abcdefgh Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand Noordzee juli 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "abcdefgh Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand Noordzee juli 2008"

Transcriptie

1 abcdefgh Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand Noordzee juli 2008

2 Colofon Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Noord-Holland Informatie: Drs. G. Ellerbroek Telefoon: Fax: Auteurs: Drs. G. Ellerbroek, Dr. M.J.C. Rozemeijer, Dr. J.M. de Kok, Ir. J. de Ronde Datum: 16 juli 2008 Status: eindversie Bestandsnaam: Evaluatieprogramma MER winning suppl-znd def 16jul08 2 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 2 Evaluatieprogramma MER Hoofdlijnen EP Sterkte en afmeting slibpluim Foerageergedrag vogels De (cumulatieve) effecten van onderwatergeluid op zeezoogdieren Bodemonderzoek ter voorbereiding van MER Evaluatieprogramma MER Inleiding Slibverspreiding Analyse, interpretatie en over-all rapportage slibmetingen Slibmodellering Tweede serie slibpluimmetingen en overige metingen Gebruik van remote sensing-data Doorvertaling primaire productie naar benthos Beschrijving van het onderzoek Fasering en planning Risico's en sturingsmogelijkheden Toename van slib i.r.t. de natuurlijke omstandigheden Verstoring, ruimtelijke en temporele verspreiding van soorten Schelpenbanken Zwarte Zee-eenden Roodkeelduikers Gewone Zeehond Grijze Zeehond Onderwatergeluid en zeezoogdieren 17 Bijlagen: 1 - Leemten in kennis, aanzet tot evaluatieprogramma (MER ) 2 - Overzicht onderzoeken evaluatieprogramma Overzicht bodemonderzoek voor MER van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

4 4 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

5 1 Inleiding Voor de winningen van suppletiezand in 2007 en die in de jaren zijn twee MER-en opgesteld: - MER winning suppletiezand Noordzee 2007 d.d ; - MER winning suppletiezand Noordzee d.d De evaluatie is het laatste onderdeel van de m.e.r.-procedure. Ten behoeve van de evaluatie is de initiatiefnemer verplicht het benodigde onderzoek uit te voeren op basis waarvan het bevoegde gezag te zijner tijd de evaluatie kan uitvoeren. In beide MER-en is een aanzet tot een evaluatieprogramma (EP) opgenomen. Met betrekking tot de winning van suppletiezand is de verplichting tot het uitvoeren van evaluatieonderzoek vastgelegd en nader uitgewerkt in resp. de ontgrondingsvergunningen voor de winningen in 2007 en die in Wat 2008 betreft is deze verplichting vastgelegd in de (ontwerp)- ontgrondingsvergunningen voor de drie grootste winningen van suppletiezand in 2008, nl. die bij Noord-Holland-noord (reguliere suppletie) en die voor de Zwakke Schakel Westkapelle in Zeeland en voor de Zwakke Schakel Delflandse kust (deze winning loopt tot 2010). doel Het evaluatieonderzoek heeft de volgende doelen: - 1 e : nagaan of de (belangrijkste) effectvoorspellingen juist zijn; - 2 e : extra kennis genereren i.v.m. de gesignaleerde leemten in kennis; waaraan een derde doel kan worden toegevoegd: - 3 e : extra kennis genereren i.v.m. aangescherpte eisen die vanuit de natuurbescherming gesteld worden aan de uitvoering. Verder kan als spin-off van het onderzoek inzicht in effecten worden verkregen dat kan leiden tot bijstelling van uitvoeringseisen en eventueel tot kostenbesparing. samenhang tussen beide evaluatieprogramma's Om een volledig overzicht te geven van de evaluatie-inspanningen gerelateerd aan de winning van suppletiezand, omvat het voorliggende programma ook de onderzoeken die n.a.v. het MER 2007 zijn gedaan dan wel nog gaande zijn of nog moeten worden gestart. Het EP bij het MER 2007 wordt in hoofdstuk 2 behandeld. Onderdelen van dit EP die nog niet zijn voltooid dan wel nog moeten worden gestart zijn voor de overzichtelijkheid opgenomen in het EP bij het MER fasering en voortgangsrapportage programma Het evaluatieprogramma uitgewerkt in hoofdstuk 3 - geeft een overzicht van de onderzoeken die voor de komende 5 jaar zijn voorzien en zijn zo ver uitgewerkt als nu mogelijk is. Verder is er een globale planning gegeven. Een samenvattend overzicht is in bijlage 2 opgenomen. Het is de bedoeling dat het programma in overleg met het bevoegd gezag - jaarlijks wordt geactualiseerd en zo nodig bijgesteld, mede aan de hand van de intussen verkregen resultaten. Daartoe zal jaarlijks een voortgangsrapportage worden opgesteld over het tot dan verrichte onderzoek met een voorstel voor het verdere verloop van het onderzoeksprogramma. 5 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

6 2 Evaluatieprogramma MER Hoofdlijnen EP 2007 Het evaluatieprogramma (EP) voor het MER winning suppletiezand 2007 is uitgewerkt in een brief van Rijkswaterstaat Noord-Holland (RWS-NH) aan het bevoegd gezag (Inspectie Verkeer en Waterstaat, IVW) 1 en omvat de volgende hoofdonderwerpen: - sterkte en afmeting slibpluim; - foerageergedrag vogels; - de (cumulatieve) effecten van onderwatergeluid op zeezoogdieren. In de volgende paragrafen worden deze toegelicht. 2.2 Sterkte en afmeting slibpluim In het evaluatieprogramma voor het MER 2007 is het onderzoek m.b.t. de slibpluim in drie onderdelen gesplitst: a. grootschalige meting van het achtergrondgehalte aan zwevend slib (T 0 ); b. metingen in de slibpluim van een zandwinning; c. analyse van satellietbeelden in combinatie met de slibpluimmetingen. a. grootschalige meting van het achtergrondgehalte aan zwevend slib (T 0 ) Ter uitvoering hiervan zijn in mei 2007 in opdracht van RWS-NH door het Havenbedrijf van Rotterdam (HbR) metingen uitgevoerd om het achtergrondgehalte aan zwevend slib (T 0 ) te meten. Deze metingen sloten aan bij T 0 -metingen van HbR i.v.m. de zandwinning voor de Maasvlakte 2 en werden uitgevoerd op 46 locaties in de kustzone van Noord-Holland vanaf Petten t/m Vlieland. Naast slib is ook het chlorofylgehalte bepaald als maat voor de algenconcentratie. Verder zijn allerlei parameters als positie, diepte, temperatuur vastgelegd. De resultaten omvatten zowel direct gemeten parameters als in het laboratorium bepaalde grootheden. Alle meet- en analyseresultaten zijn in oktober 2007 gerapporteerd 2. b. metingen in de slibpluim van een zandwinning In september en oktober 2007 zijn met twee meetschepen (van HbR en van RWS) metingen in de slibpluim van de zandwinning ten westen van Huisduinen / Den Helder uitgevoerd, z.g. T 1 -metingen. De resultaten omvatten - net als bij de T 0 -metingen - zowel direct gemeten parameters als in het laboratorium bepaalde grootheden. Er is gemeten met twee meetschepen: de Spirit van HbR en de Zirfaea van RWS. Alle meet- en analyseresultaten zijn in juni/juli 2008 gerapporteerd (Spirit-metingen 3 en Zirfaea-metingen 4 ). In een volgende stap worden alle analyse- en meetresultaten van de T 0 - en de T 1 -metingen in samenhang geanalyseerd en geïnterpreteerd, waarbij ook 1 brief van RWS-NH aan IVW d.d WSV 2007/ Meetrapport SiltProfilermetingen mei 2007 voor de Noord-Hollandse kust, WL Delft Hydraulics Rapport, september Meetrapport SiltProfilermetingen met de Spirit 17 september, 1 en 2 okt voor de Noord- Hollandse kust, Deltares, juni Meetrapport suspensiemetingen Ms. Zirfaea bij zandwinning 17, 18 en 19 september 2007 voor de Noord-Hollandse kust, Deltares, concept juli van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

7 gebruik zal worden gemaakt van remote sensing-metingen (satellietbeelden). Om pragmatische redenen (d.w.z. alle onderzoeken die in 2008 beginnen overzichtelijk in één programma) zijn deze uitwerking en de rapportage daarover opgenomen in het EP , zie verder paragraaf Foerageergedrag vogels Dit onderzoek had tot doel om na te gaan of het vangstsucces van een zeevogel werd beïnvloed door de extra vertroebeling ten gevolge van zandwinning op zee. Het richtte zich op de Grote Stern, waarvan op Texel, nabij de zuidpunt, een grote broedkolonie voorkomt en waarvan deze vogels foerageren in het Marsdiep en tussen de Razende Bol en Texel. De belangrijkste conclusie van het onderzoeksrapport 5 is dat het vangstsucces niet in wezenlijke mate afneemt (0,3 extra duiken per uur nodig bij een gemiddelde duikfrequentie van ~8 duiken per uur om voldoende vis te vangen; Sternen kunnen een maximum van 77 duiken per uur halen). Dit onderdeel van het EP 2007 is hiermee afgesloten. 2.4 De (cumulatieve) effecten van onderwatergeluid op zeezoogdieren Gezien de complexiteit van het onderwerp en het aantal instanties die zich met dit onderwerp (of een deelaspect) bezighouden, is begonnen met een inventarisatie van lopende en geplande onderzoeken binnen het onderzoeksveld om - in overleg met de diverse betrokkenen - tot een goede afbakening te komen. Omdat het onderzoek op zijn vroegst in het vierde kwartaal van 2008 zal kunnen beginnen, is dit onderwerp opgenomen in het EP Intussen is de voorgestelde aanpak bijgesteld en uitgebreid ten opzichte van die uit het EP 2007, zie verder paragraaf Bodemonderzoek ter voorbereiding van MER Ter voorbereiding van het MER zijn twee soorten bodemonderzoek uitgevoerd: inventarisaties van bestaande meetgegevens en bodemonderzoek op basis van uitgevoerde boringen en met behulp van een side-escan-monitor. Hoewel deze onderzoeken strikt genomen geen evaluatieonderzoeken zijn, maar deze gegevens wel belangrijk (kunnen) zijn bij de interpretatie van het komende evaluatieonderzoek, is in bijlage 3 een overzicht gegeven van de uitgevoerde onderzoeken met een samenvatting van de resultaten. 5 De relatie tussen zichtdiepte en vangstsucces van de Grote Sterns van De Petten, Texel, Imares Rapport C097/07 d.d van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

8 3 Evaluatieprogramma MER Inleiding In hoofdstuk 6 "Leemten in kennis, aanzet evaluatieprogramma" van het MER zijn voor het EP de volgende onderwerpen benoemd: - slibverspreiding; - doorvertaling van de primaire productie naar hogere trofische niveaus; - effect van de toename van slib in relatie tot de natuurlijke omstandigheden; - verstoring, ruimtelijke en temporele verspreiding van soorten. Het volledige hoofdstuk 6 is opgenomen in bijlage 1. In de volgende paragrafen wordt het programma uitgewerkt, waar mogelijk al tot concrete onderzoeksvoorstellen. Verder is er een verdeling in de tijd gemaakt: onderzoeken die in 2008 zullen worden gestart en onderzoeken die in 2009 of later zullen beginnen. Bij de uitwerking is steeds de tekst in hoofdstuk 6 van het MER als vertrekpunt genomen, zie bijlage 1. In bijlage 2 is overzicht gegeven van gegeven van alle nu voorziene onderzoeken (korte beschrijvingen per onderzoek voor 2008 en voor latere jaren en een globale planning). De onderzoeken hebben per onderzoeksgebied een nummer gekregen. De onderzoeksgebieden hebben de volgende afkortingen: - s: slib - b: doorvertaling van primaire productie naar benthos - e: schelpenbanken (Ensis) - v: verstoring - g: onderwatergeluid. 3.2 Slibverspreiding Analyse, interpretatie en over-all rapportage slibmetingen 2007 Zoals in het vorige hoofdstuk is opgemerkt, zullen in het kader van het programma alle analyse- en meetresultaten van de T 0 - en de T 1 - metingen in 2007 verder en in onderlinge samenhang worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Hierbij zal ook gebruik worden gemaakt van remote sensingmetingen (satellietbeelden). Onderzoeksvoorstellen te starten in 2008: s1 Schatting T 0 -situatie 2007: interpretatie en analyse van T 0 -metingen in 2007 (ook die van HbR). s2 Analyse van remote sensing-metingen (satellietbeelden) als hulpmiddel bij interpretatie T 0 - en de T 1 -metingen (pilot-onderzoek). s3 Schatting T 1 -situatie 2007: interpretatie en analyse van T 1 -metingen in 2007 in de slibpluim van de zandwinning bij Huisduinen/Den Helder, waarbij ook een schatting wordt gemaakt van de momentane achtergrondconcentratie. 8 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

9 Onderzoek voor 2009 of latere jaren: s4 Effectenrapport metingen 2007 incl. validatie modelvoorspelling: het T 1 -beeld wordt vergeleken met het T 0 -beeld. Vergelijking met de effectvoorspelling in het MER 2007 en - na opschaling voor de zandwinning bij Huisduinen / Den Helder - met de vergelijkbare modelruns die voor 2008 zijn uitgevoerd Slibmodellering In de slibmodelberekeningen in het MER zijn de onzekerheden meegenomen door de berekende slibconcentratie met een factor 2,2 te vermenigvuldigen. Deze onzekerheden betreffen het gehanteerde modelconcept en de bijbehorende parameterset en daarnaast de onzekerheid in de forcering. De belangrijkste onzekerheid is de uitwisseling van slib tussen waterkolom en bodem en de hiermee samenhangende verhouding tussen de hoeveelheid slib in suspensie en de hoeveelheid slib in en op de zeebodem. Ook de gemiddelde verblijftijd van slib in de Nederlandse kustzone hangt hiermee nauw samen en daarmee de grootte van het lange-termijneffect van grootschalige zandwinningen. Doordat de onzekerheden zijn meegenomen in de berekeningen is een verantwoorde besluitvorming mogelijk geweest ten aanzien van de winningen in Maar het is onzeker of in de nabije toekomst de worst case-benadering nog zal voldoen, omdat verwacht wordt dat de zandwinningen in omvang zullen toenemen en de eisen die aan de uitvoering worden gesteld vanuit de natuurbescherming, strenger zullen worden. Deze overwegingen vormen de aanleiding om na te gaan of met bijstelling van de modelparameters de modeluitkomsten kunnen worden verbeterd. Daartoe zal het volgende worden gedaan (een deel is in s4 opgenomen; de nummers verwijzen naar de onderzoeken): - Modelvalidatie als onderdeel van het effectenrapport voor Daarbij worden de gemeten (inclusief satellietwaarnemingen) en de berekende slibconcentraties voor de hele Nederlandse kustzone met elkaar vergeleken. Dit levert informatie op die gebruikt kan worden voor het bijstellen van modelparameters (s4). - Er wordt specifiek gekeken naar de winning bij Huisduinen/Den Helder in Hiertoe worden de uitkomsten van de uitgevoerde modelberekeningen (voor 2008) bijgeschaald naar de winhoeveelheden van 2007 en vergeleken met alle beschikbare meetwaarden van die winning. Hieruit volgen weer aanwijzingen over parameters en andere invoergrootheden van het model (s4). - Er wordt een inventarisatie gedaan van de bestaande gegevens over slib in de Nederlandse zeebodem; na bestudering ervan moet blijken of met behulp van deze gegevens (bv. over korrelgrootteverdeling) modelparameters met betrekking tot eigenschappen van het slib kunnen worden bijgesteld (s5). - Er wordt een algemene literatuurstudie uitgevoerd met betrekking tot slib in de zeebodem, de uitwisselingssnelheden met de waterkolom en de verblijftijden in de zeebodem. Ook dit kan aanleiding geven tot bijstelling van modelparameters (s6). - Alle informatie van de voorgaande stappen wordt geïntegreerd en een bijgestelde parameterset wordt gekozen. Er wordt dan op basis van expert kennis ingeschat of deze nieuwe parameterset tot significant andere modelresultaten zal leiden (s6). Is dat het geval dan worden er nieuwe berekeningen gedaan (voor 1 scenario) voor de hele Nederlandse kust met de nieuwe parameters (s7). 9 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

10 Onderzoek te starten in 2008 s5 Inventarisatie beschikbare gegevens over slib in de bodem. s6 Literatuurstudie naar gegevens over de uitwisseling van slib tussen zeebodem en waterkolom. Zo mogelijk bijstelling van de modelparameters. Ook de gegevens van de T1 meting (in situ en remote sensing) worden hierbij betrokken. Onderzoek voor 2009 of latere jaren: s7 Nieuwe modelberekeningen (als daar aanleiding toe is) Tweede serie slibpluimmetingen en overige metingen Afhankelijk van de uitkomsten van de hierboven genoemde onderzoeken zal bezien worden of het zinvol is om de pluimmetingen en eventueel andere metingen, al dan niet in gewijzigde opzet en op andere locaties, te herhalen. Deze metingen zullen dan op zijn vroegst in 2009 aanvangen. Onderzoek voor 2009 of latere jaren: s8 2 e serie metingen in de pluim van een grote zandwinning; plan en parameters vast te stellen mede op basis van de resultaten c) (Eventueel) Gebruik van remote sensing-data In opdracht van de WD worden in een ander kader data (MODIS en MERIS) bewerkt tot velden (1000 m resolutie) met gecalibreerde en gevalideerde waarden voor zwevend stof, chlorofyl-a en CDOM (opgelost organisch materiaal) van 2003 t/m M.b.v. deze gegevens kan vermoedelijk de T 0 - situatie in beeld worden gebracht evenals de mogelijke effecten van zandwinningen in deze periode. Hiervoor zijn gedetailleerde data nodig met betrekking tot winlocaties, -hoeveelheden en -perioden. Uit een pilot-onderzoek zoals vermeld onder b) moet blijken of satellietbeelden bruikbaar zijn voor dit doel. Onderzoek voor 2009 of later: s9 Analyse van remote sensing-metingen (satellietbeelden) ter bepaling van de T 0 -situatie en effecten van zandwinningen (eventueel). 3.3 Doorvertaling primaire productie naar benthos Beschrijving van het onderzoek In het MER is een belangrijk uitgangspunt dat er geen voedsellimitatie is voor het pelagische systeem en het benthische systeem. Zeker gezien de kleine veranderingen die optreden door de winning van suppletiezand is dit gerechtvaardigd. Maar er is natuurlijk een omslagpunt waar eventueel voedselbeperkingen kunnen optreden. Daarom zal onderzoek worden verricht om meer inzicht te krijgen bij welke drempelwaarde in algenproductie voedselbeperking van Benthos wel optreedt en vanaf welke drempelwaarde dat gaat doorwerken in de hogere trofische lagen waarin zich de doelsoorten bevinden. Daartoe zal onderzoek worden gedaan om meer inzicht te krijgen in de impact van verandering van algenproductie (in kwantiteit, kwaliteit en timing, door extra slib) op de daarvan afhankelijk voedselwebs en ketens zoals uitgewerkt voor de meest aanwezige soort: Ensis americensus. Dit onderzoeksdoel kan worden bereikt in een onderzoek waarin direct effecten op Ensis worden 10 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

11 gemeten, zoals wijziging in de dynamiek van de klepbewegingen en veranderingen in de groei, op relevante plaatsen op de zeebodem. Dit onderzoek zal worden gedaan met z.g. bodemlanders. Een bodemlanders is een verplaatsbare stellage die op de zeebodem wordt geplaatst en waaraan korven zijn gemonteerd waarin zich de te onderzoeken schelpdieren bevinden. Met de mossel als onderzoeksdier is hiermee veel ervaring opgedaan. Als eerste stap zal de klepmonitor die is ontwikkeld voor de mossel, moeten worden aangepast voor Ensis. Aan de bodemlander zal ook apparatuur worden bevestigd voor het bepalen van parameters als de fluorescentie, zwevendstofgehalte, temperatuur e.d. Om de resultaten goed te kunnen interpreteren - zal een theoretisch groeimodel worden ontwikkeld (Dynamic Energy Budget modelling, DEB); - zal worden uitgezocht hoe groot en hoe variabel in het verleden de groei van Ensis is geweest. Gegevens hierover zijn ondersteunend om te kunnen vaststellen of de groei gemeten in een bodemlander gelijk is aan die in het veld; - zal worden geëvalueerd in wat de beschikbare budgetten zijn aan algen en wat het bestand aan Ensis in de kustzone nodig heeft. Van daaruit kan worden ingeschat wat de gevoeligheid is van de kwantitatief belangrijkste soort in de Nederlandse kustzone Fasering en planning Het voorgestelde onderzoek zal in fases worden uitgevoerd, waarbij na elke fase op basis van de uitkomsten zal worden beslist of het onderzoek wordt voortgezet en zo ja hoe. Op dit moment worden de volgende fasen onderscheiden voor het onderzoek met de bodemlanders; een globale planning is in bijlage 2-c opgenomen; zie ook paragraaf nr fase onderwerp b1 1 Haalbaarheid methode: aanpassing en optimalisatie van de bestaande bodemlander en meetapparatuur (m.n. klepstand-monitor) voor Ensis b2 1 Overzichtstudie: analyse bestaande data, om na te gaan hoe groot en hoe variabel de groei in het veld is al dan niet gecorreleerd aan (a)biotische gegevens evaluatie en beslissing b3 1 Veldmetingen testfase: aanpassen bodemlander en uitvoeren van proefmetingen in de bodemlander en in de directe omgeving b4 1 Ontwikkeling DEB voor Ensis evaluatie en beslissing b5 2 Opschaling en evaluatie effect slibkwaliteit evaluatie en beslissing b6 3 Onderzoek effecten zandwinning Far-field dan wel mid-field evaluatie en beslissing b7 4 Voortzetting van het onderzoek b8 5 Over-all evaluatie en rapportage: Bij welke algenproductie groeilimitatie van het Benthos in de Kustzone - hoeveel algen heeft de populatie Ensis in de kustzone nodig? - voldoen de aanwezige hoeveelheden algen? - wat is de betekenis van de verandering in hoeveelheid algen door zandwinning voor de populatie Ensis? - wat is de betekenis van de verschillende concentraties en verhoudingen slib en algen voor de groei van Ensis? 11 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

12 Onderzoeksvoorstel voor 2008: b1 Onderzoek naar de haalbaarheid van de onderzoek met z.g. bodemlanders. b2 Overzichtstudie historische gegevens Ensis Onderzoeksvoorstel voor 2009 en later: b3 Vervolg onderzoeken bodemlanders, zie tabel 3.1., vanaf b3. t/m b Risico's en sturingsmogelijkheden Het onderzoek bestaat uit een aantal verschillende fases. Deze zijn hieronder toegelicht en per fase is een risico-beschouwing opgenomen. Fase 1 Klepstandmonitor Het onderzoek wordt uitgevoerd met bestaande apparatuur wat de investering beperkt. Resultaten worden vergeleken met een reeds veelvuldig geteste Mossel-klepstandmonitor. Dit levert ook meteen basis-data voor in het veld waar de Mossel-klepstandmonitor als controle bijgevoegd zal worden. Analyse bestaande data Analyse op groei dan wel correlaties met omgevingsfactoren. De groeigegevens dienen te voldoen aan: a. Meta-informatie die alle benodigde informatie geeft en de betrouwbaarheid en traceerbaarheid garandeert. b. Analyse van de data op patronen: coherentie en uitbijters. Vergelijkbaarheid met andere soorten en locaties. c. Resultaten van correlaties groei met (a)biotische factoren worden vergeleken met gelijkwaardige studies Veldmetingen testfase In deze fase wordt bepaald of de klepstandmonitor werkt voor Ensis. Controle gebeurt door: - Het vergelijken van reactie- en groeidata van twee Ensisklepstandmonitoren (verschillende hoogtes) en een Mosselklepstandmonitor en de groei van Ensis nabij de bodemlander. - Correlaties van groei en reacties met gemeten variabelen (OBS, CTD, EMS, doorzichtmeter en fluorescentie meter. Bijvoorkeur wordt op verschillende relevante hoogtes duplo-apparatuur opgehangen). - Veld en klepstandmonitor groeigetallen worden vergeleken met de Theoretische DEB groeigetallen voor Ensis en Mossel en historische gegevens uit b2. Risico s: d. Apparatuur schade: o regulier onderhoud e. Opgeviste bodemlander: o betonning f. De nauwkeurigheden van de grootheden als groei, verhouding somatisch en gameten weefsel zijn te laag waardoor geen statische verschillen kunnen worden gevonden: o naast de klepstandmonitor-dieren worden parallel bakken opgehangen met een extra aantal dieren; 12 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

13 o de groei-dieren worden individueel gevolgd in het seizoen wat de standaarddeviatie aanmerkelijk verlaagt; o het aantal benodigde samples uit het veld zal na de eerste bemonstering in combinatie met oude data en literatuur bepaald worden; o de variabiliteit van DEB-parameters kan gereduceerd worden met het grotere aantallen proefdieren; daarnaast bestaan de variabelen uit kern-variabelen en samengestelde variabelen. Daardoor zijn er meerdere manieren om tot het definitieve DEB- model te komen, wat de risico's reduceert; o mochten deze oplossingen niet werken dan zal een andere opzet gekozen worden die gericht is op laboratoriummetingen: directe filtratie en klepstandrespons op verhoudingen algen : slib, mesocoms, en hoog frequente veldmetingen. g. Onverklaarbare groei omdat de organische bodemsliblaag de voedselcomponent is: o continu meting doorzicht op bodem o toepassen bestaande modelmatige benadering bodemsliblaag (Delft3D/SED-online) o gebruik maken van elders in ontwikkeling zijnde modelmatige benadering bodemsliblaag (met uitzinkgedrag en floculatie van algen) o eventueel uitbreiding fase 1 voor apparatuur-ontwikkeling. h. Onverklaarbare groei omdat de dode organische bodemsliblaag (detritus) de belangrijkste voedselcomponent is: o nemen van water- of slibmonsters (Rosettesampler, sedimentval) bij de bodem. i. Groeilimitatie in veldpopulatie (door overpopulatie in schelpenbank): o meerder plekken monsteren o DEB als verklarend model. j. Verschillen in groei tussen klepstandmonitoren: o meten verklarende variabelen samen met DEB o Mosselmonitor als back-up. k. Vervuiling van instrumenten door algen o frequenter onderhoud o verkorten van de meetduur. DEB-model Voor het bepalen van de grootheden zullen vastgestelde en gevalideerde procedures worden gebruikt. De gevonden variabelen en standaarddeviaties zullen worden getoetst op een vergelijkbaarheid met die van andere schelpdieren. Risico s l. Ensis moeilijke soort voor laboratoriumexperimenten: o veelvuldig herhalen o Mossel als terugvaloptie o minder ambitieus programma met alleen directe fysiologische respons (filtratiesnelheid in relatie tot slibconcentraties) dan wel kortetermijngroei in plaats van langetermijnrespons en complexe variabelen o mesocosm-opstellingen in plaats van laboratorium opstellingen o ontwikkeling veldbenadering om DEB-variabelen af te leiden. 13 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

14 Fase 2 Opschalen veldexperiment en evaluatie effect slibkwaliteit Bodemlanders worden onder verschillende condities weggezet waarmee meerdere situaties in de structurele verhouding algen : anorganisch slib : organisch slib worden bestudeerd. Risico s: m. Bootlogistiek voor onderhoud: o ruime tijd voor planning en alternatieve logistiek planning o meerdere scenario's van uitvoering. n. Resultaten groei en fysiologische reacties Ensis chaotisch: o mosselmonitor als referentie punt o nadrukkelijke fout analyse en afweging voortzetting o duplo op één en hetzelfde punt. o. Koppeling DEB met veldgegevens onvoldoende: o foutenanalyse uitvoeren o meetapparatuur ijken o modelgegevens bodemslib toevoegen. Fase 3 Onderzoek effecten zandwinning Far-field dan wel mid-field Bodemlanders worden geplaatst in relatie tot een grootschalige winning. Risico s p. Ensis overleeft niet nabij 20 m: o voorexperiment over overleving o bodemlanders noordoostelijk / ondieper plaatsen o plaatsvervangende principebenadering door in fase 4 de benadering van fase 2 uit te breiden: de verschillende verhoudingen algen : anorganisch slib : organisch slib door de jaren heen geven een compleet beeld. Gezocht zal worden naar verschillende extremen in verhoudingen. Fase 4 Voortzetting van het onderzoek (data verzamelen) - zie fasen 2 en 3. Fase 5 Over-all evaluatie en rapportage Bij welke combinatie van organische en anorganische slibconcentraties treedt groeilimitatie van het Benthos op in de Kustzone? Risico s q. Uiteindelijk belangrijkste bron aan voedsel onvoldoende te pakken gekregen: o aanvullende model berekeningen o aanvullende experimenten over uitzinkgedrag algen r. Overkill aan data: o ieder jaar een tussentijds rapport waarin grondige data analyse wordt uitgevoerd, eventueel gekoppeld aan een workshop voor bredere bespiegelingen. 14 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

15 3.4 Toename van slib i.r.t. de natuurlijke omstandigheden De natuurlijke dynamiek is groot en de energetische kostprijs hiervan voor het benthos is waarschijnlijk veel hoger dan wat zandwinning zal veroorzaken met een kleine maar continue toename in slib. Het is raadzaam de impact van de natuurlijke dynamiek wat meer handen en voeten te geven door onderzoek te verrichten naar de energetische kosten van voedselselectie en -vertering bij een range aan natuurlijke achtergrondwaarden voor bijvoorbeeld Ensis en Spisula (bulksoorten). Dit aspect is nu opgenomen in het onderzoek vermeld in paragraaf Verstoring, ruimtelijke en temporele verspreiding van soorten Schelpenbanken Schelpenbanken zijn van belang als stapelvoedsel en sturen de plaatsgebondenheid van Zwarte Zee-eenden en Eiders. De bestanden zijn ieder jaar weer anders alhoewel er waarschijnlijk wel gebieden zijn met verhoogde kans (zoals bijvoorbeeld bij Ameland). De ruimtelijke en temporele verspreiding van schelpenbanken worden ieder jaar gemonitord door MWTL (Ministerie van V&W) en het jaarlijks programma van het Ministerie van LNV. De Commissie m.e.r. heeft in haar toetsingsadvies geadviseerd om kort voordat in de beoogde winkavels de zandwinning van start gaat, door middel van bodembemonsteringen dan wel door een andere eenvoudig toe te passen meettechniek zeker te stellen dat zich daar geen banken van levende, waaronder ingegraven, schelpdieren bevinden. Een andere benadering zou kunnen bestaan uit de ontwikkeling van een methodiek om de kans op de aanwezigheid van schelpenbanken te voorspellen, waardoor geen extra onderzoek van gekozen winkavels nodig zou zijn. Om te beginnen zal met enkele proefmetingen worden onderzocht of de z.g. Medusa-methode hiervoor kan worden gebruikt. Met deze methode wordt vanaf een varend schip detectie-meetapparatuur over de bodem gesleept om hiermee schelpenvoorkomens en schelpenconcentraties aan het oppervlak van de zeebodem te beschrijven. Deze methode is getest op schelpenbanken in de Waddenzee. Opzet proefmetingen: het is de bedoeling om eerst een track te varen met Medusa en op dezelfde dag precies dezelfde track te varen met de boxcore en de bodemschaaf. Er wordt geprobeerd een beeld met zo goed mogelijke ruimtelijke resolutie te produceren, dat overeenkomt met dat van de Medusa. Onderzoeksvoorstel voor 2008: e1 Proefmetingen met Medusa. De Medusa-techniek zal op haar bruikbaarheid getest worden als quickscan methode op een aantal bekende plekken in de Noordzee met bekende concentraties schelpen en schelpenbanken. Uit vergelijking met meetresultaten verkregen op dezelfde dag volgens klassieke methodes met boxcore en schaaf zal blijken of deze Medusa-techniek voldoende zekerheid biedt en meer kosteneffectief dan de twee andere methoden. Onderzoeksvoorstel voor 2009 of later: e2 Ontwikkeling van een methodiek om de kans op de aanwezigheid van schelpenbanken te voorspellen (afhankelijk van uitkomst Medusaonderzoek). 15 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

16 3.5.2 Zwarte Zee-eenden In de Voordelta zijn de locaties en aanwezigheidsperiodes van Zwarte Zeeeenden duidelijk. Bij Ameland en Terschelling is het veel onduidelijker wat, waar en wanneer Zwarte Zee-eenden aanwezig zijn. Gezien de kleine volumina die de komende jaren naar verwachting nabij de Waddeneilanden zullen worden gewonnen en de mogelijkheden om de winningen buiten de kritieke perioden (november t/m april) te plannen lijkt onderzoek vooralsnog daar niet noodzakelijk. In Zeeland zal aandacht besteed worden aan de verstoringsafstanden, verstoringsduur, vliegafstanden en terugkeertijden dan wel verplaatsing naar andere plekken. Onderzoeksvoorstel voor 2009 of later: v1 Zwarte zee-eenden (Zeeland): onderzoek naar verstoringsafstanden en -duur, vliegafstanden en terugkeertijden dan wel verplaatsing naar andere plekken Roodkeelduikers Wat is de betekenis van verstoring van Roodkeelduikers? In hoeverre veranderen hun foerageer- en rusttijden onder ongestoorde of gestoorde omstandigheden (gedrag) als de schepen varen in de geul naar en langs de Brouwersdam voor de zandaanvoer naar het noorden van Schouwen en zuiden van Goeree? Dit is echter alleen noodzakelijk als RWS de mogelijkheid wil houden om in het relevante tijdsvenster (februari en maart) te kunnen winnen en varen. Met het oog op de kleine volumina en de mogelijkheden om de winningen buiten de kritieke periode (februari en maart) te plannen zal in de komende twee jaar hiernaar geen onderzoek worden gestart. Wel zal in de komende periode worden geëvalueerd of nader onderzoek noodzakelijk is naar verstoringsafstanden en -duur, vliegafstanden en terugkeertijden dan wel verplaatsing naar andere plekken. Het eventuele onderzoek is wel opgenomen in het overzicht. Dit onderzoek zal op zijn vroegst in 2010 van start gaan. Onderzoeksvoorstel voor 2009 of later: v2 Roodkeelduikers (eventueel): onderzoek naar verstoringsafstanden en - duur, vliegafstanden en terugkeertijden dan wel verplaatsing naar andere plekken Gewone Zeehond De Gewone Zeehond gebruikt droogvallende platen om te rusten en voor andere activiteiten. Het dier zoogt op droogvallende platen tijdens laagwater. Een verstoring kan betekenen dat een jong pas de volgende laagwater periode weer kan eten. Ongeveer 6 maal verstoren en niet eten kan de overlevingskans met 70% reduceren. Over het algemeen zijn de dieren aan één (thuis)plaat gebonden. Overmatige verstoring kan leiden tot permanente migratie. Nu worden wel verstoringafstanden gegeven maar het kan zijn dat daar nog variatie per locatie inzit. Onderzoeksvoorstel voor 2009 of later: v3 Gewone Zeehond: welke invloed heeft verstoring t.g.v. zandwinning en varen op het gebruik van bekende gebieden als de Razende Bol, de Richel, Engelsche Hoek, de Richel, Robbenhoek en Lutje Horn op de Gewone Zeehond? Is de verstoring afhankelijk van de locatie dan wel aard van de plaat? 16 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

17 3.5.5 Grijze Zeehond Ook de Grijze Zeehond is plaat gebonden. De Grijze Zeehond zoogt op droogvallende platen tijden (september januari). Het verharen in maart en april gebeurt ook op droogvallende platen als de Middelplaat. Onderzoeksvoorstel voor 2009 of later: v4 Grijze Zeehond: welke invloed heeft verstoring t.g.v. huidig gebruik op het gebruik van bekende gebieden als de Middelplaat, Bollen van Ooster, Razende Bol, de Richel, Engelsche Hoek, de Richel en Robbenhoek door de Grijze Hond? Is de verstoring afhankelijk van de locatie dan wel aard van de plaat? Is de verstoring afhankelijk van de biologische fase van het dier? Onderwatergeluid en zeezoogdieren Voor onderwatergeluid is een zeer conservatieve benadering gekozen met ruime marges die niet waarschijnlijk zijn. Zeehonden worden bijvoorbeeld vaak dichtbij zandstortende sleephoppers gezien die ook meer lawaai maken dan varende hoppers. Dan is de afstand die de zeehond aanhoudt tot de sleephopper kleiner dan deze op basis van de berekeningen in het MER zouden moeten zijn. Wat zijn de verstoringafstanden nu echt? De volgende stappen/keuzes worden voorgesteld: 1. Inventarisatie wie doet wat om tot een goede afbakening te komen. Het onderzoeksveld is globaal te verdelen in geluidbron en effecten. Uit verkennend overleg met andere betrokken partijen lijkt de volgende verdeling redelijk en zinvol: - de zandwinbedrijven en grote initiatiefnemers als HbR richten zich op de geluidbronnen en de daaruit resulterende geluidscontouren; - RWS als opdrachtgever voor de winning van suppletiezand richt zich op effecten. 2. Keuze van de diersoort. Tuimelaar is zeer zeldzaam, valt af. De Witsnuitdolfijn is minder zeldzaam maar het is een groot dynamisch dier met een grote range. Witsnuitdolfijnen worden beschouwd als regelmatige gast (jaarlijks met minimaal 50 individuen) in de Nederlandse (kust)wateren. De witsnuitdolfijn leeft in de open zee, ver van de directe Nederlandse kust in koele, gematigde wateren en een diepte van 60 tot enkele honderden meters. Ze ondervinden nauwelijks effect van zandwinning. Bruinvissen zijn weliswaar gevoelig, maar hebben een grote range. Daarnaast zijn ze in de zomerperiode nauwelijks in de buurt van de kustzone en de zandwinning. De effecten zijn minimaal. De nadruk van het onderzoek kan beter gericht worden op dieren die meer effect ondervinden. De Grijze Zeehond is op zich relevant maar heeft een zeer groot zwembereik, en over zijn verplaatsingen is nog weinig bekend. Een groot probleem is zowel de beschikbaarheid en de geschiktheid als proefdier. Volwassen dieren zijn agressief en moeilijk af te richten. Jonge dieren zijn moeilijk te vinden. De Gewone zeehond is qua soort ook relevant en zijn rustgebieden in het Zeereservaat (Voordelta) moeten nog verder in kaart worden gebracht. Bovendien is er al veel bekend over deze soort. Daarom is de Gewone Zeehond gekozen voor verder onderzoek. 3. Fasering onderzoek en onderzoeksvragen: a) Optimalisatie van de meetopstelling in het zwembad en het gebruik van geluid uit een synthesizer. 17 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

18 b) Bij welke geluidbelasting van de verschillende fases van zandwinning vertoont de Gewone zeehond vermijdingsgedrag (zowel in het kunstmatige zwembassin als onder verschillende omstandigheden van het omgevings-achtergrondgeluid)? c) Als b) maar dan onder verschillende voedselcondities? d) Welke gebieden gebruiken Gewone Zeehonden op open zee? Voor een aantal platen is bekend hoe de dieren open zee gebruiken (min of meer aspecifieke dicht bij de kust en meer afgebakend op volle zee). Voor een paar rustgebieden zal nog aanvullende informatie worden geproduceerd. - Zijn er aanwijzingen dat Gewone Zeehonden verplichte relaties hebben met bepaalde gebieden? - Wat is de impact van onderwatergeluid op de verdeling van Gewone Zeehonden? - Wat is de impact van onderwatergeluid op het gedrag van Gewone Zeehonden? - Wat is de fysiologische betekenis van de gedragsverandering (in termen van energetische kosten)? In 2008 wordt begonnen met onderzoek om vraag 3-a) te kunnen beantwoorden. Onderzoeksvoorstellen voor 2008: g1 optimalisatie van de meetopstelling g2 verkennend onderzoek naar de geluidbelasting waarbij vermijding optreedt, bij verschillende niveaus van achtergrondgeluid t.g.v. verschillende windcondities. Onderzoeksvoorstellen voor 2009 of later: g3 onderzoek naar de vermijdingsniveaus voor een zandwinnend schip onder verschillende voedselcondities g4 vertaal de gecontroleerde proefomstandigheden door naar de betekenis voor de zone op de Noordzee waar zandwinning plaats vindt (een vijftal wingebieden kustlangs gespreid als genoemd in MER winning suppletiezand ) 18 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

19 Bijlage 1 - Leemten in kennis, aanzet tot evaluatieprogramma (MER ) Toelichting: de nummering van de paragrafen is die van het MER zelf. 6.1 Inleiding De evaluatie van de milieueffecten is de laatste stap van de m.e.r.-procedure. Door evaluatie van de milieueffecten kan getoetst worden of de optredende milieueffecten overeenkomen met de in het MER voorspelde effecten. Een belangrijke functie van een monitorings- en evaluatieprogramma is het opvullen van leemten in kennis en het leren van de uitvoering van het project. De invulling van leemten in kennis is van belang voor de besluitvorming over nieuwe projecten en nieuw te formuleren beleid. In de onderstaande alinea zijn de leemten in kennis beschreven. De belangrijkste onzekerheden (leemten in kennis) zitten bij de slibverspreiding en bij de doorvertaling naar hogere trofische niveaus. Om deze onzekerheden te ondervangen is bij de slibberekeningen een bovengrensbenadering (worst case scenario) gevolgd. Hiertoe zijn de additionele slibconcentraties als gevolg van de suppletiezandwinning en autonome ontwikkeling met een factor 2,2 vermenigvuldigd (zie paragraaf 5.3 van bijlage 2). Het volgen van een dergelijke worst case scenario maakt duidelijk waar zich in het MER onzekerheden voordoen: daar waar de verwachting is dat de uiteindelijke effecten gunstiger zullen zijn dan de worst case scenario, maar de beschikbare kennis niet toereikend is om dat voldoende te onderbouwen. Met het hanteren van een bovengrensbenadering is derhalve "op zeker gespeeld". Leemten in kennis vormen hierdoor geen belemmering voor de besluitvorming. 6.2 Leemten in kennis en aanzet evaluatieprogramma In dit MER is een aantal leemten in kennis geconstateerd. Deze leemten in kennis zijn niet van belang voor de besluitvorming omdat bij de effectbeschrijving uit is gegaan van een bovengrensbenadering (worst case scenario). De leemten in kennis hebben betrekking op: slibverspreiding; doorvertaling van de primaire productie naar hogere trofische niveaus; effect van de toename van slib in relatie tot de natuurlijke omstandigheden; verstoring, ruimtelijke en temporele verspreiding van soorten. Hieronder wordt een eerste aanzet gegeven voor het evaluatieprogramma. Bij de vaststelling van het definitieve evaluatieprogramma voor de winning van suppletiezand verdient het aanbeveling om de resultaten van Maasvlakte 2 en andere lopende monitorings- en evaluatieprogramma's mee te nemen. Slibverspreiding In de slibberekeningen zijn de onzekerheden meegenomen door de berekende slibconcentratie met een factor 2,2 te vermenigvuldigen. De onzekerheden betreffen het gehanteerde modelconcept en bijbehorende parameterset, en de onzekerheid in de forcering. De belangrijkste onzekerheid hierbij is de uitwisseling van slib tussen waterkolom en bodem en de hiermee gepaard gaande verblijftijd van slib in de bodem (zie paragraaf 5.3 van bijlage 2). Doordat de onzekerheden zijn meegenomen in de berekeningen zijn is een verantwoorde besluitvorming mogelijk. 19 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

20 Doorvertaling van de primaire productie naar hogere trofische niveaus In deze studie is een belangrijk uitgangspunt dat er geen voedsellimitatie is voor het pelagische systeem en het benthische systeem. Zeker gezien de kleine veranderingen die optreden door de winning van suppletiezand is dit gerechtvaardigd. Maar er is natuurlijk een omslagpunt waar eventueel voedselbeperkingen kunnen optreden. Het is aan te raden daar onderzoek naar te verrichten om meer inzicht te krijgen bij welke drempelwaarde voedselbeperking van met name Benthos wel opgaat en vanaf welke drempelwaarde dat gaat doorwerken in de hogere trofische lagen waarin zich de doelsoorten bevinden. Effect van de toename van slib in relatie tot de natuurlijke omstandigheden De natuurlijke dynamiek is groot en de kostprijs voor het benthos is waarschijnlijk veel hoger dan wat zandwinning zal veroorzaken met een kleine toename in slib. Het is raadzaam de impact van de natuurlijke dynamiek wat meer handen en voeten te geven door onderzoek te verrichten naar de energetische kosten van voedselselectie en -vertering bij een range aan natuurlijke achtergrondwaarden voor bijvoorbeeld Ensis en Spisula (bulksoorten). Verstoring, ruimtelijke en temporele verspreiding van enkele relevante soorten Schelpenbanken Schelpenbanken zijn van belang als stapelvoedsel en sturen de plaatsgebondenheid van Zwarte Zee-eenden en Eiders. De bestanden zijn ieder jaar weer anders alhoewel er waarschijnlijk wel gebieden zijn met verhoogde kans (zoals bijvoorbeeld bij Ameland). De ruimtelijke en temporele verspreiding van schelpenbanken dienen ieder jaar gemonitord te worden. Dit wordt verzorgd door MWTL (Ministerie van V&W) en het jaarlijks programma van het Ministerie van LNV. Zwarte Zee-eenden. In de Voordelta zijn de locaties en aanwezigheidsperiodes van Zwarte Zeeeenden duidelijk. Bij Ameland en Terschelling is het veel onduidelijker wat, waar en wanneer Zwarte Zee-eenden aanwezig zijn. Aanbevolen wordt om een evaluatieprogramma te starten waarbij onderzocht wordt wat de kwantitatieve relaties tussen locaties (bodemmorfologie), foerageermogelijkheden (benthosverdeling in tijd en ruimte) en foerageer- en rusttijden onder ongestoorde en gestoorde omstandigheden (gedrag). Dit is echter alleen noodzakelijk als RWS deze mogelijkheden wil openen. Met het oog op de kleine volumina en de ruime periode om te plannen lijkt het vooralsnog niet direct noodzakelijk. Roodkeelduikers Wat is de betekenis van verstoring van Roodkeelduikers? In hoeverre veranderen hun foerageren rusttijden onder ongestoorde of gestoorde omstandigheden (gedrag) als de schepen varen in de geul naar en langs de Brouwersdam voor de zandaanvoer naar het Noorden van Schouwen en zuiden van Goeree? Dit is echter alleen noodzakelijk als RWS het kleine relevante tijdsvenster (februari en maart) als mogelijkheid wil openen. Met het oog op de kleine volumina en de ruime periode om te plannen lijkt het vooralsnog niet direct noodzakelijk. Gewone Zeehond De Gewone Zeehond zoogt op droogvallende platen tijdens laagwater. Een verstoring kan betekenen dat een jong pas de volgende laagwater periode weer kan eten. En één tot drie maal niet eten kan de overlevingskans met 70% 20 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

21 reduceren. Voor de Waddenzee en Noordzeekustzone zijn de relevante zooggebieden in het oosten waar geen zandwinningen of vaarbewegingen plaatsvinden. Bij de Voordelta spelen eventueel vaarbewegingen richting het noorden van Schouwen en het zuiden van Goeree. Daarbij passeren de hoppers de Verklikkerplaat. Die ligt dicht tegen de vaargeul. Aan de ene kant lijkt het dan wijs niet in de voortplantingsperiode te varen. Aan de andere kant, hoe belangrijk is dit gebied als zooggebied? De weinige jongen in de Delta worden vooral in de Westerschelde gezien. De Verklikkerplaat lijkt vooral te functioneren als rustgebied en is als zodanig ook aangewezen als rustgebied vooral om wandelaars te weren. Gezien de ligging direct aan de geul lijkt het onwaarschijnlijk dat deze plaat een zooggebied wordt. Het is verstandig om een evaluatieprogramma op te zetten dan wel aansluiting te vinden bij het evaluatieprogramma beheerplan Voordelta waarin onderzocht wordt wat de betekenis is van de Verklikkerplaat. Onderwatergeluid en zeehonden Voor onderwatergeluid is een zeer conservatieve benadering gekozen met ruime marges die niet waarschijnlijk zijn. Zeehonden worden bijvoorbeeld vaak dichtbij zandstortende hoppers gezien die ook meer lawaai maken dan varende hoppers. Dat is dichterbij dan dat ze op basis van onze berekeningen zouden moeten zijn. Wat zijn de verstoringafstanden nu echt? Daarin lijken een drietal stappen in eerste instantie relevant in een lange termijn onderzoek: literatuuroverzicht van de huidige stand van zaken (opgenomen als uitwerking voor evaluatie programma 2007). geluidsbank aan Hoppers onder verschillende weerscondities. vermijdingsgedrag onderzoek voor de Gewone Zeehond bij geluidsbronnen met een breed frequentie bereik (o.a. dat van een hopper). 6.3 Aanzet evaluatieprogramma 2007 Voor 2007 is het effect van de verandering van doorzicht op sternen onderzocht. In dat onderzoek is geconcludeerd dat zandwinning geen effect heeft op sternen. Ook is er onderzoek gedaan naar de slibpuim waarbij het accent is gelegd op correlaties tussen slib en satelliet beelden, de resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Het onderzoek naar de effecten van onderwatergeluid is in voorbereiding. De eerste stap is het maken van een literatuuroverzicht van de huidige stand van zaken van de kennis en lopende evaluatie programma s. 21 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

22 Bijlage 2 - Overzicht onderzoeken evaluatieprogramma a) Onderzoeksvoorstellen te starten in 2008 *): s1 Schatting T 0 -situatie 2007: interpretatie en analyse van T 0 -metingen in 2007 (ook die van HbR). s2 Analyse van remote sensing-metingen (satellietbeelden) als hulpmiddel bij interpretatie T 0 - en de T 1 -metingen (pilot-onderzoek). b1 Onderzoek naar de haalbaarheid van de onderzoek met z.g. bodemlanders, gericht op de toepassingsmogelijkheid van de klepstand-monitor. b2 Overzichtstudie historische gegevens Ensis, om na te gaan hoe groot en hoe variabel de groei in het veld is al dan niet gecorreleerd aan (a)biotische gegevens. e1 Proefmetingen met Medusa: detectie van schelpenbanken. g1 Onderwatergeluid, fase 3-a: optimalisatie van de meetopstelling *) toelichting van de afkortingen bij de nummering: - s: slib - b: doorvertaling van primaire productie naar benthos - e: schelpenbanken (Ensis) - v: verstoring - g: onderwatergeluid. 22 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

23 b) Onderzoeksvoorstellen voor 2009 of later: s3 s4 s5 s6 s7 s8 s9 b3 b4 b5 b6 b7 b8 e2 v1 v2 v3 v4 g2 g3 g4 Schatting T 1 -situatie 2007: interpretatie en analyse van T 1 -metingen in 2007 in de slibpluim van de zandwinning bij Huisduinen/Den Helder, waarbij ook een schatting wordt gemaakt van de momentane achtergrondconcentratie. Effectenrapport metingen 2007 incl. validatie modelvoorspelling: het T 1 -beeld wordt vergeleken met het T 0 -beeld. Vergelijking met de effectvoorspelling in het MER 2007 en - na opschaling voor de zandwinning bij Huisduinen / Den Helder - met de vergelijkbare modelruns die voor 2008 zijn uitgevoerd. Inventarisatie beschikbare gegevens over slib in de bodem en mogelijke bijstelling invoerparameter(s) van het slibmodel. Literatuurstudie naar gegevens over de uitwisseling van slib tussen zeebodem en waterkolom. (Eventueel) Nieuwe modelberekeningen. Metingen in de pluim van een grote zandwinning; plan en parameters vast te stellen mede op basis van de resultaten c). Analyse van remote sensing-metingen (satellietbeelden) ter bepaling van de T 0 -situatie en effecten van zandwinningen. Aanpassen bodemlander en veldtest Ontwikkelen DEB-model Opschalen en evaluatie effect slibkwaliteit Onderzoek in zandwinpluim Voortzetting onderzoek Over-all evaluatie en rapportage Ontwikkeling van een methodiek om de kans op de aanwezigheid van schelpenbanken te voorspellen (afhankelijk van uitkomst Medusa-onderzoek). Zwarte zee-eenden (Zeeland): onderzoek naar verstoringsafstanden en -duur, vliegafstanden en terugkeertijden dan wel verplaatsing naar andere plekken. Roodkeelduikers (eventueel): onderzoek naar verstoringsafstanden en -duur, vliegafstanden en terugkeertijden dan wel verplaatsing naar andere plekken. Gewone Zeehond: welke invloed heeft verstoring t.g.v. zandwinning en varen op het gebruik van bekende gebieden als de Razende Bol, de Richel, Engelsche Hoek, de Richel, Robbenhoek en Lutje Horn door de Gewone Zeehond? Is de verstoring afhankelijk van de locatie dan wel aard van de plaat? Grijze Zeehond: welke invloed heeft verstoring t.g.v. huidig gebruik op het gebruik van bekende gebieden als de Middelplaat, Bollen van Ooster, Razende Bol, de Richel, Engelsche Hoek, de Richel en Robbenhoek door de Grijze Hond? Is de verstoring afhankelijk van de locatie dan wel aard van de plaat? Is de verstoring afhankelijk van de biologische fase van het dier? Onderwatergeluid, fase 3-b: verkennend onderzoek naar de geluidbelasting waarbij vermijding optreedt, bij verschillende niveaus van achtergrondgeluid t.g.v. verschillende windcondities. Onderwatergeluid, fase 3-c: onderzoek naar de vermijdingsniveaus voor een zandwinnend schip onder verschillende voedselcondities Onderwatergeluid, fase 3- vertaal de gecontroleerde proefomstandigheden door naar de betekenis voor de zone op de Noordzee waar zandwinning plaats vindt (een vijftal wingebieden kustlangs gespreid als genoemd in MER winning suppletiezand ) 23 van juli 2008 Evaluatieprogramma MER winning suppletiezand

MEP Zandwinning RWS LaMER

MEP Zandwinning RWS LaMER Stichting LaMER MEP Zandwinning RWS LaMER overzicht resultaten Inleiding Aanleiding Besluit voor noodzaak locatie specifieke afweging door middel van m.e.r. procedure en MER Uitwerking RWS MER 2007 Parallel

Nadere informatie

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens 2 2.1 Aangeleverde gegevens 2 2.2 Verwerking gegevens 3

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens 2 2.1 Aangeleverde gegevens 2 2.2 Verwerking gegevens 3 Herberekening behoefte aan zandsuppletie ter compensatie van bodemdaling door gaswinning uit Waddenzee velden vanaf de mijnbouwlocaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Z.B. Wang Deltares, 2009 Inhoud

Nadere informatie

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist Eilanden en biotische veranderingen in zee Dr. ir. M.J. Baptist Megasuppletie Zandmotor Megasuppleties kunnen in de vorm van een eiland of schiereiland worden uitgevoerd. Eerste ontwerp ( Kustboekje,

Nadere informatie

Natuurcompensatie Voordelta

Natuurcompensatie Voordelta Natuurcompensatie Voordelta Ervaringen met gebiedsbescherming in een ondiepe kustzone Mennobart van Eerden Job van den Berg Aanleiding De natuurcompensatie in de Voordelta als gevolg van de aanleg en aanwezigheid

Nadere informatie

Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden

Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden Pilot Eems-Dollard Charlotte Schmidt Dienst Water, Verkeer en Leefomgeving Afd. Kennis- en Innovatiemanagement Aanleiding NSO-SBIR-call

Nadere informatie

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2013 / rapportnummer 2795 23 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands

Nadere informatie

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer meer ruimte voor haven verbetering kwaliteit leefomgeving 2 Projecten voor haven en leefomgeving procedures voor de uitvoering Het Project Mainportontwikkeling

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40158 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Sertlek, Hüseyin Ӧzkan Title: Aria of the Dutch North Sea Issue Date: 2016-06-09

Nadere informatie

Projectnummer: B02047.000031.0100. Opgesteld door: dr.ir. B.T. Grasmeijer. Ons kenmerk: 077391437:0.3. Kopieën aan:

Projectnummer: B02047.000031.0100. Opgesteld door: dr.ir. B.T. Grasmeijer. Ons kenmerk: 077391437:0.3. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Hanzelaan 286 Postbus 137 8000 AC Zwolle Tel +31 38 7777 700 Fax +31 38 7777 710 www.arcadis.nl Onderwerp: Gevoeligheidsanalyse effecten baggerspecieverspreiding (concept) Zwolle,

Nadere informatie

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee Remote sensing in perspectief Van kenniscyclus naar beleidscyclus Roeland Allewijn Rijksinstituut voor Kust en Zee Van jonge onderzoeker naar iets oudere manager De informatie- en kenniscyclus Van RS data

Nadere informatie

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Resultaten aanvullende metingen van arseen in de Waddenzee i.v.m. het verlies van houtverduurzaammiddel

Nadere informatie

Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige. effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt

Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige. effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt Samenvatting Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt hierbij de voorspelde blootstelling aan de stof

Nadere informatie

Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II

Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II 1. (o.a.) Ruben Fijn, Theo Boudewijn, Job de Jong, Camiel Heunks, Robert Jan Jonkvorst, Peter van Horssen *, Martin Poot ** 2. (o.a.) Wouter Courtens, Hilbran

Nadere informatie

Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure

Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure Samenvatting Na bestudering van het rapport van de contra-expertise meetsysteem Geluidsnet in Zuid-Limburg en op basis van analyses van beschikbare

Nadere informatie

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg projectnr. 200080 revisie 00 12 augustus 2009 Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus 165 4330 AD Middelburg datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave 12-08-2009

Nadere informatie

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid) Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 oktober 2016 / projectnummer: 3091 1. Oordeel over de milieueffectrapporten De Wet windenergie op zee maakt

Nadere informatie

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Project: NAUTILUS Werkdocument: RIKZ/OS-98.145X Ministerie van Verkeer en Waterstaat In opdracht van: Directie Noordzee Directie Zuid-Holland

Nadere informatie

Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek

Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek SAMENVATTING Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek Pijn in de lage rug is een belangrijk medisch en economisch probleem in de westerse samenleving. Uitkomsten

Nadere informatie

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant 1 Samenvatting Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant De gemeenten Breda, Tilburg en Helmond hebben in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant, Brabant Water en

Nadere informatie

MER winning ophoogzand Noordzee 2008 t/m 2017

MER winning ophoogzand Noordzee 2008 t/m 2017 MER winning ophoogzand Noordzee 08 t/m 17 Hoofdrapport Definitief Stichting La Mer Grontmij Nederland bv Houten, 21 februari 08 Verantwoording Titel : MER winning ophoogzand Noordzee 08 t/m 17 Subtitel

Nadere informatie

ph-dynamiek Noordzee

ph-dynamiek Noordzee Royal Netherlands Institute for Sea Research ph-dynamiek Noordzee historische metingen, inzichten en perspectief dr. Steven van Heuven (NIOZ) prof.dr. Gert-Jan Reichart (NIOZ) met bijdragen van: prof.dr.

Nadere informatie

AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING

AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND 15 maart 2013 076993162:0.2 Definitief C03021.000106.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Gegevens vergunningaanvraag... 5 2.1

Nadere informatie

Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie

Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie Mosselkweek & Natuur KOMPRO Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie Aad Smaal, Pauline Kamermans, Karin Troost, Margriet v Asch, Marnix v Stralen, Jacob Capelle, Sander Glorius,..,.. Overzicht

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19 februari

Nadere informatie

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval Inhoud 1. Inleiding 3 2. Opzet plannen voor ondersteuning 4 3. Plannen voor verminderen huishoudelijk restafval 5 3.1 Eisen

Nadere informatie

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid) Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid) Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 3091 1. Oordeel over de milieueffectrapporten De Wet windenergie op zee

Nadere informatie

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013 Kenmerkende waarden Getijgebied 2011.0 Datum 22 juli 2013 Status Definitief Kenmerkende waarden 2011.0 Getijgebied Colofon Uitgegeven door RWS Centrale Informatievoorziening Informatie Servicedesk Data

Nadere informatie

RAAK PRO Zilte Productie. Introductie. Project bijeenkomst 31 01 2014 NIEUWSBRIEF 2 JUNI 2014

RAAK PRO Zilte Productie. Introductie. Project bijeenkomst 31 01 2014 NIEUWSBRIEF 2 JUNI 2014 RAAK PRO Zilte Productie NIEUWSBRIEF 2 JUNI 2014 Introductie Het project RAAK PRO Zilte Productie is in september 2014 van start gegaan. O.a. door middel van nieuwsbrieven willen wij u op de hoogte houden

Nadere informatie

Meten in de Waddenzee

Meten in de Waddenzee Meten in de Waddenzee Bestand tegen superstorm De waterkeringen langs de Waddenzee moeten bestand zijn tegen een superstorm die gemiddeld eens in de 4000 jaar kan optreden. Om de sterkte van de waterkering

Nadere informatie

Primaire Productie in de Waddenzee

Primaire Productie in de Waddenzee Workshop Onderzoek Mosselkweek Natuurbeheer 19 februari 2009 Primaire Productie in de Waddenzee ZKO-Draagkracht IN PLACE onderzoeksproject Katja Philippart Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek

Nadere informatie

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? ... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? Samen voor een gezonde zee!... Stichting De Noordzee is de onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee en

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

WEGWIJS IN DE: PROCESBEHEERSING VALIDATIE BORGING

WEGWIJS IN DE: PROCESBEHEERSING VALIDATIE BORGING INFOBULLETIN IN-WEGW WEGWIJS IN DE: PROCESBEHEERSING VALIDATIE BORGING Inleiding Cleaning Consultancy Delft bv. adviseert bedrijven die zich bezighouden met industriële reiniging. Onder deze bedrijven

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Opzet berekeningen

Memo. Inleiding. Opzet berekeningen Memo Aan Bart Grasmeijer Van Thijs van Kessel Aantal pagina's 7 Doorkiesnummer +31 (0)88 33 58 239 E-mail thijs.vankessel @deltares.nl Onderwerp notitie specieverspreiding Eemshaven Inleiding Deze beknopte

Nadere informatie

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme

Nadere informatie

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Victor N. de Jonge, november 2013 Het Eems estuarium vormt ecologisch gezien één groot geheel, maar dat

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer: Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Martijn ten Klooster, Pondera Consult. Quickscan locaties windenergie gemeente Zwolle

Martijn ten Klooster, Pondera Consult. Quickscan locaties windenergie gemeente Zwolle NOTITIE Datum 7 december 2016 Aan Johan Roeland, Gemeente Zwolle Van Martijn ten Klooster, Pondera Consult Betreft Quickscan locaties windenergie gemeente Zwolle Inleiding In opdracht van de gemeente Zwolle

Nadere informatie

Geachte mevrouw Franke,

Geachte mevrouw Franke, Retouradres:, Aan de griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw & Innovatie T.a.v. mevrouw drs. M.C.T.M. Franke Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 2500EA Onderwerp Rondetafelgesprek inzake

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

Verkenning van mogelijkheden tot reductie van stroomverbruik en CO 2 -uitstoot in de Openbare Verlichting in de gemeente Heusden

Verkenning van mogelijkheden tot reductie van stroomverbruik en CO 2 -uitstoot in de Openbare Verlichting in de gemeente Heusden Verkenning van mogelijkheden tot reductie van stroomverbruik en CO 2 -uitstoot in de Openbare Verlichting in de gemeente Heusden Datum: 19 mei 2016 Status: definitief Samenvatting In deze rapportage worden

Nadere informatie

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014 *ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-26406/DV.14-396, afdeling Ruimte. Sellingen, 11 december 2014 Onderwerp: Vaststellen Nota OOR (Onderhoud van de Openbare

Nadere informatie

koppeling met NSL maatregelen (OTB/ Saldo 0) referentiepunten BBV koppeling met NSL

koppeling met NSL maatregelen (OTB/ Saldo 0) referentiepunten BBV koppeling met NSL Om een goede afspiegeling te geven van de hele omgeving van de BBV waar mogelijk verslechtering van luchtkwaliteit is te verwachten, zijn door de regiopartijen voor de Saldo 0 benadering speciale referentiepunten

Nadere informatie

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk 1. Inleiding Tijdens de bespreking van de voortgang van de uitwerking van de governance van Havenschap Moerdijk in de gemeenteraad

Nadere informatie

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee Noordzeedagen Kennis Beleid Beheer Wind op Zee Kader Ecologie en Cumulatie (KEC): cumulatieve effecten van offshore windparken op vogels, vleermuizen en zeezoogdieren in de zuidelijke Noordzee Maarten

Nadere informatie

Kustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Kustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Kustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 april 2007 / rapportnummer 1679-85 Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag uw kenmerk

Nadere informatie

Monitoring van de effecten van de natuurcompensatie PMR. Theo Prins

Monitoring van de effecten van de natuurcompensatie PMR. Theo Prins Monitoring van de effecten van de natuurcompensatie PMR Theo Prins 1 oktober 2015 PMR-NCV 2008-2015 Wat ging vooraf aan het monitoringprogramma 2008-2015: Lange periode van voorbereiding (1998-2008) Uitvoering

Nadere informatie

Programma Zicht op Grevelingen-2

Programma Zicht op Grevelingen-2 1 Programma Zicht op Grevelingen-2 Voortgangsrapport, september 2016 (AB versie) Pagina 1 van 6 2 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Voortgang programma ZOG-2... 4 2.1 Slikken van Flakkee... 4 2.2 Eilanden voor

Nadere informatie

RUSTGEBIEDEN IN DE VOORDEL- TA WERKEN!

RUSTGEBIEDEN IN DE VOORDEL- TA WERKEN! RUSTGEBIEDEN IN DE VOORDEL- TA WERKEN! De Voordelta, de ondiepe zee voor de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, is een walhalla voor vogels, vissen en zeehonden. De soorten krijgen hier bescherming door

Nadere informatie

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Portefeuillehouder: A. van den Berg Vergaderdatum: 2 maart 2010 Agendapunt: Beleidsveld: 150 Kenmerk D&H: 840252 Aard voorstel: Besluitvormend Kenmerk VV: Steller:

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Besluit. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Datum Wnb; goedkeuring gewijzigde uitvoering project Zandwinning Prins Hendrik Zanddijk Texel

Besluit. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Datum Wnb; goedkeuring gewijzigde uitvoering project Zandwinning Prins Hendrik Zanddijk Texel > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Datum Betreft Wnb; goedkeuring gewijzigde

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Presentatie onderzoek TU Delft en vervolgstappen

Presentatie onderzoek TU Delft en vervolgstappen Presentatie onderzoek TU Delft en vervolgstappen Hans Alders Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 Programma: WELKOM Welkom en introductie door Hans Alders, Nationaal Coördinator Groningen

Nadere informatie

Meting van PFOA in serum van omwonenden Chemours. Duiding van de uitkomsten. Joke Herremans RIVM

Meting van PFOA in serum van omwonenden Chemours. Duiding van de uitkomsten. Joke Herremans RIVM Meting van PFOA in serum van omwonenden Chemours Duiding van de uitkomsten Joke Herremans RIVM 14-9-2017 Teflon in de pan PFOA in de ban REACH restrictie Geen productie, gebruik en in de handel brengen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum 18 04 2013 Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Steef Peters (peters@waterinsight.nl) www.bluelegmonitor.com IVM-VU. Water Insight (2005) BlueLeg Monitor(2012)

Steef Peters (peters@waterinsight.nl) www.bluelegmonitor.com IVM-VU. Water Insight (2005) BlueLeg Monitor(2012) WISP blauwalgen monitoring met remote sensing Steef Peters (peters@waterinsight.nl) www.bluelegmonitor.com Met enige illustraties uit: Blue-green catastrophe: NIOO PhD thesis by Stefan Simis en daaruit

Nadere informatie

1 Voortgang onafhankelijke commissie Chroom-6

1 Voortgang onafhankelijke commissie Chroom-6 ONAFHANKELIJKE COMMISSIE CHROOM-6 VOORTGANGSVERSLAG 1 1 Voortgang onafhankelijke commissie Chroom-6 Voorliggend document betreft het verslag over de werkzaamheden van de onafhankelijke commissie Chroom-6

Nadere informatie

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten April 2006 Effecten van salderen tussen handhavingspunten Effecten van salderen tussen handhavingspunten Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart

Nadere informatie

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark

Nadere informatie

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder?

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder? Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder? Telt dit door in de aanwezigheid en vangbaarheid? 30-04-16, Marcel Rozemeijer Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN ZAND BOVEN WATER LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer containers, grondstoffen en andere spullen worden via Rotterdam

Nadere informatie

Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage

Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage Eindrapportage CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 8 Van Oord CO 2 -Presatieladder Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. -

Nadere informatie

Welkom. Aanduiding proces Ligging gebieden Waar wordt wat getoetst? Werkwijze voortoets en NEA. Resultaten NEA tot nu toe Schieten:

Welkom. Aanduiding proces Ligging gebieden Waar wordt wat getoetst? Werkwijze voortoets en NEA. Resultaten NEA tot nu toe Schieten: Welkom NEA tot nu toe De Vliehors in opdracht van het Ministerie van Defensie DVD Noord Schieten Schietrange De Vliehors Marinehaven Activiteiten die zijn opgenomen in de voortoets en NEA Waddenzee Noordzeekustzone

Nadere informatie

De wijde wereld in wandelen

De wijde wereld in wandelen 127 De wijde wereld in wandelen Valrisico schatten door het meten van lopen in het dagelijks leven Om een stap verder te komen in het schatten van valrisico heb ik het lopen in het dagelijks leven bestudeerd.

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 11 september 2018) Nummer 3441

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 11 september 2018) Nummer 3441 van Gedeputeerde Staten op vragen van B. Canton (PvdD) (d.d. 11 september 2018) Nummer 3441 Onderwerp Baggerdepot en weg Westvoorne & Hellevoetsluis Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting Hellevoetsluis

Nadere informatie

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25, 1070 Brussel,

Nadere informatie

Welkom. Aanduiding proces Ligging gebieden Waar wordt wat getoetst? Werkwijze voortoets en NEA. Resultaten NEA tot nu toe Schieten:

Welkom. Aanduiding proces Ligging gebieden Waar wordt wat getoetst? Werkwijze voortoets en NEA. Resultaten NEA tot nu toe Schieten: Welkom NEA tot nu toe De Vliehors in opdracht van het Ministerie van Defensie DVD Noord tot nu toe Schieten Schietrange De Vliehors Marinehaven Activiteiten die zijn opgenomen in de voortoets en NEA Waddenzee

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Vraag 2 Deelt u de zorgen die de gemeente Ameland en de rederij Wagenborg hebben over de bereikbaarheid van het eiland?

Vraag 2 Deelt u de zorgen die de gemeente Ameland en de rederij Wagenborg hebben over de bereikbaarheid van het eiland? > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Samenvatting van de Invitation to Tender

Samenvatting van de Invitation to Tender C L E A N I N L A N D S H I P P I N G CLINSH, de Vlootselectie II Samenvatting van de Invitation to Tender Voor u ligt de samenvatting van de aanbesteding Vlootselectie II voor het project Clean Inland

Nadere informatie

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud Tussenresultaten 2011-2015 De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud De Zandmotor In 2011 is voor de kust van Ter Heijde en Kijkduin De Zandmotor aangelegd: een grote kunstmatige zandbank in

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Het proces van onderzoek, monitoring en evaluatie is uniek. Verschillende maatregelen. DE AUTEUrS. Monitoring en evaluatie

Het proces van onderzoek, monitoring en evaluatie is uniek. Verschillende maatregelen. DE AUTEUrS. Monitoring en evaluatie Evaluatie monitoringsresultaten voor Natuurcompensatie Voordelta na aanleg Maasvlakte 2 2 6 Tussen 2008 en 2013 heeft Havenbedrijf Rotterdam de eerste fase van Maasvlakte 2 aangelegd. De nieuwe haven is

Nadere informatie

Bijlage 2 behorende bij Raamovereenkomst Hydrografie met zaaknummer

Bijlage 2 behorende bij Raamovereenkomst Hydrografie met zaaknummer Bijlage 2 behorende bij Raamovereenkomst Hydrografie met zaaknummer 31081923 Dienstenbeschrijving Hydrografie Uitgegeven door Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening Datum 5 juli 2013 Status definitief

Nadere informatie

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Projectnr: HHD015-001 Datum: 5 juli 2017 Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Projectnr: HHD015-001 Rapportnr: HHD015-FFDNA-Def01 Status: Definitief

Nadere informatie

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER FEBRUARI 2010 PILOTPROJECT ZANDMOTOR Het klimaat verandert en de druk van de zee op de Nederlandse kust neemt toe. Daarnaast is in de Zuidvleugel van de Randstad grote behoefte

Nadere informatie

Internationale data-uitwisseling

Internationale data-uitwisseling Internationale data-uitwisseling Sterkte & Belastingen Waterkeringen Sterkte & Belastingen Waterkeringen (SBW) Voor een actueel beeld van de veiligheid worden de belangrijkste Nederlandse waterkeringen,

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling Niet-technische samenvatting 2016605 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het identificeren en karakteriseren van nieuwe concepten voor koemelkallergische patienten. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Monitoring- en evaluatie programma. zandwinning 2014-2017

Monitoring- en evaluatie programma. zandwinning 2014-2017 Monitoring- en evaluatie programma zandwinning 2014-2017 Colofon Uitgegeven door Uitgevoerd door Informatie Ministerie van Infrastructuur en Milieu Stichting la MER, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde

Nadere informatie

Energiemanagementplan Carbon Footprint

Energiemanagementplan Carbon Footprint Energiemanagementplan Carbon Footprint Rapportnummer : Energiemanagementplan (2011.001) Versie : 1.0 Datum vrijgave : 14 juli 2011 Klaver Infratechniek B.V. Pagina 1 van 10 Energiemanagementplan (2011.001)

Nadere informatie

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018 Onderzoek gezondheidsrisico s ultrafijn stof rond Schiphol Module 1 Resultaten meetcampagne taxiënde zhrhrwh45e vliegtuigen April 2018 Subtitle Campagne taxiënde vliegtuigen Doel: Onderzoek nut en noodzaak

Nadere informatie

Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool

Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool Rick Wortelboer, Sibren Loos Workshop STOWA 23 mei 2019 Directe effecten Conceptueel schema Ook indirecte effecten zijn van belang Hoe? - welke

Nadere informatie

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl.

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl. 6 Begrotingswijziging 2018 inzake CTER 1 180706 AB 6 V Financiering CTER.docx Vergadering algemeen Bestuur Datum 6 juli 2018 Agendapunt 6 Onderwerp Begrotingswijziging voor financiering CTER Bijlage nr

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

Energie management Actieplan

Energie management Actieplan Energie management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Doelstellingen...

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu vereisten In gevallen dat een be sluit of plan betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst kent de vormvrije m.e.r.-beoordeling

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie