Overwegingen bij vergunning Kwelderlandschap Marconi Buitendijks

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Overwegingen bij vergunning Kwelderlandschap Marconi Buitendijks"

Transcriptie

1 Bijlage 1: Overwegingen bij vergunning Kwelderlandschap Marconi Buitendijks 1. Project Marconi Buitendijks Op 19 januari 2015 hebben wij een aanvraag ontvangen van de gemeente Delfzijl voor een vergunning op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) voor het project Kwelderlandschap Marconi Buitendijks. De gemeente Delfzijl is voornemens samen met partners het project Kwelderlandschap Marconi Buitendijks uit te voeren. Het is een zelfstandig onderdeel van het project Marconi, dat is ontstaan vanuit de behoefte van de gemeente Delfzijl om het maritieme karakter van de stad Delfzijl te versterken, mede vanwege de noodzakelijke verhogingen van zeekeringen in de stad. Daarnaast heeft de stad te maken met krimp en wilde de gemeente dit maritieme karakter benutten om het gebied tussen stad en zee als specifieke kwaliteit op de kaart te zetten en beleefbaar te maken, zodat Delfzijl als geheel aantrekkelijker wordt om te wonen, te werken en te recreëren. Het project Kwelderlandschap Marconi Buitendijks (hierna: Marconi Buitendijks) bestaat uit de volgende onderdelen: Grenzend aan de Handelskade wordt een kwelderlandschap aangelegd, dat verder van het strand vandaan steeds natuurlijker wordt; Langs de Schermdijk wordt een pionierkwelder ontwikkeld. Het doel van het project is primair gericht op het leveren van een bijdrage aan het herstel van de natuurwaarden van het Eems-Dollard estuarium. Daaraan gekoppeld worden mogelijkheden gecreëerd voor recreatie en kennisontwikkeling. - De aanleg van het kwelderlandschap en pionierkwelder leidt tot het vergroten en versterken van de natuur en landschapswaarden van het Waddengebied. - Er wordt binnen het project tevens een broedeiland aangelegd. Dit broedeiland dient om met name de noordse sterns en de visdieven meer en betere nestel- en broedkansen te geven. - De pionierkwelder zal, na aanleg, slib gaan invangen. Hiermee draagt de kwelder bij aan de vermindering van de slibproblematiek in het estuarium; - Middels het project wordt ook een verbetering gerealiseerd in de beleving en bereikbaarheid van het Eems-Dollard estuarium voor recreanten. Er worden wandelpaden gerealiseerd en er wordt een vogelkijkhut geplaatst. - Na de aanleg van het kwelderlandschap en de pionierkwelder zal de verdere ontwikkeling van het gebied - ten behoeve van kennisontwikkeling - worden gemonitord. De aanleg van het kwelderlandschap en de pionierkwelder vinden plaats binnen de begrenzing van Natura 2000-gebied Waddenzee (Eems-Dollard). De aard van het project houdt in dat op voorhand (significant) negatieve effecten op de beschermde waarden van het Natura 2000-gebied niet kunnen worden uitgesloten. Daarnaast liggen er enkele Duitse Natura 2000-gebieden in het Eems-Dollard estuarium die mogelijk ook beïnvloed zouden kunnen worden door het project. Dientengevolge is voor het project een vergunningplicht ex artikel 19d van de Nb-wet 1998 aangenomen. Bij de aanvraag is een Passende Beoordeling als bedoeld in artikel 19f van de Nb-wet 1998 overgelegd. 1

2 2. Huidige situatie Op onderstaande afbeelding is de huidige situatie van het projectgebied weergegeven. Het gebied bestaat uit een havenmond, handelskade, de schermdijk en uiterst rechts ligt de Oterdumer driehoek. Het projectgebied bestaat uit een intensief gebruikt havengebied, een verharde kade (Handelskade) met aanwezigheid van wandelaars en (vracht)verkeer en de Schermdijk. Buitendijks bevindt zich open water (Bocht van Watum) en een smalle zone met droogvallend slik. Deze laatste zone bevindt zich direct onderaan de verharde en intensief gebruikte kade van het havengebied en de Schermdijk. Vanwege het gebiedsgebruik is het smalle - droogvallende - buitendijkse gebied, waar de aanleg van het kwelderlandschap beoogd wordt, thans ongeschikt als duurzaam foerageer- en rustgebied voor water- en wadvogels. Slechts een beperkt aantal doelsoorten (niet-broedvogels) gebruiken het gebied alleen en incidenteel in zeer kleine aantallen om er te foerageren. Het projectgebied is in de huidige situatie niet van enig belang voor het behalen van instandhoudingsdoelen voor de doelsoorten 'nietbroedvogels'. Ter plekke van de beoogde locaties voor het kwelderlandschap en de pionierkwelder is nu habitattype H1130 Estuaria aanwezig in de vorm van permanent overstroomde zandbanken en droogvallende platen. 3. Voorgenomen project Zoals gesteld valt het project uiteen in twee delen: A) aanleg en gebruik van een kwelderlandschap en B) aanleg en gebruik van de pionierkwelder. A. Aanleg en gebruik kwelderlandschap Als onderdeel van het project wordt langs de Handelskade Oost, van de meest westelijke pier tot aan de oostelijke knik in de Handelskade, een kwelderlandschap aangelegd. Het voor de aanleg benodigde zand en stortsteen wordt per schip, via bestaande vaarroutes aangevoerd en, via het zeehavenkanaal, gelost bij de handelskade/schermdijk. Het laatste deel van de aanvoer via het zeehavenkanaal en de losplaats vindt plaats buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied. Het materiaal wordt droog aangevoerd en het werk wordt ook vanaf het droge deel uitgevoerd. De aanleg van zowel het kwelderlandschap als de pionierkwelder zal in één aansluitende 2

3 periode plaatsvinden. Deze periode ligt in de periode april tot oktober (buiten het stormseizoen). Naar verwachting zal het gehele grondwerk tussen 45 tot 55 dagen omvatten. De ligging van het kwelderlandschap sluit aan op de structuur van de Handelskade en het gebied heeft een zeewaartse breedte van 100 tot 200 meter. Aan de noordwestzijde sluit het kwelderlandschap aan op het strand en de verbinding met de stad. Aan de zuidoostkant ligt de grens nog niet vast aangezien dit afhankelijk is van de natuurlijke aangroei van de kwelder. Het kwelderlandschap kan in de loop van de tijd verder aangroeien, waardoor het uiteindelijke oppervlakte niet vastligt. De dynamiek van het getij en de hydromorfologie bepalen namelijk tot hoever het kwelderlandschap zich richting het zuidoosten zal ontwikkelen. De oppervlakte bij aanleg bedraagt ongeveer 16 ha. Het kwelderlandschap is een gebied waar de estuarium natuur beleefd kan worden en dat voor een deel bedoeld is voor natuurgerichte recreatie en educatie. Het bestaat uit een relatief hoge en droge zijde aan de noordwestzijde, aan de kant van de stad, en loopt dan in hoogte af in zuidoostelijke richting. In het kwelderlandschap worden knuppelpaden aangelegd, waardoor recreanten ook bij overstroming van de kwelder het landschap kunnen beleven. Het knuppelpad loopt parallel aan de Handelskade. Daarnaast wordt een vogelkijkhut of uitkijkpunt gerealiseerd. In het kwelderlandschap zal een broedeiland van ca 2 ha worden aangelegd. In de Passende Beoordeling, zoals deze bij de aanvraag is overlegd, werd nog uitgegaan van 0.7 ha. Nadere beschouwing wees echter uit dat het broedeiland een grotere omvang dient te hebben om voldoende plaats te bieden aan grote aantallen visdieven en noordse sterns. Op 3 juni 2015 is als wijziging op de aanvraag dan ook een memo en een nieuw ontwerp van het broedeiland toegezonden. Bij de inrichting van het eiland wordt rekening gehouden met mogelijke bedreigingen voor de broedvogels. Beeld locatie kwelderlandschap B. Aanleg en gebruik van de pionierkwelder De te realiseren pionierkwelder ligt in de oksel tussen de Handelskade Oost en de Schermdijk, waardoor hij de kustlijn op een logische manier aanvult. Hij heeft met name een functie voor kustbescherming, natuurontwikkeling en kennisopbouw, en een bescheiden functie voor recreatie. De kustbeschermingsfunctie moet vooral worden gezien als het verminderen van de golfaanval op de Schermdijk. De kwelder zorgt voor versteviging van de teen van de Schermdijk, en zal bij niet te grote stormen de golfaanval op de Schermdijk verminderen. Hierdoor zal minder schade aan de Schermdijk optreden. De pionierkwelder ligt achter de Schermdijk, en is alleen goed te zien vanaf het water en vanaf de Handelskade Oost. Vanwege de nabijheid van het industriegebied in het achterland is uitgebreide toegang voor recreanten niet gewenst, maar er is wel gelegenheid voor bijvoorbeeld vogels kijken, eventueel ook middels excursies onder begeleiding. De pionierkwelder wordt met een omvang van ca. 40 ha aangelegd. De kwelder kan in de jaren daarna aangroeien tot maximaal 70 ha, 3

4 of juist afnemen in omvang. Het voor de aanleg benodigde zand en stortsteen wordt per schip, via bestaande vaarroutes aangevoerd en, via het zeehavenkanaal, gelost bij de handelskade/schermdijk. Het laatste deel van de aanvoer via het zeehavenkanaal en de losplaats vindt plaats buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied. Het materiaal wordt droog aangevoerd en het werk wordt ook vanaf het droge deel uitgevoerd. De aanleg van zowel het kwelderlandschap als de pionierkwelder zal in één aansluitende periode plaatsvinden. Deze periode ligt in de periode april tot oktober (buiten het stormseizoen). Naar verwachting zal het gehele grondwerk tussen 50 tot 60 dagen omvatten De ontwikkeling en de mate van aangroei of afslag van de aangelegde pionierkwelder hangt vervolgens af van een diversiteit aan factoren, zoals stroomsnelheden en -richtingen ter plaatse, mate van opslibbing, weersomstandigheden en golfintensiteit. De realisatie van de pionierkwelder is dan ook met recht een pilotproject, waar in Nederland nog geen ervaring mee is opgedaan. Door de latere ontwikkelingen nauwkeurig te volgen kan dit project veel nieuwe kennis opleveren. Beeld locatie pionierkwelder 4. Wettelijk kader vergunningplicht N2000 Artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan een dergelijke vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. Artikel 19e, sub a, sub b en sub c, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat Gedeputeerde Staten van Groningen bij het verlenen van een vergunning op basis van artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet 1998 rekening houden met: de mogelijke gevolgen van een project of andere handeling, waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft, gelet op de instandhoudingdoelstelling kan hebben voor een Natura gebied; een op grond van artikel 19a of artikel 19b, van de Nb-wet 1998, vastgesteld beheerplan; vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale bijzonderheden. 4

5 Artikel 19f, eerste lid, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat voor projecten, waarover Gedeputeerde Staten van Groningen een besluit op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, nemen, en die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura gebied, maar die afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of plannen significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied, de initiatiefnemer alvorens Gedeputeerde Staten van Groningen een besluit nemen, een Passende Beoordeling maakt van de gevolgen voor het gebied waarbij rekening wordt gehouden met de instandhoudingsdoelstelling van dat gebied. Artikel 19f, derde lid, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat de verplichting tot het maken van een Passende Beoordeling bij de voorbereiding van een besluit op grond van artikel 19d, lid 1, niet geldt in gevallen waarin degene die een project, waarop dat besluit betrekking heeft, onderneemt, daarmee een project ten aanzien waarvan reeds eerder een Passende Beoordeling is gemaakt, herhaalt of voortzet, voor zover de Passende Beoordeling redelijkerwijs geen nieuwe gegevens en inzichten kan opleveren omtrent de significante gevolgen van dat project. 5. Wettelijk kader vergunningplicht beschermde natuurmonumenten Artikel 60 van de Nb-wet 1998 bepaalt onder andere dat besluiten welke genomen zijn op basis van de Nb-wet uit 1968 (waaronder de besluiten tot aanwijzing van het natuurmonument Waddenzee ), gelden als besluiten welke genomen zijn op basis van artikel 10 van de Nb-wet 1998 (besluiten ter aanwijzing van beschermde natuurmonumenten). Artikel 10, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat de Minister van EZ bij besluit een natuurmonument kan aanwijzen als beschermd natuurmonument. Artikel 10a, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat de Minister van EZ gebieden aanwijst ter uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Lid 3 van dit artikel stelt dat de instandhoudingsdoelstelling van deze gebieden mede betrekking kan hebben op doelstellingen ten aanzien van het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, anders dan vereist ingevolge de Vogel- en Habitatrichtlijn. Artikel 15a, lid 2, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat een besluit houdende aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument onder de Nb-wet 1998 vervalt met ingang van het tijdstip waarop dat beschermd natuurmonument deel uitmaakt van een Natura 2000-gebied. Indien met toepassing van het tweede lid van artikel 15a een besluit houdende de aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument geheel of gedeeltelijk is vervallen, heeft de instandhoudingsdoelstelling voor het op grond van artikel 10a, eerste lid, aangewezen gebied, voor het gedeelte van het gebied waarop de aanwijzing als beschermd natuurmonument betrekking had, mede betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals was bepaald in het vervallen besluit (art. 15a, derde lid). In het kader van de Crisis- en Herstelwet is de Nb-wet 1998 per 1 maart 2010 zodanig gewijzigd door toevoeging van art. 19ia, dat voor handelingen die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis van het Natura 2000 gebied anders dan vereist ingevolge de Vogel- en habitatrichtlijnen, of het gebied ontsieren, het (lichtere) beschermingsregime van art. 16 Nbwet 1998 van toepassing is. 6. Relevante aanwijzingsbesluiten Natura 2000 en beschermde natuurmonumenten De Nb-wet 1998 regelt onder andere de aanwijzing van natuurgebieden. Natura 2000-gebieden worden aangewezen middels een aanwijzingsbesluit van de Minister van EZ. De inhoud van de 5

6 aanwijzingsbesluiten is voor Natura 2000-gebieden van groot belang, omdat het onder meer het referentiekader biedt voor het beheerplan, de beoordeling van projecten en de vergunningverlening. Op 25 februari 2009 heeft de Minister van EZ o.a. het gebied Waddenzee aangewezen als Natura 2000-gebied. De Eems-Dollard valt, voor zover het de aanwijzing als Vogelrichtlijngebied betreft binnen de begrenzing van de Waddenzee. De Eems-Dollard is voor het Habitatrichtlijngebied op 14 september 2007 aangemeld als Natura 2000-gebied en op 12 december 2008 door de Europese Commissie op de communautaire lijst geplaatst. Duitse Natura 2000 gebieden in de nabijheid van de projectlocatie zijn: Hund und Papsand; Wattenmeer; Unter und Aussenems. Binnen het Waddenzeegebied is in het verleden een aantal gebieden aangewezen als Natuurmonument. Ingevolge artikel 15a, tweede en derde lid van de Natuurbeschermingswet 1998 vervalt bij aanwijzing als speciale beschermingszone onder artikel 10a de status van de natuurmonumenten. In dergelijke gevallen heeft de instandhoudingsdoelstelling voor de gedeelten van het Natura 2000-gebied waarop de aanwijzingen als natuurmonument betrekking hadden, mede betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in de vervallen besluiten: Het Staatsnatuurmonument Waddenzee, aangewezen op 18 mei 1981 (Waddenzee I, NLB /46569, Stcrt. 1981, nr. 93) en gewijzigd op 31 augustus 1987 (NMF/N , Stcrt. 1987, nr. 170); Het Staatsnatuurmonument Waddenzee II, aangewezen op 17 november 1993 (NBLF , Stcrt. 1993, nr. 237); Het beschermd natuurmonument Dollard, aangewezen op 20 mei 1977 (NLB/N-24826, Stcrt. 1977, nr. 141); Het Staatsnatuurmonument Dollard, aangewezen op 19 oktober 1978 (NLB/N 32287, Stcrt. 1978, nr. 211). Het projectgebied valt niet binnen de begrenzing van natuurmonumenten Waddenzee en/of Dollard. 7. Beheerplan De Nb-wet 1998 bepaalt in artikel 19a dat voor Natura 2000-gebieden het opstellen van een beheerplan verplicht is. Een beheerplan beschrijft wat er nodig is om de duurzame staat van instandhouding van natuurwaarden te behouden of te ontwikkelen en aan de instandhoudingsdoelen te voldoen. Het beheerplan moet een belangrijke bijdrage leveren aan het streven om de natuur te behouden in de Natura 2000-gebieden (Ministerie van EZ; handreiking beheerplan Natura gebieden; september 2005). Ingevolge artikel 19 e, onder b. dient bij vergunningverlening rekening te worden gehouden met een ingevolge artikel 19a vastgesteld beheerplan. Bij de voorbereiding van en besluitvorming over de aanvraag was nog geen beheerplan voor een van de N2000-gebieden, waarop dit besluit betrekking heeft, van kracht. Er is wel een concept-ontwerp beheerplan voor Natura 2000-gebied Waddenzee beschikbaar. 1 Hierin staat o.a. beschreven wat de huidige staat van instandhouding van de beschermde waarden is en met welke knelpunten het ecosysteem te maken heeft. Verder geeft het een beheerplan een overzicht van de activiteiten in het gebied en geeft het plan aan in hoeverre deze activiteiten de natuurwaarden kunnen schaden. Daarnaast wordt beschreven welke maatregelen nodig zijn voor realisatie van de 1 versie18_dec13_an.pdf 6

7 instandhoudingsdoelen. In het beheerplan wordt de focus gelegd op een aantal specifieke natuurwaarden, omdat deze in een slechte staat van instandhouding verkeren en/of omdat hiervoor verbeteringsdoelstellingen gelden. In het concept-ontwerp beheerplan is verder opgenomen dat 'als natuurlijke processen de kenmerkende biodiversiteit niet kunnen herstellen op middellange termijn, selectief ingrijpen mogelijk is'. De ingreep is dan gericht op het creëren van de juiste voorwaarden om de natuurlijke processen in gang te zetten die leiden tot de kenmerkende biodiversiteit. In de Waddenzee leidt een ingreep, ook indien deze gericht is op natuurontwikkeling ten behoeve van een of meerdere beschermde waarden, echter al snel tot verlies van (andere) beschermde waarden. En dat is vaak strijdig met de instandhoudingsdoelen, die minimaal gericht zijn op behoud van de huidige oppervlakte van een habitat of leefgebied, ondanks dat de voorgenomen ontwikkeling in het kader van het functioneren van de Waddenzee als geheel wel heel gunstig zou kunnen zijn. Het beschermingsregime ( voorkomen van elke achteruitgang in oppervlakte ) dient in zo n geval niet meer de instandhouding of algemene doelstelling van het natuurbeleid. Een geringe afname is veelal een voorwaarde om vervolgens stappen vooruit (= verbetering van een andere belangrijke natuurwaarde) te kunnen zetten. Voor deze situaties is een aanvullende vorm van toetsing gewenst. Daarom is in het beheerplan een Leidraad en toetsingskader voor natuurontwikkelingsprojecten opgenomen. Aan de hand van dit toetsingskader kan worden getoetst of een project als Marconi buitendijks kan bijdragen aan het herstel van natuurwaarden als vastgelegd in instandhoudingsdoelstellingen. Voor het Eems-Dollard gebied wordt op dit moment een Integraal Management Plan (IMP) voorbereid. Het IMP is een Duitse planvorm voor het beschermen van een Natura 2000-gebied. Het lijkt veel op een Nederlands beheerplan, maar volgt een andere systematiek. Het Integraal Management Plan Eems-Dollard is een Duits-Nederlandse uitwerking van de KRW-doelstellingen en Natura doelstellingen voor het estuarium, en dient tevens ter voorbereiding op de formele aanwijzing van het gebied als Natura 2000-gebied. In het plan wordt de toestand van het estuarium en aangrenzende beschermde natuurgebieden beschreven, inclusief de getijdenrivier. In het plan worden daarnaast streefbeelden geformuleerd voor de verschillende onderdelen van het estuarium. Het project Marconi Buitendijks valt binnen het functiegebied 1 van het IMP. In het IMP zijn doelstellingen voor functiegebied 1 opgenomen, waaronder de volgende doelen die relevant zijn voor onderhavige toetsing: Behoud en ontwikkeling van processen en functies die tot een estuarium behoren voor het bereiken van gunstige abiotische omstandigheden en typische hydromorfologische structuren; Behoud en ontwikkeling van de habitats en leefgebieden die in het estuarium thuishoren en hun natuurlijke dynamiek; Behoud en ontwikkeling van habitats en leefgebieden voor vitale, duurzame populaties van Habitat- en Vogelrichtlijnsoorten. 8. Geen beheer, nieuw project De aangevraagde activiteiten houden geen verband met het beheer van onder de Nb-wet 1998 aangewezen gebieden. Het onderhavige initiatief is niet eerder passend beoordeeld in het kader van de Nb-wet De onderhavige aanvraag heeft betrekking op een project zoals benoemd in artikel 19d Nb-wet Mogelijk significante gevolgen Uit artikel 19f, lid 1, van de Nb-wet 1998 volgt dat voor projecten die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar die afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied, door de initiatiefnemer een Passende Beoordeling wordt opgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de instandhoudingsdoelstellingen. 7

8 Artikel 19g, lid 1, van de Nb-wet 1998 stelt dat een vergunning slechts verleend kan worden indien het bevoegd gezag zich ervan verzekerd heeft dat de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied niet aangetast zullen worden. Het Europese Hof van Justitie heeft in zijn uitspraak van 7 september 2004 aangegeven dat een Passende Beoordeling slechts dan achterwege kan worden gelaten, indien op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat het voorgenomen project afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor het betrokken gebied. Een plan of project heeft significante gevolgen wanneer het de instandhoudingsdoelstellingen van een gebied in gevaar dreigt te brengen. Dat wil zeggen: in het geval het onmogelijk of onwaarschijnlijk wordt om de doelen van het in stand houden van een gebied te realiseren, en/of als er sprake is van een onherstelbare vernietiging van een vitale component van het natuurlijke systeem dat van essentieel belang is voor het gebied (art.19d, lid 1; Nb-wet 1998). 2 Bij het voorgenomen project kunnen dergelijke gevolgen niet bij voorbaat uitgesloten worden. Derhalve concluderen wij dat een Passende Beoordeling conform artikel 19f van de Nb-wet 1998 vereist is. In opdracht van de initiatiefnemer is een Passende Beoordeling uitgevoerd door Buro Bakker. De rapportage van deze Passende Beoordeling inclusief bijlagen zijn bij de aanvraag gevoegd. De Passende Beoordeling bevat voldoende informatie om te kunnen beoordelen of sprake is van een project of handeling waarbij al dan niet sprake is van significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelen van het gebied. 10. Bevoegdheid tot vergunningverlening Uit art. 2a lid 1 en lid 2 vloeit voort dat, indien een aanvraag van een vergunning als bedoeld in art 16, eerste lid en/of art. 19d, eerste lid, betrekking heeft op een project dat of een handeling die hoofdzakelijk gevolgen kan hebben voor een deel van een Natura 2000 gebied/beschermd natuurmonument dat is gelegen binnen de grenzen van één provincie, gedeputeerde staten van de provincie waarin dat deel van het Natura 2000-gebied/beschermd natuurmonument is gelegen, beslissen over de aanvraag. Op grond van dit wettelijk kader zijn Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen het bevoegd gezag. Op 30 november 2005 is het Besluit vergunningen Nb-wet 1998 (hierna: het Vergunningenbesluit) (Staatsblad 2005, nr. 594) in werking getreden. De in dit Vergunningenbesluit specifiek opgesomde activiteiten worden aangemerkt als handelingen als bedoeld in artikel 16, lid 6, van de Nb-wet 1998 en projecten of andere handelingen of categorieën van gebieden als bedoeld in artikel 19d, lid 3, van de Nb-wet Voor deze specifieke activiteiten geldt de minister van Economische Zaken (i.c. de Staatssecretaris) als bevoegd gezag. Van dergelijke activiteiten is in dit geval geen sprake. 11. Vergunningplicht en procedure De aangevraagde activiteiten kunnen effecten hebben op de volgende Natura 2000-gebieden en/of beschermde natuurmonumenten, Waddenzee (waaronder het Eems-Dollard estuarium), Hund und Paapsand, Wattenmeer, Unter und Aussenems. 12. Selectie van relevante natuurwaarden N2000 en beschermd natuurmonument Waddenzee en natuurmonument en SBZ Dollard 2 HvJEG 7 september 2004, zaak C-127/02 (Kokkelvisserij) 8

9 12.1 Habitattypen en soorten N2000 Waddenzee (incl Dollard) en nabijgelegen Duitse N200-gebieden. Habitattypen In het buitengebied van het estuarium tot en met de Dollard komen de volgende habitattypen voor: H1130 Estuaria; H1110 Permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken; H1140 Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten; H1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Zeekraal en andere zoutminnende soorten; H1320 Schorren met slijkgrasvegetatie; H1330 Atlantische schorren met kweldergrasvegetatie. Het gehele projectgebied valt binnen het koepelhabitat H1130, Estuaria. Het biotoop estuarium bestaat intern uit een mozaïek van mariene en brakke ecotopen, zoals watervlaktes, geulen, permanent onder water staande zandbanken en bij eb droogvallende slik- en zandplaten. Die slik- en zandplaten hebben hoge dan wel lage, zandige dan wel slibrijke delen waarop mosselbanken en zeegrasvelden voorkomen. De verschillende structurerende elementen van de getijdenplaten als mosselbanken en zeegrasvelden worden als kenmerkende onderdelen van de structuur en functie van het habitattype H1130 beschouwd. Deze specifieke structuren zijn weer leefgebieden voor verschillende andere soorten en zijn vaak hotspots van hoge biodiversiteit en productie. De zones met open water langs de kust kunnen gerekend worden tot Permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken (H1110) zoals langs de kust tussen Eemshaven en Delfzijl, waar kwelders nu grotendeels ontbreken. Bij eb droogvallende slikwadden (H1140) worden aangetroffen tussen Delfzijl en Nansum (NW van Delfzijl) en tussen Termunterzijl en Punt van Reide. Ter plaatse van de projectlocatie is sprake van een zeer smalle strook droogvallende slikplaten. De habitattypen H1310, H1320 en H1330 komen niet in de nabijheid van de projectlocatie voor en worden verder niet beoordeeld. Habitatsoorten De nauwe korfslak is een doelsoort voor het Natura 2000-gebied Waddenzee. De soort is in Nederland aangetroffen in duinvalleien, op kwelders, in aanspoelgordels, kalkrijke duinbossen, zoomvegetaties en struweel zoals duindoornstruweel. Binnen het Waddengebied is de soort bekend van Schiermonnikoog en Rottum. De soort komt niet in het Eems-Dollard estuarium voor. Met zekerheid kan worden uitgesloten dat deze soort in het plangebied voorkomt. De soort wordt hier niet verder beoordeeld. De groenknolorchis is doelsoort voor het Duitse Natura 2000-gebied Wattenmeer. Het is een orchideeënsoort die strikt gebonden is aan jonge, ontzilte duinvalleien. Een dergelijk biotoop is niet aanwezig in of nabij het projectgebied. Het voorkomen van deze soort binnen het plangebied is uitgesloten. Deze soort wordt hier niet verder beoordeeld. De meervleermuis is een doelsoort van het Duitse Natura 2000-gebied Unter- und Ausserems. Mogelijk foerageert de soort boven buitendijkse delen aan de Duitse zijde in functiegebied 3 van het estuarium, en daarnaast boven de rivier (IMP). Mogelijk bevinden zich verblijfplaatsen in Emden, Rorichum, Ditzum en Coldeborg (IMP). Deze dieren foerageren waarschijnlijk boven de getijdenrivier. De soort is niet bekend uit de omgeving van Delfzijl. De soort wordt daarom niet verder beoordeeld. Fint (H1103), zeeprik (H1095) en rivierprik (H1099) Er gelden instandhoudingsdoelen voor fint (H1103), zeeprik (H1095) en rivierprik (H1099) in het N2000-gebied Waddenzee. Dit zijn anadrome trekvissen die het grootste deel van hun leven doorbrengen in kustgebieden en estuaria en om te paaien het zoetwatergetijdengebied opzoeken. Nederland is de toegangspoort voor de paaipopulaties in Duitsland en België, in de stroomgebieden van Rijn en Maas, Schelde en de Eems. De prikken gebruiken ons land vooral als opgroeigebied voor de larven. Langs de Nederlandse kust en bij zoet-zoutovergangen in riviermondingen worden relatief 9

10 veel finten waargenomen, die vrijwel allemaal afkomstig zullen zijn van populaties uit omliggende landen (Ministerie van LNV, 2008). De realisatie van het kwelderlandschap en pionierkwelder levert geen barriére voor de trekkende vissoorten. Er kan op voorhand worden uitgesloten dat het project kan leiden tot negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen. Deze soorten worden daarom niet verder beoordeeld Gewone zeehond De gewone zeehond wordt aangetroffen ten zuidoosten van de Eemshaven (Hond en Paap) en bij de uitmonding van de Polder Breebaart / Punt van Reide. Voor Polder Breebaart is in verband met de buitendijkse aanwezigheid van zeehonden (gewone zeehond) op grond van artikel 20 van de Nb-wet 1998 de toegankelijkheid beperkt. In N2000-gebied Waddenzee geldt een instandhoudingsdoelstelling voor de gewone zeehond. De aantallen gewone zeehonden in het Eemsgebied zijn sinds 2002 min of meer stabiel tot licht stijgend. Er is geen sprake van een achteruitgang van totale aantallen in het Eemsgebied, ook niet in de afgelopen periode met de intensieve bouwactiviteiten (heiwerkzaamheden) in de Eemshaven in verband met de uitbreiding van de haven en aanleg van twee kolencentrales (Brasseur et al., 2010). De aantallen pups zijn sinds 2007 jaarlijks gestegen. Er is sprake van een sterke totale toename van aantallen pups. Dit laatste komt met name vanwege de toename van het aantal pups in het Ranzelgat, maar ook in de andere deelgebieden in de Eems is er in vergelijking tot 2008 een hoger aantal pups geteld in 2010 (Brasseur et al., 2011). Vanaf 2010 is het aantal pups stabiel tot licht stijgend (Brasseur et al., 2013). Met name de vaarbewegingen kunnen leiden tot verstoringseffecten op de gewone zeehond. Deze effecten worden hieronder verder beoordeeld. Grijze zeehond Tevens geldt voor N2000-gebied Waddenzee een instandhoudingsdoelstelling voor de grijze zeehond. De meeste grijze zeehonden in het Eemsgebied liggen ten noordwesten van Borkum, waar zich een zandbank bevindt die vrijwel permanent droog ligt (Kirkwood et al., 2014). In de andere deelgebieden van de Eems worden, met uitzondering van de Dollard, slechts incidenteel grijze zeehonden waargenomen, (1-3 ex.). Tijdens de verharingsperiode in april zijn er in 2013 vrijwel geen grijze zeehonden in het Eemsgebied geteld. De meeste grijze zeehonden zijn begin augustus in het gebied geteld: 113 individuen. In de geboorte- en zoogperiode van de grijze zeehonden, eind november/december zijn in 2013 maximaal 16 grijze zeehonden in het Eemsgebied geteld (Kirkwood et al., 2014). Er zijn in deze periode geen pups waargenomen. De grijze zeehond komt verder in het oostelijk deel van de Nederlandse Waddenzee nog weinig voor en dat geldt ook voor het overige deel van het Eemsgebied (Kirkwood et al., 2014). Grijze zeehonden worden binnen het Eemsgebied in hoofdzaak aan de Noordzee kant waargenomen. Daarbuiten worden ze incidenteel waargenomen. Het is daarom niet aannemelijk dat de werkzaamheden bij de projectlocatie van invloed zijn op het ligplaatsgebruik van deze soort in het Eemsgebied. Deze soort zal dan ook niet verder worden beoordeeld. Bruinvis De bruinvis is geen doelsoort voor Natura 2000-gebied Waddenzee, maar wel voor Natura gebied Wattenmeer en Natura 2000-gebied Noordzeekustzone. De zuidpunt van het Natura gebied Wattenmeer bevindt zich op circa 5,5 km van het projectgebied. De soort wordt regelmatig waargenomen in het estuarium. In 2009 is in het kader van de uitbreiding van de Eemshaven en de aanleg van twee kolencentrales gestart met passieve akoestische monitoring met behulp van CPODS (Continuous POrpoise Detectors). Een CPOD is een akoestische datalogger die continu hoogfrequente echolocatie-clicks (die de Bruinvis uitstoot) registreert en opslaat (Brasseur et al., 2011). Uit de beschikbare informatie volgt dat de soort niet in belangrijke mate gebruik maakt van het projectgebied en het effectgebied. Uitgebreide monitoring door IMARES in het Eems estuarium heeft dit beeld bevestigd; voor de bruinvis is het estuarium nauwelijks van belang. Daar het project- en effectgebied van geen of zeer beperkt betekenis is voor de bruinvis wordt deze soort hieronder niet verder beoordeeld. 10

11 12.2 Broedvogels Van de broedvogels langs de vastelandskust (Noordkust, Eems, Dollard incl. polder Breebaart, en het Lauwersmeer) is tussen 1987 en 2008 geen enkele soort in aantal toegenomen, is bijna de helft van de soorten stabiel gebleven en ruim de helft in aantal afgenomen. Kluten, plevieren, meeuwen en sterns zijn na 2005 sterk afgenomen en van vaste concentraties is nauwelijks meer sprake. Het aantal soorten broedvogels op de Dollardkwelders is groter dan langs de noordkust, vooral ook door een groter aantal soorten van hogere gras- of rietvegetaties. De ontwikkelingen in de Dollard lijken ook iets gunstiger, met een groter aantal stabiele soorten (provincie Groningen 2011; Bos 2011). Belangrijke oorzaken voor de achteruitgang zijn onder andere de toename van door zeekweek gedomineerde kwelders (Bos 2011), het overstromingsrisico door stormvloeden en predatie, en plaatselijk ook voedselschaarste (van Kleunen et al 2010; Bos 2011). Van de doortrekkende en pleisterende steltlopers (zoals scholekster, zilverplevier, bonte strandloper), eenden, ganzen, meeuwen en sterns zijn van de steltlopers de wormeneters (bijv. de tureluur) in het algemeen toegenomen, maar de schelpdiereters (bijv. scholekster) sterk afgenomen, vooral in de westelijke Waddenzee. In de oostelijke Waddenzee zijn de aantallen van de schelpdiereters weinig veranderd (Provincie Groningen 2011). De aanleg van het kwelderlandschap en pionierkwelder leidt met zekerheid niet tot negatieve effecten op de broedvogels waarvoor in het aanwijzingsbesluit Waddenzee instandhoudingsdoelen zijn opgenomen. In de huidige situatie is het plangebied van geen belang als broedlocatie. Na aanleg en realisatie zal echter het kwelderlandschap en de pionierkwelder wel een belangrijke functie gaan vormen voor een aantal kwetsbare broedvogelsoorten. De realisatie van het project zal dan ook enkel leiden tot positieve gevolgen voor broedvogels van de Waddenzee Niet-broedvogels De kwelders in het Waddengebied zijn vanouds belangrijke foerageergebieden voor doortrekkende en overwinterende brand- en rotganzen. De aantalsontwikkeling van overwinterende brandganzen langs de noordkust en de rest van Groningen schommelt sterk. In strenge winters ontbreken ze, maar in sommige jaren lopen de aantallen op tot exemplaren in heel Groningen (Provincie Groningen 2011). De buitenranden van de kwelders en droogvallende platen op enige afstand van de kust worden gebruikt als hoogwatervluchtplaats (HVP) en dienen voor sommige soorten ook als slaapplaats. Belangrijke HVP s liggen langs de hele Waddenkust op dijken, kwelders en in havens. Voor het gebied tussen Eemshaven en Punt van Reide zijn er HVP s op de kuststrook ten zuidoosten van de Eemshaven (o.a. Voolhok) en op wat grotere afstand uit de kust ook op eiland Hond en Paap, in de haven van Delfzijl en Termunterzijl, op Punt van Reide en in Polder Breebaart. Een slaapplaats voor wilde eend is aanwezig tussen Eemshaven en Holwierde en aan de kust tussen Termunterzijl en Fiemel. De wulp gebruikt een slaapplaats nabij Eemshaven en Voolhok en aalscholvers gebruiken onder andere het eiland Hond als slaapplaats. De meeste in het gebied voorkomende ganzen- en eendensoorten slapen op het open water van de Dollard (Bakker 2012). Het plangebied zelf is in de huidige situatie van gering belang voor niet-broedvogels. Alleen op de huidige smalle droogvallende slikplaat kunnen een zeer beperkt aantal vogelsoorten foerageren. Door het intensieve menselijke aanwezigheid op de handelskade en schermdijk is het gebied van geen betekenis als rustplaats voor vogels. Na aanleg en realisatie zal het kwelderlandschap en de pionierkwelder een belangrijke functie gaan vormen voor overtijende, rustende en foeragerende vogelsoorten. De aanleg voorziet in een verruiming van beschikbare droogvallende platen en ook in voldoende ongestoorde gebieden waar vogels kunnen overtijen, rusten en/of foerageren. De realisatie van het project dient dan ook vooral een verbetering en vergroting van de voor vogels beschikbare gebiedsdelen binnen het Natura 2000-gebied. 11

12 13. Effectenanalyse Wij hebben beoordeeld of tijdens de aanlegwerkzaamheden effecten kunnen optreden op de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied Waddenzee en de SBZ Dollard. De volgende effecttypen zijn mogelijk aan de orde voor het project Marconi buitendijks: Vernietiging natuurlijke habitats en/of habitats van soorten door ruimtebeslag; Verstoring door geluid (en trillingen); Verstoring door licht; Optische verstoring (aanwezigheid en beweging door mensen); Verandering kwaliteit (leef)milieus door stikstofdepositie. Aan deze aspecten is ruim aandacht besteed binnen de door de Buro Bakker opgestelde Passende Beoordeling d.d. 23 juli 2014, die door ons ten grondslag is gelegd aan de beoordeling in deze vergunning Aantasting habitattypen Verslechtering van de kwaliteit van een habitat treedt op wanneer in een bepaald gebied de door dit habitat ingenomen oppervlakte afneemt, of wanneer het met de specifieke structuur en functies die voor de staat van instandhouding van de met dit habitat geassocieerde typische soorten, in dalende lijn gaat in vergelijking met de begintoestand. Onder verslechtering wordt de fysieke aantasting van een habitat verstaan. Beoordeling Uit de Passende Beoordeling volgt dat deze effecten niet kunnen worden uitgesloten. De aanleg van het kwelderlandschap en de pionierkwelder leidt tot een afname van het areaal estuariene platen en permanent overstroomde delen van habitattype H1330. Dit wordt echter, mede gezien de omkeerbaarheid van deze afname, niet gezien als een aantasting van de natuurlijke kenmerken op systeemniveau. Het duurzame behoud van H1130 komt ondanks de afname in omvang van het subhabitattype permanent overstroomde zandbanken en slik- en zandplaten niet in gevaar. Daarnaast leidt de vergroting van de omvang van andere habitattypen (zilte pionierbegroeiingen (H1310), slijkgrasvelden (H1320) en mogelijk schorren en zilte graslanden (H1330)) tot positieve effecten. Het leefgebied voor meerdere soorten wordt hierdoor vergroot. Dit heeft gunstige gevolgen voor de biodiversiteit in het plangebied zelf. Door een beperkte ingreep ontstaat meer dynamiek in het gebied welke goed aansluit bij de natuurlijke dynamiek van de Waddenzee Effecten van vermesting tgv de aanlegwerkzaamheden worden in de Passende Beoordeling uitgesloten (zie onder 3.4 van dit besluit). Effecten op met dit habitat geassocieerde typische soorten zullen tijdelijk zijn (zie ook onder vogels en zeezoogdieren). De natuurlijke kenmerken zullen niet worden aangetast. Wij delen de analyse uit de Passende Beoordeling. De aanleg van het kwelderlandschap kan leiden tot een plaatselijke en tijdelijke vertroebeling van het oppervlaktewater. Het werk wordt echter droog en vanaf het droge uitgevoerd. Er vindt geen verwerking van slib plaats. Het gebruikte materiaal betreft zand, stortsteen en keileem/leem. Doordat dit materiaal geheel droog wordt verwerkt zal met zekerheid geen omvangrijke vertroebeling van het oppervlaktewater plaatsvinden. In elk geval zal de opwerveling van slib bij aanleg zeer beperkt zijn en niet leiden tot enig negatief effect op de instandhoudingsdoelen voor de in de omgeving voorkomende habitattypen. Conclusie: Wij zijn van mening dat op basis van de objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat het project Marconi Buitendijks kan leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied Waddenzee of de SBZ Dollard (Habitattypen) Broedvogels en Niet-broedvogels 12

13 In de Passende Beoordeling is ingegaan op de mogelijke effecten van het project Marconi Buitendijks broedvogels en niet-broedvogels waarvoor instandhoudingsdoelstellingen gelden in het kader van Natura Voor Niet Broedvogels wordt geconcludeerd dat het projectgebied en omgeving van geringe betekenis is en de verstorende invloed vanwege het project niet zover reikt dat voor vogels belangrijke foerageer- en rustgebieden worden geraakt. Voor Broedvogels wordt gesteld dat met het gereedkomen van de broedlocatie Otedumerdriehoek alternatief en beter geschikt broedterrein beschikbaar is gekomen. Verder komen langs de vaarroute geen broedlocaties voor die verstoord kunnen worden door de vaarbewegingen vanwege Marconi Buitendijks. Specifiek wordt over de noordse sterns en de visdieven opgemerkt dat met de realisatie van het Marconi-broedeiland een wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan een duurzame oplossing voor de kolonies sterns in de haven van Delfzijl en daarmee voor de realisatie van de instandhoudingsdoelen van de noordse sterns en de visdieven in de Waddenzee. Wij delen de analyse uit de Passende Beoordeling. Beoordeling Gelet op het geringe belang voor vogels van het projectgebied heeft Marconi geen effecten op de instandhoudingsdoelen van vogelsoorten. De aanleg van het broedeiland draagt in wezenlijke mate bij aan het oplossen van een knelpunt voor de noordse sterns en visdieven in de Waddenzee. Voor beide vogelsoorten geldt dat de haven van Delfzijl, samen met de Eemshaven, ca 80% van de gehele broedpopulatie van de waddenzee vertegenwoordigt. Op dit moment is nog geen sprake van een optimale en duurzame broedlocatie. De broedlocatie op de Otedummerdriehoek is tijdelijk en qua ligging tussen windturbines niet optimaal. Het broedeiland binnen Marconi biedt daarentegen een permanente oplossing voor de beide kolonies. In de Passende Beoordeling werd nog uitgegaan van een omvang van 0.7 ha. Uit nadere beschouwing van de omvang van het eiland in relatie tot de totale omvang van de broedpopulaties is gebleken dat een omvang van 2 ha nodig is om de totale populaties een plek te kunnen bieden. Dit heeft ertoe geleid dat op een nieuw ontwerp ten behoeve van het broedeiland is ingediend als wijziging op de aanvraag. Met de aanleg van het broedeiland wordt mede invulling gegeven aan een beheermaatregel 3 uit het (concept) beheerplan Waddenzee. Conclusie: Wij zijn van mening dat op basis van de objectieve gegevens voldoende kan worden uitgesloten dat het project Marconi Buitendijks kan leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied Waddenzee of de SBZ Dollard (broedvogels en niet-broedvogels). Met de aanleg van het broedeiland wordt een daarnaast een wezenlijk positieve bijdrage geleverd aan het realiseren van de instandhoudingsdoelen voor de noordse stern en de visdief 13.3 Zeezoogdieren Gewone zeehond In de Passende Beoordeling is ingegaan op de mogelijke effecten op de gewone zeehond. Tussen Eemshaven en Delfzijl op de plaat Hond en ter hoogte van de duiker naar Polder Breebaart zijn ligplaatsen van gewone zeehond aanwezig. Beoordeling In de aanlegfase zullen de werkzaamheden voor de aanleg van het kwelderlandschap en de pionierskwelder binnen het projectgbied plaatsvinden ruim buiten de verstoringsafstand voor zeehonden. De voor de aanvoer van het materiaal ingezette schepen zullen alleen via de normale scheepvaartroutes varen. Het laatste deel van de vaarroute via het zeehavenkanaal en de losplaats is gelegen buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied. Daarnaast zorgt de aanwezigheid van de 3 concept ontwerp Natura 2000-beheerplan Waddenzee, pag

14 schermdijk voor een afschermende werking. Het gebruik van schepen kan niet leiden tot significante verstoringseffecten op de gewone zeehond. De aanlegwerkzaamheden kunnen beperkt onderwatergeluid veroorzaken en daarmee tijdelijk voor enige verstoring zorgen. Het werk wordt vanaf het droge deel uitgevoerd. Geluidsverstoring zal dan ook zeer beperkt zijn. Er is zeker geen sprake van een effect op de ligplaatsen op de Hond en Polder Breebaart. Deze liggen ruim buiten de verstoringsafstand voor zeehonden. Van een significante verstoring van de Habitatrichtlijnsoort gewone zeehond is dan ook geen sprake. In de gebruiksfase kan voor zeehonden in geringe mate verstoring optreden als gevolg van de aanwezigheid van mensen in het kwelderlandschap omdat de zeehonden de directe omgeving van het kwelderlandschap zullen mijden. Dit zal slechts gaan om verstoring van enkele individuen en wijkt ook niet af ten opzichte van de huidige situatie. Deze verstoring reikt daarnaast met zekerheid niet tot de belangrijke ligplaatsen voor zeehonden of werp- en zooglocaties. Conclusie: Wij zijn van mening dat op basis van de objectieve gegevens voldoende kan worden uitgesloten dat het project Marconi kan leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied Waddenzee of de SBZ Dollard voor zeezoogdieren Stikstofdepositie Stikstofuitstoot is aan de orde in de aanlegfase van de kwelders. In de Passende Beoordeling is de stikstofemissie van het project Marconi Buitendijks kwalitatief in beeld gebracht dmv een vergelijking met de stikstofemissie van de vaargeulverdieping Eemshaven-Noordzee. Vanwege de vaarbewegingen is in het kader van de tracéprocedure van de vaargeulverdieping Eemshaven- Noordzee de depositie in kaart gebracht. Hieruit volgt dat de maximale depositietoename op stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden max. 0.5 mol N/ha/j bedraagt. Het project Marconi heeft een belangrijk geringere omvang dan de de werkzaamheden rond de vaargeul verdieping (475 vaarbewegingen ipv 1308) en daarmee ook een belangrijk lagere depositie. Alleen in de directe omgeving van het projectgebied kan een depositie van enkele molen optreden. De habitattypen in de nabijheid van Marconi worden momenteel niet overbelast vanwege stikstof, ook niet in cumulatie met andere projecten. Hierdoor kunnen negatieve effecten worden uitgesloten. Beoordeling Het huidige niveau van de stikstofdepositie in de omgeving van het project Marconi Buitendijks ligt ver onder de kritische depositiewaarde van kwalificerende habitattypen. De emissies en optredende stikstofdepositie als gevolg van tijdelijke werkzaamheden zal niet leiden tot overschrijding van de kritische depositiewaarden van de voor stikstof gevoelige habitattypen. Voor de nabijgelegen Duitse natura 2000 gebieden geldt bovendien dat ingevolge de Duitse stikstoftoetsingssystematiek berekende deposities vanwege een project van minder dan 21 mol/ha/j als niet vergunningplichtig ingevolge het Duits natuurbeschermingsrecht worden beschouwd. Van een verslechtering van de kwaliteit van habitattypen of habitats van soorten binnen habitattypen in de Waddenzee, Dollard en nabijgelegen Duitse gebieden is derhalve geen sprake. Conclusie: Wij zijn van mening dat op basis van de objectieve gegevens voldoende kan worden uitgesloten dat het project Marconi kan leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied Waddenzee, Dollard of de nabijgelegen Duitse natura 2000 gebieden Landschapsschoon en rust van het beschermde gebied Voor de Waddenzee gaat het met betrekking tot de Beschermde Natuurmonument waarden ( BNwaarden ) om landschappelijke en abiotische waardevolle kenmerken: - De minimale invloed van menselijke activiteiten op het landschap en het hierdoor een vrijwel ongeschonden en open karakter. 14

15 - Het weidse karakter, het vrije spel der elementen, de voortdurende wijziging van de grenzen van land en water en de grote vormenrijkdom zijn wezenlijke kenmerken van het gebied. - De in het gebied heersende rust. Beoordeling De "oude" (BN) waarden zijn opgenomen in het aanwijzingsbesluit Natura Waddenzee en hebben als zodanig beschermende werking ten aanzien van de hierboven genoemde kenmerken. Het projectgebied en omgeving maakt echter geen onderdeel uit van de (voormalige) beschermde natuurmonumenten. Hieruit volgt dat geen sprake is van effecten op deze waarden. Conclusie: Wij zijn van mening dat op basis van de objectieve gegevens voldoende kan worden uitgesloten dat het project Marconi kan leiden tot aantasting van de doelstellingen ten aanzien van het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van de Waddenzee als bedoeld in artikel 10 lid 3 van de Natuurbeschermingswet Cumulatie Op basis van artikel 19f van de Nb-wet 1998 dient bij vergunningverlening voor nieuwe projecten of andere handelingen een beoordeling plaats te vinden van de cumulatieve effecten indien deze projecten of handelingen, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen, significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied. In de Passende Beoordeling is rekening gehouden met mogelijke cumulatie van effecten. Het betreft hier de projecten Verdieping van de Aussenems tot Emden, vaargeulverruiming Eemshaven- Noordzee en Windpark Delfzijl-Noord. Beoordeling Ten aanzien van de vaargeulverdieping naar Emden merken wij op dat deze procedure is opgeschort in verband met een juridische discussie die in Duitsland gevoerd wordt over de inpasbaarheid van vaargeulverdiepingen in Duitse estuaria in relatie tot de Kaderrichtlijn Water en de Habitatrichtlijn. Nu onzeker is wanneer de procedure wordt hervat en daarnaast de inhoud van het project niet vaststaat, zijn wij van oordeel dat dit project in cumulatie niet meegewogen kan worden. Voor de vaargeulverruiming Eemshaven Delfzijl en Windpark Delfzijl Noord komt de Passende Beoordeling, na een afweging van effecten op de relevante instandhoudingsdoelen, tot de conclusie dat het project Marconi Buitendijks, in cumulatie met deze projecten, niet kan leiden tot significante (cumulatieve) effecten op instandhoudingsdoelen voor de Natura 2000-gebied Waddenzee, de SBZ Dollard en de nabijgelegen Duitse Natura 2000-gebieden. Er is geen overlap tussen de perioden waarbinnen de projecten worden uitgevoerd en ook eventueel optredende effecten kunnen elkaar niet zodanig overlappen dat hierdoor significant negatieve effecten zullen optreden. Wij sluiten ons aan bij de conclusies zoals verwoord in de Passende Beoordeling. Conclusie: Wij zijn van mening dat op basis van de objectieve gegevens voldoende kan worden uitgesloten dat het project Marconi buitendijks kan leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied Waddenzee of de SBZ Dollard. 14. Nadere onderzoeken Wij zijn van mening dat de aanvraag voldoende informatie bevat om op alle te beoordelen effecten en waarden een afgewogen beslissing te kunnen nemen. Verdere onderzoeken zijn ons inziens dan ook niet nodig. 15

De aanleg van het kwelderlandschap en de pionierkwelder vinden plaats binnen de begrenzing van Natura 2000-gebied Waddenzee (Eems-Dollard).

De aanleg van het kwelderlandschap en de pionierkwelder vinden plaats binnen de begrenzing van Natura 2000-gebied Waddenzee (Eems-Dollard). Bijlage 1: Overwegingen bij Natuurbeschermingswetvergunning Kwelderlandschap Marconi Buitendijks 1. Project Marconi Buitendijks Op 19 januari 2015 hebben wij een aanvraag ontvangen van de gemeente Delfzijl

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998. verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998. verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998 verleend aan STAATSBOSBEHEER voor plaatsen en gebruik schuilvoorziening Rottumeroog (art. 20 gebied) besluit 16 juli

Nadere informatie

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Wnb; wijziging vergunning onderhoudsbaggerwerk in de haven van Delfzijl; Waddenzee Directoraat-generaal Agro en Behandeld door Datum 20 december 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB / 17206945

Nadere informatie

Bijlage 1: Motivering van het besluit

Bijlage 1: Motivering van het besluit Bijlage 1: Motivering van het besluit 1. De aanvraag Op 4 april 2016 hebben wij een aanvraag ontvangen van het Waterschap Noorderzijlvest om een vergunning op basis van artikel 16 en 19d Nb-wet 1998 (hierna

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Provincie Groningen, Afdeling Beton en Waterbouw De heer L. Thoma Postbus 610 9700 AP GRONINGEN. Geachte heer Thoma,

Provincie Groningen, Afdeling Beton en Waterbouw De heer L. Thoma Postbus 610 9700 AP GRONINGEN. Geachte heer Thoma, Provincie Groningen, Afdeling Beton en Waterbouw De heer L. Thoma Postbus 610 9700 AP GRONINGEN Geachte heer Thoma, Op 18 april 2013 heeft u ons verzocht om vergunning op grond van art. 16 en 19d de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 Ons kenmerk RO/2009015319 Behandeld door de heer B. Klijs (0592) 36 56 64 Onderwerp: Vergunning artikel 19d van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) 1998 BESLUIT

Nadere informatie

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben. Directoraat-generaal, Visserij en Landelijk Gebied Behandeld door Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Datum 5 december 2018 Bijlage nummer 1 Horend

Nadere informatie

Wnb; overwegingen vergunning; Bochtafsnijding vloedgeul vaarverbinding Holwerd Ameland; Waddenzee

Wnb; overwegingen vergunning; Bochtafsnijding vloedgeul vaarverbinding Holwerd Ameland; Waddenzee Wnb; overwegingen vergunning; Bochtafsnijding vloedgeul vaarverbinding Holwerd Ameland; Waddenzee Directie en Biodiversiteit Behandeld door Datum 25 september 2018 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB

Nadere informatie

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003062 + NL9802001 Beschermd

Nadere informatie

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18017991 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging

Nadere informatie

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op artikel 3, eerste lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer

Nadere informatie

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag TenneT TSO BV Postbus 718 6800 AS Arnhem Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

10 Wettelijke toetsingskaders natuur MER Windpark Bouwdokken 133 10 Wettelijke toetsingskaders natuur 10.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de effecten op de natuur, zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk, getoetst aan het beleid en

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 6 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 30 december 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 24 juli

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I vww.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00541403 ODH-2019-00002187 2

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 16 november 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-011244 - gemeente Berg en

Nadere informatie

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Natura 2000 Binnen het plangebied en in de omgeving daarvan zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen (zowel in Nederland als in Vlaanderen). Op grond van

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825

Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825 Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825 Natuurbeschermingswet 1998 Vergunning project Verbreding A50 tracé Ewijk-Valburg, aanleg en gebruik extra Waalbrug en renovatie huidige Waalbrug INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19 februari

Nadere informatie

Programma publieke avond 26 januari 2012

Programma publieke avond 26 januari 2012 Informatie avond Beheerplan Natura2000 Ameland 26 januari 2012 1.Piet op t Hof 2.Sies Krap DLG Natura 2000 26 januari 2012 Programma publieke avond 26 januari 2012 1. Opening,Piet Dijkstra (DLG) 2. Presentatie

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490424 ODH-2017-00073147 2 8 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Behandeld door Datum Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk Datum DGAN-NB/18203568 Contactpersoon Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet De Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet) voorziet met het oog op het behoud van de biodiversiteit, in regels ter bescherming van

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

Besluit. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Datum Wnb; goedkeuring gewijzigde uitvoering project Zandwinning Prins Hendrik Zanddijk Texel

Besluit. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Datum Wnb; goedkeuring gewijzigde uitvoering project Zandwinning Prins Hendrik Zanddijk Texel > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Datum Betreft Wnb; goedkeuring gewijzigde

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00534727 ODH-2018-00167728 1 ^ JAN. 2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

Bij de brief van 10 januari 2006 hebben wij de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Bij de brief van 10 januari 2006 hebben wij de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. Comité Visserijdagen T.a.v.: dhr. P. Kwast Postbus 132 8860 AC HARLINGEN Leeuwarden, 14 april 2006 Verzonden, Ons kenmerk : 637552 Afdeling : Landelijk Gebied Telefoon : 058-2925042 / G. van der Burg Uw

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Inhoudelijke overwegingen Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB / 17203395 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794 ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 20-12-2006 Zaaknummer 200607725/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam 29 juni 2015 Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, VolendamVolendam Verantwoording Titel Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Inhoudelijke overwegingen Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17102956 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011430 gemeente Apeldoorn Activiteit : plaatsen

Nadere informatie

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda Natuurtoets Permanente openstelling A12 Woerden Gouda 1. Wet- en regelgeving Flora- en faunawet (Ffw) De Ffw is gericht op de bescherming van inheemse dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied.

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Pascal Haumann B.V., Halve Maan 3 te Well Zaaknummer: 2015-0351 Kenmerk: 2016/98662 d.d. 15 december

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005160 - gemeente Putten Activiteit

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Zeehondencrèche Lenie t Hart t.a.v. Hoofdstraat 94a 9968 AG Pieterburen uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april 2007 - DRZ/07/3012/FB/HG 01-08-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490433 ODH-2017-00090918 2 6 SEP. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 8 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-002524 - gemeente Ede Activiteit : het

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Datum besluit : 24 november 2016 Onderwerp Artikel Activiteit : Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet : 19d : het uitbreiden

Nadere informatie

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20 juli 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17118551

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap Vissers-Gommans, Vosberg 11 a te Panningen Zaaknummer: 2014-1047 Kenmerk: 2016/63042 d.d.

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 24 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-000028 - gemeente Maasdriel Activiteit

Nadere informatie

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: 2016-600903 Kenmerk: 2016/86141 d.d. 3

Nadere informatie

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009

Nadere informatie

Passende Beoordeling Kwelderlandschap Marconi Buitendijks

Passende Beoordeling Kwelderlandschap Marconi Buitendijks Passende Beoordeling Kwelderlandschap Marconi Buitendijks Passende Beoordeling Kwelderlandschap Marconi Buitendijks Status definitief Datum 21 augustus 2015 Handtekening Dagmar Heidinga 2015 P14084 Passende

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Stam Brasbeek 90 8326 BR SINT JANSKLOOSTER

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

Voortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle

Voortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle Voortoets Natura 2000 Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle Aanleiding Voor het perceel gelegen aan de Dwarsdijk 2 te Halle is een vergroting van de rundveestalling voorzien, evenals een vergroting

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Verbeterd exemplaar BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 4 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008837 - gemeente

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 11 juni 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 18 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-012117 - gemeente Ermelo Activiteit : verbreden van het

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Natuurcompensatie Perkpolder. definitief besluit Nb-wet 1998

Inhoudelijke overwegingen Natuurcompensatie Perkpolder. definitief besluit Nb-wet 1998 Inhoudelijke overwegingen Natuurcompensatie Perkpolder Keizersgracht 5 5611 GB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.rijksoverheid.nl/eleni T 070-888 32 80 F 070-888 32 90 Bijlage nummer 1 Horend

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, e, f en g Natuurbeschermingswet 1998, Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland en Beleidsregels Stikstof en

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010547 - gemeente Haaksbergen

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN. Ontwerp besluit

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN. Ontwerp besluit GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN Windpower B.V. De heer J.F. Boven Hoofdstraat 40 9686 VJ BEERTA Datum besluit : 21 november 2018 Documentnummer : 2018-080268 Dossiernummer Behandeld door

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de minister van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de minister van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27719 1 juni 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 19 mei 2016 met kenmerk 16068366, tot beperking

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Midden-Nederland. Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis. voortoets Natuurbeschermingswet 1998

Rijkswaterstaat Midden-Nederland. Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis. voortoets Natuurbeschermingswet 1998 Rijkswaterstaat Midden-Nederland Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis voortoets Natuurbeschermingswet INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Leeswijzer 3 2. NATUURBESCHERMINGSWET 5 2.1. Natura 2000-gebieden

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Gedeputeerde Staten van provincie Groningen Sint Jansstraat 4 9712 JN Groningen Onderwerp: Aanvulling Omgevingsvergunning Windpark Oostpolderdijk Projectnummer: C05057.000103.0100 Datum: 18-5-2017 Arcadis

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38 25 februari 2009 Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied De Minister van Landbouw, Natuur

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West Bijlagen - DE AANVRAAG

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 1.13, artikel 2.7 lid 2 en 3 en artikel 2.8 lid 3 en 9 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 7 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005866 - gemeente Montferland Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 18 november 2013 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-011300 - gemeente Aalten Activiteit : het

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00514637 ODH-2018-00050993 -

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-000192 -

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 11 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek

Nadere informatie

30 sept OU

30 sept OU VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 30 sept 2014 65848 OU2010006 Aanvrager : Het college van

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-007675 - gemeente Almere Activiteit

Nadere informatie

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar Notitie Contactpersoon Marike Aalbers en Elles van Drunen Datum 12 juni 2014 Kenmerk N005-1222424XMA-baw-V02-NL Aanleiding Voor het terrein aan de Spoorallee te Zevenaar wordt een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 9 januari 2017 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van

Nadere informatie

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T

Nadere informatie

Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster

Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster Notitie Contactpersoon Elger Niemendal Datum 28 november 2016 Kenmerk N001-1241747ENX-los-V01-NL Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster 1 Inleiding In het kader van het bestemmingsplan

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010894 - gemeente Ermelo Activiteit

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer:

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer: 2015-0862 Kenmerk: 2016/93247 d.d. 24 november

Nadere informatie

VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET verleend aan Groningen Seaports. Vergunning uitbreiding Beatrixhaven. in de Eemshaven

VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET verleend aan Groningen Seaports. Vergunning uitbreiding Beatrixhaven. in de Eemshaven VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998 verleend aan Groningen Seaports Vergunning uitbreiding Beatrixhaven in de Eemshaven Bijlage 1, behorende bij besluit d.d. 12 maart 2013 (kenmerk ) Groningen, 23-03-2013

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 21 mei 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-018796 - gemeente Beekbergen Activiteit : Sloop en nieuwbouw vakantiewoningen

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-015534 - gemeente Ede Activiteit : Verbreding

Nadere informatie