Toelichting Utrecht, 29 november 2013

Transcriptie

1 Toelichting Utrecht, 29 november 2013 SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V., de beheerder van SNS Beleggingsfondsen N.V., maakt hierbij, op grond van artikel 4:47 van de Wet op het financieel toezicht, bekend de voorwaarden van SNS Beleggingsfondsen N.V. met ingang van 1 januari 2014 te wijzigen. ESG-beleid Algemeen In het prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V. wijzigt de beschrijving van het ESGbeleid zoals opgenomen in hoofdstuk 8 ( Verantwoord Beleggen ). Dat geldt ook voor de supplementen van de beleggingsfondsen die onderdeel uit maken van (het prospectus van) SNS Beleggingsfondsen N.V. Vastgoed De uitvoering van het ESG-beleid van Euro Vastgoedfondsenpool wordt sinds 1 juli 2011 uitgevoerd door GES Investment Services AB ( GES ). Vanaf 1 januari 2014 zal de uitvoering van het ESG-beleid van Euro Vastgoedfondsenpool worden uitgevoerd door SNS Asset Management N.V. ( SNS AM ). Voor Euro Vastgoedfondsenpool wordt, naast de algemeen geldende uitsluitingscriteria, ook een gewijzigde sector-specifieke aanpak ingevoerd. Die heeft betrekking op specifieke ESG-criteria voor vastgoed. Hiervoor gaat SNS AM gebruikmaken van een dataleverancier gespecialiseerd in de meting van ESG-prestaties van vastgoedondernemingen. Jaarlijks zullen vastgoedondernemingen waarin wordt belegd getoetst gaan worden op de duurzaamheidprestaties van hun onroerend goed portefeuille. Met een selectie van vastgoedondernemingen die geen informatie verstrekken over deze duurzaamheidprestaties of hierop beter kunnen scoren zal door SNS AM een engagementproces opgestart gaan worden om het ESG-beleid en de ESGprestaties beter te begrijpen en waar nodig helpen te verbeteren. Het beleggingsbeleid van Euro Vastgoedfondsenpool wijzigt niet. De beleggingsrestricties zoals deze gelden, blijven onverminderd van toepassing. 1

2 Aanpassing beleggingsbeleid SNS Euro Liquiditeitenfonds R en SNS Euro Liquiditeitenfonds Het beleggingsbeleid van SNS Euro Liquiditeitenfonds R en van SNS Euro Liquiditeitenfonds die beide beleggen in Euro Liquiditeitenpool - wordt met ingang van 1 januari 2014 op de navolgende onderdelen aangepast, dan wel aangevuld. De bestaande doelstelling van SNS Euro Liquiditeitenfonds R en van SNS Euro Liquiditeitenfonds wordt dusdanig aangepast dat het beleggingsbeleid gericht is op kapitaalbehoud. Het beleggingsbeleid van SNS Euro Liquiditeitenfonds R en van SNS Euro Liquiditeitenfonds is nu nog gericht op het behalen van een rendement, dat over een doorlopende beoordelingsperiode van drie jaar ten minste gelijk is aan het rendement dat behaald kan worden op basis van de REFIrente Europese Centrale Bank. De benchmark is momenteel de REFI-rente Europese Centrale Bank. Gezien de aanpassingen in het beleggingsbeleid acht de beheerder de Euro OverNight Index Average ( EONIA ) als benchmark beter passend. De beheervergoeding van SNS Euro Liquiditeitenfonds R zal worden verlaagd van 0,60% op jaarbasis naar 0,45% op jaarbasis. De beheervergoeding van SNS Euro Liquiditeitenfonds zal worden verlaagd van 0,30% op jaarbasis naar 0,25% op jaarbasis. De rentetypische looptijd van de portefeuille zal maximaal 6 maanden bedragen. In het huidige beleid is de rentetypische looptijd van de portefeuille maximaal 1 jaar. De rentetypische looptijd per vermogenstitel zal maximaal 1,05 jaar bedragen. In het huidige beleid is de rentetypische looptijd per vermogenstitel maximaal 2 jaar. Als een vermogenstitel, of een debiteur indien de vermogenstitel zelf geen rating kent, een lagere rating krijgt dan de minimale rating, dan wordt deze vermogenstitel binnen 3 maanden verkocht. Deze termijn van 3 maanden zal ook van toepassing zijn wanneer een rating geheel komt te vervallen. In het huidige beleid is deze termijn zes maanden. De gemiddelde resterende theoretische looptijd van de portefeuille zal maximaal 12 maanden bedragen. Dit is een aanvulling op het reeds bestaande beleggingsbeleid. De resterende theoretische looptijd per vermogenstitel zal maximaal 2 jaar bedragen. Dit is een aanvulling op het reeds bestaande beleggingsbeleid. Voor het berekenen van de rentetypische en resterende theoretische looptijd wordt in het vervolg uitgegaan van de theoretische (contractuele) looptijd in plaats van de verwachte looptijd van een vermogenstitel. 2

3 De wijziging van het beleggingsbeleid heeft behalve op SNS Euro Liquiditeitenfonds R en SNS Euro Liquiditeitenfonds ook betrekking op de andere subfondsen van SNS Beleggingsfondsen N.V. die in Euro Liquiditeitenpool kunnen beleggen, namelijk SNS Optimaal Paars R, SNS Optimaal Geel R, SNS Optimaal Oranje R, SNS Optimaal Rood R, SNS Optimaal Blauw R, SNS Optimaal Paars, SNS Optimaal Geel, SNS Optimaal Oranje, SNS Optimaal Rood, SNS Optimaal Blauw, SNS Profiel Paars, SNS Profiel Rood, SNS Profiel Oranje, SNS Profiel Geel en SNS Profiel Blauw. Aanpassing structuur De subfondsen die deel uitmaken van SNS Beleggingsfondsen N.V. beleggen hun middelen direct in een beleggingspool of indirect in een combinatie van beleggingspools ten behoeve van een doelmatige uitvoering van het beleggingsbeleid van de betreffende subfondsen. Vanuit het oogpunt van efficiëntie, is besloten met ingang van 1 januari 2014 de beleggingspools die worden aangemerkt in het schema van bijlage 1 als Pools naar assets op te heffen. Als gevolg van deze aanpassing van de structuur worden de volgende pools opgeheven: Optimaalpool Blauw, Optimaalpool Geel, Optimaalpool Oranje, Optimaalpool Rood, Optimaalpool Paars en Euro Mixpool. De relevante subfondsen zullen hun middelen dan direct in de onderliggende beleggingspools beleggen die worden aangemerkt in het schema van bijlage 1 als Pools. Het schema opgenomen in bijlage 2 geeft de structuur weer zoals deze geldt met ingang van 1 januari Gevolgen prospectus SNS Beleggingsfondsen N.V. De wijziging is aan de aandeelhouders kenbaar gemaakt in een advertentie, geplaatst in Het Financieele Dagblad. De bovenstaande wijziging is vastgelegd in het addendum bij het prospectus van SNS Beleggingsfondsen N.V. De directie, SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. B. Blocq B.W.J. Lind 3

4 Bijlage 1 Schematische weergave van de structuur tot 1 januari 2014: 4

5 Bijlage 2 Schematische weergave van de structuur met ingang van 1 januari 2014: 5