Bijlage 1 bij besluit DRZW/ ,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 1 bij besluit DRZW/ ,"

Transcriptie

1 Bijlage 1 bij besluit DRZW/ , WINNING SUPPLETIEZAND KUST VAN TEXEL 2009 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

2 DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de winning van 0,46 miljoen m³ zand (bruto) in 2009 in de Noordzee ten behoeve van de suppletie voor de kust van Texel ter hoogte van kilometerraaien 9,0 tot 10,7. Het betreft één winkavel, genaamd Q2D. Net als in voorgaande jaren zullen in 2009 op diverse plaatsen langs de Nederlandse kust zandsuppleties worden uitgevoerd ten bate van de kustveiligheid. Hiervoor zal op verschillende locaties op de Noordzee tussen de doorgetrokken 20-meterlijn en de 12- mijlsgrens zand worden gewonnen. Voor de zandwinning in 2008 was de effectinschatting moeilijker dan voor de winning in 2007 omdat de beoogde zandwinningen mogelijk samenvallen met de zandwinningen ten behoeve van de Tweede Maasvlakte. Anders dan bij de beoordeling van de zandwinningen in 2007 is niet op voorhand uit te sluiten dat er significante effecten en/of verslechtering van habitattypen of habitats van soorten zou kunnen optreden. Om deze reden en vanwege het MER Winning suppletiezand Noordzee 2008 t/m 2012 dat als passende beoordeling fungeert, vraagt Rijkswaterstaat (verder: RWS) vergunning aan voor de zandwinningen ten bate van de kustveiligheid die plaatsvinden in De aanvraag heeft alleen betrekking op de zandwinning en het zandtransport vanaf de winkavel. De feitelijke zandsuppletie valt buiten deze aanvraag. Wijze van zandwinning De zandwinning zal worden uitgevoerd met een sleephopperzuiger. Dit is een zelfvarend baggerwerktuig dat al varend zand van de bodem opzuigt. De sleephopperzuiger is voorzien van één of meer pompinstallaties en een eigen laadruim. Tijdens de werkzaamheden wordt met een snelheid van 4 à 7 km/u (2 à 4 knopen) gevaren. Het baggermengsel wordt het laadruim ingeperst, waar het zand vervolgens de gelegenheid krijgt om te bezinken. Zandbehoefte RWS is voornemens om per wingebied één of meerdere sleephopperzuigers in te zetten en het hele jaar door (24 uur per dag) te winnen mits de weersomstandigheden dat toelaten. De meest voorkomende sleephopperzuigers die zullen worden ingezet hebben een beunvolume die varieert tussen en m³. De gemiddelde sleephopperzuiger heeft ongeveer 1 tot 1,5 uur nodig om het laadruim te vullen. Het type sleephopperzuiger dat zal worden toegepast is afhankelijk van de beschikbaarheid van materieel bij de aannemer die het werk zal uitvoeren, de periode dat de win- c.q. stortlocatie beschikbaar is, de waterdiepte, het type suppletie en de situatie ter plaatse. De totale winning ten westen van Texel in 2009 is 0,46 miljoen m³ (bruto). De bruto te winnen hoeveelheden zand zijn groter dan de netto te winnen hoeveelheden zand vanwege de overvloei. Naar schatting zal bij maximaal 20% van de gewonnen hoeveelheden sprake zijn van een overvloei van 20%, terwijl bij 80% van de gewonnen hoeveelheden een overvloei van maximaal 5% aan de orde is. Gemiddeld wordt dus rekening gehouden met een overvloei van circa 8%. Locatie De wingebieden liggen voor de kustvakken waar in het kader van regulier onderhoud zandsuppletie nodig is. Tevens draagt de suppletie bij aan het ledigen van de zandhonger van Waddenzee, Razende Bol en de Texelse stranden. Het gaat in deze aanvraag om één winkavel, Q2D, bestemming strandsuppletie ter hoogte van kilometerraaien 9,0 tot 10,7. De coördinaten volgens het systeem ED50 UTM zone 31N zijn: Coördinaten hoekpunten winkavel Q2D (E) (N)

3 De maximale zuigdiepte van een kleine sleephopperzuiger (zonder onderwaterpomp) bedraagt circa 24 meter. Dat betekent, dat uitgaande van een gemiddelde waterdiepte van circa 20 meter, de windiepte maximaal 4 meter kan bedragen. In geval van slecht weer en tij kan de windiepte afnemen met 2 meter. WETTELIJK KADER Beschermde natuurmonumenten Artikel 60 van de Nb-wet 1998 bepaalt dat besluiten welke genomen zijn op basis van de Nb-wet 1967 (zoals het besluit tot aanwijzing van het staatsnatuurmonument Waddenzee en het besluit tot aanwijzing van het beschermd en staatsnatuurmonument Duinen Den Helder-Callantsoog ) gelden als besluiten die genomen zijn op basis van artikel 10 van de Nb-wet 1998 (besluiten ter aanwijzing van beschermde natuurmonumenten). Artikel 10a, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat de minister van LNV gebieden aanwijst ter uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Lid 3 van dit artikel stelt dat de instandhoudingsdoelstelling van deze gebieden mede betrekking kan hebben op doelstellingen ten aanzien van het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, anders dan vereist ingevolge de Vogel- en Habitatrichtlijn. Artikel 15a, lid 2, van de Nb-wet 1998 stelt dat een besluit houdende aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument onder de Nb-wet 1998 vervalt met ingang van het tijdstip waarop doch slechts voor zover dat beschermd natuurmonument deel uitmaakt van een Natura 2000-gebied. Indien met toepassing van het tweede lid van artikel 15a een besluit houdende de aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument geheel of gedeeltelijk is vervallen, heeft de instandhoudingsdoelstelling voor het op grond van artikel 10a, lid 1, aangewezen gebied voor het gedeelte van het gebied waarop de aanwijzing als beschermd natuurmonument betrekking had, mede betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in het vervallen besluit. Natura 2000-gebieden Artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan een dergelijke vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, projecten of andere handelingen te realiseren c.q. te verrichten die, gelet op de instandhoudingsdoelstelling, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. De vergunningplicht, zoals deze is neergelegd in artikel 19d van de Nb-wet 1998, ziet niet alleen op handelingen die van invloed zijn en verricht worden binnen een Natura 2000-gebied, maar tevens op activiteiten die buiten een Natura 2000-gebied worden verricht maar wel effecten hebben binnen het beschermde gebied, de zogenaamde externe werking. Artikel 19e, sub a, sub b en sub c, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat GS c.q. de minister van LNV bij het verlenen van een vergunning op basis van artikel 19d, lid 1, van de Nbwet 1998 rekening houden met: - de gevolgen die een project of andere handeling, waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, gelet op de instandhoudingsdoelstelling kan hebben voor een Natura 2000-gebied; 3

4 - met een op grond van artikel 19a of artikel 19b, van de Nb-wet 1998, vastgesteld beheerplan en vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale bijzonderheden. Artikel 10a, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat de minister van LNV gebieden aanwijst ter uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Lid 3 van dit artikel stelt dat de instandhoudingsdoelstelling van deze gebieden mede betrekking kan hebben op doelstellingen ten aanzien van het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, anders dan vereist ingevolge de Vogel- en Habitatrichtlijn. Noordzeekustzone, Waddenzee, Duinen Vlieland en Duinen Texel zijn krachtens de Vogelrichtlijn aangewezen als Speciale Beschermingszone. De betreffende gebieden alsmede Duinen Den Helder-Callantsoog zijn voorts bij de Europese Commissie aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Op 19 mei 2003 heeft Nederland de Europese Commissie een lijst van 141 Habitatrichtlijngebieden aangeboden. Op 8 december 2004 heeft de Europese Commissie bekend gemaakt dat zij deze lijst heeft vastgesteld. Op 22 december 2008 is de Kustzee ten noorden van Bergen (uitbreiding van het bestaande Habitatrichtlijngebied Noordzeekustzone) aangemeld bij de Europese Commissie in Brussel als één van de vier Habitatrichtlijngebieden in de Noordzee. Op 25 februari 2009 zijn Noordzeekustzone (exclusief de hiervoor genoemde uitbreiding), Waddenzee, Duinen Vieland en Duinen & Lage Land Texel aangewezen als Natura gebied. Hierin is meegenomen de aanwijzing van Noordzeekustzone, Waddenzee, Duinen Vieland en Duinen & Lage Land Texel als Habitatrichtlijngebied. De Waddenzee is onder de Nb-wet 1967 in 1981 en in 1993 aangewezen als staatsnatuurmonument. Het gebied Duinen Den Helder-Callantsoog is onder de Nb-wet 1967 in 1992 respectievelijk aangewezen als beschermd natuurmonument en als staatsnatuurmonument. Conform artikel 19g, lid 1, van de Nb-wet 1998 kan een vergunning slechts worden verleend indien het bevoegd gezag uit de passende beoordeling zonder twijfel kan concluderen dat de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied c.q. desbetreffende gebieden niet aangetast zullen worden. VERGUNNINGPLICHT Ik stel vast dat de voorgenomen winning in potentie de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden Noordzeekustzone, Waddenzee, Duinen Vlieland, Duinen & Lage Land Texel en Duinen Den Helder-Callantsoog zou kunnen aantasten. Derhalve ben ik van mening dat deze winning als vergunningplichtig onder de Nb-wet 1998 moet worden aangemerkt. Ik wil u er voorts op wijzen dat, indien zulks uit de vereisten van de Flora- en faunawet en de bevindingen in de ecologische toetsing voortvloeit, u tevens dient te beschikken over een ontheffing ex artikel 75, derde lid, van de Flora- en faunawet. Een dergelijke ontheffing dient u aan te vragen bij Dienst Regelingen, t.a.v. Team vergunningen en ontheffingen Flora- en faunawet, postbus 19530, 2500 CM Den Haag. Voor meer inhoudelijke informatie verwijs ik u naar de website: BELEID Nota Ruimte (2006) In de Nota Ruimte staat het volgende afwegingskader vermeld: 4

5 Afwegingskader VHR-, NB-wet en EHS-gebieden In zijn algemeenheid is het ruimtelijk beleid voor de VHR-, NB-wet- en EHS- gebieden gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied. De bescherming van de wezenlijke kenmerken en waarden vindt plaats door toepassing van een specifiek afwegingskader, het zogenoemde «nee, tenzij»-regime. EHS-gebieden Op de EHS-gebieden is het «nee-tenzij»-regime van kracht. Hiervoor geldt dat nieuwe plannen, projecten niet zijn toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Voor ingrepen die aantoonbaar aan de criteria voldoen geldt het vereiste dat de schade zoveel mogelijk moet worden beperkt door mitigerende maatregelen. Resterende schade dient te worden gecompenseerd. Om te kunnen bepalen of de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied significant worden aangetast, moet het bevoegde gezag erop toezien dat hiernaar, door de initiatiefnemer, onderzoek wordt verricht. Om een zorgvuldige afweging te kunnen maken zullen de te beschermen en te behouden wezenlijke kenmerken en waarden per gebied moeten worden gespecificeerd. De wezenlijke kenmerken en waarden zijn de actuele en potentiële waarden, gebaseerd op de natuurdoelen voor het gebied. Het gaat daarbij om: de bij het gebied behorende natuurdoelen en -kwaliteit, geomorfologische en aardkundige waarden en processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde. Het Nederlandse deel van de Noordzee is aangewezen als kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. Hiervoor geldt de volgende doelstelling: Het versterken van de economische betekenis van de Noordzee en behoud en ontwikkeling van internationale waarden van natuur en landschap door de ruimtelijkeconomische activiteiten in de Noordzee op duurzame wijze te ontwikkelen en op elkaar af te stemmen met inachtneming van de in de Noordzee aanwezige ecologische en landschappelijke waarden. Een onbelemmerd uitzicht vanaf de kust vormt daarvan een onderdeel. In de Nota Ruimte is voor de Noordzee de volgende doelstelling geformuleerd: waarborging van de veiligheid tegen overstromingen vanuit zee met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden waarbij de gebiedsspecifieke identiteit een belangrijke kernkwaliteit is. De volgende opgaven staan centraal: integraal kustbeheer, begrenzing en bescherming kustfundament, introductie strategie voor beheer zandige kust en het op sterkte hebben en houden van de zeewering. Voorop staat waarborging van het dynamische zandige kustsysteem als drager van alle functies. De prioriteit ligt daarbij op het behoud en de ontwikkeling van veerkracht en natuurlijke dynamiek, met respect voor de morfologische en ecologische processen. Deze aspecten zijn bepalend voor de toelaatbaarheid en inpasbaarheid van andere functies. Voor de toelaatbaarheid en inpasbaarheid van andere functies dient een stappenschema te worden doorlopen, waarbij nut en noodzaak van nieuwe activiteiten op zee met significante ruimtelijke en/of ecologische consequenties aangetoond dient te worden, tenzij activiteiten in deze nota expliciet worden toegestaan of door vigerend rijksbeleid worden gestimuleerd. Het stappenschema is nader uitgewerkt in het Integraal Beheerplan Noordzee (IBN) Winning van zand in de Noordzee is van nationaal belang en mag alleen plaatsvinden zeewaarts van de doorgaande NAP -20m dieptelijn. De bestaande zandvoorraden in de kustzone (landwaarts van de doorgaande NAP -20m dieptelijn) en het dynamische karakter daarvan moeten behouden blijven. Nadere voorwaarden voor de winning van bouwstoffen zijn opgenomen in het RON2. In de nota worden ook de Zwakke Schakels in de kust genoemd welke moeten worden aangepakt. 5

6 De winkavel waar de aangevraagde activiteit zal gaan plaatsvinden ligt zeewaarts van de doorgaande NAP 20m dieptelijn die fungeert als grens van het Vogelrichtlijngebied Noordzeekustzone. Het vormgeven van de uitvoering, handhaving en andere beheertaken in de Noordzeekustzone heeft verder gestalte gekregen middels het Integraal Beheerplan Noordzee Een nadere uitwerking en concretisering van het beleid voor de Waddenzee is opgenomen in een aparte PKB, te weten de Derde Nota Waddenzee. Integraal Beheerplan Noordzee 2015 (hierna: IBN 2015) Het IBN 2015 vervangt de in 1999 verschenen Beheersvisie Noordzee Binnen het plan wordt o.a. een afwegingskader ontwikkeld dat duidelijkheid schept over de (on)mogelijkheden van initiatieven voor toekomstig gebruik op de Noordzee. In relatie tot de binnen het gebied aanwezige biodiversiteit en de regulering van het menselijk gebruik van het gebied wordt vanuit het beheersplan Noordzee het volgende gesteld: Bij de vergunningverlening voor het ontplooien van economische activiteiten op zee wordt gestreefd naar het zo veel mogelijk beperken van effecten op het ecosysteem. Afhankelijk van de omvang van een activiteit geldt een m.e.r.-plicht, waarbij onderzoek naar effecten op het ecosysteem een belangrijk onderdeel is. Op basis hiervan worden indien nodig beperkende maatregelen getroffen. Ook bij activiteiten die buiten de m.e.r.- plicht vallen, worden natuurvriendelijke technieken voorgeschreven. [ ]. Als een activiteit negatieve effecten heeft, moeten deze eerst met maatregelen beperkt (gemitigeerd) worden.[ ] Met het doorlopen van de Nb-wetvergunningprocedure wordt aan het bovenstaande voldaan. Met betrekking tot de kustlijnzorg wordt in het IBN 2015 gesteld: Het hoofddoel van de kustlijnzorg is de veiligheid van primaire waterkeringen in het kustgebied te waarborgen. Dit doel wordt geacht te zijn bereikt als de kustlijn wordt gehandhaafd [ ] de basiskustlijn en de zandbalans in het kustsysteem dienen gehandhaafd te blijven: het kustsysteem als geheel mag structureel geen zand verliezen. Daarom mag binnen de doorgaande NAP 20 m lijn geen zand worden gewonnen. In de Nota Ruimte en het regionaal Ontgrondingenplan Noordzee (RON 2) is deze doorgaande NAP 20 m lijn verankerd als zeewaartse begrenzing van het kustfundament. De doorgaande NAP -20 m lijn + 2 km geldt als begrenzing voor diepe zandwinning. De winkavel waar de aangevraagde activiteit zal gaan plaatsvinden ligt zeewaarts van de doorgaande NAP 20m dieptelijn. De zandwinning wordt uitgevoerd ten behoeve van het kustbeheer. PKB Derde Nota Waddenzee (hierna: PKB) In de PKB staat het volgende beschreven met betrekking tot externe werking: Plannen, projecten of handelingen buiten het PKB-gebied, waarvan op grond van objectieve gegevens niet kan worden uitgesloten dat zij afzonderlijk of in combinatie met andere plannen, projecten of handelingen significante gevolgen hebben voor de, op grond van deze PKB, te beschermen en te behouden waarden en kenmerken van de Waddenzee, dienen aan de hoofddoelstelling van deze PKB te worden getoetst. De op grond van deze PKB te beschermen en te behouden waarden en kenmerken vloeien direct voort uit de hoofddoelstelling van deze PKB. Deze hoofddoelstelling betreft de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap. 6

7 Om dit te bereiken is het beleid gericht op de duurzame bescherming en/of een zo natuurlijk mogelijke ontwikkeling van: de waterbewegingen en de hiermee gepaard gaande geomorfologische en bodemkundige processen; natuurlijk bodemreliëf; de kwaliteit van water, bodem en lucht. De water- en bodemkwaliteit dient zodanig te zijn dat verontreinigingen slechts een verwaarloosbaar effect hebben op flora en fauna; biologische processen, waaronder de migratiemogelijkheden van dieren; gebiedsspecifieke planten- en diersoorten; fourageer-, broed- en rustgebieden van vogels, de werp-, rust- en zooggebieden van zeezoogdieren en de kinderkamerfunctie van vis; landschappelijke kwaliteiten, met name rust, weidsheid, open horizon en natuurlijkheid inclusief duisternis; in de bodem aanwezige archeologische waarden en in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden. De PKB stelt meer specifiek dat plannen, projecten en handelingen de afwegingskaders van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn dienen te doorlopen. Deze zijn nationaal geïmplementeerd in de Nb-wet 1998 en de Flora- en faunawet. Voor zover wettelijke regelingen zich er niet tegen verzetten, zal door het bevoegd gezag een zelfde afweging als bij de natuurwaarden moeten worden gemaakt ten aanzien van de hierboven reeds benoemde landschappelijke kwaliteiten. PASSENDE BEOORDELING Uit artikel 19f, lid 1, van de Nb-wet 1998 volgt dat voor projecten die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar die afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied, de initiatiefnemer een passende beoordeling opstelt. Artikel 19g, lid 1, van de Nb-wet 1998 stelt dat een vergunning slechts verleend kan worden indien het bevoegd gezag zich ervan verzekerd heeft dat de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied niet zullen worden aangetast. Geen beheer, project De voorgenomen winning vormt een project welke geen direct verband heeft met of nodig is voor het beheer van de Natura 2000-gebieden Noordzeekustzone, Waddenzee, Duinen Vlieland, Duinen & Lage Land Texel en Duinen Den Helder-Callantsoog. Mogelijk significante gevolgen Het Europese Hof van Justitie heeft in haar uitspraak van 7 september 2004 aangegeven dat een passende beoordeling slechts dan achterwege kan worden gelaten indien op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat uitvoering van de werkzaamheden afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor dat gebied. Naar mijn mening is het, naar de aard van de aangevraagde activiteit, niet op voorhand, op basis van objectieve gegevens, uit te sluiten dat de voorgenomen winning mogelijk significante gevolgen zou kunnen hebben voor de soorten en habitats waarvoor de Noordzeekustzone, Waddenzee, Duinen Vlieland, Duinen & Lage Land Texel en Duinen Den Helder-Callantsoog als Vogelrichtlijngebied zijn aangewezen en/of als Habitatrichtlijngebied zijn aangewezen dan wel aangemeld. Derhalve concludeer ik dat een passende beoordeling conform artikel 19f van de Nb-wet 1998 vereist is. 7

8 Een passende beoordeling houdt in dat op basis van de beste wetenschappelijke kennis ter zake, alle aspecten van een plan of project die op zichzelf of in combinatie met andere plannen of projecten de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen, geïnventariseerd moeten worden. Bij de aanvraag is een dergelijke passende beoordeling gevoegd, in de vorm van een MER genaamd MER Winning suppletiezand Noordzee 2008 t/m 2012 van 1 november 2007 en een leeswijzer, welke tot doel heeft om snel en gericht alle relevante informatie uit de MER te verzamelen die nodig is om tot een passende beoordeling te komen. Het MER is opgesteld door Grontmij. DE BESCHERMDE GEBIEDEN Kwalificerende waarden Voor een uitgebreid overzicht van de (ontwerp)instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden Noordzeekustzone, Waddenzee, Duinen Vlieland, Duinen & Lage Land Texel en Duinen Den Helder-Callantsoog, evenals de wezenlijke kenmerken en waarden van de voormalige (staats)natuurmonumenten Waddenzee en Duinen Den Helder-Callantsoog verwijs ik naar de hieromtrent weergegeven informatie op Aangezien de Natura 2000-gebied Waddenzee en Duinen Den Helder-Callantsoog de voormalige (staats)natuurmonumenten Waddenzee en Duinen Den Helder-Callantsoog vrijwel volledig omsluiten, ben ik van mening dat voor de effectbeoordeling in relatie tot de natuurmonumenten Waddenzee en Duinen Den Helder-Callantsoog verwezen kan worden naar de door de aanvrager uitgevoerde passende beoordeling ten aanzien van de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Duinen Den Helder-Callantsoog en mijn beoordeling hiervan. Dit kan mede omdat de wezenlijke kenmerken van de natuurmonumenten in de beide aanwijzingsbesluiten ruim geformuleerd zijn en een breed scala aan diverse natuurwaarden betreffen. De door Grontmij opgestelde passende beoordeling is niet op lokaal niveau gemaakt, maar vindt plaats in de context van de Natura 2000-gebieden Noordzeekustzone, Waddenzee, Duinen Vlieland, Duinen& Lage Land Texel en Duinen Den Helder- Callantsoog tesamen. In deze beoordeling wordt het geheel van relevante natuurwaarden behandeld. Vanwege deze benadering ben ik van mening dat de met betrekking tot de toetsing van de natuurlijke waarden en kenmerken van het voormalig staatsnaturmonument Waddenzee en het voormalig beschermd- en staatsnatuurmonument Duinen Den Helder-Callantsoog grotendeels bij de passende beoordeling aangesloten kan worden. Aanvullend zullen binnen mijn beoordeling een aantal kenmerkende ( natuurmonument-eigen ) waarden, te weten rust en landschappelijke aspecten, als additionele elementen beoordeeld worden. In het onderstaande volgt mijn beoordeling van de bij de aanvraag gevoegde effectenanalyse en conclusies. Mogelijke effecten De zandwinning kan verschillende mogelijke effecten op de natuur hebben. Zandwinning vermindert het doorzicht van het water waardoor: 1. de algenproductiviteit enigszins lager wordt. De effecten op de doelsoorten en habitats zijn volgens Grontmij echter gering omdat er een overschot aan voedsel is voor deze soorten. Er is een overschot aan algen en er is een overschot aan prooidieren zodat er geen voedseltekorten zijn op enig niveau in het voedselweb en ecosysteem. 2. zichtjagers iets moeilijker hun prooi kunnen vinden. De effecten zijn volgens Grontmij gering omdat het extra slib meebeweegt met de natuurlijke dynamiek 8

9 van slib. De resulterende relatieve verandering van de natuurlijke concentraties door extra slib zijn daarom gering. De betekenis van de verandering is ook gering omdat de dieren gewend zijn om in de range van heel helder tot heel troebel water te jagen. Verder verstoort zandwinning de aanwezige beschermde soorten door de vaarbewegingen die gepaard gaan bij de zandwinning. Deze effecten zijn volgens Grontmij moeilijk te voorspellen omdat het niet zeker is hoeveel dieren zich binen de verstoringsrange van de vaartuigen bevinden. De gebruiksruimte van alle dieren is meer dan tientallen km²s. De effecten beslaan minder dan 1 km². Grontmij stelt vast dat de effect-contouren klein zijn ten opzichte van de gebruikte foerageergebieden. Gekoppeld aan de flexibiliteit en dynamiek die de dieren hebben, betekent dit geen effect. Uitzondering zijn de kleine deelpopulaties van grijze en gewone zeehond op de noordoostelijke punt van de Razende Bol (rustplaats). De schepen komen vanwege de geul nabij de platen. Volgens Grontmij zal de verstoring echter niet leiden tot lokale significante effecten. Deze conclusie deel ik. Op de andere conclusies uit de door Grontmij opgestelde passende beoordeling ga ik hierna nader in. Vogelsoorten Grontmij geeft in haar passende beoordeling aan dat met betrekking tot de beschermde vogelsoorten effecten als gevolg van de winning op de kwaliteit en omvang van leefgebieden binnen de Natura 2000-gebieden zelf uit te sluiten zijn, aangezien binnen de gebieden geen beïnvloeding optreedt. Mogelijke effecten die wel op kunnen treden voor de grote stern, dwergstern, roodkeelduiker, parelduiker en aalscholver zijn de verstoringseffecten als gevolg van de vaarbewegingen van en naar de kust. De verstoring en het daarmee gemoeide oppervlak zijn echter gering ten opzichte van de dynamiek en het potentieel te gebruiken leefoppervlak. De verstoring is volgens Grontmij niet zo groot dat het effect heeft op de fitness van het individu, en dus ook niet op populatie niveau. Met betrekking tot de eidereend is vastgesteld dat er zich geen grote kokkel-, Spisula- of Ensisbanken in de buurt van de winning of vaarbewegingen bevinden waar deze vogelsoorten op foerageren. Over de wulp en de steenloper merkt Grontmij in de passende boordeling op dat beide soorten vooral foerageren op droogvallende slibrijke slikken en platen in de Waddenzee en Delta. Deze gebieden zijn van nature al zeer slibrijk. Doordat er geen voedsellimitatie voor hun prooidieren plaatsvindt zal er als gevolg van de zandwinning geen effect optreden voor de steltlopers. Ik onderschrijf deze conclusie. Aan de Nb-wetvergunning is een voorschrift verbonden welke eventuele verstoring van relevante vogelsoorten beoogt te voorkomen, door voor te schrijven dat er 500 meter afstand bewaard moet worden tot vogelconcentraties; zie voorschrift 5. Met dit voorschrift worden mogelijke tijdelijke, lokale en geringe verstoringseffecten op foeragerende, ruiende en rustende vogels voorkomen. Habitattypen en bijbehorende flora en fauna Gezien de aard van de aangevraagde activiteit zullen de eventuele negatieve effecten zich beperken tot het habitattype permanent overstroomde zandbanken (H1110 b) en het habitattype slik- en zandplaten (H1140). De kwelderhabitattypen (H1310 en H1330) en de duinhabitattypen (H2110, H2120 en H2190) bevinden zich op grote afstand en buiten de invloedsfeer van de voorgenomen zandwinning. Aangezien de zandwinning plaatsvindt buiten het verspreidingsgebied van deze habitattypen zijn effecten van de winning zelf op deze habitattypen uit te sluiten. De fijne fractie die tijdens de winning niet bezinkt in het laadruim (fijn zand en slib) vloeit samen met het water terug in de zee. Dit wordt overvloeiverlies genoemd. Naarmate het laadruim voller wordt zal het overvloeiverlies toenemen. Via overvloei stroomt sediment terug in zee en veroorzaakt vertroebeling in de waterkolom. De overvloei bestaat overwegend uit fijne delen (<63µm) welke niet direct bezinken en 9

10 langer in het water blijven zweven. Zij kunnen zich over een groter gebied verspreiden, afhankelijk van de heersende golven en stroming. De extra sedimentatie als gevolg van de toename van het slibgehalte leidt niet tot een aantasting van de kwaliteit van de beide bovengenoemde habitattypen. Het gaat om een kleine verhoging in slib ten opzichte van het gemiddelde, welke volgens Grontmij geheel binnen de bandbreedte van sedimentatie van de betreffende habitattypen en de daarbij behorende soorten (met name bodemdieren) valt. In de Hollandse Kustboog wordt een verlaging in primaire productie verwacht van 1% in de Noordzeekustzone. Uit de analyse in het MER blijkt echter dat het systeem voldoende aanvoer van algen en voedsel heeft. De afname in algenbiomassa is dermate laag dat daar geen verandering in het systeem optreedt. Op basis van deze gegevens zijn er ook naar mijn mening geen significante effecten op de kwaliteit van de habitattypen permanent overstroomde zandbanken (H1110 b) en slik- en zandplaten (H1140) binnen de betreffende beschermingsgebieden te verwachten. Habitatsoorten: vissen Effecten op de beschermde vissoorten zeeprik, rivierprik en fint als gevolg van de voorgenomen zandwinning zijn uit te sluiten, omdat de zandwinning niet plaatsvindt binnen de betreffende Natura 2000-gebieden zelf. Bovendien beperken de effecten van de winning zich tot de bodemfauna; de betreffende vissoorten foerageren juist niet op deze bodemdieren. Verstoring door de zandwinning en de daarbij horende vaarbewegingen op de betreffende beschermde vissoorten zijn niet uit te sluiten. Bij een verstoringsafstand van 200 meter beperkt de maximale verstoring zich op enig moment tot slechts 0,08% van het potentiële foerageergebied in de Noordzeekustzone. Gezien de mobiliteit van de soorten, het niet plaatsgebonden foerageren en de geringe oppervlakte en duur van de verstoring worden er geen effecten verwacht op de fitness van het individu. Volgens Grontmij zijn er dan ook geen significante effecten op de omvang en kwaliteit van het leefgebied van deze soorten te verwachten door de eventuele verstoring. Door de toename van het slibgehalte treedt er verder een verandering van het doorzicht op. Deze verandering valt binnen de bandbreedte van de variatie van het natuurlijke voorkomen van de soorten. In de kustzone zijn visbestanden niet voedselgelimiteerd. Daarom worden er geen effecten verwacht van de verlaging van primaire productie op volwassen visbestanden als gevolg van de voorgenomen zandwinning. De effecten op doorzicht en algen worden ook beperkt doordat de winningen later in het jaar (na ) starten. Het is pas na deze datum dat de vergunning in werking treedt. De toename van slib leidt in dit kader daarom niet tot verandering in de biomassa en ruimtelijke verdeling van de beschermde vissoorten. Er zijn geen significante effecten op de omvang en kwaliteit van het leefgebied van zeeprik, rivierprik en fint te verwachten. Ik stem in met deze conclusie. Habitatsoorten: zeezoogdieren Effecten op de genoemde beschermde zeezoogdieren (bruinvis, grijze zeehond en gewone zeehond) als gevolg van de winning zelf zijn uit te sluiten, omdat de zandwinning niet plaatsvindt binnen de betreffende Natura 2000-gebieden. Bovendien beperken de effecten van de winning zich tot de bodemfauna en foerageren deze soorten niet op bodemdieren. Beïnvloeding van het leefgebied door verstoring als van de aanwezigheid van schepen tijdens de zandwinning en de vaarbewegingen van deze schepen zijn niet uit te sluiten. Zeehonden vertonen op grond van geluidsoverlast onder water vermijdingsgedrag ten aanzien van een baggerend schip dat zich op een afstand van circa meter van hen vandaan bevindt. Uitgaande van totaal 10 zandwinlocaties waar tegelijkertijd wordt 10

11 gewonnen binnen een jaar, ter hoogte van de Voordelta c.q. Noordzeekustzone bedraagt het maximale verstoringsgebied op enig moment 50% en 36,5% van de betreffende beschermingsgebieden. De verstoringsduur van de winschepen gedurende een baggercyclus, die in totaal 3 à 5 uur duurt, is voor het zandzuigen 30 tot 60 minuten en voor het heen- en terugvaren 120 tot 180 minuten. Voor de winning van Texel vinden 4 cycli per dag plaats (4 keer heen en 4 keer terug). Het gaat om in totaal circa 150 ladingen gedurende ongeveer 4 maanden (300 vaarbewegingen, tot en met december 2009). Voor wat betreft het onderwatergeluid heeft het baggeren een verstoringscirkel met een straal van m. Over vermijdingsgedrag van de bruinvis door geluid/trillingen is weinig bekend. Bruinvissen zijn minder gevoelig voor laag frequent geluid en trillingen dan de gewone zeehond. Varende schepen veroorzaken minder verstoring en hebben dan ook een lagere vermijdingsafstand. Uitgaande van een vermijdingsafstand van meter bedraagt het maximale verstoringsgebied op enig moment 7,7 % van het leefgebied van deze soort binnen de Noordzeekustzone. De bruinvis heeft daarbij een leefgebied dat zich uitstrekt tot het gehele Nederlands Continentaal Plat (NCP, circa km²) en nog daarbuiten. Naar schatting zijn er iedere maand 3 à 5 winningen gaande. In een worst case benadering waarin de 5 winningen precies gelijktijdig plaatsvinden is tijdens het zand zuigen ongeveer 0,3 % van het NCP voor 20% van de tijd verstoord en tijdens het heen- en terugvaren 0,04 % van het NCP verstoord gedurende 60% van de tijd. De rustplaatsen van zeehonden kunnen verstoord worden door vaarbewegingen binnen een afstand van circa meter vanuit de wingebieden, waaronder de onderhavige winning. De vaargeulen rondom de Razende Bol bevinden zich op een afstand die korter is dan meter. De kortste afstand van de vaargeul tot de plaat ligt op circa 750 meter. De Razende Bol bevat slechts een zeer klein percentage (4%) van de populatie grijze zeehonden in de Waddenzee. Het Noorderhaaks/Razende Bol is een ongunstige plaats voor pups, omdat de plaat bij slecht weer kan overspoelen. Een potentiële verstoring kan plaatsvinden bij de kleine deelpopulatie op het noordoostelijke punt van de Razende Bol (rustplaats) gedurende de voortplantingsperiode (december en januari) van grijze zeehonden. De winning start in september De vaarbewegingen - in totaal 300 over een periode van 40 dagen, dat is korter dan 2 maanden vinden plaats buiten de voortplantingsperiode van gewone zeehond (eind mei half augustus). RWS is voornemens, de winning in de maanden september en oktober uit te voeren (mondelinge mededeling d.d. 29 mei 2009). Dat betekent dat de werkzaamheden zijn beëindigd vóór de voortplantingsperiode van grijze zeehond (december, januari). Er treden dan ook geen effecten op voor zeehonden. Derhalve ben ik in afwijking van de passende beoordeling van mening dat het in dit geval niet nodig is voor vaarbewegingen in relatie tot de Razende Bol een voorschrift inzake een verstoringsafstand op te nemen. Om eventuele effecten op grijze zeehonden in de zin van verstoring of verslechtering te voorkómen verbindt ik aan de vergunning wel het voorschift dat het winnen van suppletiezand in december verbiedt. De verandering van het doorzicht van het water, als gevolg van een toename van het slibgehalte, valt binnen de bandbreedte van de variatie van het natuurlijk voorkomen van deze soort. Afname van de primaire productie leidt niet tot effecten op de voedselvoorziening aangezien de vissen waarop de soorten foerageren niet gelimiteerd worden door de primaire productie. De geringe toename aan slib maximaal 0,4% (waardoor volgens de passende beoordeling in Noordzeekustzone en Waddenzee nauwelijks veranderingen optreden) - leidt in dit kader niet tot verandering in de biomassa en ruimtelijke verdeling van vis en dus ook niet op de voedselbeschikbaarheid voor de bruinvis en de zeehond. 11

12 Gezien de beperkte verstoringsoppervlakte (maximaal 7.7% van het leefgebied van zeehonden in Noordzeekustzone), de goede uitwijkmogelijkheden (op het NCP en voorzover de werkzaamheden plaatsvinden buiten de voortplantingsperiode van zeehonden), het niet plaatsgebonden foerageren, de beperkte verstoringsduur (7.2 minuten/uur per varend schip) en de mitigerende maatregelen die in deze vergunning worden voorgeschreven, worden er geen effecten van verstoring van zowel de winning als de vaarbewegingen op zeezoogdieren (bruinvis en gewone- en grijze zeehond) verwacht. Deze conclusie deel ik. Aan de Nb-wetvergunning is een voorschrift verbonden welke eventuele verstoring van jonge grijze zeehonden beoogt te voorkomen, door voor te schrijven dat er geen zand wordt gewonnen en dus ook geen vaarbewegingen van winningsschepen plaatsvinden tijdens de voortplantingsperiode; zie voorschrift 6. Met dit voorschrift worden mogelijke tijdelijke, lokale en geringe verstoringseffecten op pas geboren grijze zeehonden vermeden. Conclusie effectenanalyse Op basis van de binnen mijn ministerie aanwezige kennis en expert-judgement onderschrijf ik, ten aanzien van de effecten die optreden als gevolg van de voorgenomen zandwinning, de bovenstaande conclusies die volgen uit de door Grontmij opgestelde en door RWS aangeleverde passende beoordeling. Landschappelijke aspecten en rust In aanvulling op bovenstaande merk ik nog op dat het voormalig staatsnatuurmonument Waddenzee zich, naast de aanwezigheid van diverse flora en fauna, ook kenmerkt door het weidse, open karakter van het gebied (landschap) en de hierbinnen heersende rust. In potentie kunnen deze specifieke kenmerken en het kernmerk duisternis door de zandwinningwerkzaamheden beïnvloed worden. Gesteld kan worden dat het aspect van rust in enige mate door de zandwinningwerkzaamheden en door de toename van het slib verstoord kan worden. Dit wordt met name bepaald door de fysieke aanwezigheid van schepen en de activiteiten samenhangend met de werkzaamheden. Deze onderscheiden zich echter niet wezenlijk van het overige reguliere scheepvaartverkeer of de reguliere visserijactiviteiten in het gebied. Daarbij zijn de zandwinningwerkzaamheden relatief beperkt in de tijd. Deze overweging is ook van toepassing op mogelijke verstoring van het landschappelijk karakter (weidsheid en het ongeschonden karakter) van het gebied. In principe heeft een opererende hopper iets meer verlichting dan een normaal varend schip. Enerzijds is er meer verlichting gewenst omdat de bemanning aan dek opereert, anderzijds is er een minimum aan lichthoeveelheid gewenst om meer zich te hebben tijdens het manoeuvreren. In de punt van het schip is iets meer licht omdat daar voor suppleren de persleidingen aan elkaar worden aangesloten. Omdat er bij de zandwinning sprake is van externe werking op de Waddenzee, waarbij de winning plaatsvindt aan de andere zijde van het eiland Texel, dan de zijde waar de Waddenzee aan grenst, is er door de verlichting van het schip geen sprake van de aantasting van de waarde duisternis in de Waddenzee. Ik concludeer dan ook dat deze hierboven genoemde werkzaamheden niet van een dusdanig invloed zijn op de aspecten van rust, landschap en duisternis, dat hierin een reden gevonden moet worden om de gevraagde vergunning te weigeren. Afwegingskader Derde nota PKB Waddenzee In de Derde nota PKB-Waddenzee (2007) is overwogen dat voor de bescherming van de natuurlijke waarden en kenmerken van de Waddenzee het afwegingskader van de Nbwet 1998 van toepassing is. Voor zover wettelijke regelingen zich er niet tegen verzetten, zal door het bevoegd gezag een zelfde afweging als bij de natuurwaarden moeten 12

13 worden gemaakt ten aanzien van de onder paragraaf 4.1 van de PKB genoemde landschappelijke kwaliteiten, met uitzondering van het aspect duisternis, welke hiervoor expliciet is overwogen. Afwegingskader Nota ruimte Aangezien het afwegingskader van de Ruimte in het onderhavige geval, uitgezonderd het aspect duisternis, het afwegingskader van de Habitatrichtlijn volgt, is met het doorlopen van het afwegingskader zoals opgenomen in artikel 19f, lid 1, van de Nb-wet 1998 materieel aan de vereisten van het afwegingskader de Nota Ruimte voldaan. Het aspect duisternis is hiervoor expliciet overwogen. CUMULATIE Cumulatieve effecten kunnen optreden als gevolg van de volgende activiteiten: overige zandwinningen, aanleg van de Tweede Maasvlakte, visserij, scheepvaart en lokale baggerstortingen en werkzaamheden. Deze cumulatieve effecten zijn beschreven door Grontmij in het MER Winning suppletiezand Noordzee 2008 t/m 2012 en door RWS in de notitie De cumulatie van slibstromen door zandwinning voor kustsuppleties: aanvulling loswallen en wijziging uitvoering Maasvlakte 2. In de berekeningen van Grontmij voor de toename van slib en afname van de primaire productie zijn de genoemde zandwinningen en de aanleg van de Tweede Maasvlakte reeds meegenomen. De effecten van de visserij het gaat hier om bodemberoerende visserij zijn meegenomen als achtergrondwaarde in de huidige situatie. Een relevante verhoging van het slibgehalte treedt met name op in 2008 en 2009 als gevolg van de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Blijkens de hierboven genoemde notitie van RWS heeft de nieuwe uitvoering van Maasvlakte 2 deze bestaat daarin dat jaarlijks een kleinere hoeveelheid zand wordt gewonnen weinig effect op Noordzeekustzone. Datzelfde geldt voor loswallen. Deze zijn volgens RWS geen extra bron van slib. De berekeningen van Grontmij laten zien dat de bijdrage van de voorgenomen zandwinningen aan de toename van het slib en hiermee samenhangende afname van de primaire productie beperkt is. Er van uit gaande dat het ecosysteem niet voedselgelimiteerd is ten aanzien van fytoplankton, zal er geen sprake zijn van significante effecten op de relevante beschermde soorten, die behoren tot de hogere trofische niveaus. De absolute waarde van het slibgehalte blijft ver beneden de voor benthos letale slibconcentraties. Ook in dit kader worden daarom geen significante effecten verwacht. Veranderingen in het doorzicht leidden eveneens niet tot significante effecten aangezien de slibconcentratie binnen de bandbreedte van de natuurlijke variatie van de kustzone blijft. Diverse lokale baggerstortingen en baggerwerkzaamheden hebben effecten op het bodemleven. Deze omvang van effecten zijn echter maar beperkt tot een klein deel van het oppervlakte van de Natura 2000-gebieden. De beperkte cumulatie van de eveneens beperkte effecten van de zandwinning zal niet leiden tot cumulatief significante effecten. De zandwinning zelf zowel de winning van suppletiezand door RWS als de winning van ophoogzand door commerciële zandwinners vindt plaats buiten de Natura gebieden. De effecten op de Natura 2000-gebieden beperken zich dus tot de externe werking. Dit is vooral relevant voor soorten die op korte afstand van de winningen in de Natura 2000-gebieden voorkomen en bovendien verstoringsgevoelig zijn. De soort waarbij dit het geval is, is de zeehond. De reguliere scheepvaartbewegingen inclusief de visserij dragen in sterke mate bij aan de verstoring in het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone. De kustzone en het gebied rond de 20 meter dieptelijn alsmede de vaargeulen rond de Razende Bol (Molengat en Schulpengat) is een druk bevaren gebied. Het aantal scheepvaartbewegingen als gevolg van de zandwinning door RWS in totaal bedraagt per betrokken Natura 2000-gebied per jaar maximaal Wat de zandwinning voor Texel betreft gaat het om circa 300 vaarbewegingen extra gedurende een periode van maximaal 4 maanden, dat is een uitbreiding van 1,7 à 2% van het 13

14 aantal vaarbewegingen. Het grootste deel van deze schepen vaart via de bestaande vaarroutes. Gezien het grote aantal schepen dat hier vaart (het gaat om jaarlijks circa tot vaarbewegingen in Molengat en Schulpengat), mag aangenomen worden dat de verstoringsgevoelige soorten zich niet meer binnen de verstoringsgevoelige afstand begeven, dan wel dat ze gewend zijn aan de scheepvaartbewegingen. In beide gevallen is niet te verwachten dat de toename van schepen als gevolg van de zandwinning een significante bijdrage zal leveren aan de bestaande vaarbewegingen. Alleen daar waar schepen in noodgevallen afwijken van de reguliere vaarroutes kunnen de winningsschepen tot relevante extra verstoring leiden. De cumulatie omvat dan de verdere afname van het verstoringsvrije gebied. Gezien de beperkte oppervlakte van verstoord gebied door varende schepen en het tijdelijke karakter van de verstoring (enkele minuten per uur) zijn deze effecten zodanig klein dat dit volgens Grontmij niet zal leiden tot effecten op de fitness van de aanwezige individuen en er feitelijk geen sprake is van toename van verstoord gebied. Ik concludeer met Grontmij dat er als gevolg van de zandwinning geen cumulatie van effecten ten opzichte van de eventuele effecten vanuit andere activiteiten zoals overige zandwinningen, de aanleg van de Tweede Maasvlakte, visserij, scheepvaart of lokale baggerstortingen (inclusief loswallen) en werkzaamheden zal optreden. BESPREKING VAN INSPRAAK Naar aanleiding van de aanvraag van 29 oktober 2008 zijn, op grond van artikel 44, lid 3, van de Nb-wet 1998 de provincies Fryslân en Noord-Holland en de gemeente Texel in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag haar zienswijze kenbaar te maken. Ingevolge artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn Rijkswaterstaat Waterdistrict Waddenzee, Stichting WAD, de Waddenvereniging en Vogelbescherming Nederland in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een zienswijze betreffende de onderhavige aanvraag. Binnengekomen reacties Rijkswaterstaat Waterdistrict Waddenzee geeft in haar zienswijze aan geen bedenkingen te hebben tegen het verlenen van deze vergunning. Gemeente Texel bevestigt dat zij de brief van 11 maart 2009 met het verzoek om zienswijze in goede orde heeft ontvangen. Sindsdien is geen reactie van deze gemeente ontvangen. Provincie Fryslân laat weten dat zij gelet op de recent gewijzigde Nbwet 1998 geen zienswijze zal indienen, maar dit overlaat aan provincie Noord-Holland. De overige belanghebbenden en overheden hebben niet gereageerd. CONCLUSIE Ik ben van mening dat uit de overwegingen zoals opgenomen in de, als integraal onderdeel van dit besluit te beschouwen, passende beoordeling geconcludeerd kan worden dat er geen sprake zal zijn van een aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken gebieden. Ik ben van mening dat met de betreffende passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat de aangevraagde activiteiten geen schadelijke gevolgen zullen hebben voor de natuurlijke kenmerken van de betrokken beschermde gebieden, nu er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat er geen schadelijke gevolgen zijn. 14

15 Deze conclusie geldt nadrukkelijk onder de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorschriften. Derhalve ben ik van mening dat de gevraagde vergunning kan worden verleend. 15

Bijlage 1 bij besluit DRZN /MT/HG, d.d

Bijlage 1 bij besluit DRZN /MT/HG, d.d Bijlage 1 bij besluit DRZN08-1644/MT/HG, d.d. 10-4-2008 WINNING SUPPLETIEZAND VLIELAND 2008 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de zandwinning in 2008 in de Noordzee ten

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZW/2009-,

Bijlage 1 bij besluit DRZW/2009-, Bijlage 1 bij besluit DRZW/2009-, 20-02-2009 WINNING SUPPLETIEZAND KUST VAN WALCHEREN EN ZEEUWS VLAANDEREN 2009 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de zandwinning in 2009

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West Bijlagen - DE AANVRAAG

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland)

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland) Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T 070 888 32 00 F

Nadere informatie

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZW/ , WINNING SUPPLETIEZAND KUST VAN DOMBURG INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZW/ , WINNING SUPPLETIEZAND KUST VAN DOMBURG INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZW/2010-3053, 09-08-2010 WINNING SUPPLETIEZAND KUST VAN DOMBURG 2010 2012 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de zandwinning in 2010 tot en met

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden Bijlagen - DE AANVRAAG

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZW

Bijlage 1 bij besluit DRZW Bijlage 1 bij besluit DRZW.2010-3044 WINNING en SUPPLETIE van ZAND voor de KUST VAN WALCHEREN (Zoutelande en Dishoek) september 2010 december 2012 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Callantsoog. Vergunning zandwinning en -suppletie Callantsoog; Nbwet

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Callantsoog. Vergunning zandwinning en -suppletie Callantsoog; Nbwet Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Callantsoog Prins Clauslaan 8 2595 AJ Den Haag Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning zandwinning

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZW/, d.d

Bijlage 1 bij besluit DRZW/, d.d Bijlage 1 bij besluit DRZW/, d.d. 08-09-2008 ZANDWINNING ZWAKKE SCHAKEL KUST VAN VOORNE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de zandwinning ten behoeve van de versterking

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Schouwen Renesse

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Schouwen Renesse Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning; Nb-wet 1998 Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Schouwen Renesse Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De voorgenomen helikopter-inzet maakt deel uit van een multidisciplinaire

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Behandeld door Datum Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk Datum DGAN-NB/18086564 Contactpersoon Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19 februari

Nadere informatie

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij Geachte heer, Bij brief van

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZW/ , d.d

Bijlage 1 bij besluit DRZW/ , d.d Bijlage 1 bij besluit DRZW/2010-3413, d.d. 11-10-2010 AANLEG (INCLUSIEF WINNING, TRANSPORT EN SUPPLETIE VAN ZAND) EN AANWEZIGHEID VAN DE ZANDMOTOR DELFLANDSE KUST december 2010 december 2033 INHOUDELIJKE

Nadere informatie

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer,

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer, > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij Geachte heer, Bij brief van

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Zeehondencrèche Lenie t Hart t.a.v. Hoofdstraat 94a 9968 AG Pieterburen uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april 2007 - DRZ/07/3012/FB/HG 01-08-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1109, d.d. 19-03-2009 VERPLAATSING VAN OESTERPERCELEN EN DE AANLEG VAN ZEVEN NIEUWE OESTERPERCELEN IN DE GREVELINGEN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvrager verzoekt

Nadere informatie

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben. Directoraat-generaal, Visserij en Landelijk Gebied Behandeld door Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Datum 5 december 2018 Bijlage nummer 1 Horend

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Behandeld door Datum Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk Datum DGAN-NB/18203568 Contactpersoon Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZ/08/286/HD/SM, d.d.10-01-2008 DEFENSIEOEFENING ZOUTKAMPERLAAG INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZ/08/286/HD/SM, d.d.10-01-2008 DEFENSIEOEFENING ZOUTKAMPERLAAG INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZ/08/286/HD/SM, d.d.10-01-2008 DEFENSIEOEFENING ZOUTKAMPERLAAG INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 De aanvraag Het betreft een gezamenlijke oefening van Defensie en Rederij Wagenborg. Er

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-3332, d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de jaarlijkse onderzoeksactiviteiten

Nadere informatie

INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Helikopterinzet bij multidisciplinaire oefeningen 2010. Vergunning Nb-wet 1998; Waddex

INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Helikopterinzet bij multidisciplinaire oefeningen 2010. Vergunning Nb-wet 1998; Waddex Bijlage nummer 1 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Helikopterinzet bij multidisciplinaire oefeningen 2010 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998; Waddex Contactpersoon Afina de Noord Cascadeplein 6 9726 AD GRONINGEN

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging

Nadere informatie

Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus AB EMMELOORD

Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus AB EMMELOORD > Retouradres Postbus 6111 5600 HC EINDHOVEN Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus 64 8300 AB EMMELOORD Keizersgracht 5 5611 HB EINDHOVEN Postbus 6111 5600 HC EINDHOVEN www.rijksoverheid.nl/eleni

Nadere informatie

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 24 juli

Nadere informatie

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Wnb; wijziging vergunning onderhoudsbaggerwerk in de haven van Delfzijl; Waddenzee Directoraat-generaal Agro en Behandeld door Datum 20 december 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB / 17206945

Nadere informatie

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 Ons kenmerk RO/2009015319 Behandeld door de heer B. Klijs (0592) 36 56 64 Onderwerp: Vergunning artikel 19d van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) 1998 BESLUIT

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Uw aanvraag is op 12 mei 2010 door mij ontvangen. Bij brief van 2 juni 2010 (kenmerk: DRZZ/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Uw aanvraag is op 12 mei 2010 door mij ontvangen. Bij brief van 2 juni 2010 (kenmerk: DRZZ/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. > Retouradres Postbus 19143 3501 DC Utrecht Rijkswaterstaat T.a.v. de heer ing. J.C. de Kok Postbus 5807 2280 HV RIJSWIJK Herman Gorterstraat 55 3511 EW Utrecht Postbus 19143 3501 DC Utrecht www.minlnv.nl

Nadere informatie

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: 2016-600903 Kenmerk: 2016/86141 d.d. 3

Nadere informatie

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist Eilanden en biotische veranderingen in zee Dr. ir. M.J. Baptist Megasuppletie Zandmotor Megasuppleties kunnen in de vorm van een eiland of schiereiland worden uitgevoerd. Eerste ontwerp ( Kustboekje,

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

Besluit. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Datum Wnb; goedkeuring gewijzigde uitvoering project Zandwinning Prins Hendrik Zanddijk Texel

Besluit. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Datum Wnb; goedkeuring gewijzigde uitvoering project Zandwinning Prins Hendrik Zanddijk Texel > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Datum Betreft Wnb; goedkeuring gewijzigde

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/2010-3163, D.D. 31-08-2010 Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen Inhoudelijke overwegingen DE AANVRAAG De aanvrager verzoekt om een vergunning

Nadere informatie

Wnb; overwegingen vergunning; Bochtafsnijding vloedgeul vaarverbinding Holwerd Ameland; Waddenzee

Wnb; overwegingen vergunning; Bochtafsnijding vloedgeul vaarverbinding Holwerd Ameland; Waddenzee Wnb; overwegingen vergunning; Bochtafsnijding vloedgeul vaarverbinding Holwerd Ameland; Waddenzee Directie en Biodiversiteit Behandeld door Datum 25 september 2018 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Inhoudelijke overwegingen Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17102956 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet

Nadere informatie

Procedureel Uw aanvraag is op 18 december 2009 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2009 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Procedureel Uw aanvraag is op 18 december 2009 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2009 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur Postbus 116 4400 AC YERSEKE Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825

Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825 Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825 Natuurbeschermingswet 1998 Vergunning project Verbreding A50 tracé Ewijk-Valburg, aanleg en gebruik extra Waalbrug en renovatie huidige Waalbrug INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Nadere informatie

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda Natuurtoets Permanente openstelling A12 Woerden Gouda 1. Wet- en regelgeving Flora- en faunawet (Ffw) De Ffw is gericht op de bescherming van inheemse dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied.

Nadere informatie

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017 Directie Natuur en Biodiversiteit 1 Directoraat-Generaal Agro en Natuur Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 Het delen, durven, doen festival Directie Natuur en

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998. verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998. verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998 verleend aan STAATSBOSBEHEER voor plaatsen en gebruik schuilvoorziening Rottumeroog (art. 20 gebied) besluit 16 juli

Nadere informatie

Datum 17 december 2010 Betreft Verlenging vergunning Nb-wet storten van onderhoudsbaggerspecie in het Marsdiep

Datum 17 december 2010 Betreft Verlenging vergunning Nb-wet storten van onderhoudsbaggerspecie in het Marsdiep > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Bedrijfsgroep Vastgoed Dienst Vastgoed Defensie t.a.v. Kapitein ter zee H.P.P. van Rede Postbus 8002 3503 RA UTRECHT Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794 ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 20-12-2006 Zaaknummer 200607725/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk Datum DGAN-NB/18092832 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Noord-Nederland De heer W.J. Adema Postbus JH LEEUWARDEN

Rijkswaterstaat Noord-Nederland De heer W.J. Adema Postbus JH LEEUWARDEN > Retouradres 2500 EK Den Haag Rijkswaterstaat Noord-Nederland De heer W.J. Adema Postbus 2301 8901 JH LEEUWARDEN Directoraat-generaal Natuur Cascadeplein 6 2500 EK Den Haag T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/eleni

Nadere informatie

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet De Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet) voorziet met het oog op het behoud van de biodiversiteit, in regels ter bescherming van

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2013 / rapportnummer 2795 23 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands

Nadere informatie

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1.

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1. Directie Natuur De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp doorkiesnummer bijlagen Aanwijzing Natura 2000-gebieden

Nadere informatie

Besluit. 17 april 2008 DRZW/

Besluit. 17 april 2008 DRZW/ 17 april 2008 DRZW/2008-1670 2 Bij brief van 12 december 2007, kenmerk 495648, heeft u een wijziging van de aanvraag voor wat betreft de zandwingebieden ingediend. Dit in verband met nieuwe inzichten in

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-2741 d.d. 8-7-2010 OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna:

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZ/07/148/SD/SM, d.d. 12 januari 2007 SCHELPDIERINVENTARISATIES NOORDZEEKUSTZONE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZ/07/148/SD/SM, d.d. 12 januari 2007 SCHELPDIERINVENTARISATIES NOORDZEEKUSTZONE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Directie Regionale Zaken uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZ/07148/SD/SM 12-01-2007 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Bijlage 1 bij besluit DRZ/07/148/SD/SM, d.d. 12 januari 2007 SCHELPDIERINVENTARISATIES

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-000192 -

Nadere informatie

: Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor zandsuppletie op Vlieland

: Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor zandsuppletie op Vlieland Rijkswaterstaat Noord-Nederland District Waddenzee, t.a.v. ing. K. Tilma Postbus 23 9285 ZV BUITENPOST Leeuwarden, 25 juli 2008 Verzonden, Ons kenmerk : 00775245 Afdeling : Landelijk Gebied Beleid Behandeld

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Natura 2000 Vlakte van de Raan

Natura 2000 Vlakte van de Raan Samenvatting maart 2016 Natura 2000 Vlakte van de Raan Beheerplan Leeswijzer In maart 2011 is de Vlakte van de Raan aangewezen als Natura 2000-gebied. Om de zeenatuur in de Vlakte van de Raan te kunnen

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZ/07/3891/MT/SM, d.d

Bijlage 1 bij besluit DRZ/07/3891/MT/SM, d.d Bijlage 1 bij besluit DRZ/07/3891/MT/SM, d.d. 25-10-2007 SCHELPENWINNING WADDENZEE EN NOORDZEEKUSTZONE 2008-2010 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op het winnen van schelpen

Nadere informatie

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

10 Wettelijke toetsingskaders natuur MER Windpark Bouwdokken 133 10 Wettelijke toetsingskaders natuur 10.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de effecten op de natuur, zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk, getoetst aan het beleid en

Nadere informatie

BIJLAGE BESLUIT NAM AME-206 overwegingen Activiteiten gaswinning locatie AME-206

BIJLAGE BESLUIT NAM AME-206 overwegingen Activiteiten gaswinning locatie AME-206 BIJLAGE BESLUIT NAM AME-206 overwegingen Activiteiten gaswinning locatie AME-206 Cascadeplein 6 9726 AD Groningen Postbus 30032 9700 RM Groningen www.rijksoverheid.nl/eleni T 050 599 23 00 F 050 599 23

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Pascal Haumann B.V., Halve Maan 3 te Well Zaaknummer: 2015-0351 Kenmerk: 2016/98662 d.d. 15 december

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/2010-3365, D.D. 28-09-2010 Voor het uitvoeren van onderhoudsbaggerwerkzaamheden ter hoogte van de Wielingen Inhoudelijke overwegingen DE AANVRAAG De aanvrager verzoekt om een

Nadere informatie

Inspraakwijzer beheerplannen Natura 2000 Drenthe

Inspraakwijzer beheerplannen Natura 2000 Drenthe Inspraakwijzer beheerplannen Natura 2000 Drenthe Waarom deze inspraakwijzer? Deze inspraakwijzer is geschreven als toelichting op de terinzagelegging van het ontwerp-beheerplan voor Natura 2000-gebied

Nadere informatie

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Directie Agroketens en Visserij t.a.v.ir. ing. A.J. Vermuë Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. > Retouradres Postbus 19143 3500 DC Utrecht NUON Warmte t.a.v. de heer C.M. Sinke Locatiecode 1NK3230 Postbus 41920 1009 DC Amsterdam Herman Gorterstraat 55 3511 EW Utrecht Postbus 19143 3500 DC Utrecht

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Wageningen-IMARES afd. WOT t.a.v. Postbus 77 4400 AB Yerseke uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 06-11-2006 06/IMA 0511 DRZZ 07-567/MT 14-02-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

De Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk 14-1694WB d.d. 16-01-2015.

De Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk 14-1694WB d.d. 16-01-2015. Aantekenen Burgermeester en wethouders van de gemeente Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht, Stichting Oostflank Sint Pieter Ursulinenweg 3 6212 NC Maastricht Maastricht, 10 maart 2015. Geachte

Nadere informatie

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18017991 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Mosselkweek en invang in de Voordelta en Vlakte van de Raan

Inhoudelijke overwegingen Mosselkweek en invang in de Voordelta en Vlakte van de Raan Bijlage nummer 1 Horend bij 253769 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Mosselkweek en invang in de Voordelta en Vlakte van de Raan Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 002 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet in verband met uitbreiding van de werkingssfeer van beide wetten naar

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE, Besluit van de Staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie van 23 februari 2012, tot wijziging van de beperking in toegankelijkheid van enkele gebieden ex artikel 20 Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo Opdrachtgever Contactpersoon Grondvitaal Voorthuizerstraat 256 3881 SN PUTTEN Cobie Mertens Uitvoering Groenewold Adviesbureau voor Milieu

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011430 gemeente Apeldoorn Activiteit : plaatsen

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d AANLEG AARDGASTRANSPORTLEIDING WIJNGAARDEN ZELZATE (B) INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d AANLEG AARDGASTRANSPORTLEIDING WIJNGAARDEN ZELZATE (B) INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-737 d.d. 16-2-2009 AANLEG AARDGASTRANSPORTLEIDING WIJNGAARDEN ZELZATE (B) INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 De aanvraag De aanvraag betreft werkzaamheden ten behoeve van de aanleg

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Inhoudelijke overwegingen Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB / 17203395 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen

Nadere informatie

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat 98 6438 JX OIRSBEEK Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM > Retouradres Postbus 554 7400 AN Deventer Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus 9070 6800 ED ARNHEM Verzetslaan 30 Deventer Postbus 554 7400 AN Deventer

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

Datum 25 februari 2011 Betreft Wijzigingsbesluit Natuurbeschermingswet 1998; MZI's Oosterschelde, Voordelta en Waddenzee

Datum 25 februari 2011 Betreft Wijzigingsbesluit Natuurbeschermingswet 1998; MZI's Oosterschelde, Voordelta en Waddenzee > Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur T.a.v. H.J. van Geesbergen Postbus 116 4400 AC Yerseke Keizersgracht 5 5611 GB Eindhoven Postbus 6111

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap Vissers-Gommans, Vosberg 11 a te Panningen Zaaknummer: 2014-1047 Kenmerk: 2016/63042 d.d.

Nadere informatie

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii V il Ik M I- ' mam s IN12.03325 p- iiiiiiniiii uil ii nu ii l_yi_l\l_/~vi X L / Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490433 ODH-2017-00090918 2 6 SEP. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( )

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( ) BIJLAGE 3 Ontwerp-BESLUIT Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 Onderwerp

Nadere informatie

Conform artikel 41, lid 1 van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Conform artikel 41, lid 1 van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. > Retouradres Postbus 19143 3500 DC Utrecht Rijkswaterstaat Zuid-Holland t.a.v. dr. A.P.M.A. Vonck Postbus 556 3000 AN Rotterdam Herman Gorterstraat 55 3511 EW Utrecht Postbus 19143 3500 DC Utrecht www.minlnv.nl

Nadere informatie

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1802, d.d. 25-05-2009

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1802, d.d. 25-05-2009 Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1802, d.d. 25-05-2009 Uitbreiding van de testhal voor F16 motoren nabij Natura-2000 gebied Brabantse Wal Inhoudelijke overwegingen De aanvraag De aanvrager verzoekt om een

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 25 maart 2019 Ons kenmerk 201802064-00810929 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving t.n.v. de heer Postbus GD Utrecht

Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving t.n.v. de heer Postbus GD Utrecht > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving t.n.v. de heer Postbus 2232 3500GD Utrecht Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594AC

Nadere informatie