PROJECT (On)Beperkte Opvang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROJECT (On)Beperkte Opvang"

Transcriptie

1 PROJECT (On)Beperkte Opvang Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang Landelijk evaluatierapport Federatie Opvang MEE Nederland Utrecht/Amersfoort oktober 2012

2 Colofon Titel Landelijk evaluatierapport Opdrachtgevers Federatie Opvang/MEE Nederland Auteur(s) drs. P.A.M. van den Broek (landelijk projectleider) Datum en Plaats Oktober 2012, Amersfoort/Utrecht Het project is financieel mede mogelijk gemaakt door: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Fonds NutsOhra en het VSBfonds

3 Voorwoord Voor u ligt het landelijk evaluatierapport van het project (On)Beperkte Opvang. Onderzocht is hoe cliënten met een (vermoedelijke) Licht Verstandelijke Beperking (LVB) binnen de opvang goed kunnen worden ondersteund. Nagegaan is hoe opvanginstellingen en MEE door samenwerking en kennisdeling hiervoor kunnen zorgen. De samenwerkingsresultaten hebben als eerste betekenis voor de cliënt. Het lucht op als je je eigen gedrag beter kunt begrijpen. Het kan een startpunt zijn om een draai in je leven te maken. Dat je door herkenning van de LVB en erkenning op een plek komt waar je je thuis voelt en eventueel terug kunt vallen op deskundige begeleiding. Het project heeft grote relevantie voor de hulpverlener. Bewustwording van de LVB-problematiek leidt tot een beter begrip van het gedrag van een cliënt en een daarop afgestemde begeleiding. Niet in de laatste plaats is het project relevant voor de samenleving. We willen allemaal dat onze cliënten zo gewoon mogelijk wonen. Naar school gaan, werk hebben. Meedoen. Verbetering van de hulp is daarbij essentieel. Gemeenten krijgen de komende jaren een grote verantwoording voor de hulpverlening aan vele kwetsbare mensen. Wij willen met onze samenwerking een bijdrage leveren aan het invullen van die gemeentelijke verantwoordelijkheid. De landelijke samenwerkingspartners vinden dat er met dit project vorderingen zijn gemaakt. Het begin is er. De resultaten verspreiden we breed onder de opvang en MEE om daarmee de samenwerking tussen onze organisaties in de regio s te versterken. En ook landelijk zetten we de samenwerking voort om tot een duurzame verbetering van de ondersteuning van mensen met licht verstandelijke beperkingen binnen de opvang te komen. Amersfoort/Utrecht, namens de stuurgroep Jan de Vries directeur MEE Nederland Johan Gortworst plv. directeur Federatie Opvang

4 Samenvatting De zelfredzaamheid van mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) in de opvang vergroten waardoor zij beter maatschappelijk kunnen participeren. Dit is de ambitie van het samenwerkingsproject (On)Beperkte Opvang van de Federatie Opvang en MEE Nederland. Van veel cliënten is de licht verstandelijke beperking niet bekend. Omdat deze beperking niet duidelijk zichtbaar zijn, worden deze cliënten over het algemeen niet als zodanig herkend door medewerkers in de opvang. Hierdoor krijgen deze cliënten niet de begeleiding die zij nodig hebben. Dit kan leiden tot gedragsproblemen, overlast en uiteindelijk ongewenste uitstroom uit de voorziening. Daarnaast zijn er weinig zelfstandige woningen en voorzieningen waar mensen met een beperking in de opvang naar kunnen uitstromen. In de periode mei 2011 juli 2012 zijn in 5 regio s pilots uitgevoerd met tien lidorganisaties: Regio Amsterdam : HVO-Querido, MEE Amstel en Zaan; Regio Den Haag : Kessler Stichting en MEE Zuid-Holland Noord Regio Rotterdam : Leger des Heils Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. en MEE Rotterdam Rijnmond; Regio Utrecht : De Tussenvoorziening en MEE Utrecht, Gooi & Vecht; Regio Zwolle/Overijssel : LIMOR en MEE IJsseloevers. Beoordeling instrumenten en methodieken Het project leidt tot de volgende beoordeling van de onderzochte instrumenten en methodieken. Kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering De benutte mogelijkheden voor kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering voldoen goed. De MEE-training voor het herkennen van en omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking biedt een stevige basis voor opvangmedewerkers. Verder leveren casuïstiekoverleg en mogelijkheden voor advies en consultatie een belangrijke bijdrage. De herkenning van een licht verstandelijke beperking (LVB) Het is mogelijk voor opvangcliënten en opvangmedewerkers een herkenningsinstrument te gebruiken. Welke herkenningsinstrumenten dat kunnen zijn, is mede afhankelijk van een beoordeling van de ervaringen die in dit project en andere projecten in 2012 zijn opgedaan. Verder staat het gebruik van een herkenningsinstrument niet op zichzelf. De samenwerking met MEE voorziet met de LVB-training in deskundigheidsbevordering en de mogelijkheid voor consultatie, advies en casuïstiekbespreking. Dit draagt bij aan de vroegtijdige herkenning van een vermoedelijke LVB binnen de opvang. De inzet van diagnostisch onderzoek naar LVB binnen de opvang Het diagnostisch instrumentarium dat bij MEE (en opvang) beschikbaar is voor diagnostisch onderzoek bij cliënten met mogelijk een LVB binnen de opvang is voldoende tot goed bruikbaar. Door de toepassing van de diagnostiek bij opvangcliënten af te stemmen op de specifieke kenmerken van de doelgroep kan een zo goed mogelijk resultaat worden verkregen. Een verdere ontwikkeling van geschikte diagnostische instrumenten voor de brede LVB-doelgroep is wenselijk. Hieruit volgende verbeteringen komen ook beschikbaar voor de opvangcliënten met LVB. Het gezamenlijk opstellen en uitvoeren van een ondersteuningstraject Opvang en MEE hanteren vergelijkbare uitgangspunten bij het opstellen van ondersteuningsplannen voor cliënten met LVB. Bij het opstellen van de ondersteuningsplannen voor opvangcliënten met LVB en de ondersteuning daarvan hebben opvang en MEE een flexibele rolverdeling. Afhankelijk van de cliënt en de situatie varieert de betrokkenheid van de samenwerkingspartners. Het organiseren en invullen van de samenwerking tussen opvang en MEE De samenwerkingspartners kunnen een goede opvang van cliënten met LVB organisatorisch waarborgen door te investeren in deskundigheid en vaardigheden van medewerkers en het aanpassen van werkprocessen. De samenwerking vanuit incidentele contacten rondom individuele cliënten kan zich via een projectmatig opgezette samenwerking ontwikkelen tot een structurele aanpak in de reguliere organisaties.

5 Beantwoording vragen projectplan De in het project (On)Beperkte Opvang verzamelde ervaringen en inzichten leiden tot de volgende beantwoording van de vragen uit het landelijk projectplan. Welk percentage van de cliënten in de opvang heeft een verstandelijke beperking? Naar schatting 25% van de dak- en thuislozen in Nederland heeft vermoedelijk een (licht) verstandelijke beperking. Bij ruim 12% van de cliënten is de (licht) verstandelijke beperking met zekerheid geconstateerd. Bij een groter aantal opvangcliënten, oplopend tot zo n 20%, bestaat het vermoeden van een (licht) verstandelijke beperking. De verwachting is dat deze groep de komende jaren niet kleiner wordt. Als gevolg van de financiële crisis en bezuinigingsmaatregelen kan juist deze groep zich steeds moeilijker handhaven. Heeft de samenwerking van MEE en de opvang een positief effect op de hulpverlening aan cliënten met een verstandelijke beperking? Ja, de samenwerking leidt tot een verbetering van het perspectief voor cliënten met LVB in de opvang. Zo, ja wat is de meerwaarde van deze samenwerking voor de cliënten in de opvang met een verstandelijke beperking? Door de bundeling van expertise komen ondersteuningsmogelijkheden in beeld die nieuwe kansen geven voor opvangcliënten met LVB. Door de op de LVB-cliënten afgestemde ondersteuning is er minder uitval van cliënten omdat zij minder worden overvraagd. Wat is het effect van de deskundigheidsbevordering van medewerkers in de opvang voor hun dienstverlening? De opvangmedewerkers geven aan een beter begrip te hebben en beter om te kunnen gaan met mensen met (een mogelijke) LVB. Zij ondervinden zelf minder handelingsverlegenheid en stemmen hun bejegening van de cliënt af op de vermeende beperking. Het leidt tot een betere dienstverlening door snellere doorverwijzing en het beter inspelen op behoeften van cliënten. Door de deskundigheidsbevordering kijken opvangmedewerkers met een andere bril naar de situatie van cliënten dan (alleen) met een GGz-focus en/of medische focus. En wat is het effect voor de cliënten in de opvang met een verstandelijke beperking? Opvangmedewerkers erkennen eerder en beter cliënten met een (vermoedelijke) LVB. Zij ondervinden meer begrip en krijgen een daarop toegespitste dienstverlening. De cliënten krijgen meer rust en tijd en te stellen doelen worden op hun mogelijkheden afgestemd. Hierdoor worden zij minder overvraagd en vooral aangesproken op wat zij wel kunnen. Dit leidt tot opluchting en minder frustratie bij cliënten. Is er een verschil in ondersteuningsbehoefte van cliënten in de opvang met een verstandelijke beperking en cliënten zonder een verstandelijke beperking? In vergelijking met andere opvangcliënten hebben opvangcliënten met LVB niet altijd zwaardere of meer begeleiding nodig. Wel vergt de begeleiding van de opvangcliënten met LVB meer tijd en aandacht en een langere periode. Voor een deel van de cliënten is ondersteuning voor een langere periode nodig, al dan niet binnen een op hun beperkingen afgestemde (woon)omgeving. Ook de behandeling en begeleiding van psychiatrische en/of verslavingsproblemen zal rekening moeten houden met de LVB-beperking. De combinatie LVB, psychiatrie en/of verslaving, zorgmijdend, kwetsbaar met vaak gedragsproblematiek zorgt er vaak voor dat deze cliënten niet goed in een groep met niet-lvbcliënten functioneren.

6 Zijn er lacunes in de hulpverlening/ondersteuning van cliënten met een verstandelijke beperking? Zo ja, welke? Hoe kunnen deze worden opgepakt? Binnen de dagopvang en woonvoorzieningen kan met (meer) training, aandacht en tijd door medewerkers beter ingespeeld worden op een (mogelijke) LVB-problematiek. Wel vergt dit voldoende capaciteit (plaatsen), personeel en veiligheid binnen de laagdrempelige opvang. Binnen de nachtopvang is het lastiger om cliënten met een (vermoedelijke) LVB te ondersteunen. Er zijn te veel prikkels, te weinig structuur, tijd en rust voor begeleiding op maat. Binnen de opvang is behoefte aan mogelijkheden om opvang-cliënten met LVB in een op hun mogelijkheden afgestemde omgeving te ondersteunen. De doorstroom en uitstroom van opvangcliënten met LVB naar geschikte vervolgvoorzieningen is lastig vanwege de meervoudige en complexe problematiek. Het is niet makkelijk om cliënten door te laten stromen naar woonplekken waar zij beter op hun plek zouden zijn. De beschikbaarheid van (huur)woningen en plaatsen binnen de GGz en gehandicaptenzorg is niet optimaal. Overleg met ketenpartners, overheden en andere belanghebbenden (woningcorporaties, GGD-en) kan bijdragen aan een duurzame verbetering van de lokale ondersteuningsmogelijkheden van opvangcliënten met een licht verstandelijke beperking.

7 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting 1. Inleiding Vraagstelling en verantwoording Projectopdracht Verantwoording Aanpak en stappen Randvoorwaarden en afbakening Resultaten Deskundigheidsbevordering LVB-trainingen pilots Ervaringen LVB-training Overige deskundigheidsbevordering Conclusies en aanbevelingen bij deskundigheidsbevordering Herkenningsinstrument Herkenningsinstrument pilots: HASI Ervaringen herkenning pilots: HASI Andere ervaringen herkenning Conclusies en aanbevelingen bij herkenningsinstrument Diagnostisch onderzoek Diagnostiek pilots Ervaringen diagnostiek pilots Conclusies en aanbevelingen bij diagnostisch onderzoek Opstellen ondersteuningsplan Ervaringen ondersteuningsplannen pilots Conclusies en aanbevelingen bij ondersteuningsplannen Ondersteuning cliënten met LVB Ervaringen ondersteuning cliënten pilots Conclusies en aanbevelingen bij ondersteuning op korte en langere termijn Samenwerking Opvang en MEE Ervaringen samenwerking in de pilots Conclusies en aanbevelingen bij samenwerking van maatschappelijke opvang en MEE Slotbeschouwing Beoordeling instrumenten en methodieken Beantwoording onderzoeksvragen Bijlage Projectstructuur (On)Beperkte Opvang

8 1. Inleiding De zelfredzaamheid van mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) in de opvang vergroten waardoor zij beter maatschappelijk kunnen participeren. Deze ambitie ligt ten grondslag aan het samenwerkingsproject (On)Beperkte Opvang van de Federatie Opvang, MEE Nederland en een vijftal regionale samenwerkingsprojecten. Van veel cliënten in de maatschappelijke opvang is de licht verstandelijke beperking niet bekend. Omdat deze beperking vaak niet duidelijk zichtbaar is, worden deze cliënten over het algemeen niet als zodanig herkend door medewerkers in de opvang. Hierdoor krijgen deze cliënten niet de begeleiding die zij nodig hebben. Dit kan leiden tot gedragsproblemen, overlast en uiteindelijk ongewenste uitstroom uit de opvangvoorziening. Daarnaast zijn er weinig zelfstandige woningen en voorzieningen waar mensen met een (verstandelijke) beperking in de opvang naar kunnen uitstromen. In de periode mei 2011 juli 2012 zijn in 5 regio s pilots uitgevoerd met tien lidorganisaties: Regio Amsterdam : HVO-Querido, MEE Amstel en Zaan; Regio Den Haag : Kessler en MEE Zuid-Holland Noord Regio Rotterdam : Leger des Heils Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. en MEE Rotterdam Rijnmond; Regio Utrecht : De Tussenvoorziening en MEE Utrecht, Gooi & Vecht; Regio Zwolle/Overijssel : LIMOR en MEE IJsseloevers. In het project is onderzocht hoe door samenwerking en kennisdeling tussen opvangorganisaties en MEE-organisaties de ondersteuning van individuele cliënten met een (vermoedelijke) LVB in de opvang kan verbeteren. Gezocht is naar een goed model van samenwerking en bruikbare methoden en instrumenten voor deskundigheidsbevordering, herkenning van LVB, diagnostiek en ondersteuning van cliënten met LVB binnen de opvang. De samenwerkende organisaties streven niet alleen voor de cliënten en voor hun eigen organisaties naar een meerwaarde van de samenwerking. Andere betrokkenen waaronder ketenpartners en regionale/landelijke overheden hebben baat bij de inzet van de samenwerkingspartners als daardoor deze groep kwetsbare burgers beter terecht kan binnen de samenleving. Daarmee beogen de samenwerkingspartners hun eigen maatschappelijke opbrengsten te combineren in een gemeenschappelijke meerwaarde. 1 Leeswijzer Dit rapport evalueert de landelijk en regionaal uitgevoerde activiteiten. Hoofdstuk 2 bevat de gehanteerde vraagstelling en geeft een verantwoording van de gekozen opzet van project en pilots. Hoofdstuk 3 gaat in op de uitgevoerde activiteiten, de gebruikte instrumenten en werkwijzen en de daarmee behaalde resultaten. Dit leidt in hoofdstuk 4 tot een beoordeling van de bruikbaarheid van de instrumenten en samenwerking. Naast dit landelijke evaluatierapport zijn afzonderlijke pilotrapporten opgesteld voor de regio s Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Zwolle/Overijssel. Daarnaast is op basis van de regionale en landelijke activiteiten een handreiking voor implementatie beschikbaar. Deze geeft aan hoe (andere) opvang- en MEE-organisaties de samenwerking op kunnen pakken en welke instrumenten/voorbeelden beschikbaar zijn. 1 Denk aan de diverse kosten-baten studies die voor MEE en maatschappelijke opvang zijn verschenen: Maatschappelijke Businesscase MEE als Publieke Waarde, Ernst&Young (juni 2010); Kosten en Baten van Maatschappelijke Opvang, Cebeon (april 2011); Kosten en Baten van Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, SEO (januari 2011). 1

9 2. Vraagstelling en verantwoording Voor een goede opvang van cliënten met een verstandelijke beperking is het belangrijk dat medewerkers in de opvang weten hoe zij deze mensen kunnen herkennen, het beste kunnen bejegenen en begeleiden. MEE is gespecialiseerd in de cliëntondersteuning van mensen met een beperking. De samenwerking tussen de MEE-organisaties en de opvanginstellingen biedt goede mogelijkheden om tot de gewenste aanpak te komen Projectopdracht Vanuit deze gedachte is het landelijk project gestart, waarbij in vijf pilotregio s praktijkervaring met de samenwerking is opgedaan. Het project beoogt door samenwerking en kennisdeling tot een goed samenwerkingsmodel en optimale ondersteuning van (LVB-)cliënten in de opvang te komen. Het project onderzoekt en ontwikkelt mogelijke instrumenten en methodieken voor: Kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering; De herkenning van LVB; De inzet van diagnostisch onderzoek naar LVB binnen de opvang; Het gezamenlijk opstellen en uitvoeren van een ondersteuningstraject; Het organiseren en invullen van de samenwerking tussen opvang en MEE. Naast de beoordeling van deze instrumenten en methodieken beoogt het project antwoord te geven op de volgende vragen uit het landelijk projectplan: 1) Welk percentage van de cliënten in de opvang heeft een verstandelijke beperking? 2) Heeft de samenwerking van MEE en de maatschappelijke opvang een positief effect op de hulpverlening aan cliënten met een verstandelijke beperking? Zo, ja wat is de meerwaarde van deze samenwerking voor de cliënten in de opvang met een verstandelijke beperking? 3) Wat is het effect van de deskundigheidsbevordering van medewerkers in de opvang voor hun dienstverlening? En wat is het effect voor de cliënten in de opvang met een verstandelijke beperking? 4) Is er een verschil in ondersteuningsbehoefte van cliënten in de opvang met een verstandelijke beperking en cliënten zonder een verstandelijke beperking? 5) Zijn er lacunes in de hulpverlening/ondersteuning van cliënten met een verstandelijke beperking? Zo ja, welke? Hoe kunnen deze worden opgepakt? De pilotervaringen en projectresultaten worden verder benut voor een landelijke handreiking aan alle opvang- en MEE-organisaties om tot samenwerking te komen bij de ondersteuning van LVB-cliënten Verantwoording Aanpak en stappen Thema s en fasering De projectactiviteiten zijn landelijk en regionaal ingevuld: rondom de thema s: kennis, herkenning, diagnostiek, ondersteuning en samenwerking; volgens de fasering: voorbereiding, training/ontwikkeling, uitvoering, rapportage en presentatie. De activiteiten zijn deels volgtijdelijk en deels gelijktijdig ingevuld. De navolgende tabel geeft een overzicht van de activiteiten. Cliëntenstroom De door een cliënt te doorlopen stappen vormen het uitgangspunt voor de projectactiviteiten. In de navolgende figuur is dit in beeld gebracht. Idealiter doorloopt een cliënt met een LVB in de pilot de stappen 1 t/m 9. Bij alle stappen kunnen redenen zijn waarom een cliënt geen vervolgstappen in dat traject zet. Bijvoorbeeld omdat er geen vermoeden is van een LVB (stap 1) of omdat de cliënt niet bereid of niet in staat is om deel te nemen aan het diagnostisch onderzoek (stap 5). Zowel de ervaringen van de groep die alle stappen doorloopt als die tussentijds uitstroomt zijn van belang voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Organisatieaspecten Verder te verzamelen onderzoeksgegevens betreffen de ervaringen met de training deskundigheidsbevordering, de organisatie en invulling van de samenwerking. 2

10 Deskundigheidsbevordering Samenwerking Tabel: thema s en fasering Cliënt Uitval/Uitstroom 1. Vermoeden LVB J 2. Deelname HASI J 3. HASI bevestigt vermoeden LVB J 4. Doorverwijzing diagnostisch onderzoek J 5. Diagnostisch onderzoek MEE J 6. Resultaat diagnostisch onderzoek J 7. Traject ondersteuning opstellen J 8. Traject uitvoeren/coördineren J 9. Overdracht/Evaluatie N N N N N N N N Geen vermoeden Geen deelname HASI Uitval Normaal in beginsel geen doorverwijzing In kader van project wel optie volgen voor bevestiging HASI Geen deelname Uitval Uitstroom Figuur: cliëntenstroom 3

11 Randvoorwaarden en afbakening Behoud laagdrempeligheid opvang Een belangrijk aandachtspunt voor het project is in hoeverre herkenning van een LVB zich verhoudt tot de functie van de opvang als vangnetorganisatie. De opvang wil voor alle cliënten de laagdrempeligheid behouden. De eisen die gesteld worden aan het verblijf zijn beperkt omdat de begeleiding erop is gericht om nieuwe teleurstellingen en uitsluiting te voorkomen. De signalering en herkenning van een mogelijke verstandelijke beperking kan voor de cliënten duiden op het voorportaal van behandeling en mogelijk weerstand oproepen. Daarnaast kan het voor cliënten een opluchting zijn wanneer zij de diagnose LVB krijgen, omdat dat veel van hun problemen kan verklaren. Dit vraagt om een juiste inschatting bij de ontmoeting van de cliënt. De ervaringen die op dit punt worden opgedaan zijn van groot belang voor de landelijke implementatie. Afbakening doelgroep De pilots richten zich op cliënten van de instellingen voor maatschappelijke opvang en RIBW-s vanaf ongeveer 23 jaar: Het project richt zich niet op kinderen in de opvang en niet op (zwerf)jongeren. Ervaringen uit het verbeterplan vrouwenopvang worden nadrukkelijk gebruikt, maar de pilots worden uitgevoerd bij de MO/RIBW voorzieningen. Primair gaat het om de 24-uurs-(crisis)opvang en voorzieningen voor (ambulante) woonbegeleiding. Voor zover cliënten van de laagdrempelige opvang tot de onderzoekspopulatie behoren, gaat het om cliënten die door de herkenning doorgeleid kunnen worden naar de 24-uurs-opvang. De maatschappelijke opvang voor vrouwen, die al dan niet met hun kind(eren) verblijven in de MO, kan deelnemen aan de pilot. De Vrouwenopvang die zich richt op hulpverlening bij huiselijk geweld behoort in beginsel niet tot de onderzoeksgroep. Wel is het de bedoeling ervaringen uit het project voor andere opvangsectoren en doelgroepen te benutten. Omgekeerd wordt bij de projectactiviteiten rekening gehouden met ervaringen die in bijvoorbeeld de Vrouwenopvang zijn opgedaan met het herkenningsinstrument HASI. Representativiteit en validiteit De resultaten worden zo goed mogelijk onderbouwd, maar zijn practice based (ervaringskennis in de praktijk). Zo leiden ook de ervaringen met het herkenningsinstrument niet tot een wetenschappelijke validatie daarvan. Wel kunnen de projectervaringen belangrijke inzichten geven in de toepassing van een herkeningsinstrument binnen de opvangpraktijk. 4

12 3. Resultaten Dit hoofdstuk geeft per thema: de wijze waarop er in de pilots en het project invulling aan is gegeven; de verkregen ervaringen en resultaten; de conclusies en aanbevelingen. Meer gedetailleerde informatie per pilot is in de afzonderlijke pilotrapportages opgenomen. Het project (On)Beperkte Opvang in cijfers Cliënten Er zijn zo n 170 cliënten in de opvang in beeld gekomen om deel te nemen aan de pilotactiviteiten omdat bij hen het vermoeden bestond dat zij een licht verstandelijke beperking hadden; Hiervan hebben 94 cliënten deelgenomen aan een herkenningstest (Hayes Ability Screening Index, HASI); In de pilots hebben 95 cliënten deelgenomen aan diagnostisch onderzoek (IQ en sociale redzaamheid); Van 82 cliënten is een diagnostisch resultaat verkregen; Voor 64 cliënten met een licht verstandelijke beperking is een ondersteuningstraject georganiseerd. Medewerkers Door de 5 opvangorganisaties is vanuit zo n 30 locaties aan de pilotactiviteiten deelgenomen; Ruim 140 opvangmedewerkers hebben de training Herkennen van en omgaan met mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen gevolgd die de 5 MEE-organisaties voor professionals organiseren; Zo n 100 opvangmedewerkers hebben deelgenomen aan de introductie van het herkenningsinstrument HASI; Bijna 50 MEE-medewerkers (consulenten, gedragsdeskundigen zijn direct bij de pilotactiviteiten betrokken geweest;. Een veelvoud van deze aantallen is indirect bij het project betrokken Deskundigheidsbevordering Het project gaat uit van een kennisoverdracht/deskundigheidsbevordering van opvangmedewerkers door MEE-medewerkers en vice versa. Opvangmedewerkers kunnen daardoor (potentiële) LVBcliënten eerder herkennen en beter ondersteunen. De MEE-organisaties gaven trainingen voor het herkennen van en omgaan met mensen met (licht) verstandelijke beperkingen. Omgekeerd zijn kennis, ervaringen en vaardigheden van opvangmedewerkers in de omgang met de opvangcliënt voor MEE-medewerkers waardevol. Het vinden, bereiken en motiveren van opvangcliënten vraagt soms een andere benadering van MEE-medewerkers dan bij andere cliënten. Dit onderdeel doet verslag van de gehanteerde en gesuggereerde vormen voor kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering LVB-trainingen pilots Bij de pilotregio s zijn de volgende MEE-trainingen voor professionals gebruikt: De Training Herkennen van en omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking o vormde de basis voor de pilots Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Zwolle/Overijssel. Op onderdelen kenden deze een eigen invulling (aantal dagdelen varieerde van 2 tot 3, er was een verschillende mate van betrokkenheid van de gedragsdeskundige bij de voorbereiding en uitvoering van de training); o was gericht op: kennisoverdracht om LVB beter te herkennen oefenen van gedragsmatige aspecten (hoe om te gaan met mensen met LVB); bespreking specifieke casuïstiek uit het werkveld van de deelnemers; o Tijdens de voorbereiding van de trainingen is in de regio s de inhoud afgestemd op de achtergronden en behoeften van de medewerkers uit de opvang. Deze hadden de mogelijkheid om eigen casuïstiek in te brengen; In de pilotregio Amsterdam hebben MEE AZ en HVO-Querido een variant op de LVB-training ontwikkeld vanuit het train-de-trainer-concept. Eerdere ervaringen leidden tot een bijgestelde aanpak voor de pilot. Kern was dat het volledig zelfstandig geven van de training door alleen HVO-trainers lastig is. Daarom is in de pilots gewerkt met een duo van een MEE-trainer en een HVO-trainer. Op basis van de pilot is besloten om, met een enkele uitzondering, de training te 5

13 laten verzorgen door MEE-trainers. Dit met het oog op de gewenste kennis en ervaring van de LVB-doelgroep om goed in te kunnen spelen op inhoudelijke vragen en casuïstiek; Training Herkennen van en omgaan met mensen met een (licht) verstandelijke beperking o Aangeboden door MEE Rotterdam Rijnmond; o Aanbod: training van 1 dagdeel. De training is gegeven door twee MEE-consulenten. De MEEgedragsdeskundige had geen actieve betrokkenheid bij de uitvoering van de training; o Was gericht op: kennisoverdracht om LVB beter te herkennen oefenen van gedragsmatige aspecten (hoe om te gaan met mensen met LVB); bespreking specifieke casuïstiek werkveld deelnemers; o Tijdens de voorbereiding van de training is de inhoud afgestemd op de achtergronden en behoeften van de medewerkers uit de opvang. Deze hadden de mogelijkheid om eigen casuïstiek in te brengen Ervaringen LVB-training Deelnemers In de pilots hebben de volgende aantallen opvangmedewerkers deel genomen aan de LVB-trainingen: Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Zwolle Totaal Pilot In Amsterdam maakt de pilot deel uit van een al bestaande intensivering van de samenwerking en daarin afgesproken trainingsprogramma. In totaal namen daar 162 medewerkers van HVO- Querido aan deel ; De opvangmedewerkers: o hebben over het algemeen een HBO-niveau, maar ook medewerkers met MBO-niveau namen deel; o werken ambulant of op verschillende afdelingen als ambulant begeleider, persoonlijk begeleider, medewerker intake, leidinggevende; o hebben in verschillende mate al ervaring/kennis op gebied LVB; Deelnemers hebben vooral behoefte aan kennis en vaardigheden voor: o Het herkennen van LVB-signalen; o Het bespreekbaar maken van LVB (gesprektechnieken); o Het omgaan met LVB (gewenste begeleidingsstijl); o Informatie, advies en consultatie van MEE. Beoordeling De deelnemende medewerkers uit de opvang waarderen de LVB-training overwegend positief; De aansluiting van de training op de opvang is over het geheel goed. In de voorbereiding op de trainingen is meestal nagegaan welke cliëntengroep en deelnemersgroep het betreft en tot welke specifieke invulling dat leidt. Wel is de suggestie gedaan om naast de geboden ruimte voor inbreng van specifieke casuïstiek ook trainingsmateriaal meer uit de opvangpraktijk te halen (dvd s met voorbeelden) en naar de (variatie) in werkvormen te kijken; Deelnemers hebben een uiteenlopende behoefte aan training en verdieping. Dit leidt tot een verschillende beoordeling van de gewenste omvang en inhoud van de training; Ervaringen en effecten: o De opvangmedewerkers geven aan door de training een beter begrip te hebben, beter om te kunnen gaan met mensen met (een mogelijke) LVB. Zij ondervinden zelf minder handelingsverlegenheid en stemmen hun bejegening van de cliënt af op de vermeende beperking; o Een betere dienstverlening door snellere doorverwijzing en beter inspelen op behoeften cliënten; o De LVB-training leidt ertoe dat opvangmedewerkers met een andere bril kijken naar de situatie van cliënten dan (alleen) met een GGz-focus en/of medische focus; 6

14 o In pilots is gesignaleerd dat de training van professionals leidt tot meer (terechte) aanmeldingen bij MEE van opvangcliënten met een (vermoedelijke) LVB. LVB wordt (beter) herkend Overige deskundigheidsbevordering Opvangmedewerkers In het project genoemde en deels toegepaste verdere mogelijkheden voor kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering van MEE aan opvangmedewerkers zijn: Periodiek herhalen van de training, bijvoorbeeld in een jaarlijkse opfrisbijeenkomst of verdiepingsbijeenkomst rondom specifieke thema s of opvangcasuïstiek; Coaching op basis van gezamenlijke casuïstiekbespreking; Inzet van MEE-professionals op advies- en consultbasis (MEE-consulent en/of gedragsdeskundige) voor individuele cliëntsituaties en opvangmedewerkers (per mail, telefonisch, persoonlijk, overleg); Informatie over andere MEE-trainingen (zoals omgaan met geld, schulden) en diensten. MEE-medewerkers Voor MEE-medewerkers geeft het werken met cliënten uit de maatschappelijke opvang ook aandachtspunten in hun kennis en vaardigheden: Voor MEE-medewerkers is het van belang goede voorlichting te hebben over het werk en de voorzieningen van de opvangorganisatie; Het werken met cliënten in de maatschappelijke opvang met een verstandelijke beperking en meervoudig complexe problematiek betekent voor (een deel van) de MEE-medewerkers: o Meer kennis vergaren over de opvangdoelgroep en problematieken; o Leren omgaan met de opvangdoelgroep. Deze doelgroep vraagt onder meer om intensiever contact, vasthoudender optreden, werken zonder (duidelijke) hulpvraag, outreachend werken en om kunnen gaan met psychiatrische problematiek, verslaving en agressie Conclusies en aanbevelingen bij deskundigheidsbevordering Conclusies De LVB-training geeft opvangmedewerkers: een goede basis voor het herkennen van en omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking binnen de opvang; een grotere alertheid op LVB-signalen doordat zij in aanvulling op een GGz-focus of medische focus ook kijken door een LVB-bril; meer begrip voor de cliënt met LVB en een daarop toegespitste dienstverlening. Aanbevelingen Ga door met de LVB-training voor opvangmedewerkers; Stem de LVB-training nog meer af op de opvangsector door het ontwikkelen van beeldmateriaal en gebruik van casuïstiek dat ontleend is aan de opvang; Benut ook andere opties voor kennisuitwisseling als advies/consultatie door MEE en gezamenlijke casuïstiekbespreking; Borg de LVB-kennis binnen de opvangorganisatie door: o de LVB-training onderdeel te maken van het programma voor deskundigheidsbevordering/opleidingsprogramma van opvangmedewerkers; o een vast inhoudelijk aanspreekpunt LVB aan te wijzen, periodieke agendering van LVB tijdens werkoverleggen en ook op managementniveau de verantwoordelijkheid voor LVB te benoemen; Rust MEE-medewerkers (verder) toe in het werken met opvangcliënten door deskundigheidsbevorddering op het gebied van outreachend werken, omgaan met verslaving en agressie. 7

15 3.2. Herkenningsinstrument Het project (On)Beperkte Opvang heeft onderzocht welke mogelijkheden er zijn om voor de maatschappelijke opvang een instrument voor de herkenning van een licht verstandelijke beperking beschikbaar te maken. Een daarvan is in de pilots toegepast: de Hayes Ability Screening Index (HASI). Dit onderdeel van de rapportage doet verslag van de pilotervaringen. Daarnaast komen de ervaringen met dit instrument en andere instrumenten in andere sectoren aan bod. Vroegtijdige herkenning (mogelijke) LVB Naast de (vrouwen)opvang is ook bij onderwijs, jeugdzorg, politie en justitie, gemeenten (Wmo) een groeiende belangstelling voor het eerder signaleren van cliënten met een (vermoedelijk) licht verstandelijke beperking. In de afgelopen jaren zijn diverse studies en initiatieven geweest die pleiten voor het beschikbaar stellen van eenvoudige hulpmiddelen om een vroegtijdige herkenning van LVB door professionals in de verschillende werkvelden mogelijk te maken. Een herkenningsinstrument: Onderzoekt of iemand een (licht) verstandelijke beperking heeft; Maar onderzoekt niet alle aspecten van een mogelijke verstandelijke beperking; Kan door de professional uit het betreffende werkveld worden gebruikt zonder dat deze hoeft te beschikken over specifieke psychologische/orthopedagogische kwalificaties; Is minder belastend voor een cliënt. Juiste perspectief Hiermee verbonden is natuurlijk wel dat de uitkomst van een herkenningsinstrument in het juiste perspectief moet worden geplaatst. Het geeft een waarschijnlijkheid of serieuze aanwijzing aan. Of zoals in de vrouwenopvang is gezegd: het onderbouwen van het niet-pluis gevoel. Het instrument maakt een eerste beoordeling mogelijk. Of daadwerkelijk sprake is van een LVB moet uit nader diagnostisch onderzoek blijken. Afbakening Het project is practice based. Het benut voor zover bruikbaar bestaande (al dan niet gevalideerde) instrumenten en methodieken. De projectactiviteiten leiden niet tot een voor de maatschappelijke opvang wetenschappelijk gevalideerd instrumentarium. Een eventuele validatie valt buiten de reikwijdte van dit project. Wel is het gebruikte HASI-herkenningsinstrument beoordeeld op een aantal aspecten: Gebruiksmogelijkheden opvangmedewerker: kunnen de opvangmedewerkers op eenvoudige wijze het herkenningsinstrument gebruiken? Belasting cliënt: is het instrument laagdrempelig voor de cliënt? Sluit het aan bij de specifieke kenmerken van de opvangcliënt (met mogelijk LVB): concentratie, tijdsduur? Selectief: hoe specifiek is het instrument in de selectie van de doelgroep (bv. IQ-grenzen)? Hoe betrouwbaar is het resultaat (cliënten goed geselecteerd; cliënten ten onrechte niet geselecteerd; cliënten ten onrechte wel geselecteerd); Keuze herkenningsinstrument pilots Uit een medio 2011 verrichtte inventarisatie van (inter)nationaal beschikbare herkenningsinstrumenten kwamen twee mogelijkheden voor toepassing in het project (On)Beperkte Opvang : de HASI: Hayes Ability Screening Index; de Screener LVB. HASI Hayes Ability Screening Index Ontwikkeld in Australië. Daar (en in enkele Europese landen) vanaf 2000 in gebruik. De HASI is in 2011 door de Australische opstellers in het Nederlands vertaald. Voor adolescenten en volwassen (13+) Test bestaat uit vier subtests: o 4 ja/nee zelfrapportagevragen o Achteruitspellen 5-letterwoord o Puzzel o Klokttekentest De test wordt individueel schriftelijk afgenomen Gerapporteerde duur afname: 5-10 min 8

16 Screener LVB Een in 2011 gestart project van de Universiteit van Amsterdam, de Hogeschool Leiden en Altrecht (ggz, o.a. forensische psychologie) dat zich richt op het ontwikkelen van een screeningsinstrument voor het vaststellen van LVB-problematiek. Kenmerken van de experimentele versie waren: Primair voor justitiabelen (gesloten setting), Maar ook onderzoek naar mogelijk bredere toepassing: jeugzorg, gehandicaptenzorg; Onderzoek in 2011 bij een psychiatrische, TBS- en LVG-populatie, Sociale Werkplaats en speciaal onderwijs; Gebaseerd op De Borg tips (2005) voor medewerkers politie/justitie/reclassering. Aangeraden wordt: te informeren naar de schoolopleiding, sociale contacten en hobby s; rekensommen te laten maken en te laten schrijven; taalbegrip te controleren bijv. door middel van spreekwoorden of grapjes; en gedrag te observeren, bijv. op het gebied van klokkijken, hobby s, traagheid; Deze aandachtspunten zijn als basis gebruikt voor het opstellen van een vragenlijst van te scoren items. De afnameduur van de experimentele vragenlijst bedroeg naaar schatting min. Voor de definitieve versie was het streven minuten. Bij de twee instrumenten zijn de volgende overwegingen gemaakt: Validatie In de literatuur is bij de HASI de kanttekening gemaakt dat deze in het buitenland is ontwikkeld en er geen gevalideerde Nederlandse versie is. Medio 2011 was ook de screener LVB zelf nog in ontwikkeling en was deze eveneens niet gevalideerd voor de grote variatie aan mogelijke doelgroepen en settings waaronder de opvang; Herkenning doelgroep Een andere kanttekening uit de literatuur is dat de HASI alleen voor doelgroepen met IQ lager dan 70 is ontwikkeld en niet voor de bredere Nederlandse doelgroepen met IQ lager dan 85. De LVBscreener beoogt de bredere groep te herkennen. Wel blijkt uit Noors onderzoek dat de HASI een ruim(er) bereik heeft. De test selecteert niet alleen mensen met een mogelijke LVB, maar signaleert ook psychische problematiek, gedragsproblemen of taalproblemen. Dit bereik kan groter of kleiner worden gemaakt door de normering van de test ( cut-off score ) aan te passen. Verder blijkt dat de HASI eveneens relatief veel personen selecteert die met 70<IQ<85 een benedengemiddeld intelligentieniveau hebben. Dit hoeft voor de Nederlandse situatie en dit onderzoek niet problematisch te zijn, aangezien deze tot de onderzoekspopulatie van het project (On)Beperkte Opvang behoren; Beschikbaarheid Het project beoogt na te gaan of een herkenningsinstrument door opvangmedewerkers zelf te gebruiken is. Omdat de LVB-screener nog in ontwikkeling was, kon aan die wens niet voldaan worden. In Nederland werd met de HASI inmiddels binnen de vrouwenopvang ervaring opgedaan. Het voorgaande heeft tot de keuze geleid om de HASI als herkenningsinstrument in de pilots te gaan gebruiken. Wel met inachtneming van de bovenstaande kanttekeningen. Daarbij richten de pilots zich niet alleen op de inhoud van het herkenningsinstrument maar ook op de wijze van afnemen binnen de opvang. Dit vanuit de vraagstelling of binnen de opvang door cliënt, medewerkers en organisatie voldaan kan worden aan de voorwaarden om een herkenningsinstrument toe te passen (locatie, wijze van afnemen, rol begeleider, motiveren cliënt). 9

17 Herkenningsinstrument pilots: HASI Introductie Tijdens de voorbereiding bleek dat het gebruik van de originele versie van de HASI in de pilots een extra inspanning vergde. Het beschikbaar stellen van alleen het Nederlandstalige instrument met toelichting en de (engelstalige) handleiding werd als onvoldoende ervaren, omdat de vertaling onvoldoende was en de HASI niet helemaal toegespitst is op de Nederlandse siutatie (achtergrondvragen, kloktekenen). In het kader van het project is daarom een aanvullende toelichting op het formulier geschreven. Verder is voor het gebruik van de HASI een landelijk format (logboeken) voor het bijhouden van de ervaringen van medewekers en cliënten beschikbaar gesteld. De introductie van het HASI-instrument bij de opvangmedewerkers is over het algemeen door MEEmedewerkers gebeurd. In de pilotregio Amsterdam waren daar ook medewerkers van HVO-Querido bij betrokken. De HASI-introductie is in een aanvullend blok op de LVB-training gedaan. In de pilots hebben de volgende aantallen medewerkers uit de opvang deel genomen aan de HASItrainingen: Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Zwolle Totaal HASItraining In de meeste regio s is er voor gekozen om een selectie van de opvangmedewerkers deel te laten nemen aan de training en daarmee het instrument te laten gebruiken. Dit kende deels pragmatische redenen met het oog op de tijdsdruk en het gegeven dat het om een pilot gaat. Deels naast kostenoverwegingen ook vanuit de verwachting dat niet alle opvangmedewerkers het instrument (kunnen) gebruiken; Naast de feitelijke gebruikers van het instrument in het kader van de pilot hebben in een aantal regio s ook leidinggevenden en/of medewerkers van andere locaties aan de training deelgenomen om kennis te maken met het instrument Ervaringen herkenning pilots: HASI Aantallen cliënten In de pilotregio s is bij de volgende cliëntaantallen een HASI-test afgenomen. Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Zwolle Totaal Potentieel HASI-test Verschil potentieel-feitelijk HASI Redenen voor het verschil tussen het aantal cliënten waarbij potentieel de HASI-test afgenomen kon worden en de feitelijke aantallen zijn: Aanvullende informatie: cliënten waarbij uit het beschikbaar komende cliënteninformatie bleek dat al eerder bij hen een LVB is vastgesteld; Uitval/uitstroom: cliënten die voor het afnemen van de HASI-test uit de opvang zijn verdwenen (niet meer verschenen, opname ziekenhuis, doorstroming andere voorziening); Motivatie cliënt: cliënten die niet te motiveren waren deel te nemen aan de HASI-test. Vooraf werd rekening gehouden met de mogelijkheid dat cliënten lastig te motiveren waren om deel te nemen aan de herkenningstest. In de pilots blijkt dit met zo n 10% relatief laag. De indruk is dat de LVB-training en de samenwerking met MEE hier aan hebben bijgedragen; Fasering pilot: het moment van introductie en toepassing van het HASI-instrument liep niet voor alle cliënten gelijk met hun selectie voor pilotdeelname. Het was niet altijd mogelijk alsnog een HASI-test af te nemen. 10

18 Wat zegt het potentieel aantal cliënten? In een aantal pilotregio s bleef het aantal aangemelde cliënten gedurende de pilotperiode achter bij de benodigde aantallen. Daarom is het aantal bij de pilot betrokken locaties uitgebreid. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat het aantal cliënten met (vermoedelijk) LVB lager is dan verwacht. Dat lijkt niet het geval te zijn. Eerder bestaat de indruk dat er nog meer cliënten zijn dan de aangemelde cliënten die een LVB kunnen hebben. Genoemde redenen om cliënten met potentieel LVB niet aan te melden zijn: Pas als de begeleiding echt stagneert komt de vraag naar een mogelijke LVB op; Woonbegeleiders zijn gefocust op andere zaken (zoals onrust op de eigen afdeling); De cliënt heeft al veel andere hulpverlening; Andere problematiek staat op de voorgrond; Men is bang de cliënt te overvragen (bijvoorbeeld bij psychiatrische problematiek); Een relatief kleine groep medewerkers binnen de opvang is getraind in het signaleren van LVB en het afnemen van de HASI. Daardoor krijg je niet de hele doelgroep cliënten in beeld die kan meenemen aan de pilot. Beoordeling Van de cliënten en medewerkers die betrokken zijn geweest bij de HASI-testen zijn hun ervaringen en de HASI-scoren verzameld. De HASI-scoren zijn vervolgens vergeleken met de IQ-scoren. Daarmee kan een uitspraak gedaan worden over de mate waarin volgens het HASI-herkenningsinstrument wel of geen sprake is van een vermoeden van een LVB. Waardering door cliënten Uit de verkregen reacties van cliënten blijkt dat: De meerderheid van de cliënten positief is over het afnemen van de HASI. Meermalen ervaren zij deze als zinvol en/of interessant (o.a. om te weten wat hij/zij kan). Een aantal cliënten ziet het als leerzaam en goed voor de hersenen. Een minderheid van de cliënten staat neutraler of negatief tegenover de HASI. De reacties variëren van spannend, confronterend en toch stimulerend, tot vervelend en vooral moeilijk; Het merendeel van de cliënten ervaart het resultaat als goed en ziet de test als een opstap voor het verkrijgen van de goede begeleiding of gewenste woonplek. Een minderheid van de cliënten ervaart het resultaat als slecht. Deze geven aan niet te weten wat ze aan de uitkomst hebben, of hadden verwacht beter te scoren, of willen geen hulp van een andere instantie ontvangen. Waardering door medewerkers Medewerkers rapporteren zowel goede als minder goede ervaringen met de HASI. Dit laatste is met name het geval als cliënten de test moeilijk vinden, taal een complicerende factor is en de medewerker het lastig vindt zich strikt te houden aan de instructies voor het afnemen van de HASI (niet bevestigen of helpen). Een suggestie is om ook niet-nederlandse (en Engelstalige) oefeningen te gebruiken zodat ook mensen uit andere landen/culturen de test kunnen ondergaan (bijvoorbeeld achterwaarts spellen in het Marokkaans of Turks); Over het algemeen zien de medewerkers zich bevestigd in het beeld dat zij van de cliënt hebben. In een beperkt aantal gevallen leidt dit tot nieuwe inzichten over de cliënt (wat deze niet kan of juist wel kan: cliënt is traag, maar begrijpt meer dan verwacht ); Het afnemen van de HASI geeft met de LVB-training vergelijkbare ervaringen en inzichten over het herkennen en begeleiden van cliënten met vermoedelijk LVB (begrip, meer rust en tijd nemen); Gebleken is dat de mogelijkheid voor opvangmedewerkers om in geval van twijfel/onzekerheid over een cliëntsituatie of de HASI-toepassing een beroep te doen op een MEE-consulent drempelverlagend werkt voor het toepassen van de HASI; Het gebruik van een herkenningsinstrument is voor opvangmedewerkers zeer nieuw. Dit vraagt ook naar de cliënt een andere benadering van de begeleider. Dit kan samen met het motiveren van de cliënt en het afnemen van het instrument nog meer aandacht krijgen en geoefend worden; Ook vanuit de organisatie is ondersteuning richting medewerkers nodig. Het hanteren van een herkenningsinstrument vraagt om inbedding in de organisatie en expliciete betrokkenheid van leidinggevenden/management; 11

19 Medewerkers geven aan dat het afnemen van de HASI gemiddeld minuten duurt. De gerapporteerde tijden variëren van 5 tot 45 minuten. Hierbij speelt mee dat veel begeleiders maar enkele testen hebben afgenomen. Naarmate meer ervaring met een herkenningsinstrument is opgedaan, zal naar verwachting de variatie minder groot worden en de gemiddelde duur dalen. Uitkomsten De HASI-test leidt tot een puntenscore voor de cliënt. Vervolgens leidt de leeftijdsafhankelijke grenswaarde tot een advies om de cliënt wel of niet door te verwijzen voor een verdere beoordeling. De grenswaarde voor personen van 18 jaar en ouder is 85. In de vijf pilotregios zijn de volgende HASI-scoren en het daaruit volgende advies om wel of niet door te verwijzen verkregen. HASI-score Aantal Sub-totaal Advies < Verwijzing > Geen verwijzing Totaal 87 Behalve in de pilotregio Zwolle/Overijssel zijn in de pilots zoveel mogelijk alle cliënten doorverwezen om na te kunnen gaan in welke mate de HASI-resultaten een mogelijke LVB voorspellen. In de regio Zwolle/Overijssel zijn alleen de cliënten doorverwezen die daarvoor op basis van de HASI in aanmerking kwamen (11 van de 14 cliënten). Vergelijking scoren HASI-IQ Van 65 cliënten kan het HASI-resultaat vergeleken worden met de uitslag van het diagnostisch onderzoek. Onderstaande tabel geeft de relatie tussen het HASI-resultaat en de uit het diagnostisch onderzoek verkregen IQ-score. Voorbeeld: Van de cliënten die een IQ-score blijken te hebben tussen de zouden er op basis van de HASI 22 zijn doorverwezen en 4 zouden niet zijn doorverwezen. HASI Verwijzing Geen verwijzing Totaal Procentueel IQ< % IQ 50<IQ< % (licht) 70<IQ< % (zwak) 85<IQ % % Bijna vier-vijfde van deze pilotcliënten (78%) is (licht) verstandelijk beperkt of zwakbegaafd. In Nederland behoren niet alleen mensen met een IQ tussen tot de LVB-doelgroep. Ook mensen met een benedengemiddeld intelligentieniveau ( zwakbegaafd met IQ tussen de 70 en 85) en bijkomende beperkingen en problemen worden gerekend tot de LVB-groep. 12

20 Indien conform de ruimere Nederlandse definitie wordt gekeken, ontstaat het volgende overzicht. Grenzen IQ-groep HASI Nederland Verwijzing Geen verwijzing IQ<50 1 (= terecht) 0 IQ 50<IQ<70 22 (= terecht) 4 (= onterecht/fn) 70<IQ<85 17 (= terecht) 7 (= onterecht/fn) 85<IQ 9 (= onterecht/fp) 5 (= terecht) Naarmate de HASI-resultaten meer overeenstemmen met de IQ-scoren is dit beter bruikbaar als herkenningsinstrument. Daarom wordt gekeken in welke mate de HASI cliënten ten onrechte heeft doorverwezen (ten onrechte positief of false positive/fp ) of ten onrechte niet heeft doorverwezen (ten onrechte negatief of false negative/fn ). Uitgaande van de Nederlandse definitie van de LVB-doelgroep blijkt dat in 69% van de casussen er terecht wel een verwijzing of terecht niet een verwijzing was. De overige 31% is onderverdeeld in 14% cliënten die ten onrechte wel zouden zijn verwezen en 17% die ten onrechte niet zouden zijn verwezen. Dit betekent dat de HASI bij een substantiële groep van mensen binnen de opvang met een LVB geen bevestiging van een vermoeden geeft. Grenzen IQgroep Nederland Verwijzing Geen Verwijzing Terecht (69%) Onterecht 9 (FP=14%) 11 (FN=17%) 20 (31%) Ter vergelijking: het oorspronkelijk gerezen vermoeden van een (L)VB blijkt bij 51 van deze 65 cliënten (=78%) correct te zijn. Een mogelijke verklaring voor deze (hogere) score kunnen de met de LVB-training opgedane kennis en vaardigheden zijn Andere ervaringen herkenning Vrouwenopvang In mei 2012 heeft de Federatie Opvang het Beleidskader Screening voor de Vrouwenopvang gepresenteerd. Daarin staat: In de pilot met de HASI in de vrouwenopvang is gebleken dat de HASI niet altijd goed differentieert. De ervaring is dat er regelmatig false positives en false negatives optreden. Met name in de laatste situatie kan het vervolgens lastig zijn om alsnog een verwijzing te realiseren. Er is immers niets aan de hand volgens de test. Zolang de pilot die momenteel plaatsvindt met de HASI in de maatschappelijke opvang niet het tegendeel heeft aangetoond, wordt de HASI niet aangeraden als screener van de cognitieve vermogens. Bij pilotinstellingen zijn goede ervaringen opgedaan met de GIT en de RAVEN. Lidinstellingen zullen daarom minimaal hun indruk over het cognitief functioneren in het dossier opnemen bij cliënten met een opleiding lager dan MBO-niveau. Hierbij wordt tevens de wijze waarop deze informatie is verkregen verantwoord, afgesloten met een besluit of aandacht voor het cognitief functioneren opgenomen dient te worden in het hulpverleningsplan. Verder uit contacten met de pilot Vrouwenopvang verkregen waarnemingen zijn: De resultaten zijn gebaseerd op 59 HASI-onderzoeken bij 1 pilotorganisatie; Alle testen zijn door een psycholoog afgenomen; Wel zijn er taalkundige aanpassingen van de Engels-Nederlandse vertaling mogelijk; Afname kost niet veel tijd: gemiddeld 7,5 minuut tot max. 15 minuten; Er zijn onvoldoende diagnostische gegevens voor alle cliënten om uitspraken te kunnen doen over de validiteit, maar in een aantal gevallen correspondeerde de IQ-resultaten niet met de HASIuitslag; 13

De resultaten van het project

De resultaten van het project De resultaten van het project Project (On)Beperkte Opvang Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang Peter van den Broek Landelijk projectleider Agenda Het project De instrumenten

Nadere informatie

Handreiking Samenwerken aan (On)Beperkte Opvang

Handreiking Samenwerken aan (On)Beperkte Opvang Een samenwerkingsproject van Federatie Opvang en MEE Nederland Handreiking Samenwerken aan (On)Beperkte Opvang Mensen met een licht verstandelijke beperking in de maatschappelijke opvang Mogelijk 25% cliënten

Nadere informatie

PROJECT (On)Beperkte Opvang

PROJECT (On)Beperkte Opvang PROJECT (On)Beperkte Opvang Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang Pilotrapport 5: Zwolle/Overijssel LIMOR MEE IJsseloevers Colofon Titel Pilotrapport 5: Zwolle/Overijssel

Nadere informatie

PROJECT (On)Beperkte Opvang

PROJECT (On)Beperkte Opvang PROJECT (On)Beperkte Opvang Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang Pilotrapport 3: Rotterdam Leger des Heils Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. MEE Rotterdam Rijnmond

Nadere informatie

MEE Amstel en Zaan. PROJECT (On)Beperkte Opvang. Pilotrapport 1: Amsterdam. HVO-Querido MEE Amstel en Zaan

MEE Amstel en Zaan. PROJECT (On)Beperkte Opvang. Pilotrapport 1: Amsterdam. HVO-Querido MEE Amstel en Zaan PROJECT (On)Beperkte Opvang Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang Pilotrapport 1: Amsterdam HVO-Querido MEE Amstel en Zaan MEE Amstel en Zaan Colofon Titel Pilotrapport

Nadere informatie

(On)Beperkte Opvang. Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang. Pilotrapport 4: Utrecht

(On)Beperkte Opvang. Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang. Pilotrapport 4: Utrecht (On)Beperkte Opvang Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang Pilotrapport 4: Utrecht Oktober 2012 Colofon Titel Pilotrapport 4: Utrecht Opdrachtgevers Federatie Opvang/MEE

Nadere informatie

PROJECT (On)Beperkte Opvang

PROJECT (On)Beperkte Opvang PROJECT (On)Beperkte Opvang Mensen met Licht Verstandelijke Beperkingen in de Maatschappelijke Opvang Pilotrapport 2: Den Haag Kessler Stichting Den Haag e.o. MEE Zuid-Holland Noord Colofon Titel Pilotrapport

Nadere informatie

Beleidskader screening

Beleidskader screening Beleidskader screening Definitief Fred van Es, V&O management, 22 mei 2012 Inhoud Inleiding... 3 Doelstelling... 4 Beleidskader... 4 Randvoorwaarden... 4 Scope... 4 Beleid... 5 Algemene richtlijnen...

Nadere informatie

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Evaluatie Pilot clientondersteuning in de Rotterdamse Vraagwijzers MEE Rotterdam-Rijnmond Datum Januari 2017 Opdrachtgever Opdrachtnemer Status Gemeente

Nadere informatie

IN HET KADER VAN HET VERBETERPLAN VROUWENOPVANG

IN HET KADER VAN HET VERBETERPLAN VROUWENOPVANG KICK OFF SCREENING IN HET KADER VAN HET VERBETERPLAN VROUWENOPVANG 17 september 2012 BRAM KOPPENAAL LIESBETH VAN BEMMEL Uitwerking doel Wat is screening d.m.v. testinstrumenten? Welke plaats nemen de screeners

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

'Integrale zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking en problematisch middelengebruik'

'Integrale zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking en problematisch middelengebruik' 'Integrale zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking en problematisch middelengebruik' Toelichting en handreiking bij het Auditinstrument Het verbeterproject LVB & Verslaving Het Trimbos-instituut

Nadere informatie

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Minor Licht Verstandelijk Beperkt Minor Licht Verstandelijk Beperkt Academie voor Sociale Studies Inleiding De minor Licht Verstandelijk Beperkt biedt een inspirerend en intensief half jaar deskundigheidsbevordering op het gebied van werken

Nadere informatie

Het project is financieel mede mogelijk gemaakt door: het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Fonds NutsOhra en het VSBfonds

Het project is financieel mede mogelijk gemaakt door: het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Fonds NutsOhra en het VSBfonds Amersfoort/Utrecht oktober 2012 Colofon Titel Opdrachtgevers Samenwerken aan (On)Beperkte Opvang Handreiking voor maatschappelijke opvang en MEE Federatie Opvang/MEE Nederland Auteur(s) Datum en Plaats

Nadere informatie

Het Screeningsinstrument voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking (SCIL) toegepast bij dak- en thuislozen

Het Screeningsinstrument voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking (SCIL) toegepast bij dak- en thuislozen Het Screeningsinstrument voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking (SCIL) toegepast bij dak- en thuislozen Resultaten Evaluatie SCIL April 2018 Inleiding Achtergrond en doelstelling De focus

Nadere informatie

MEE op Weg. IJsseloevers

MEE op Weg. IJsseloevers IJsseloevers MEE op Weg Vanuit haar droom van een inclusieve samenleving en missie MEE maakt meedoen mogelijk heeft MEE IJsseloevers het initiatief genomen tot het project MEE op Weg. MEE op Weg Vanuit

Nadere informatie

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Vaardig en veilig verder helpen Een diversiteit aan mensen In Veldzicht bieden we een beschermde omgeving voor het intensief behandelen van mensen met

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke

Nadere informatie

Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente.

Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente. 1. Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente. 2. De overheid moet niet achter de voordeur van mensen willen treden. Dat is privégebied en de eigen

Nadere informatie

Expertise. Visie op problematiek

Expertise. Visie op problematiek Expertise Visie op problematiek De hulpverlening voor mensen met ASS is vaak langdurig en complex en strekt zich gelijktijdig uit over verschillende levensgebieden. Om mensen met deze complexe problematiek

Nadere informatie

LVB en Verslaving. Samenwerken, het kan! Lisette Bloemendaal Erna Mensen 5 februari 2013

LVB en Verslaving. Samenwerken, het kan! Lisette Bloemendaal Erna Mensen 5 februari 2013 Samenwerken, het kan! Lisette Bloemendaal Erna Mensen 5 februari 2013 Binnenplein Casus Methodieken 2 Binnenplein Onderdeel van Aveleijn (VG) Gericht op verstandelijke beperking en verslaving Ambulant

Nadere informatie

Evaluatie Housing First. Titel van de presentatie

Evaluatie Housing First. Titel van de presentatie Evaluatie Housing First Titel van de presentatie Toelichting Housing First Uitgangspunt is: iedereen heeft recht op een eigen plek om te wonen. HF biedt dak- en thuisloze mensen met meervoudige complexe

Nadere informatie

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Maud Eimers en Erick Vloeberghs 2 Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de

Nadere informatie

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking.

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. MEE Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel

Nadere informatie

Screening van LVB in de jeugdstrafrechtketen Evaluatie van de pilot SCIL 14-17

Screening van LVB in de jeugdstrafrechtketen Evaluatie van de pilot SCIL 14-17 Screening van LVB in de jeugdstrafrechtketen Evaluatie van de pilot SCIL 14-17 Screening van LVB in de jeugdstrafrechtketen Evaluatie van de pilot SCIL 14-17 - SAMENVATTING - Auteurs Willemijn Smit Lisanne

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE ONZE AGENDA VOOR 2016-2020 NA INSPRAAK Sommige mensen hebben zo weinig grip op hun dagelijks leven, dat ze niet zelfstandig kunnen wonen.

Nadere informatie

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN gemeente Den Haag September 2015 Conceptversie 2.0 1 Inleiding In november jl. is door de Haagse gemeenteraad Motie 86 Geïsoleerde Vrouwen aangenomen. Om uitvoering te geven

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 december 2016 Betreft Maatschappelijke opvang

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 december 2016 Betreft Maatschappelijke opvang > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Ambulant Centrum Altrecht Aventurijn

Ambulant Centrum Altrecht Aventurijn Ambulant Centrum Altrecht Aventurijn 3 Ambulant Centrum Altrecht Aventurijn De vijf ambulante teams van Altrecht Aventurijn zijn gevestigd in het Ambulant Centrum Altrecht Aventurijn. Onze zorg is opgedeeld

Nadere informatie

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. 1. Sociaal beleid in breder verband Ontwikkelen beleid: een complex proces Het ontwikkelen en implementeren van beleid voor preventie en aanpak van grensoverschrijdend

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN Het kan binnen de RIBW! Marit Kos Guus van Maurik

INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN Het kan binnen de RIBW! Marit Kos Guus van Maurik INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN Het kan binnen de RIBW! Marit Kos Guus van Maurik Arbeidsrehabilitatie Traditionele aanpak: langdurige, stapsgewijze voorbereiding (SV) voorafgaand aan plaatsing in echte

Nadere informatie

Adviesteam autisme ZHZ in 2014

Adviesteam autisme ZHZ in 2014 Adviesteam autisme ZHZ in 2014 Soms heb je een casus waar je verder in wilt komen. Het kan dan goed zijn om advies vanuit een andere organisatie of juist vanuit een andere sector te krijgen. Het adviesteam

Nadere informatie

Externe brochure : toelichting

Externe brochure : toelichting Externe brochure : toelichting Doel: profilering Veldzicht Doelgroep: stakeholders Veldzicht Optionele uitwerking: boekje centrum voor transculturele psychiatrie VAARDIG EN VEILIG VERDER HELPEN In Veldzicht

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Een stap verder in forensische en intensieve zorg

Een stap verder in forensische en intensieve zorg Een stap verder in forensische en intensieve zorg Palier bundelt intensieve en forensische zorg. Het is zorg die net een stapje verder gaat. Dat vraagt om een intensieve aanpak. Want onze doelgroep kampt

Nadere informatie

v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers

v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers Vrouwenopvang Rosa Manus is een instelling voor opvang van en hulpverlening aan mishandelde of met mishandeling bedreigde vrouwen en hun

Nadere informatie

B&W. Advies. Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen. Zoetermeer steeds ondernemend. \u,/.,;/ 9P..\9\.\ Zocx C?.3-.l.l.--2:c.

B&W. Advies. Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen. Zoetermeer steeds ondernemend. \u,/.,;/ 9P..\9\.\ Zocx C?.3-.l.l.--2:c. Zoefermeer VERGADERING B&W ó.d. IJ NOV 2009 B&W DM^nr. 2009/20150 Advies 090641 Datum: 03-11-2009 Versie: 1 Conform advies bésldtëh Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen Verantwoordelijk Portefeuille

Nadere informatie

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 1. Algemeen In het Westerkwartier is het cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 afgerond en zijn de resultaten hiervan inmiddels bekend. In 18 van de 23 Groningse

Nadere informatie

maar niet alleen! Persoonlijk Toekomstgericht Deskundig

maar niet alleen! Persoonlijk Toekomstgericht Deskundig Zelf maar niet alleen! Persoonlijk Toekomstgericht Deskundig Gastenhof biedt Onze jeugdigen horen erbij Hoe doe je mee in een maatschappij waar het tempo vaak hoog ligt? 2 perspectief Inhoud 4 Voor wie

Nadere informatie

Sport en bewegen in de opvang

Sport en bewegen in de opvang Sport en bewegen in de opvang Eindrapportage van drie jaar onderzoek Rianne Verwijs Niels Hermens Inhoud Voorwoord De opvang in beweging 5 Samenvatting 7 1 Inleiding 9 2 Sport en Bewegen bij de instellingen

Nadere informatie

Centrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling onder één dak 17 juni 2019

Centrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling onder één dak 17 juni 2019 Centrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling onder één dak 17 juni 2019 Wat is de stip op de horizon? Acuut en ernstig geweld duurzaam stoppen, zodat herhaling wordt voorkomen. Dat is onze stip op de

Nadere informatie

GGzE centrum autisme volwassenen

GGzE centrum autisme volwassenen GGzE centrum autisme volwassenen GGzE centrum autisme volwassenen Centrum voor specialistische zorg, kennis en ontwikkeling op het gebied van autisme Informatie voor verwijzers >> GGzE centrum autisme

Nadere informatie

Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren

Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren Deze vragenlijst is ontwikkeld door AnnemiekeTomassen van de GG&GD te Utrecht. Zij stelt de evaluatie aan andere veldregisseurs en geïnteresseerden ter

Nadere informatie

Een licht verstandelijke beperking (lvb) en zelfstandig wonen met ondersteuning uit de Wmo? Wat komt daarbij kijken en wat is daarvoor nodig?

Een licht verstandelijke beperking (lvb) en zelfstandig wonen met ondersteuning uit de Wmo? Wat komt daarbij kijken en wat is daarvoor nodig? UITKOMSTEN VAN DE RAADPLEGING OP 23 SEPTEMBER 2013 Inleiding Cliëntenbelang Amsterdam heeft op 23 september 2013 een raadpleging gehouden over de positie van mensen met een licht verstandelijke beperking

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Info toezichtonderzoek Na de vrouwenopvang door Samenwerkend Toezicht Jeugd / Toezicht

Nadere informatie

Welkom. Introductie over Titan Resocialisatie en Titan GGZ.

Welkom. Introductie over Titan Resocialisatie en Titan GGZ. Welkom Introductie over Titan Resocialisatie en Titan GGZ. Onze doelgroep - Rap S. - Rap R. Diversiteit binnen de doelgroep Licht verstandelijk beperkte jongeren Verslaafde jongeren Dak- en thuisloze jongeren

Nadere informatie

FACT IDRIS. Idris is een onderdeel van de Amarant Groep

FACT IDRIS. Idris is een onderdeel van de Amarant Groep FACT IDRIS Idris is een onderdeel van de Amarant Groep Iedereen is Behandeling en begeleiding voor cliënten met een LVB in combinatie met complexe problematiek Specialistische behandeling Kinderen, jeugdigen

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Inhoud 1. Inleiding 2 De Wmo-werkplaats 2 Schets van de context 2 Ontwikkelde producten 3 2. Doel onderzoek

Nadere informatie

Methodiekbeschrijving Januari 2008. Laat Zien Wat Je Kunt

Methodiekbeschrijving Januari 2008. Laat Zien Wat Je Kunt Methodiekbeschrijving Januari 2008 Laat Zien Wat Je Kunt Deel 1: Methodiekbeschrijving Het is bij de juiste methodiekvaststelling bepalend uit welke personen de doelgroep bestaat. De methodiek is vooral

Nadere informatie

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress WORK EXPERIENCE SCAN VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Voor elk bedrijf is het van belang de oorzaken van stresserende factoren zo snel mogelijk te herkennen om vervolgens het beleid hierop af te kunnen

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Aanmelden Singelzicht

Aanmelden Singelzicht Aanmelden Singelzicht Om jouw cliënt aan te melden voor een 24-uurszorgtraject binnen Singelzicht, kan je het aanmeldformulier invullen. Stuur daar waar mogelijk, zo veel mogelijk relevante informatie

Nadere informatie

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals Hulp voor jonge ouders Informatie voor professionals Zorg voor kwetsbare meiden Meiden tussen de 16 en 27 jaar die zwanger zijn, of een kind hebben gekregen, kunnen terecht bij Vitree. Het gaat om kwetsbare

Nadere informatie

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Interventieteam Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Fier

Nadere informatie

Specialistische zorg. voor jongeren met complexe gedragsproblemen

Specialistische zorg. voor jongeren met complexe gedragsproblemen Specialistische zorg voor jongeren met complexe gedragsproblemen OG Heldringstichting in het kort Jarenlange ervaring en expertise in kwalitatief hoogwaardige behandeling & diagnostiek voor jongeren met

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

Kortdurend intensief verblijf

Kortdurend intensief verblijf Inhoudsopgave De Buitenwereld 4 6 Doelgroep 8 Doelgericht werken 10 Inhoudelijke randvoorwaarden 11 2 3 De Buitenwereld Als je binnen een gezin een kind mag grootbrengen met psychiatrische problematiek

Nadere informatie

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014. Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014. Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014 Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid Raadscarrousel Drechtsteden 2 oktober 2012 Opbouw presentatie 1. Maatschappelijke Zorg (Wmo prestatievelden 7, 8 en

Nadere informatie

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie Inleiding Per 1 januari 2015 hebben zowel de gemeente Enschede als het Leger des Heils zich aangesloten bij het landelijk programma

Nadere informatie

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij Forensische zorg en LVB Een beter leven in een veilige maatschappij Position Paper Forensische zorg en LVB: Een beter leven in een veilige maatschappij November 2017 Een hogere kwaliteit van bestaan voor

Nadere informatie

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel Het meten van het effect van leren en ontwikkelen is een belangrijk thema bij onze klanten. Organisaties willen de toegevoegde waarde van leren weten en verwachten een professionele aanpak van de afdeling

Nadere informatie

Pagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018

Pagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018 Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018 Vraag en antwoord inkoop Tijdelijk Beschermd Wonen LVB 18+ ISD Bollenstreek-Gemeente Katwijk Vragen Antwoord Algemeen

Nadere informatie

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL categorale opvang voor slachtoffers mensenhandel De categorale opvang voor slachtoffers van mensenhandel (COSM) omvat 70 veilige opvangplekken en is in

Nadere informatie

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg De modelgetrouwheidsmeting In de begeleiding van kwetsbare mensen is de behoefte aan professionalisering en kwaliteitsverbetering groot. Er is nog veel winst te halen uit een betere aansluiting tussen

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Landelijk Beleidskader Instroom def versie

Landelijk Beleidskader Instroom def versie Landelijk Beleidskader Instroom def versie 3-1- 08 I. Waarom een landelijk beleidskader? In het onderzoek van het Trimbosinstituut ( Aan de voordeur van de vrouwenopvang, 2003) wordt geconstateerd dat

Nadere informatie

Werken, leren en activiteiten

Werken, leren en activiteiten Werken, leren en activiteiten Het beste uit het leven halen Meedoen in de samenleving. Voor sommige mensen is dat niet vanzelfsprekend. Ze hebben door psychische of psychosociale problematiek bijvoorbeeld

Nadere informatie

Voor mensen met een beperking

Voor mensen met een beperking Voor mensen met een beperking Inhoud van de presentatie Wat doet Promens Care? Ons motto Wvz. Schoonvelde Methodiek KNWWZ Betrokkenheid bewoners/ouders bij opstarten woonvoorziening Resultaten KNWWZ Voortgang

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij

Nadere informatie

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Toetsingskader 2019, pagina 1 Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid De Wmo-toezichthouder ziet, in opdracht van de gemeenten in Gelderland-Zuid, toe op de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Trainingen, workshops en coaching

Trainingen, workshops en coaching Trainingen, workshops en coaching Aanbod 2015-2016 professionals en gemeenten Beschermen & Versterken Trainingen, workshops en coaching De Jeugd- & Gezinsbeschermers zet zich in voor de bescherming van

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december 2018 Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren pagina 2 van 5 Alcoholconsumptie brengt risico s met zich mee.

Nadere informatie

Monitor begeleid wonen Twente 2012

Monitor begeleid wonen Twente 2012 Monitor begeleid wonen Twente 2012 metingen 2009, 2010 en 2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen

Nadere informatie

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam Vijfhoek & Ronde Tafel, versie 31 juli 2017 1 Introductie De Vijfhoek Kindveiligheid (Ouder- en Kind Teams, Samen DOEN, Veilig Thuis, de William Schrikker groep,

Nadere informatie

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB Forensische cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben na een delict strafrechtelijk zorg opgelegd gekregen.

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT 19 juni 2019 Vignet 33 jarige man, boerenzoon. Sinds 2010 bekend

Nadere informatie

De ontwikkeling van de methode en het instrument in een tijdslijn

De ontwikkeling van de methode en het instrument in een tijdslijn Kernformulier PerspeKtief De ontwikkeling van de methode en het instrument in een tijdslijn Overview 1. Wat was de aanleiding tot deze ontwikkeling en innovatie? Strategisch: Organisatie wil een instrumentarium

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving Aanpak: GRIP-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG Datum : 2 juni 2017 Auteur : Heleen de Boer Inhoud INTRODUCTIE... 2 SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1. Aanleiding en doel... 4 1.2 De vragenlijst...

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Opzet van de monitor Huishoudelijke Verzorging De nieuwe manier van werken heeft 3 hoofdrolspelers namelijk

Nadere informatie

Kennisplatform Werkfit maken. 22 maart 2018

Kennisplatform Werkfit maken. 22 maart 2018 Kennisplatform Werkfit maken 22 maart 2018 Inloop met terugblik onderzoek en eerste bijeenkomsten door ZINZIZ Op de volgende dia s is de presentatie van ZINZIZ tussengevoegd WERKFIT-TRAJECTEN TOT NU TOE

Nadere informatie

Waarom de inzet van ervaringsdeskundigen bijdraagt aan herstel en participatie van kwetsbare burgers

Waarom de inzet van ervaringsdeskundigen bijdraagt aan herstel en participatie van kwetsbare burgers Waarom de inzet van ervaringsdeskundigen bijdraagt aan herstel en participatie van kwetsbare burgers Wie/wat is de ervaringsdeskundige in het wijkgericht werken? Waarin onderscheidt zij zich? Wat is haar

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

VEERKRACHT! Landelijk congres 18 november 2013 Jantien van der Meer, Margreet Knol, Netty Jongepier

VEERKRACHT! Landelijk congres 18 november 2013 Jantien van der Meer, Margreet Knol, Netty Jongepier VEERKRACHT! Landelijk congres 18 november 2013 Jantien van der Meer, Margreet Knol, Netty Jongepier Aanleiding Veerkracht Kinderen vormen belangrijke groep in de vrouwenopvang In beleid en onderzoek kinderen

Nadere informatie

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 3 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3. Samenvattend oordeel 11 Bijlage

Nadere informatie

Ervaren problemen door professionals

Ervaren problemen door professionals LVG en Verslaving Lectoraat GGZ-Verpleegkunde Ervaren problemen door professionals Kennisdeling 11 november 2010, Koos de Haan, deel 2 1 Wat komt aan bod? Onderzoek naar problemen door professionals ervaren

Nadere informatie

Idris Trainingshuis. Op eigen benen. Informatie voor professionals

Idris Trainingshuis. Op eigen benen. Informatie voor professionals Idris Trainingshuis Op eigen benen Informatie voor professionals Idris Trainingshuis Op eigen benen Een eigen plek binnen de maatschappij. Met een fijn sociaal leven en een leuke baan. Dat wil toch iedereen?

Nadere informatie

De mogelijkheden voor prevalentieschattingen met de huidige registraties Uit de bevindingen wordt duidelijk dat er binnen de meeste organisaties erg w

De mogelijkheden voor prevalentieschattingen met de huidige registraties Uit de bevindingen wordt duidelijk dat er binnen de meeste organisaties erg w SAMENVATTING Kaal, H., & De Jong, B. (2017). Registratie van LVB-problematiek in het justitiële domein; Onderzoek naar de haalbaarheid van en mogelijkheden voor het schatten van de prevalentie van LVB

Nadere informatie

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking Nuray Dogan Nadia el Gharnati Erasmus Universiteit 19-11-2015 De effectiviteit van preventieve voorlichting aan migrantenouders in Rotterdam over ggz problematiek en licht verstandelijke beperking De Rotterdamse

Nadere informatie