L. A. H. de Smet1), D. Daniëlsl) en A. E. Klungel2)
|
|
- Martina Vink
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 LUCHTFOTO'S ALS HULPMIDDEL VOOR HET VASTSTELLEN VAN VOCHTTRAPPEN EN GRONDWATERTRAPPEN The aerial jhotograjh as a means to determine moisture classes and water- table classes L. A. H. de Smet1), D. Daniëlsl) en A. E. Klungel2) INLEIDING Voor de bodemkundige kunnen luchtfoto's van grote betekenis zijn (Buringh, 1948; Edelman, 1947). In het algemeen zijn bodemverschillen op luchtfotoys het mooist te zien na een natte periode bij 'opdrogend' weer in het voorjaar. Ligt de grond in bouwland en is hij nog onbezaaid, dan vertoont de luchtfoto het directe beeld van de grond zelf. Het ligt voor de hand dat de op een dergelijke foto voorkomende tintverschillen nauw verband houden met de vochttoestand van de grond. Als voorbeeld wordt voor een gedeelte van de Groninger Veenkoloniën aangegeven dat men met behulp van luchtfoto's vochttrappen en grondwatertrappen kan vaststellen. Hieraan gaat vooraf een korte beschrijving van het gebied en van de problemen bij het destijds opstellen van de legenda voor de bodemkaart. DE BODEMGESTELDHEID VAN DE GRONINGER VEENKOLONIËN Het opstellen van een bodemkundige legenda gaf aanvankelijk bij de studie van de Groninger Veenkoloniën grote moeilijkheden (De Smet, 1969). De veenkoloniale grond is een kunstmatige grond, die door het ingrijpen van de mens sterk afwijkt van het oorspronkelijke natuurlijke veenprofiel. De menselijke invloed had tot gevolg, dat de meeste, veelal zeer sterk uiteenlopende, profielen moeilijk waren te rangschikken in een logisch en evenwichtig opgebouwde legenda. Van het gebied bestonden luchtfoto's die in het vroege voorjaar waren opgenomen. Bij de eerste bodemkundige verkenningen van het gebied is de betekenis van de verschillende tinten van deze foto's nagegaan. Het bleek al spoedig, dat de verschillen terug te voeren waren tot verschillen in vochttoestand van de grond. Verder onderzoek wees uit, dat de vochttoestand verband houdt met bepaalde variaties, die in de opbouw van de grond voorkomen, nl. met de relatieve hoogteligging van het profiel in het terrein, dikte en humusgehalte van de bouwvoor, aard en dikte van het veen eronder en de diepteligging en aard van de zandondergrond. Verschillende van deze Afd. Regionaal Onderzoek Noord, Stichting voor Bodemkartering ') Rayon Noord, Stichting voor Bodemkartering. 139
2 factoren hangen nauw met elkaar samen. De grondwaterstand speelt vaak hierdoor heen, hoewel die ook vaak samenhangt met enkele van bovengenoemde factoren. De landbouwkundige problemen die in de Veenkoloniën voortkomen uit de bodemgesteldheid, hangen alle samen met het vochtgehalte van de grond. Enerzijds betreft het gronden die aan verdroging onderhevig zijn en anderzijds gronden die te nat zijn. Al spoedig bleek, dat deze gegevens uit de landbouwpraktijk duidelijk gekoppeld zijn aan de op luchtfoto's voorkomende tintverschillen. Het lag voor de hand om bij de opstelling van de bodemkundige legenda uit te gaan van de reële tintverschillen van goede luchtfoto's en deze verschillen te interpreteren naar variaties in profielopbouw en grondwaterhuishouding. De legenda, waarmee de Groninger Veenkoloniën destijds zijn opgenomen, is in wezen dan ook een indeling gebaseerd op verschillen in vochttoestand van de grond. De veenkoloniale gronden konden hierbij ingedeeld worden in zgn. vochttrappen. VOCHTTRAPPEN Een vochttrappenindeling werd reeds gehanteerd bij de kartering van zandgronden. In zandgebieden kon men de vochttrappen onderscheiden met behulp van landschaps- en profielkenmerken. In de Groninger Veenkoloniën was dit echter niet mogelijk zonder bestudering van luchtfoto's en verschillen in 'opdroging' van de grond in het vroege voorjaar. Figuur l is een luchtfoto van een gebied, dat tussen Kielwindeweer en Zuidlaarderveen is gelegen. Op de foto komen lichte en donkere tinten voor. Bij vergelijking van deze tinten met gegevens die enkele jaren na de opname van de luchtfoto door veldbodemkundig onderzoek waren verzameld, kwam al spoedig vast te staan, dat de lichtste tinten overeenkomen met de hoogste en droogste gronden en de donkerste met de laagste en natste. De overgangen tussen de lichtste en donkerste tinten vielen in de regel ook samen met de overgangen van de hoogste en droogste naar de laagste en natste gronden. Hierop kwamen uitzonderingen voor. Deze werden in hoofdzaak veroorzaakt door: l. Het al of niet begroeid (grasland), ingezaaid of bewerkt zijn van de grond bij de opname van de luchtfoto en bij de opname van de veldgegevens. 2. Grote verschillen in profielbouw op korte afstand, vooral ten aanzien van de veendikte en het humusgehalte van de bovengrond. 3. Andere bodemkundige verschillen, die verband houden met herontgonnen, gezakte en/of geëgaliseerde percelen. Om het aantal te onderscheiden vochttrappen te kunnen vaststellen, was het zaak om bovengenoemde uitzonderingen en afwijkingen te elimineren. Hiervoor werden in enkele verspreid liggende gebieden detailstudies verricht. Voor dit doel werden bepaalde luchtfoto's vergroot. Veelal betekende 140
3 Foto: IUM Aerocarto Fig. 1. Een gedeelte van de Groninger Veenkoloniën tussen Kielwindeweer en Zuidlaarderveen. De lichte tinten komen overeen met de hoogste en droogste terreingedeelten; de donkere met de laagste en natste. Fig. l. A part OJ the peut reclarnation districts of Groningen between Kielwindeweer and <uidlaarderveen. The lighter shades correspond with the higher and drier $arts; the darker shades with the lomer and wetter parts. dit enig verlies aan kwaliteit; de tintverschillen werden iets vager. Over het algemeen waren ze echter nog duidelijk genoeg om er in het veld mee te werken. 141
4 Tint Shade Vochttoestand Moisture condition. boorpunt augering - grens tussen twee vochttoestanden boundary of two moisture conditions Zie legenda van tabel 1 voor de betekenis van de Romeinse cijfers The Roman nurnbers are explained in the legend of table i Fig. 2. Links: een vergroting van een deel van figuur 1. Rechts: de op de luchtfoto onderscheiden tinten in relatie tot de vochttoestand van de bovengrond Fig. 2. L@ side: an enlargement of a part pifig. 1. Right side: The shades recogni~d on the aerial photograjh in relation with the moisture condition of the topsoil
5 Het linker deel van figuur 2 is een vergroting van het wit omgrensde deel van de luchtfoto van figuur 1. Bij eerste beschouwing zien we dat bepaalde tintveranderingen met perceelsscheidingen samenvallen. Het betreft dan percelen die begroeid zijn. Echter op de niet-begroeide percelen zijn tintverschillen te zien, onafhankelijk van perceelsscheidingen; daarvan is het verloop soms zeer grillig. Bij de veldopname bestaande uit 65 profielboringen werden deze verschillen vergeleken met de hoogteligging, de profielopbouw en de vochttoestand van de grond. Het rechter deel van figuur 2 bevat de plaatsen waarop de boringen werden verricht, en de afgrenzingen van de tinten in samenhang met de vochttoestand van de bovengrond. De vochttoestand in het voorjaar kon voor dit gebied in vijf gradaties, van droog tot nat, worden geschat. De gegevens van de veldopname zijn samengevat in tabel 1 en daarin bovendien in verband gebracht met de tinten van de luchtfoto. De tinten 1 t/m 5 blijken samen te hangen met de hoogteverschillen van het bodemprofiel in het terrein, het humusgehalte van de bouwvoor, de dikte van de veenlaag onder de bouwvoor en de vochttoestand van de bovengrond in het voorjaar. Bij nadere beschouwing van tabel 1 komen we tot de conclusie, dat de vochttoestand van de bovengrond in het voorjaar in hoofdzaak bepaald wordt door : l. De grondwaterstand. 2. Het humusgehalte van de bouwvoor en de aard en de dikte van de veenlaag. Vanzelfsprekend spelen ook de weersomstandigheden in het voorjaar een rol. Deze zijn echter binnen een klein gebied voor alle gronden gelijk. Daarom kunnen we ze hier buiten beschouwing laten. De duidelijkste correlatie werd gevonden tussen de vochttoestand van de bovengrond en de hoogteligging van het bodemprofiel. Dit is te verklaren door het feit, dat met de hoogteligging de andere profieleigenschappen nauw samenhangen. In het gebied van Kielwindeweer waren naar verhouding de drogere gronden sterk vertegenwoordigd. Tijdens andere detailstudies troffen we relatief meer nattere gronden aan. Op dezelfde wijze zijn daarvan gegevens verzameld en uitgewerkt. Ook in deze gebieden werden verbanden gevonden tussen tint, vochttoestand, hoogteligging, enz. Doordat de verschillende gebieden wat de relatie tussen bodemgesteldheid en de vochttoestand van de grond betreft, op vele plaatsen nagenoeg gelijk waren, konden de resultaten van alle detailstudies in elkaar worden gepast (tabel 2). De vochttoestanden, die in tabel 2 onderscheiden worden en door Romeinse cijfers zijn aangeduid, zijn later vochttrappen genoemd en omschreven in termen $an droog tot nat. Voor de gehele Groninger Veenkoloniën konden in totaal l l vochttrappen worden vastgesteld (tabel 3). 143
6 TABEL 1. Het verband tussen tint, eigenschappen van het bodemprofiel en de vochttoestand van de bovengrond (Kielwindeweer) TABLE 1. The relation between shade, soil characteristics and the moisture condition of the topsoil (Kielwindeweer) Tint Hoogte- - Bouwvoor Veendikte in Vochttoestand Shade liggi~g Tilth dm bovengrond Elevatzon humusnehalte dikte Thickness of Moisture condi- Hoogteligging Eleuation hl = hoog high h2 = hoog - middelhoog high to medium high h3 = middelhoog medium high h4 = middelhoog - laag medium high to low h5 = laag l0 w Tint bouwvoor Shade oj' tilth t1 = licht light t2 = matig licht moderately light t3 = matig licht - matig donker moderately light to moderately dark t4 = matig donker moderately dark t5 = donker dark Humusgehalte bouwvoor Humus class of tilth a = humusarm $oor in hhumus b = humeus humose c = humusrijk rich in humus d = venig Pea9 Dikte bouwvoor Thickness o f tilth 1 = cm 2 = cm Vochttoestand bovengrond Moisture condition of top soil I = droog dry, 11 = vochthoudend moderately moist I11 = vochtig moist IV = zeer vochtig very moist V = nat wet V1 = zeer nat very wet
7 TABEL 2. De vochttoestand van de bovengrond in samenhang met de tint, de hoogteligging van het bodemprofiel en profieleigenschappen in de Groninger Veenkoloniën TABLE 2. The moisture condition oj the tobsoil in relation with shade, elevation oj the soil and soil characteristics in the beat reclamation districts oj Groningen Tint Hoogte- Bouwvoor Veendikte Vochttoestand Shade ligging Tilth in dm bovengrond Elevation humus- dikte Thickness of Moisture gehalte thickness beat layer in dm condition humus clars oj topsoil GRONDWATERTRAPPEN In het voorgaande is opgemerkt, dat de tintverschillen het duidelijkst samenhangen met de hoogteverschillen van het bodemprofiel. De hoogteverschillen corresponderen weer met de verschillen in grondwaterstand ten opzichte van het maaiveld. Hieruit volgt dat luchtfoto's ook gebruikt kunnen worden voor het vaststellen van grondwaterstanden. De diepte van het grondwater beneden maaiveld is aan min of meer sterke schommelingen onderhevig. In het algemeen komen in de winter de hoogste en in de zomer de laagste grondwaterstanden voor. Het gemiddelde verloop van de grondwaterstand op een bepaalde plaats kan het best worden gekarakteriseerd met de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG), respectievelijk de gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG). Op basis van de GHG en GLG kan een klasse-indeling worden ontworpen. Elk van deze klassen - de grondwatertrappen (Gt's) - wordt gedefinieerd door een combinatie van een zeker GHG- en GLG-traject. Tabel 4 geeft de grondwatertrappenindeling weer, die bij de Stichting voor Bodemkartering wordt gebruikt bij de landelijke kartering, schaal l : In de Groninger Veenkoloniën zijn in de periobe van 1957 t/m 1962 tweemaal per maand grondwaterstanden opgenomen (De Smet en Daniëls, 1965). De gekozen plekken lagen verdeeld over de verschiiiende vochttrappen van de veenkoloniale legenda. De resultaten van dit onderzoek zijn 1 45
8 TABEL 3. Onderscheiden vochttrappen in de Groninger Veenkoloniën TABLE 3. Recognized moisture classes in the peut reclamation districts oj Groningen Vocht- Benaming Hoogteligging Hoofdgroepen legenda trap Designation Elevation Main groups of legend Moisture class 1 droog zandgronden met een dunne dry hoog Al- en een duidelijke podzol 2 droog-vochthoudend B-horizont high dry to moderately moist sand soils with a thin Al and a prominent jodzogb horizon 3 vochthoudend moderately moist hoog-middelhoog 4 vochthoudend-vochtig moderately moist to moist high high medium zandgronden met een dunne Al-horizont, deels op ondiepe veen- of venige lagen en een 5 vochtig zandondergrond met een al moist middelhoog dan niet duidelijke podzol B- 6 vochtig-zeer vochtig medium high horizont moist to very moist sand soils with a thin Al horizon, partly over shallow peut or peab 7 zeer vochtig middelhoog-laag layers and a sand subsoil with or very moist medium high t. without a prominent podzol-b 8 zeer vochtig - nat 10 w very mokt to wet 9 nat veengronden met een dunne wet Al-horizont, deels op een 1 O nat - zeer nat laag zandondergrond wet to very wet low peut soils with a thin Al-horizon, 11 zeer nat partly overlying a sand subsoil very wet samengevat in figuur 3. Nadat de GHG en de GLG voor iedere vochttrap waren vastgesteld, konden de verschillende tot een bepaalde vochttrap behorende gronden in grondwatertrappen worden ingedeeld; tevens kunnen de op de luchtfoto voorkomende tintverschillen in relatie worden gebracht met de grondwatertrappen (tabel 5). TABEL 4. Grondwatertrappenindeling TABLE 4. Reco.gnized - water-table classes Grondwatertrappen I 11 I11 IV V V1 V11 Water table classes GHG in cm-mv. - - <40 >40 < >80 Meun highest water table in cm below su$zce GLG in cm-mv. Meun lowest water table in cm below suface c >l20 >l20 >l20
9 Fig. Fig. TABEL 5. De onderlinge relatie tussen vochttrappen, tinten en grondwatertrappen in de Groninger Veenkoloniën TABLE 5. The relation between mokture classes, shades and water-table classes in thejeat reclamation districts oj Groningen Vochttrappen Moisture classes Tinten Shades Grondwatertrappen Water table classes 1, 2, 3 tl, t112 v11 4, 5 t2, t213 V1 6, 7 t3, t314 IV 8, t4, t415 I11 9, 10, 11 t5 I1 SLOTBESCHOUWING De tintverschillen op een luchtfoto hebben reële betekenis. Toch is aan de hand van'een luchtfoto niet direct uit te maken hoe groot de verschillen in vochtgehalte van de bovengrond of in grondwaterstand zijn. Hiervoor moet men in het veld waarnemingen verrichten om de betekenis van de op de foto voorkomende tinten te leren kennen. Zijn deze bekend, dan vormt de luchtfoto een belangrijk hulpmiddel om de ligging, verloop en verbreiding van dergelijke verschijnselen nauwkeurig vast te stellen. De gronden kunnen dan 147
10 op een gemakkelijke wijze in vochttrappen enlof grondwatertrappen worden ingedeeld en op een kaart worden weergegeven. Bij de meeste van de huidige karteringen worden de grondwatertrappen uit profielkenmerken en veelal uit schaarse gegevens van gemeten grondwaterstanden afgeleid. Het ZOLI aanbeveling verdienen om ook hier luchtfoto's te gebruiken. maart 1972 SUMMARY Aerial photos of soils taken in the spring exhibit variations in shade which bear a close relationship with the moisture condition of the soil. The significance of the shades can be established by means of pedological investigations in the field, complemented by measurements of moisture contents arid water tables. Good results have been obtained with this method in the peat reclarnation districts of Groningen by dividing the soils int0 so-called moisture classes. These classes are related to the moisture-holding capacity of the soil and the water table. It is recommended that aerial photos be used in soil survey for deter: mining water table classes. ;\ LITERATUUR Buringh, P., 1948: Bodemkundige verschijnselen op de luchtfoto. Tijdschr. Kon. Ned. Aardr. Genootschap, 65, 1, , 2, , 3, Edelman, C. H., 1947: Het gebruik van luchtfoto's in de bodemkunde. Tijdschr. voor Kadaster en Landmeetkunde, 63, 3, Smet, L. A. H. de, 1969: De Groninger Veenkoloniën (westelijk deel). Bodemkundige en landbouwkundige onderzoekingen in het kader van de bodemkartering. Versl. Landbouwk. Onderz Smet, L. A. H. de, en D. Daniëls, 1965: Vochttrappen en grondwatertrappen en hun betekenis voor de landbouw in de Groninger Veenkoloniën. Boor en Spade 14,
Betekenis van een vochttrappenindeling voor oude veenkoloniale gronden, gemeten aan opbrengsten van fabrieksaardappelen in 1947
Overdruk uit het Landbouwkundig Tijdschrift, 80ste jaargang nr. 7, juli 1968 Betekenis van een vochttrappenindeling voor oude veenkoloniale gronden, gemeten aan opbrengsten van fabrieksaardappelen in 1947
Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010.
Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2009 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010 Inhoud - Figuur 8.8.2.5-2 in Bijlage 8.8-1 Vaststelling gradatie vochtleverend
.llokfure class~c and qroistid rolt-r cl<ro~r and /heir sigrz!tj<-anrf for agriculfure Li fhe peot-rcclarr~dion di(tric./ d GYOIO~II~~~II. door, 4,.
VOCHTTR.1PPEN E?; GRONDlZ'XTER'TR.1PPE?rl ES HL-?; BETEKEXIS I'OOR DE I..iNDBOVlZ' IN DE GRONINGER I-EENKOI.OSI~?N.llokfure class~c and qroistid rolt-r cl
TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -'
TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -' ISEMWV. -:aio.- M E. ia ^^^ ^^-B^'nYt^T^-n.MET DE ZOHERGROND-.i.RSTANDEN TIJDENS DROGE I?E JAREN IN DE GEBIEDEN WAAR AL OF NIET VERANDERING IN DE PRODUKTIEWAARDE IS TE
BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN
Bijlage 2 bij de toelichting BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN i BODEMONDERZOEK GROEILOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN In opdracht van: Tuinbouw Ontikkelings Maatschappij
Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)
Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer
Watersysteem rond 1900 Kaart 9a GHG. A4P Grontmij Nederland bv Alle rechten voorbehouden. Legenda GHG. Hydrologisch onderzoek de Zumpe
GHG boven maaiveld 0.00-0.10 0.10-0.25 0.25-0.50 0.50-0.75 0.75-1.00 1.00-1.50 1.50-2.00 > 2.00 m beneden maaiveld Kaart 9a GHG Map Document: P:\258828\Water\05_GIS\prj\kaart_09a...mxd) Effect GHG 0,30-0,40
CHROMA STANDAARDREEKS
CHROMA STANDAARDREEKS Chroma-onderzoeken Een chroma geeft een beeld over de kwaliteit van bijvoorbeeld een bodem of compost. Een chroma bestaat uit 4 zones. Uit elke zone is een bepaald kwaliteitsaspect
BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM
Stichting voor Bodemkartering St aringgebouw Wageningen Tel. O857O - 6573 Rapport nr. 900 BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM door
Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen
Duurswold Veenkoloniën Hunze Drentse Aa Peilbesluit en stad Kaart 1 Overzichtskaart 0 500 1.000 2.000 3.000 4.000 Schaal: 1:100.000 Datum: 4-11-2014 O:\Peilbesluit\Pr ojects\_stad groningen\kaarten 1646
Legenda. drooglegging_winter. [m-mv] Vianen. Lexmond. Meerkerk. Leerdam. Arkel. Kaart 36 - Drooglegging winter. projectgebied peilgebieden
BIJLAGE XI KAARTEN AGOR, behorende bij rapport TL217-3/kolm/028 d.d. 28 juni 2013 , bijlage XI behorende bij rapport TL217-3/kolm/028 d.d. 28 juni 2013 drooglegging_winter [m-mv] 0-0.25 0.25-0.5 0.5-0.6
DE BODEMGESTELDHEID EN DE VERBETERINGS MOGELIJKHEDEN VAN EEN SPORTVEID TE HORST
Stichting voor Bodemkartering Staringgebouw Wageningen Tel. 08370-6333 Rapport nr. 867 DE BODEMGESTELDHEID EN DE VERBETERINGS MOGELIJKHEDEN VAN EEN SPORTVEID TE HORST door J.M.J. Dekkers en B.H. Steeghs
Geohydrologische situatie Burg. Slompweg
Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft
DE BODEMGESTELDHEID VAN HET 't>roefterke:dt CALLAMBOOG 1 '
Stichting voor Bodemkartering Staringgebouw Lawickse Allee 36 Wageningen Tel. O837O - 6333 i % ' n ( / roefterke:dt CALLAMBOOG '
Bodem en Water, de basis
Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer
De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata
De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children
Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal
Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal De aanleiding voor het onderzoek Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal betreft de voorgenomen verruiming
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
De geschiktheid van een complex gronden. ten westen van Wageningen om als proeftuinen te dienen.
Rapport no. 582. De geschiktheid van een complex gronden ten westen van Wageningen om als proeftuinen te dienen. door: Ir. J.C. Pape en C.J.M. Kraanen. t Bennekom, januari 1962., t v -, t " r\ ff» v i
Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum
Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Aequator Groen & Ruimte bv Opzet presentatie Wat is het belang van een goede waterhuishouding? Wat is een optimale
Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk
Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Inleiding In 2008 heb ik een onderzoek uitgevoerd naar een groot aantal afwijkend gevormde depressies op de Appelse heide. 1 De conclusie van dit onderzoek
4 Archeologisch onderzoek
4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten
GEOLOGIE EN BODEMKARTERING door Dr. Ir. F. W. G. PIJLS
GEOLOGIE EN BODEMKARTERING door Dr. Ir. F. W. G. PIJLS Voor ons land is bodemkartering nog tamelijk nieuw. Men kan daarom bij de lezers van dit artikel niet veronderstellen, dat zij bekend zijn met de
Summary 124
Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities
Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl
Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl 6 augustus 2018 Dit is een voorlopige versie. De methode kan nog verbeterd en de droogte van 2018 is nog niet ten einde. Commentaar
Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap
Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding
Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Ter Wisch. Kaart 1; Overzicht. Peilbesluit Ter Wisch Westerwolde bebouwing boezem. rijksgrens. hoofdweg hoofdspoorwegennet.
Kaart 1; Overzicht Peilbesluit Westerwolde bebouwing boezem Nieuweschans Uiterburen Zuidbroek Muntendam Heiligerlee Winschoten hoofdweg hoofdspoorwegennet hoofdwaterlichaam Veendam Ommelanderwijk Oude
Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)
Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
IS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE?
BIBLIOTHEEK INSTITUUT VOOR 631.8 BODEMVRUCHTBAARHEID GRONINGEN No... /O 7.. ' IS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE? TH. J. FERRARI Instituut voor Bodemvruchtbaarheid,
Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld
Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld Perry de Louw (Deltares) Jan van Bakel (De Bakelse Stroom) Judith Snepvangers (Landschap Overijssel) Natura2000-gebied Boetelerveld
DE BODEMGESTELDHEID VAN DE IN AANLEG ZIJNDE ZAADTUIN VOOR PINUS SILVESTRIS TE GRUBBENVORST
Stichting voor Bodemkartering Staringgebouw Wageningen Tel. 837-6333 Rapport nr. 78^ DE BDEMGESTELDHEID VAN DE IN AANLEG ZIJNDE ZAADTUIN VR PINUS SILVESTRIS TE GRUBBENVRST door J.G. Vrielink en H.J.M.
VAN D$ n~efopbfengsten ~IJ VEENKOLONIALl) GRQNDEN DOOR _ÇJ1Q.NJ2YERflli}:',&._l}]:NCLJ.!::N W_~'-Ll?RJ?Ef.l~RSUJG.J.. door G. w. Bloemen.
VAN D$ n~efopbfengsten ~IJ VEENKOLONIALl) GRQNDEN DOOR _ÇJ1Q.NJ2YERflli}:',&._l}]:NCLJ.!::N W_~'-Ll?RJ?Ef.l~RSUJG.J.. HE~_YQO~pPEL~N door G. w. Bloemen. -------------- Het resultaat van herontginning van
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
DE BODEMGESTELDHEID Y AN BEN GEDEELTE Vffl DE WGHTPOLDER (GELEGEW IN DE GEMEENTEN BREDA EN TETERINGEN)
Stichting voor Bodemkartering Wageningen '.ifiuothr.kk Directeurs Dr Ir F.W.G. Pijls Bapport no 486» DE BODEMGESTELDHEID Y AN BEN GEDEELTE Vffl DE WGHTPOLDER (GELEGEW IN DE GEMEENTEN BREDA EN TETERINGEN)
Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen
Duurswold Veenkoloniën Hunze Drentse Aa Peilbesluit en stad Kaart 1 Overzichtskaart 2.000 3.000 4.000 Schaal: 1:100.000 Datum: 4-11-2014 9510 40 0470 0876 Functie Drenthe Functie Landbouw Bestaand bebouwd
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
De Bodemkartering in België en informa5e m.b.t. het frea5sch grondwaterpeil. Frank Elsen. Bodemkundige Dienst van België
en informa5e m.b.t. het frea5sch grondwaterpeil Frank Elsen De Bodemkartering in België Ø Bodemkartering in België Ø Focus op de bodemwaterhuishouding, de draineringsklasse en de grondwaterpeilbeweging
De grondwatertrap als karakteristiek van het grondwaterstandsverloop
De grondwatertrap als karakteristiek van het grondwaterstandsverloop Inleiding In een groot deel van Nederland bevindt de grondwaterspiegel zich op een geringe diepte beneden maaiveld. Ongeveer de helft
Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
'5 ) l^ßk. Bodemgesteldheid en morfografie van het militair oefenterrein Oirschot. H. Kleijer. Rapport 151. DLO-STARING CENTRUM, Wageningen, 1991
3^ / ' I 'O '5 ) l^ßk. Bodemgesteldheid en morfografie van het militair oefenterrein Oirschot H. Kleijer Rapport 151 DLO-STARING CENTRUM, Wageningen, 1991 mum,,,,, _., 0000 0776 : - 3 FEB.1994 kj »A3 (Gem.Oost-West-
Quality requirements concerning the packaging of oak lumber of Houthandel Wijers vof (09.09.14)
Quality requirements concerning the packaging of oak lumber of (09.09.14) Content: 1. Requirements on sticks 2. Requirements on placing sticks 3. Requirements on construction pallets 4. Stick length and
Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!
Martijn Hooning COLLEGE ANALYSE OPDRACHT 1 9 september 2009 Hierbij een paar vragen over twee stukken die we deze week en vorige week hebben besproken: Mondnacht van Schumann, en het eerste deel van het
Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek
Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt
De landbouwer als landschapsbouwer
9A. De bodem (theoretisch) 9A.1 Bodemvorming Door allerlei processen zoals humusvorming, inspoeling, uitspoeling en oxidatie ontwikkelt zich een bodem. Dit is een heel lang proces wat ook nooit stopt.
VEENKOLONIËN Oude Pekela
FIEMEL OLDMBT Peilbesluit Blauwe stad WESTERWOLDE Nieuweschans Hoogezand-Sappemeer Uiterburen Zuidbroek Heiligerlee Winschoten Muntendam Veendam VEENKOLONIËN Oude Pekela Blijham peilbesluitgebied Blauwe
Het is geen open boek tentamen. Wel mag gebruik gemaakt worden van een A4- tje met eigen aantekeningen.
Examen ET1205-D1 Elektronische Circuits deel 1, 5 April 2011, 9-12 uur Het is geen open boek tentamen. Wel mag gebruik gemaakt worden van een A4- tje met eigen aantekeningen. Indien, bij het multiple choice
Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen
Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen 2017 1. Administratieve gegevens Laagland Archeologie VOF werd door LSG bvba aangesteld om een landschappelijk booronderzoek uit te voeren op een terrein
RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen
Doel pilot GGOR: Gewogen Grondwater- en Oppervlaktewater Regime Verbetering waterhuishouding voor zowel landbouw als natuur Betere stuurbaarheid waterpeil in Buulder Aa Natuurlijker peilverloop (winter
NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08
NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08 In samenwerking met de werkgroep Landbouw is in voorjaar 2006 het monitoringsplan opgesteld: "Monitoring grondwaterstanden in landbouw percelen, DLG, 1
Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden
Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden Nominatie door: Gert Stoffelsen, Alterra Een van de profielen die voor mij een bijzondere dimensie
- 9 SEP De kartering van de grondwaterklassenkaart voor de herclassificatie van het Waterschap de Dommel en de Zandleij. H. Kleijer.
. De kartering van de grondwaterklassenkaart voor de herclassificatie van het Waterschap de Dommel en de Zandleij H. Kleijer Rapport 269 DLO-Staring Centrum, Wageningen, 1993-9 SEP. 093 REFERAAT Kleijer,
BODEMKARTERING WAGENINGEN
/^7' O dj/, ^71 :N$i, Z f J*ï y & ' - - STICHTING VOOR Stichting voor Bodemkartering BODEMKARTERING WAGENINGEN BENNEKOM BIBLIOTHEEK Rapport no. 5^2a. DE STANDAARDPROFIELEN IN HET RUILVERKÄVELINGSGEBIED
Blad j8 Oost Roermond Uitgave 1968. Bodemkaart van. Schaal i:jo ooo. Nederland. Stichting voor Bodemkartering
Blad j8 Oost Roermond Uitgave 968 Bodemkaart van Schaal i:jo ooo Nederland Stichting voor Bodemkartering De minister van Landbouw en Visserij heeft de Stichting voor Bodemkartering opgedragen een bodemkaart
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Examination 2DL04 Friday 16 november 2007, hours.
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Examination 2DL04 Friday 16 november 2007, 14.00-17.00 hours. De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk
Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping
Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit
Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?
Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:
en een Licht Verstandelijke Beperking Linda M. van Mourik
De Invloed van een Autoritatieve Opvoedstijl op Risicogedrag en de Mediërende Rol van de Hechtingsrelatie bij Adolescenten met een Autismespectrumstoornis en een Licht Verstandelijke Beperking The Influence
De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten
De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den
Aardkundig Veldonderzoek ten behoeve van natuurbeheer met vrijwilligers
Aardkundig Veldonderzoek ten behoeve van natuurbeheer met vrijwilligers 29 oktober 2015, Noordlaarderbos (Natuurmonumenten) en omgeving Anja Verbers, Landschapsbeheer Groningen i.s.m. Natuurmonumenten
De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.
Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw
Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)
Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
NIEUWE BODEMKAART VEENGEBIEDEN PROVINCIE UTRECHT, SCHAAL 1:25.000
jan PeeteRs 1, esther stouthamer 2 & MaRjoleiN BouMaN 3 1. Deltares/TNO Bouw en Ondergrond, Utrecht. 2. Universiteit Utrecht, Departement Fysische Geografie, Postbus 80115, 3508 TC Utrecht. 3. ADC ArcheoProjecten,
Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)
RAAP België - Rapport 035 Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2016L20 Landschappelijk booronderzoek 2016L21
My Inspiration I got my inspiration from a lamp that I already had made 2 years ago. The lamp is the you can see on the right.
Mijn Inspiratie Ik kreeg het idee om een variant te maken van een lamp die ik al eerder had gemaakt. Bij de lamp die in de onderstaande foto s is afgebeeld kun je het licht dimmen door de lamellen open
Onderzoek naar mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de depressie van de Moervaart in relatie tot fosfor
Onderzoek naar mogelijkheden voor natuurontwikkeling in de depressie van de Moervaart in relatie tot fosfor Doelstelling Onderzoek naar geschiktheid van bodem voor natte natuur te creëren 72 ha open water
Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:
Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression
Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting
Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting DE BODEM ONDER EEN VRUCHTBARE KRINGLOOP Nick van Eekeren DMS Vertrekpunt grondsoort Welke grondsoort zit u? Zie ook bodemdata.nl Losser 101 Veldpodzolen.
Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout
Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat
Bodemonderzoek op locaties Pilot OMAB
Bodemonderzoek op locaties Pilot OMAB Colofon Titel: Bodemonderzoek op locaties Pilot OMAB Opdrachtgever: Stimarke Uitgebracht door: Status: Badus Bodem & Water Bevrijdingsstraat 24 6703 AA Wageningen
UITVOEREN BORINGEN IN HET KADER VAN ONDERZOEK NAAR ONDIEPE KLEILAAG. Gemeente Beerse
UITVOEREN BORINGEN IN HET KADER VAN ONDERZOEK NAAR ONDIEPE KLEILAAG Gemeente Beerse Opdrachtgever: Gemeente Beerse contactpersoon: Hilde Huysmans Bisschopslaan 56 Tel. 14/61.19.71 234 Beerse email: Hilde.Huysmans@beerse.be
Figuur 1: Plangebied Integrale gebiedsontwikkeling (variant 18 woningen)
Memo Ter attentie van Wolfswinkel Reiniging Datum 2 oktober 2015 Distributie Prinsen Advies, VKZ Projectnummer 142215 Onderwerp Watertoets Ambachtsweg Maarsbergen 1 AANLEIDING De gemeente Utrechtse Heuvelrug
Gemiddelde hoogste grondwaterstand
Gemiddelde hoogste grondwaterstand GHG in meter beneden maaiveld 0,0 0,0-0,2 0,2-0,4 0,4-0,6 0,6-0,8 0,8-1,0 1,0-1,5 1,5-2,0 > 2,0 begrenzing peilgebieden Gemiddeld hoogste grondwaterstand 0 0.5 1 1.5
Actualisatie van de bodemkaart
Actualisatie van de bodemkaart Folkert de Vries 11 februari 2010 Presentatie op Symposium actualisatie BIS2014 Wist u dat de Bodemkaart van Nederland.. Veel gebruikt wordt als wandversiering Wist u dat
S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g
S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven
Aalsmeer. Kaag en Braassem. Ligging polder en indeling peilgebieden. Nieuwkoop. Peilbesluit Wassenaarschepolder. Legenda OR
grens Rijnland alsmeer grens gemeente Ligging polder en indeling peilgebieden getekend 117.500 formaat 3 1 bestand en.mxd alsmeer bedrijven dorpsgebied dorpsgebied glas natuurgebied agrarisch landschap-
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van
Classification of triangles
Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides
Four-card problem. Input
Four-card problem The four-card problem (also known as the Wason selection task) is a logic puzzle devised by Peter Cathcart Wason in 1966. It is one of the most famous tasks in the study of deductive
LMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan
LMM e-nieuws 9 Juli 2009 Heruitgave november 2017 Inhoud Modelleren van grondwateraanvulling - Astrid Vrijhoef, RIVM Greppelwaterbemonstering in de veenregio - Arno Hooijboer, RIVM Ook de Engelsen meten
Veenactualisatie Bodemkaart van Nederland Digitale Bodemkartering
Veenactualisatie Bodemkaart van Nederland Digitale Bodemkartering Bas Kempen Symposium BIS2014 Wageningen, 14 Februari 2011 Inhoud Korte introductie: Bodemkaart van Nederland en noodzaak actualisatie Efficiënt
Grondsoort en grondprijs
Grondsoort en grondprijs November 2016 Huib Silvis, Martien Voskuilen (Wageningen Economic Research) Paul Peter Kuiper (Kadaster) en Everhard van Essen (Aequator) Grondpercelen met lichte en zware zavel
Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid
Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.
De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats
De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants
analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.
analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor
Titel 3 D Projectie van resultaten geologisch booronderzoek op kavel 126
0 COLOFON Rapport nr. 2007-3 Uitgave AWN Afdeling 21, Flevoland Titel 3 D Projectie van resultaten geologisch booronderzoek op kavel 126 Datum 1 mei 2007 Auteurs Veldwerkleider Provincie Gemeente H.P.A.
2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van
Network of networks: Uncovering the secrets of entrepreneurs' networks
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Network of networks: Uncovering the secrets of entrepreneurs' networks Song, Y. Link to publication Citation for published version (APA): Song, Y. (2012). Network
Kaart 1 Overzichtskaart Gieterveen. hoofdwaterlichaam. Zuidwolde. Groningen. Hoogkerk. Uiterburen Zuidbroek. Haren. Heiligerlee Winschoten
Zuidwolde Hoogkerk Groningen Haren Hoogezand-Sappemeer Uiterburen Zuidbroek Heiligerlee Winschoten Paterswolde Muntendam Zuidlaren Veendam Ommelanderwijk Oude Pekela Oude Pekela Westlaren Assen Gieten
Aanvraagformulier voor een ontgrondingvergunning, als bedoeld in de artikelen 6.5 van de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016
Aanvraagformulier voor een ontgrondingvergunning, als bedoeld in de artikelen 6.5 van de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 Dit formulier met de bijlagen in enkelvoud of digitaal (als één document
MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM
Briefrapport betreffende MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Opdrachtnummer: 1109-0036-001 Veurse Achterweg 10, Postbus 63, 2260 AB, Leidschendam, Tel: 070-3111333.,