Eindrapportage. Datum Voorjaar 2008

Transcriptie

1 Eindrapportage Datum Leerlingenvervoer 2007

2 Inhoudsopgave 1 INLEIDING PROJECT PROJECTOPDRACHT; DOELSTELLING PROJECT DOELGROEP AFSTEMMING WETTELIJK KADER PROCES DE UITVOERING INTERVENTIE EN FOCUS RESULTAAT EN PRODUCTEN RESULTAAT PRODUCTEN BEVINDINGEN EN CONCLUSIE BEVINDINGEN CONCLUSIE... 9 BIJLAGE I... 11

3 3 van 12 1 Inleiding In 2004 en voorgaande jaren zijn meerdere thema-acties gehouden met betrekking tot het leerlingenvervoer. De hoofdaandachtspunten tijdens deze actie waren de zitplaatsverdeling en gordelgebruik. Na de actie in 2004 werd besloten om gezien het verbeterde nalevingniveau de acties niet te continueren. Het nalevingniveau voor de zitplaatsverdeling lag op 99%, de naleving op het gordelgebruik bereikte het niveau van 85%. Ten gevolge van onder andere veranderingen in wet- en regelgeving en signalen vanuit de maatschappij heeft de inspectie besloten om in september en oktober 2007 een nieuwe actie leerlingenvervoer te houden. De veranderingen in wet- en regelgeving zijn: 1. Nieuwe chauffeurs kunnen gebruik maken van het zogenaamde Leerwerktraject. Hierbij kunnen deze chauffeurs reeds werkervaring op doen zonder in het bezit te zijn van het taxichauffeursdiploma. 2. Sinds 1 maart 2006 zijn de regels omtrent gordelgebruik en kinderbeveiligingssystemen aangepast in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. Deze veranderingen hebben ook gevolgen voor het taxivervoer.

4 4 van 12 2 Project 2.1 Projectopdracht; doelstelling project De basis voor het huidige taxibeleid is geformuleerd in het kabinetsstandpunt Taxi nu en in de toekomst uit Daarin is onder andere als doel gesteld Het borgen van een basiskwaliteitsniveau van taxichauffeurs en ondernemers. Dit betreft met name de naleving van de wet- en regelgeving inzake de volgende nalevingindicatoren: 1. ondernemersvergunning; 2. chauffeurspas (bewijsschrift LWT); 3. tariefkaart en taxameter; 4. klachten- en geschillenregeling. De diverse inspanningen van de inspectie, zoals reguliere en thematische wegcontroles en bedrijfsinspecties, zijn onder andere gericht om de veiligheid te vergroten, de optimale werking van de markt (level playing field) te stimuleren en het basiskwaliteitsniveau van taxichauffeurs en ondernemers te borgen. Hoofddoelstelling van de thema-actie leerlingenvervoer: De Inspectie wil inzicht verkrijgen in de naleving van de nieuwe wet- en regelgeving en daarmee een nulmeting uitvoeren voor vervolgacties. 2.2 Doelgroep De doelgroep is het leerlingenvervoer met taxi s en/of bussen. Leerlingenvervoer is het vervoer van leerlingen van en naar school; dikwijls zijn de afspraken vastgelegd in een overeenkomst tussen vervoerder en opdrachtgever. Doelgroep 1. Commercieel leerlingenvervoer met taxi s of bussen. 2. Vrijgesteld leerlingenvervoer (vervoer voor rekening en risico van scholen ten behoeve van de leerlingen) Het rolstoelvervoer is in deze thema-actie niet meegenomen. Deze categorie vervoer wordt gecontroleerd tijdens een thema-actie verspreid over het hele jaar.

5 5 van Afstemming De partijen waarmee de inspectie deze thema-actie heeft afgestemd zijn de volgende: Politie Gemeenten (VNG) Scholen BVOM De afstemming met de politie is met name gericht geweest op het gezamenlijk invulling geven aan de wettelijke taak waar beide partijen afzonderlijk voor staan. De gemeenten is gevraagd een lijst van vervoerders met betrekking tot het aanbesteed leerlingenvervoer die zij zelf hebben geregeld aan te leveren. Scholen zijn vooraf zoveel mogelijk geïnformeerd door de inspecteurs over de actie zodat zij rekening konden houden met de vertrek- of aankomsttijd. Ook zijn de scholen en (eventueel) leerlingenraad van een school achteraf geïnformeerd over de bevindingen zodat deze in geval van onveilig vervoer actie kunnen ondernemen. Met het het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM) heeft afstemming over de themaactie in het kader van strafrechtelijke afdoening plaatsgevonden. 2.4 Wettelijk kader De Inspectie, in voorkomende gevallen ondersteund door de regiopolitie, heeft de controles verricht en daarbij gebruik gemaakt van de eigen wettelijke bevoegdheden waarvoor zij elk zijn aangewezen. De Inspectie en de regiopolitie hebben de controle en toezichthoudende taken uitgevoerd op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Door genoemde diensten is gecontroleerd op de juiste naleving van de hieronder genoemde wetten: a. Wet en Besluit personenvervoer 2000 b. Arbeidstijdenwet (ATW) en het Arbeidstijdenbesluit vervoer (ATB-v) c. Wegenverkeerswet 1994 d. Voertuigreglement e. RVV 1990

6 6 van 12 3 Proces 3.1 De uitvoering Van de 1200 geplande staandehoudingen heeft 1/3 (400) op basis van een steekproef plaatsgevonden en de resterende 2/3 (800) op basis van een risicoanalyse. Voor de risicoanalyse is de volgende informatie gebruikt: Historische gegevens (analyse Bestuurlijke Informatie en Controle systeem (BIC), controle items + basiskwaliteit) Overzicht ondernemingen Lijst van scholen die gebruik maken van leerlingenvervoer Analyse van de resultaten van eerdere acties m.b.t. leerlingenvervoer Selectie controleplaats (regiobekendheid inspecteurs) On-line RDW-gegevens De controles vonden plaats in de maanden september en oktober 2007 op daartoe aangewezen locaties, zoals aanvoerwegen naar scholen. 3.2 Interventie en focus Voor deze thema-actie zijn naast de harde interventies (lik-op-stuk) ook zachtere interventies ingezet die onderdeel uitmaken van de handhavingcommunicatie. Er is gekozen om op vier controle-items te focussen. 1. Gordelplicht bestuurder/kinderen 2. Gebruik kinderbeveiligingssystemen 3. Zitplaatsverdeling 4. Uitvoering Leerwerktraject De daarbij behorende interventies zoals strafrechtelijke- en bestuurlijke sancties alsmede de interventie waarschuwen zijn in de bijlage 1 (handhavingrichtlijn) bij dit rapport opgenomen. De sancties die hierin zijn opgenomen zijn gebaseerd op de Wet en het Besluit Personenvervoer In overleg met de inspecteurs wordt dit met aanvullende artikelen uitgebreid en vastgelegd in het handhavingsbeleid van de inspectie.

7 7 van 12 4 Resultaat en producten 4.1 Resultaat Van de naar schatting taxibusjes in Nederland zijn er op basis van een risicoanalyse 1292 voertuigen, verdeeld over het hele land, gecontroleerd Hiermee 6457 kinderen zijn vervoerd. Het volgende is geconstateerd. Tabel1. Resultaat Resultaat thema actie Aantal gecontroleerde voertuigen Waarvan met overtredingen Chauffeur zonder gordel Kinderen/Begeleiders zonder gordel Onjuist gebruik KBS voorin onjuist gordel gebruik 1 Geen chauffeurspas Geen geldige geneeskundige verklaring overige overtredingen (100%) 341 (26,4%) 159 (12,3%) 28 (2,2%) 16 (1,2%) 108 (8,4%) 27 (2,1%) 3 (0,2%) 86 (6,7%) 1 Gordel niet diagonaal gedragen, maar als heupgordel of niet goed sluitend gedragen 2 Veelal geen pas zichtbaar of geen pas bij zich hebben. Een chauffeur is aangehouden voor gebruik alcohol.

8 8 van 12 Aandachtspunten voor de evaluatie zijn: - Van de 166 kinderen die kleiner waren dan 1.35 meter en voorin werden aangetroffen, werden 16 kinderen verkeerd vervoerd zonder kinderbeveiligingssyteem. Daarmee is het overtredingpercentage bijna 10% van deze categorie. - Achterin werden totaal 1105 kinderen aangetroffen die kleiner waren dan 1.35 meter. In 221 gevallen (20%) werd daarbij geen kinderbeveiligingssysteem aangetroffen. Dit is weliswaar geen wettelijke eis, maar geeft een situatie waarbij de veiligheid van deze kinderen niet gewaarborgd kan worden. Voor particuliere auto s geldt deze verplichting overigens wel van de 1292 chauffeurs droeg zelf geen gordel. Dit is een percentage van 12,3% - Ongeveer 60% van alle bedrijven was een keurmerkbedrijf. Echter, in soort en aantal overtredingen hebben de keurmerkbedrijven zich niet onderscheiden van andere vervoerders. - Van de 1292 chauffeurs was 2% niet in het bezit van een geldige chauffeurspas. 4.2 Producten De volgende producten zijn opgeleverd. Processen Verbaal en waarschuwingen inzake verkeersovertredingen op basis van de Wegenverkeerswet Processen Verbaal, waarschuwingen en signaleringen inzake WP 2000 en Arbeidstijdenbesluit vervoer. De controles zijn per staandehouding door de inspecteur van de Inspectie Verkeer en Waterstaat vastgelegd op het reguliere staandehoudingsverslag van de Inspectie. 3 RVV art 59 toelichting

9 9 van 12 5 Bevindingen en Conclusie 5.1 Bevindingen Het gordelgebruik bij vervoer met particuliere auto s was in 2006 volgens het BVOM gestegen naar een nalevingniveau van 94%. Uit deze thema-actie blijkt dat het nalevingniveau van de gordelplicht bij het leerlingenvervoer 76% is. Dit is een zorgelijke afwijking van het landelijk gemiddelde. Aangezien de huidige regelgeving kinderbeveiligingsmiddelen achterin niet verplicht stelt kan de veiligheid van de vervoerde kinderen in het contractvervoer niet voldoende gewaarborgd worden. In 2006 is door de Inspectie Verkeer en Waterstaat een grootscheepse actie gehouden op het gebied van de chauffeurspassen. Uit de toenmalige rapportage bleek dat het nalevingniveau 97,8% was. Tijdens de actie leerlingenvervoer 2007 bleek een nalevingpercentage van 97,9%. Het overtredingspercentage is dus zo goed als gelijk gebleven (2,2%). Om een veiliger vervoerssituatie te waarborgen is de inzet van concrete communicatie een van de middelen om dit doel te bereiken. De Inspectie Verkeer en Waterstaat zal de branche meer moeten informeren en bewust maken. De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft hiervoor twee middelen die gebruikt kunnen worden. Een is de algemene informatiesite De tweede is de taxinieuwsbrief waarmee de vervoerders geïnformeerd worden over de regels omtrent het gordelgebruik en het gebruik van kinderbeveiligingsmiddelen. Voor de Inspectie zijn de resultaten van de evaluatie reden om volgend jaar tijdens de reguliere controles vaker (spreiding over het gehele jaar) en gerichter te controleren op dit type van vervoer en zich te richten op de overtredingen op het gebied van veiligheid. De verwachting is dat consequente en gespreide controles zullen gaan leiden tot een psychologische controledruk bij vervoerders en chauffeurs, een betere monitoring en beeld van de naleving en wellicht tot een structurele verbetering. De Inspectie stimuleert daarnaast het verbeteren van de samenwerking met andere diensten dat uiteindelijk zal leiden tot een effectiever toezicht hetgeen uiteindelijk minder controlelast betekent voor dit deel van het personenvervoer. 5.2 Conclusie Conclusie uit de evaluatie is dat het vervoer van leerlingen in taxibusjes veiliger kan en moet, temeer omdat hier sprake is van een kwetsbare doelgroep.

10 10 van 12 Het betreft vooral de uitvoering van wet- en regelgeving. Dit geldt niet alleen op het gebied van het gordelgebruik van de kinderen en het gebruik van de kinderbeveiligingssystemen, maar ook het gordelgebruik van de chauffeurs zelf. Naast de veiligheid van de chauffeur zelf heeft de chauffeur ook een voorbeeldfunctie naar de overige inzittenden. De Inspectie Verkeer en Waterstaat moet hierop haar handhavingscommunicatie intensiveren en de branche stimuleren daarover ook actief te communiceren en nieuwkomers te informeren.

11 11 van 12 Bijlage I Interventie strategieën met handhavingrichtlijn BIC Omschrijving Feitnr. Cat. Bedrag 74.1 BP20 geen geneeskundige verklaring hebben (bus) P E111b/E110a 1/ BP20 geen geneeskundige verklaring bij zich hebben (bus) P E111a BP20 geen chauffeurspas hebben (chauffeur) P E113a BP20 geen chauffeurspas hebben (werkgever) P E113aa a BP20 geen chauffeurspas bij zich hebben P E113b BP20 geen document beperktvervoer/leerwerktraject bij zich zie 75.3a BP RVV als bestuurder/passagier geen gordel dragen (geldt voor chauff. niet bij beladen straattaxi) M R 533 1/8 75 Passagier <12 en < 1.35m zonder gebruik v/e geschikt/gekeurd kinderbev RVV Systeem (KBS) * R 535m 1 * 59.1 RVV Passagier <12 en > 1.35m zonder gebruik gordel * R 535k 1 * 59.2 RVV Op voorste zitplaats passagier 3-18 j en < 1.35vm zonder gordel of aanwezigheid KBS * R 535g 1 * 59.2 RVV Passagier <3 zonder aanwezigheid gordel of KBS * R535h 1 * 59.3 RVV naar achter gericht zitje zonder uitschakeling airbag * R 535j 1 * 59.7 RVV De gordel of KBS gebruiken op wijze die werking negatief (kan) beinvloeden * R 535o 1 * 81.2 BP20 Meer passagiers vervoeren dan volgens kenteken toegestaan P E 105b a VR Voertuig niet in overeenstemming met kentekenbewijs ( te veel stoelen) M N010a Opm: R535f geldt niet voor taxi's Met BVOM is afgesproken dat ook de gordel van de rolstoel die niet goed bevestigd is als feitcode R535o wordt afgehandeld. Bij een paar feitcodes staat een * bij het vak waar normaal ingevuld wordt M(mulder) of P(politietransaktie). Tevens staat een * bij het bedrag. Dit betekent dat er een zogenaamd zwartje wordt opgemaakt. Ook foto s kunnen als bijlage bijgevoegd worden. Geef dit aan in het betreffende vakje links onder aan het formulier.

12 12 van 12 Colofon Uitgever Inspectie Verkeer en Waterstaat Toezichteenheid Personenvervoer Postbus HS Den Haag Datum Persvoorlichting F. Nederstigt Doorkiesnummer Uitvoerders A. den Bleker (G.J. Prummel KAB) Opmaak Versie 1.0