtlijn, hebben de opgestelde geharmoniseerde normen niet langer een verplicht karakter. De fabrikant kan dus afwijken van de bepalingen van de geharmoniseerde norm. Indien de geharmoniseerde norm niet gevolgd wordt of indien er (nog) geen geharmoniseerde norm bestaat, dan moet de fabrikant via het technische dossier argumenten naar voren brengen die aantonen dat aan de essentiële eisen voldaan is. Deze argumentatie kan bij controle betwist worden. Het technische dossier moet immers steeds beschikbaar zijn voor controledoeleinden. Het gebruik van een geharmoniseerde norm heeft dus belangrijke voordelen. Voor radiozenders wordt zelfs een zwaardere conformiteitsprocedure opgelegd indien de geharmoniseerde normen niet gevolgd worden. Telecommunicatie-eindapparatuur & radio-ontvangers Voor telecommunicatie-eindapparatuur die geen radiozender bevatten en voor radioontvangers heeft de fabrikant de keuze tussen de procedures beschreven in bijlage II, IV of V van de R&TTE-richtlijn zie verder. Radiozenders bij gebruik van geharmoniseerde normen Voor radiozenders heeft de fabrikant, indien hij zijn toestel vervaardigt volgens de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen, de keuze tussen de procedures beschreven in bijlage III, IV of V van de R&TTE-richtlijn zie verder. Radiozenders zonder gebruik van geharmoniseerde normen Voor radiozenders heeft de fabrikant, indien hij zijn toestel vervaardigt zonder de geharmoniseerde normen te volgen, de keuze tussen de procedures beschreven in bijlage IV of V van de R&TTE-richtlijn zie verder. Conformiteitsprocedures i.v.m. LVD & EMC Hoewel de bepalingen van de laagspanningsrichtlijn (LVD) en van de EMC-richtlijn met ingang van 8 april 2000 niet langer meer van toepassing zijn op R&TTE-apparatuur (dezelfde eisen worden in de R&TTE-richtlijn overgenomen) heeft de fabrikant, voor de essentiële eisen van artikel 3.1 de keuze tussen de conformiteitsprocedures vastgesteld in de LVD- en de EMC- richtlijn als alternatief voor de conformiteitsprocedures van in de R&TTE-richtlijn. Vanaf 20 juli 2007 vervalt de mogelijkheid om, als alternatief, gebruik te maken van de conformiteitsprocedure van de oude EMC-richtlijn. In de nieuwe EMC-richtlijn werd in deze mogelijkheid niet meer voorzien. Voor de EMC-eisen moeten bijgevolg de conformiteitsprocedures van de R&TTE-richtlijn gevolgd worden. De aandacht moet erop gevestigd worden dat de eis bepaald in artikel 3.1.a ook verwijst naar de gezondheid van de gebruiker of van anderen wat verder gaat dan de eisen van in de laagspanningsrichtlijn. Ook de spanningsgrenzen van de laagspanningsrichtlijn zijn niet meer van toepassing. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de conformiteitsevaluatie Pagina 13 van 24 BIPT

14 Procedure voorgeschreven in Bijlage II interne productiebewaking Deze procedure is de lichtste procedure die kan worden gebruikt voor telecommunicatieeindapparatuur die geen radiozender bevat en voor radio-ontvangers. Deze procedure wordt soms (verkeerdelijk) zelfdeclaratie genoemd. De fabrikant dient immers (slechts) een schriftelijke overeenstemmingsverklaring (DoC) op te stellen. Het is correcter te stellen dat de fabrikant moet verklaren en garanderen dat zijn producten voldoen aan al de van toepassing zijnde eisen. De producten moeten eveneens in overeenstemming zijn met de opgestelde technische documentatie (zie verder). De R&TTE-richtlijn schrijft voor dat de overeenstemmingsverklaring (DoC) bij elk product gevoegd wordt. De fabrikant heeft de verplichting technische documentatie samen te stellen en die minstens 10 jaar nadat het laatste product werd vervaardigd ter beschikking te houden voor controledoeleinden. Op basis van de technische documentatie moet kunnen worden nagegaan of het product in overeenstemming is met de essentiële eisen. Volgens Bijlage II van de R&TTE-richtlijn moet deze technische documentatie zowel het ontwerp, het fabricageprocédé als de werking van het product omvatten. Zo moet de documentatie onder andere het volgende bevatten: een lijst van de gebruikte geharmoniseerde normen, die geheel of gedeeltelijk zijn toegepast, alsook een beschrijving van en uitleg bij de oplossingen die zijn gekozen om aan de essentiële eisen van de richtlijn te voldoen, ingeval de toepasselijke geharmoniseerde normen niet zijn toegepast of niet bestaan; testrapporten. De fabrikant treft de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricageproces de conformiteit van de producten met de hierboven bedoelde technische documentatie en met de van toepassing zijnde voorschriften van de R&TTE-richtlijn waarborgt. Procedure voorgeschreven in Bijlage III interne productiebewaking plus specifieke tests Deze procedure is de lichtste procedure die kan worden gebruikt voor radiozenders waarbij de fabrikant geharmoniseerde normen toepast. Deze procedure bevat dezelfde eisen als Bijlage II (zie hierboven) aangevuld met wat hieronder volgt. De fabrikant dient bijkomend alle essentiële radiotesten uit te voeren of te laten uitvoeren. Indien de gebruikte geharmoniseerde norm geen uitsluitsel geeft over de uit te voeren essentiële radiotesten, dan dient een aangemelde instantie (Notified Body) ingeschakeld te worden om deze te bepalen. De aangemelde instantie dient naar behoren rekening te houden met eerdere beslissingen van andere aangemelde instanties in geval van gedeelde beslissingsbevoegdheid. De fabrikant dient te verklaren dat deze essentiële radiotesten werden uitgevoerd en dat de apparatuur in overeenstemming is met de essentiële eisen. Indien een aangemelde instantie tussenbeide komt dan dient het identificatienummer van deze aangemelde instantie aangebracht te worden tijdens het fabricageproces zie verder markering. TCAM 3 kwam tot het besluit dat essentiële radiotesten enkel betrekking kunnen hebben op de eisen opgenomen in artikel 3.2 van de richtlijn en dat de aangemelde instantie bijgevolg geen testreeksen moet voorschrijven voor eisen van artikel 3.1 of Pagina 14 van 24 BIPT

15 Procedure voorgeschreven in Bijlage IV technisch constructiedossier Deze procedure is de lichtste procedure die gebruikt kan worden voor radiozenders waarbij de fabrikant de geharmoniseerde norm niet of niet volledig volgt. Deze procedure bevat dezelfde eisen als Bijlage III (of bijlage II voor telecommunicatieeindapparatuur en radio-ontvangers) (zie hierboven) aangevuld met de volgende bijkomende bepalingen: De technische documentatie waarnaar verwezen wordt in de procedure van Bijlage II zie hierboven samen met de verklaring van overeenstemming met specifieke radiotesten waarnaar verwezen wordt in de procedure van Bijlage III zie hierboven vormen samen het technisch constructiedossier. De fabrikant legt het dossier voor aan een of meer aangemelde instanties (Notified Body). De aangemelde instantie neemt het dossier door; indien zij de mening toegedaan is dat niet naar behoren is aangetoond dat aan de essentiële eisen van de R&TTE-richtlijn is voldaan, kan zij een advies uitbrengen aan de fabrikant. Dit advies wordt uitgebracht binnen vier weken nadat de aangemelde instantie het dossier heeft ontvangen. Het technisch constructiedossier moet gedurende ten minste tien jaar na de fabricage van de laatste apparatuur ter beschikking gehouden worden voor controledoeleinden. Deze verplichting rust op de fabrikant. Zoals blijkt uit de bijkomende voorwaarden, kan de fabrikant zelfs na het ontvangen van een (negatief) advies van een aangemelde instantie het product op de markt brengen. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt, zoals steeds, bij de fabrikant. Uiteraard zal de bewijslast bij eventuele geschillen groter zijn. Er dient opgemerkt te worden dat deze procedure ook moet worden toegepast voor de in artikel 3.1.a vastgestelde eisen voor radiozenders die niet onder de laagspanningsrichtlijn (buiten de spanningsgrenzen) vallen indien er nog geen geharmoniseerde norm bestaat. Een gelijkaardige opmerking kan geformuleerd worden voor eventuele artikel 3.3-eisen. De geest van de richtlijn is echter dat de aangemelde instantie enkel tussenbeide komt voor de radioeisen. Procedure voorgeschreven in Bijlage V volledige kwaliteitsborging Deze procedure is bruikbaar voor alle R&TTE-apparatuur. Deze procedure kan enkel gebruikt worden door fabrikanten die een goedgekeurd kwaliteitssysteem voor ontwerp, fabricage, eindproductcontrole en beproeving hanteren. De fabrikant moet dus invloed kunnen uitoefenen op onder andere het ontwerp en de fabricage. Het begrip fabrikant dient hier dus strikter geïnterpreteerd te worden. De beoordeling van en het toezicht op het kwaliteitssysteem dient te gebeuren door een aangemelde instantie (Notified Body). De aangemelde instantie beoordeelt in het bijzonder of het systeem voor de kwaliteitscontrole waarborgt dat de producten in overeenstemming zijn met al de voorschriften van de R&TTE-richtlijn. Ook in deze procedure van volledige kwaliteitsborging moet de fabrikant garanderen en verklaren dat de betrokken producten voldoen aan de van toepassing zijnde voorschriften van de richtlijn. Ook onder deze procedure moet de fabrikant alle relevante documentatie betreffende de betrokken producten en betreffende het kwaliteitssysteem ter beschikking houden voor controledoeleinden gedurende ten minste tien jaar na de fabricage van het laatste toestel Pagina 15 van 24 BIPT

16 Notificatie van radioapparatuur Inleiding Het regime dat is vastgelegd in de R&TTE-richtlijn staat in principe vrij verkeer van alle R&TTE-apparatuur toe. Het algemene principe is dat deze apparatuur dan ook gebruikt mag worden. Om de gebruiker enigszins te beschermen, wordt voor alle R&TTE-apparatuur de eis opgelegd dat de fabrikant voldoende informatie in verband met de bestemming van deze apparatuur moet verstrekken. Door de toename van het aantal radiotoepassingen wordt het van steeds groter belang dat het radiospectrum optimaal gebruikt wordt en dat ervoor gezorgd wordt dat schadelijke interferentie voorkomen wordt. Er dient eveneens rekening mee gehouden te worden dat het radiospectrum als een schaars medium beschouwd moet worden. Het beheer van dit radiospectrum is een nationale bevoegdheid. Dit heeft voor gevolg soms wegens historische redenen dat niet altijd dezelfde frequenties beschikbaar zijn in de verschillende lidstaten. Bepaalde radioapparatuur zal dus gebruik moeten maken van andere frequenties naargelang van de lidstaat of het geografisch gebied binnen een lidstaat. In bepaalde gevallen zal het zelfs niet toegestaan zijn bepaalde frequenties te gebruiken. Voor andere frequenties zal het gebruik (soort toepassing bijv. spraak of data) soms van lidstaat tot lidstaat verschillen. Voor radioapparatuur wordt dan ook aan de fabrikant de bijkomende verplichting opgelegd om via de gebruiksaanwijzingen en via de verpakking duidelijk te maken voor welke lidstaten of voor welk geografisch gebied binnen een lidstaat de apparatuur bedoeld is. Het probleem doet zich uiteraard enkel voor bij radioapparatuur die gebruikmaakt van frequenties waarvan het gebruik niet geharmoniseerd is in de gehele Gemeenschap. Voor dergelijke apparatuur werd het dan ook nodig geacht de fabrikant te verplichten de voor het spectrumbeheer verantwoordelijke nationale autoriteit in de betrokken Lidstaat in kennis te stellen van het voornemen dergelijke apparatuur op de markt van die Lidstaat te brengen. Dit is wat verstaan dient te worden onder notificatieverplichting. De bedoelde verantwoordelijke autoriteit voor België is het BIPT. Daarenboven wordt in de CE-markering van dergelijke apparatuur ook een speciaal symbool opgenomen om de gebruiker erop te wijzen dat er mogelijks beperkingen op of voorwaarden voor het gebruik zijn. Dit informatieteken of alert sign heeft de volgende vorm. (zie verder onder rubriek De CE-markering Notificatieverplichting De notificatieverplichting houdt in dat de fabrikant de voor spectrumbeheer verantwoordelijke nationale autoriteit in de betrokken lidstaat het BIPT in België in kennis stelt van zijn voornemen apparatuur op de markt van die lidstaat te brengen. Deze verplichting geldt enkel voor radioapparatuur die frequentiebanden gebruikt waarvan het gebruik niet in de gehele Gemeenschap geharmoniseerd is. Deze kennisgeving vindt plaats ten laatste vier weken voordat begonnen wordt met het op de markt brengen. Het wordt ten strengste aangeraden de kennisgeving zo vroeg mogelijk te doen. De kennisgeving moet informatie bevatten in verband met de radiokenmerken van de apparatuur (in het bijzonder frequentiebanden, kanaalscheiding, soort modulatie en Pagina 16 van 24 BIPT

17 radiozendvermogen). Het BIPT heeft een standaardformulier ontwikkeld dat gebruikt kan worden voor de notificatie in België. Dit formulier is te raadplegen op de BIPT-website hoofdstuk Radiocommunicatie, onderdeel Apparatuur, rubriek Radionotificaties.. Een Europees notificatieformulier is zowel op de hierboven aangegeven plaats als op de website van de Commissie te raadplegen ( en De Commissie heeft een poging ondernomen de term frequentiebanden waarvan het gebruik geharmoniseerd is te omschrijven. Er werd geoordeeld dat het niet nodig is de volgende radioapparatuur te notificeren: zuivere radio-ontvangers; radiozenders die enkel kunnen zenden onder controle van een netwerk; radiozenders die werken in een frequentieband die toegewezen is voor dezelfde radiointerface in alle lidstaten en die bijgevolg dezelfde parameters hebben. Er dient opgemerkt te worden dat het BIPT van mening is dat alle radioapparatuur die werkt op frequenties waarvan het gebruik niet geharmoniseerd is en die op de Belgische markt wordt gebracht, aangemeld moet worden. Dat is dus zowel de apparatuur die bestemd is voor gebruik in België als de apparatuur die niet bestemd is voor gebruik in België (niet in overeenstemming met het Belgische frequentieplan). Op de website van ERO ( wordt de lijst gepubliceerd (en regelmatig bijgewerkt) van radioapparatuur die frequentiebanden gebruikt waarvan het gebruik in de gehele Gemeenschap geharmoniseerd is (Class 1-apparatuur). Radioapparatuur die de technische karakteristieken respecteert waarnaar verwezen wordt in deze lijst dient niet genotificeerd te worden. De CE-markering van Class 1-apparatuur bevat het informatieteken of alert sign niet. Gevolgen van een notificatie Het staat de lidstaat vrij al of niet te reageren op de ontvangen notificaties. Het BIPT reageert steeds, dus ook indien er geen bezwaren zijn. Indien de nationale autoriteit niet reageert binnen een termijn van vier weken, dan staat het de fabrikant vrij zijn radioapparatuur op de betrokken nationale markt te plaatsen. Uiteraard dient de radioapparatuur te voldoen aan al de eisen van de R&TTE-richtlijn (essentiële eisen en andere relevante bepalingen). Het vervullen van de notificatieverplichting geeft geen aanleiding tot en kan zeker niet beschouwd worden als het verkrijgen van een akkoord voor het op de markt brengen. De notificatieverplichting is slechts één van de wettelijke verplichtingen die moeten worden nageleefd. Indien de lidstaat gegronde redenen heeft, dan kunnen, op basis van artikel 9.1 of 9.5 van de R&TTE-richtlijn, alle passende maatregelen genomen worden om een verbod of een beperking tot het op zijn markt brengen af te dwingen voor bepaalde apparaten. Indien noodzakelijk kan de lidstaat zelfs maatregelen opleggen om het product van zijn markt te verwijderen. De Europese Commissie moet van dergelijke maatregelen steeds op de hoogte gebracht worden. Het BIPT is van plan slechts uitzonderlijk indien echt nodig van deze mogelijkheid gebruik te maken. Besluit De fabrikant heeft de verplichting radioapparatuur te notificeren indien deze gebruikmaakt van frequenties waarvan het gebruik niet geharmoniseerd is. Hij heeft er belang bij dit zo vroeg mogelijk te doen Pagina 17 van 24 BIPT

18 De lidstaat kan, maar is niet verplicht, te reageren op een ontvangen notificatie. Het uitblijven van een reactie is geen waarborg dat het toestel mag gebruikt worden in deze lidstaat. De fabrikant blijft steeds verantwoordelijk voor de overeenstemming van zijn product met alle eisen van de R&TTE-richtlijn. De fabrikant heeft er alle belang bij rekening te houden met het frequentieplan van de betrokken lidstaat of lidstaten bij het ontwerpen van zijn radioapparatuur om onaangename verrassingen volgend op de notificatie te vermijden. Een belangrijke bron van informatie betreffende de frequentieplannen is de EFIS-website (ERO Frequency Information System), te raadplegen via De fabrikant beslist op eigen verantwoordelijkheid welke frequenties zijn toestel gebruikt. Hij dient bijgevolg na te gaan of die frequenties wel toegestaan zijn voor zijn toepassing, of er eventueel geografische beperkingen voor het gebruik ervan van toepassing zijn en of er al of niet een gebruiksvergunning nodig is. De CE-markering Om aan te geven dat R&TTE-apparatuur voldoet aan al de van toepassing zijnde (essentiële) eisen moet de fabrikant de gepaste CE-markering aanbrengen. De CE-markering bestaat uit: de basis CE-markering: de initialen CE in de bekende vorm ; het identificatienummer van de aangemelde instantie indien er een aangemelde instantie tussenbeide komt tijdens de conformiteitsprocedure; een merkteken ter aanduiding van de apparatuurcategorie indien deze voor de betrokken radioapparatuur is toegekend. Deze CE-markering moet zowel op het product zelf, als op de verpakking, als op de begeleidende documenten worden aangebracht. Zij moet zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar zijn. De minimumhoogte bedraagt 5mm. Tijdens TCAM 4 werd overeenstemming bereikt in verband met categorieën van apparatuur. Een onderverdeling van telecommunicatie-eindapparatuur (niet-radio) werd niet doorgevoerd. Enkel een informatieve lijst met een zekere verdere onderverdeling wordt door de Commissie op het web gepubliceerd. Er werden geen merktekens ter aanduiding van de apparatuurcategorie voor telecommunicatie-eindapparatuur gedefinieerd. Radioapparatuur wordt opgesplitst in twee grote categorieën. Een informatieve lijst met een verdere opsplitsing wordt eveneens door de Commissie op het web gepubliceerd. Een eerste categorie radioapparatuur bestaat uit de radioapparatuur die zonder beperking gebruikt kan worden in de hele Gemeenschap. Er werd aan deze apparatuurcategorie geen merkteken voor de identificatie van de apparatuurcategorie toegekend (= geen bijkomende markering). De tweede categorie bestaat uit alle overige radioapparatuur. Het betreft dus radioapparatuur waarvoor een of andere vorm van beperking op het gebruik van toepassing is. De verpakking en de handleiding moeten hieromtrent meer informatie bevatten. Als merkteken voor de aanduiding van de categorie werd het volgende grafische symbool aangenomen: ( informatieteken of alert sign ). De exacte grafische layout van het informatieteken werd vastgelegd in Beschikking 2000/299/EG van de Commissie van 6 april 2000 houdende vaststelling van de eerste indeling van radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de overeenkomstige merktekens. Deze beschikking werd in PB L97 van 19 april 2000 gepubliceerd Pagina 18 van 24 BIPT

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B17.1 tot B17.3 ONTWERP

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B17.1 tot B17.3 ONTWERP BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: interf B17.1 B17.3 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B17.1 tot B17.3 ONTWERP Werkwijze

Nadere informatie

Herziening R&TTE richtlijn

Herziening R&TTE richtlijn Herziening R&TTE richtlijn Jean-Paul van Assche voor Nationaal FrequentiebeleidsOverleg (NFO) Inhoud 1. Europese context 2. De radiorichtlijn Scope Technische eisen Administratieve eisen Conformiteitbeoordeling

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 NOVEMBER 2018 MET BETREKKING TOT DE COMMUNI- CATIE AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN IN DE FREQUENTIEBANDEN 457,5125-457,5875

Nadere informatie

De radioapparatuur richtlijn 2014/53/EU R&TTED

De radioapparatuur richtlijn 2014/53/EU R&TTED De radioapparatuur richtlijn 2014/53/EU R&TTED Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie 15/10/2015 Johan Barbier Adviseur ELEKTRO 2016 : Are you ready? Doelstelling herziening R&TTE richtlijn

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

GSM- repeaters: vragen en antwoorden

GSM- repeaters: vragen en antwoorden GSM- repeaters: vragen en antwoorden V: Mag ik zelf een repeater aanschaffen en installeren bij slechte GSM-ontvangst? Ik ondervind op bepaalde plaatsen bij mij thuis of in mijn firma slechte ontvangst

Nadere informatie

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008 L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008 RICHTLIJN 2008/63/EG VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2008 betreffende de mededinging op de markten van telecommunicatie-eindapparatuur (Voor de EER relevante

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk : radio-interfaces (7) BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 8//009 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B., B., B. EN I. BIPT - Ellipse Building

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 8 MEI 2014 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B10-0, B10-06, B10-08 EN E27-01 Institut belge des services

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 9 AUGUSTUS 202 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B0-0 TOT B0-2 (V3.), F02-0 EN F02-02 Belgisch Instituut voor

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk : MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT van 4 maart 2009 met betrekking tot storingen van WLAN systemen in de 5GHz-band op meteorologische

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 3 JUNI 20 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B0-03-E EN F, B0-04 TOT B0-06, B0-0 EN B0-0-A, B0-2-A EN B, B0-3,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW 27 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke

Nadere informatie

RICHTLIJN 1999/5/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 1999/5/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD L 91/10 RICHTLIJN 1999/5/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit HET EUROPEES

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 JANUARI 2017 MET BETREKKING TOT DE COMMUNICATIE AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN IN DE FREQUENTIEBANDEN 457,5125-457,5875

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

GSM- of UMTS-repeaters: vragen en antwoorden

GSM- of UMTS-repeaters: vragen en antwoorden GSM- of UMTS-repeaters: vragen en antwoorden V: Mag ik zelf een repeater aanschaffen en installeren bij slechte GSM- of UMTSontvangst? Ik ondervind op bepaalde plaatsen bij mij thuis of in mijn firma slechte

Nadere informatie

GSM- of UMTS-repeaters: vragen en antwoorden

GSM- of UMTS-repeaters: vragen en antwoorden GSM- of UMTS-repeaters: vragen en antwoorden V: Mag ik zelf een repeater aanschaffen en installeren bij slechte GSM- of UMTSontvangst? Ik ondervind op bepaalde plaatsen bij mij thuis of in mijn firma slechte

Nadere informatie

NLF: Accreditatie & Certificatie

NLF: Accreditatie & Certificatie NLF: Accreditatie & Certificatie De conformiteitsbeoordeling en de rol van de aangemelde instanties Koen Chielens Product manager machinery CEN Cenelec consultant Seminarie Agoria 15 oktober 2015 Het EU

Nadere informatie

CE-markering. Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid. Infosessie VOKA 27.03.2014. http://economie.fgov.be

CE-markering. Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid. Infosessie VOKA 27.03.2014. http://economie.fgov.be CE-markering Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid Infosessie VOKA 27.03.2014 inhoud / overzicht CE-markering: Wat? Op welke producten? Waarom? Algemene veiligheidsverplichting

Nadere informatie

RICHTLIJN 2004/108/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december compatibiliteit en tot intrekking van Richtlijn 89/336/EEG

RICHTLIJN 2004/108/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december compatibiliteit en tot intrekking van Richtlijn 89/336/EEG L 390/24 31.12.2004 RICHTLIJN 2004/108/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit

Nadere informatie

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8) VERORDENING (EU) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 28 mei 2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk : radio-interfaces () BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN //009 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES E, E, E4, E TOT E EN E TOT E9 BIPT

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX XX 20 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B0-03-E EN F, B0-04 TOT B0-06, B0-0 EN B0-0-A, B0-2-A EN B, B0-3,

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT. van 17 april 2007

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT. van 17 april 2007 BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk : raadpleging MSS RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT van 17 april 2007 met betrekking tot de selectie- en toewijzingsprocedure

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.5.2018 C(2018) 3120 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.5.2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 29 NOVEMBER 2016 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B27-01 TOT B27-06 EN E27-02

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 29 NOVEMBER 2016 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B27-01 TOT B27-06 EN E27-02 BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: 0-000 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN NOVEMBER 0 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B-0 TOT B-0 EN E-0 Belgisch Instituut voor postdiensten

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/12 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1944 VAN DE COMMISSIE van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

L 302/28 Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/28 Publicatieblad van de Europese Unie L 302/28 Publicatieblad van de Europese Unie 19.11.2005 VERORDENING (EG) Nr. 1895/2005 VAN DE COMMISSIE van 18 november 2005 inzake de beperking van het gebruik van bepaalde epoxyderivaten in materialen

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ADVIES VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 31 JANUARI 2013 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE RADIOTOEGANG IN DE FREQUENTIEBAND

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie

L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie 9.11.2010 VERORDENING (EU) Nr. 1005/2010 VAN DE COMMISSIE van 8 november 2010 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor sleepvoorzieningen voor motorvoertuigen

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: 0-00 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 0 MEI 0 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B0 (,,, EN ), B0-, B0-, B0-0, B-0 EN B (0 EN 0) EN

Nadere informatie

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017 EBA/GL/2017/13 05/12/2017 Richtsnoeren inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 1. Nalevings- en rapportageverplichtingen Status van deze richtsnoeren

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 28/03/2018 ESMA70-151-435 NL Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied... 2 2 Doel...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39157 4 november 2015 Overeenkomst Staat NEN en NEC Partijen: 1. De Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: Besluit 13/08/2013 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE DE TOEGANG VAN DE RADIOAMATEURS TOT DE FREQUENTIEBANDEN

Nadere informatie

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 59/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

BIJZONDER REGLEMENT VAN BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID IN HET KADER VAN DE VERORDENING BOUWPRODUCTEN EN VOOR HET GEBRUIK VAN

BIJZONDER REGLEMENT VAN BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID IN HET KADER VAN DE VERORDENING BOUWPRODUCTEN EN VOOR HET GEBRUIK VAN Pagina 1 van 8 BIJZONDER REGLEMENT VAN BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID IN HET KADER VAN DE VERORDENING BOUWPRODUCTEN EN VOOR HET GEBRUIK VAN DE CE-MARKERING IN DE SECTOR VAN DE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2013 COM(2013) 307 final 2013/0159 (E) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de toepassing van Reglement nr. 41 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde

Nadere informatie

VERORDENINGEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

VERORDENINGEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 28.5.2014 L 159/41 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 574/2014 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2014 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 26 OKTOBER 2010 BETREFFENDE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 26 OKTOBER 2010 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: Besluit 26-10-2010 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 26 OKTOBER 2010 BETREFFENDE DE MOGELIJKHEID VOOR DE HOUDERS VAN EEN ON3- RADIOAMATEURVERGUNNING

Nadere informatie

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie interne markt en consumentenbescherming 2010/0298(COD) 4.3.2011 ONTWERPADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de Commissie milieubeheer,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking normen radioapparatuur, NEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking normen radioapparatuur, NEN STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 52186 18 september 2017 Bekendmaking normen radioapparatuur, NEN 8 september 2017 nr. 201453EU5 De besturen van de stichting

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 10.3.98 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 71/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 98/11/EG VAN DE COMMISSIE van 27 januari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk : raadpleging ontwerpbesluit tot de toekenning van gebruiksrechten in de frequentiebanden die gebruikt worden voor draadloze CT1+-telefoons

Nadere informatie

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 55 van 25/02/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 13/1999 door de Raad vastgesteld op 22 december 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX JUNI 2013 BETREFFENDE

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX JUNI 2013 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: raadpleging frequenties radioamateurs ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX JUNI 2013 BETREFFENDE DE TOEGANG VAN DE RADIOAMATEURS

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 17.7.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 17.7.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.7.2014 C(2014) 4580 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 17.7.2014 betreffende de voorwaarden voor de indeling in klassen zonder tests van bepaalde

Nadere informatie

De nieuwe Liftenrichtlijn

De nieuwe Liftenrichtlijn De nieuwe Liftenrichtlijn Agoria Regulations & standards Brussel, 20 oktober 2016 Jo Hulsmans FOD economie Dienst reglementering en veiligheid http://economie.fgov.be Overzicht Inleiding Verplichtingen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.6.2016 L 173/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1055 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/099 BERAADSLAGING NR 11/058 VAN 6 SEPTEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE ONDERLINGE UITWISSELING VAN IDENTIFICATIEPERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

(Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

(Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE 12.5.2017 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 149/1 IV (Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE Mededeling van de Commissie

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2013, nr. ;

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2013, nr. ; Besluit van tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de uitvoering van de verordening bouwproducten Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0267 (COD) 10729/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 44 SAN 285 MI 479 COMPET 403 CODEC 978

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1976L0756 NL 15.10.2008 009.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 27 juli 1976 inzake de

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 25.9.2017 JOIN(2017) 37 final ANNEX 4 BIJLAGE bij het Gezamenlijk voorstel voor een besluit van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7 14.11.2007 Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7 VERORDENING (EG) Nr. 1330/2007 VAN DE COMMISSIE van 24 september 2007 tot vaststelling van uitvoeringsregels voor de verspreiding onder belanghebbenden

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 MEI 2018 BETREFFENDE HET TOEKOMSTIGE GEBRUIK VAN ANALOGE/DIGITALE KANALEN ZOALS VOORZIEN IN RR APPENDIX 18

MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 MEI 2018 BETREFFENDE HET TOEKOMSTIGE GEBRUIK VAN ANALOGE/DIGITALE KANALEN ZOALS VOORZIEN IN RR APPENDIX 18 BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 MEI 2018 BETREFFENDE HET TOEKOMSTIGE GEBRUIK VAN ANALOGE/DIGITALE KANALEN ZOALS VOORZIEN IN RR APPENDIX

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B14.01 tot B14.07 en B21.2 ONTWERP

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B14.01 tot B14.07 en B21.2 ONTWERP BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: interf B14 B21.2 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B14.01 tot B14.07 en B21.2 ONTWERP

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...]

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...] EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2010 COM(2010)280 definitief 2010/0168 (E) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD van [...] betreffende de verplichte toepassing van Reglement nr. 100 van de Economische

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 153/62 RICHTLIJN 2014/53/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur

Nadere informatie

Iedere persoon die rechtstreeks en persoonlijk betrokken is bij deze kwestie wordt uitgenodigd om zijn standpunt hierover bekend te maken.

Iedere persoon die rechtstreeks en persoonlijk betrokken is bij deze kwestie wordt uitgenodigd om zijn standpunt hierover bekend te maken. BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ONTWERP VAN BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX/XX/XXXX BETREFFENDE DE MOGELIJKHEID VOOR DE HOUDERS VAN EEN ON3- RADIOAMATEURVERGUNNING DIE

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 3 DECEMBER 2018 BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN DE INTERNET DER DINGEN -TECHNOLOGIEËN IN DE FREQUENTIEBANDEN DIE

Nadere informatie

WERKWIJZE OM OP DIT DOCUMENT TE ANTWOORDEN. Aanspreekpunt: Philippe Appeldoorn, Eerste Ingenieur-adviseur (tel )

WERKWIJZE OM OP DIT DOCUMENT TE ANTWOORDEN. Aanspreekpunt: Philippe Appeldoorn, Eerste Ingenieur-adviseur (tel ) BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: 0-00 RAADPLEGING INZAKE HET ONTWERP VAN BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B0 (,,, EN ), B0-, B0-, B0-0,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/12/280 BERAADSLAGING NR 12/078 VAN 4 SEPTEMBER 2012 MET BETREKKING TOT DE ONDERLINGE UITWISSELING VAN IDENTIFICATIEPERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2018 C(2018) 1866 final ANNEES 1 to 3 BIJLAGEN bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE tot vaststelling van de praktische regelingen voor het proces voor de afgifte

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 01 MAART 2016 BETREFFENDE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 01 MAART 2016 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: 2015-001484 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 01 MAART 2016 BETREFFENDE DE TOEGANG VAN DE RADIOAMATEURS TOT DE FREQUENTIEBANDEN 5.351,5-5.366,5

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 30/06/2010 MET BETREKKING TOT

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 30/06/2010 MET BETREKKING TOT BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 30/06/2010 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B8.7 TOT B8.12 BIPT - Ellipse Building - Gebouw C - Koning Albert

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

Bouwproductenverordening

Bouwproductenverordening Bouwproductenverordening Van kracht vanaf 1 juli 2013 - markering De CE - markering is het "paspoort" van een product, dat aangeeft dat het verhandeld mag worden in om het even welke lidstaat. Vanaf 1

Nadere informatie

RAADPLEGING VAN DE RAAD VAN HET BIPT BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN DE FREQUENTIEBANDEN MHZ EN MHZ

RAADPLEGING VAN DE RAAD VAN HET BIPT BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN DE FREQUENTIEBANDEN MHZ EN MHZ BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE RAADPLEGING VAN DE RAAD VAN HET BIPT BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN DE FREQUENTIEBANDEN 870-876 MHZ EN 915-921 MHZ WERKWIJZE OM REACTIES OP DIT DOCUMENT

Nadere informatie

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE L 86/6 Publicatieblad de Europese Unie 5.4.2005 II (Besluiten waar de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE 22 maart 2005 tot vaststelling de tabellen

Nadere informatie

16.4.2010 A7-0101/ 001-065. Voorstel voor een richtlijn (COM(2009)0482 C7-0161/2009 2009/0131(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst.

16.4.2010 A7-0101/ 001-065. Voorstel voor een richtlijn (COM(2009)0482 C7-0161/2009 2009/0131(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst. 16.4.2010 A7-0101/ 001-065 AMENDEMENTEN 001-065 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Brian Simpson Vervoerbare drukapparatuur A7-0101/2010 (COM(2009)0482 C7-0161/2009 2009/0131(COD))

Nadere informatie

VERORDENINGEN. L 160/8 Publicatieblad van de Europese Unie

VERORDENINGEN. L 160/8 Publicatieblad van de Europese Unie L 160/8 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2012 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 523/2012 VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 3/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/6 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2017 betreffende het Europees implementatieplan voor ERTMS DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de

Nadere informatie

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0266 (COD) 10728/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 43 SAN 284 MI 478 COMPET 402 CODEC 977

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 306/32 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 november 2016 tot vaststelling van de beginselen voor de coördinatie van de beoordeling krachtens Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ADVIES VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 12 FEBRUARI 2014 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 8430/17 LIMITE PUBLIC ENV 375 COMPET 264 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft:

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.9.2003 COM(2003) 566 definitief 2003/222 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening

Nadere informatie

BUtgb Infoblad Overgang van de Richtlijn 89/106/EEG naar Verordening 305/2011

BUtgb Infoblad Overgang van de Richtlijn 89/106/EEG naar Verordening 305/2011 BUtgb Infoblad Overgang van de Richtlijn 89/106/EEG naar Verordening 305/2011 2012/10/01 1. Inleiding Op 4 april 2011 werd de Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart

Nadere informatie

(5) Teneinde een soepele overgang te waarborgen en storingen te vermijden, moet worden voorzien in passende overgangsmaatregelen.

(5) Teneinde een soepele overgang te waarborgen en storingen te vermijden, moet worden voorzien in passende overgangsmaatregelen. L 106/18 VERORDENING (EU) 2015/640 VAN DE COMMISSIE van 23 april 2015 betreffende aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering en tot wijziging van Verordening (EU)

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZG/16/242 BERAADSLAGING NR. 16/109 VAN 6 DECEMBER 2016 BETREFFENDE DE ONDERLINGE UITWISSELING VAN IDENTIFICATIEGEGEVENS

Nadere informatie

notificatie en accreditatie: The New legislative Framework

notificatie en accreditatie: The New legislative Framework en accreditatie: The New legislative Framework Ref. : Blue Guide 2016 gepubliceerd door de Europese Commissie http://economie.fgov.be 1 New Legislative Framework : objectieven Wegwerken van handelsbarrières

Nadere informatie