Adviesraad Wmo Wageningen. Advies. Nadere regels voor subsidieaanvragen projecten versterken basisvoorzieningen Wageningen.

Transcriptie

1 Wmo - WI raad raad Wmo Wageningen Nadere regels voor subsidieaanvragen projecten versterken basisvoorzieningen Wageningen. nr. : 31 Datum : 23 januari 2015 Colofon De raad Wmo-WI is geïnstalleerd op 30 augustus 2007 conform art. 12 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (SB 2006 nr. 351). De raad bestaat uit 15 onafhankelijke, op persoonlijke titel benoemde leden en een benoemde voorzitter. Dagelijks bestuur: Maarten de Gouw, voorzitter Theo Lubbers, vicevoorzitter Anja Korporaal, secretaris Geja Ter Wisch, plaatsverv. secr. Correspondentieadres: Nassauweg CG WAGENINGEN adres: a.korporaal1@upcmail.nl Website:

2 aanvraag De gemeente Wageningen heeft op 17 december 2014 een adviesaanvraag ingediend bij de raad Wmo/WI (verder te noemen: AR ) inzake de nadere regels voor subsidieaanvragen projecten versterken basisvoorzieningen Wageningen. Het onderstaand advies is op 23 januari 2014 aangeboden aan het College van B&W. In de adviesaanvraag werd de volgende vraag voorgelegd: Graag uw advies over de bijgevoegde regels. A. Procedure Voor de advisering op voorliggende adviesaanvraag werd een werkgroepje van 5 personen gevormd. Na een inventarisatie van vragen en beantwoording daarvan door mevrouw A. Wiersinga, werd een preadvies opgesteld. Deze werd vastgesteld in de vergadering van de Wmo/WI adviesraad van 14 januari B. Inleiding De AR is verheugd dat de gemeente Wageningen budget beschikbaar stelt voor projecten die de basisvoorzieningen in Wageningen zullen versterken. Het actief betrekken van inwoners en maatschappelijke organisaties bij het vormgeven van het sociale domein vergroot het draagvlak en betrokkenheid en biedt kansen om het potentieel van de Wageningse bevolking op het gebied van innovatie op dit gebied aan te boren. Met het streven de nadere regels zo eenvoudig mogelijk te laten zijn kan de AR van harte instemmen. Dit biedt ruimte voor innovatie in de projecten waar subsidie voor wordt aangevraagd. De AR mist echter een kader waarbinnen deze subsidie geplaatst kan worden. Het wordt niet duidelijk uit de toelichting of deze subsidiemogelijkheid gezien moet worden als een eenmalige experiment of dat het een onderdeel is van een meerjarig plan waarin maatschappelijke organisaties en inwoners blijvend uitgenodigd worden het sociale domein in Wageningen in te richten in overeenstemming met de visie zoals die is geformuleerd in Samen Redzaam. Onduidelijk is ook hoe een deze subsidiemogelijkheid zich verhoudt tot bijv. de wijkbudgetten. Verder mist de AR een visie van de gemeente op burgerinitiatieven in het algemeen en in het bijzonder op de plaats van burgerinitiatieven binnen deze subsidiemogelijkheid. Welke ondersteuning gaat er geboden worden bij de realisatie van burgerinitiatieven of initiatieven uit de wijken, is hiervoor in de nabije toekomst een aparte subsidiemogelijkheid te verwachten. Zonder een duidelijke visie op dit punt dreigt het gevaar van een hapsnap beleid. De AR zou graag betrokken willen worden bij het ontwikkelen van zo n visie en het kiezen van de projecten. Zoals hierboven gesteld, is de AR verheugd over een dergelijk budget. Er bestaat echter de indruk dat er maar nauwelijks ruimte is voor daadwerkelijke honorering van subsidieaanvragen van initiatieven van burgers van Wageningen. Dit is een gevolg van de gestelde uiterste aanvraagdatum in combinatie met het feit dat de inwoners nog maar amper weet hebben van deze subsidiemogelijkheid en het feit dat er al een groot aantal plannen van maatschappelijke partners op de plank liggen. De AR vraagt zich verder af hoe de gemeente het beschikbare bedrag denkt te verdelen. Wordt het bedrag in kleine budgetten verdeeld of krijgen een paar goede initiatieven meer en andere minder. Een visie te ontwikkelen op de plaats en de rol van burgerinitiatieven in het sociale domein van Wageningen en in deze visie ook aan te geven welke financiële ondersteuning hierbij geboden wordt / gaat worden vanuit de gemeente. Pagina 2 van 6

3 De AR ervaart de titel van document dat ter beoordeling voorligt, als nogal onduidelijk en stelt de volgende verandering voor: De titel als volgt te veranderen: Nadere regels voor subsidieaanvragen projecten ter versterking van de basisvoorzieningen Wageningen. In de beantwoording van de vragen van de AR in het ambtelijk overleg kwam naar voren dat bekendheid wordt gegeven aan deze subsidiemogelijkheid door publicatie in de weekkrant De Stad Wageningen en op de website van de gemeente. De AR is van mening dat, om de burgers van Wageningen te wijzen op deze mogelijkheid, een actievere houding van de gemeente mag worden verwacht. meer middelen in te zetten om de inwoners van Wageningen te wijzen op deze subsidiemogelijkheid ter versterking van de basisvoorzieningen Wageningen In het ambtelijk overleg werd duidelijk dat de samenstelling van de (breed samengestelde) beoordelingscommissie nog niet is vastgesteld. Wel werd duidelijk gemaakt dat gedacht wordt aan een bezetting door 4 abtenaren en een externe deskundige. De AR is van mening dat het betrekken van de inwoners bij het vormgeven van het sociale domein zeer goed tot uiting kan komen door in deze beoordelingscommissie inwoners van Wageningen op te nemen. De AR ziet hiervoor een rol voor zichzelf weggelegd. de beoordelingscommissie als volgt samen te stellen: een gelijk aantal ambtenaren en inwoners van Wageningen, waaronder een vertegenwoordiger van de AR, en een externe deskundige. C. bij de toelichting en per artikel C.1 bij de toelichting De AR heeft begrip voor de nog bestaande onduidelijkheid over het beschikbare budget. Er wordt niet duidelijk wat het beschikbare budget voor 2015 zal zijn omdat nog onbekend is hoe hoog de kosten zullen zijn voor de gemeentelijke bijdrage aan de praktijkondersteuner GGZ jeugd (als vrij toegankelijke voorziening) en de vrij toegankelijke voorzieningen vanuit de inkoop jeugdhulp en WMO. In de andere regels wordt voorgesteld om een subsidieplafond van vast te stellen. Gevolg hiervan kan zijn dat er aanvragen gedaan worden voor projecten die door de beoordelingscommissie als zeer waardevol voor het sociale domein van Wageningen worden beoordeeld maar niet gehonoreerd zouden kunnen worden vanwege het overstijgen van het subsidieplafond van het subsidieplafond op te hogen wanneer en zodra hiertoe ruimte is. Pagina 3 van 6

4 C.2. Adviezen per artikel Artikel 1 Begripsbepalingen de onderliggende documenten, genoemd bij begripsbepaling 1, 2, 6 en 7, voor belangstellende burgers ter inzage klaar te leggen op het stadskantoor. Bij punt 7 te spreken van de Amsterdamse zelfredzaamheidsmatrix omdat Wageningen gebruikt maakt van deze matrix en geen eigen matrix heeft. Bij punt 7 de tekst kan worden-- te vervangen door wordt Artikel 2. Subsidiesoort deze subsidievorm ook in het komende jaar, evt. de komende jaren, mogelijk te maken. Artikel 3 Aanvullende verplichtingen aan de te subsidiëren activiteiten Lid 1 De AR stemt in met lid 1 De AR stemt in met lid 2 Lid 3 De AR stemt in met lid 3 Artikel 4: Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag. Lid 1 De AR verbaast zich over het woord noodzakelijk. Wanneer een project waarvoor de aanvraag wordt gedaan noodzakelijk moet zijn zou een dergelijke noodzaak toch bekend moeten zijn en opgelost moeten worden door de gemeente en niet middels deze subsidie te worden gefinancierd. lid 1: Het woord noodzakelijk in dit lid te laten vervallen. De AR constateert dat er maar weinig tijd is om een aanvraag voor deze subsidie in te dienen. Na definitieve vaststelling door het college op 10 februari resteren hiervoor nog maar 5 weken. Mogelijk zijn maatschappelijke partners nu al voldoende op de hoogte van deze subsidiemogelijkheid, maar voor burgers die subsidie willen aanvragen voor een initiatief die in aanmerking zou kunnen komen, geldt dit zeer waarschijnlijk niet. Het zou zeer ontmoedigend zijn Pagina 4 van 6

5 wanneer door gebrek aan goede voorbereidingstijd burgerinitiatieven in de kiem worden gesmoord. De adviesraad is derhalve voor het organiseren van een tweede indieningsmoment later in het jaar. Zij acht dit mogelijk aangezien niet alle voorstellen een uitvoeringstermijn van meer dan een jaar nodig zullen hebben. lid 2 de eerste uiterste inleverdatum op te schuiven naar 15 april, gevolgd door een weging door de beoordelingscommissie en tevens een tweede uiterste inleverdatum te kiezen aan het eind van 2015, gevolgd door een tweede weging door de beoordelingscommissie. Het beschikbare budget te verdelen over deze twee momenten voor het indienen van aanvragen voor deze subsidie. Artikel 5: Nadere regels beoordeling subsidieaanvraag Lid 1 De AR stemt in met lid 1 De AR is van mening dat aanvragen voor burgerinitiatieven extra aandacht en stimulans behoeven. Dergelijke initiatieven kunnen meestal niet terugvallen op financiële ondersteuning door een grotere organisatie en staan of vallen bij het al dan niet krijgen van een subsidie. Maatschappelijke partners hebben naar alle waarschijnlijkheid meer financiële ruimte om te projecten die de basisvoorzieningen zullen versterken op te zetten. De AR adviseert daarom punt f) toe te voegen aan de criteria. a) De AR stemt in met het gestelde onder a) b) De AR stemt in met het gestelde onder b) c) De AR stemt in met het gestelde onder c) De AR kan niet instemmen met het gesteld onder d) van dit artikel. Wanneer een project waarvoor de aanvraag wordt gedaan al op voorhand moet aantonen gebruik te maken van bewezen of anderszins onderbouwd effectieve hulp- en dienstverleningsmethoden, dan belemmert dit de start van projecten die innovatief van aard zijn. De AR kan wel instemmen met een aanpassing van het gestelde onder d) op de volgende manier: - de mate waarin een project verbindingen legt met en tussen organisaties die al actief zijn in de gemeente Wageningen; e) De AR stemt in met het gestelde onder e) Voorts adviseert de AR u om toe te voegen: f) bij de beoordeling van aanvragen voorrang te geven aan burgerinitiatieven mits deze voldoen aan de criteria Pagina 5 van 6

6 Artikel 6: Kwaliteitseisen De AR stemt in met dit artikel: Waarbij speciale aandacht wordt gevraagd voor onderstaande regel uit art. 7.1 van de Nadere regels jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en participatiewet 2015 De wijze waarop de eisen worden uitgevoerd is afhankelijk van de omvang van de aanbieder. Artikel 7, 8 en 9 De AR stemt in met deze artikelen Pagina 6 van 6