Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Transcriptie

1 collegebesluit nr. 01/ november 2001 Besluit houdende een overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie met betrekking tot de implementatie van het project Milieuzorg op School in de Nederlandstalige scholen in het Brusselse hoofdstedelijke gewest Het College, Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988; Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 1993 betreffende de internationale betrekkingen van de gemeenschappen en de gewesten; Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur; Overwegende dat de Vlaamse Minister van Leefmilieu het project Milieuzorg op School (MOS) opstart en voor de implementatie ervan overeenkomsten afsluit met de vijf Vlaamse provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie; Na beraadslaging, Besluit Artikel 1.- Tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt, met betrekking tot de implementatie van het project Milieuzorg op School in de Nederlandstalige scholen in het Brusselse hoofdstedelijke gewest, een overeenkomst gesloten waarvan de tekst is bijgevoegd. Artikel 2.- Het Collegelid, bevoegd voor Onderwijs, wordt gemachtigd om de overeenkomst te ondertekenen. De directeur van de directie Onderwijs wordt gemachtigd om het project uit te voeren.

2 De Collegeleden, Jos CHABERT Guy VANHENGEL Robert DELATHOUWER

3 OVEREENKOMST MILIEUZORG OP SCHOOL Tussen : enerzijds : De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt mevrouw Vera DUA, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, hierna genoemd de OPDRACHTGEVER ; en anderzijds : De Vlaamse Gemeenschapscommissie, verder genoemd VGC en vertegenwoordigd door de heer Guy VANHENGEL, Collegelid bevoegd voor Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting, handelend in uitvoering van het besluit van het College van 29 november 2001, hierna genoemd de OPDRACHTHOUDER ; is overeengekomen wat volgt : Artikel 1 : Deze overeenkomst valt onder toepassing van het Belgisch recht. In geval van geschil zijn enkel de recht-banken van Brussel bevoegd. Artikel 2 : voorwerp van de overeenkomst. De opdrachtgever ondersteunt de implementatie van de milieuzorg in het Nederlandstalig onderwijs in het Brusselse hoofdstedelijk gewest, zoals beschreven in de bijgevoegde projectbeschrijving. Artikel 3 : praktische uitvoering en taakverdeling Artikel 3.1. : De opdrachtgever neemt alle kosten voor drie Vlaamse coördinatoren voor de invoering van milieuzorg op de basisschool (MOS) ten laste voor de periode van tot De opdrachtgever belast één van deze drie Vlaamse coördinatoren met een halftijdse opdracht als begeleider, ingaand op en eindigend op , met de implementatie van het MOS-project en respectievelijk het project Groene School in de Nederlandstalige basis- en secundaire scholen in het Brusselse hoofdstedelijk gewest. Onder voorwaarde van goedkeuring door de Vlaamse regering van de verderzetting van het project financieert de opdrachtgever verder de coördinatiekost en neemt bovendien, naar analogie met de situatie in de Vlaamse provincies, vanaf , via een kostenvergoeding aan de VGC, de loonkost ten laste van een halftijdse Brusselse begeleider,

4 die door de VGC wordt aangeworven en gehuisvest, onder de voorwaarden vermeld in artikel 3.2.,. Op jaarbasis bedraagt deze kostenvergoeding maximum BEF. De halftijdse Brusselse MOS-begeleider werkt in opdracht van de VGC. Artikel 3.2. : De opdrachthouder verbindt zich ertoe een coördinatiegroep op te richten om het MOSproject in Brussel bestendig op te volgen. In deze coördinatiegroep zetelen, naast vertegenwoordigers van de VGC-directies Onderwijs en Cultuur, onder meer ook vertegenwoordigers van het onderwijs en van de verschillende actoren, die op het domein van natuur- en milieueducatie in Brussel actief zijn. Een vertegenwoordiger van de opdrachtgever zetelt als waarnemend lid. De opdrachthouder verbindt zich ertoe om taakafspraken te maken met de actoren die nu reeds NME-opdrachten uitvoeren in het Brussels e hoofdstedelijke gewest. De opdrachthouder engageert zich om de implementatie van het educatief milieuzorgsysteem in het Brusselse basis- en secundair onderwijs na te streven. De verbintenis houdt in dat tijdens het schooljaar , met de ondersteuning van de in artikel 3.1., tweede alinea bedoeld halftijdse begeleider aangesteld door de opdrachtgever, gestreefd wordt om in tenminste 10% van de basisscholen te starten met de milieuzorg op school. Met het oog op de schooljaren en volgende werft, onder voorwaarde van goedkeuring door de Vlaamse regering van de verderzetting van het project, de opdrachthouder een halftijdse begeleider aan, die hij in de eigen infrastructuur huisvest. Hij staat ook in voor de werkings- en uitrustingskosten van dit personeelslid. De loonkosten van dit personeelslid worden via een kostenvergoeding van de opdrachthouder terugbetaald aan de VGC. Deze halftijdse begeleider staat ook in voor de implementatie van milieuzorg in de Brusselse secundaire scholen in het eenheidsproject MOS voor het basis- en secundair onderwijs. Artikel 4 : overlegstructuur Artikel 4.1. : De overeenkomst wordt opgevolgd door een MOS-stuurgroep, die minstens driemaandelijks samenkomt. De opdrachtgever leidt de MOS-stuurgroep en staat in voor de coördinatie op het niveau van de gehele Vlaamse Gemeenschap. Artikel 4.2. : De MOS-stuurgroep stuurt de voortgang, bewaakt de kwaliteit en zorgt voor de afstemming tussen de verschillende Vlaamse provinciebesturen en de VGC. Zij beslist over de te volgen strategie en de eventuele bijsturingen van het project. Minstens twee maal per jaar evalueert zij de invoering van milieuzorg in het basisonderwijs. De samenstelling en de werkzaamheden van de stuurgroep zijn opgenomen in de bijlage «Mileuzorg op school (MOS)» bij deze overeenkomst. Artikel 5 : praktische modaliteiten Artikel 5.1. : De samenwerkingsovereenkomst loopt tot 31 augustus 2002 en wordt automatisch met telkens een schooljaar verlengd indien de Vlaamse regering het eenheidsproject Milieuzorg op School (vanaf 01/09/01) goedkeurt en hiertoe de nodige kredieten in haar begroting heeft ingeschreven.

5 Artikel 5.2. : betalingsmodaliteiten Gedurende de periode van tot hebben de opdrachtgever en opdrachthouder geen financiële verplichtingen tegen over elkaar. Er wordt door de opdrachtgever enkel een halftijds begeleider ter beschikking gesteld van de opdrachthouder. De periode waarvoor financiële ondersteuning van de Vlaamse Gemeenschap voorzien is voor de provincies loopt van tot , en kan verdergezet worden onder voorwaarde van goedkeuring door de Vlaamse regering, ook voor de VGC. Bij verderzetting van het project vanaf , na goedkeuring door de Vlaamse regering, zal de betaling van de kosten, verbonden aan deze overeenkomst, als volgt gebeuren : - voor de periode van tot (trimester 1) dient de opdrachthouder na 31/12/02 een schuldvordering in ten bedrage van maximaal één derde van het voorziene totale bedrag, zijnde BEF (7.436,81 EURO); - voor de periode van tot (trimester 2) dient de opdrachthouder na 30/04/03 een schuldvordering in ten bedrage van maximaal één derde van het voorziene totale bedrag, zijnde BEF (7.436,81 EURO); - voor de periode van tot (trimester 3) dient de opdrachthouder na 31/08/03 een schuldvordering in voor het saldo van het voorziene totaalbedrag met een maximum van BEF (7.436,81 EURO). De aanvraag tot betaling van de schuldvorderingen met de respectievelijke bewijsstukken, die in drie exemplaren ingediend worden, wordt gericht aan de bestuursentiteit die bevoegd voor de uitvoering van MOS : Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (AMINAL) Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid t.a.v. ir. Marc Cherretté - afdelingshoofd Graaf de Ferrarisgebouw - Koning Albert II-laan 20 - bus Brussel Artikel 5.3. : financieel verslag Het financieel verslag omvat : Een kopie van de loonfiches van het bij het project betrokken personeelslid; Een synthetisch maandelijks werkverslag (maximaal 1 bladzijde per maand) van het bij het project betrokken personeelslid, geviseerd tijdens het maandelijks overleg tussen de MOS-coördinatie en de directie Onderwijs van de VGC. Artikel 6 : sancties Als de opdrachthouder de aangegane verbintenissen niet naleeft, komen de loonkosten van de Brusselse begeleider geheel of gedeeltelijk ten laste van de opdrachthouder a rato van de geleverde prestatie. Als de opdrachtgever de aangegane verbintenissen niet naleeft, blijven de loonkosten van de Brusselse begeleider ten laste van de opdrachtgever. In dit geval kan de opdrachtgever geen loon- en werkingskosten verhalen op de opdrachthouder. Opgemaakt te Brussel in drie exemplaren op 29 november 2001, Voor de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, Vera DUA

6 Voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Collegelid bevoegd voor Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting, Guy VANHENGEL

7 BIJLAGE Projectbeschrijving, horende bij de overeenkomst op 29 november 2001 tussen enerzijds de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door mevrouw Vera DUA, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw en anderzijds het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door de heer Guy VANHENGEL, Collegelid bevoegd voor Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting. 1. Algemeen De cel Natuur- en Milieueducatie en -Informatie van de Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (AMINAL) van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van de Vlaamse Gemeenschap, de provincies en de VGC starten in overleg en in samenwerking met het onderwijs het educatief project «Milieuzorg op de basisschool» (MOS) in de Vlaamse basisscholen (inclusief het bijzonder onderwijs). «Overleg» over inhoud, methodiek, organisatie en informatie geldt als algemeen principe van het project. De inhoudelijke, educatieve, organisatorische en informatieve coördinatie gebeurt door de 3 MOS-coördinatoren op Vlaams niveau (met standplaats Brussel), in onderling overleg met de cel NME&I van de Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van AMINAL, de provinciale en de VGC-MOS-begeleiders (met standplaats in de provincie en in Brussel) en de provinciale NME-coördinatoren. Een stuurgroep, samengesteld uit de diverse partners, moet garant staan voor een kwalitatieve sturing en advisering van het project. Samenstelling van de stuurgroep : - Administratie Leefmilieu : - Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid (voorzitter) - de projectcoördinator (Cel NME&I) - MOS-coördinatie voor het basisonderwijs (1 vertegenwoordiger) - de MOS-coördinator voor het project Groene School (SO) - Administratie Onderwijs : - Inspectie basisonderwijs (1 vertegenwoordiger) - Inspectie secundair onderwijs (1 vertegenwoordiger) - Dienst voor Onderwijsontwikkeling (1 vertegenwoordiger) - Permanente Commissie Milieueducatie in het Onderwijs (1 vertegenwoordiger) - Vlaamse Gemeenschapscommissie (1 vertegenwoordiger) - 5 provincies : Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-brabant en West-Vlaanderren (elk 1 vertegenwoordiger) - Onderwijsnetten : VSKO, GO, POV, OVSG (elk 1 vertegenwoordiger) De stuurgroep wordt voorgezeten door de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid. Het secretariaat van de stuurgroep wordt waargenomen door de MOS-coördinatieploeg op Vlaams niveau. De Vlaamse MOS-coördinatie, elke provincie en de VGC legt semestrieel op de vergadering van de stuurgroep een rapport voor. De Vlaamse MOS-coördinatie legt op basis van alle deelrapporten een jaarrapport voor uiterlijk op 15 augustus Regelmatig wordt door de provinciale en de VGC-MOS-begeleiders informatie doorgespeeld naar de Vlaamse MOS-coördinatie teneinde permanente en geactualiseerde

8 informatie te kunnen communiceren via de NME-website, de nieuwsbrief en andere informatiekanalen. 2. Coördinatie van de voorbereidingsfase De MOS-coördinatoren staan samen met de provinciale en de VGC verantwoordelijken in voor de inhoudelijke, educatieve, organisatorische en informatieve voorbereiding. In overleg met de MOS-stuurgroep worden volgende initiatieven genomen : Samenstellen van het educatief aanbod Het educatief aanbod wordt in intens overleg tussen de MOS-coördinatoren en de provinciale en VGC diensten samengesteld. Voor een vlotte werking worden ontwerpen van educatief aanbod via mail uitgewisseld. Minstens éénmaal per maand wordt ter zake een gezamenlijk overleg belegd. Het educatief aanbod (zowel inhoudelijk, de presentatie ervan als het bijhorend educatief materiaal) dient de goedkeuring te krijgen van zowel de Vlaamse coördinatoren, de 6 provinciale en VGC verantwoordelijken als van de MOS-stuurgroep. Strategie en informatiecampagne De strategie en de informatiecampagne voor de scholen worden zo opgesteld dat de campagne in Vlaanderen en Brussel herkenbaar is als één initiatief, maar tegelijkertijd ook ruimte laat voor een eigen provinciale of Brusselse invulling. Op alle publicaties m.b.t. het MOS-project worden de logo s van de Vlaamse Gemeenschap en van de betreffende provincie(s) of VGC gebruikt. De concrete uitvoering van de campagne gebeurt door de provincies en de VGC zelf. Dit houdt o.a. in : aanmaak van louter provinciale of Brusselse voorstellingsfolders ; voorstellen van het project, o.a. via een mailing, aan de scholen, gemeenten en intercommunales ; leggen van contacten met daadwerkelijk geïnteresseerde scholen ; maken van afspraken met de scholen, ; De provincies en de VGC kunnen elk op basis van een verdeelsleutel (a rato van het aantal basisscholen in de provincie) aanspraak maken op de middelen die door de Vlaamse Gemeenschap voor de campagne worden voorzien. 3. Coördinatie van de uitvoeringsfase (1 september augustus 2002) De MOS-begeleider tracht eventuele problemen in eerste instantie maximaal met de provinciale en VGC dienst op te lossen. Indien dit niet mogelijk is, wordt het onderwerp besproken tijdens het overleg van de MOS-coördinatoren en de MOS-begeleiders. Minstens één maal per maand wordt een overlegvergadering door de MOS-coördinatoren met de MOS-begeleiders georganiseerd. De MOS-coördinatoren zorgen, in nauw overleg met de MOS-begeleiders : voor de eenvormigheid van de uitvoering van het project maar met ruimte voor de eigen provinciale of Brusselse accenten. De MOS-coördinatoren hebben m.b.t. de concrete

9 invulling van de begeleiding in de provincies en in Brussel geen beslissende bevoegdheid in de provincies of in Brussel; dat alle Vlaamse en Brusselse basisscholen van alle netten een gelijkwaardig educatief aanbod krijgen; voor initiatieven die de regionale werking van het project overschrijden : studiedagen, trefdagen, beurzen; in samenspraak met de provinciale en VGC-diensten en met de nodige «ruimte» voor eigen provinciale of Brusselse accenten, voor de aanmaak van algemeen informatie- en promotiemateriaal, het educatief materiaal, folder, brochure, nieuwsbrief, affiches, logo s/vlaggen, website 4. Personeelsaangelegenheden In de mate van het mogelijke wordt, omwille van een optimale inhoudelijke afstemming, gepleit voor een wederzijdse aanwezigheid bij de selectie van de MOS-coördinatoren en MOS-begeleiders. Opgemaakt in Brussel in drie exemplaren op 29 november 2001 Gezien om gevoegd te worden bij de overeenkomst «Milieuzorg op School», van 29 november Voor de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, Vera DUA Voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Collegelid bevoegd voor Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting, Guy VANHENGEL Gezien om gevoegd te worden bij het collegebesluit nr.01/460 van 29 november 2001 houdende een overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie met betrekking tot de implementatie van Milieuzorg op School in de Nederlandstalige scholen van het Brusselse hoofdstedelijke gewest. De collegeleden,

10 Jos CHABERT Guy VANHENGEL Robert DELATHOUWER