Wat gaat dewet aanpassing bestuursprocesrecht ons brengen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat gaat dewet aanpassing bestuursprocesrecht ons brengen?"

Transcriptie

1 Artikelen Tijdschrift voor Bouwrecht TBR 2013/38 Wat gaat dewet aanpassing bestuursprocesrecht ons brengen? Prof. dr. mr. J.C.A. de Poorter' 1. Inleiding Per 1 januari 2013 is de Wet aanpassing bestuursprocesrecht in werking getreden. 2 Deze wet heeft een groot aantal, meer en minder ingrijpende gevolgen voor het bestuursprocesrecht. Deels betreft het een aantal technische wijzigingen. Zo is er bijvoorbeeld voor gekozen om uit een oogpunt van toegankelijkheid en overzichtelijkheid van de wetgeving het gehele bestuursprocesrecht zoveel mogelijk in één wet, de Algemene wet bestuursrecht, te regelen. Tot voor kort was een deel van het bestuursprocesrecht geregeld in andere wetten, zoals de Wet op de Raad van State (Wet RvS), de Beroepswet, de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie (Wbbo) en de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr). Dit geldt met name voor de bepalingen over het hoger beroep. De Wet aanpassing bestuursprocesrecht voorziet erin dat de procesrechtelijke bepalingen uit de bovengenoemde wetten zoveel als mogelijk zijn overgebracht naar de Awb. Het zijn echter niet alleen technische wijzigingen die de Wet aanpassing bestuursprocesrecht met zich brengt. De wet voorziet in enkele, voor het bestuursprocesrecht heel wezenlijke veranderingen. Voor de beoefenaren van het omgevingsrecht zijn die veranderingen echter niet alle even schokkend, al was het maar omdat met enkele, thans in de Awb geïntroduceerde rechtsfiguren, reeds in het kader van de Crisis- en herstelwet (Chw) ervaring is opgedaan. Te denken valt hierbij aan de thans voor het gehele bestuursprocesrecht geïntroduceerde relativiteitseis (artikel 8:69a Awb) en de mogelijkheid tot het passeren van materiële gebreken (artikel 6:22 Awb). Andere wijzigingen zijn wel nieuw. Denk aan de bevoegdheid tot toepassing van de judiciële lus (artikel 8:113) en de mogelijkheid voor de hoogste bestuursrechters om een zaak te verwijzen naar een grote kamer (artikel 8:10a, vierde lid, Awb) en een conclusie te vragen van een 'advocaat-generaal' (artikel 8:12a Awb). Een andere fundamentele wijziging betreft de invoering van de mogelijkheid van het instellen van incidenteel hoger beroep (artikelen 8:110 tot en met 8:112 Awb). De inwerkingtreding van deze laatste bepalingen is echter tot een nader te bepalen datum uitgesteld. Dat heeft alles te maken met een veegwet die nog door beide Kamers der Staten-Generaal moet worden aangenomen en die een oplossing biedt voor een aantal onvolkomenheden in de regeling van het incidenteel hoger beroep in relatie tot het vreemdelingenrecht. 3 Behoudens de wijzigingen waarop ik in het hiernavolgende wat dieper zal ingaan, heeft de Wet aanpassing bestuursprocesrecht nog andere gevolgen. Die kan ik gegeven de mij toegestane ruimte niet alle afzonderlijk beschrijven. Ik volsta met een beknopt overzicht: a. Concentratie van het bestuursprocesrecht in de Awb (herformulering art. 8:1-8:9, nieuwe titel 8.5 inzake hoger beroep en vervanging van de negatieve lijst bij de Awb door drie nieuwe bijlagen: 1. Regeling rechtstreeks beroep; 2. Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak; 3. Regeling verlaagd griffierecht). b. Toestaan van de `antwoordkaartmethode' bij het horen in bezwaar en administratief beroep en in het klachtrecht (art. 7:3, 7:17 en 9:10). c. Verruiming van de mogelijkheden voor het enkelvoudig afdoen van het hoger beroep (art. 8:10a). d. Invoering van de mogelijkheid tot `kortsluiting' bij verzet tegen een uitspraak waarin de bestuursrechter zonder zitting uitspraak heeft gedaan (art. 8:55). e. Versoepeling eisen bij kortsluiting in voorlopigevoorzieningsprocedures (art. 8:86). f. Verplichting tot definitieve geschilbeslechting (artt. 8:41a en 8:72). g. Afschaffing evaluatieplicht Awb (schrapping art. 11:1). h. Automatische indexering van griffierechten, proceskostenvergoedingen en andere bedragen (art. 11:2). i. Definitieve uitsluiting van de mogelijkheid van beroep tegen algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels. 1 Jurgen de Poorter is hoogleraar Bestuursrecht en Bestuursprocesrecht aan de Universiteit vantilburg en raadadviseur bij de Raad van State. Hij schreef deze bijdrage op persoonlijke titel. 2 Stb. 2012, nr Kamerstukken /13, , nr. 3. nr. 3 - maart 2013 El

2 ~~~ tujo...elrásreas - Tijdschrift voor Bouwrecht Artikelen Implementatie van Verordening (EG) 1/2003 inzake gedecentraliseerde toepassing Europees mededingingsrecht. k. Aanpassing van terminologie (vervanging van 'administratieve rechter' door 'bestuursrechter' en introductie van de term 'hogerberoepsrechter'. 1. Herverkaveling van diverse rechtsmachtbepalingen. In deze bijdrage zal ik, zoals de redactie mij heeft gevraagd: kort en slechts signalerend, ingaan op de belangrijkste wijzigingen die de Wet aanpassing bestuursprocesrecht met zich brengt voor de beoefenaren van het omgevingsrecht. 4 Dat alles overigens in de wetenschap dat ons in dit jaar nog meer wijzigingen staan te wachten. Op 29 januari 2013 nam de Eerste Kamer namelijk het wetsvoorstel nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten aan. Deze wet treedt op een nog nader bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip in werking. 2. Passeren van gebreken Het oude artikel 6:22 Awb bepaalde dat de bestuursrechter dan wel een bestuursorgaan dat op bezwaar of administratief beroep beslist, een besluit waarbij een vormvoorschrift is geschonden, desondanks in stand kan laten indien blijkt dat de belanghebbenden door deze schending niet zijn benadeeld. In het kader van het streven naar finale geschillenbeslechting is de vraag gesteld of de bevoegdheid om een gebrek te passeren uitsluitend zou moeten afhangen van de vraag of het geschonden voorschrift al dan niet een vormvoorschrift is. Het nieuwe artikel 6:22 Awb brengt tot uitdrukking dat niet de aard van het geschonden voorschrift voor de bevoegdheid tot het passeren van het gebrek bepalend is, maar uitsluitend de vraag of iemand door de schending van het voorschrift al dan niet is benadeeld. Dit betekent dat niet uitsluitend formele, maar ook materiële gebreken door de rechter kunnen worden gepasseerd. Die bevoegdheid had de bestuursrechter overigens al in Crisis- en herstelwetzaken op grond van artikel 1.5 Chw. 5 Tegelijkertijd moeten we echter constateren dat de gebreken die de Afdeling met artikel 1.5 Chw heeft gepasseerd vrijwel alle min of meer formeel van aard waren. Te denken valt hierbij aan een gebrekkige terinzagelegging 6, fouten in de publica- tie7 of een gebrekkige toelichting op de financiële uitvoerbaarheid van het plan. 8 Als voorwaarde voor het passeren van een gebrek geldt dat aannemelijk moet zijn dat belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld. Het oude artikel 6:22 Awb maakt het passeren van een gebrek slechts mogelijk indien blijkt dat belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld. In de jurisprudentie van de Afdeling werd overigens de term `blijkt' reeds onder het oude artikel 6:22 Awb uitgelegd als `aannemelijk zijn'. 4 Een vraag die het nieuwe artikel 6:22 Awb in sterkere mate oproept dan het oude artikel 6:22 Awb, is hoe zich deze bevoegdheid verhoudt tot die van het in stand laten van de rechtsgevolgen (artikel 8:72, derde lid, onder a, Awb nieuw). 10 In de rechtspraak op grond van het aan het nieuwe artikel 6:22 Awb gelijkluidende artikel 1.5 Chw lijkt de Afdeling het standpunt in te nemen dat een gebrek niet wordt gepasseerd, indien in dat gebrek aanleiding wordt gevonden om een proceskostenveroordeling uit te spreken en het bestuursorgaan de opdracht te geven het griffierecht te vergoeden. In dat geval lijkt de Afdeling zich op het standpunt te stellen dat een vernietiging van het bestreden besluit past wegens het daaraan klevend gebrek met instandlating van de rechtsgevolgen. Dit verklaart waarom de Afdeling, althans waar het gaat om materiële gebreken, zeer terughoudend toepassing heeft gegeven aan artikel 1.5 Chw. De vraag rijst echter of de Afdeling en de andere bestuursrechters die lijn straks zullen volgen. Een andere benadering is denkbaar. Welbeschouwd is in het kader van de finale afdoening van een geschil de eerste vraag of het gebrek kan worden gepasseerd. Bij ontkennende beantwoording wordt eerst toegekomen aan de bevoegdheid om de rechtsgevolgen in stand te laten. Tegen die achtergrond zou kunnen worden verdedigd dat in beginsel wordt gepasseerd, als belanghebbenden daardoor niet worden benadeeld. Benadeling wordt dan in beginsel slechts aangenomen, indien niet op voorhand valt uit te sluiten dat een belanghebbende van het niet vernietigen financiële gevolgen zou kunnen ondervinden. In dat geval heeft deze belanghebbende belang bij een vernietiging met het oog op een mogelijke schadeprocedure. Deze benadering zou betekenen dat de wens om een proceskostenveroordeling en/of te bepalen dat het griffierecht door het bestuursorgaan wordt vergoed, niet langer een zelfstandige reden 1 4 Een mooi overzicht biedt ook N. Verheij, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht. NTB 2011/26. 5 Zie bijvoorbeeld: G.A. van der Veen, Halverwege de Crisis- en herstelwet: de Afdelingsjurisprudentie tot nu toe, JBPlus 2012, p Zie onder veel meer: ABRvS 13 juli 2011, No /1/M3. 7 Bijvoorbeeld: ABRvS 28 maart 2012, No /1/Al. 8 Onder meer: ABRvS 30 november 2011, No /1/R3. 9 Zie onder meer: ABRvS 19 maart 2008, No /1. 10 Zie hierover S. Polleunis en D.W.M. Wenders, 'Artikel 6:22 Awb en artikel 8:72 vergeleken: één pot nat of twee bevoeggheden met zelfstandig bestaansrecht?', in JBplus 2011, p nr. 3 - maart 2013

3 Artikelen Tijdschrift voor Bouwrecht kan zijn te kiezen voor vernietiging met instandlating van de rechtsgevolgen. Immers, de artikelen 8:74 en 8:75 Awb staan er niet aan in de weg om ook bij het passeren van het aan het besluit klevende gebrek toch een proceskostenveroordeling uit te spreken en te bepalen dat het bestuursorgaan het griffierecht vergoedt. 3. Relativiteitsvereiste Met artikel 8:69a Awb wordt het relativiteitsvereiste ingevoerd voor de gehele linie van het bestuursprocesrecht. Het vereiste houdt in dat de bestuursrechter een besluit niet vernietigt op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. Het nieuwe artikel 8:69a Awb is identiek aan artikel 1.9 van de Crisis- en herstelwet en in zoverre is er met het relativiteitsvereiste op het terrein van het omgevingsrecht reeds enige ervaring mee opgedaan." Het relativiteitsvereiste ziet op de inhoudelijke beoordeling door de rechter. Voor de ontvankelijkheid volstaat - althans wat betreft de hoedanigheid van de appellant - dat hij als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 Awb kwalificeert. Met invoering van de relativiteitseis komt er echter een einde aan de mogelijkheid dat de rechter soms een besluit moet vernietigen wegens schending van een rechtsregel die niet strekt tot bescherming van een belang waarin de eisende partij feitelijk dreigt te worden geschaad. Door het woord 'kennelijk' is anderzijds duidelijk dat het evident moet zijn dat de betreffende norm niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich erop beroept. Een eerste richtinggevende uitspraak over het relativiteitsvereiste betrof ABRvS 19 januari 2011, AB 2011, 47. Appellanten kwamen op tegen de met het vastgestelde bestemmingsplan mogelijk gemaakte nieuwbouw en beriepen zich op - normen voor de afstand tussen een bestaand bedrijf en de geplande nieuwe woningen. De Afdeling maakte in deze eerste uitspraak duidelijk dat een appellant zich niet kan beroepen op een rechtsregel - in dit geval een afstandsnorm - die juist ten doel heeft het belang te beschermen van personen met een aan appellant tegengesteld belang. Iets anders ligt het wanneer het bedrijf zelf - anders gezegd: de potentiële veroorzaker van de hinder - een beroep doet op dergelijke afstandsnormen. Ten aanzien van een dergelijk geval overweegt de Afdeling: `Met de zonering zoals opgenomen in het Besluit glastuinbouw wordt beoogd zowel de belangen van de omwonenden bij een goed woon- en leefklimaat als de belangen van bedrijven bij een ongehinderde bedrijfsuitoefening te waarborgen. Nu [appellant] naarmate er meer mensen in de nabijheid van zijn bedrijf komen wonen mogelijk geconfronteerd zal worden met meer klachten over milieuhinder, staat artikel 1.9 van de Chw er niet aan in de weg dat hij aanvoert dat in het plangebied geen goed woon- en leefklimaat is gewaarborgd.'" In het kader van de relativiteitstoets kan het onder omstandigheden voldoende zijn als het belang waarvoor in de procedure wordt opgekomen zo verweven is met de algemene belangen die de ingeroepen wettelijke regel beoogt te beschermen, dat niet kan worden geoordeeld dat de betrokken regel kennelijk niet strekt tot bescherming van hun belangen. Zo werd bijvoorbeeld aangenomen dat het belang van een omwonende bij bescherming van zijn leefomgeving zodanig was verweven met het algemene belang dat de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) beoogt te beschermen, dat niet kan worden geoordeeld dat de regels uit de Nbw 1998 kennelijk niet beogen zijn belang te beschermen. 13 Om verwevenheid te kunnen aannemen lijkt van belang te zijn of het belang naar zijn aard verweven kan zijn en voorts of er voldoende causaal verband bestaat tussen het belang en de gestelde normschending. Zo oordeelde de Afdeling dat het belang van een commerciële verhuurder naar zijn aard niet verweven is met het belang dat de normen uit de Monumentenwet beogen te beschermen.' 4 Maar ook als het belang waarvoor wordt opgekomen naar zijn aard verweven kan zijn met de normen waarop een beroep wordt gedaan, dient wel aannemelijk te zijn dat schending van die normen ook daadwerkelijk tot schending van de ingeroepen belangen leidt. De grote afstand tot het gebied waar zich de beweerdelijke strijd met de ingeroepen rechtsnormen voor zal doen kan aan het aannemen van dit causaal verband in de weg staan." Inmiddels zijn, mede op basis van de hier aangehaalde uitspraken, de contouren van het relativiteitsvereiste in de rechtspraak van de Afdeling 11 Zie voor een helder overzicht: B.J. Schueler, Een relativiteitsleer in wording, NTB 2011/38. Zie ook de kronieken Bestuursprocesrecht van mijn hand in NTB 2011/24; NTB 2012/4 en NTB 2012/26. Zie voorts: van der Veen, Halverwege de Crisis- en herstelwet: de Afdelingsjurisprudentie tot nu toe, JBPlus 2012, p Over de effecten van de relativiteitseis in artikel 1.9 Chw zie: A.T Marseille, K.J. de Graaf en F.J. Jansen, Het bestuursprocesrecht van de Crisis- en herstelwet: sneller en relatiever?, NJB 2012, ABRvS 16 maart 2011, No /1/T1/R3. Vgl. ook: ABRvS 1 juni 2011, No /1/R2. 13 ABRvS 13 juli 2011, No /1/M3. 14 ABRvS 18 juli 2012, No /1/A2. 15 Zie bijvoorbeeld: ABRvS 4 januari 2012, No /1R4 en /1/R4 en ABRvS 27 juni 2012, No /1/R2. nr. 3 - maart 2013

4 Tijdschrift voor Bouwrecht Artikelen zichtbaar geworden.' 6 Meer in het algemeen blijkt hieruit dat voor bepaalde procespartijen, in het bijzonder valt hierbij te denken aan concurrenten, zoals vastgoedondernemingen, de toepassing van het relativiteitsvereiste hun inbreng in de procedure in belangrijke mate relativeert. 4. Judiciële lus Ingevolge artikel 8:113 Awb heeft de hoger beroepsrechter de bevoegdheid om te bepalen dat tegen het besluit van het bestuursorgaan dat dient ter vervanging van het alsnog vernietigde bestreden besluit, slechts beroep kan worden ingesteld bij de hogerberoepsrechter zelf." Dit is een bevoegdheid, geen verplichting. De hogerberoepsrechter zal derhalve per geval moeten afwegen of een hernieuwde behandeling in twee instanties uit een oogpunt van rechtsbescherming nog toegevoegde waarde heeft, of dat de wenselijkheid van een definitieve beslechting van het geschil binnen een redelijke tennijn zwaarder moet wegen. Deze bepaling heeft tot doel om een snellere definitieve beslechting van het geschil mogelijk te maken. Een hernieuwde behandeling in twee instanties is uit een oogpunt van kwaliteit niet altijd nodig en soms uit een oogpunt van definitieve beslechting van het geschil binnen een redelijke termijn (vgl. art. 6 EVRM) zelfs onwenselijk, aldus de toelichting. Hieraan valt in het bijzonder te denken, indien de andere instrumenten tot finale geschillenbeslechting niet mogelijk blijken of - denk aan de bestuurlijke lus - niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. In beginsel, zo ben ik met Van Male eens, zou in die gevallen het hanteren van de bevoegdheid van artikel 8:113 Awb het uitgangspunt kunnen zijn." Dat ligt alleen anders, indien valt te voorzien dat het nieuwe besluit een geheel andere inhoud zal hebben. In dat geval is het verlies van instantie een argument om terughoudend te zijn met toepassing van de judiciële lus. 5. Samenvoeging van art-. 6:18, 6:19 en 8:13a Awb in het nieuwe artikel 6:19 Awb Het wetsvoorstel brengt wijzigingen in de regeling over het meenemen van nieuwe of gewijzigde besluiten in een lopende bezwaar- of beroepsprocedure.' 9 Volgens de toelichting is ervoor gekozen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de jurisprudentie en hebben de voorgestelde wijzigingen daarom een codificerend karakter. 2 Mede op basis van bevindingen uit Awb-evaluaties wordt een verduidelijking en vereenvoudiging van de wettekst voorgesteld in de vorm van een nieuw art. 6:19 Awb, dat de huidige artikelen 6:18, 6:19 en 8:13a Awb vervangt 2 ' Artikel 6:19, eerste lid, Awb (nieuw) spreekt naast wijziging of intrekking ook van vervanging van het bestreden besluit. Daarmee wordt, in navolging van de rechtspraak, ook een hangende hoger beroep genomen nieuw besluit na vernietiging van het bestreden besluit door de rechtbank, onder de coërdinatieregelen van artikel 6:19 Awb gebracht. Artikel 6:19, eerste en vierde lid, Awb vervangen in die zin ook het oude artikel 8:13a Awb. Laatstgenoemde bepaling regelde dat de rechtbank een beroep tegen een herstelbesluit dat is genomen na toepassing in hoger beroep van de bestuurlijke lus, moet verwijzen naar de hogerberoepsrechter. Die verplichting voor de rechtbank volgt thans dus uit de algemene verwijzingsplicht van artikel 6:19, vierde lid, Awb. Verder voorziet het wetsvoorstel er via een aanvulling van art. 8:81 Awb in dat art. 6:19 van toepassing wordt in de voorlopigevoorzieningsprocedure. Dit omdat ook in die procedure aan de beschermende werking van deze bepaling behoefte blijkt te bestaan. In de toelichting worden, kennelijk als handreiking voor de rechtspraktijk, ook nog enkele vragen van een antwoord voorzien die bij de toepassing van de voormalige regeling van de artikelen 6:18 en 6:19 Awb, niet goed door middel van wetswijziging oplosbaar zijn. Dit betreft de vraag wanneer sprake is van een art. 6:18-besluit, de vraag of besluiten van een ander bestuursorgaan besluiten in de zin van art. 6:19 kunnen zijn en de vraag hoe art. 6:19 precies moet worden toegepast in de bezwaarfase Conclusies door een advocaat-generaal en verwijzing naar een grote kamer Met de inwerkingtreding van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht beschikken de ABRvS, de CRvB en het CBb over de mogelijkheid om in bepaalde zaken een conclusie te vragen aan een 'advocaatgeneraal' en over de mogelijkheid om een zaak te verwijzen naar een zogeheten grote kamer van vijf leden. Deze nieuwe instrumenten worden de 1 16 Zie in het bijzonder: B.J. Schueler, Een relativiteitsleer in wording, NTB 2011/ Zie hierover: R.M. van Male, Meenemen en lussen; is een extra opknapbeurt nodig?, NTB 2011/ R.M. van Male, Meenemen en lussen; is een extra opknapbeurt nodig?, NTB 2011/ Zie hierover onder meer: R.M. van Male, Meenemen en lussen; is een extra opknapbeurt nodig?, NTB 2011/ Kamerstukken 2009/10, , nr. 3, p Toepassing en effecten van de Algemene wet bestuursrecht (Commissie Boukema), Den Haag 2002, p Kamerstukken /12009/10, 32450, nr. 3, p Erd nr. 3 - maart 2013

5 Artikelen.. _ Tijdschrift voe, Bouwrecht hoogste bestuursrechters geboden in het kader van de bevordering van de rechtsontwikkeling en het bevorderen van de rechtseenheid. Artikel 8:12a Awb maakt het mogelijk dat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de president van de Centrale Raad van Beroep en de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven in zaken die in hun college in behandeling zijn bij een meervoudige of grote kamer, een lid van het desbetreffende college verzoeken een conclusie te nemen. Een conclusie is een onafhankelijk, openbaar en met redenen omkleed advies aan de rechter over een in de zaak te nemen beslissing. In cassatieprocedures bij de Hoge Raad bestaat die mogelijk al. Daar is het de procureur-generaal of een advocaat-generaal die een conclusie nemen. Een conclusie biedt meer mogelijkheid dan de rechterlijke uitspraak zelf om het te beslechten geschil te plaatsen in het bredere verband van de rechtsontwikkeling. Ook kan een conclusie aandacht besteden aan verschillende mogelijke antwoorden op de voorliggende rechtsvraag, en de daarbij behorende argumenten. Daardoor is de rechter zo breed mogelijk geïnformeerd als hij zijn oordeel moet vellen, en wordt het proces van wikken en (tegen elkaar af-)wegen voor partijen en derden inzichtelijker. Aldus draagt de conclusie bij aan de kwaliteit en de inzichtelijkheid van de rechtsontwikkeling door de rechter. De mogelijkheid om een conclusie te vragen is beperkt tot zaken die in behandeling zijn bij een meervoudige of grote kamer. Voor het vragen van een conclusie zal bovendien slechts aanleiding bestaan als in een zaak een belangrijke rechtsvraag rijst die van belang is voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het zal dan in de eerste plaats gaan om zaken waarin de rechtsvraag 'collegeoverstijgend' is en die rechtsvraag in de rechtspraak niet eerder of niet eenduidig is beantwoord. Te denken valt aan vragen op het terrein van het algemene bestuurs(proces)recht, het Europese of internationale recht of kwesties op het grensvlak van het bestuursrecht en het civiele recht of het strafrecht. Het is echter niet uitgesloten dat ook een conclusie wordt gevraagd in zaken waarin rechtsvragen rijzen op een materieel rechtsgebied, zoals het ruimtelijk ordenings- of natuurbeschermingsrecht. Artikel 8:12a Awb bepaalt dat de conclusie wordt genomen door een lid van één van de drie bestuursrechtelijke colleges. Zo wil de regering waarborgen dat de conclusie wordt genomen door een persoon die voldoet aan de benoemingsvereisten voor een hoog rechterlijk ambt en over de vereiste deskun- digheid op het gebied van de bestuursrechtspraak beschikt. Omdat het wenselijk is dat de 'advocaatgeneraar in zekere zin een onafhankelijke positie kan innemen, zal hij - hoewel hij formeel deel uitmaakt van (een van) de drie rechterlijke colleges - niet als rechter worden ingezet bij deze colleges. Met ingang van 1 februari 2013 is prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven, hoogleraar Europees bestuursrecht aan de Universiteit Utrecht, belast met het nemen van conclusies. Er wordt naar gestreefd om daarnaast nog een tweede advocaat-generaal te benoemen, die afkomstig is uit het parket bij de Hoge Raad. Op deze wijze wordt een - ook met het oog op de rechtseenheid wenselijke - samenwerking aangegaan met het parket bij de Hoge Raad, dat bovendien reeds over ruime ervaring in het nemen van conclusies beschikt. De zaken waarin een conclusie wordt genomen zullen veelal ook de zaken zijn die worden behandeld door een grote kamer van vijf leden. In artikel 8:10a, vierde lid, Awb staat dat de meervoudige kamer een zaak naar een grote kamer kan verwijzen 'indien haar dit met het oog op de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling geraden voorkomt'. Volgens de memorie van toelichting kan behandeling door een grote kamer wenselijk zijn bij rechtsvragen die op meer rechtsterreinen spelen, om de rechtseenheid tussen de verschillende hoogste bestuursrechters te bewaken of om aan de buitenwereld duidelijk te maken dat het college de zaak als belangrijk en de uitspraak ook voor andere zaken als richtinggevend beschouwt. 23 Een samenstelling van een grote kamer van vijf leden heeft het voordeel boven een meervoudige kamer van drie leden, dat elk van de hoogste rechterlijke colleges met een rechter(- plaatsvervanger) in die kamer vertegenwoordigd kunnen zijn. 7. Incidenteel hoger beroep De Wet aanpassing bestuursprocesrecht voorziet in de artikelen 8:110 tot en met 8:112 Awb in een regeling voor het incidenteel hoger beroep. 24 Zoals hiervoor reeds opgemerkt is de inwerkingtreding tot nader order uitgesteld. Vermoedelijk treedt zij in werking per 1 juli Al bij de tweede evaluatie van de Awb werd geconstateerd dat het wenselijk zou zijn om de processuele positie van de verwerende partij in hoger beroep te versterken door deze partij de bevoegdheid te geven om naar aanleiding van het hoger beroep van de wederpártij bij verweerschrift alsnog zelf in hoger beroep te komen. 25 Met dit zgn. incidenteel hoger beroep krijgt de verwerende partij een 23 Kamerstukken /10, , nr. 3, p Zie bijvoorbeeld: K.E Bolt, Incidenteel hoger beroep in het bestuursrecht, NTB 2008/ Toepassing en effecten van de Algemene wet bestuursrecht (Commissie Boukema), Den 1-laag 2002, p. 39. nr. 3 - maart t

6 Tijdschrift voor Bouwrecht Artikelen `tegenaanvalswapen' in handen. Vooralsnog is er van afgezien om voor het incidenteel hoger beroep griffierecht te heffen. Ingevolge artikel 8:110, tweede lid, Awb wordt het incidenteel hoger beroep ingesteld binnen zes weken nadat de hoger beroepsrechter de gronden van het hoger beroep aan de desbetreffende partij heeft verzonden. Het moment van verzending van de gronden door die rechter is derhalve constitutief voor de aanvang van de incidenteel hoger beroepstermijn. Het eventueel na de (verlengde) hoger beroepstermijn inkomen van (aanvullende) gronden, zal overigens niet opnieuw een termijn voor het indienen van incidenteel hoger beroep doen ontstaan. Het incidenteel hoger beroep kan vervolgens, zo zegt artikel 8:110, eerste lid, worden ingesteld door degene die ook hoger beroep had kunnen instellen. Wanneer een belanghebbende bijvoorbeeld in een principaal hoger beroep niet kan worden ontvangen op grond van artikel 6:13 Awb, kan hij evenmin incidenteel hoger beroep instellen. Het kan daarentegen wel zo zijn dat degene die niet verschoonbaar te laat principaal hoger beroep instelt, als incidenteel appellant wordt ontvangen. De vraag is of dat zonder meer het geval kan zijn. Moet bijvoorbeeld iemand met een evident parallel belang aan dat van de principaal appellant, de mogelijkheid hebben om een incidenteel appel in te stellen? Denk aan de situatie dat twee omwonenden in beroep zijn gekomen tegen een aan hun buurman verleende omgevingsvergunning. De ene omwonende komt van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep, de andere niet. Wat nu als laatstgenoemde omwonende binnen de termijn voor het incidenteel hoger beroep toch met een geschrift komt waarin gronden worden geformuleerd tegen de rechtbankuitspraak? Hoe verhoudt zich het aanmerken van dit geschrift als een ontvankelijk incidenteel hoger beroep tot de omstandigheid dat de wetgever het incidenteel hoger beroep presenteert als een `tegenaanvalswapen'?26 Ik zou menen dat een dergelijke omwonende met een evident parallel belang aan dat van de indiener van het principaal hoger beroep, niet de mogelijk zou moeten worden geboden om (kosteloos) incidenteel hoger beroep in te stellen. Ik vind steun voor deze opvatting niet alleen in de gedachte dat het incidenteel appel een `tegenaanvalswapen' behoort te zijn, maar ook in 8:110, tweede lid, Awb. Dat zegt dat het incidenteel hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken nadat de hogerberoepsrechter de gronden van het hoger beroep aan de desbetreffende partij heeft verzonden. Dit veronderstelt dat uitsluitend partijen (d.w.z. appellant en verweerder als partij van rechtswege, alsmede belanghebbenden die op grond van artikel 8:26 Awb als partij tot het geding zijn toegelaten) in de gelegenheid moeten worden gesteld om incidenteel hoger beroep in te stellen. In de rechtspraak is echter uitgemaakt dat een belanghebbende met een parallel belang aan dat van de appellant, niet ingevolge artikel 8:26 Awb als partij tot het geding wordt toegelaten. Uit artikel 8:110, tweede lid, Awb volgt vervolgens dat degene die niet als partij tot het geding wordt toegelaten, evenmin de gelegenheid krijgt om incidenteel appel in te stellen. Uiteindelijk zal de rechtspraak op termijn op dit punt - dat wil zeggen: ten aanzien van de vraag wat de aard is van het incidenteel hoger beroep in relatie tot het principaal appel - duidelijkheid moeten brengen. Ten aanzien van de aard en het karakter van het incidenteel hoger beroep in relatie tot het principaal appel geeft artikel 8:111 Awb overigens wel reeds enige richting. Is eenmaal een incidenteel hoger beroep ingesteld, dan heeft de niet-ontvankelijkheid van het principaal hoger beroep geen gevolgen voor de ontvankelijkheid van het incidenteel hoger beroep (artikel 8:111, eerste lid, Awb). De intrekking van het principaal hoger beroep na aanvang van de termijn voor het instellen van incidenteel hoger beroep heeft evenmin gevolgen voor de ontvankelijkheid van het incidenteel hoger beroep (artikel 8:111, tweede lid, Awb). 8. Overgangsrecht De Wet aanpassing bestuursprocesrecht is - behoudens de regeling voor het incidenteel hoger beroep - per 1 januari 2013 in werking getreden. Op bezwaar en beroep tegen een voor dat tijdstip bekend gemaakt besluit, blijft het recht van toepassing zoals dat gold voor inwerkingtreding van deze wet. Datzelfde geldt voor een hoger beroep tegen een voor 1 januari 2013 bekend gemaakte uitspraak. Is de uitspraak echter bekend gemaakt na 1 januari 2013 dan is in beginsel meteen het nieuwe regime van toepassing op een tegen die uitspraak ingesteld hoger beroep. Dat is alleen anders voor wat betreft de toepassing van het relativiteitsvereiste. Daarvoor geldt dat als artikel 8:69a Awb niet van toepassing is op het beroep, het artikel evenmin van toepassing is op het hoger beroep. Een andere opvatting zou tot het ongelukkige gevolg leiden dat de hoger beroepsrechter een door de rechtbank uitgesproken vernietiging zou moeten vernietigen als blijkt dat het door de rechtbank op zichzelf terecht geconstateerde gebrek is gelegen in schending van een rechtsregel die kennelijk niet beoogt het belang van appellant te beschermen. Dat;terwij1 de rechtbank - gemeten naar het moment waarop zij uitspraak deed - geen verwijt valt te maken. 26 Kamerstukken , , nr. 3, p :1 nr. 3 - maart 2013

M.G.O. de Lange. 1 C.L.G.F.H. Albers, De Gemeentestem, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht, 2011/50.

M.G.O. de Lange. 1 C.L.G.F.H. Albers, De Gemeentestem, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht, 2011/50. M.G.O. de Lange Wet aanpassing bestuursprocesrecht In deze korte bijdrage een bespreking van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (hierna: Wab). Beoogd is een contourschets, waarin een aantal highlights

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag Bestuurs(proces)recht

VMR Actualiteitendag Bestuurs(proces)recht Datum 20-03-2014 1 VMR Actualiteitendag 2014 Bestuurs(proces)recht Mr. Kars J. de Graaf k.j.de.graaf@rug.nl / 050 363 5787 Datum 20-03-2014 2 Incidenteel hoger beroep: regeling Ter bevordering van een

Nadere informatie

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter & de wijzigingen in de Awb Introductie Dit document is een bijlage bij de presentatie over Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. Hierin bespreek ik

Nadere informatie

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014 AKD Gemeentedag 2014 15 maanden Wet aanpassing bestuursprocesrecht Prof. mr. G.A. van der Veen Advocaat bestuursrecht/omgevingsrecht AKD Advocaten en notarissen Rotterdam Bijzonder hoogleraar milieurecht

Nadere informatie

Actualiteiten Awb. Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan 29 oktober 2013

Actualiteiten Awb. Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan 29 oktober 2013 Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan liesbeth.berkouwer@kvdl.nl 29 oktober 2013 Programma Gewijzigde Awb aanpassing bestuursprocesrecht schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011 VNG Juridische 2-daagse Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer Liesbeth.berkouwer@kvdl.nl 11 oktober 2011 Programma Finale geschilbeslechting - toepassing 8:72 - bestuurlijke lus - zaaksdifferentiatie Wetsvoorstel

Nadere informatie

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding

Nadere informatie

Datum 09 februari 2018 Onderwerp Evaluatie van het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken (Algemene wet bestuursrecht)

Datum 09 februari 2018 Onderwerp Evaluatie van het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken (Algemene wet bestuursrecht) 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Actualiteiten Awb 2014. Liesbeth Berkouwer www.kvdl.nl

Actualiteiten Awb 2014. Liesbeth Berkouwer www.kvdl.nl Actualiteiten Awb 2014 Liesbeth Berkouwer www.kvdl.nl Programma Wijzigingen in de Awb - aanpassing bestuursprocesrecht - schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten - toekomstig: nadeelcompensatie Jurisprudentie

Nadere informatie

De bestuurlijke lus. Van toegevoegde waarde voor de finale beslechting van een geschil?

De bestuurlijke lus. Van toegevoegde waarde voor de finale beslechting van een geschil? De bestuurlijke lus Van toegevoegde waarde voor de finale beslechting van een geschil? Auteur: Rosalie Klasen - s0702285 Begeleider: B. Kaya Tweede beoordelaar: J.A.F. Peters Oktober 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505 JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast

Nadere informatie

Evaluatie artikel 8:69a Awb en artikel 6:22 Awb Een onderzoek naar het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken in de (rechts)praktijk

Evaluatie artikel 8:69a Awb en artikel 6:22 Awb Een onderzoek naar het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken in de (rechts)praktijk Evaluatie artikel 8:69a Awb en artikel 6:22 Awb Een onderzoek naar het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken in de (rechts)praktijk A.G.A. Nijmeijer (RU) B.J. Schueler (UU) F.A.G. Groothuijse

Nadere informatie

De bestuursrechter en de bestuurlijke lus

De bestuursrechter en de bestuurlijke lus De bestuursrechter en de bestuurlijke lus Prof. dr. A.J.C. de Moor-van Vugt 3-4-2014 pag. 1 Einde Afdeling bestuursrechtspraak? Regeerakkoord : De Raad van State wordt gesplitst in een rechtsprekend deel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 175 Aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400)

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400) Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400) Mr. N.S.J. Koeman Wet ruimtelijk ordening: art. 3.1; Wet milieubescherming: art. 1.1; Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving

Nadere informatie

Wet aanpassing bestuursprocesrecht 3 oktober 2013, PAO Stibbe Tom Barkhuysen (partner Stibbe en hoogleraar staats- en bestuursrecht UL)

Wet aanpassing bestuursprocesrecht 3 oktober 2013, PAO Stibbe Tom Barkhuysen (partner Stibbe en hoogleraar staats- en bestuursrecht UL) Wet aanpassing bestuursprocesrecht 3 oktober 2013, PAO Stibbe Tom Barkhuysen (partner Stibbe en hoogleraar staats- en bestuursrecht UL) Content 1. totstandkoming en terminologie 2. concentratie procesrecht

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave

Uitgebreide inhoudsopgave Uitgebreide inhoudsopgave Woord vooraf 5 Verkorte inhoudsopgave 7 Uitgebreide inhoudsopgave 9 Lijst van afkortingen 17 1 Plaatsbepaling rechtsbescherming 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Bestuursrechtelijke geschillen

Nadere informatie

Actualiteiten Awb 2015

Actualiteiten Awb 2015 Actualiteiten Awb 2015 Programma 1. Herziening bestuursrechtspraak 2. Procederen: beroep en hoger beroep 3. Relativiteitseis 4. Jurisprudentie HERZIENING BESTUURSRECHTSPRAAK Inhoud voorstel Brief juni

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met indexering van de bedragen en toevoeging van enkele proceshandelingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Actualiteiten bestuurs(proces)recht

Actualiteiten bestuurs(proces)recht Datum 20-03-2013 1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2013 Kars de Graaf E: k.j.de.graaf@rug.nl T: 050 363 5787 Datum 20-03-2013 2 Aangenomen wetgeving Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

Actualiteiten bestuurs(proces)recht

Actualiteiten bestuurs(proces)recht 1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2017 Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf 2 Onderwerpen Organisatie hoogste bestuursrechtspraak Einde ne bis in idem-rechtspraak (art. 4:6 Awb) Inherente

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Inkomende post 01 juni Uw kenmerk. herstelwet)

Afdeling bestuursrechtspraak. Inkomende post 01 juni Uw kenmerk. herstelwet) ,t, Raad vanstate.................................. Afdeling bestuursrechtspraak Nr. 155673/Z -17-93371 Inkomende post 01 juni 2018 Omgeving Pagina 1 van 1.... AANTEKENEN 11111111111111111111111111111111111111111111111

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:872

ECLI:NL:CRVB:2015:872 ECLI:NL:CRVB:2015:872 Instantie Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 25-03-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-2865 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal. Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,

Nadere informatie

staats- en bestuursrecht

staats- en bestuursrecht 6566 KwartaalSignaal december 2010 staats- en bestuursrecht staats- en bestuursrecht Bestuurs(proces)recht AAK20106566 A.T. Marseille Wetgeving De belangrijkste gebeurtenis op het terrein van wetgeving

Nadere informatie

Naar een slagvaardiger bestuursrecht met de Wet aanpassing

Naar een slagvaardiger bestuursrecht met de Wet aanpassing verdieping Ars Aequi februari 2012 83 arsaequi.nl/maandblad Naar een slagvaardiger bestuursrecht met de Wet aanpassing bestuursprocesrecht? Tom Barkhuysen & Machteld Claessens* Het voorstel inzake de Wet

Nadere informatie

HC 5, 14 mei 2019, Uitspraak. Tijdige en finale geschilbeslechting.

HC 5, 14 mei 2019, Uitspraak. Tijdige en finale geschilbeslechting. HC 5, 14 mei 2019, Uitspraak. Tijdige en finale geschilbeslechting. In dit hoorcollege wordt de uitspraak van de bestuursrechter besproken, de instrumenten die de bestuursrechter tot zijn beschikking heeft

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De Minister van Verkeer en Waterstaat Ir. C.M.P.S. Eurlings Postbus 20906 2500 EX Den Haag datum 12 maart 2008 contactpersoon mw. mr. R.M. Driessen doorkiesnummer 070-361 9852 faxnummer 070-361 9746 e-mail

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste

Nadere informatie

Afdeling bestuursre c h tsp raak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar. F. Sardar

Afdeling bestuursre c h tsp raak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar. F. Sardar 1 Raad vanstate Afdeling bestuursre c h tsp raak 6.000157 Gemeente HARLINGEN Ingekomen Raad van de gemeente Harlingen Postbus 10000 8860 HA HARLINGEN No. 2 1 JAN. 2016 Datum Ons nummer 20 januari 2016

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 450 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:107

ECLI:NL:RBMNE:2014:107 ECLI:NL:RBMNE:2014:107 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 15-01-2014 Zaaknummer UTR 12/4508 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 450 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

Uitspraak /5/R3

Uitspraak /5/R3 Uitspraak 201306630/5/R3 Datum van uitspraak: woensdag 4 februari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: de raad van de gemeente Weert Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Memorie van toelichting. Inhoudsopgave

Memorie van toelichting. Inhoudsopgave Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing bestuursprocesrecht) Memorie van toelichting

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder. Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummer: AWB 14/6677 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 9 MAART 2015 in de zaak tussen i enge, eiser (geina"ái.eme: mr.r mg",

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Zijne Excellentie mr. G.A. van der Steur Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

Zijne Excellentie mr. G.A. van der Steur Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG tot politieke keuze cassatierechter Den Haag, 4 april205 No. 25./4/ME/ds PRESIDENT VAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Zijne Excellentie mr. G.A. van der Steur Minister van Veiligheid en Justitie Postbus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ADVIES. inzake. 1. Inleiding. 2. Doel en inhoud van de ontwerpwetsvoorstellen

ADVIES. inzake. 1. Inleiding. 2. Doel en inhoud van de ontwerpwetsvoorstellen ADVIES inzake het ontwerpvoorstel voor de Wet aanpassing bestuursprocesrecht en het ontwerpvoorstel voor een Wet op de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven 1. Inleiding

Nadere informatie

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014.

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 2 Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer

Nadere informatie

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 bijlage(n)

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus GA RAAMSDONKSVEER HUM

Afdeling bestuursrechtspraak. Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus GA RAAMSDONKSVEER HUM Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak n * O!> «r Gemeente Geertruidenberg Ontv. datum 2 1 DEC. 20)5 Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus 10001 4940 GA RAAMSDONKSVEER HUM 15.0084874 Datum Ons

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 Uitspraak 201307623/1/R2 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=... pagina 1 van 5 02-05-2014 Uitspraak 201307623/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 17 JUNI 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

S QÉMEEKT 1 ING. r j in hh. i i l. Uw kenmerk

S QÉMEEKT 1 ING. r j in hh. i i l. Uw kenmerk Raad van State Af d c 11 n g b e s tim rsrc c h tspraa k S QÉMEEKT 1 ING i bi r j in hh. i i l Stuknummer: AH 5.00288 Raad van de gemeente Den Helder Postbus 36 1780 AA DEN HELDER r j Datum 1 5 januari

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Deze planversie NL.IMRO.0484.B087buitengebalpzd-0004 is ambtelijk opgesteld om uitvoering te geven aan de uitspraak LJN 201400955/1/R4 en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

ECLI:NL:RBMNE:2016:707 ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2617

ECLI:NL:CRVB:2017:2617 ECLI:NL:CRVB:2017:2617 Instantie Datum uitspraak 28-07-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12/3068 Wajong Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

VMR Actualiteiten. Actualiteiten bestuurs(proces)recht. Kars de Graaf faculteit rechtsgeleerdheid

VMR Actualiteiten. Actualiteiten bestuurs(proces)recht. Kars de Graaf faculteit rechtsgeleerdheid Datum 29-03-2012 1 VMR Actualiteiten Actualiteiten bestuurs(proces)recht Kars de Graaf k.j.de.graaf@rug.nl 050 363 5787 Algemeen belanghebbende Datum 29-03-2012 2 Herinnert u zich deze nog? Vz. ABRvS 31

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk , Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1 AANTEKENEN Raad van de gemeente Montfoort Postbus 41 3417ZG MONTFOORT 04 nov 2016/1106 Datum 3 november 2016 Ons nummer 201607060/1/R2 Uw kenmerk

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3051

ECLI:NL:CRVB:2016:3051 ECLI:NL:CRVB:2016:3051 Instantie Datum uitspraak 12-08-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/6172 WWAJ Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37105 23 december 2014 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 12 december 2014, nr. 591110, tot indexering

Nadere informatie

«JG» Appellanten A, B, C en D tegen het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum

«JG» Appellanten A, B, C en D tegen het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum Algemeen Juridisch, Bestuursprocesrecht Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 18 maart 2015, nr. 201403348/1/A1, ECLI:NL:RVS:2015:842 (mr. Hagen, mr. Hent, mr. Michiels) Noot mr. P.M.J.J. Swagemakers

Nadere informatie

AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns.

AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns. Page 1 of 6 AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns. Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de

Nadere informatie

Uitspraak 201403138/1/R6

Uitspraak 201403138/1/R6 Uitspraak 201403138/1/R6 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 20 augustus 2014 TEGEN de raad van de gemeente Barneveld PROCEDURESOORT Eerste aanleg - enkelvoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:RVS:2013:283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201469/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

HC 6, , I. Hoger beroep II. Voorlopige voorzieningen 6.1. Hoger beroep

HC 6, , I. Hoger beroep II. Voorlopige voorzieningen 6.1. Hoger beroep HC 6, 29-05-2018, I. Hoger beroep II. Voorlopige voorzieningen 6.1. Hoger beroep 6.2. voorlopige voorzieningen (vovo) 6.1. Hoger beroep De procedure in hoger beroep lijkt heel veel op de procedure in eerste

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:4332

ECLI:NL:RBGEL:2017:4332 ECLI:NL:RBGEL:2017:4332 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-08-2017 Datum publicatie 22-08-2017 Zaaknummer AWB - 17 _ 2951 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1374

ECLI:NL:RVS:2017:1374 ECLI:NL:RVS:2017:1374 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601540/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure

Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure Prof. mr. M. Schreuder-Vlasblom Vierde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2011 1 VERKENNING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Bestuur en rechter 2 1.2.1

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 04-05-2017 Zaaknummer AMS 15/5918 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-04-2006 Datum publicatie 12-04-2006 Zaaknummer 200503239/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 523 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie