Vervolgmeting uniformiteit besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vervolgmeting uniformiteit besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling"

Transcriptie

1 TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport Vervolgmeting uniformiteit besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling Arbeid Polarisavenue 151 Postbus AS Hoofddorp T F Datum 1 december 2008 Auteurs Drs. A.M. Hazelzet Ir. F.B.M. Giesen Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor Onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan TNO

2 TNO rapport Inhoudsopgave Managementsamenvatting Inleiding Aanleiding vervolgmeting Aanpak vervolgmeting Gebruik checklist bij de beoordeling van de rapportageformulieren Steekproeftrekking Werkwijze auditorenkoppels bij beoordeling rapportageformulieren Verificatie werkwijze auditoren door TNO Leeswijzer Beschrijving steekproef Verdeling naar districten Soort indicaties Doelgroepbepaling Arbeidshandicapcategorie Advies begeleid werken Consensus auditoren en adviseurs Werk en Inkomen Transparantie rapportageformulieren Onderbouwing en consistentie Onderbouwing beslisstappen doelgroepbepaling Logische samenhang tussen argumentatie en beslisstappen doelgroepbepaling Onderbouwing beslisstappen arbeidshandicapcategorie Logische samenhang tussen argumentatie en beslisstappen arbeidshandicapcategorie Onderbouwing van beslisstappen begeleid werken Logische samenhang tussen argumentatie en beslisstappen begeleid werken Onderbouwing geldigheidsduur Logische samenhang tussen argumentatie en geldigheidsduur Overige aspecten die verwijzen naar de kwaliteit van de rapportageformulieren Reden deskundigenaanvraag Informatie en argumenten op de juiste plaats Volledigheid profielschets Vermelding privacygevoelige informatie Conclusies Aanbevelingen Bijlage 1 Checklist vervolgmeting Bijlage 2 De frequentietabellen... 37

3 TNO rapport Managementsamenvatting Wat vooraf ging Sinds 2005 voert de Centrale Organisatie Werk en Inkomen (CWI) de indicatiestelling voor de Wsw uit. Om de besluitvorming over de toelating tot de sociale werkvoorziening zorgvuldig, uniform en transparant te laten verlopen, heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in overleg met CWI een beslistabel ontwikkeld. Deze beslistabel bestaat uit elf beslisstappen (ja-/nee-keuzes) die leiden tot een beoordeling: of de aanvrager tot de doelgroep behoort (doelgroeptoewijzing); van de arbeidshandicapcategorie (matig of ernstig); of de aanvrager in aanmerking komt voor begeleid werken; van de geldigheidsduur van de indicatietermijn. De beslistabel en de bijbehorende toelichting geven de kaders en de intentie van de wetgever weer over hoe de adviseur Werk en Inkomen tot besluitvorming kan komen. De beslistabel en de tekst van het ministerieel besluit is in het Handboek indicatie Wsw opgenomen. Daarnaast geven het Handboek en de aanvullingen in de vorm van FAQ s, de adviseur Werk en Inkomen aanwijzingen, argumenten, voorbeelden van situaties en omstandigheden die kunnen wijzen in de richting van een ja- of nee-antwoord bij de betreffende beslisstap. De beslistabel biedt geen aanwijzingen voor een juiste beoordeling, maar geeft de adviseur Werk en Inkomen houvast in het beoordelingsproces. Uiteindelijk maakt de adviseur zijn of haar professionele afweging of het een ja dan wel een nee wordt. Hij of zij moet echter wel elke ja-/nee-keuze onderbouwen met argumenten die in lijn zijn met de aanwijzingen in het Handboek en deze noteren op een voorgestructureerd rapportageformulier. Naar aanleiding van de uitkomsten van een onderzoek van de IWI 1 in 2006 naar de uitvoering van de Wsw-indicatiestelling, wilde CWI stappen voorwaarts maken op het thema uniformiteit en consistentie van de besluitvorming. Er is destijds een aantal verbeteracties doorgevoerd. Zo is de werkgroep Uniformiteit geformeerd, zijn er themadagen georganiseerd en is intervisie en coaching van de adviseurs Werk en Inkomen geïntensiveerd. Om inzicht te krijgen in de uniformiteit en consistentie van de besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling, heeft CWI in september 2007 TNO gevraagd haar te ondersteunen bij de uitvoering van een dossieronderzoek. De uniformiteit en consistentie van de besluitvorming in het kader van de Wsw-indicatiestelling is destijds als volgt gedefinieerd: De adviseurs Werk en Inkomen doorlopen bij hun beoordeling van de Wsw-aanvraag de beslisstappen van de beslistabel. Zij baseren hun ja-/nee-keuzes op de aanwijzingen die het Handboek daarvoor geeft en hun argumentaties zijn niet in tegenspraak met de informatie die over de aanvrager in het rapportageformulier is beschreven. Vervolgens is deze definitie geoperationaliseerd in een aantal eisen (criteria) waaraan de rapportageformulieren moeten voldoen. Deze eisen zijn vertaald in vragen (items) die betrekking hebben op de consensus in de beoordelingen, de transparantie van het rapportageformulier, de onderbouwing van de beslisstappen, de consistentie in de argumenten en de algemene kwaliteit van de rapportageformulieren. De items zijn opgenomen in een checklist, die is gebruikt bij het dossieronderzoek. De nulmeting van dit dossieronderzoek is in oktober / november 2007 uitgevoerd. De aanpak en resultaten van de nulmeting worden beschreven in het rapport Nulmeting uniformiteit besluit- 1 Inspectie Werk en Inkomen (2006). Wsw-indicatiestelling door CWI. Rapport over de uitvoering van de Wsw-indicatiestelling door CWI. Den Haag: IWI.

4 TNO rapport vorming van de Wsw-indicatiestelling (Hazelzet, ea, ). In oktober 2008 is een vervolgmeting uitgevoerd, waarvan de resultaten in dit rapport worden gepresenteerd. Werkwijze vervolgmeting Bij alle 27 CWI-vestigingen die zijn belast met de uitvoering van de Wswindicatiestelling zijn a-select 10 rapportageformulieren en onderliggende dossierstukken opgevraagd. Daarna hebben 20 senior adviseurs Werk en Inkomen en arbeidsdeskundigen van CWI, verdeeld in 10 auditorenkoppels, deze rapportageformulieren beoordeeld aan de hand van de checklist (zie bijlage 1). In totaal hebben de auditorenkoppels 254 rapportageformulieren beoordeeld. Er is bewust voor gekozen om de beoordeling van de rapportageformulieren te laten verrichten door een select groepje CWI-medewerkers die zeer goed thuis zijn in de uitvoering van de Wsw-indicatiestelling. Zij hebben de laatste jaren de interne discussies over diverse thema s op het gebied van de Wsw-indicatiestelling van dichtbij gevolgd en zij kunnen de link leggen met de beoordelingsrichtlijnen die in het handboek zijn opgenomen en de FAQ s die daarover zijn opgesteld. Om er zeker van te zijn dat de CWI-medewerkers een zorgvuldige werkwijze hebben betracht bij de beoordeling van de rapportageformulieren, hebben twee deskundigen van TNO 20 rapportageformulieren a-select getrokken en opnieuw beoordeeld. Vervolgens zijn de antwoorden van TNO op de items van de checklist vergeleken met die van de auditoren. Uit de vergelijking komt op een groot aantal items een hoge mate van consensus naar voren. Geconcludeerd wordt dat de beoordeling van de auditoren een goed beeld geeft van de huidige stand van zaken voor wat betreft de uniformiteit en consistentie van de besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling. Kenmerken steekproef De verhouding eerste indicatie versus herindicatie, de verhouding matige versus ernstige arbeidshandicap en de verhouding positief versus negatief advies begeleid werken die is aangetroffen in de 254 rapportageformulieren, komt overeen met de landelijke cijfers over de periode januari tot en met oktober Vraagstelling vervolgmeting De vervolgmeting dient antwoord te geven op de volgende vijf vragen: 1. Wat is de mate van consensus tussen de auditoren en adviseurs Werk en Inkomen over de doelgroepbepaling, de indeling in arbeidshandicapcategorie, het advies begeleid werken en de geldigheidsduur van indicatie? 2. Zijn de rapportageformulieren transparant? 3. Zijn de ja-/nee-keuzes die leiden tot de vier beoordelingen (doelgroepbepaling, arbeidshandicapcategorie, advies begeleid werken en geldigheidsduur van de indicatie) voldoende onderbouwd en zijn de argumenten consistent? 4. Wat is de stand van zaken voor wat betreft de algemene kwaliteit van de rapportageformulieren? 5. Op welke aspecten is progressie geboekt en welke aspecten bieden nog ruimte voor verbetering? In deze managementsamenvatting gaan we nu in op de uitkomsten en belangrijkste conclusies. Uitkomsten en conclusies vervolgmeting De algemene conclusie luidt dat de uniformiteit en consistentie bij de Wswindicatiestelling het afgelopen jaar over de gehele linie is verbeterd. De verbetermaatregelen die vorig jaar naar aanleiding van de nulmeting zijn geïnitieerd, hebben hun 2 Hazelzet, A.M., Giesen, F.B.M., Piek, P. (2008). Nulmeting uniformiteit besluitvorming bij de Wswindicatiestelling. Hoofddorp: TNO.

5 TNO rapport vruchten afgeworpen. Uitzondering daarop is de vermelding van privacygevoelige informatie, op dit punt scoren de rapportageformulieren slechter dan bij de nulmeting. De specifieke conclusies luiden als volgt: 1. Grote mate van consensus tussen CWI-auditoren en adviseurs Bij de vervolgmeting zien we een grote mate van consensus tussen de auditoren en adviseurs Werk en Inkomen over de doelgroepbepaling, de arbeidshandicapcatogorie, het advies begeleid werken en de geldigheidsduur van de indicatie. Bij 95% van de beoordeelde rapportageformulieren komen de auditoren tot dezelfde doelgroepbepaling als de adviseurs Werk en Inkomen. Bij de indeling in arbeidshandicapcategorie is de mate van consensus 90%, bij het advies begeleid werken 86% en bij de geldigheidsduur van de indicatie 84%. De grootste vooruitgang is geboekt bij het advies begeleid werken. Bij de vervolgmeting bedroeg de consensus 86%, dit is ten opzichte van de nulmeting een stijging van 24%. 2. De rapportageformulieren zijn transparant Geconcludeerd wordt dat de rapportageformulieren die zijn opgesteld door de adviseurs Werk en Inkomen transparant zijn en dat er ook op dit punt ten opzichte van de nulmeting progressie is geboekt. Zo moesten de auditoren bij hun beoordeling antwoord geven op de vraag of het bij de beoordeling van het rapportageformulier noodzakelijk was om het onderliggende dossier te raadplegen. Zij vonden dit in 87% van de gevallen niet nodig, terwijl bij de nulmeting de auditoren nog van mening waren dat het in 54% van de gevallen niet nodig was om het dossier erop na te slaan. Een ander voorbeeld is dat de auditoren oordelen dat op 91% van de rapportageformulieren de beperkingen staan vermeld, terwijl bij de nulmeting dat bij 65% van de rapportageformulieren het geval was. 3. Goede onderbouwing van de beslisstappen en de argumenten zijn consistent Op bijna alle items van de checklist die te maken hebben met de onderbouwing en consistentie in de besluitvorming, oordelen de auditoren bij meer dan 80% van de rapportages positief. Daarnaast komt uit de vervolgmeting naar voren dat op alle items sprake is van een verbetering ten opzichte van de nulmeting. Hieronder treft u een opsomming aan van de belangrijkste verbeteringen die zich hebben afgetekend. Verbeteringen met betrekking tot de doelgroepbepaling: 1. Betere onderbouwing van de aanwezigheid van beperkingen. 2. Meer logische samenhang tussen beperkingen en noodzakelijk geachte aanpassingen. 3. Betere onderbouwing van de realiseerbaarheid van aanpassingen in een normale arbeidsomgeving en in het sociale werkvoorzieningbedrijf. Verbeteringen met betrekking tot de indeling in arbeidshandicapcategorie: 4. Betere onderbouwing van de vérstrekkendheid van de aanpassingen én meer logische samenhang tussen de argumenten enerzijds en de informatie op het rapportageformulier anderzijds. 5. Betere onderbouwing van het prestatievermogen van de aanvrager. Verbeteringen met betrekking tot het advies begeleid werken: 6. Betere onderbouwing van de realiseerbaarheid van aanpassingen met Wsw subsidie bij een reguliere werkgever én meer logische samenhang tussen de argumenten enerzijds en de informatie op het rapportageformulier anderzijds. 7. Betere onderbouwing waarom de noodzakelijke aanwezigheid of acute beschikbaarheid van speciale werkbegeleiding beperkt kan blijven tot maximaal

6 TNO rapport % van de werktijd én meer logische samenhang tussen de argumenten enerzijds en de informatie op het rapportageformulier anderzijds. Omdat in de nulmeting niet is gevraagd naar de onderbouwing van de geldigheidsduur en de consistentie in de argumenten, kunnen we op dit punt geen vergelijking maken tussen de nul- en de vervolgmeting. Ondanks de geboekte vooruitgang biedt de onderbouwing van het advies begeleid werken nog ruimte voor verbetering. Want in een relatief laag percentage van de gevallen oordelen de auditoren dat de beslisstap of technische en organisatorische aanpassingen met een Wsw-subsidie gerealiseerd kunnen worden in een normale arbeidsomgeving, is onderbouwd. Dit geldt ook voor de onderbouwing van de realiseerbaarheid van de aanpassingen in een regulier bedrijf en de onderbouwing van de beslisstap of de noodzakelijke aanwezigheid of acute beschikbaarheid van speciale werkbegeleiding gelimiteerd kan blijven tot maximaal 15% van de werktijd. In vergelijking met de onderbouwing van de andere beslisstappen, oordelen de auditoren op deze aspecten iets minder positief. 4. De algemene kwaliteit van de rapportageformulieren biedt nog ruimte voor verbetering Uit de vervolgmeting komt naar voren dat de profielschetsen meer volledig zijn dan bij de nulmeting. Daarnaast melden de adviseurs nu bijna altijd de reden waarom extern deskundigenonderzoek is aangevraagd. Ook staan de informatie over de aanvrager en de argumenten bij de ja-/nee-keuzes meestal op de juiste plaats. Ten opzichte van de nulmeting is ook op dit punt sprake van progressie. Hoewel de volledigheid van de profielschetsen is verbeterd, blijft dit aspect nog steeds een punt van aandacht. Het percentage rapportageformulieren met een volledige profielschets, is nog relatief laag (53%). Vooral ontbreekt informatie die bij twijfelgevallen (net doelgroep of net niet) de doorslag kan geven: eerder vastgestelde beperkingen, de pogingen die zijn ondernomen om de aanvrager aan het werk te helpen en welke resultaten deze hebben gehad. Op dit laatste punt zien we zelfs een verslechtering ten opzichte van de nulmeting. De rapportageformulieren bevatten in 39% van de gevallen privacygevoelige informatie. Het betreft meestal medische informatie. Ten opzichte van de nulmeting is er sprake van een verslechtering, want destijds bevatten 25% van de rapportageformulieren privacygevoelige informatie.

7 TNO rapport Inleiding 1.1 Aanleiding vervolgmeting Naar aanleiding van de uitkomsten van het IWI-onderzoek 3 in 2006 naar de uitvoering van de Wsw-indicatiestelling, wilde CWI stappen voorwaarts maken op het thema uniformiteit en consistentie van de besluitvorming. Er is destijds een aantal verbeteracties doorgevoerd: zo is de werkgroep Uniformiteit geformeerd, zijn er themadagen georganiseerd en is intervisie en coaching van de adviseurs Werk en Inkomen geïntensiveerd. Om inzicht te krijgen in de uniformiteit van de werkwijze bij de besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling, heeft CWI in september 2007 TNO gevraagd haar te ondersteunen bij de uitvoering van een dossieronderzoek. De uniformiteit en consistentie van de besluitvorming in het kader van de Wsw-indicatiestelling is destijds als volgt gedefinieerd: De adviseurs Werk en Inkomen doorlopen bij hun beoordeling van de Wsw-aanvraag de beslisstappen van de beslistabel. Zij baseren hun ja-/nee-keuzes op de aanwijzingen die het Handboek daarvoor geeft en hun argumentaties zijn niet in tegenspraak met de informatie die over de aanvrager in het rapportageformulier is beschreven. Vervolgens is deze definitie geoperationaliseerd in een aantal eisen (criteria) waaraan de rapportageformulieren moeten voldoen. Deze eisen zijn vertaald in vragen (items). De items zijn opgenomen in een checklist, die is gebruikt bij het dossieronderzoek dat in oktober/november 2007 is uitgevoerd. Voor de aanleiding van het dossieronderzoek (de zogenoemde nulmeting), de uitwerking van het begrip uniformiteit en een uitgebreide beschrijving van de resultaten wordt verwezen naar de rapportage Nulmeting uniformiteit besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling 4. Naar aanleiding van de uitkomsten van de nulmeting, heeft CWI verbeteracties ingezet. Zo zijn er workshops georganiseerd rondom thema s als transparantie in de beoordeling en uniformiteit bij de toepassing van de richtlijnen van het Handboek (versie 27 juni 2008) en de FAQ s en zijn er op de vestigingen verbeterplannen ontwikkeld. Bovendien is een nieuwe werkwijze geïntroduceerd die in dit rijtje van verbeteracties niet mag ontbreken: op alle vestigingen dient elk rapportageformulier dat is opgesteld door een adviseur Werk en Inkomen, door een andere adviseur te worden gecontroleerd. De checklist die is ontwikkeld voor het dossieronderzoek wordt daarbij gebruikt. In oktober 2008, een jaar na de nulmeting, heeft CWI in samenwerking met TNO een vervolgmeting uitgevoerd. Met deze vervolgmeting wil CWI antwoord krijgen op de volgende vragen: 1. Wat is de mate van consensus tussen de auditoren en adviseurs Werk en Inkomen over de doelgroepbepaling, de indeling in arbeidshandicapcategorie, het advies begeleid werken en de geldigheidsduur van de indicatie? 2. Zijn de rapportageformulieren transparant? 3. Zijn de ja-/nee-keuzes die leiden tot de vier beoordelingen (doelgroepbepaling, arbeidshandicapcategorie, begeleid werken en indicatieduur) voldoende onderbouwd en zijn de argumenten consistent? 4. Wat is de stand van zaken voor wat betreft de algemene kwaliteit van de rapportageformulieren? 3 4 Inspectie Werk en Inkomen (2006). Wsw-indicatiestelling door CWI. Rapport over de uitvoering van de Wsw-indicatiestelling door CWI. Den Haag: IWI. Hazelzet, A.M., Giesen, F.B.M., Piek, P. (2008). Nulmeting uniformiteit besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling. Hoofddorp: TNO.

8 TNO rapport Op welke aspecten is progressie geboekt en welke aspecten bieden nog ruimte voor verbetering? Dit rapport geeft antwoord op de bovenstaande vijf vragen. 1.2 Aanpak vervolgmeting Gebruik checklist bij de beoordeling van de rapportageformulieren De checklist die vorig jaar bij de nulmeting is gebruikt, is naar aanleiding van een aantal opmerkingen en suggesties van CWI-auditoren aangepast. Zo is er een aantal vragen toegevoegd. Een groot aantal items van de checklist kunnen worden onderverdeeld in de volgende vier categorieën: 1. Consensus tussen de auditoren en de adviseurs Werk en Inkomen. 2. De transparantie van het rapportageformulier. 3. De onderbouwing van de beslisstappen en de consistentie in de argumenten. 4. Algemene kwaliteit van het rapportageformulier. In tabel 1.1 zijn deze items van de checklist opgenomen en wordt aangegeven tot welke categorie het item behoort. Een aantal items is niet in de tabel opgenomen omdat deze bijvoorbeeld te maken hebben met de kenmerken van de steekproef en omdat het doorleiditems betreffen. De checklist die bij de vervolgmeting is gebruikt, is opgenomen in Bijlage 1. Tabel 1.1 Items checklist met verwijzing naar aspect (K=Kwaliteit; T=Transparantie; O&C=Onderbouwing en consistentie; C=Consensus). Item Checklist Aspect 1 Profielschets is volledig K 2 Voldoende beeld van de aanvrager K 3 Bronnen van de informatie zijn vermeld T 4b Reden extern onderzoek is vermeld 5b Beperkingen van de aanvrager zijn vermeld 6a Beperkingen zijn onderbouwd met actuele rapportages 6b Beperkingen onderbouwd met onafhankelijke deskundigenrapportages 7b Aanpassingen in samenhang met beperkingen 8b Of noodzakelijke aanpassingen gerealiseerd kunnen in normale arbeidsomgeving is onderbouwd 9b Of noodzakelijke aanpassingen wel gerealiseerd kunnen worden binnen de Wsw is onderbouwd 10b Of aanvrager in staat tot regelmatige arbeid in Wsw-verband is onderbouwd 10c Of aanvrager in staat tot regelmatige arbeid in Wsw-verband volgt logisch uit de informatie op het rapportageformulier 11a Of het totaal aantal aanpassingen te beschouwen is als vérstrekkend is onderbouwd 11b Of het totaal aantal aanpassingen te beschouwen is als vérstrekkend volgt logisch uit de informatie op het rapportageformulier 12b Of de aanvrager een prestatie kan leveren van meer of minder dan 50% is onderbouwd 12c Of de aanvrager een prestatie kan leveren van meer of minder dan 50% is volgt logisch uit de informatie op het rapportageformulier K T O&C O&C O&C O&C O&C O&C O&C O&C O&C O&C O&C

9 TNO rapport Item Checklist 13a Of technische en organisatorische aanpassingen gerealiseerd kunnen worden in een normale arbeidsomgeving is onderbouwd 13b Of technische en organisatorische aanpassingen gerealiseerd kunnen worden in een normale arbeidsomgeving volgt logisch de uit informatie op het rapportageformulier 14b Of de noodzakelijke of acute beschikbaarheid van speciale werkbegeleiding gelimiteerd kan blijven is onderbouwd 14c Of de noodzakelijke of acute beschikbaarheid van speciale werkbegeleiding gelimiteerd kan blijven volgt logisch uit de informatie op het rapportageformulier 15a Geldigheidsuur is onderbouwd 15b Geldigheidsduur volgt logisch uit de informatie op het rapportageformulier Slotvraag 1 Dossier raadplegen was nodig Slotvraag 2 Informatie en argumenten stonden op de juiste plaats Slotvraag 3 Het rapportageformulier bevat geen privacygevoelige informatie Slotvraag 6 Auditoren zijn het eens met doelgroepbepaling adviseur Slotvraag 7 Auditoren zijn het eens met indeling arbeidshandicapcategorie adviseur Slotvraag 8 Auditoren zijn het eens met advies begeleid werken adviseur Slotvraag 9 Auditoren zijn het eens met de geldigheidsduur vastgesteld door de adviseur Aspect O&C O&C O&C O&C O&C O&C T K K C C C C Steekproeftrekking Van de besluiten die zijn genomen in de periode 1 tot 19 september 2008 zijn in totaal 270 rapportageformulieren en onderliggende dossierstukken opgevraagd. De rapportageformulieren zijn aselect getrokken uit het managementinformatiesysteem van CWI. Per vestiging zijn 10 rapportageformulieren opgevraagd, waarvan 4 eerste indicaties en 6 herindicaties. De 4:6 verhouding is gekozen omdat in de periode januari tot en met oktober 2008 dit de verhouding eerste indicaties en herindicaties was. Omdat het aantal vestigingen per district verschilt, verschillen de aantallen opgevraagde rapportageformulieren per district. Voor de aantallen opgevraagde en uiteindelijk beoordeelde rapportageformulieren per district wordt verwezen naar tabel 1.2. Vervolgens hebben 10 auditorenkoppels willekeurig 27 rapportageformulieren en de onderliggende dossierstukken gekregen. Zes koppels die een bijdrage hebben geleverd aan de nulmeting, zijn ook weer voor de vervolgmeting ingeschakeld. Daarnaast zijn vier nieuwe koppels geformeerd. De auditoren zijn allen werkzaam als arbeidsdeskundige of (senior) adviseur. Voorafgaand aan de vervolgmeting hebben de auditoren een instructie van TNO gekregen in het gebruik van de Checklist Vervolgmeting. Deze bijeenkomst vond plaats op 2 oktober 2008 en was bedoeld om een zorgvuldige en uniforme werkwijze van de auditoren te borgen. De auditoren hebben 261 rapportageformulieren beoordeeld aan de hand van de checklist. Ter vergelijking, bij de nulmeting zijn 107 rapportageformulieren beoordeeld. Zeven rapportageformulieren zijn buiten de analyse gehouden omdat: 1) de aanvrager arbeidsongeschikt is, zodat de herindicatie valt onder de beleidsregels van de Wet Verbetering Poortwachter, 2) het rapportageformulier uit 2006 afkomstig is zodat deze niet voldoet aan het steekproefcriterium dat het besluit moet zijn genomen in de periode 1 tot 19 september 2008, 3) de aanvraag niet in behandeling is genomen (kwam 4 keer voor) en 4) de profielschets ontbreekt. Uiteindelijk is de analyse uitgevoerd op de beoordeling van 254 rapportageformulieren.

10 TNO rapport Tabel 1.2 De steekproef: aantal rapportageformulieren per district. District Aantal opgevraagde rapportageformulieren Aantal beoordeelde rapportageformulieren Aantal beoordeelde rapportageformulieren in nulmeting Midden-West Noord Noord-West Oost Zuid-Oost Zuid-West Totaal De ingevulde checklists werden naar TNO gestuurd, waarna ze zijn ingevoerd en geanalyseerd met behulp van het computerprogramma SPSS. De informatie op de checklists was overigens niet herleidbaar naar individuele kandidaten Werkwijze auditorenkoppels bij beoordeling rapportageformulieren Er is bewust voor gekozen om de beoordeling van de rapportageformulieren te laten verrichten door een select groepje CWI-medewerkers die zeer goed thuis zijn in de uitvoering van de Wsw-indicatiestelling. In de eerste plaats hebben zij de laatste jaren de interne discussies over diverse thema s op het gebied van de oordeelsvorming van dichtbij meegemaakt. Zodoende zijn zij goed op de hoogte van de nadere richtlijnen die in het handboek zijn opgenomen en de FAQ s die naar aanleiding van die discussies zijn opgesteld. In de tweede plaats is gekozen voor de inzet van eigen CWImedewerkers omdat daardoor een korte doorlooptijd van de vervolgmeting gegarandeerd was, zodat een recent beeld kan worden geschetst van de stand van zaken. In de derde plaats omdat de CWI-ers die bij de nul- en vervolgmeting zijn betrokken ook ingezet kunnen worden bij de interne kwaliteitsaudits. Net als bij de nulmeting vulden de auditoren de items van checklist eerst individueel in. Hierna vergeleken zij hun antwoorden op de items en probeerden zij gezamenlijk tot een definitieve beoordeling te komen. Op de checklist gaven zij aan over welke items zij het in eerste instantie niet met elkaar eens waren en wat het punt van discussie was. Bij 90% van de rapportageformulieren waren de auditoren het op alle items met elkaar eens, bij 10% verschilden zij van mening op één of meerdere items. In vergelijking met de nulmeting zijn de auditoren het bij de vervolgmeting vaker met elkaar eens: destijds waren de auditoren het bij 80% van de rapportageformulieren op alle items met elkaar eens (zie tabel 1.3). Tabel 1.3 Percentages checklists waarbij auditoren het op elk item met elkaar eens waren. Waren de auditoren het op alle items met elkaar eens? Steekproef (N=254) Nulmeting (N=107) Ja 90% 80% Nee 10% 20% Op de volgende items verschilden de auditoren onderling het meest vaak van mening: Het item over de onderbouwing van de geldigheidsduur van de indicatie. Op dit item verschilden zes auditorenkoppels van mening. Het item over de samenhang tussen de genoemde beperkingen en de aanpassingen was voor drie auditorenkoppels aanleiding voor discussie. Het item over de onderbouwing van de vraag die cruciaal is voor de beoordeling net doelgroep of net niet ( kunnen de noodzakelijke aanpassingen binnen redelijke

11 TNO rapport grenzen buiten de Wsw gerealiseerd worden in een overigens normale arbeidsomgeving? ). Ook bij dit item verschilden drie auditorenkoppels in eerste instantie van mening. 1.3 Verificatie werkwijze auditoren door TNO Van de beoordeelde rapportageformulieren zijn er 20 aselect getrokken, twee van elk auditorenkoppel. Net als bij de nulmeting zijn deze rapportageformulieren door twee senior onderzoekers/adviseurs van TNO opnieuw beoordeeld aan de hand van de checklist. De antwoorden van de TNO-ers zijn vervolgens vergeleken met die van de auditoren. De herbeoordeling heeft als doel een indruk te krijgen van de betrouwbaarheid van de beoordelingen van de auditoren; hoe meer de antwoorden van de auditoren op de items van de checklist overeen komen met die van TNO, hoe aannemelijker het is dat de beoordelingen van de auditoren een betrouwbaar beeld geven van de uniformiteit en consistentie bij de besluitvorming. Bij 24 van de 29 items komt TNO bij 75% of meer van de rapportageformulieren tot dezelfde beoordeling als de auditorkoppels. Voor een overzicht van de mate van consensus tussen TNO en de auditoren op elk item van de checklist, wordt verwezen naar tabel 1a in bijlage 2. Zo blijkt dat op het item Bent u het eens met de doelgroepbepaling van de adviseur? (slotvraag 6) TNO bij 18 van de 20 rapportageformulieren (90%) tot hetzelfde antwoord komt als het auditorenkoppel. Ervan uitgaande dat alle items van de checklist even zwaar meetellen bij de vaststelling van de mate van consensus tussen TNO en de auditorenkoppels, concluderen we dat de beoordeling van de auditorenkoppels een betrouwbaar beeld geven van de uniformiteit en consistentie van de besluitvorming bij de Wsw-indicatiestelling. Immers, er is sprake van een hoge consensus (bij 75% van de rapportageformulieren of meer) tussen de auditoren en TNO op 24 van de 29 items van de checklist (83%). 1.4 Leeswijzer De opbouw van dit rapport is als volgt: In hoofdstuk 2 worden de kenmerken van de aselect getrokken rapportageformulieren, ofwel de steekproef, beschreven. Daarnaast wordt de steekproef vergeleken met de cijfers die bekend zijn over het totale aantal rapportageformulieren dat is opgesteld in de periode januari - oktober In hoofdstuk 3 wordt de mate van consensus tussen de auditoren en de adviseurs Werk en Inkomen over de doelgroepbepaling, de arbeidshandicapcategorie, het advies begeleid werken en de geldigheidsduur van de indicatie gepresenteerd. Hoofdstuk 4 beschrijft de transparantie van de rapportageformulieren. Hoofdstuk 5 gaat in op de vraag in welke mate de ja-/nee-keuzes op het rapportageformulier zijn onderbouwd en de mate waarin de argumenten consistent zijn. In hoofdstuk 6 wordt een beschrijving gegeven van de algemene kwaliteit van de rapportageformulieren. Hoofdstuk 7 presenteert de conclusies. In hoofdstuk 8 tenslotte zijn de aanbevelingen opgenomen. De checklist is opgenomen in bijlage 1. Voor een verdeling van de antwoorden van de auditoren ( ja, nee en soms onduidelijk ) op de diverse items van de checklist wordt verwezen naar de tabellen in bijlage 2. Apart bij dit rapport heeft TNO een tabellenboek opgeleverd waarin de beoordelingen van de CWI-auditoren op de items van de checklist zijn uitgesplitst naar de 27 vestigingen.

12 TNO rapport Beschrijving steekproef In dit hoofdstuk worden de kenmerken van de steekproef beschreven. De verdeling van de steekproef over de soort indicatie, de doelgroepbepaling (toewijzing dan wel afwijzing), de arbeidshandicapcategorie (matig dan wel ernstig) en het advies begeleid werken (positief dan negatief), wordt vergeleken met de landelijke cijfers van CWI over de periode januari tot en met oktober 2008, alsook met de uitkomsten van de nulmeting. 2.1 Verdeling naar districten In tabel 2.1 is te zien hoeveel rapportageformulieren per district zijn beoordeeld. De meeste rapportageformulieren zijn afkomstig uit het district Zuid-oost, een relatief klein aantal is afkomstig uit het district Midden-west. Bij de nulmeting is een andere wijze van steekproeftrekking gehanteerd en waren per district 20 rapportageformulieren opgevraagd. In de vervolgmeting zijn de districten evenredig naar hun grootte (aantal vestigingen) vertegenwoordigd. Tabel 2.1 Beoordeelde rapportageformulieren naar district van herkomst. District Aantal Percentage Nulmeting (N=107) Midden-west 18 7% 17% Noord 29 11% 18% Noord-west 28 11% 16% Oost 55 22% 13% Zuid-oost 88 35% 18% Zuid-west 36 14% 19% Totaal % 100% 2.2 Soort indicaties Bij de steekproeftrekking zijn per vestiging telkens 4 eerste indicaties en 6 herindicaties opgevraagd. Deze verhouding komt overeen met de landelijke cijfers over de periode januari tot en met oktober 2008 (zie tabel 2.2). Tabel 2.2 Soort indicatie, steekproef vergeleken met landelijke cijfers en nulmeting. Soort indicatie Steekproef (N=254) Landelijk jan t/m okt 2008 (N=24.706)* Eerste indicatie 40% 40% Herindicatie 60% 60% * Bron: cijfers beschikbaar gesteld door CWI. 2.3 Doelgroepbepaling In tabel 2.3 wordt de verdeling gepresenteerd van de rapportageformulieren uit de steekproef (N=254) naar doelgroeptoewijzing dan wel afwijzing. Wat betreft de doelgroepbepalingen komt de steekproef min of meer overeen met de landelijke cijfers over januari tot en met oktober 2008 en met de nulmeting. Overigens was het relatief hoge aantal doelgroeptoewijzingen bij de nulmeting te wijten aan het relatief hoge aantal herindicaties, dat destijds in de steekproef is betrokken (73% tegenover 27% eerste indicaties).

13 TNO rapport Tabel 2.3 Doelgroepbepaling, steekproef vergeleken met landelijke cijfers en nulmeting. Doelgroepbepaling Steekproef (N=254) Landelijk jan. t/m okt (N=24.706)* Nulmeting (N=106) Ja 91% 88% 95% Nee, verwijzing naar ondergrens 2% 2% 2% Nee, verwijzing naar bovengrens 7% 9% 2% * Bron: cijfers beschikbaar gesteld door CWI. Door afronding op hele getallen tellen de percentages bij deze tabel op tot 99% in plaats van 100 (kolom 2 en 3). 2.4 Arbeidshandicapcategorie Bij een afwijzing voor de doelgroep is geen beoordeling van de arbeidshandicapcategorie en geen advies begeleid werken nodig. Omdat bij 22 van de 254 rapportageformulieren (9%) de adviseurs Werk en Inkomen op een doelgroepafwijzing uitkwamen, bleven er 232 rapportageformulieren over voor een beoordeling van de arbeidshandicapcategorie en voor een advies begeleid werken. Wat betreft de indeling naar arbeidshandicapcategorie komt de steekproef min of meer overeen met de landelijke cijfers en met de steekproef van de nulmeting (zie tabel 2.4). Bijna driekwart van de aanvragers wordt ingedeeld in de arbeidshandicapcategorie matig. Tabel 2.4 Indeling naar arbeidshandicapcategorie, steekproef vergeleken met landelijke cijfers en nulmeting. Indeling naar arbeidshandicapcategorie Steekproef (N=232) Landelijk jan t/m okt 2008 (N=24.706)* Nulmeting (N= 102) Matig 72% 76% 73% Ernstig 28% 24% 27% * Bron: cijfers beschikbaar gesteld door CWI. 2.5 Advies begeleid werken Ook wat betreft het advies begeleid werken komt de steekproef overeen met de landelijke cijfers van 2008 en met de resultaten van de nulmeting (zie tabel 2.5). Tabel 2.5 Advies begeleid werken, steekproef vergeleken met landelijke cijfers en nulmeting. Advies begeleid werken? Steekproef (N=232) Landelijk jan. t/m okt (N=24.706)* Nulmeting (N=102) Ja 42% 47% 44% Nee 58% 53% 56% * Bron: cijfers beschikbaar gesteld door CWI. In het volgende hoofdstuk, alsook in hoofdstuk 4 tot en met 6 worden de resultaten van de vervolgmeting beschreven. De resultaten worden in grafiekvorm gepresenteerd. De grafieken geven het percentage rapportageformulieren weer waarbij de auditoren oordelen dat wordt voldaan aan het betreffende criterium (dus een ja -antwoord geven op het item). Daarnaast zijn in de grafieken ook de resultaten van de nulmeting opgenomen, zodat in één oogopslag duidelijk wordt of er vooruitgang is geboekt. Voor een verdeling van de antwoorden van de auditoren ( ja, nee en soms onduidelijk ) op de diverse items van de checklist wordt verwezen naar de tabellen in bijlage 2.

14 TNO rapport Consensus auditoren en adviseurs Werk en Inkomen Uit grafiek 3.1 komt naar voren dat de beoordeling van de auditoren voor wat betreft de doelgroepbepaling, de arbeidshandicapcategorie, het advies begeleid werken en de geldigheidsduur van de indicatie in grote mate overeenkomt met die van de adviseur Werk en Inkomen. Grafiek 3.1 Mate van consensus tussen auditoren en adviseurs Werk en Inkomen nulmeting vervolgmeting consensus doelgroep consensus indeling arbeidshandicapcategorie consensus advies begeleid w erken consensus geldigheidsduur indicatie Uit grafiek 3.1 blijkt dat de auditoren bij 95% van de rapportageformulieren op dezelfde doelgroepbepaling uitkomen als de adviseurs Werk en Inkomen. In vergelijking met de nulmeting is er sprake van een stijging van 12%. In 90% van de gevallen zijn de auditoren het eens met de adviseur Werk en Inkomen over de indeling in arbeidshandicapcategorie. In vergelijking met de nulmeting zijn de auditoren het ook op dit punt ook vaker eens met de adviseur, er is sprake van een stijging van 20%. In 86% van de gevallen komen de auditorenkoppels tot hetzelfde advies begeleid werken als de adviseurs Werk en Inkomen. De consensus hierover is hoger dan bij de nulmeting. Destijds waren de auditoren het in een aanzienlijk lager percentage van de gevallen (62%) eens met het advies begeleid werken. Er is sprake van een stijging van maar liefst 24%. In grafiek 3.1 is te zien dat in 84% van de gevallen de auditorenkoppels het eens zijn met de geldigheidsduur van de indicatie. Op dit aspect heeft een minimale verbetering van 2% plaatsgevonden ten opzichte van de nulmeting: bij de nulmeting waren de auditoren het in 82% eens met de geldigheidsduur van de indicatie. Positief is dat de hoge mate van consensus die tijdens de nulmeting bleek, is vastgehouden en niet is verslechterd.

15 TNO rapport Transparantie rapportageformulieren Grafiek 4.1 toont de percentages van de rapportageformulieren waarop de auditoren een ja aankruisen op het item Bij de informatie die in het rapportageformulier is opgenomen, is duidelijk aangegeven wie/wat de bron is van de informatie en op het item Op het rapportageformulier staan de beperkingen van de aanvrager vermeld. Ook toont de grafiek het percentage van de rapportageformulieren waarbij de auditor van mening is dat het voor het invullen van de checklist niet nodig was om het onderliggende dossier te raadplegen. Grafiek 4.1 Transparantie rapportageformulieren nulmeting vervolgmeting item 3 Bij de informatie op het rapportageformulier, is bron duidelijk aangegeven item 5b beperkingen vermeld slotvraag 1 raadplegen van dossier w as niet nodig Grafiek 4.1 laat zien dat het bij 87% van de rapportageformulieren niet nodig was om het onderliggende dossier te raadplegen. Op dit item heeft CWI een zeer grote progressie geboekt: tijdens de nulmeting was dit percentage beduidend lager (46%). Daarnaast komt naar voren dat op 100% van de rapportageformulieren de beperkingen zijn beschreven en dat in 94% van de gevallen de herkomst (bron) van de informatie duidelijk is vermeld. Geconcludeerd wordt dat de rapportageformulieren die zijn opgesteld door de adviseurs Werk en Inkomen transparant zijn en dat er op alle aspecten (items) die hiermee samenhangen de adviseurs Werk en Inkomen zich ten opzichte van de nulmeting duidelijk hebben verbeterd.

16 TNO rapport Onderbouwing en consistentie 5.1 Onderbouwing beslisstappen doelgroepbepaling De vaststelling of er sprake is van beperkingen, is een van de cruciale beslisstappen bij de doelgroepbepaling. Het Handboek indicatie Wsw schrijft voor dat de adviseur Werk en Inkomen de aanwezigheid van de beperkingen moet onderbouwen met actuele gegevens van onafhankelijke deskundigen (bijv. verzekeringsartsen, psychologen, etc.). Een ander zeer belangrijke beslispunt bij de doelgroepbepaling is de beoordeling of de aanpassingen die nodig zijn, in een normale arbeidsomgeving gerealiseerd kunnen worden. Uit grafiek 5.1 blijkt dat in vergelijking met de nulmeting de onderbouwing van de doelgroepbepaling op alle punten is verbeterd. Bij een relatief lager percentage van de rapportageformulieren (78%) wordt het antwoord op de beslisstap of de noodzakelijke aanpassingen gerealiseerd kunnen worden in een reguliere werkomgeving, volgens de auditoren duidelijk onderbouwd (item 8b). Dit neemt niet weg dat op dit aspect de grootste progressie is geboekt, we zien namelijk ten opzichte van de nulmeting een stijging met 37% (zie grafiek 5.1). Grafiek 5.1 Onderbouwing doelgroepbepaling volgens richtlijnen beslistabel a af-/aanwezigheid beperkingen onderbouwd met actuele rapportages 6b af-/aanwezigheid beperkingen onderbouwd met rapportages onafhankelijk deskundigen 8b realiseerbaarheid aanpassingen in een normale arbeidsomgeving onderbouwd 9b realiseerbaarheid aanpassingen binnen de Wsw onderbouwd 10 0 nulmeting vervolgmeting 10b of aanvrager in staat is tot regelmatige arbeid binnen de Wsw is onderbouwd 5.2 Logische samenhang tussen argumentatie en beslisstappen doelgroepbepaling Grafiek 5.2 laat zien dat ook op het punt van de logische samenhang tussen beperkingen en noodzakelijk geachte aanpassingen de adviseurs zich hebben verbeterd (van 60% naar 83%). Dit geldt evenzeer voor de samenhang tussen enerzijds de informatie die op het rapportageformulier over de aanvrager wordt gegeven en anderzijds het antwoord op de beslisstap of de aanvrager in staat is tot regelmatige arbeid in de Wsw (van 81% naar 97%).

17 TNO rapport Grafiek 5.2 Logische samenhang argumenten en beslisstappen b logische samenhang beperkingen en aanpassingen 10c of aanvrager in staat is tot regelmatige arbeid in Wsw volgt logisch uit de informatie op rapportageformulier 10 0 nulmeting vervolgmeting 5.3 Onderbouwing beslisstappen arbeidshandicapcategorie Wanneer de aanvrager volgens de adviseur Werk en Inkomen tot de doelgroep behoort, dan stelt hij of zij de arbeidshandicapcategorie vast (matig of ernstig). De indeling in de arbeidshandicapcategorie dient om de subsidie te bepalen: een hogere subsidie wordt toegekend ter compensatie van hogere kosten en geringere opbrengsten ten gevolge van vérstrekkende voorzieningen en lage productiviteit. Uit grafiek 5.3 blijkt dat op bijna alle rapportageformulieren de vérstrekkendheid van de aanpassingen is onderbouwd (95%). In 81% van de gevallen zijn de auditoren van mening dat de beoordeling van de mate van het prestatievermogen (meer dan wel minder dan 50%) van de aanvrager duidelijk is onderbouwd. Geconcludeerd wordt dat in vergelijking met de nulmeting de onderbouwing van de arbeidshandicapcategorie sterk is verbeterd. Grafiek 5.3 Onderbouwing beslisstappen volgens richtlijnen beslistabel nulmeting vervolgmeting 11a of totaal aantal aanpassingen vérstrekkend is, is onderbouwd 12b of aanvrager in staat is tot een prestatie van meer of minder dan 50% is onderbouwd

18 TNO rapport Logische samenhang tussen argumentatie en beslisstappen arbeidshandicapcategorie Uit grafiek 5.4 komt naar voren dat bij 94% van de rapportageformulieren de ja-/neekeuze bij de beslisstap over de vérstrekkendheid van de aanpassingen, logisch volgt uit de informatie in het rapportageformulier. Bij een min of meer vergelijkbaar hoog percentage volgt het antwoord over het prestatievermogen logisch uit de informatie in het rapportageformulier (91%). Bij de nulmeting was er in ongeveer driekwart van de rapportageformulieren sprake van een logische samenhang tussen de indeling in arbeidshandicapcategorie en de argumenten in de rapportage. Dus ook op dit punt zijn de rapportageformulieren verbeterd. Grafiek 5.4 Logische samenhang argumenten en beslisstappen nulmeting vervolgmeting 11b of aanpassingen vérstrekkend zijn volgt logisch uit de informatie 12c of aanvrager prestatie kan leveren van meer of minder dan 50% volgt logisch uit de informatie 5.5 Onderbouwing van beslisstappen begeleid werken Omdat de werksetting in de begeleid werken omgeving over het algemeen vooraf niet bekend is, is de toets of de aanvrager in aanmerking komt voor begeleid werken marginaal. De intentie van de wetgever is een positief begeleid werken advies, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dat niet te doen. Uit grafiek 5.5 komt naar voren dat bij ongeveer twee derde van de rapportageformulieren (69%) de beoordeling of technische en organisatorische aanpassingen met een Wsw subsidie gerealiseerd kunnen worden in een normale arbeidsomgeving, is onderbouwd. In 20% is dit niet onderbouwd en bij 12% is de onderbouwing onduidelijk, zo blijkt uit tabel 11 in bijlage 2. Het antwoord op de beslisstap of de noodzakelijke aanwezigheid of acute beschikbaarheid van speciale begeleiding beperkt kan worden tot maximaal 15% van de werktijd, is volgens de auditoren in 76% van de gevallen wel, in 18% van de gevallen niet en in 6% van de gevallen onduidelijk onderbouwd (zie tabel 11, bijlage 2).

19 TNO rapport Grafiek 5.5 Onderbouwing beslisstappen volgens richtlijnen beslistabel a of technische en organ. aanpassingen met Wswsubsidie gerealiseerd kunnen worden in normale arbeidsomgeving is onderbouwd 14b of noodzakelijke en acute beschikbaarheid gelimiteerd kan blijven tot max. 15% van de werktijd is onderbouwd 0 nulmeting vervolgmeting In vergelijking met de nulmeting zijn de beslisstappen die leiden tot het advies begeleid werken beter onderbouwd. Hierbij tekenen we wel aan dat het percentage rapportageformulieren dat voldoet aan de eisen van onderbouwing, lager ligt dan bij de onderbouwing van de beslisstappen die leiden tot de beoordeling van de doelgroep, de arbeidshandicapcategorie en de geldigheidsduur. 5.6 Logische samenhang tussen argumentatie en beslisstappen begeleid werken In 86% van de gevallen volgt het antwoord op de vraag of de technische en organisatorische aanpassingen realiseerbaar zijn, logisch uit de informatie in het rapportageformulier. Dit geldt ook voor de samenhang in argumenten die leiden tot een antwoord op de vraag of de noodzakelijke aanwezigheid of acute beschikbaarheid van speciale werkbegeleiding gelimiteerd kan blijven tot maximaal 15% van de werktijd (84%). Uit grafiek 5.6 komt naar voren dat er nu meer sprake is van samenhang tussen de informatie op het rapportageformulier en de onderbouwing van de argumenten die leiden tot een positief dan wel negatief advies begeleid werken. Grafiek 5.6 Logische samenhang argumenten en beslisstappen nulmeting vervolgmeting 13b of technische en organ. aanpassingen met Wsw -subsidie gerealiseerd kunnen w orden in normale arbeidsomgeving volgt logisch uit de informatie 14c of noodzakelijke en acute beschikbaarheid gelimiteerd kan blijven tot max. 15% van de w erktijd volgt logisch uit de informatie 5.7 Onderbouwing geldigheidsduur In 86% van de rapportages is de geldigheidsduur onderbouwd volgens de aanwijzingen in het handboek. In de nulmeting is niet gevraagd naar de onderbouwing van de geldigheidsduur, zodat het ook niet mogelijk is een vergelijking te maken.

20 TNO rapport Logische samenhang tussen argumentatie en geldigheidsduur In 88% van de gevallen is er volgens de auditoren een logische samenhang tussen de informatie in de rapportage en de geldigheidsduur. Ook hier kan geen vergelijking worden gemaakt met de nulmeting omdat dit aspect toen niet is opgenomen in de checklist.

21 TNO rapport Overige aspecten die verwijzen naar de kwaliteit van de rapportageformulieren Grafiek 6.1 presenteert de ja-antwoorden van de auditoren op de items van de checklist die zijn gerelateerd aan de kwaliteit van de rapportageformulieren in het algemeen: of de reden van de aanvraag van een extern deskundigenonderzoek is vermeld (item 4b); of op het rapportageformulier de informatie en argumenten op de juiste plaats staan (slotvraag 2); of de profielschets volledig is (item 1); of het dossier privacygevoelige informatie bevat (slotvraag 3). Grafiek 6.1 Reden aanvraag extern deskundigenonderzoek vermeld en informatie op de juiste plaats nulmeting vervolgmeting 4b reden aanvraag extern deskundigenonderzoek vermeld slotvraag 2 informatie en argumenten staan op juiste plaats op het rapportageformulier 1 de profielschets is volledig slotvraag 3 Het rapportageformulier bevat geen privacygevoeldige informatie In de volgende paragrafen wordt ingegaan op antwoorden van de auditoren op de afzonderlijke items. 6.1 Reden deskundigenaanvraag Uit grafiek 6.1 komt naar voren dat in die gevallen waarin een extern deskundigenonderzoek is aangevraagd, bijna altijd (95%) de reden wordt toegelicht. Ten opzichte van de nulmeting is dit percentage met maar liefst 68% gestegen. 6.2 Informatie en argumenten op de juiste plaats Uit grafiek 6.1 blijkt dat bij 80% van de rapportageformulieren de informatie en argumenten op de juiste plaats staan vermeld. In dit geval is sprake van een lichte stijging (7%). 6.3 Volledigheid profielschets Bij 53% van de rapportageformulieren zijn de auditoren van mening dat de profielschets volledig is (zie grafiek 6.1). Dat is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de nulmeting. Toen werd vastgesteld dat bij slechts 15% van de rapportages de profielschets volledig was. Desondanks blijft de volledigheid van de profielschets een punt van aandacht; bij iets minder dan helft van de rapportageformulieren ontbreekt de nodige informatie.

22 TNO rapport De informatie die vaak ontbreekt bij eerste indicaties betreft: de mogelijkheden voor regulier werk volgens de aanvrager; eerder vastgestelde beperkingen; de pogingen die zijn ondernomen om weer aan het werk te komen en de resultaten die daarmee zijn behaald. Bij herindicaties ontbreekt relatief vaak informatie over: de wijzigingen die in de situatie van de aanvrager zijn opgetreden ten opzichte van de vorige indicatie; eerder vastgestelde beperkingen; de mening van het SW-bedrijf over het functioneren van de aanvrager. Vooral ontbreekt dus informatie die bij twijfelgevallen (net doelgroep of net niet) de doorslag kan geven. Voor een uitgebreid overzicht van de ontbrekende informatie wordt verwezen naar tabel 17 in bijlage 2. Uit die tabel komt overigens ook naar voren dat, in vergelijking met de nulmeting, de adviseur veel vaker zijn/haar indruk van de betrokkene vermeldt. Ook wordt vaker informatie verstrekt over de werkervaring, gevolgde opleidingen, de woon/leefsituatie en de inkomens/uitkeringssituatie. Ten opzichte van de nulmeting is er een verslechtering opgetreden als het gaat om de informatie die in de profielschets wordt opgenomen over de ondernomen re-integratieactiviteiten, over de begeleiding die de aanvrager ontvangt van instanties en over de reden van aanvraag (zie ook tabel 17). Tenslotte is een nuancerende opmerking op zijn plaats. Bij 93% van de rapportageformulieren die een onvolledige profielschets bevatten, zijn de auditoren desondanks van mening dat zij wel een voldoende beeld hebben gekregen van de aanvrager. 6.4 Vermelding privacygevoelige informatie In het Handboek en de FAQ s staan duidelijk omschreven waarom de adviseurs Werk en Inkomen geen medische gegevens en informatie over justitieel verleden op het rapportageformulier mogen vermelden. Zo is een lijst van stoornissen opgesteld die niet in het rapportageformulier mogen worden opgenomen. Ondanks de aandacht die in de afgelopen periode is gevestigd op het verbod van de vermelding van privacygevoelige informatie, blijkt dat de adviseurs Werk en Inkomen zich vaak niet houden aan deze richtlijn. Uit grafiek 6.1 komt immers naar voren dat bij de vervolgmeting relatief vaker wordt geconstateerd dat het rapportageformulier privacygevoelige informatie bevat (39% ten opzichte van 25% in de nulmeting). In bijna alle gevallen betrof dit de vermelding van medische gegevens over de aanvrager. Een mogelijke verklaring voor deze uitkomst is dat de adviseurs Werk en Inkomen informatie over stoornissen op het rapportageformulier vermelden omdat zij dit essentiële informatie vinden voor hun ketenpartner, het SW-bedrijf. Kennelijk wegen zij dit belang zwaarder dan het verbod op het opnemen van privacygevoelige informatie.

tot Aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet Participatiewet

tot Aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet Participatiewet Besluit van [[ ]] tot Aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet Participatiewet Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale

Nadere informatie

Rapportage. Dossieronderzoek ABA. september Uitgever : Divisie SMZ, BC&K Auteurs : Auditoren BC&K Datum : Versie :

Rapportage. Dossieronderzoek ABA. september Uitgever : Divisie SMZ, BC&K Auteurs : Auditoren BC&K Datum : Versie : Rapportage Dossieronderzoek ABA september 2016 Uitgever : Divisie SMZ, BC&K Auteurs : Auditoren BC&K Datum : Versie : Rapportage ABA dossieronderzoek & review / vs 0.4 / 21-9-2016 1 Samenvatting BC&K heeft

Nadere informatie

Verantwoordings- en Accountantsprotocol 2018 behorende bij enkele kenmerken van de Wsw-statistiek

Verantwoordings- en Accountantsprotocol 2018 behorende bij enkele kenmerken van de Wsw-statistiek Verantwoordings- en Accountantsprotocol 2018 behorende bij enkele kenmerken van de Wsw-statistiek d.d. 27 februari 2019 pag. 1 Inhoud 1 Algemeen... 3 2 Definities... 5 3 Verantwoordingsprotocol... 8 3.1

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 322 Besluit van 1 september 2014 tot aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

Beoordelingsprotocol objectkenmerken WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 augustus 2018 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een

Nadere informatie

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV Notitie beschut werk Aanleiding Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is per 1 januari 2015 de toegang tot de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) afgesloten voor nieuwe instroom en kunnen personen

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Samenvatting van het onderzoek naar De Voorspellende Waarde van Fasering

Samenvatting van het onderzoek naar De Voorspellende Waarde van Fasering TNO Arbeid TNO 25342-I Samenvatting van het onderzoek naar De Voorspellende Waarde van Fasering Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.arbeid.tno.nl T 023 554 93 93 F 023 554 93 94 Datum 13

Nadere informatie

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

Beoordelingsprotocol objectkenmerken WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 februari 2014 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een

Nadere informatie

TEVREDENHEID WSW-UITVOERDERS MET DIENSTVERLENING INDICATIESTELLING UWV WERKBEDRIJF 2010

TEVREDENHEID WSW-UITVOERDERS MET DIENSTVERLENING INDICATIESTELLING UWV WERKBEDRIJF 2010 TEVREDENHEID WSW-UITVOERDERS MET DIENSTVERLENING INDICATIESTELLING UWV WERKBEDRIJF 2010 TEVREDENHEID WSW-UITVOERDERS MET DIENSTVERLENING INDICATIESTELLING UWV WERKBEDRIJF 2010 P10.540 31 januari 2011

Nadere informatie

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit 14 opleidingen oordeel goed... 3 Meeste opleidingen voldoende op gerealiseerd eindniveau... 5 Klein aantal opleidingen met hersteltermijn... 7 Meer wo-opleidingen in herstelfase... 8 Maatschappelijke hulp

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag Modernisering Wsw

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag Modernisering Wsw de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl Onderwerp

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; De raad van de gemeente Steenbergen; overwegende dat vaststelling van een verordening wettelijk is voorgeschreven; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Nadere informatie

Tevredenheid Wsw-uitvoerders met CWI-dienstverlening indicatiestelling 2008

Tevredenheid Wsw-uitvoerders met CWI-dienstverlening indicatiestelling 2008 Tevredenheid Wsw-uitvoerders met CWI-dienstverlening indicatiestelling 2008 Onderzoek naar CWI-dienstverlening indicatiestelling Wsw Opdrachtgever: CWI ECORYS Margaret Chotkowski Boukje Cuelenaere Rotterdam,

Nadere informatie

Operationalisatie criteria doelgroepbepaling WSW volgens Melba

Operationalisatie criteria doelgroepbepaling WSW volgens Melba Operationalisatie criteria doelgroepbepaling WSW volgens Melba Doelgroep WSW Om de besluitvorming over de toelating tot de sociale werkvoorziening zorgvuldig en transparant te laten verlopen heeft het

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34051 1 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2014, 2014-0000134709,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 206 207 33 98 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met een heffing bij het niet voldoen aan de quotumdoelstelling (Wet banenafspraak

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Ermelo Plaats : Ermelo Gemeentenummer : 0233 Onderzoeksnummer : 278180 Datum onderzoek : 23 september 2014 Datum

Nadere informatie

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is. 1 Managementsamenvatting De managementsamenvatting is geschreven in het Nederlands en het Papiamentu. De Rekenkamer wil hiermee bereiken dat meer mensen kennis kunnen nemen van de inhoud van het rapport.

Nadere informatie

Naam/logo beoordelende organisatie. Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC-procedures. Verlenging. [naam EVC-aanbieder] Datum:

Naam/logo beoordelende organisatie. Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC-procedures. Verlenging. [naam EVC-aanbieder] Datum: Naam/logo beoordelende organisatie Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC-procedures Verlenging [naam EVC-aanbieder] Datum: Colofon Titel: Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC-procedures, Verlenging

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk.

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY. april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2012 CARE COMPANY april 2012, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl Inhoudsopgave Inleiding 3 Samenvatting 5 Onderzoeksvariabelen

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray; gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht, besluit vast te stellen de Beleidsregels

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK CLIËNTERVARINGSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Loppersum Wmo Support Datum: 15 maart 2017 Versie: Definitief 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 2.1 Waarom huisbezoeken?... 3 2.2 Leeswijzer... 3 3

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus 2016 Vergelijking van de regio s Inleiding In opdracht van de schoolbesturen wordt door het een aantal belangrijke kwantitatieve gegevens

Nadere informatie

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies Versie augustus 2010 In dit document worden de procedures beschreven aangaande: 1. De indiening 2. De beoordeling van

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016 Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016 resultaten cliënten wonen Den Haag, juli 2016 Ipso Facto Beleidsonderzoek Zwaardstraat 16, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K.

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 14 december 2004, Directie Arbeidsmarktbeleid Bijzondere Groepen, nr. ABG/GA/2004/85773

Nadere informatie

Audit. Margon Tuinstra (programmamanager VIPP GGZ) Theo de Breed (NOREA) 9 mei 2019

Audit. Margon Tuinstra (programmamanager VIPP GGZ) Theo de Breed (NOREA) 9 mei 2019 Audit Margon Tuinstra (programmamanager VIPP GGZ) Theo de Breed (NOREA) 9 mei 2019 Agenda bijeenkomst Waarom een audit? Overzicht documenten audit Tijdlijn Auditproces: Theo de Breed (NOREA) Na afloop

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Niet op barcode schrijven!!,.9. e. m. een * e Bergen op Zoom Reg. Datum: 08/06/2006 Eenheid: GRIFF1.58

Niet op barcode schrijven!!,.9. e. m. een * e Bergen op Zoom Reg. Datum: 08/06/2006 Eenheid: GRIFF1.58 IWI De gemeenteraad Niet op barcode schrijven!!,.9. e. m. een * e Bergen op Zoom 106-016213 Reg. Datum: 08/06/2006 Eenheid: GRIFF1.58 Inspectie Work on Inkomon Directie Toezicht gemeenten en overige bestuursorganen

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Business Marketing Services te Badhoevedorp. Beveiliger

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Business Marketing Services te Badhoevedorp. Beveiliger ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Business Marketing Services te Badhoevedorp Beveiliger Januari 2013 Plaats: Badhoevedorp BRIN: 29WT Onderzoeksnummer: 127795 Onderzoek uitgevoerd in: November 2012

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Uitvoering Wsw-indicatiestelling door CWI

Uitvoering Wsw-indicatiestelling door CWI Opdrachtgever IWI Uitvoering Wsw-indicatiestelling door CWI Opdrachtnemer IWI Onderzoek Wsw-indicatiestelling door CWI Startdatum 1 januari 2006 Einddatum 30 september 2006 Categorie Toezicht en functioneren

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Weststellingwerf Plaats : Wolvega Gemeentenummer : 0098 Onderzoeksnummer : 292793 Datum onderzoek : 10

Nadere informatie

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen TNO-rapport KvL/GB 2009.111 Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Definitieve bevindingen MC/Lelystad

Definitieve bevindingen MC/Lelystad POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl Definitieve bevindingen MC/Lelystad

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. Basisschool De Schuilplaats

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. Basisschool De Schuilplaats RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK Basisschool De Schuilplaats Plaats : Putten BRIN nummer : 23ZZ C1 Onderzoeksnummer : 150592 Datum onderzoek : 15 januari 2013 Datum vaststelling : 28 maart

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Middelburg, juni 2016 Colofon ZB 2016 Samenstelling José van den Boomgaard Ankie Smit Esther van Sprundel ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330

Nadere informatie

Betreft Voortgang en advies Overleg Ketenregie implementatie afschaffen coulancebeleid

Betreft Voortgang en advies Overleg Ketenregie implementatie afschaffen coulancebeleid Het Ministerie van VWS T.a.v. de staatssecretaris De heer drs. M.J. van Rijn Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Ketenbureau PGB Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Betreft Voortgang en advies Overleg Ketenregie

Nadere informatie

LANDSTEDE ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING EXAMINERING 2007-2008

LANDSTEDE ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING EXAMINERING 2007-2008 LANDSTEDE ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING EXAMINERING 2007-2008 Amersfoort, juni 2008 p.2 van 17 VASTSTELLING RAPPORT Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering van

Nadere informatie

Resultaat Toetsing TNO Lean and Green Awards

Resultaat Toetsing TNO Lean and Green Awards ID Naam Koploper Datum toetsing 174 M. Van Happen Transport BV 2-4-2012 Toetsingscriteria 1. Inhoud en breedte besparingen 2. Nulmeting en meetmethode 3. Haalbaarheid minimaal 20% CO2-besparing na 5 jaar

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT. Opleidingen Boekhoudkundig medewerker/administrateur Kapper/Junior Kapper Mechanisch Operator A

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT. Opleidingen Boekhoudkundig medewerker/administrateur Kapper/Junior Kapper Mechanisch Operator A RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT Opleidingen Boekhoudkundig medewerker/administrateur Kapper/Junior Kapper Mechanisch Operator A Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

Inleiding. Aanpak

Inleiding. Aanpak 04-02-2016 Rekenkamerbrief Huisvesting brandweerkazerne en gemeentewerf, behorend bij het rapport Een goed raadsvoorstel is het halve werk, onderzoek naar de kwaliteit van raadsvoorstellen van de gemeente

Nadere informatie

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Oktober 2013

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Oktober 2013 Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits 28 oktober 2013 Deze procedure is onderdeel van het DGBC-certificeringsysteem Datum 1 november 2012 6 juni 2013 Oktober 2013 Wijziging(en) 1. Deze tabel toegevoegd;

Nadere informatie

50 plussers op de arbeidsmarkt

50 plussers op de arbeidsmarkt 50 plussers op de arbeidsmarkt Onderzoek arbeidsparticipatie 50-plus werknemers in het bedrijfsleven Het 50+ Adviescentrum heeft in de maanden februari tot en met juni 2016 onderzoek gedaan naar de participatie

Nadere informatie

Managementsamenvatting Kwaliteit onderhoud openbare ruimte Vervolgmeting 2008

Managementsamenvatting Kwaliteit onderhoud openbare ruimte Vervolgmeting 2008 Managementsamenvatting Kwaliteit onderhoud openbare ruimte 2008 Vervolgmeting 2008 Managementsamenvatting Kwaliteit Onderhoud Openbare Ruimte 2008 projectnr. 187713 revisie 1.0 9 februari 2009 Opdrachtgever

Nadere informatie

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Rijk van Nijmegen

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Rijk van Nijmegen Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Rijk van Nijmegen Het Algemeen Bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen; gelezen het voorstel van de Bestuurscommissie Werk

Nadere informatie

Keurmerk Christelijke Zorg voor zzp-ers. 1. Inleiding

Keurmerk Christelijke Zorg voor zzp-ers. 1. Inleiding Keurmerk Christelijke Zorg voor zzp-ers 1. Inleiding Ontstaan Voor iedereen die zijn leven wil richten naar de Bijbel als Gods woord is het van belang dat, indien gewenst, zijn hulpverlener diezelfde waarde

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2014 CARE COMPANY. maart 2014, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk.

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2014 CARE COMPANY. maart 2014, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2014 CARE COMPANY maart 2014, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl Inhoudsopgave Inleiding 3 Samenvatting 5 Onderzoeksvariabelen

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-9 Peter Rijnsburger DE NO-RISKPOLIS IN KAART GEBRACHT Het gebruik van de no-riskpolis door werkgevers voor werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en minder dan 35% arbeidsongeschikten

Nadere informatie

Opvragen certificatieregeling VGO-keur: www.vgokeur.nl

Opvragen certificatieregeling VGO-keur: www.vgokeur.nl Certificatieregeling VGO-keur Informatiewijzer 2015 Wat is de certificatieregeling VGO-keur? De certificatieregeling VGO-Keur bestaat sinds 2006 en is bedoeld om bedrijven zich te laten onderscheiden die

Nadere informatie

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017 Resultaatsverslag N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen op 14 februari 2017 Heerenveen, 31 juli 2017 Inleiding Op 14 februari heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna:

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513 AA1XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Beoordelingsvoorschift

Beoordelingsvoorschift Beoordelingsvoorschift Praktijkexamen Stichting Praktijkleren. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming worden openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Toekomst Promen Te besluiten om Het college van B&W besluit de volgende, in gezamenlijkheid tot stand gekomen, uitgangspunten en vragen te hanteren voor de toekomst van Promen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. obs Achtbaan, locatie Appelvink

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. obs Achtbaan, locatie Appelvink RAPPORT VAN BEVINDINGEN Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij obs Achtbaan, locatie Appelvink Plaats : Veenendaal BRIN-nummer : 13AN Onderzoeksnummer : 123184 Datum schoolbezoek : 23 juni 2011 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek 25 november 2015 GOM PAN ADVIES VOOR WONINGMARKT EN LEEFOMGEVING GOM PAN EN ADVIES VOOR WONINGMARKT EN LEEFOMGEVING DATUM 25 november 2015 TITEL Wmo

Nadere informatie

3 Management van ICT-kosten en baten

3 Management van ICT-kosten en baten 3 Management van ICT-kosten en baten Stand van zaken in de woningcorporatiesector Patrick van Eekeren en Menno Nijland Het bepalen van de hoogte van de ICT-kosten (en baten), bijvoorbeeld door gebruik

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2005 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen april 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De

Nadere informatie

SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering

SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering Alfa-College Plaats : Groningen BRIN nummer : 25LU Onderzoeksnummer : 293626 Datum onderzoek : 20 juni, 4 en 7 juli 2017 Datum

Nadere informatie

Onderwerp: Advies inzake Evaluatie mantelzorgbeleid 2017 Bijlage: Een kritische kijk op het rapport Situatie en behoeften mantelzorgers in Schagen

Onderwerp: Advies inzake Evaluatie mantelzorgbeleid 2017 Bijlage: Een kritische kijk op het rapport Situatie en behoeften mantelzorgers in Schagen Wmo- en Jeugdadviesraad Schagen Wmo- en Jeugdadviesraad Schagen p/a Jan van der Benstraat 32 1742 SE SCHAGEN wmoadviesraad@schagen.nl College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schagen Laan

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Klarinet

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Klarinet RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK De Klarinet Plaats : Lisse BRIN nummer : 08YP C1 Onderzoeksnummer : 271879 Datum onderzoek : 23 januari 2014 Datum vaststelling : 3 maart 2014 Pagina 2 van

Nadere informatie

Aanvraagprocedure reisdocumenten voor vluchtelingen of vreemdelingen als bedoeld in artikel 12, 14 en 15, tweede lid, van de Paspoortwet

Aanvraagprocedure reisdocumenten voor vluchtelingen of vreemdelingen als bedoeld in artikel 12, 14 en 15, tweede lid, van de Paspoortwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-generaal Overheidsorganisatie Contactpersoon Contactcentrum Rijksdienst voor

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Inleiding Het Zeeuwse project Laat Ze Niet Verzuipen! (LZNVZ) 1 en de 13 Zeeuwse gemeenten willen inzicht in de mate waarin alcoholverstrekkers

Nadere informatie

Stichting JGZ Zuid Holland West T.a.v. de Raad van bestuur Postbus AH Zoetermeer

Stichting JGZ Zuid Holland West T.a.v. de Raad van bestuur Postbus AH Zoetermeer > Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam Stichting JGZ Zuid Holland West T.a.v. de Raad van bestuur Postbus 339 2700 AH Zoetermeer Programma Publieke gezondheid Kabelweg 79-81 Amsterdam Postbus 20584

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index April 2014 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: april 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en

Nadere informatie

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij obs De Zonnewijzer

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij obs De Zonnewijzer RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij obs De Zonnewijzer Plaats : Hoorn Nh BRIN-nummer : 16KL Onderzoeksnummer : 123932 Datum schoolbezoek : 25 Rapport vastgesteld te Leeuwarden

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân Pagina 1-10 Het algemeen bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

FACTSHEET AFWIJKENDE WIJZE VAN EXAMINERING Elektronische meldingen Trends, analyses en wetenswaardigheden

FACTSHEET AFWIJKENDE WIJZE VAN EXAMINERING Elektronische meldingen Trends, analyses en wetenswaardigheden FACTSHEET AFWIJKENDE WIJZE VAN EXAMINERING Elektronische meldingen 2009-2013 Trends, analyses en wetenswaardigheden Scholen hebben de verplichting om aan de inspectie van het Onderwijs te melden wanneer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) Thorbecke Voortgezet Onderwijs, Afdeling VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) Thorbecke Voortgezet Onderwijs, Afdeling VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) Thorbecke Voortgezet Onderwijs, Afdeling VWO Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 15HX-0 Registratienummer: 3416702 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

Rapportage voor Saffier De Residentiegroep. Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept

Rapportage voor Saffier De Residentiegroep. Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept Rapportage voor Saffier De Residentiegroep Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept 24 februari 2015 Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorg-

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ; Ontwerpbesluit van tot aanpassing van het Besluit advisering beschut werk Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ; Gelet op de artikelen 10b, tweede lid,

Nadere informatie

Factsheet Afwijkende wijze van examineren

Factsheet Afwijkende wijze van examineren Factsheet Afwijkende wijze van examineren Elektronische meldingen 2010 tot en met 2014 Vooraf Scholen hebben de verplichting om aan de Inspectie van het Onderwijs te melden wanneer een leerling op afwijkende

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur Wiskunde A (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal 9 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen.

Nadere informatie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Echt-Susteren 2015

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Echt-Susteren 2015 CVDR Officiële uitgave van Echt-Susteren. Nr. CVDR371973_1 7 juni 2016 Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Echt-Susteren 2015 *426923* De raad van de gemeente Echt-Susteren, gezien

Nadere informatie

Bijlage 5, behorende bij de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken

Bijlage 5, behorende bij de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken Bijlage 5, behorende bij de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken Statistiek Wsw 2013 Administratieve gegevens 1. Statistiekjaar en halfjaarsperiode [jjjjh] 2. Verantwoordelijke

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking

Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking NVAO Afdeling Nederland Juli 2017 Deze nadere uitwerking bevat de aanvullende eisen behorend bij een specifieke NVAO beoordelingsprocedure die staat vermeld in het

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Scholengemeenschap Maarsbergen VMBOK

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Scholengemeenschap Maarsbergen VMBOK TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Scholengemeenschap Maarsbergen VMBOK Plaats : Maarsbergen BRIN nummer : 07KP C1 BRIN nummer : 07KP 00 VMBOK Onderzoeksnummer : 279808 Datum onderzoek : 18 november 2014

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Dr. G. van der Laan Doelstelling III van de offerte van 24 maart luidt: Het verkrijgen van inzicht terzake van de bestuurdersbenoemingen na januari 2004

Nadere informatie

Reglement Advies Commissie Toewijzing Arrangementen (ACTA)

Reglement Advies Commissie Toewijzing Arrangementen (ACTA) Reglement Advies Commissie Toewijzing Arrangementen (ACTA) Dit reglement vindt zijn grondslag in de Wet op het Voortgezet Onderwijs (artikel 17a lid 11), de Algemene Maatregel van Bestuur Passend Onderwijs,

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep;

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep; Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 2 december 2014; gelet op de artikelen 6, tweede lid, 10c en 10d van de Participatiewet; overwegende dat het college

Nadere informatie