in Diest: het meest waardevolle natuurreservaat voor sprinkhanen in Vlaams-Brabant

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "in Diest: het meest waardevolle natuurreservaat voor sprinkhanen in Vlaams-Brabant"

Transcriptie

1 6 Brakona jaarboek 2005 in Diest: het meest waardevolle natuurreservaat voor sprinkhanen in Vlaams-Brabant Tegenwoordig wordt bij het beheer van natuurgebieden ook rekening gehouden met de ecologische vereisten van ongewervelden. Een populaire diergroep daarbij zijn de sprinkhanen. Deze dieren hebben geen nauwe binding met bepaalde plantensoorten, maar wél met de vegetatiestructuur en de bodemgesteldheid. Deze bijdrage gaat in op de bijzondere sprinkhaanfauna van de Vallei van de Drie Beken, een groot natuurgebied in een uithoek van Vlaams-Brabant. We beschrijven vooral het voorkomen en de ecotoopvereisten van de bijzondere soorten. Jorg Lambrechts Foto 1. Asdonk. Geplagd terrein in kleine groeve. Foto Jorg Lambrechts Inleiding Het natuurgebied Vallei van de Drie Beken ligt in het uiterste noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant. Het grootste deel ligt op grondgebied van de Stad Diest, meer bepaald tussen de dorpen Molenstede, Deurne, Vleugt en Schaffen. Een beperktere oppervlakte ligt in het aansluitend deel van de provincie Limburg, op grondgebied van de gemeente Tessenderlo (Engsbergen, Hulst) en de Stad Beringen (Paal) (zie Figuur 1a en Figuur 1b). De geschiedenis van de Vallei van de Drie Beken als Vlaams natuurreservaat (in beheer door het Vlaams Gewest, AMINAL, afdeling Natuur) is van recente datum (ministrieel besluit in 2000). Er is een perimeter van 1825 hectare afgebakend waarvan momenteel (toestand eind 2005) 350 ha in eigendom zijn. Tot voor kort was er zeer weinig bekend van de vegetatie en fauna in de Vallei van de Drie Beken. De aandacht van natuurvorsers ging in die omgeving naar meer befaamde natuurgebieden als de vallei van de Zwarte beek, de Demervallei (Schulensmeer, Demerbroeken, ), Gerhagen, In 2001 en 2002 is het gebied echter grondig onderzocht, zowel op fauna als op vegetatie (Butaye et al., 2003). In opdracht van Aminal afdeling Natuur is er een vegetatiekartering uitgevoerd door Jan Butaye (KULeuven) en een fauna-in-

2 Brakona jaarboek Diergroep Aantal soorten Aantal Rode-lijstsoorten Broedvogels ca Watersnip Zoogdieren 7 ventaris door Jorg Lambrechts (5 groepen ongewervelden, namelijk spinnen, loopkevers, sprinkhanen, dagvlinders en libellen) en Jan Gabriëls (avifauna) van Milieu- en natuuradviesbureau AEOLUS. Daar is een schat aan interessante gegevens uit voortgekomen en sindsdien wordt het gebied met zekere regelmaat bezocht door waarnemers van planten (Florawerkgroep Diest), libellen, vogels, Om een idee te geven van de biodiversiteit geven we in onderstaande Tabel 1 per diergroep weer hoeveel soorten er momenteel bekend zijn van het gebied en hoeveel er daarvan op de meest recente Rode lijst zijn opgenomen. De meest bijzondere soorten worden opgesomd. Uit de tabel blijkt dat er momenteel al een 150-tal Rode-lijstsoorten bekend zijn van het natuurgebied! Hierbij dienen we op te merken dat amfibieën en zoogdieren (vleermuizen!) nauwelijks onderzocht zijn. Over de spinnenfauna van het gebied werd al uitgebreid gerapporteerd in de Nieuwsbrief van de Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL (Lambrechts & Janssen, 2003). Gebiedsbeschrijving Meest bijzondere soort(en) Reptielen 1 1 Levendbarende hagedis Amfibieën 5 1 Kamsalamander Vissen 12 Libellen 28 3 Metaalglanslibel, Smaragdlibel Dagvlinders 25 2 Bont dikkopje, Kleine ijsvogelvlinder Sprinkhanen 20 9 Moerassprinkhaan, Zompsprinkhaan, Gouden sprinkhaan, Veldkrekel Zweefvliegen 85 geen Rode lijst Cheilosia semifasciata, C. uviformis Spinnen Veenpiraat (Pirata tenuitarsis), Zwarte galgspin (Lasaeola tristis), Moeraspareltje (Theridiosoma gemmosum), Mijnspin (Atypus affinis) Loopkevers Amara tricuspidata, A. kulti, Chlaenius nigricornis, C. nitidulus Lieveheersbeesten 17 geen Rode lijst Mieren 18 4 Kokersteekmier (Myrmica schencki), Duinsteekmier (Myrmica specioides), Heidedraaigatje (Tapinoma ambiguum) Planten ca 350 ca 45 Heidekartelblad, Klein glidkruid, Grondster, Waterdrieblad, Veenpluis, Moeraswederik, Gaspeldoorn en Drijvende waterweegbree Fungi Jodoformrussula (Russula turci), Gewolkte russula (R. brunneoviolacea) De drie naamgevers van het natuurgebied zijn de Grote Beek, de Middelbeek en de Kleine Beek. De laatste 2 zijn in de Middeleeuwen gegraven voor ont- Tabel 1. Aantal soorten en Rode-lijstsoorten per diergroep in de Vallei van de Drie Beken.

3 8 Brakona jaarboek 2005 Foto 2. Overstromingszone Grote Beek. Foto Jorg Lambrechts watering. Enkel de Grote Beek stroomt er van nature, maar mogelijk had die in de loop van de geschiedenis meerdere lopen. Deze waterloop ontspringt aan de voet van het Kempens plateau nabij de mijn van Beringen en mondt uit in de Demer tussen Zichem en Testelt. De beek verandert regelmatig van naam. Als men de topografische kaart raadpleegt, komt men achtereenvolgens Winterbeek (Limburgs deel), Grote beek (in ons natuurgebied), Zwart water (ter hoogte van reservaat Dassenaarde, na samenvloeiing met Kleine Beek) en de Hulpe (aan de monding) tegen. De Grote Beek overstroomt s winters frequent. Gezien de zware industriële vervuiling van het water (door Tessenderlo Chemie, reeds decennia lang) zijn deze overstromingsgebieden (zwaar) vervuild (med. Jo Van Gils). Ondanks de naam Vallei van de Drie Beken bestaat het reservaat zeker niet uitsluitend uit valleigebied. Slechts de helft van de oppervlakte van het reservaat is opgebouwd uit alluviale bodems. Deze valleibodems zijn in belangrijke mate (zeer natte) veenbodems en voorts natte tot zeer natte zandleembodems. Plaatselijk zijn er ook kleibodems aanwezig. De veenbodems liggen als een langgerekt lint centraal in het natuurgebied, langs de Grote Beek. In de niet-alluviale delen van het gebied variëren de bodems van puur zand over lemig zand tot zandleem. Een groot, droog-zandig gebied vindt men in het Prinsenbos en Eiland in Molenstede. Dat zijn voormalige landduinen (profielloze bodems). Ook qua reliëf is het natuurgebied Vallei van de Drie Beken zeer afwisselend. De eerder vlakke valleigronden liggen tussen 19 m en 23 m boven de zeespiegel. De vallei is vrij breed, op de meeste plaatsen ongeveer 2 kilometer. Aan de rand van het gebied ligt een reeks heuvels, die 40 tot 60 m hoog zijn, de zogenaamde tertiaire heuvels, ijzerzandsteenheuvels, Hagelandse heuvels, Diestiaanheuvels of getuigenheuvels. In het natuurgebied liggen 6 van deze Diestiaanheuvels: de Ekelenberg (40m), Kenisberg (42,5m), Kruisberg (57,5m), Hooilandse Berg (55m) en Busselberg (57,5m) liggen aan de zuidrand en de Molenberg (41m) ligt aan de noordrand van het natuurgebied. In de directe omgeving liggen ook nog de Lazarijberg, Venusberg, Hertenrodeberg en Klitsberg (ten zuiden) en de Houterenberg en Rodenberg (ten noorden). De grote diversiteit aan bodems, aan vochtigheid en aan reliëf weerspiegelt zich heden ten dage in een gevarieerd grondgebruik. De meest natte en de meest droge bodems zijn bebost of liggen er verlaten bij ( ruigte ). De vochtige tot droge (zandleem)bodems zijn geschikt voor landbouw en worden doorgaans ingenomen door akkers en graslanden. Samenvattend kunnen we dus stellen dat het een zeer gevarieerd gebied betreft, met belangrijke overgangen ( gradiënten ), bijvoorbeeld van droog naar nat, op korte afstand. Deze gevarieerde abiotiek biedt een goede uitgangssituatie voor een hoge diversiteit aan levensgemeenschappen. De meest voorkomende ecotopen in het valleigedeelte zijn natte graslanden, ruigten (merendeels verruigde graslanden, soms volledig gedomineerd door Riet) en (wilgen)struwelen, (elzen)broekbossen, aanplanten van Canadapopulier (met veel dode bomen wegens te nat). Vooral aan de rand van het

4 Brakona jaarboek gebied zijn heel wat graslanden omgezet in (maïs)akkers. In de vallei liggen er vele tientallen kleine vijvers aan (al dan niet verlaten) weekendverblijven. Daarvan zijn er al meer dan 20 opgekocht door afdeling Natuur en zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat hersteld. Op de valleiranden (Diestiaanheuvels) situeren zich naaldbossen (Corsicaanse en Grove den) maar ook loofbossen: Eiken-berkenbossen en Zure eikenbossen. Bebouwing komt het meest voor aan de valleiranden aan de voet van de getuigenheuvels, maar sommige (Kruisberg) zijn verkaveld. In het westen (deelgebied Asdonk) liggen heidefragmenten tussen naaldbossen ingesloten. Op het niveau van plantengemeenschappen situeren de belangrijkste natuurwaarden zich momenteel in volgende vegetaties: In de droge sfeer: droge struisgraslanden (ca. 50 ha), relicten van droge heide (enkele ha) en eiken-berkenbos (ca. 80 ha). In de vochtige sfeer zijn de beter ontwikkelde Kamgraslanden (ca. 80 ha) ecologisch het belangrijkst. In de natte terreindelen: Dottergraslanden (ca. 40 ha), zilverschoongraslanden (13 ha), Moerasspirearuigtes (ca. 140 ha) en Elzenbroekbossen (ca. 80 ha). is een relatief onversnipperd gebied. Er zijn maar 2 belangrijke verkeersassen, die het gebied in drie deelgebieden verdelen: Asdonk, Paasdonken en Brelaar-Schutshagen. Methodiek Tijdens het onderzoek in 2001 en 2002 zijn gegevens van sprinkhanen volgens 2 verschillende methodes verzameld: 1. langs vaste routes : op 24 plaatsen werd om de 2 weken op systematische wijze een vaste route van 50m afgelopen en alle zingende sprinkhanen geteld; 2. zichtwaarnemingen: losse veldwaarnemingen en gerichte inventarisatie van kansrijke locaties (vb. natte graslandcomplexen) Naast de eigen gegevens zijn er nog waarnemingen ter beschikking gesteld door Robin Guelinckx. Ook zijn er nog enkele gegevens verschenen op het waarnemingsnetwerk Hageland. Resultaten Algemene bevindingen In totaal zijn er 20 sprinkhaansoorten genoteerd in het studiegebied. Dit is ruim meer dan de helft van de 34 soorten die momenteel in Vlaanderen voorkomen. Het Negertje is enkel net buiten het gebied waargenomen, in het aanpalend Natuurpunt-reservaat Dassenaarde, en dus niet meegeteld. Deze 20 soorten behoren binnen de orde der Orthoptera (Rechtvleugeligen) tot 5 families: Sabelsprinkhanen (Tettigoniidae): Boomsprinkhaan, Gewoon spitskopje, Grote groene sabelsprinkhaan, Struiksprinkhaan, Bramesprinkhaan en Sikkelsprinkhaan; Krekels (Gryllidae): Boskrekel en Veldkrekel; Veenmollen (Gryllotalpidae): Veenmol; Doornsprinkhanen (Tetrigidae): Gewoon doorntje en Zeggedoorntje; Echte veldsprinkhanen (Acrididae): Bruine sprinkhaan, Gouden sprinkhaan, Knopsprietje, Krasser, Kustsprinkhaan, Moerassprinkhaan, Ratelaar, Snortikker en Zompsprinkhaan; De eerste 2 families behoren tot de langsprieten (Ensifera), de laatste 2 zijn kortsprieten (Caelifera). Niet minder dan 9 van de 20 soorten staan op de Rode lijst van Vlaanderen (!!) (Decleer et al., 2000), meer bepaald in de categorieën: Zeldzaam : Kustsprinkhaan, Gouden sprinkhaan, Veldkrekel, Boskrekel en Struiksprinkhaan; Bedreigd : Veenmol; Kwetsbaar : Snortikker, Zompsprinkhaan en Moerassprinkhaan; Alle vindplaatsen van de Rode-lijstsoorten zijn op Figuur 1a en Figuur 1b weergegeven.

5 10 Brakona jaarboek 2005 Figuur 1a. Westelijk deel van het studiegebied met aanduiding van de vindplaatsen van de bijzonderste soorten sprinkhanen en krekels.

6 Brakona jaarboek Figuur 1b. Oostelijk deel van het studiegebied met aanduiding van de vindplaatsen van de bijzonderste soorten sprinkhanen en krekels.

7 12 Brakona jaarboek 2005 Soorten Rode lijst # locaties zichtwaarnemingen Boomsprinkhaan 2 Struiksprinkhaan Z 2 Tabel 2: waargenomen sprinkhaansoorten (systematisch geordend en Rodelijstsoorten in vet) met aantal vindplaatsen middels zichtwaarnemingen en vaste routes Dankzij het intensieve speurwerk zijn er 8 soorten gevonden die niet langs de vaste routes geteld zijn. De vaste routes tonen duidelijk aan dat het Gewoon spitskopje en de Krasser de meest verspreide soorten zijn in het gebied. Een 5X5 kilometerhok (25 vierkante km of 2500 ha) wordt in België als hot spot voor sprinkhanen beschouwd als er meer dan 10 soorten voorkomen. In Vlaams- Brabant waren er anno 2000 slechts 2 zulke hokken (Decleer et al., 2000). Het beste hok ligt in Limburg (19 soorten). De Vallei van de Drie Beken behoort duidelijk tot de topgebieden van Vlaanderen voor sprinkhanen!! De grote sprinkhanenrijkdom in de Vallei van de Drie Beken is zeker een gevolg van de diversiteit aan habitats, meer specifiek de aanwezigheid van waardevolle droge en natte terreinen. Ook de geografische ligging, op de overgang van het Hageland naar de (Zuider)Kempen speelt een rol. De Limburgse Kempen is zeer rijk aan sprinkhanen. Soortbespreking # locaties vaste routes Grote groene sabelsprinkhaan 12 5 Gewoon spitskopje Sikkelsprinkhaan 1 Bramesprinkhaan 1 Boskrekel Z 6 Veldkrekel Z 7 1 Gewoon doorntje 5 Zeggedoorntje 8 1 Moerassprinkhaan K 1 1 Gouden sprinkhaan Z 1 1 Knopsprietje 3 3 Krasser Kustsprinkhaan Z 7 4 Zompsprinkhaan K 5 4 Bruine sprinkhaan 6 5 Ratelaar 10 5 Snortikker K 2 Veenmol B 1 Totaal aantal soorten Tabel 2. Waargenomen sprinkhaansoorten We bespreken eerst de Rode-lijstsoorten. De Boskrekel (Nemobius sylvestris) is een typische soort van zonnige, warme bosranden, bijvoorbeeld in heidegebieden, in steengroeven, langs spoorwegbermen of op open plekken in het bos. De dieren leven er tussen droog strooisel (graag tussen dorre bladeren). De Boskrekel is in 2001 en 2002 op 7 locaties in de Vallei van de Drie Beken

8 Brakona jaarboek gevonden, waarvan er 5 door Robin Guelinckx zijn gekarteerd in het najaar van Dit krekeltje leeft op 4 plaatsen in het droge, zandige gebied Prinsenbos en Eiland (deelgebied Asdonk) (3 populaties) en ook op 2 diestiaanheuvels, de Molenberg en Hooilandse berg. Tenslotte is de soort ook nog in de vallei waargenomen, namelijk onder een eikenrij aan de schans van Kelbergen, ten noordwesten van de Hooilandse berg. Op bepaalde van deze 7 locaties gaat het om uitgebreide populaties. In de omgeving van de Hooilandse berg bijvoorbeeld, is de soort op vele plaatsen gevonden: in de volledige zuid- en oostrand van het bos evenals op enkele plaatsen in de directe omgeving. Na afloop van onze studie zijn door Robin Guelinckx, die het gebied karteerde in het kader van de opmaak van de BWK (Biologische Waarderingskaart), nog belangrijke populaties ontdekt van dit onopvallende, kleine, bruine krekeltje (niet op kaart weergegeven): In 2003: 3 waarnemingen in het zuidelijk deel van de Lapse heide, 1 in het oostelijk deel van de Rodeberg (net buiten perimeter); over de ganse lengte van de holle weg Vlassaertstraat, van in de vallei in Paasdonken tot op de top van de Kruisberg en tenslotte onder oude rijen Zomereiken in Het Rot. In 2004 en 2005 nog op meerdere plaatsen in het droge deel van het studiegebied, vooral op de zuidhelling van de Busselberg. Daarnaast bleek de Boskrekel ook in de omgeving van het studiegebied nog voor te komen. Deze soort heeft een zachte zang en er zijn nog populaties te ontdekken in het gebied, maar zeker ook elders in het Hageland! De soort hoort vermoedelijk eerder thuis in de Rode-lijstcategorie momenteel niet bedreigd dan zeldzaam. Volgens Decleer et al. (2000) is ze in Vlaanderen vrijwel beperkt tot de Limburgse Kempen. Voor Vlaams- Brabant zijn er maar vindplaatsen in 2 hokken van 5X5 kilometer! Ondertussen is bekend geraakt dat de soort op heel wat plaatsen in het Hageland voorkomt (waarnemingsnetwerk Hageland). In 2002 is de meest zuidelijke, huidige vindplaats ontdekt, in het Begijnbos in Waanrode (Lambrechts & Guelinckx, 2003). Onvolwassen Boskrekel. Foto Jeroen Mentens

9 14 Brakona jaarboek 2005 Veldkrekel. Foto Jeroen Mentens De Veldkrekel (Gryllus campestris) kwam vroeger in alle Vlaamse provincies voor. Nu zijn er nog enkele relictpopulaties in Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams- Brabant, terwijl er in Limburg nog vele vindplaatsen zijn. In Wallonië zijn er in elke provincie nog enkele populaties en enkel in het uiterste zuiden is de soort wat talrijker (Decleer et al., 2000). De Veldkrekel is sterk achteruitgegaan, vooral in Brabant waar veel vindplaatsen in het Brusselse bekend waren. Dit wordt niet weerspiegeld in de Rode-lijstcategorie zeldzaam. Dit is vermoedelijk doordat er recent veel gegevens van Limburg zijn doorgegeven. In Nederland is de soort zeer sterk afgenomen en opgenomen als bedreigd op de Rode lijst (Kleukers et al., 1997). De Veldkrekel is beperkt tot warme en droge biotopen, meestal op zandbodem, bijvoorbeeld: heischrale graslanden, heideterreinen, stuifzand en jonge kapvlakten. Voor het (overmatig) gebruik van meststoffen een aanvang nam, kwam de soort ook in het agrarisch cultuurlandschap voor (graslanden, akkers). Het optimale habitat is een lage, grazige vegetatie met veel graspollen en een vijfde tot een derde onbegroeide bodem. De soort is ongevleugeld en verspreid zich dus enkel over de bodem. Onder gunstige omstandigheden (goed biotoop en warme zomer) kan een populatie Veldkrekels zich zeer sterk uitbreiden (Kleukers et al., 1997). De Veldkrekel is in de Vallei van de Drie Beken waargenomen in de gebiedjes Prinsenbos en Eiland. Het gaat vermoedelijk om een aaneengesloten populatie. De grootste aantallen (tientallen zangposten) zijn aangetroffen op een recente kaalkap van een grove-dennenbos waar massaal heide kiemt. Ook een aanpalende duinrug, waar het naaldhout al vele jaren geleden is gekapt, is in trek bij Veldkrekel. Verspreide zangposten (moeilijk te schatten en te lokaliseren) vindt men in de graslanden ten noorden en ten zuiden van de Prinsendreef. Voor het voortbestaan van deze soort is alle hoop gericht op het heideherstel dat gepland is door afdeling Natuur.

10 Brakona jaarboek De Moerassprinkhaan (Stethophyma grossum) komt in alle provincies in Vlaanderen voor, maar slechts op een beperkt aantal plaatsen. De meeste populaties leven in de Kempense beekvalleien. In Vlaams-Brabant is de soort maar van één plaats bekend, in de Demervallei. In Wallonië is de soort talrijk in de riviervalleien in het zuiden van de provincies Namen en Luxemburg, verder heel zeldzaam (Decleer et al., 2000). In Nederland zijn nog vrij veel vindplaatsen bekend, maar zijn er ook veel verloren gegaan, zodat de soort als kwetsbaar is opgenomen. De Moerassprinkhaan komt steeds op plaatsen voor waar ten minste in de winter een hoge grondwaterstand heerst. Deze plaatsen gaan van oligotroof tot eutroof, zolang de vegetatie niet te hoog is (bijvoorbeeld hoog Riet is ongeschikt). De eieren worden in de bodem afgezet of net erboven en zijn heel gevoelig voor uitdroging. De sprinkhanen eten grassen (onder andere Pijpestro en Riet) en cypergrassen, maar geen kruiden (Kleukers et al., 1997). Heutz & Verheyen (1998) melden dat Moerassprinkhanen vaak op de overgang van hoog gras naar lage vegetatie voorkomen. Mannetjes houden zich op in het hoog gras en vrouwtjes in de lage vegetatie (om eieren af te zetten?). Volgens Kleukers et al. (1997) moet men zorgen dat er voldoende afwisseling in de vegetatiestructuur is (voor de verschillende levensstadia). Van de Moerassprinkhaan was al bekend dat hij in de Vallei van de Drie Beken voorkomt (med. Jo Van Gils), namelijk in de natte ruigte in de overstromingszone van de Grote Beek in Schutshagen ( Onder Molenberg ). Opvallend is dat de soort maar in een beperkt deel van de ruigte voorkomt, namelijk enkel ten westen van de Grote Beek, in een hoge dichte vegetatie van Melkeppe en Riet. We namen de soort in 2001 ook waar (3 zingende mannetjes) in het aan deze ruigte aanpalend grasland dat jaarlijks gemaaid wordt. De dieren zaten bovenop de lage vegetatie te zingen en vlogen bij verstoring meerdere meters ver. Gaat het hier enkel om zwervende mannetjes die afkomstig zijn van de populatie in de ruigte? In 2003 zijn op 29 juli op deze locatie minstens 12 tikkende mannetjes Moerassprinkhaan gehoord door Robin Guelinckx, waarvan 7 in het gemaaide dottergrasland en minstens 5 in de aanpalende melkepperuigte. Op 28 juli 2003 zijn minstens 10 zangposten gehoord in dezelfde ruigte met Melkeppe en Riet, maar enkele honderden meters ten zuiden van deze vindplaats. De vraag stelt zich waarom deze soort slechts een klein deel van een grotere oppervlakte schijnbaar geschikte ruigte bewoont. Dit verschijnsel is nog vastgesteld, namelijk in de Bourgoyen-Ossemeersen (Gent). Daar ging het om één der weinige dottergraslanden die niet gemaaid of begraasd werden en waar een sterk verruigde vegetatie van Liesgras, Rietgras, voorkomt. Daardoor treedt er ook sterke strooiselophoping op (Hendrickx, 2002). In de Vallei van de drie Beken lijkt een grote oppervlakte geschikt gebied aanwezig. Moerassprinkhaan. Foto Diane Appels

11 16 Brakona jaarboek 2005 Gouden Sprinkhaan, vrouwtje. Foto Robin Vermeylen Foto 3. Gouden Sprinkhaan. Foto Jorg Lambrechts De Gouden sprinkhaan (Chrysochraon dispar) was voor dit onderzoek slechts van 1 locatie in Vlaams-Brabant bekend. In 1998 is ze ontdekt in een overstromingsgebied (wachtbekken) van de Velpe in Miskom (Lambrechts & Guelinckx, 2000). In 2005 is een populatie in het provinciaal domein Het Vinne ontdekt en is een zwerver in de Grote- Getevallei waargenomen in het provinciaal natuurgebied Getebos (zie mededeling op Voorts zijn er enkel heel wat vindplaatsen in Limburg én in West-Vlaanderen. Het is erg opvallend dat de soort ten zuiden van Samber en Maas algemeen is en er ook in (heel) droge ecotopen (kalkgraslanden, droge wegbermen) voorkomt (Decleer et al., 2000). In Nederland heeft de soort, net als in Vlaanderen, een versnipperde verspreiding en ze is vermoedelijk afgenomen. Ze is als kwetsbaar in de Rode lijst opgenomen (Kleukers et al., 1997). Recent is er een toename in natuurontwikkelingsgebieden langs de grote rivieren en in Zuid-Limburg (Kleukers, 2005). De Gouden sprinkhaan zet haar eieren af in beschadigde plantenstengels (braam, lisdodde, russen,...) of vermolmd hout aan de rand van dichte, hogere vegetaties. De dieren voeden zich met grassen en cypergrassen en niet met kruiden. Uit onderzoek in natte heide (Lambrechts et al., 2002) bleek: open plekjes in gagelstruwelen, met een dichte Pijpestro-vegetatie, die lange tijd niet meer beheerd zijn, hebben een grote aantrekkingskracht op deze soort; De Gouden sprinkhaan mijdt veel meer dan de Zompsprinkhaan kale bodem. Ze is nooit op een plagplaats vastgesteld. Vermits de soort haar eieren in plantendelen afzet, kan men verwachten dat naast plaggen ook maaien een negatief effect heeft: (een groot deel van) de eieren worden mee verwijderd. Het beheer mag dus niet te intensief zijn. In graslanden is extensieve begrazing positief, evenals gefaseerd maaien. In de Vallei van de Drie Beken komt ze enkel voor in de natte ruigtes in de overstromingszone van de Grote Beek in Schutshagen. Deze soort is al vroeg op het jaar adult en is op 26 juni 2001 ontdekt (5-tal zangposten). Net zoals in de Vallei van de Zijpbeek is vastgesteld in natte heide (Lambrechts, 2002), komt de Gouden sprinkhaan in de Vallei van de Drie Beken in heel wat lagere dichtheden voor dan de Zompsprinkhaan. De Kustsprinkhaan (Chorthippus albomarginatus) komt in België vrij algemeen in de kuststreek voor en verspreid in Noord- en Midden-Limburg, de Fagne- Famenne en Lotharingen. De soort zou nog nooit waargenomen zijn in de provincies Oost-Vlaanderen, Vlaams-brabant en Antwerpen. Op basis daarvan is ze opgenomen als zeldzaam in de Rode lijst (Decleer et al., 2000). Enkele eigen waarnemingen (o.a. in provincies Ant-

12 Brakona jaarboek werpen en Limburg) en waarnemingen van Robin Guelinckx doen vermoeden dat deze soort (sterk) onderbemonsterd is. De zachte (maar typische) zang, die makkelijk verloren gaat tussen de veel talrijkere Krassers, is een mogelijke verklaring waarom ze over het hoofd gezien wordt. In Nederland is de Kustsprinkhaan zeer algemeen en zijn de populaties stabiel tot toegenomen. Ze wordt dan ook als niet bedreigd beschouwd (Kleukers et al., 1997). In het binnenland prefereert de Kustsprinkhaan vochtige milieus, aan de kust kan ze dankzij de hoge luchtvochtigheid ook in droge duinen overleven (Decleer et al., 2000). In Nederland is de Kustsprinkhaan zeer algemeen in het noorden en het westen (het laaggelegen deel) en veel zeldzamer op de hogere zandgronden. Dit is mogelijk een gevolg van interspecifieke concurrentie met de Krasser, die in het noorden en westen weinig voorkomt. De Kustsprinkhaan heeft wel een vrij beperkte biotoopkeuze (Kleukers et al., 1997). In het binnenland prefereert ze vochtige, voedselarme hooilanden (vb. blauwgraslanden), maar komt ook voor in lichtbemeste weilanden (Kleukers et al., 1997). De Kustsprinkhaan is verspreid over het hele studiegebied waargenomen: 4 Minst in Asdonk: slechts eenmaal een mannetje (zwerver?), in een grasland aan de voormalige zandgroeve, waar een gradiënt van nat naar droog grasland aanwezig is. Er is nog verder gericht gezocht naar deze soort, zonder resultaat (bemoeilijkt door de hoge aantallen Krasser); 4 2 populaties in Paasdonken: 1 in een vochtig (winternat), door schapen begraasd grasland (tussen de Wolbergenvliet en de Genevense vliet), waar de soort vooral in een zone met lage vegetatie langs een sloot voorkomt; in een vochtig begraasd weiland langs de Kleine Beek; 43 populaties in Schutshagen: in de overstromingszone van de Grote Beek: grote populatie, verspreid over meerdere plaatsen langs weerszijden van de beek, die allemaal gemaaid worden! in natte weilanden (waarvan 1 gehooid is en 1 begraasd) in het graslandcomplex tussen de Rijselsestraatvliet en de Middelbeek; in natte graslanden langs de Winterbeek in Schoonheeser. Deze worden gemaaid, maar tenminste 1 is sterk verruigd. Deze verruiging is evenwel een recent verschijnsel --veroorzaakt door overstroming met vervuild water, doordat de Winterbeek niet meer geruimd wordt en het beekpeil hoger staat dan de omgeving-- want enkele jaren geleden stond er nog Blauwe knoop) Robin Guelinckx vond de soort nog op enkele bijkomende plaatsen in de omgeving van het Rot. De Kustsprinkhaan lijkt een voorkeur te hebben voor vochtige tot natte graslanden met vrij korte vegetatie. Een aantal worden vrij intensief begraasd door schapen (1 locatie) of koeien (2 locaties) en de laatste 2 zijn botanisch weinig waardevol (bemest). Andere graslandlocaties worden gemaaid. We kunnen besluiten dat de precieze beheersvorm van graslanden er niet echt toe lijkt te doen voor Kustsprinkhaan, als er maar (jaarlijks) beheer plaatsvindt. In ruigte ontbreekt de soort. Kustsprinkhaan. Foto Robin Vermeylen

13 18 Brakona jaarboek 2005 Snortikker. Foto Diane Appels De Snortikker (Chorthippus mollis) is algemeen in de Kempen en daarbuiten lokaal te vinden in heiderelicten en op landduinen (Decleer et al., 2000). In Belgisch Limburg zijn weinig oude gegevens van de Snortikker omdat de soort vroeger niet herkend werd (ze gelijkt zeer sterk op Bruine sprinkhaan en Ratelaar). Tegenwoordig weet men dat de zang een goed kenmerk is en zeer bruikbaar is voor inventarisatie. De soort blijkt momenteel zeer algemeen te zijn in Limburg in de geschikte biotopen (Verstraeten, 1993). Nochtans wordt ze voor Vlaanderen beschouwd als kwetsbare soort, (Decleer et al., 2000). In Nederland kwam de soort vroeger enkel in de duinen, op droge heide en in heischraal grasland voor. De laatste 20 jaar vond daar een areaaluitbreiding in noordelijke richting plaats waarbij veelvuldig dijken en (spoor)wegbermen bewoond worden. Ze is dus sterk toegenomen en niet bedreigd (Kleukers et al., 1997). Opmerkelijk is dat de Snortikker in Wallonië ontbreekt (Decleer et al., 2000). Binnen droge heide heeft de soort duidelijk een voorkeur voor grazige plaatsen (Lambrechts et al., 2000). De Snortikker is in de Vallei van de Drie Beken in lage aantallen waargenomen in de droge, matig voedselarme graslanden ten noorden en ten zuiden van de Prinsendreef. De soort komt er voor ten midden van zeer hoge aantallen Ratelaar en Bruine sprinkhaan. Dit zijn nauw verwante en sterk gelijkende soorten. Aandachtig luisteren leverde enkele zangposten Snortikker op. In 2005 is de soort ook aan de volledig andere zijde van de perimeter waargenomen: op de zuidhelling van de Busselberg zit ze in een vegetatie van Struikheide en Tandjesgras (med. R. Guelinckx.). Net ten zuiden van het studiegebied komt de soort voor op de Lazarijberg en aan Fort Leopold (waarnemingsnetwerk Hageland) en op de Rode (med. R. Guelinckx). De soort zou nog niet waargenomen zijn op het aanpalende vliegveld van Schaffen (med. K. Berwaerts), hoewel dit zeer geschikt lijkt.

14 Brakona jaarboek De Veenmol (Gryllotalpa gryllotalpa) is een soort met een voorkeur voor vochtige en humusrijke bodems (heel graag in moestuinen) en is op basis van deze habitatkeuze te verwachten in het studiegebied. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt op de grens van Antwerpen en Vlaams-Brabant in de Vlaamse vallei. Er zijn geen waarnemingen in de directe omgeving van het studiegebied bekend volgens de voorlopige verspreidingsatlas, maar in het voorjaar van 2003 zijn er wel vondsten verricht in moestuinen in Zelem en Halen (med. Iwan Lewylle). De ondergrondse en nachtelijke levenswijze maken dat de Veenmol een moeilijk te inventariseren soort is. De dieren maken s nachts een luid snorrend geluid (dat enigszins op Nachtzwaluw en Rugstreeppad lijkt) en kunnen zo opgespoord worden (Decleer et al., 2000). De soort is in het voorjaar van 2004 gehoord in de voormalige zandgroeve. Het kon tot op enkele meters afstand benaderd worden maar liet zich niet zien (med. Mischa Indeherberg, Aeolus). De Zompsprinkhaan (Chorthippus montanus) lijkt sterk op de zeer algemene Krasser. De soort is in België vrijwel beperkt tot Kempense beekvalleien en de Hoge Venen (Decleer et al., 2000). Recent (in 2001) is een populatie ontdekt in de zeer bijzondere dottergraslanden van het Natuurpunt reservaat De Snoekengracht in Boutersem. Dit is samen met de populaties in het studiegebied de enige in Vlaams-Brabant. In Nederland is de soort afgenomen en staat op de Rode lijst in de categorie kwetsbaar (Kleukers et al., 1997). Het biotoop bestaat uit vochtige tot natte graslanden, meestal op venige bodem, en waar een extensief beheer plaatsvindt (Decleer et al., 2000). Kleukers et al. (1997) benadrukken ook het extensief (maai)beheer van heel wat vindplaatsen. De eieren worden afgezet in de bodem en aan de basis van grassen. Voor de ontwikkeling van de eieren is een hoge bodemvochtigheid van belang. We vermelden nog enkele vaststellingen betreffende de habitat uit een studie in Veenmol. Foto Jeroen Mentens

15 20 Brakona jaarboek 2005 Struiksprinkhaan. Foto rechts Diane Appels, foto links Jorg Lambrechts natte heide (Lambrechts, 2002): In een zeer kwelrijke venige heide in de Vallei van de Ziepbeek, waar jaarlijks eind oktober de Gagel gemaaid wordt, komt de soort in hoge dichtheden voor. De aanwezigheid van grassen (in casu Pijpestro) als voedselbron blijkt belangrijk. In een pure Dopheidevegetatie was de soort afwezig, terwijl plekjes waar wat Pijpestro voorkomt wel bewoond worden (zonder dat het gras dominant hoeft te zijn). Locaties met dominantie van Pijpestro zijn evenwel ook in trek bij de Zompsprinkhaan. De vindplaatsen van de Zompsprinkhaan in de Vallei van de Drie Beken zijn geconcentreerd op 3 plaatsen, telkens in een andere deelgebied: 4 In Asdonk is de soort niet vastgesteld, maar we vonden wel een populatie (net buiten het studiegebied) langs het Zwart water (= Grote Beek) in het Natuurpuntreservaat Dassenaarde, in verruigende graslanden met veel Veldrus en Pitrus; 4 In Paasdonken: 2 nabij elkaar gelegen populaties: Grote populatie in een verruigend grasland gedomineerd door witbol, tussen de Grote Beek en de Middelbeek. De dieren zitten ook op een gemaaid veldwegje langs de Middelbeek; Populatie tussen de Middelbeek en de Kleine Beek, in een volledig door Pitrus gedomineerde ruigte. 4 In Schutshagen: zeer grote populatie (aanzienlijke dichtheden) in de overstromingszone van de Grote Beek, op beide oevers van de beek. Uit de tellingen langs de monitoringsroute kunnen we afleiden dat er zowel in gemaaide (2) als verlaten, verruigde (1) graslanden hoge dichtheden kunnen voorkomen (resp. 18, 11 en 21 zangposten / 50m). Binnen de overstromingszone zien we hogere aantallen in 2 gemaaide dan in verruigde omstandigheden (resp.18, 11 versus 5 zp.). De Struiksprinkhaan (Leptophyes punctatissima) maakt een geluid dat voor de mens nauwelijks hoorbaar is en dat maakt haar moeilijk inventariseerbaar. Men kan een bat-detector gebruiken of slepen met een net. De soort is verspreid over Vlaanderen en Wallonië aanwezig (behalve Ardennen) en komt voor in allerlei biotopen met verspreid staande bomen en struiken (ruigtes, struwelen, in en aan de rand van bos, parken en tuinen) (Decleer et al., 2000). De soort hoort ons inziens in de categorie momenteel niet bedreigd thuis in plaats van zeldzaam, wat enkel een gevolg is van onderbemonstering. Met sleepvangsten is door ons 2 keer een juveniel dier gevangen in de Vallei van de Drie Beken: in het lichtrijk berkenbestand op de Hooilandse berg en langs een geherstructureerde vijver.

16 Brakona jaarboek De hiernavolgende soorten worden momenteel als niet bedreigd beschouwd in Vlaanderen. De Boomsprinkhaan (Meconema thalassinum) is vergelijkbaar met de Struiksprinkhaan in de zin dat ze geen voor de mens hoorbaar geluid maakt en vooral in de struik- en boomlaag leeft. Ze is tweemaal gevangen door sleepvangsten, in het lichtrijk berkenbestand op de Hooilandse berg en in een houtkant langs een veldwegje. De Krasser (Chorthippus parallelus) bereikt zijn hoogste aantallen in (vrij) droge, vochtige en natte graslanden. De aantallen in ruigtes liggen veel lager. Op meerdere plaatsen waren de dichtheden zo hoog dat de aantallen zangposten niet precies konden geteld worden langs de monitoringsroute. Het Knopsprietje (Myrmeleotettix maculata) is in Vlaanderen algemeen op zandbodems en komt vooral in de Kempen voor. De soort is talrijk op een kaalkap (Eiland) waar massaal heide opschiet. Het Knopsprietje is daarbuiten enkel gevonden op open plekjes in het Prinsenbos (ook zeer kleine open plekjes tussen hoge Struikheide) en in de voormalige zandgroeve, waar ze enkel in een strook met kale, droge bodem langs een houtkant zat. De populaties hebben dus een aanzienlijk regionaal belang en waren anno 2001 de enige bekende in Vlaams-Brabant (Decleer et al., 2000). Momenteel zijn er een vijftal vindplaatsen in Vlaams-Brabant ( waaronder het vliegveld van Schaffen (waarnemingsnetwerk Hageland). Het Zeggedoorntje (Tetrix subulata) is op 9 plaatsen verspreid over het studiegebied waargenomen. De plaatsen waar ze talrijk is, zijn natte pioniersituaties: hoge aantallen op de oever van een grote droogvallende plas in het Prinsenbos en wat minder aan de natte plek in de voormalige zandgroeve. Op de oever van 3 recent geherstructureerde vijvers was ze present. Het Gewoon spitskopje (Conocephalus dorsalis) komt voor op vochtige tot natte terreinen met halfhoge dichte vegetatie. De soort is uiterst algemeen in het studiegebied: langs 19 van de 24 vaste routes en vaak talrijk. Uit de tellingen langs de vaste routes blijken dichtheden van 15 zangposten/50m. De soort is niet beperkt tot het alluviaal gebied, maar komt ook in de droge deelgebieden Prinsenbos en Eiland voor op geïsoleerd gelegen natte plekjes. Op de meeste plaatsen met hoge aantallen groeit veel Pitrus en zitten de dieren daartussen. De Bramensprinkhaan (Pholidoptera griseoaptera) is in de leemstreek één der algemeenste sprinkhaansoorten. Ze is éénmaal waargenomen in het studiegebied, in de oostelijke berm van de steenweg Diest Tessenderlo, in de vallei ter hoogte van Rietbroek. Weg(berm)en zijn vaak aangelegd met aangevoerde grond en dat kan terreinen in zandige gebieden geschikter maken voor deze soort. Vanuit ecologisch oogpunt is dit uiteraard niet wenselijk. Net buiten het studiegebied komt ze voor langs het Zwart Water in Dassenaarde. De Sikkelsprinkhaan (Phaneroptera falcata) is een zuidelijke soort die toeneemt in Vlaanderen en Nederland (Kleukers, 2005). Eind juli 2003 is de soort door Robin Guelinckx waargenomen in de ruigtes in de overstromingszone van de Grote Beek in Schutshagen ( Onder de Molenberg ). Het ging om een flinke populatie van tientallen exemplaren (mannetjes en vrouwtjes). Vergelijking van de 4 natte soorten In de overstromingszone van de Grote Beek in Schutshagen komen (de) 4 bijzondere Rode-lijstsoorten van nat terrein voor die in Vlaanderen voorkomen. De Moerassprinkhanen houden zich in de hoge dichte ruigte op, hoewel er zingende mannetjes zijn waargenomen in een gemaaide dottergrasland en de literatuur vermeldt dat vrouwtjes lage vegetatie opzoeken om eitjes af te zetten.

17 22 Brakona jaarboek 2005 De Gouden sprinkhanen houden zich enkel (in relatief lage dichtheden) in de halfhoge ruigtes op. De vegetatiestructuur bestaat er uit een lage (0,5m), dichte Hennegrasvegetatie waar bloeiwijzen van Engelwortel bovenuit steken. De Zompsprinkhaan is heel talrijk in dit type ruigte, waar de mannetjes op de vegetatie zitten te zingen. De soort is echter ook op de gemaaide paden en in de gemaaide graslanden talrijk. De Kustsprinkhaan is enkel in het gemaaide grasland en op de gemaaide paden doorheen de ruigtes gezien. De conclusie is dus dat de verschillende vegetatiestructuren langs elkaar nodig zijn om de 4 soorten te herbergen en deze vereisen ook verschillend beheer. Ontbrekende soorten Ondanks de soortenrijkdom en het relatief hoge aantal Rode-lijstsoorten zijn er nog een aantal soorten die konden verwacht worden op basis van de aanwezige habitats, waarvan diverse Rodelijstsoorten: Het gebied Prinsenbos lijkt zeer geschikt voor Heidesabelsprinkhaan (Rode Lijst: Zeldzaam) en plaatselijk (vochtige heide) vrij geschikt voor Negertje (Rode Lijst: Zeldzaam). De graslanden ten noorden en ten zuiden van de Prinsendreef lijken vrij goed voor Wekkertje (Rode Lijst: Kwetsbaar), als men zones zou voorzien die niet jaarlijks gemaaid worden (verdraagt geen intensief maai- of graasbeheer). Deze 3 soorten komen in het nabijgelegen gebied Houterenberg-Pinnekeswijer voor (Gorssen & Lambrechts, 2001). De Heidesabel was er in 2000 talrijk in elk perceel open heide en sindsdien zijn de heiderelicten er verder opengemaakt. De reden waarom Heidesabelsprinkhaan ontbreekt is vermoedelijk dat het Prinsenbos een lange geschiedenis als bos achter zich heeft, zoals blijkt uit historische kaarten. De Houterenberg daarentegen was tot voor 50 jaar nog volledig open heide (med. H. Vannerom). De Heidesabel kan hoge dichtheden bereiken in pure Pijpestro-vegetaties (Lambrechts, 2002). Een recente waarneming van Negertje in Dassenaarde (med. Koen Aerts) is zeer interessant en dient verder opgevolgd. Het Duindoorntje of Zanddoorntje (Rode lijst: Kwetsbaar) bewoont natte pioniervegetaties en kon op de oever van de droogvallende plas in het Prinsenbos verwacht worden. Recent is de soort op meerdere plaatsen gevonden in de provincies Limburg en Antwerpen (zie en ze zou zich in West- Europa aan het uitbreiden zijn (Decleer et al., 2000). Het Zuidelijk spitskopje en de Greppelsprinkhaan (Rode lijst: Kwetsbaar) zijn soorten die recent toenemen in Vlaanderen en kunnen verwacht worden in het studiegebied.

18 Brakona jaarboek Besluit Binnen de reservaatsperimeter van de Vallei van de Drie Beken zijn recent 20 sprinkhaansoorten waargenomen. Net buiten het studiegebied, in het reservaat Dassenaarde, kan daar nog het Negertje aan toegevoegd worden. Dit maakt dat het gebied op Vlaams niveau als een echte hot spot voor sprinkhanen kan beschouwd worden. Negen van de 20 soorten staan op de Vlaamse Rode lijst. Deze zijn niet allemaal in even sterke mate bedreigd in Vlaanderen, maar dat komt ons inziens in tegenstelling tot libellen en dagvlinders - onvoldoende tot uiting door de Rodelijstcategorieën. Dat is een gevolg van een te beperkt aantal waarnemingen. Wij maakten dan ook een onderscheid in 3 categorieën, volgens prioriteit voor natuurbehoud. Hoogste prioriteit: Moerassprinkhaan, Zompsprinkhaan, Gouden sprinkhaan, Veldkrekel; Middelmatige prioriteit: Kustsprinkhaan, Boskrekel; Laagste prioriteit: Snortikker, Struiksprinkhaan; In Vlaanderen zijn er vier typische Rode-lijstsoorten van natte graslanden in beekvalleien en deze zijn alle vier gevonden: Moerassprinkhaan (Kwetsbaar), Gouden sprinkhaan (Zeldzaam), Kustsprinkhaan (Zeldzaam) en Zompsprinkhaan (Kwetsbaar). In het overstromingsgebied van de Grote Beek in Schutshagen zijn de 4 soorten samen gevonden op enkele hectare, wat uniek is voor Vlaanderen!! Om deze te behouden dient men de diversiteit in de vegetatiestructuur, zoals die nu aanwezig is, te behouden: afwisseling van hoge dichte ruigte (voor Moerassprinkhaan) met lagere ruigte (voor Gouden sprinkhaan en Zompsprinkhaan) en gemaaide situaties (Kustsprinkhaan en hoge aantallen Zompsprinkhaan). De maai-inspanningen die de beheerder in deze overstromingszone levert, zijn dus duidelijk lonend en dienen volgehouden te worden, al zouden ze op botanisch vlak geen spectaculaire resultaten opleveren. De 4 overige Rode-lijstsprinkhanen zijn aan droger terrein gebonden. Veldkrekel en Snortikker zijn beperkt tot de droge delen van het Prinsenbos en Eiland. Boskrekel komt daarnaast ook op meerdere diestiaanheuvels voor. Drogere plekken zijn over het algemeen soortenrijker wat betreft sprinkhanen, maar in de Vallei van de Drie Beken zijn de natte terreindelen minstens even waardevol voor deze diergroep. Op de inrichtings- en beheermaatregelen die we voorstelden ten behoeve van het behoud van de bijzondere sprinkhaanfauna zijn we in deze bijdrage niet verder ingegaan. Dat zou hier te ver leiden. Men kan deze terugvinden in de inventarisatiestudie (Butaye et al., 2002) of het recent afgewerkte beheerplan (Lambrechts et al., 2005). Dankwoord Wener Verheijen (Aeolus) maakte de kaartjes aan. Robin Guelinckx wil ik bedanken om een eerdere versie van deze tekst na te lezen en aanvullende waarnemingen toe te sturen.

19 24 Brakona jaarboek 2005 Referenties Butaye, J., J. Lambrechts, J. Gabriëls & M. Hermy (2003). Studie van het abiotisch en biotisch milieu van de Vallei van de Drie Beken. KULeuven & AEOLUS i.o.v. AMINAL, afdeling Natuur Vlaams-Brabant. Decleer, K., H. Devriese, K. Hofmans, K. Lock, B. Barenburg & D. Maes (2000). Voorlopige atlas en rode lijst van de sprinkhanen en krekels van België. Saltabel i.s.m. IN en KBIN, rapport IN2000/10. Gorssen, J. & J. LAMBRECHTS (2001). Beheersplan voor het Vlaams natuurreservaat Houterenberg-Pinnekeswijer. AEOLUS in opdracht van AMINAL afdeling Natuur (Limburg). Hendrickx, F. (2002). De Moerassprinkhaan in de Bourgoyen-Ossemeersen: een nieuwe vindplaats voor Oost-Vlaanderen. Saltabel 19: 6-8. Heutz, G. & R. F. Verheyen m.m.v. J. Gabriëls, (1998). Versterking natuurcomponent natuurgericht toerisme in het Regionaal Landschap Kempen en Maasland. Efro-project (3.4.5). In opdracht van: Regionaal Landschap Kempen en Maasland en Aminal - Afdeling Natuur. Kleukers, R.M.J.C., E.J. Van Nieukerken, B. Ode, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. Van Wingerden (1997). De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse fauna l. Nationaal Natuurhistorisch Museum, KNNV Uitgeverij & EIS-Nederland, Leiden. 416 blz., 16 platen. Kleukers, R.M.J.C. (2005). Sprinkhanen en krekels in de periode Waarnemingenverslag ongewervelden Uitgegeven door EIS Nederland, de Vlinderstichting en de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie. Lambrechts, J. (2002) m.m.v. J. Gabriels, M. Janssen, E. Stassen, F. Vankerk- hoven, M. Indeherberg & W. Verheijen. Onderzoek naar sturing van het beheer van natte heideterreinen. Eindverslag. AEOLUS in opdracht van AMINAL afdeling Natuur (Limburg). Lambrechts, J. & R. Guelinckx (2000). Bijzondere sprinkhaansoorten in Oost-Brabant. Natuurpunt Oost- Brabant vzw. Jaarboek natuurstudie 1: Lambrechts, J. & R. Guelinckx (2003). Een overzicht van bijzondere waarnemingen in Zuidoost-Brabant in Natuurpunt Oost-Brabant vzw. Jaarboek natuurstudie 4: Lambrechts, J. & M. Janssen (2003). De spinnenfauna van het Vlaams natuurreservaat Vallei van de Drie Beken : van droge duinen tot venige valleibodem. Nwsbr. Belg. Arachn. Ver. (2003), 18 (2-3): Lambrechts, J., M. Indeehrberg & B. Aubroeck (2005). Beheerplan Vallei van de Drie beken. AEOLUS i.o.v. AMI- NAL, afdeling Natuur Vlaams-Brabant. Verstraeten, F., (1993). Sprinkhanen in Limburg vroeger en nu. Jaarboek Likona 1992: Jorg Lambrechts Aeolus Vroentestraat 2b 3290 Schaffen (Diest) jrlambrechts@arcadisaeolus.be

20 Brakona jaarboek

SPRINKHANEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002

SPRINKHANEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002 2002 SPRINKHANEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002 FEBRUARI 2002 tekst Vincent Kalkman productie Stichting European Invertebrate Survey - Nederland postbus 9517, 2300 RA Leiden tel.

Nadere informatie

Sprinkhanen in het Nationaal Park Hoge Kempen

Sprinkhanen in het Nationaal Park Hoge Kempen artikel n 7 likona jaarboek 2005 n 15 58 Sprinkhanen in het Nationaal Park Hoge Kempen Sprinkhanen worden pas sinds het begin van de jaren tachtig relatief goed bestudeerd in Vlaanderen. Momenteel zit

Nadere informatie

Verspreiding sprinkhanen en krekels in Rotterdam

Verspreiding sprinkhanen en krekels in Rotterdam Verspreiding sprinkhanen en krekels in Rotterdam Voorlopige verspreidingskaarten 2000-2011 Versie 25-07-2011 Colofon titel auteurs foto s omslag kaartmateriaal Verspreiding sprinkhanen en krekels in Rotterdam

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT vzw Een onafhankelijke organisatie gedragen door vrijwilligers grootste natuurbeschermingsorganisate in Vlaanderen eind 2001 opgericht

Nadere informatie

Ongewervelden. Locaties. Methode BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010

Ongewervelden. Locaties. Methode BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010 Ongewervelden BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010 In 2010 werd het onderzoek naar het voorkomen van ongewervelde soorten in de Abeekvallei afgerond. Na 7 jaar onderzoek heeft de Werkgroep

Nadere informatie

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Sprinkhanen en krekels in de Kwebben. Door: Thijmen Scholten en Martijn van de Schoot

Sprinkhanen en krekels in de Kwebben. Door: Thijmen Scholten en Martijn van de Schoot Sprinkhanen en krekels in de Kwebben Door: Thijmen Scholten en Martijn van de Schoot 1 Sprinkhanen en krekels in de Kwebben Door: Thijmen Scholten Martijn van de Schoot Opleiding Toegepaste Biologie aan

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto

Nadere informatie

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km BOETELERVELD ROUTE 4,3 km 20 17 Weten hoe een groot deel van Salland er tot eind 19e eeuw uitzag? Wandel dan eens door het Boetelerveld bij Raalte. Ervaar rust, ruimte en openheid in dit enig overgebleven

Nadere informatie

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een

Nadere informatie

Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte heide

Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte heide Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte heide Effecten op middellange termijn: Fauna De Vlinderstichting Stichting Bargerveen B-Ware Experimenteel onderzoek Abiotiek: ph, buffercapaciteit,

Nadere informatie

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen 1 Wilde bijen in Noord-Brabant 283 wilde soorten (81% van NL) 89 soorten dalend (31%); 64 soorten

Nadere informatie

Sprinkhanen en krekels van De Maashorst. Nico Ettema

Sprinkhanen en krekels van De Maashorst. Nico Ettema Sprinkhanen en krekels van De Maashorst Nico Ettema 1 Zuidelijk spitskopje Colofon Uitgegeven door: Auteur: Foto s voorpagina: Rapport: Soortkaarten: Opmaak: Redactie: Wijze van citeren: Natuur- en milieuverenigingen

Nadere informatie

Samenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017

Samenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017 Samenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, 1997-2017 Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017 2/35 Gladde slang Habitats Droge, reliëf- en structuurrijke heiden Drogere delen

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS)

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS) Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS) Inleiding In 2006 heeft RAVON in opdracht van de Provincie Noord-Brabant het

Nadere informatie

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder Indeling lezing Herstel van leefgebieden voor de gladde slang De gladde slang; uiterlijk, verspreiding en habitat Beheer Monitoring Jeroen van Delft Bladel, 13 september 2013 2/31 Ringslang Slanke bruine

Nadere informatie

Denewet, L. (2001). Voorstel tot bescherming van het pompmolentje Casier te Waregem. Molenzorg- Molenecho s 29(1): 6-8.

Denewet, L. (2001). Voorstel tot bescherming van het pompmolentje Casier te Waregem. Molenzorg- Molenecho s 29(1): 6-8. 9. Literatuur Algoet, G., Debrouwere, M., Delmotte, M., Ducatteeuw, E., Vandermaelen, L. & Wante, L. (1992). Historische kaart Waregem. 20 e Jaarboek Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke, p. 11-78.

Nadere informatie

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer). Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,

Nadere informatie

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein Natuurzones T58-Boschkens Goirle-Tilburg Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein Natuurzones T58-Boschkens Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Nadere informatie

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012 Briefadvies Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator Co-auteur

Nadere informatie

Struinen door De Stille Kern

Struinen door De Stille Kern 58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor

Nadere informatie

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage. 2 VIER MODELLEN In dit hoofdstuk beschrijven we vier verschillende inrichtingsmodellen: Kleinschalig landschap, Moeraszone, Nat kralensnoer en Droog kralensnoer. In extra informatiepagina s geven we aan

Nadere informatie

mei 2018 The Links Valley Natuurgolfterrein The Links Valley

mei 2018 The Links Valley Natuurgolfterrein The Links Valley mei 2018 The Links Valley Natuurgolfterrein The Links Valley THE LINKS VALLEY, GOLFBAAN OF NATUURTERREIN? Het is lastig te zeggen of The Links Valley nu meer golfbaan is of natuurterrein. Feitelijk bestaat

Nadere informatie

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen 1. Inleiding In het dichtbebouwde Vlaanderen zijn bermen overal te vinden. Meestal vervullen ze een vrij belangrijke ecologische rol,

Nadere informatie

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting Wij hopen dat het rapport "Biodiversiteit in Zundert" en deze korte samenvatting u zullen inspireren tot het nemen van maatregelen om de biodiversiteit in Zundert

Nadere informatie

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey

Nadere informatie

Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen

Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen Resultaten Uitgangssituatie Algemeen Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen Projectnummer: 2010_009 Projectnaam: Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen PMJP: B2 Kwaliteitsverbetering

Nadere informatie

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN indeling inleiding: voorstelling a geschiedenis van het natuurbeheer b - biotopen en soorten en hun beheer pauze c - beheer richt zich op de omgeving d - natuurbeheer

Nadere informatie

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,

Nadere informatie

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap TOGETHER? TOGETHER staat voor TO GET HEath Restored: we zetten

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld

Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Jan Katsman, januari 2018 Libellenmonitoring 2017 in het Leersumse Veld. Het gebied Hert Leersumse Veld is eigendom van en wordt beheerd door Staatsbosbeheer.

Nadere informatie

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen Ecologisch Adviesbureau Viridis Inventarisatie Bedrijventerreinen Amersfoort Noordoost In opdracht van:

Nadere informatie

In 2013 ging een nieuw RAS-project van staart aan een niet-alledaagse vogel: de

In 2013 ging een nieuw RAS-project van staart aan een niet-alledaagse vogel: de Op het Vinkentouw Nr.128 december 2013 Nachtzwaluwen in De Kempen, een nieuw Ras-project Pieter Wouters Jan Wouters In 2013 ging een nieuw RAS-project van staart aan een niet-alledaagse vogel: de nachtzwaluw.

Nadere informatie

Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010

Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010 Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010 Inleiding Op 10 april is een excursie gehouden op landgoed Den Treek Henschoten vanuit Ravon Utrecht. Doel van deze excursie was

Nadere informatie

17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...113

17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...113 I N H O U D S T A F E L 17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...............113 SAM PROVOOST - Het Duinendecreet : doelstellingen en juridische achtergronden.............. 113 - Bijkomende duingebieden

Nadere informatie

duinenboek14 5/19/04 3:01 PM Pagina 286 o14 SPRINKHANEN Geert De Knijf, Dries Bonte & Kris Decleer Duinsabelsprinkhaan [Yves Adams]

duinenboek14 5/19/04 3:01 PM Pagina 286 o14 SPRINKHANEN Geert De Knijf, Dries Bonte & Kris Decleer Duinsabelsprinkhaan [Yves Adams] duinenboek14 5/19/04 3:01 PM Pagina 286 o14 SPRINKHANEN Geert De Knijf, Dries Bonte & Kris Decleer Duinsabelsprinkhaan [Yves Adams] duinenboek14 5/19/04 3:01 PM Pagina 287 duinenboek14 5/19/04 3:01 PM

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

Bolwerk, Vinne, Klein Vinne Parels in de schatkamer van Zoutleeuw. Cursus Natuur.gebieden Jorg Lambrechts m.m.v. Pieter Abts

Bolwerk, Vinne, Klein Vinne Parels in de schatkamer van Zoutleeuw. Cursus Natuur.gebieden Jorg Lambrechts m.m.v. Pieter Abts Bolwerk, Vinne, Klein Vinne Parels in de schatkamer van Zoutleeuw Cursus Natuur.gebieden Jorg Lambrechts m.m.v. Pieter Abts Bolwerk Natuur-ID : Bolwerk Zoutleeuw Oprichting: 2007 Ligging: aan de historische

Nadere informatie

Knelpunten van de Natuurzoom.

Knelpunten van de Natuurzoom. Knelpunten van de Natuurzoom. Deze knelpunten komen voort uit het eindrapport van oktober 2014 Uitvoeringsplan Natuurboog Amsterdam ZuidOost van Dienstlandelijk Gebied Ministerie van Economische Zaken.

Nadere informatie

Beheerplan bosreservaat. Kluisbos SAMENVATTING

Beheerplan bosreservaat. Kluisbos SAMENVATTING Beheerplan bosreservaat Kluisbos SAMENVATTING Beheerplan bosreservaat Kluisbos SAMENVATTING Opdrachtgever: Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Verspreiding sprinkhanen en krekels Provincie Utrecht. Werkatlas in het kader van het project nieuwe atlas van de Nederlandse sprinkhanen en krekels

Verspreiding sprinkhanen en krekels Provincie Utrecht. Werkatlas in het kader van het project nieuwe atlas van de Nederlandse sprinkhanen en krekels Verspreiding sprinkhanen en krekels Provincie Utrecht Werkatlas in het kader van het project nieuwe atlas van de Nederlandse sprinkhanen en krekels 23 juli 2011 Colofon Verspreiding sprinkhanen en krekels

Nadere informatie

AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS

AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS NATUURBELEVEN AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET NatuurBeleven b.v. dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen 020/4720777 mark@natuurbeleven.nl Opdrachtgever:

Nadere informatie

Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander.

Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander. Waterlanders : op weg met Sam de salamander Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander. 1 De kamsalamander... Hallo, Ik ben Sam, de salamander met

Nadere informatie

Meetnetten Vlaams-Brabant

Meetnetten Vlaams-Brabant Meetnetten Vlaams-Brabant Terugblik 2016, vooruitblik 2017 Hannes Ledegen Natuurpunt Studie Natura 2000 en Vlaams prioritair? 1 Meetnetten Wat & waarom? Bepalen van Vlaamse toestand en trends 78 Europees

Nadere informatie

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008 VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...

Nadere informatie

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Frans Willems Godsweerdersingel 10 6041 GL Roermond Postbus 1237 6040 KE Roermond www.dienstlandelijkgebied.nl T 0475 77 62 00 F 0475 77 62 01 Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Inleiding De

Nadere informatie

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening

Nadere informatie

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s): Rucphen Achtmaalsebaan 22 Inrichtingsplan identificatie planstatus projectnummer: datum: 401144.20160583 03-02-2017 projectleider: ing. J.A. van Broekhoven opdrachtgever: PO Schijf v.o.f. auteur(s): ir.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Het wel en wee van het gentiaanblauwtje in Kampina

Het wel en wee van het gentiaanblauwtje in Kampina Het wel en wee van het gentiaanblauwtje in Kampina. 1970-2011 Bert van Rijsewijk Van Aelstlaan 31, 5503BB Veldhoven Tel: 040 2539971 e-mail: bert.riet.v.rijsewijk@hccnet.nl Inhoud INLEIDING.... 3 HET GENTIAANBLAUWTJE....

Nadere informatie

Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016

Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016 Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016 Kleine vos Hans Hollander 5 november 2016 Rapport 34 ir. Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 06-37384467 hanshollander@xmsnet.nl Overige publicaties:

Nadere informatie

Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen. April 2012

Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen. April 2012 Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen April 2012 Dotterbloem inventarisatie voorjaar 2012 Op verzoek van Staatsbosbeheer zijn de dotterbloemen in de rietlanden bij Kockengen geïnventariseerd

Nadere informatie

Bijen en Landschapsbeheer

Bijen en Landschapsbeheer Bijen en Landschapsbeheer Hoe maken we het landschap bijenvriendelijk Wat betekent dat voor de biodiversiteit en de kwaliteit van het landschap Een selectie van de mogelijkheden Arie Koster -- www.bijenhelpdesk.nl

Nadere informatie

BRIEFADVIES. 19 april 2012

BRIEFADVIES. 19 april 2012 BRIEFADVIES 19 april 2012 Briefadvies betreffende de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Vallei van de Bosbeek te As, Opglabbeek en Maaseik (Limburg) 12 28 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),

Nadere informatie

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km LANDGOED BEERZE ROUTE 4,2 km Een heerlijke wandeling voor de hele familie door de bossen bij Beerze, vlak bij Ommen. Lekker lopen langs heide, stuifduinen en ook via het oude huis Beerze. Route gemaakt

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Deelgebied Stappersven

Deelgebied Stappersven Witte snavelbies Foto: Archief Grenspark Planteninventarisatie Grenspark 2008 Deelgebied Stappersven Rapport planteninventarisatie aandachtssoorten Beleidsplan 2 INHOUD: 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Erratum Bijlage 9 Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Onderstaande tekst vervangt bijlage 9 bij het

Nadere informatie

Europees beschermde natuur

Europees beschermde natuur Europees beschermde natuur Kwartelkoning Vlaanderen streeft naar 100 broedkoppels van deze soort, in 2007 waren er 6. Twee richtlijnen Vogelrichtlijn, 1979 Habitatrichtlijn, 1992 Afbakenen van gebieden

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Briefadvies. Netevallei. Datum

Briefadvies. Netevallei. Datum Briefadvies Erkenning natuurreservaat Witte Netevallei Erkenning van het privaat natuurreservaat E-415 Witte Netevallei te Retie, Kasterleee en Dessel (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

Heidebeheer in de 21 e eeuw

Heidebeheer in de 21 e eeuw Heidebeheer in de 21 e eeuw Henk Siebel Met OBN-faunaonderzoek van Joost Vogels, Arnold van den Burg, Eva Remke, Henk Siepel Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit Nijmegen Herstel en beheer van droge

Nadere informatie

Briefadvies. Malde. Datum

Briefadvies. Malde. Datum Briefadvies Erkenning natuurreservaat Malde egemveld Erkenning van het privaat natuurreservaat E-141 Maldegemveld te Maldegem (Oost-Vlaanderen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator 24 mei 2012

Nadere informatie

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening Soortenlijst Flora faunawet Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening 25 beschermde soorten zie soortenlijst t.b.v. F&F wet pag. 2: Deze 25 herkennen tijdens het examen. pag 3 t/m 7: Één of enkele

Nadere informatie

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11 Inhoudsopgave 2inhoudsopgave A B C G Oriëntatie s Oriënteren op het onderzoeken van flora en fauna 4 Werkwijzer Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

De Groenzoom Struweelvogels

De Groenzoom Struweelvogels De Groenzoom Struweelvogels 1 Inhoudsopgave Zanglijster Struweelvogels - Zanglijster 3 - Roodborsttapuit 4 - Kneu 5 - Blauwborst 6 - Patrijs 7 - Rietzanger 8 Zanglijster - Lichte borst met pijlpuntige

Nadere informatie

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF Inleiding 3 Ontwerp 5 Water 7 Randen en oevers 9 Eilanden 13 Verbindingen 17 Gebruik 21 Beplanting 25 I n h o u d NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF

Nadere informatie

Hans Hollander Rapport 29 8 februari Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013

Hans Hollander Rapport 29 8 februari Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013 Hans Hollander Rapport 29 8 februari 2014 Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013 Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 hanshollander@xmsnet.nl Overige publicaties: 1 Hollander,

Nadere informatie

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012 BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Hof ten Berg te Galmaarden (Vlaams-Brabant) en Geraadsbergen (Oost-Vlaanderen) 12 11 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal

Nadere informatie

BERGVENNEN. ROUTE 2,3 km

BERGVENNEN. ROUTE 2,3 km BERGVENNEN ROUTE 2,3 km Tegen de Duitse grens, in Noordoost Twente, ligt natuurgebied de Bergvennen. Een weids, glooiend landschap met zeven vennen, droge en natte heide, schrale hooilanden en bos. De

Nadere informatie

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw Boomleeuwerik Leeft in droge, schrale heidevelden met losse boompjes en boomgroepen. Broedt ook in jonge aanplant van naaldbos (spar of den). Gierzwaluw Broedt onder daken van oudere gebouwen in Roermond.

Nadere informatie

1 De iep of olm (Ulmus sp.)

1 De iep of olm (Ulmus sp.) Lieven Decrick Inleiding Recent ontstond uit de Natuurpunt afdeling Pajottenland, de afdelingskern Natuurpunt Pepingen. Binnen die kern werd bijna onmiddellijk ook een lokale vlinderwerkgroep in het leven

Nadere informatie

Wandelroute het Witte Veen

Wandelroute het Witte Veen Wandelroute het Witte Veen 8.6 km wandelen Een prachtige rondwandeling door het Witte Veen, op de grens met Duitsland bij Buurse. Kenmerkend voor dit natuurgebied zijn de afwisseling van heide, grasland,

Nadere informatie

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 BOOMKIKKER De Achterhoek is voor de boomkikker momenteel het belangrijkste gebied in Nederland. In de jaren 80 van de

Nadere informatie

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN 2006. door Henk Jan Hof In het voorjaar van 2006 heb ik woonwijk Het Laakse Veld op broedvogels geïnventariseerd. Deze kartering is uitgevoerd om aantallen

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

Deelgebied Grenspark:

Deelgebied Grenspark: (Moeraskartelblad Foto: Maarten Jacobs) Planteninventarisatie Ecologische verbindingszone 2006 Deelgebied Grenspark: (Ecologische verbindingszone Kleine-Groote Meer: Nederlands deel) Rapport planteninventarisatie

Nadere informatie

Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden

Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven: Maaibeheer stedelijk gebied en wegbermen Maaibeheer natuurterreinen Bosbeheer/

Nadere informatie

Sinusbeheer. symposium Eindhoven 16 maart 2017

Sinusbeheer. symposium Eindhoven 16 maart 2017 Sinusbeheer symposium Eindhoven 16 maart 2017 Waarschuwing! Niet voor gevoelige botanische terreinbeheerders! Oorsprong Sinusbeheer Ontwikkeld in verruigd en deels verbost reservaat De Venne in beheer

Nadere informatie

Ringslangen in Oostvaardersveld 2016

Ringslangen in Oostvaardersveld 2016 Ringslangen in Oostvaardersveld 216 Jeroen Reinhold Rapport LBF-216-15 Inleiding. Het Oostvaardersveld was het eerste gebied in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland waar reproductie van de ringslang vastgesteld

Nadere informatie

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009. Wouter Suykerbuyk en Laura Govers

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009. Wouter Suykerbuyk en Laura Govers Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009 Wouter Suykerbuyk en Laura Govers Op 3 t/m 6 augustus 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie- en een aantal natuurlijke zeegraslocaties.

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011 Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011 Deze dijkendag werd georganiseerd door de Provinciale Landbouwkamer Oost Vlaanderen en Stichting Landschapsbeheer Zeeland in het kader van het project

Nadere informatie

Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016

Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016 Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers Esther Linnartz Juli 2008 Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers

Nadere informatie

A-B-C-D -project. Aanpak voor een Biodiverse Campus Diepenbeek. Partners:

A-B-C-D -project. Aanpak voor een Biodiverse Campus Diepenbeek. Partners: A-B-C-D -project esther.castermans@natuurpunt.be Aanpak voor een Biodiverse Campus Diepenbeek Partners: Aanleiding De Demervallei is een belangrijke as voor natuur Negatieve invloed van 40 jr nulbeheer

Nadere informatie