Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage IZ/EA/2003/57783

Transcriptie

1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Uw brief Onderwerp Verslag Raad WSBVC van 3 juni 2003, antwoorden op toezeggingen en verslag van de informele raad juli 2003 Ons kenmerk IZ/EA/2003/57783 Datum 8 augustus 2003 Hierbij zend ik u: 1. Het verslag van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken die over de onderwerpen Werkgelegenheid en Sociaal Beleid op 3 juni jl. heeft vergaderd. 2. De antwoorden op de toezeggingen die ik heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg van 28 mei jl. met de vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (TK verslag ). 3. Het verslag van de Informele Bijeenkomst van Minister van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 10 tot en met 12 juli 2003 te Varese. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (mr. A.J. de Geus)

2 2 1. Verslag van de Raad WSBVC van 3 juni 2003 (onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid) Werkgelegenheidspakket A B Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. Aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad over de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. De Raad bereikte een politiek akkoord op het werkgelegenheidspakket De voorzitter wees op het belang van aanname van het vernieuwde pakket. Voor het eerst hebben werkgelegenheidsrichtsnoeren een drie jarig perspectief gekregen en worden zij tegelijk met de globale richtsnoeren vastgesteld. De Europese Commissie riep lidstaten op, tegen de achtergrond van de neergaande conjunctuur, inspanningen op te voeren om het participatieniveau in de EU op peil te houden, en werkloosheid te bestrijden. Diverse lidstaten gaven complimenten aan de voorzitter en de leden van het Werkgelegenheidscomité (EMCO), die allen veel werk hebben verzet bij de voorbereiding van het nieuwe pakket richtsnoeren. De kandidaat-lidstaten vroegen de Commissie bij de beoordeling van de werkgelegenheidssituatie in de toetredende lidstaten rekening te houden met de verschillende uitgangsposities. De Europese Raad van Thessaloniki heeft op 20 juni 2003 het pakket inmiddels definitief vastgesteld. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten. Eerste deel van de behandeling vond plaats in het kader van een openbaar debat. De voorzitter presenteerde een compromisvoorstel, dat erop neerkwam dat lidstaten gedurende een overgangsperiode van 5 jaar af kunnen wijken, voor een nader te bepalen duur, van het beginsel van gelijk loon voor uitzendkrachten. Na afloop van de overgangsperiode treedt een verlengde overgangsperiode in werking van onbepaalde duur en wel tot het ogenblik dat EP en Raad een besluit tot afschaffing of wijziging van deze overgangsperiode nemen. Gedurende het tweede deel van de overgangsperiode mogen lidstaten opnieuw een wachttermijn hanteren alvorens gelijk loon aan uitzendkrachten betaald moet worden. Ook de duur van de wachttermijn gedurende het tweede deel van de overgangsperiode werd in het voorzitterschapsvoorstel nog niet ingevuld. De Europese Commissaris ging akkoord met de structuur van het voorstel en ook met de voorgestelde procedure dat wil zeggen in een latere fase wordt pas gesproken over de invulling van de wachttermijn in de twee overgangsperiodes. De Commissaris wees tevens nog op de verklaring die het EVV-congres in Praag (26 tot 29 mei jl.) hierover heeft opgesteld.

3 3 De discussie in de Raad concentreerde zich op de wachttermijn en de overgangsperiode. Nederland bracht in dat het positief staat ten opzichte van een EU- richtlijn over uitzendarbeid waarin gelijke behandeling van uitzendkrachten wordt voorgeschreven. Er werd op gewezen dat in Nederland veel gebruik gemaakt wordt van uitzendarbeid en dat juist daarom uitzendkrachten niet anders behandeld worden dan andere werknemers. Nederland zag dan ook niets in een voorstel om het gelijk loon beginsel permanent of voor onbepaalde tijd uit te zonderen voor uitzendarbeid die korter duurt dan een bepaalde duur. Nederland vroeg zich af wat de toegevoegde waarde van de richtlijn was mocht het voorstel van het voorzitterschap worden overgenomen. Het doel van de richtlijn moet toch zijn te komen tot een substantiële verbetering van de positie van uitzendkrachten. Nederland uitte twijfels over de mogelijkheid om het dossier af te ronden, maar moedigde de voorzitter aan om zijn inspanningen om tot een akkoord te komen voort te zetten. De voorzitter sloot vervolgens het openbaar debat af en er werd verder gegaan in een restreint zitting. Uiteindelijk concludeerde de voorzitter dat er geen overstemming kon worden bereikt, omdat een compromisvoorstel inzake de wachttermijn gedurende de verlengde overgangsperiode voor de lidstaten die hier kanttekeningen bij hebben geplaatst niet ver genoeg ging. De voorzitter gaf aan dat het dossier verder zal worden behandeld onder Italiaans voorzitterschap. Europese coöperatieve vennootschap. A B Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het statuut van een Europese Coöperatieve Vennootschap Richtlijn van de Raad tot aanvulling van het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers. De voorzitter leidde het punt kort in. De Europese Commissie benadrukte het belang van deze Europese rechtspersoon en zei dat, nu de Raad niet de amendementen van het EP over de rechtsbases heeft overgenomen, het EP naar het Hof kan gaan. Politiek initiatief was dus geboden. Zonder veel discussie werd een politiek akkoord bereikt. Voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats. Het voorstel betekende een beperkte wijziging van de taken en samenstelling op arbeidsomstandighedenterrein van het al bestaande tripartiete Raadgevend Comité, mede ingegeven door de uitbreiding. De voorzitter kon concluderen dat er een politiek akkoord was.

4 4 Ontwerpresolutie van de Raad over sociaal en menselijk kapitaal -opbouw van sociaal en menselijk kapitaal in de kennismaatschappij: leren, werken, sociale samenhang en gender. De resolutie onderkent dat kennis belichaamd in individuele bekwaamheden en in sociale netwerken een sleutelrol speelt bij het realiseren van de doelstellingen van de Lissabon-strategie. De lidstaten worden opgeroepen elementen van sociaal en menselijk kapitaal mee te wegen bij planning, ontwikkeling en implementatie van beleid en initiatieven, in het bijzonder met betrekking tot de terreinen van leren, werken, sociale cohesie en gelijke kansen van mannen en vrouwen. De tekst erkent dat sociale partners uit eigen beweging al de nodige verplichtingen zijn aangegaan maar formuleert niettemin - rekening houdend met nationale tradities en gebruiken - ook voor hen enkele aanbevelingen. Ten slotte wordt de Commissie uitgenodigd speciale aandacht te schenken aan aspecten van sociaal en menselijke kapitaal in al haar lopende beleid en concrete beleidsinitiatieven. Zonder commentaar werd de tekst aangenomen ter bekendmaking in het Publicatieblad. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels. Woorden van lof over het bereikte resultaat werden door de lidstaten uitgesproken aan het adres van het Voorzitterschap. De voorzitter sloot af met de constatering van een akkoord over de algemene oriëntatie op de hoofdstukken 4, 5 en 8 en de bijbehorende toelichting. Ontwerp-resolutie inzake de bevordering van de tewerkstelling en de maatschappelijke integratie van mensen met een functiebeperking. De ontwerpresolutie verzoekt de lidstaten economische en sociale integratie van gehandicapten na te streven via wetgeving en andere aanvullende maatregelen. Voorts moet vóór eind 2003 uitvoering worden gegeven aan Richtlijn 2000/78/EG (Gelijke behandeling in arbeid en beroep) en Richtlijn 2000/43/EG (toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming). Zonder commentaar werd de tekst aangenomen ter bekendmaking in het Publicatieblad. De Europese Commissie maakte onder dit agendapunt nog melding van het verschijnen eind 2003 van een mededeling over de follow-up van het VN-Jaar van mensen met een handicap. Werkprogramma van het Comité voor sociale bescherming betreffende de pensioenkwesties (Follow-up van de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad op 20/21 maart 2003) Zonder discussie vastgesteld.

5 5 Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de minimumvoorschriften betreffende veiligheid en gezondheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico s van elektromagnetische velden Zonder commentaar werd kennis genomen van de stand van zaken. Schriftelijke informatie van de Commissie A B Mededeling van de Commissie over de versterking van de sociale dimensie van de strategie van Lissabon: rationalisatie van de open coördinatie op het gebied van de sociale bescherming Europese ziekteverzekeringskaart C Mededeling van de Commissie betreffende het scorebord voor de uitvoering van de agenda voor het sociaal beleid Kennis werd genomen van de verstrekte informatie. Schriftelijke informatie van het voorzitterschap A Voorjaarsbijeenkomst van de ER op maart 2003 B C Activiteiten van het voorzitterschap betreffende gender Tweede Europese bijeenkomst betreffende personen die in armoede leven Kennis werd genomen van de informatie. Onder dankzegging van de scheidende en de komende voorzitter werd de vergadering afgesloten. Het komend voorzitterschap zei alles te zullen doen voor de afronding van de dossiers betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels, uitzendarbeid en elektromagnetische velden.

6 6 2. Toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 28 mei 2003 (TK verslag ). Tijdens het Algemeen Overleg heb ik u toegezegd dat ik u nader zou informeren over de volgende onderwerpen: de taakopdracht en de leden van de Task Force Werkgelegenheid (voorgezeten door oudpremier Kok); Concept-verfrichtlijn en het Nederlands standpunt; Europees coöperatieve vennootschap; Europese output-doelstelling op het gebied van arbeidsgehandicapten. Task Force Werkgelegenheid De Europese Raad van 20 en 21 maart 2003 heeft de vernieuwde opzet van de Europese Werkgelegenheidsstrategie goedgekeurd. Bij deze gelegenheid heeft de Europese Raad geconstateerd dat er meer dynamiek nodig is bij de hervorming van de nationale arbeidsmarkten door te bepalen welke maatregelen snel een positief effect kunnen hebben op de werkgelegenheidsniveaus en de groei. In dit kader heeft de Europese Raad de Commissie verzocht om een Europese taakgroep werkgelegenheid op te richten. De heer Wim Kok werd benoemd tot voorzitter. De Europese Commissie heeft zorggedragen voor de verdere samenstelling van deze taakgroep. Opdracht van de taakgroep is, een onafhankelijke en grondige analyse uit te voeren van de belangrijkste uitdagingen voor het beleid in verband met werkgelegenheid en om praktische hervormingsmaatregelen te ontwerpen die rechtstreeks en onmiddellijk van invloed kunnen zijn op het vermogen van de lidstaten om de herziene Europese Werkgelegenheidsstrategie uit te voeren en de doelstellingen en streefcijfers van die strategie te verwezenlijken. Deze taakgroep zal geen afbreuk doen aan de Verdragsbepalingen betreffende werkgelegenheid. De daarin vastgelegde procedures met betrekking tot de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de Nationale Actieplannen worden door de taakgroep niet beïnvloed. De taakgroep zal naar verwachting in november 2003 rapport uitbrengen aan de Europese Commissie opdat het Gezamenlijke Werkgelegenheidsverslag van de Commissie en de Raad aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van 2004 kan worden voorgelegd. Het verslag van de taakgroep zal openbaar worden gemaakt.

7 7 De taakgroep bestaat uit de volgende leden: VOORZITTER De heer Wim KOK, voormalig Minister-President, Nederland LEDEN Mw. Anna EKSTRÖM, Voorzitter van de vakcentrale SACO, Zweden. Mw. Anette ROUX, Raad van Bestuur van jachtwerf Bénéteau, Frankrijk. De heer Federico DURAN LOPEZ, Arbeidsmarktspecialist en hoogleraar arbeid en sociale zekerheid aan de Universiteit van Córdoba, oud-voorzitter van de Spaanse Sociaal-Economische Raad, Spanje. De heer Carlo DELL'ARINGA, Hoogleraar aan het Instituut voor Bedrijfseconomie en Arbeid van de Universiteit van Milaan "Sacro Cuore", Italië. De heer Christopher PISSARIDES, Directeur van het onderzoeksprogramma over technologie en groei bij het Centrum voor Economische Prestaties aan de London School of Economics, Verenigd Koninkrijk. Mw. Maria JOÃO RODRIGUES, Voorzitter van de Adviesgroep aan de Europese Commissie voor Sociale Wetenschappen, hoogleraar aan de Universiteit van Lissabon, Portugal. De heer Günther SCHMID, Directeur Werkgelegenheid, Sociale Structuur en Verzorgingsstaat bij het Onderzoekscentrum voor Sociale Wetenschappen te Berlijn, tevens voormalig lid van de Hartzcommissie, Duitsland. De taakgroep is bijeen geweest op 25 april, op 5 juni en op 14 juli De volgende vergaderingen zijn gepland voor 11 en 12 september. Concept-verfrichtlijn De discussie binnen Europa over een Europese norm betreffende oplosmiddelen in verven en lakken is in volle gang. De staatssecretaris zal, in overleg met mijn collega van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, er alles aan doen om de bestaande productvoorschriften voor verven en lakken bij gebruik voor binnenschilderwerk veilig te stellen. De productvoorschriften voor autoschadeherstelwerkzaamheden zoals vastgelegd in artikel 4.32f van de Arboregeling zijn overigens geheel in overeenstemming met het richtlijnvoorstel. Andere toepassingen waarvoor de Arboregeling vervangingsvoorschriften bevat vallen buiten de reikwijdte van het richtlijn voorstel. Uitgangspunt voor Nederland blijft dat het bestaande beschermingsniveau ook door de richtlijn gewaarborgd dient te worden. Op dit moment is overigens niet met zekerheid te stellen dat Nederlandse productvoorschriften met het oog op arbeidsbescherming, juridisch gezien, strijdig zullen worden met het richtlijnvoorstel. Hierover zal de staatssecretaris opheldering vragen aan de Europese Commissie.

8 8

9 9 Europees coöperatieve vennootschap Tijdens de Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken is een politiek akkoord bereikt over Statuut en Richtlijn. Beide zijn als A-punt aangenomen. Na ondertekening door de voorzitter van de Raad zullen de teksten worden gepubliceerd (naar verwachting op zijn vroegst in september 2003). Europese output-doelstelling op het gebied van arbeidsgehandicapten In het kader van het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie is afgesproken dat wordt gestreefd naar een significante afname van het werkloosheidsverschil van mensen met een achterstand (waaronder mensen met een arbeidshandicap). Steun voor nadere kwantitatieve output doelstelling was er niet bij andere lidstaten, mede vanwege de grote definitieverschillen.

10 10 3. Verslag Informele Bijeenkomst van Ministers van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid te Varese, 10 tot en met 12 juli 2003 Inleiding en samenvatting Onder voorzitterschap van de Italiaanse Minister van Sociale zaken en werkgelegenheid Maroni werd te Varese een Informele Raad Werkgelegenheid en Sociale Zaken gehouden met vertegenwoordigers uit 31 landen. Naast de 15 EU lidstaten en de 10 nieuwe lidstaten waren, op uitnodiging van Italië, ook Roemenië, Bulgarije, Turkije, Noorwegen, Zwitserland en Kroatië vertegenwoordigd. Nederland was vertegenwoordigd door een delegatie onder leiding van Minister de Geus. Het Europees Parlement was tevens vertegenwoordigd. De bijeenkomst bood Wim Kok de gelegenheid om de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te informeren over de stand van zaken rond de Task Force Werkgelegenheid en tegelijk een aantal bilaterale gesprekken te voeren. Op de agenda stonden verder nog een bespreking van de mededeling van de Europese Commissie betreffende stroomlijning van processen rond sociale bescherming en een bespreking van het thema zwart werk in het kader van de Europese Werkgelegenheidsstrategie. Belangrijkste constatering was dat de sceptische houding die vele lidstaten eerder al hadden ingenomen ten opzichte van de Commissiemededeling betreffende stroomlijning, werd bevestigd. Met betrekking tot pensioenen werd besloten om gedurende het Italiaans voorzitterschap de acties te concentreren op de in Barcelona afgesproken doelstelling om de effectieve pensioenleeftijd in 2010 met 5 jaar te verhogen. Tijdens de Troika-bijeenkomst die aan de Informele Raad vooraf ging, was sociale partners gevraagd om hierop hun inspanningen te richten zodat tijdens de Voorjaarstop c.q. de Sociale Top in 2004 bezien kan worden wat de acties hebben opgeleverd. De bespreking van het onderwerp zwart werk leidde tot een grote mate van overeenstemming over de noodzaak tot bestrijding van het verschijnsel en de policy mix die hiervoor moet zorgen. Stroomlijning Ondanks het feit dat de Commissie in haar inleiding al had geprobeerd om de kritische opmerkingen van verschillende lidstaten te ondervangen, bleven een aantal Ministers waaronder Minister De Geus zich kritisch opstellen ten opzichte van de Commissiemededeling betreffende stroomlijning. Algemeen werd onderkend dat de open methode van coördinatie het beste middel was om de samenwerking tussen de lidstaten op het terrein van sociale bescherming vorm te geven. Net als Minister De Geus pleitten ook een aantal andere Ministers voor een voortzetting en verdere versterking en uitbouw (b.v. via de ontwikkeling van indicatoren) van het instrument open methode van coördinatie. De toonzetting van veel lidstaten bleef echter kritisch met betrekking tot de door de Commissie voorgestelde samenvoeging van de drie deelprocessen (betreffende sociale insluiting, pensioenen en gezondheidszorg) tot één geheel in Vrij algemeen werd de vrees uitgesproken dat een dergelijke samenvoeging de dynamiek en de zichtbaarheid van de deelprocessen zal schaden c.q. teniet zal doen. Ook de voorzitter van het SPC, die verslag deed van de besprekingen in SPC, meldde dat deze vrees bij veel lidstaten aanwezig was. Over het algemeen konden delegaties wel instemmen met het voorstel om (in 2006) de verschillende (deel)processen in de tijd te synchroniseren met de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de macroeconomische richtsnoeren.

11 11 De Commissie constateerde na afloop van de discussie dat, ondanks de wat kritische of soms zelfs afwijzende houding van lidstaten ten aanzien van de gedachte van stroomlijning/samenvoeging van de drie sociale deel processen, er consensus was op de principes/uitgangspunten van de Mededeling. Zichtbaarheid zal gehandhaafd blijven maar de samenvoeging zal de onderlinge verbanden tussen de deelprocessen en met de macro-economische en werkgelegenheidsprocessen duidelijker maken en het geheel coherenter. Met betrekking tot pensioenen meldde zowel de Voorzitter als de Commissie dat de werkzaamheden op dit terrein gedurende het Italiaanse voorzitterschap zich zou moeten concentreren op de Barcelona-doelstelling om de effectieve pensioneringsleeftijd tot 2010 met 5 jaar te verhogen. In de voorafgaande Troika bijeenkomst was hierover ook al met de Europese sociale partners gesproken, die zich hiertoe bereid hadden verklaard. Het ligt dan in de bedoeling om de activiteiten voort te zetten onder het Ierse voorzitterschap en te rapporteren aan de Voorjaarstop De voorafgaande Sociale Top zou dan ook geheel of gedeeltelijk aan dit thema kunnen worden gewijd. Zwart werk Grote overeenstemming bestond over de noodzaak om tot een krachtige en effectieve bestrijding van zwart werk over te gaan. Vele ministers toonden zich dan ook ingenomen met de aandacht die in de nieuwe werkgelegenheidsrichtsnoeren aan dit onderwerp wordt gewijd. De Commissie riep de lidstaten op een beleid te voeren dat een evenwichtige mix van incentives en disincentives kent. Uit de vele voorbeelden van maatregelen die lidstaten meldden kwam naar voren dat de meeste lidstaten een beleid hebben dat enerzijds beoogt regulier werk financieel aantrekkelijker te maken voor de werknemer en voor de werkgever door de administratieve lastendruk te reduceren. Anderzijds werd door vele ministers tevens gemeld dat handhaving, controle en sancties nog een essentieel onderdeel van het beleid zijn ter bestrijding van zwart werk. Een lidstaat hield een krachtig pleidooi om de Europese samenwerking op het gebied van grensoverschrijdend zwart en illegaal werk te versterken. Minister de Geus steunde dit pleidooi. De Commissie concludeerde dat alle lidstaten het er over eens zijn dat zwart werk, al was het alleen maar vanwege de omvang (naar schatting wordt 7-19% van de hoeveelheid werk zwart verricht), krachtig dient te worden bestreden en dat het een multidimensionele zaak is vanwege de verbindingen met b.v. immigratie, sociale bescherming en sociale uitsluiting.

12 12 Werkgelegenheid Wim Kok zette de stand van zaken uiteen rond de door hem voorgezeten Task Force Werkgelegenheid. Hij meldde dat in november het eindrapport aan de Commissie zal worden aangeboden. De Task Force bevindt zich nog in de analysefase en Kok riep de lidstaten op om hem hun commentaar/opvattingen te laten weten. Primair is de aandacht van de Task Force gericht op aanpassingsvermogen (adaptability) van werknemers en ondernemingen, op vergroting van het arbeidsaanbod en op investeren in menselijk kapitaal. Als dwarsdoorsnijdend thema noemde Kok "governance", de aandacht voor (de kwaliteit van) diensten van arbeidsvoorziening en opleidingsinstellingen maar ook sociale partnerships. De voorzitter van de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van het Europees Parlement vroeg aandacht voor een strategie op korte termijn met het oog op de economische neergang en de daarmee gepaard gaande oplopende werkloosheid. Hij was van mening dat de lange termijn strategie die in Lissabon was afgesproken er niet toe mag leiden dat er op de korte termijn niets gedaan wordt om economische neergang en de daarmee verbonden verschijnselen zoals een stijgende werkloosheid, te bestrijden. Wim Kok was het hier mee eens en stelde dat het heel goed mogelijk is om de lange termijn strategie die in Lissabon is afgesproken te combineren met een strategie op kortere termijn om tegemoet te komen aan de problemen van het ogenblik. Hij hield de ministers voor dat de economische neergang geen reden mag zijn om de ogen maar te sluiten voor structurele onvolkomenheden. De EU kan en moet beter presteren op het terrein van werkgelegenheid en er zal snel gereageerd moeten worden anders verliezen we terrein, aldus Kok. Europees Sociaal Fonds (ESF) De Commissie greep de gelegenheid aan om nog enkele boodschappen op het gebied van het ESF mee te geven. In de eerste plaats meldde zij dat de Commissiediensten druk bezig zijn met de verwerking en beoordeling van de eindafrekeningen Dat is niet eenvoudig en vraagt veel tijd. Zij riep de lidstaten op om de Commissie hierbij zoveel mogelijk behulpzaam te zijn en bijvoorbeeld, indien daarom gevraagd wordt, zo snel als mogelijk aanvullende informatie te leveren. Met betrekking tot ESF nieuw riep zij lidstaten op om de beschikbare middelen in te zetten in lijn met de Europese werkgelegenheidsstrategie. Zij wees op de nationale seminars die in het najaar zullen plaats vinden en het EU brede seminar, in het kader van de mid term evaluatie, in januari In het kader van ESF nieuw riep zij de lidstaten op om de performance reserve zo goed mogelijk te gebruiken. Haar derde boodschap betreffende het ESF richtte zij tot de nieuwe lidstaten. Zij verzocht hen dringend om de nodige aandacht te besteden aan de infrastructuur die nodig is om ESF middelen te kunnen absorberen en gebruiken.