Gezagsrecht, stiefouderschap en gedeeld gezag door meer dan twee personen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezagsrecht, stiefouderschap en gedeeld gezag door meer dan twee personen."

Transcriptie

1 Gezagsrecht, stiefouderschap en gedeeld gezag door meer dan twee personen. Een juridisch onderzoek naar de gezagsmogelijkheden van stiefouders aan de hand van het Nederlandse en het Engelse gezagsrecht en de voor- en nadelen van gedeeld gezag door meer dan twee personen. Biedt het Engelse systeem omtrent parental responsibility inspiratie voor het Nederlandse gezagsrecht? Verdient gedeeld gezag door meer dan twee personen in het Nederlandse gezagsrecht wettelijke verankering? Studie: Master Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Naam: Maartje Bouwmans Studentnummer: Scriptiebegeleider: mr. R. Heerkens Tweede lezer: prof. mr. P. Vlaardingerbroek Verdediging: 10 december 2013

2 VOORWOORD Voor u ligt mijn scriptie geschreven ter afsluiting van de Masteropleiding Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht aan de Universiteit van Tilburg. Ik ben gedurende mijn studie geïnteresseerd geraakt in het personen- en familierecht, daarom ben ik op dit gebied op zoek gegaan naar een onderwerp voor mijn scriptie. Het scriptieonderwerp ligt op het terrein van het Nederlandse en Engelse gezagsrecht, de stiefouder staat hierbij centraal. Ik heb onderzoek gedaan naar stiefouderschap als vorm van het steeds belangrijker wordende sociaal ouderschap en de mogelijkheden van stiefouders om gezag uit te oefenen over een stiefkind. Daarnaast heb ik onderzoek gedaan naar gedeeld gezag door meer dan twee personen (dit is in Engeland mogelijk) en de voor- en nadelen die daarbij horen. Ik heb onderzocht of het Engelse gezagsrecht, of bepaalde elementen daarvan, inspiratie biedt voor het Nederlandse gezagsrecht en of gedeeld gezag door meer dan twee personen wettelijke verankering verdient in het Nederlandse gezagsrecht. Ondanks dat ik het een pittig proces vond, heb ik altijd met veel plezier aan deze scriptie gewerkt, ik hoop dan ook dat mijn onderzoek de lezer aanspreekt. In dit voorwoord wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om een aantal personen te bedanken. Ten eerste mijn scriptiebegeleider mr. R. Heerkens voor haar tijd en begeleiding bij het schrijven van mijn scriptie. Hartelijk dank voor uw adviezen en kritische opmerkingen die mij dieper aan het denken hebben gezet. Ten tweede wil ik prof. mr. P. Vlaardingerbroek bedanken voor zijn tijd en voor het feit dat hij tweede lezer wil zijn. Ook wil ik mijn eerste scriptiebegeleider mr. F. de Kort bedanken voor haar tijd en de gesprekken die ik met haar heb gevoerd tijdens het eerste gedeelte van mijn scriptieproces. Bovendien wil ik mijn ouders, Pieter en Petra, mijn broertje Joost, mijn vriend Han en mijn vrienden bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun en positiviteit tijdens mijn studie en bij het schrijven van deze scriptie. Maartje Bouwmans Deurne, november

3 INHOUDSOPGAVE Lijst met afkortingen... 5 Hoofdstuk 1 Inleiding De probleemanalyse De centrale onderzoeksvraag Opbouw Relevantie van het onderzoek Maatschappelijke relevantie Wetenschappelijke relevantie Hoofdstuk 2 Ouderschap en stiefouderschap Ouderschap Juridisch ouderschap Fysiologisch ouderschap Sociaal ouderschap Rechtsgevolgen Stiefouderschap De juridische stiefouder De feitelijke stiefouder Samenwonen Lat-relatie Conclusie Hoofdstuk 3 Het Nederlandse gezagsrecht en de stiefouder Minderjarigheid en gezag Ouderlijk gezag Voogdij Gezagsmogelijkheden van de stiefouder Gezamenlijk gezag ex artikel 1:253t BW Artikel 1:253t BW ter discussie De partneradoptie De partneradoptie ter discussie Conclusie

4 Hoofdstuk 4 Het Engelse gezagsrecht en de stiefouder Parental responsibility Gezagsmogelijkheden van de stiefouder Parental responsibility overeenkomst/agreement Parental responsibility (court) order Residence order Verzoek door de juridische stiefouder Verzoek door de feitelijke stiefouder Partneradoptie Conclusie Hoofdstuk 5 Voor- en nadelen van gedeeld gezag door meer dan twee personen Voordelen van gedeeld gezag door meer dan twee personen Nadelen van gedeeld gezag door meer dan twee personen Biedt de Engelse wet inspiratie voor het Nederlandse gezagsrecht? Een gezagsregeling met specifieke afspraken Een nieuwe mogelijkheid binnen het gezagsrecht Is het algemeen overeenkomstenrecht van toepassing? Toetsingscriteria voor de rechter in geval instemming van één der partijen ontbreekt Conclusie Conclusie en aanbevelingen Literatuurlijst Bijlage I Regelgeving en parlementaire stukken Bijlage II Jurisprudentielijst Bijlage III Elektronische bronnen

5 Lijst met afkortingen Voluit Afkorting Adoption and Children Act 2002 ACA 2002 artikel art. Burgerlijk Wetboek BW Centraal Bureau voor de Statistiek CBS Children Act 1989 CA 1989 Commitment, Attachment, Reasons- criteria CAR-criteria dissertatie/academisch proefschrift diss. en andere e.a. Europees Hof voor de Rechten van de Mens EHRM Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens EVRM en de fundamentele vrijheden gerechtshof Hof Hoge Raad HR Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind IVRK juncto jo. Kamerstukken (Tweede Kamer) Kamerstukken II kantonrechter Ktr. Landelijk Jurisprudentie Nummer LJN Living Apart Together LAT meester in de rechten mr. met betrekking tot m.b.t. Nederlandse Jurisprudentie NJ nummer/number nr. / no. onder andere o.a. op basis van o.b.v. op grond van o.g.v. pagina p. Paragraph para. professor prof. De Praktijkgids Prg. rechtbank Rb. Rijkswet op het Nederlanderschap RwNed Staatsblad Stb. Step-Parent Parental Responsibility Agreement C(PRA2) 5

6 volume Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Wetboek van Strafrecht vol. Rv WvSr. 6

7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 De probleemanalyse Het woord gezin heeft geen eenduidige betekenis. Het gezin, het familie- en gezinsleven, is een begrip met een dynamisch karakter dat voortdurend in verandering is net zoals de samenleving. 1 Er zijn tegenwoordig steeds meer gezinnen die niet slechts bestaan uit een vader en moeder met kinderen van hun beide. Naast deze zogenoemde traditionele gezinnen, zijn er steeds vaker nieuwe gezinnen. Het roze gezin 2 of gezinnen met een stiefvader of stiefmoeder zijn voorbeelden van zo n nieuw gezin. Situaties van stiefouderschap ontstaan vaak door echtscheiding 3 of door het overlijden van één van de ouders. 4 Wanneer de gescheiden ouder een nieuwe relatie aangaat, krijgt een kind te maken met deze stiefouder en eventuele stiefbroers en/of -zussen. Deze situatie kent talrijke benamingen 5, maar zal in het navolgende worden aangeduid met de term meeroudergezin. De term stiefouder omvat in deze scriptie zowel de juridische stiefouder als de feitelijke stiefouder. Onder de juridische stiefouder wordt in dit onderzoek verstaan de partner van de ouder, die samen met de ouder, een door het huwelijk of door een geregistreerd partnerschap geformaliseerde relatie heeft. Onder de feitelijke stiefouder wordt de partner van de ouder verstaan die duurzaam samenwoont met de ouder, maar waar geen sprake is van een door huwelijk of geregistreerd partnerschap geformaliseerde relatie tussen hen beide. Er kan in de situatie van duurzaam samenwonen wel degelijk een nauwe persoonlijke betrekking bestaan tussen de partner van de ouder en het kind, daarom wordt ook deze persoon in dit onderzoek aangemerkt als stiefouder. Gesteld kan worden dat gezinnen in Nederland er anders uit zijn gaan zien. Op het gebied van het afstammingsrecht zijn ook veranderingen merkbaar. Tegenwoordig is niet slechts biologisch ouderschap van belang, maar gaat ook sociaal ouderschap zwaarder wegen. Dit kan worden afgeleid uit het instemmen van de Eerste en Tweede Kamer met het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie. 6 Het sociaal ouderschap wordt, naast het biologisch 1 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p De term roze gezin wordt o.a. gebruikt om de volgende situatie aan te duiden: de situatie waarin een homoseksueel of lesbisch stel een kind krijgt en dit kind samen met een ander, bijvoorbeeld de eiceldonor, draagmoeder of zaaddonor verzorgt en opvoedt. 3 Uit data van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) Statline blijkt dat het echtscheidingspercentage in ,5% was en dat bij meer dan de helft van de echtscheidingen minderjarige kinderen waren betrokken. Bijna de helft van deze kinderen krijgt te maken met een stiefouder. Dit brengt de verandering met zich mee dat er ook steeds meer meeroudergezinnen zijn in de huidige samenleving. A. de Graaf, Een terugblik op het ouderlijk gezin, < geraadpleegd op 27 maart Draaisma 2001, p Te denken valt aan de termen: het samengestelde gezin, stiefgezin, meeroudergezin, fusie/mikado/mozaïek gezin of patchwork gezin (het staat symbool voor het samengestelde/meeroudergezin, zoals de stukjes in een patchwork). 6 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2. Het wetsvoorstel is op 13 oktober 2011 ingediend door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de heer Teeven. Het wetsvoorstel is op 30 oktober 2012 aangenomen door de Tweede Kamer en op 19 november 2013 aangenomen door de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel wordt ook wel het wetsvoorstel Duomoederschap of Lesbisch ouderschap genoemd. 7

8 ouderschap, in dit wetsvoorstel gebruikt als basis om een familierechtelijke betrekking tot stand te brengen tussen de duomoeder en het kind. 7 Uit het bovenstaande blijkt dat het sociaal ouderschap en de veranderende samenstelling van gezinnen, heden ten dage zeer actuele onderwerpen zijn. De status die een persoon heeft zoals biologisch/genetisch, juridisch of sociaal ouder is o.a. van belang omdat er verschillende rechtsgevolgen aan verbonden zijn. Juridisch ouderschap heeft verschillende rechtsgevolgen, het heeft o.a. betrekking op het erfrecht, recht op naam, nationaliteit, woonplaats, omgang en op het gezag. 8 Volgens de Nederlandse wet kan een kind twee juridische ouders hebben, ook kunnen slechts twee personen tegelijkertijd het gezag over een kind uitoefenen. In de hierboven geschetste meeroudergezinssituaties krijgt een kind echter te maken met drie of vier ouders, 9 omdat ook de stiefouder(s) naast de ouder(s) een rol speelt in de verzorging en opvoeding van het kind. In de praktijk zijn er dus naast de gezaghebbende ouder(s) ook andere personen, zoals de stiefouder, die een soort van gezag uitoefenen over een kind. Het is momenteel in Nederland onmogelijk om de situatie omtrent gezag van de stiefouder zoals die is in de praktijk, juridisch te verankeren, als het kind reeds onder gezag van twee personen staat. De formele positie van de stiefouder kan dan dus niet in overeenstemming gebracht worden met de praktijk. De stiefouder kan wegens het ontbreken van gezag, bij het nemen van belangrijke beslissingen ten aanzien van zijn stiefkind met lege handen komen te staan. De Nederlandse wet biedt in dergelijke situaties geen mogelijkheden zodat de stiefouder juridische handen en voeten kan geven aan de opvoedingstaak die hij op zich genomen heeft. 10 De conclusie is dat de wet eigenlijk niet aansluit bij de praktijk en dat er een lacune is op dit gebied. Dit probleem vormt de grondslag voor het onderzoeksonderwerp en zal als uitgangspunt dienen bij het onderzoek. 1.2 De centrale onderzoeksvraag Aan de hand van bovenstaande probleemanalyse ben ik tot de volgende centrale onderzoeksvraag gekomen: In hoeverre verdient het Nederlandse gezagsrecht aanpassing, met betrekking tot de mogelijkheden van een stiefouder om gezag uit te oefenen over een stiefkind en verdient in dit kader gedeeld gezag door meer dan twee personen wettelijke verankering? 7 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Denk bijvoorbeeld ook aan: de familierechtelijke relatie, de zorgplicht, huwelijkstoestemming, stuiting en vernietiging van het huwelijk, verzoek tot een kinderbeschermingsmaatregel, verzoek tot curatele/beschermingsbewind/mentorschap, aansprakelijkheid, huwelijksverbod en in geval van afwezigheid/vermissing: Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Denk bij de situatie van meeroudergezinnen ook bijvoorbeeld aan duomoeders en een bekende donor met ouderschapsintenties: Vonk 2004, p Vonk 2005, p

9 1.3 Opbouw In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe de scriptie is opgebouwd. Om een goed onderzoek te kunnen uitvoeren en om tot beantwoording van de centrale onderzoeksvraag te kunnen komen, zijn vier deelvragen geformuleerd. Hieronder worden de deelvragen beschreven, weergegeven in welk hoofdstuk ze aan bod komen en worden ze kort toegelicht. Bij het lezen van deze scriptie is het van belang te weten dat het onderzoek zich niet richt op de vraag of een kind wettelijk gezien meer dan twee juridische ouders moet kunnen hebben. Deze vraag zou een gehele herziening van het nationale en internationale afstammingsrecht inhouden, 11 dit gaat voor dit onderzoek absoluut te ver. In dit onderzoek worden niet alle rechtsgevolgen van de bepaalde vormen van ouderschap belicht, het is gericht op het gezagsrecht. Er zijn diverse soorten (sociaal) ouderschap, maar aangezien de bespreking van meerdere soorten (sociale) ouders 12 te uitgebreid is, is het onderzoek toegespitst op de stiefouder. In dit onderzoek staan het gezagsrecht en de mogelijkheden tot uitoefening van het gezag door de stiefouder(s) in een meeroudergezin centraal. De eerste deelvraag: Wat wordt er verstaan onder ouderschap, meer specifiek stiefouderschap en welke vormen zijn te onderscheiden? wordt in hoofdstuk twee behandeld. Dit hoofdstuk biedt een basis van de scriptie, het zorgt voor inleiding en begrip in het onderwerp. Inleidend wordt in hoofdstuk twee eerst kort onderzocht welke verschillende soorten ouderschap er zijn in het Nederlandse recht en welke rechtsgevolgen er aan ouderschap gekoppeld zijn. Vervolgens wordt stiefouderschap van de andere ouderschapsvormen onderscheiden en nader uiteengezet. Deelvraag één is voornamelijk gericht op de inhoud en de betekenis van het begrip stiefouderschap. Naar stiefouderschap wordt in dit onderzoek op twee verschillende manieren gekeken. Enerzijds wordt het begrip belicht als zijnde de juridische stiefouder, er is dan sprake van een door huwelijk of geregistreerd partnerschap geformaliseerde relatie tussen ouder en stiefouder. Anderzijds is er de feitelijke stiefouder die duurzaam samenwoont met de ouder, maar waar geen sprake is van een geformaliseerde relatie. In hoofdstuk drie wordt vervolgens de tweede deelvraag uitgewerkt: Wat is de huidige rechtspositie van de stiefouder met betrekking tot het gezagsrecht in Nederland, welke juridische mogelijkheden heeft hij om het gezag over zijn stiefkind(eren) uit te oefenen? Deze deelvraag is van belang bij de beantwoording van de centrale onderzoeksvraag. Bij de beantwoording van deze deelvraag wordt inzichtelijk gemaakt hoe het Nederlandse gezagsrecht is geregeld en wordt het gezagsrecht specifiek betrokken op de stiefouder, zijn rechtspositie op het gebied van gezag wordt besproken. De mogelijkheden die de stiefouder, op basis van de Nederlandse wet heeft tot uitoefening van gezag over het stiefkind, worden uiteengezet. In hoofdstuk vier wordt de derde deelvraag behandeld: Wat is de huidige rechtspositie van de stiefouder met betrekking tot het gezagsrecht in Engeland, welke juridische mogelijkheden heeft hij om 11 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Onder sociale ouders kunnen in het kader van meeroudergezinnen o.a. worden verstaan: de (juridische) stiefouder(s), de pleegouder(s), de eiceldonor, de zaaddonor, de draagmoeder, een homoseksueel of lesbisch koppel/persoon die samen met een ander koppel/persoon een kind verzorgt en opvoedt. 9

10 het gezag (parental responsibility) over zijn stiefkind(eren) uit te oefenen? Deze deelvraag is van belang voor de beantwoording van de hoofdvraag omdat het gezagsrecht in Engeland anders geregeld is dan in Nederland. In Engeland is het mogelijk dat meer dan twee personen tegelijkertijd parental responsibility uitoefenen over een kind. Daar is het dus mogelijk dat een stiefouder naast de gezaghebbende ouders met parental responsibility belast kan worden en dat dit juridisch ook kan worden vastgelegd. Parental responsibility is: all the rights, duties, powers, responsibilities and authority, which by law a parent of a child has in relation to the child and his property. 13 In beginsel heeft de stiefouder ook in Engeland geen parental responsibility, maar dit kan wel op verschillende manieren verkregen worden, zoals via een residence order. 14 In de Engelse Children Act section 4A Acquisition of parental responsibility by step-parent, kunnen bijvoorbeeld drie personen door overeenkomst of door een rechterlijke uitspraak verantwoordelijkheden over een kind krijgen. Vergelijking met Engeland is belangrijk voor het onderzoek omdat er duidelijke verschillen zijn met Nederland, en dit waarschijnlijk nieuwe inzichten zal opleveren. De vierde deelvraag: Wat zijn enkele voor- en nadelen van de mogelijkheid om het gezag aan meer dan twee personen toe te kunnen kennen? komt vervolgens in hoofdstuk vijf aan bod. Bij de beantwoording van deze deelvraag wordt er onderzoek gedaan naar enkele voor- en nadelen van de mogelijkheid om het gezag over meer dan twee personen te kunnen verdelen. Dit gebeurt aan de hand van zowel het Nederlandse als het Engelse recht. Het gaat bijvoorbeeld om de situaties waarin er meerdere personen met gezag over een kind zijn belast en er moet, door hen gezamenlijk, een belangrijke beslissing genomen worden. Te denken valt bijvoorbeeld aan een beslissing omtrent schoolkeuze of een eventuele medische behandeling. Tot slot wordt er een conclusie getrokken en aanbevelingen gedaan. In de conclusie wordt antwoord gegeven op de centrale hoofdvraag. Uit de conclusie zal blijken of gedeeld gezag door meer dan twee personen al dan niet wettelijke verankering verdient. Aan de hand daarvan worden enkele aanbevelingen gedaan. 1.4 Relevantie van het onderzoek Maatschappelijke relevantie De afgelopen jaren zijn gezinnen er anders uit gaan zien. Niet slechts biologisch maar ook sociaal ouderschap gaat zwaarder wegen. De juridische werkelijkheid sluit niet aan bij de praktijk waarin stiefouders, als ouders, betrokken zijn bij de opvoeding en verzorging van hun stiefkinderen. Ondanks dat stiefouders de opvoedingstaak op zich nemen alsof ze ouder zijn, kunnen ze bij het nemen van belangrijke beslissingen aangaande het stiefkind (zoals bijvoorbeeld schoolkeuze of een eventuele medische behandeling), met lege handen komen te staan omdat ze op papier geen gezag 13 De betekenis van parental responsibility volgt uit: section 3 (1) The Children Act Bainham 2005, p

11 hebben. Draaisma stelt dat de rechtspositie van de stiefouder te wensen over laat, zij zegt dat stiefouders wel de plichten hebben, zoals onderhoud, maar niet de rechten zoals gezag. 15 Op het moment kunnen er in de maatschappij ongewenste situaties ontstaan als een persoon, geen gezag kan krijgen over een kind, doordat twee anderen al gezaghebbenden zijn. In dit onderzoek wordt de positie van de stiefouder omtrent gezag, diens mogelijkheden om gezag uit te oefenen en de voor- en nadelen van verdeling van het gezag over meer dan twee personen onderzocht. Aan de hand daarvan kan worden beoordeeld of de huidige situatie van maximaal twee gezaghebbenden wel echt ongewenst is of niet en of het Nederlandse gezagsrecht op dit punt al dan niet aanpassing verdient. In het voorgaande is de maatschappelijke relevantie van het onderzoek gelegen Wetenschappelijke relevantie Zoals gezegd is er in de huidige samenleving steeds vaker sprake van het ontstaan en bestaan van meeroudergezinnen. Een kind wordt dan opgevoed door de gescheiden ouders, met diens nieuwe partner(s), de stiefouder(s). Een kind kan dan te maken krijgen met drie of vier personen die de rol van verzorger/opvoeder op zich nemen. In de praktijk hebben dus steeds vaker meer dan twee personen iets te zeggen over het kind doordat ze in de dagelijkse gang van zaken beslissingen nemen en een soort gezag uitoefenen over het kind. Zoals in de probleemanalyse naar voren komt kunnen er volgens de Nederlandse wet echter slechts twee personen het gezag over een minderjarige uitoefenen. De wet heeft betrekking op de situatie van het traditionele gezin en sluit nog niet aan op de situatie van meeroudergezinnen, er is dus een leemte op dit gebied. De onderzoeker is niet bekend met eerdere onderzoeken naar de mogelijkheden tot uitoefening van het gezag door de stiefouders in een meeroudergezin als er al twee gezaghebbenden zijn. De onderzoeker is dus niet bekend met onderzoek naar gedeeld gezag door meer dan twee personen 16 en of dit verankering in de Nederlandse wet verdient gelet op de voor- en nadelen van zo n situatie. In het voorgaande is de wetenschappelijke relevantie van dit onderzoek gelegen. 15 Draaisma 2001, p Zie ook < 16 Dat onderzoek op dit terrein gewenst is blijkt o.a. uit: Vonk 2005, p. 39; Draaisma 2001, p

12 Hoofdstuk 2 Ouderschap en stiefouderschap In dit hoofdstuk worden verschillende vormen van ouderschap uiteengezet en worden de rechtsgevolgen die gekoppeld zijn aan ouderschap beknopt besproken. Vervolgens zal het begrip stiefouderschap uiteengezet worden. Er wordt duidelijk gemaakt wat er in deze scriptie met deze term wordt bedoeld en hoe het kan ontstaan. Er zal worden besproken wie de wet als stiefouder noemt. In dit onderzoek wordt echter ook op een andere wijze naar het begrip stiefouder gekeken. In deze scriptie worden namelijk ook andere personen dan de door de wet genoemde stiefouder, onder het begrip stiefouder verstaan. 2.1 Ouderschap Onder ouderschap wordt in de Nederlandse wet verstaan: de rechtsbetrekking tussen kind en ouder(s), hierbij zijn de feitelijke omstandigheden waaronder het kind wordt geboren of is verwekt van belang. 17 Hieronder worden kort drie verschillende ouderschapsvormen besproken, namelijk: juridisch, fysiologisch en sociaal ouderschap. Welk soort ouderschap er aan de orde is, is van belang omdat er verschillende rechtsgevolgen van toepassing kunnen zijn. Juridisch ouderschap brengt de meest verstrekkende rechtsgevolgen met zich mee. De verschillende ouderschapsvormen kunnen samenvallen in één ouderpaar, maar kunnen ook over meerdere personen verspreid zijn. In de praktijk zal vaak blijken dat de biologische ouders ook de juridische ouders van een kind zijn en dat ze tevens de feitelijke verzorging en opvoeding op zich hebben genomen en dus ook sociaal ouders zijn. Maar dit hoeft dus niet altijd het geval te zijn Juridisch ouderschap Als er wordt gesproken over juridisch ouderschap, gaat het om in de wet vastgelegde rechten en plichten van het ouderschap, het gaat om de vastlegging van de wettelijke afstammingsbanden. 18 De eerste afdeling van Titel 11 van Boek 1 BW regelt hoe ouders en kind(eren) in een familierechtelijke rechtsbetrekking/relatie tot elkaar komen te staan. Ouderschap is moederschap of vaderschap. Volgens artikel 1:198 BW is de juridische moeder van het kind, de vrouw uit wie een kind geboren is of de vrouw die een kind heeft geadopteerd. De vrouw die het kind baart, is altijd de juridische moeder, dat is zelfs zo wanneer de eicel afkomstig is van een andere vrouw of als er sprake is van embryodonatie of draagmoederschap. 19 Uit artikel 1:199 BW blijken een aantal manieren waarop juridisch vaderschap kan ontstaan. De man die gehuwd is met de vrouw die een kind baart, is van rechtswege de juridische vader van het kind, artikel 1:199 onder a BW. Hier kan worden gesproken van een fictie van vaderschap, het juridisch vaderschap zegt immers niet of de vader ook daadwerkelijk de biologische vader van het 17 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Doek & Vlaardingerbroek 2009, p. 59; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p. 209 en

13 kind is. 20 Hieruit blijkt dat het Nederlandse afstammingsrecht uitgaat van een vermoeden van biologisch vaderschap. Daarnaast is ook de overleden echtgenoot van de moeder de juridische vader, als het kind binnen 306 dagen na zijn overlijden wordt geboren, artikel 1:199 onder b BW. De moeder kan dit echter voorkomen door binnen een jaar na de geboorte van het kind een ontkenningsverklaring af te leggen door te verklaren dat haar overleden man niet de vader van het kind is. 21 De moeder heeft deze mogelijkheid als zij sinds de 306 de dag was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenoot sindsdien gescheiden leefden, als de vrouw ten tijde van de geboorte van het kind opnieuw is gehuwd dan is de nieuwe echtgenoot vader van het kind, zo blijkt uit het artikel. Ook de erkenner van een kind, de man van wie het vaderschap gerechtelijk is vastgesteld en hij die een kind heeft geadopteerd, is juridisch vader van het kind o.g.v. artikel 1:199 sub c, d en e BW. Uit artikel 1:229 BW blijkt dat de adoptiefouder en de geadopteerde in familierechtelijke relatie tot elkaar komen te staan en dat de familierechtelijke betrekking met de oorspronkelijke ouders ophoudt te bestaan. Volgens de Nederlandse wet kan een kind maximaal twee juridische ouders hebben Fysiologisch ouderschap Bij fysiologisch ouderschap gaat het er om wie biologisch of genetisch ouder is van een kind. 22 Biologisch vader is hij die het kind heeft verwekt of hij die de zaadcellen geleverd heeft. Biologisch moeder is de vrouw die het kind heeft gebaard. 23 Het maakt voor de biologische moeder niet uit of zij de eicel ook heeft geleverd, ook al is dat niet het geval maar baart zij het kind, dan is zij de biologische moeder, tevens is zij de juridische moeder. Hier zien we dus dat verschillende ouderschapsvormen kunnen samenvallen. Genetisch ouder is hij of zij die het genetisch materiaal heeft geleverd. 24 De genetische moeder is zij die de eicel heeft geleverd, genetisch vader is de man die de zaadcellen heeft geleverd. Genetisch ouderschap kan worden gekoppeld aan draagmoederschap. Commercieel draagmoederschap komt tegenwoordig bijvoorbeeld in India 25 veel voor, de draagmoeder draagt een kind voor een buitenlands paar, in Nederland is draagmoederschap om er financieel beter van te worden echter verboden. Dit blijkt uit de artikelen 151 b en c WvSr Sociaal ouderschap Wanneer er wordt gesproken over sociaal ouderschap gaat het om de vraag wie er betrokken is bij en verantwoordelijk is voor de dagelijkse opvoeding en verzorging van een kind. 26 De opvoedings- en verzorgingsrelatie tussen ouder en kind staat bij sociaal ouderschap centraal. Zoals gezegd kan sociaal ouderschap samenvallen met fysiologisch en juridisch ouderschap, maar dat hoeft niet. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een ander zoals een familielid, bekende, stiefouder, (huwelijks)partner van 20 Zie hierover o.a.: Forder 1997, p. 19; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Zie hierover artikel 1:199 sub b BW; Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Doek & Vlaardingerbroek 2009, p. 59; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Zie hierover o.a. de film Google Baby; Boele-Woelkie e.a (daarvan: deel III, 2.2en 3.3). 26 Van Teeffelen 2001, p. 133; Vlaardingerbroek e.a. 2011, p

14 de ouder of pleegouder(s) de verzorging en opvoeding van een kind op zich heeft genomen. Bij sociaal ouderschap gaat het echt om het feitelijke family life van artikel 8 EVRM. 27 Hiermee wordt het feitelijke gezinsleven bedoeld, het gaat om de werkelijke situatie van het (mede)opvoeden en verzorgen van een kind. Het bestaan van family life oftewel een nauwe persoonlijke betrekking 28 tussen de sociale ouder en het kind, kan van belang zijn met betrekking tot de rechtsgevolgen van ouderschap. Er worden bijvoorbeeld aan sociale ouders die een omgangsverzoek, ex artikel 1:377a BW, indienen strenge eisen gesteld voor ontvankelijkheid. 29 Meer hierover volgt in de volgende paragraaf. 2.2 Rechtsgevolgen Gelet op de verschillende rechtsgevolgen van ouderschap is het belangrijk te weten van welke vorm van ouderschap er in een bepaald geval sprake is. Of iemand juridisch ouder is of niet, is van belang omdat er aan het juridisch ouderschap veel rechtsgevolgen gekoppeld zijn. Allereerst brengt het juridisch ouderschap een familierechtelijke rechtsbetrekking tussen ouder en kind tot stand. Het zijn van juridisch ouder heeft o.a. gevolgen op het gebied van erfrecht, naamrecht, nationaliteit, woonplaats, omgang en gezag. 30 Door de van rechtswege ontstane familierechtelijke relatie oefenen beide juridische ouders in beginsel het gezamenlijk ouderlijk gezag uit over hun kind, artikel 1:251 BW, en is het kind erfgenaam van zijn beide juridische ouders, artikel 4:10 BW. Het kind krijgt in beginsel de achternaam van zijn juridische vader, artikel 1:5 lid 5 BW en indien één van beide Nederlander is, krijgt het kind eveneens de Nederlandse nationaliteit, artikel 3 RwNed. Ook hebben de juridische ouders het recht en de plicht tot omgang met het kind, artikel 1:377a BW en zijn zij op grond van artikel 1: 392 jo. 395a BW onderhoudsplichtig ten opzichte van het kind. Het juridisch ouderschap is tevens van belang voor de zorgplicht, huwelijkstoestemming, stuiting en vernietiging van het huwelijk, verzoek tot een kinderbeschermingsmaatregel, verzoek tot curatele, beschermingsbewind en mentorschap, aansprakelijkheid, huwelijksverbod en in geval van afwezigheid en vermissing. 31 Wanneer juridisch ouderschap niet aan de orde is en er enkel sprake is van fysiologisch of sociaal ouderschap, zijn de rechtsgevolgen beperkt. Met betrekking tot de onderhoudsplicht blijkt uit artikel 1:394 BW dat de verwekker (enkel biologisch ouder) van een kind dat alleen een moeder heeft en degene die heeft ingestemd met een daad die de verwekking tot gevolg heeft gehad, onderhoudsplichtig zijn. Met betrekking tot het omgangsrecht van anderen dan de juridische ouders, 32 is het bestaan van family life/een nauwe persoonlijke betrekking, ex artikel 8 EVRM van belang Rapport Commissie Kalsbeek 2007, p Doek & Vlaardingerbroek 2009, p HR 23 juni 1995, LJN AA Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Zie ook Punselie 2007, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p De juridische ouders oftewel zij die in familierechtelijke relatie tot het kind staan, hoeven immers geen nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen. 33 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p

15 Voor de ontvankelijkheid van het verzoek tot een omgangsregeling, moet ook de biologische vader door bijkomende omstandigheden aantonen dat er family life bestaat in de zin van artikel 8 EVRM. 34 Ook sociale ouders, waaronder sociale grootouders, 35 moeten concrete omstandigheden aandragen die aantonen dat er sprake is van family life. Er is voor hen een strenge stelplicht voordat men in een omgangsverzoek ontvankelijk is. 36 Telkens zullen de omstandigheden van elk individueel geval bepalend zijn bij de vraag of er sprake is van family life. 37 Het gaat om de betrokkenheid van de verzoeker bij de moeder en bij het kind voor en na diens geboorte. 38 Het houdt bijvoorbeeld in dat er regelmatig contact is geweest of dat verzoeker heeft opgepast en de luiers heeft verschoond van het kind. 39 Ook kan het gaan om financiële verzorging 40 of dat het kind positieve ervaringen/herinneringen aan verzoeker heeft. 41 Pas wanneer er sprake is van een dergelijke nauwe persoonlijke betrekking is men in het verzoek ontvankelijk en wordt onderzocht of een omgangsregeling in het belang van het kind is Stiefouderschap Van de hiervoor besproken vormen van ouderschap, staat in deze scriptie het stiefouderschap centraal. Steeds vaker krijgen kinderen te maken met de echtscheiding van hun ouders. 43 Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw is er een stijging te zien in het aantal echtscheidingen. In 2000 bedroeg het echtscheidingspercentage in Nederland 33,9%, in 2011 was dat 36,5%. 44 Begin jaren negentig maakten ongeveer minderjarige kinderen de echtscheiding van hun ouders mee, rond 2007 waren dat jaarlijks echter al ongeveer minderjarige kinderen. 45 Soms zullen de gescheiden ouders opnieuw een partner vinden en krijgt een kind te maken met een stiefouder. 46 Met het aantal echtscheidingen stijgt ook het aantal stiefgezinnen en daarom komt stiefouderschap in de Nederlandse samenleving in toenemende mate voor. 47 Uit gegevens van het CBS blijkt dat bij meer dan de helft van de echtscheidingsgevallen minderjarige kinderen betrokken zijn en bijna de helft krijgt te maken met een stiefouder. 48 Niet alleen bij echtscheiding maar ook wanneer één van de ouders overlijdt kan 34 HR 10 november 1989, NJ 1990, HR 29 maart 2002, NJ 2002, Vlaardingerbroek e.a. 2011, p HR 17 december 1993, NJ 1994, EHRM 1 juni 2004, nr /99, NJ 2004, 667 (Lebbink tegen Nederland). 39 EHRM 1 juni 2004, nr /99, NJ 2004, 667 (Lebbink tegen Nederland). 40 Nuytinck 2008, p Hof s-hertogenbosch 20 juni 2007, LJN BA HR 25 juni 1993, NJ 1993, Draaisma 2001, p. 14 en <statline.cbs.nl/statweb/publication/?vw=t&dm=slnl&pa=37425ned&d1=3-9&d2=(l-11)- l&hd= &stb=g1,t> geraadpleegd op 20 maart A. de Graaf, Een terugblik op het ouderlijk gezin, < B631-57BCEAB65F88/0/2007k3b15p15art.pdf> geraadpleegd op 2 april Uit onderzoek van Haverkort & Spruijt 2012 blijkt dat na verloop van tijd in ongeveer 40% van de gevallen een stiefouder in beeld komt. 47 Draaisma 2001, p. 14 en A. de Graaf, Een terugblik op het ouderlijk gezin, < B631-57BCEAB65F88/0/2007k3b15p15art.pdf> geraadpleegd op 2 april

16 stiefouderschap een rol gaan spelen in het leven van een kind, aangezien de weduwe/weduwnaar een nieuwe partner kan vinden. In 2007 waren er in totaal bijna kinderen in stiefgezinnen. 49 Wat houdt het begrip stiefouder nu eigenlijk in? Het begrip stiefouder is niet uitdrukkelijk gedefinieerd in de Nederlandse wet. In Titel 17 van Boek 1 BW wordt de term stiefouder wel meerdere keren genoemd. In het navolgende gedeelte zal de term stiefouder dan ook nader uiteengezet worden om zo duidelijk te maken wat er in deze scriptie onder begrippen als stiefouder en stiefouderschap wordt verstaan De juridische stiefouder De term stiefouder omvat ten eerste de stiefouder die kan worden aangemerkt als de in deze scriptie zogenoemde juridische stiefouder. Bij de inhoud van het begrip juridische stiefouder gaat het erom welke betekenis de Nederlandse wet toekent aan de term stiefouder. De Nederlandse wet geeft geen specifieke definitie, maar de stiefouder wordt wel genoemd. In artikel 1:395 BW staat het volgende: Een stiefouder is, onverminderd het bepaalde in artikel 395a van dit boek, alleen verplicht gedurende zijn huwelijk of zijn geregistreerd partnerschap levensonderhoud te verstrekken aan de tot zijn gezin behorende minderjarige kinderen van zijn echtgenoot of geregistreerd partner. In artikel 1:395a BW wordt deze verplichting tot levensonderhoud doorgetrokken naar meerderjarige kinderen die de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hebben bereikt. Door ontbinding van het huwelijk of geregistreerd partnerschap, artikel 1:149 BW respectievelijk artikel 1:80c BW, zal het stiefouderschap ophouden te bestaan. De onderhoudsplicht die de stiefouder op grond van artikel 1:395 jo. 1:395a BW voor tot zijn gezin behorende minderjarige en meerderjarige kinderen heeft, houdt dan eveneens op te bestaan. Het vereiste voor de financiële verplichting tot onderhoud is dat de partner en de ouder (een persoon die een (minderjarig) kind heeft) een door het huwelijk of een geregistreerd partnerschap geformaliseerde relatie hebben. Hieruit kan worden afgeleid dat als de partner en de ouder met elkaar zijn getrouwd of met elkaar een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, de wet de partner van die ouder als stiefouder aanmerkt. Omdat deze stiefouder door de wet genoemd wordt, zal een dergelijke persoon in deze scriptie aangeduid worden als de juridische stiefouder. De gekozen terminologie is van belang aangezien er in deze scriptie een onderscheid wordt gemaakt tussen zij die wel en zij die niet onder de betekenis van de term stiefouder vallen die is afgeleid uit de Nederlandse wet. In het navolgende zal immers duidelijk worden dat stiefouderschap ook in gezinnen waar de partner en de ouder niet getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan een rol kan spelen De feitelijke stiefouder Als er geen geformaliseerde relatie bestaat tussen de partner en de ouder, omdat er geen sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, spreekt de wet niet van stiefouderschap. In de praktijk 49 A. de Graaf, Niet voor alle vaders is het Vaderdag, < NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2008/ wm.htm> geraadpleegd op 2 april

17 kunnen er echter situaties zijn waarin de partner van de ouder dezelfde rol als de juridische stiefouder heeft in het gezin maar dat alleen de geformaliseerde relatie ontbreekt. De ongehuwde of ongeregistreerde partner van de ouder die een opvoedings- en verzorgingsrelatie heeft met het kind en feitelijk deel uitmaakt van het gezin, kan worden aangemerkt als sociale ouder. Deze partner kan in aanmerkelijke mate een rol spelen in het gezin wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een duurzame samenwoningsrelatie tussen het kind, de ouder en deze partner. De partner kan in een dergelijk geval immers duurzaam deel uitmaken van het gezin van de ouder en diens (minderjarige) kinderen. Uit de duurzame samenwoning en de opvoedings- en verzorgingsrelatie tussen de partner van de ouder en het kind kan worden afgeleid dat er tussen hen een nauwe persoonlijke betrekking zou kunnen bestaan. 50 De feitelijke omstandigheden wijzen er in dergelijke gevallen op dat er sprake is van family life in de zin van artikel 8 EVRM. 51 Toch wordt deze partner van de ouder door de wet niet als stiefouder erkend, aangezien er enkel sprake is van (ongeregistreerd) samenwonen en niet van een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Hoewel deze persoon niet valt onder het uit de Nederlandse wet afgeleide begrip stiefouder, wordt deze persoon in dit onderzoek wel als stiefouder aangemerkt. Het kan immers zo zijn dat deze persoon in de praktijk dezelfde rol op zich neemt als de juridische stiefouder en er zo naast de uit de wet afgeleide vorm van stiefouderschap, een andere vorm van stiefouderschap ontstaat. De partner die duurzaam samenwoont met de ouder en diens kind en in een opvoedings- en verzorgingsrelatie staat tot het kind, wordt in deze scriptie dan ook als stiefouder aangemerkt, deze zal worden aangeduid met de term feitelijke stiefouder. Hieronder zal uiteengezet worden in welke gevallen er kan worden gesproken van samenwonen Samenwonen Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw, kiest men er steeds vaker voor om niet te trouwen of om geen geregistreerd partnerschap aan te gaan. 52 Men gaat gewoon samenwonen. Het aantal samenwoners is daarom flink gestegen. Uit gegevens van het CBS blijkt dat er in 1995 in totaal ongehuwde paren waren, in 2012 zijn dit er al Ook kinderen krijgen is niet langer meer een reden om te trouwen. In 2009 hadden vier van de tien samenwonende stellen minderjarige kinderen, terwijl dat er in 1995 maar twee op de tien waren HR 22 december 1995, NJ 1996, HR 22 december 1995, NJ 1996, J. de beer, Crisis in de economie, crisis in relatie- en gezinsvorming?, < NL/menu/themas/bevolking/publicaties/bevolkingstrends/archief/2012/2012-bevolkingstrends-conjunctuurrelatie-gezinsvorming-art.htm> geraadpleegd op 27 maart Particuliere huishoudens naar samenstelling en grootte, <statline.cbs.nl/statweb/publication/?dm=slnl&pa=37975&d1=0-19&d2=0,86-88&d3=0,5,10,15-17&vw=t> geraadpleegd op 3 april A. de Graaf, Steeds meer samenwoners hebben een samenlevingscontract, < NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2010/ wm.htm> geraadpleegd op 3 april

18 Het huwelijk en het geregistreerd partnerschap kennen beide een wettelijke regeling in Boek 1 van het BW. De Nederlandse wet kent echter geen wettelijke regeling voor samenwoners. Er is ook geen specifieke definitie van het begrip samenwonen. De betekenis van ongehuwd/zonder geregistreerd partnerschap samenwonen, kan wellicht wel afgeleid worden uit artikel 1:160 BW. In dat artikel wordt gesproken over...samenleven met een ander als waren zij gehuwd of hadden zij hun partnerschap laten registreren. Naar mijn mening kan hieruit de betekenis van samenwonen worden afgeleid. Samenleven als waren zij gehuwd of hadden zij hun partnerschap laten registreren (hierna: samenleven als waren zij gehuwd ) wordt ook wel het concubinaat genoemd. 55 Wil er sprake zijn van samenleven als waren zij gehuwd moet de relatie aan een aantal vereisten/kenmerken voldoen. 56 Het samenleven moet de eigenschappen van een huwelijksrelatie bevatten. 57 Dit wil zeggen dat er sprake moet zijn van lotsverbondenheid, 58 een wederzijdse verzorgingsrelatie 59 en een economische eenheid. 60 Met andere woorden, het moet gaan om een op duurzaamheid gerichte, affectieve relatie, waarin sprake is van een gemeenschappelijke huishouding en wederzijdse verzorging. 61 Onder samenwonen/samenwoners wordt in deze scriptie verstaan: de niet door huwelijk of geregistreerd partnerschap geformaliseerde, affectieve relatie die op duurzaamheid is gericht en waarin sprake is van een gemeenschappelijke huishouding en wederzijdse verzorging. Samenwonen kan worden onderscheiden in samenwonen met een samenlevingscontract en samenwonen zonder een samenlevingscontract. Wanneer je gaat samenwonen kun je afspraken maken in een samenlevingscontract. Dit kun je samen doen maar je kunt er ook voor naar de notaris gaan. 62 In 2009 woonden er stellen samen, ruim de helft daarvan had een samenlevingscontract afgesloten. 63 Partners kunnen er ook voor kiezen om hun samenwoningsrelatie niet formeel vast te leggen. Zij gaan samenwonen zonder dat daarover juridische afspraken worden gemaakt. Er is in dat geval geen samenlevingscontract. Hierdoor ontstaat echter naar mijn mening een zorgwekkende, rechteloze situatie, waarin vermogens- en erfrechtelijk gezien niets geregeld is voor de partners. 64 Een relatiebreuk kan hierdoor voor één van de partners heel nadelig uitpakken, bijvoorbeeld als deze op straat komt te staan en bij de boedelverdeling. Ook in geval van overlijden van één van de partners 55 Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p HR 25 november 1977, NJ 1978, HR 2 april 1982, NJ 1982, HR 25 november 1994, NJ 1995, 299. (Hier wordt gesproken van wederzijdse verzorging en samenwonen, deze samenwoningsplicht is echter in 2001 vervallen.) 60 Zie o.a. HR 9 november 2001, NJ 2001, 691; HR 30 januari 2004, LJN AN Van den Anker 2009, p Je kunt samen een samenlevingscontract maken door het onderling opstellen van een overeenkomst. Soms is een notariële overeenkomst verplicht, bijvoorbeeld m.b.t het partnerpensioen. Mijns inziens verdient het de voorkeur om naar een notaris te gaan, deze let immers op punten waar men zelf misschien niet aan denkt. 63 A. de Graaf, Steeds meer samenwoners hebben een samenlevingscontract, < NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2010/ wm.htm> geraadpleegd op 3 april Quispel 2005, p

19 kunnen dus problemen ontstaan, deze kunnen worden voorkomen door het maken van een testament eventueel met een verblijvingsbeding Lat-relatie De lat-relatie 66 is naast al dan niet geregistreerd samenwonen weer een andere samenlevingsvorm. Het CBS omschrijft de lat-relatie als een vaste relatie zonder samenwoning. Vaak wordt er echter wel degelijk enkele dagen per week samengewoond, maar heeft men niet de intentie permanent/dagelijks te gaan samenwonen. 67 Het valt te betwijfelen of de lat-relatie onder een duurzame samenwoningsrelatie valt. In 1994 bepaalde de Hoge Raad dat de lat-relatie met betrekking tot artikel 1:160 BW niet gelijkgesteld kon worden met samenleven als waren zij gehuwd. 68 Maar nu de samenwoningsplicht in 2001 is komen te vervallen, kan daarover wellicht anders worden gedacht. Bij een lat-relatie is er zoals gezegd geen sprake van dagelijks duurzaam samenwonen, maar van gedeeltelijk samenwonen. De vraag is daarom of de lat-partner van de ouder, als stiefouder kan worden aangemerkt ondanks de onduidelijkheid over het al dan niet duurzaam samenwonen. De latpartner kan als sociale ouder betrokken zijn bij de verzorging en opvoeding van het kind, de feitelijke situatie speelt hier dus een belangrijke rol. De inhoud die partners geven aan een lat-relatie is namelijk zeer van belang voor hoe het feitelijke gezinsleven en de verzorgings- en opvoedingsrelatie tussen partners en het kind er uit ziet. Of de partner, die een lat-relatie heeft met de ouder, als stiefouder kan worden aangemerkt, hangt mijns inziens daarom af van of er op basis van de omstandigheden van het geval en de feitelijke situatie, sprake is van family life in de zin van artikel 8 EVRM. Aan de latpartner worden net zoals aan andere sociale ouders strenge eisen gesteld en er moeten bijzondere omstandigheden worden gesteld om een nauwe persoonlijke betrekking aan te tonen. 69 Als er family life is tussen de lat-partner van ouder en het kind kan wellicht wel worden gesproken van een stiefouder. Als de lat-partner van de ouder zonder meer als stiefouder zou worden aangemerkt zou naar mijn mening het begrip stiefouder te zeer opgerekt worden. 2.4 Conclusie In dit hoofdstuk zijn drie verschillende ouderschapsvormen besproken, namelijk juridisch, fysiologisch en sociaal ouderschap. Het belang van het juridisch ouderschap is benadrukt gelet op de vele rechtsgevolgen die aan deze ouderschapsvorm verbonden zijn. De rechtsgevolgen van fysiologisch en sociaal ouderschap zijn echter zeer beperkt, op het gebied van de onderhoudsplicht of het omgangsrecht kan het wel van belang zijn. Vervolgens is de term stiefouderschap uiteengezet. Er wordt uitgelegd wat in deze scriptie onder het begrip stiefouder wordt verstaan door het uiteenzetten van de begrippen juridische 65 Quispel 2005, p LAT is de afkorting voor: Living Apart Together. 67 De Hoog 2007, p HR 7 oktober 1994, NJ 1995, 61; HR 25 november 1994, NJ 1995, HR 23 juni 1995, LJN AA

20 stiefouder en feitelijke stiefouder. De betekenis van het begrip juridische stiefouder is afgeleid uit de term stiefouder die in artikel 1:395 en 395a BW wordt gebruikt. De term juridische stiefouder wordt in deze scriptie gebruikt voor de partner van de ouder als er tussen hen sprake is van een door huwelijk of geregistreerd partnerschap geformaliseerde relatie. In deze scriptie wordt echter nog een vorm van stiefouderschap onderscheiden, immers ook wanneer er geen sprake is van een door het huwelijk of geregistreerd partnerschap geformaliseerde relatie tussen de ouder en diens partner kan er in de praktijk een vorm van stiefouderschap ontstaan. Twee andere samenlevingsvormen dan het huwelijk en het geregistreerd partnerschap zijn daarom besproken, namelijk samenwonen en de lat-relatie. Het begrip samenwonen is niet gedefinieerd in de Nederlandse wet en is daarom afgeleid uit samenleven als waren zij gehuwd... van artikel 1:160 BW. Onder het begrip samenwonen wordt in deze scriptie verstaan: de niet door huwelijk of geregistreerd partnerschap geformaliseerde affectieve relatie die op duurzaamheid is gericht en waar sprake is van een gemeenschappelijke huishouding en wederzijdse verzorging. Mijns inziens heeft de partner, die een duurzame samenwoningsrelatie heeft met de ouder en diens kind, in de praktijk dezelfde positie/rol als de juridische stiefouder, alleen ontbreekt bij hen een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Deze partner woont immers duurzaam samen met de ouder en diens kind en er is sprake van een gemeenschappelijke huishouding en een verzorgings- en opvoedingsrelatie tussen de partner en het kind. Net zoals bij de juridische stiefouder bestaat er tussen deze partner en het kind hoogstwaarschijnlijk een nauwe persoonlijke betrekking en is er dus sprake van family life in de zin van artikel 8 EVRM. De partner die duurzaam samenwoont met de ouder en diens kind, maar waar geen sprake is van een door het huwelijk of geregistreerd partnerschap geformaliseerde relatie, wordt in deze scriptie aangeduid met de term feitelijke stiefouder en deze wordt aangemerkt als stiefouder. 20

21 Hoofdstuk 3 Het Nederlandse gezagsrecht en de stiefouder Dit hoofdstuk staat in het teken van het gezagsrecht van de stiefouder in Nederland. Eerst zal er een korte inleiding worden gegeven in het Nederlandse gezagsrecht met betrekking tot de minderjarigheid van een kind, het (gezamenlijk) ouderlijk gezag en de voogdij. Vervolgens worden de juridische mogelijkheden van de stiefouder om belast te worden met het gezag over een stiefkind besproken en ter discussie gesteld. Eerst komt gezamenlijk gezag van een ouder met een ander dan een ouder van artikel 1:253t BW aan bod en daarna wordt de partneradoptie besproken. 3.1 Minderjarigheid en gezag Uit artikel 1:233 BW volgt dat zij, die de leeftijd van achttien jaar 70 nog niet hebben bereikt, niet gehuwd zijn (geweest), 71 niet een geregistreerd partnerschap hebben (gehad) en niet op basis van artikel 1:253 ha BW meerderjarig zijn verklaard, minderjarig zijn. In beginsel zal de minderjarigheid dus stoppen bij achttien jaar en wordt de minderjarige dan meerderjarig. Jongeren in de leeftijd van achttien tot eenentwintig jaar worden ook wel jonge meerderjarigen genoemd. 72 De minderjarige is gedeeltelijk handelingsonbekwaam en heeft, aangezien hij/zij onder gezag staat, een wettelijke vertegenwoordiger. Uit artikel 1:234 BW volgt dat als de minderjarige toestemming heeft van zijn wettelijke vertegenwoordiger(s) hij bekwaam is een bepaalde rechtshandeling te verrichten. Uit lid 3 blijkt dat toestemming verondersteld wordt te zijn verleend als het in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat een minderjarige van een bepaalde leeftijd de rechtshandeling verricht. Het artikel geeft dus ruimte voor het feit dat minderjarigen in de praktijk zelf rechtshandelingen verrichten. Enkele voorbeelden van dergelijke in het maatschappelijk verkeer gebruikelijke rechtshandelingen zijn het kopen van levensmiddelen of het huren van een videoband (dvd). 73 Het betreft aankopen van financieel beperkt belang, het kopen van een bromfiets door een zestien jarige valt er niet onder. 74 Wanneer de toestemming ontbreekt, is de rechtshandeling niet nietig maar vernietigbaar, dus als er niet vernietigd wordt, is de rechtshandeling gewoon geldig. 75 Bij dit artikel over de handelings(on)bekwaamheid van een minderjarige staat de bescherming van de minderjarige tegen nadelige gevolgen van zijn handelen die voortvloeien uit de onervarenheid, onverantwoordelijkheid en onzelfstandigheid die horen bij de minderjarige leeftijd, centraal. 76 Na de minderjarigheid en de beperkte handelingsbekwaamheid kan nu worden overgegaan tot behandeling van het gezag over een minderjarige. Uit artikel 1:245 BW blijkt dat elke minderjarige 70 Sinds de Wet van 1 juli 1987, Stb 1987, 333 geldt de meerderjarigheidsgrens van achttien jaar, voorheen lag de meerderjarigheidsgrens bij eenentwintig jaar. 71 Uit Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel Wet tegengaan huwelijksdwang, blijkt dat de uitzonderingen van artikel 1:31 BW vervallen zodat iemand beneden de achttien jaar geen huwelijk kan sluiten. Zie o.a. Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p. 8 en Dit kan bijvoorbeeld worden afgeleid uit artikel 1:395a BW en Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Ktr. Delft 18 april 2002, Prg. 2002, Ktr. Zaandam 16 april 1992, NJ 1992, Vlaardingerbroek e.a. 2011, p Vlaardingerbroek e.a. 2011, p

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? De wenselijkheid van drie of vier ouders NAAM: JOELLE HENDRIKS ADMINISTRATIENUMMER: 477595 SCRIPTIEBEGELEIDER: PROF. MR. P. VLAARDINGERBROEK DATUM:

Nadere informatie

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk] 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: 535277 begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft

De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Scriptie Rechtsgeleerdheid De rechtspositie van de verwekker indien het kind reeds twee juridische ouders heeft Tijd voor verandering? Naam: Imke Jansen ANR: 767356 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie

Nadere informatie

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap 1. Inleiding In april 2014 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind.

Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Twee moeders en dan? De moeilijke positie van moeder, meemoeder en kind. Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht door

Nadere informatie

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming

Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Het juridisch ouderschap: meer dan alleen biologische afstamming Onderzoek naar het wettelijk vastleggen van het duomoederschap Masterscriptie Universiteit van Tilburg door Jolien Witsmeer 1 Voorwoord

Nadere informatie

Is meeroudergezag wenselijk in Nederland?

Is meeroudergezag wenselijk in Nederland? Is meeroudergezag wenselijk in Nederland? Een onderzoek naar de wenselijkheid om in het Nederlands recht de mogelijkheid te creëren om met meer dan twee personen in een gezagsrelatie tot een minderjarige

Nadere informatie

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon?

Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Gezag voor de sperma- en eiceldonor als derde persoon? Een onderzoek naar de mogelijkheid voor een uitbreiding van het gezag voor meer dan twee personen vanuit de positie van de sperma- en eiceldonor bezien.

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties

De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties De minderjarige en drie (of meer) gezagsrelaties Masterscriptie Rechtsgeleerdheid omtrent het gezag voor meer dan twee personen Door: Juta Hoogerdijk Eerste begeleidster: mw. mr. R. Heerkens ANR: 975145

Nadere informatie

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen

Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen DE RECHTSPOSITIE VAN DE BEKENDE DONOR; EEN RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF Mastersthesis Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Ruthsainy Mogen De rechtspositie van de bekende donor Een rechtsvergelijkend

Nadere informatie

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick. Een vergelijking tussen huidig recht en toekomstige wetgeving: zorgt het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap voor een verbetering van de rechtspositie van de meemoeder en de zaaddonor? Auteur Monique Borsje

Nadere informatie

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 21 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 2.1 Inleiding 23 2.2 Afstamming 23 2.2.1 Geboorte 24 2.2.2 Erkenning 25 2.2.3 Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap 26 2.2.4 Vaderschapsactie

Nadere informatie

Geboren met twee moeders

Geboren met twee moeders Geboren met twee moeders Een onderzoek naar het belang van het kind dat is geboren binnen een lesbische relatie Masterscriptie Jeugdrecht Emma Merkx Naam: E.T.P. Merkx Studentnummer: 0910104 Masteropleiding:

Nadere informatie

DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP

DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP MASTERSCRIPTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHT DE ERFRECHTELIJKE POSITIES BIJ SOCIAAL OUDERSCHAP Verbetering gewenst? Universiteit van Tilburg 19-11-2013 Auteur: Kelly Lemmens ANR: 273183 Studentnummer: 1248428

Nadere informatie

239. Duomoederschap anno 2014

239. Duomoederschap anno 2014 239. Duoschap anno 2014 Mr. dr. M.J. Vonk Vanaf 1 april 2014 is het mogelijk om via het afstammingsrecht twee juridische s te hebben. Op de geboorteakte staan dan een en een uit wie het kind is geboren.

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming?

Eindscriptie Personen & Familierecht. Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Eindscriptie Personen & Familierecht Verdient de niet-juridische vader betere wettelijke bescherming? Auteur: Mark S. Franse Administratienr: S306472 Scriptiebegeleider: Mw. Mr J.A.E. van Raak - Kuiper

Nadere informatie

Adoptie van een kind in Nederland

Adoptie van een kind in Nederland Adoptie van een kind in Nederland Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Hoofdstuk 4. Prodedure in geval van interlandelijke

Nadere informatie

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK?

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK? Het wetsvoorstel betreffende de wijzigingen van boek 1 Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie In hoeverre waarborgt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009

Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Nieuw familierecht Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009 A.J.M. Nuytinck

Nadere informatie

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) Tegenwoordig wonen veel mensen ongehuwd samen, maar vergeleken met het huwelijk is voor mensen die ongehuwd (gaan) samenwonen weinig bij

Nadere informatie

Trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen

Trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen Trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen Wilt u uw relatie met uw partner officieel vastleggen? Dan hebt u daarvoor drie mogelijkheden: trouwen, geregistreerd partnerschap of een samenlevingscontract.

Nadere informatie

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders VO Basis Wet en regelgeving Burgerlijk Wetboek artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek artikel 1:377c Archief CvB CO 9.3 Van toepassing op/voor VO-deel scholengroep

Nadere informatie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie De keuze van de achternaam Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht Titel 2 Het recht op de naam Artikel 5 1. Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Ouderschapsplan opstellen bij scheiding en afschaffing van flitsscheiding Maart 2009 / F&A 9882 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Elfde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk

Nadere informatie

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht?

Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Naar afschaffing van de termijnen in het afstammingsrecht? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de termijnen in het Nederlandse en Turkse afstammingsrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (oude regeling)

Nadere informatie

Meerouderschap. De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland

Meerouderschap. De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland Meerouderschap De wenselijkheid van het invoeren van meerouderschap in Nederland Masterscriptie Privaatrechtelijke rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam Student: L. Pluijmen Studentnummer: 5731240

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37810

Nadere informatie

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - BROCHURE - 1 - Met dank aan; Brusselsestraat 51 6211 PB Maastricht Tel.: 0031 (0)43-325 96 79 Fax: 0031 (0)43-325 04 31 www.leliveldadvocaten.nl Email:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

De keuze van de achternaam

De keuze van de achternaam De keuze van de achternaam Inhoudsopgave Deze brochure 2 Naamskeuze voor kinderen door de ouders 3 Kiezen van de voornaam 3 Kiezen van de achternaam 3 Wie krijgt in Nederland met naamskeuze te maken 3

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Voorgenomen besluit CvB : 1 november 2016 Bespreking CMO : 15 september 2016 Instemming GMR : 6 april 2017 Vastgesteld besluit CvB : 11 april 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap.

In artikel 3, eerste lid, wordt een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vervangen door: een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. W03.11.0034/II Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT Sinds 1 januari 2003 is de wetgeving met betrekking tot het erfrecht gewijzigd. Het grootste deel van de wijzigingen in het erfrecht heeft betrekking op gehuwden (of geregistreerde

Nadere informatie

Maart 2012 N. Leeuwrik

Maart 2012 N. Leeuwrik Lesbisch ouderschap: instemmen met het wetsvoorstel lesbisch ouderschap of vasthouden aan de vereenvoudigde adoptieprocedure? In hoeverre worden de belangen van het kind gewaarborgd in het wetsvoorstel

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Tiende druk y> Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V

Nadere informatie

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht

De positie van de biologische vader in het omgangsrecht De positie van de biologische vader in het omgangsrecht Mireille Meijering Augustus 2013 Scriptiebegeleider: Maaike Voorhoeve Tweedelezer: Chantal Mak Inhoudsopgave Lijst van afkortingen... 4 Inleiding...

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding

Protocol School en Scheiding Instemming GMR PO 19 april 2018 Definitief besluit CvB 29 mei 2018 Protocol School en Scheiding Dit protocol legt uit wie voor de wet ouder van een kind is, beschrijft hoe de scholen van SCO Delft omgaan

Nadere informatie

Onderzoek naar de mogelijkheid om in specifieke gervallen een voormalig pleegkind gelijk te stellen aan een eigen kind binnen de sociale zekerheid

Onderzoek naar de mogelijkheid om in specifieke gervallen een voormalig pleegkind gelijk te stellen aan een eigen kind binnen de sociale zekerheid De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 673 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) B ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Nadere informatie

De keuze van de achternaam

De keuze van de achternaam De keuze van de achternaam Ieder mens heeft een voornaam en een achternaam. Die krijgen we bij de geboorte, meestal van onze ouders. Namen zijn belangrijk. In het dagelijks leven zorgt de naam voor onderscheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19499 1 november 2011 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers De Thermiek heeft te maken met verschillende groepen die in meerdere of mindere mate rechten kunnen doen gelden op

Nadere informatie

1 Inleiding. Wendy Schrama

1 Inleiding. Wendy Schrama 1 Inleiding Wendy Schrama 1.1 Onderscheid personen- en familierecht Dit boek gaat over het personen- en familierecht. Het personenrecht regelt de rechtspositie van een natuurlijke persoon: het begin en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Het hedendaagse personen en familierecht

Het hedendaagse personen en familierecht Het hedendaagse personen en familierecht (behoudens het huwelijksvermogensrecht) Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Mr. K. Blankman Mw. mr. A. Heida Mr. A.P. van der Linden Mw. mr. E.C.C. Punselie Mw. mr. J.A.E.

Nadere informatie

Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in

Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in Een vader heeft ook rechten In hoeverre kan het omgangsrecht van de niet met de moeder gehuwde en niet met gezag belaste vader versterkt worden in het belang van het kind? Een vader heeft ook rechten In

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Concept ter bespreking : 30-08-2016 Vastgesteld door de Directie : 13-09-2016 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur : n.v.t. Instemming oudergeleding

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS?

LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? LESBISCH OUDERSCHAP EN HET AFSTAMMINGSRECHT: EEN, TWEE OF TOCH DRIE OUDERS? Machteld Vonk Inleiding De aandacht voor de juridische positie van kinderen die binnen een lesbische relatie worden geboren,

Nadere informatie

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Scriptie Tristan Wolters Tilburg, mei 2011 In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Naam: Tristan Daniël Wolters Studentnummer: 2014194 Plaats en datum: Tilburg, mei

Nadere informatie

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol Betreft: protocol informatie gescheiden ouders + tekst in schoolgids I Protocol 1. Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie

Nadere informatie

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk 1 Inleiding / 1 1 Algemeen / 1 2 Inhoud van Boek 1: personen- en familierecht / 2 3 Literatuur over personen- en familierecht / 3 Hoofdstuk 2 De algemene bepalingen

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt

Nadere informatie

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap Regenboogouder(s) & anders-ouderschap (roze ouderschap, intentioneel (meer)ouderschap, intentioneel co-ouderschap) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over

Nadere informatie

Protocol kind en scheiding

Protocol kind en scheiding Protocol kind en scheiding Versie 10 januari 2017, versie 2 Verantwoordelijke leidinggevende PSZ de Stampertjes Aantal pagina s 10 Geldig tot 31 januari 2018 Voorwoord Het doel van dit protocol is een

Nadere informatie

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS primair onderwijs Postbus 315 5430 AH CUIJK Molenstraat 19 5431 BW CUIJK Tel: 0485 318910 E: info@optimusonderwijs.nl PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS Primair Onderwijs

Nadere informatie

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s)

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s) Geheugensteuntje voor regenboogouder(s) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over juridische en praktische zaken. Een regenbooggezin is fantastisch, maar als

Nadere informatie

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht Inhoud I 1 2 II 3 4 5 6 7 III 8 9 10 IV 11 12 Relatievormen Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen Vindplaatsen relatievermogensrecht Boek 1 en Boek 3 Burgerlijk Wetboek Pensioenwetgeving

Nadere informatie

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzoek 18 IV. Probleemanalyse 19 V. Doel van het onderzoek

Nadere informatie

Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning.

Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Concept-wetsvoorstel lesbisch ouderschap: meemoeder wordt juridisch moeder van rechtswege of door erkenning. A.J.M. Nuytinck Published in WPNR 2010,

Nadere informatie

Persoons- en familiegegevens

Persoons- en familiegegevens Persoons- en familiegegevens U start de regie over eigen leven met het in kaart brengen van uw persoonlijke situatie. In dit hoofdstuk kunt u alle informatie kwijt betreffende uw persoonlijke gegevens

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De rechtspositie van de stiefouder in Nederland: verbetering gewenst?

De rechtspositie van de stiefouder in Nederland: verbetering gewenst? De rechtspositie van de stiefouder in Nederland: verbetering gewenst? Marjolein van Put ANR 652117 Master Nederlands recht, vrij programma Begeleider: Prof. mr. P. Vlaardingerbroek November 2007 Inhoudsopgave

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord / 5. 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17. Titel 1 Algemene bepalingen / 17. Titel 2 Het recht op de naam / 17

INHOUD. Voorwoord / 5. 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17. Titel 1 Algemene bepalingen / 17. Titel 2 Het recht op de naam / 17 INHOUD Voorwoord / 5 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17 Titel 1 Algemene bepalingen / 17 Titel 2 Het recht op de naam / 17 Titel 3 Woonplaats / 22 Titel 4 Burgerlijke stand / 23 Afdeling 1 De

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Personen, Familie & Erfrecht Week 1

Collegeaantekeningen Personen, Familie & Erfrecht Week 1 Collegeaantekeningen Personen, Familie & Erfrecht Week 1 2017-2018 Week 1 Personen-, Familie en Erfrecht HC1 Inleiding, Europa, geboorte, naamrecht, Rapport Staatscommissie Herijking Ouderschap, 4 september

Nadere informatie

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg?

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Over de wenselijkheid van het meerouderschap en het gezin anno 2018. N. GROEN 1 1. Inleiding Dat het gezin in de huidige samenleving

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten Generaal

Eerste Kamer der Staten Generaal Eerste Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar 1986-1987 Nr. 55 15 417 Verlaging van de leeftijd waarop volgens het Burgerlijk Wetboek de meerderjarigheid wordt bereikt tot achttien jaren en wijziging in

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Openbare basisschool De Trinoom Diemewei 45-05 6605 XH Wijchen tel: 024-6456608 administratie@trinoom.nl Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Geachte ouders/verzorgers, Voor u ligt het

Nadere informatie

Commissie rechtstaat & justitie, Najaarscongres 2016

Commissie rechtstaat & justitie, Najaarscongres 2016 Hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh Visiestuk Familierecht Commissie rechtstaat & justitie, Najaarscongres 2016 Hhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh dwarsdwarsdwardwarsdw 5 10 15 20 25 30 35 Inleiding Nederland heeft in 2001 als eerste

Nadere informatie