"Boren in dossiers" Bodemveldwerk BRL Datum 4 augustus 2011 Status Definitief
|
|
- Irma van der Wal
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 "Boren in dossiers" Bodemveldwerk BRL 2000 Datum 4 augustus 2011 Status Definitief
2 Colofon Dit rapport is een uitgave van: VROM-Inspectie Inspectie Verkeer en Waterstaat Deze publicatie is te downloaden via Publicatienummer: VI Pagina 2 van 19
3 Inhoud Samenvatting... 5 Inleiding Opdracht en onderzoeksmethodiek De opdracht Onderzoeksmethodiek en selectie van te onderzoeken adviesbureaus 2001 en Onderzoeksmethodiek en selectie van te onderzoeken adviesbureaus Bevindingen VKB protocollen 2001 en Bevindingen ten aanzien van de adviesbureaus Bevindingen ten aanzien van de (kritische) eisen Bevindingen VKB protocol Conclusies Pagina 3 van 19
4 Pagina 4 van 19
5 Samenvatting In de bodemketen is het veldwerk een belangrijke activiteit. Goed meten van de verontreiniging is essentieel. Het is de basis van het bodemonderzoek en de basis voor het vertrouwen van burgers, overheid en andere bedrijven in een goed functionerend bodembeheerstelsel. Onder meten wordt in dit verband begrepen het uitvoeren van het veldwerk bij een bodemonderzoek. Het uitvoeren van het veldwerk is een werkzaamheid die alleen mag worden uitgevoerd door bedrijven die beschikken over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit. De VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (hierna de Inspecties) zijn in een dossieronderzoek nagegaan in hoeverre erkende bodemadviesbureaus de eisen uit de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 2000 en onderliggende protocollen naleven. De VROM-Inspectie heeft onderzoek gedaan naar de VKB-protocollen 2001 en 2002, de Inspectie Verkeer en Waterstaat naar VKB-protocol Doel van het onderzoek is het verkrijgen van een beeld van de mate van naleving van de registratieverplichtingen van belangrijke eisen uit de BRL 2000 en onderliggende protocollen. In het verlengde hiervan wordt met dit onderzoek een versterkt effect op de werking van het interne kwaliteitsysteem van de bedrijven in de branche beoogd. Verwacht wordt dat hiervan een positief effect op het naleefgedrag van de bodembranche en de werking van certificerende instellingen uitgaat. In dit onderzoek is onderscheid gemaakt tussen kritische eisen en eisen. Kritische eisen zijn eisen die bij niet-naleving in het veld de kwaliteit en de resultaten van het veldwerk negatief zullen beïnvloeden en daarmee invloed hebben op de (interpretatie van de) onderzoeksgegevens en de vervolgfasen van het bodemonderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat, voor zover dit uit de dossiers valt af te leiden, bijna de helft van de 21 onderzochte bodemadviesbureaus (47%) de naleving redelijk tot goed op orde heeft. Onder naleving wordt verstaan dat in de dossiers geregistreerd is dat aan de BRL-eisen invulling is gegeven. Bij 5 (een kwart) van de onderzochte bureaus is het aantal geconstateerde overtredingen van de registratieverplichtingen zorgwekkend. Bij de 10 onderzochte dossiers die bij ieder bureau zijn geanalyseerd, worden meer dan 20 kritische eisen overtreden. Dit betekent dat per dossier de uitvoering van gemiddeld meer dan 2 kritische eisen niet geregistreerd is. Bij het resterende kwart zijn tussen de 10 en 20 overtredingen van registratieverplichtingen bij kritische eisen geconstateerd (per dossier 1 tot 2 kritische eisen niet nageleefd). Bij waterbodemonderzoek is slechts in twee van de negen VKB-2003 dossiers historisch onderzoek aangetroffen. Vooronderzoek dient de basis te zijn voor het monsternemingsplan. Een waterbodemonderzoek dat niet aan de eisen voldoet, kan niet worden gebruikt als milieuhygiënische verklaring. Bij de landbodemdossiers blijkt dat het monsternemingsplan vrijwel altijd is opgesteld op basis van een vooronderzoek. Wel is geconstateerd dat die historische vooronderzoeken veelal zeer summier zijn. Het onderzoek van de Inspecties heeft zich beperkt tot dossieronderzoek (wat is er in de dossiers vastgelegd over de invulling van de eisen). Er kan dan ook uitsluitend een harde conclusie getrokken worden over het naleefgedrag ten aanzien van registratieverplichtingen in de dossiers en niet over de mate waarin in het veld daadwerkelijk invulling wordt gegeven aan de BRL-eisen. Het dossieronderzoek geeft echter ook inzicht in hoe de branche op papier functioneert en hoe het kwaliteitsysteem van de onderzochte bedrijven werkt. Gebleken is dat bij een kwart Pagina 5 van 19
6 van de onderzochte bedrijven regelmatig belangrijke gegevens voor de onderbouwing van de rapportage niet worden geregistreerd. Het kwaliteitsysteem van deze bedrijven zou dat op enig moment moeten hebben gecorrigeerd. Er wordt immers zodanig nalatig geregistreerd, dat wordt afgedaan aan de voorwaarden om tot een voldoende betrouwbare onderzoeksrapportage te komen. Bij dergelijke bedrijven is sprake van een zorgwekkende situatie, die nader onderzoek door de Inspecties vereist. Hier staat tegenover dat bedrijven die hun zaken goed op orde hebben ook het vertrouwen van de Inspecties mogen genieten dat zij verdienen. Gelet op de omvang van de steekproef (10% van het totaal aantal erkende adviesbureaus) is de verwachting dat deze resultaten een indicatief beeld vormen van het totaal aantal erkende adviesbureaus. Een van de gedachten achter certificering en erkenning is, dat het bijdraagt aan het zelfregulerend vermogen van de bodemadviesbureaus. Uit dit onderzoek blijkt, dat de mate van zelfregulering nog verbeterd kan worden. De mate waarin de certificerende instellingen (CI s) bijdragen aan het zelfregulerend vermogen van de adviesbureaus, valt uit dit onderzoek niet af te leiden. In een nader onderzoek worden de corrigerende effecten van het optreden van de CI s door de Inspecties onderzocht. Daarbij zullen de Inspecties nagaan hoe CI s omgaan met afwijkingen en op welke wijze zij trachten de adviesbureaus te bewegen naar meer normconform gedrag. Pagina 6 van 19
7 Inleiding Uit een eerste risicoanalyse en uit resultaten van eerdere onderzoeken (waaronder Lessen uit de zaak van een frauderend bodemadviesbureau ) is gebleken, dat het veldwerk een risicovolle activiteit is in de bodemketen. Goed meten van verontreiniging is essentieel. Het is de basis voor het vertrouwen van burgers, overheden en andere bedrijven in een goed functionerend bodembeheerstelsel. Onder meten wordt in dit verband begrepen het uitvoeren van het veldwerk bij een bodemonderzoek. In de Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB procescertificaat Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek (BRL SIKB 2000) zijn eisen aan organisatie en uitvoering opgenomen die worden gehanteerd voor de afgifte en instandhouding van een procescertificaat voor het verrichten van dit veldwerk. Daaronder liggen een aantal uitvoeringsprotocollen (o.a. VKB 2001, VKB 2002 en VKB 2003). Hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit (Kwaliteit van uitvoering) bevat regels voor de uitvoering van bodemwerkzaamheden. Kort gezegd komen deze regels er op neer, dat bepaalde bodemwerkzaamheden alleen mogen worden verricht door erkende instellingen. Artikel 15 van het Besluit bodemkwaliteit bevat daartoe een verbod tot het uitvoeren van een werkzaamheid zonder een daartoe door de Minister van Infrastructuur en Milieu verleende erkenning. Een van de voorwaarden voor het verkrijgen van een erkenning is dat het bedrijf met een certificaat kan aantonen te voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. Deze kwaliteitseisen zijn per werkzaamheid vastgelegd in beoordelingsrichtlijnen (BRL) en protocollen. Artikel 18 van het Besluit bodemkwaliteit bepaalt, dat het verboden is een werkzaamheid uit te voeren in strijd met het daarvoor geldende normdocument. In de Regeling bodemkwaliteit is het uitvoeren van veldwerk als een werkzaamheid aangewezen. De VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat hebben in de tweede helft van 2010 onderzocht, voor zover dit is op te maken uit de dossiers, in hoeverre erkende bodemadviesbureaus de eisen uit de BRL 2000 naleven. De VROM-Inspectie heeft onderzoek gedaan naar de protocollen 2001 en 2002, de Inspectie Verkeer en Waterstaat naar het protocol De resultaten van dit dossieronderzoek treft u in deze rapportage aan. Met het project wordt beoogd een beeld te verkrijgen van de mate van naleving van registratieverplichtingen van belangrijke eisen uit de BRL 2000 en onderliggende protocollen. In het verlengde hiervan wordt met dit onderzoek een versterkt effect op de werking van het interne kwaliteitsysteem van de bedrijven in de branche beoogd. Verwacht wordt dat hiervan een positief effect op het naleefgedrag van de bodembranche en de werking van certificerende instellingen uitgaat. Leeswijzer Het eerste hoofdstuk gaat in op het doel en de onderzoeksopzet. Het tweede en derde hoofdstuk beschrijven de resultaten van het onderzoek. Hoofdstuk4 bevat de conclusies. In het vervolg van dit rapport wordt gesproken van (bodem)adviesbureaus, daarmee worden de erkende bodemadviesbureaus bedoeld. Pagina 7 van 19
8 Pagina 8 van 19
9 1 Opdracht en onderzoeksmethodiek 1.1 De opdracht De VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (voortaan de Inspecties ) voeren analyses uit op basis waarvan specifieke risicomomenten in de keten, blinde vlekken of risico-actoren in beeld gebracht worden. Op de langere termijn beogen de Inspecties een ontwikkeling in gang te zetten van signaalgericht toezicht naar risicoen informatiegestuurd toezicht, waarbij de samenwerking met netwerkpartners steeds belangrijker wordt. Vooruitlopend op deze analyses en in combinatie met resultaten van eerdere onderzoeken (waaronder Lessen uit de zaak van een frauderend bodemadvisiesbureau ) is in 2010 op een tweetal geïdentificeerde risicothema s onderzoek gedaan naar het naleefgedrag. Een van die themaonderzoeken is Meten Bbk vanuit de bodemketen BRL Doel van dit onderzoek is zoals gezegd het verkrijgen van een beeld van de mate van naleving van registratieverplichtingen van belangrijke eisen uit de BRL 2000 en onderliggende protocollen. In het verlengde hiervan wordt met dit onderzoek een versterkt effect op de werking van het interne kwaliteitsysteem van de bedrijven in de 2000-branche beoogd. Verwacht wordt dat hiervan een positief effect op het naleefgedrag van de bodembranche en de werking van certificerende instellingen uitgaat. De onderzoeken zijn vooraf in de branche bekend gemaakt. Onder het normdocument BRL 2000 (veldwerk milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek) zijn vijf protocollen gebracht. De VROM-Inspectie heeft onderzoek gedaan naar de VKB 2001 (plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen) en de VKB 2002 (het nemen van grondwatermonsters). De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft onderzoek gedaan naar het protocol VKB 2003 (veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek). De Inspecties hebben uit de BRL en onderliggende protocollen eisen geselecteerd waarop het onderzoek is gericht. De handhaving van geconstateerde afwijkingen van eisen valt buiten dit project. De uitvoering van deze taak is niet in deze rapportage meegenomen. Pagina 9 van 19
10 1.2 Onderzoeksmethodiek en selectie van te onderzoeken adviesbureaus 2001 en 2002 Onderzoeksmethodiek: Het onderzoek heeft zich beperkt tot een dossieronderzoek. Onderzocht is of uit de dossiers blijkt, dat aan de eisen van de BRL 2000 en de VKB protocollen 2001 en 2002 invulling is gegeven. In dit onderzoek is sprake van een overtreding van een eis, als in het dossier niet is vastgelegd dat aan deze eis invulling is gegeven. Dat op papier niet aan een registratieverplichting voldaan is, betekent niet direct dat ook in het veld sprake is van een overtreding. Het op papier herhaaldelijk niet naleven van eisen geeft echter een negatieve indicatie over het kwaliteitszorgsysteem van het bedrijf. Bij een niet voldoende borging van de kwaliteit is het onvoldoende zeker dat de uitvoering in het veld goed gedaan wordt. De Inspectie heeft niet in het veld gecontroleerd of de uitvoering van de eis daadwerkelijk is overtreden. Gevolg van deze keuze is dat het aantal geconstateerde administratieve overtredingen mogelijk groter is dan de overtredingen in de praktijk. Overigens is het niet vastleggen van gegevens op zich zelf al een overtreding van de eisen uit de BRL. Het onderzoek richt zich op een selectie van eisen uit de BRL en protocollen 2001 en De VROM-Inspectie heeft voornamelijk uitvoeringstaken met milieuhygiënische relevantie geselecteerd en in mindere mate systeem- en/of organisatorische eisen. Daarnaast is bij de selectie van te onderzoeken eisen rekening gehouden met de handhaafbaarheid van de eis. De BRL-en zijn van oorsprong geen documenten die opgesteld zijn ten behoeve van handhaving. Hierdoor zijn een aantal punten in deze BRL-en voor meerdere interpretaties vatbaar. Dit was een complicerende factor in het onderzoek. Het onderzoek heeft zich toegespitst op die eisen die eenduidig interpreteerbaar en handhaafbaar zijn. De VROM-Inspectie heeft 24 handhaafbare eisen uit de BRL en de VKB-protocollen geselecteerd. Uit deze 24 eisen zijn vervolgens een aantal eisen geselecteerd die, als zij niet worden nageleefd, de kwaliteit en resultaten van het veldwerk negatief zullen beïnvloeden. Daarmee zullen zij vervolgens ook invloed hebben op de (interpretatie van de) onderzoeksgegevens en de vervolgfasen van het bodemonderzoek. Deze eisen zijn daarom benoemd als kritische eisen. In totaal zijn dat er 10. Eisen die niet-kritisch zijn, zijn veelal administratief van aard. Zij zitten op het niveau van kwaliteitsborging en hebben niet direct gevolgen voor de kwaliteit van het veldwerk. De eis dat de naam van de veldwerker en de handtekening zijn vastgelegd, is ondanks dat het om een eis met administratief karakter gaat toch als kritisch benoemd, omdat deze eis verificatie mogelijk maakt van één van de kernvoorschriften van het Besluit bodemkwaliteit (veldwerk mag alleen worden uitgevoerd door iemand die daarvoor op persoonsniveau bevoegd is). Een volledig overzicht van de geselecteerde eisen is opgenomen in tabel 1. Twee leden van de brancheverenigingen VKB en VVMA hebben voorafgaande aan het onderzoek de lijst van geselecteerde eisen ingezien. Hun reacties zijn meegewogen. Dit is gedaan om te verifiëren of de branche deze selectie van eisen onderschrijft. Bij elk van de adviesbureaus zijn 10 complete dossiers geselecteerd voor controle. Dit aantal van 10 is onafhankelijk van de grootte van het te controleren adviesbureau. De selectie van de te onderzoeken dossiers heeft ad random plaatsgevonden, waarbij gestreefd is naar een gelijkmatige verdeling tussen Pagina 10 van 19
11 verkennende en nadere onderzoeken. Teneinde een actueel beeld te kunnen genereren, zijn dossiers van voor 1 januari 2009 niet meegenomen in de steekproef. De geselecteerde dossiers zijn ter plaatse gekopieerd. Het adviesbureau is in de gelegenheid gesteld alle relevante zaken aan te leveren. De dossiers zijn vervolgens op VI- kantoor beoordeeld. Tabel 1: onderzochte eisen uit de BRL en onderliggende protocollen 2001 en Veldwerker (rapportage en veldwerkformulier) op erkenning Kritische Eis geregistreerd? 2 Naam veldwerker en handtekening (beide aanwezig VKB 2001 Kritische Eis paragraaf 6.6, VKB 2002 paragraaf 8.4)? 3 Zijn de peilbuizen goed geplaatst (filterstelling snijdend, VKB Kritische Eis 2001 paragraaf 7.2)? 4 Is de afwerking correct (bentoniet en filtreergrind) uitgevoerd Kritische Eis en geregistreerd (VKB 2001, paragraaf 7.1)? 5 Is bij onderzoek naar vluchtige parameters gebruik gemaakt Kritische Eis van steekbussen (VKB 2001, paragraaf 9.3)? 6 Is de samenstelling van het mengmonster goed uitgevoerd Kritische Eis (textuur, waarnemingen)? 7 Zijn de juiste parameters geanalyseerd? Kritische Eis 8 Is de wachttijd van bemonstering van de peilbuizen correct Kritische Eis aangehouden (VKB 2001 paragraaf 10.3, VKB 2002 paragraaf 6.1)? 9 Zijn de monsterpunten goed ingemeten (monsternemingsplan, Kritische Eis veldtekening, rapport, VKB, 2001 paragraaf 10.3)? 10 Zijn monsters, labopdracht en informatie tijdig en voldoende Kritische Eis aan het lab verstrekt? 11 Projectnummer of eenduidige naam van het project? Eis 12 Monsternemingsplan opgesteld op basis van een Eis vooronderzoek? 13 Monsternemingsplan bevat informatie zoals bedoeld in Eis paragraaf van BRL 2000 (aantallen, diepte, methode, parameters)? 14 Werkzaamheden volgens monsternemingsplan uitgevoerd? Eis 15 Zo nee, zijn afwijkingen geregistreerd? Eis 16 Veldwerkadministratie van voldoende kwaliteit? Eis 17 Is de datum van uitvoering juist ingevuld? Eis 18 Is projectnummer/identificatie vermeld? Eis 19 Is vastgelegd welk boorsysteem is toegepast? (VKB 2001 Eis paragraaf 6.6 en 9.6)? 20 Is vermeld of er een afwijkend boorsysteem is toegepast (VKB Eis 2001, paragraaf 6.6 en 9.6)? 21 Is diepte van de boring ten opzichte van het maaiveld Eis aangegeven? (VKB 2001, paragraaf 6.6)? 22 Hadden mantelbuizen gebruikt moeten worden (VKB 2001, Eis paragraaf 6.3) en zijn ze conform gebruikt? 23 Zijn de afpompvolumina, Ec en ph geregistreerd (plaatsing en Eis bemonstering? (VKB 2001, paragraaf 7.1, VKB 2002 paragraaf 6.2, 8.4 en 9.3)? 24 Opslag van watermonsters in de koeling (VKB 2001, paragraaf 9.5 en VKB 2002, paragraaf 8.2) Eis Pagina 11 van 19
12 Selectie van de te onderzoeken adviesbureaus Er zijn circa 260 adviesbureaus erkend voor de BRL 2000; dit zijn 220 tot 230 bedrijven met soms meerdere vestigingen. Uit dit aantal van is een steekproef van 22 bedrijven (circa 10%) genomen, in de verwachting dat hiermee een goed beeld van de totale branche kan worden gegeven en dat daarmee een beeld kan worden geschetst van het naleefgedrag. Deze 22 zijn ad random geselecteerd. De eerste drie adviesbureaus zijn geloot uit bedrijven die voor zowel de VKB 2001, VKB 2002 én VKB 2003 over een erkenning beschikken. De overige adviesbureaus zijn daarna middels loting uitgekozen. In geval de loting een bureau met meerdere vestigingen selecteerde, zijn de nevenvestigingen van dit bureau vervolgens uit de lijst verwijderd. Dit om onevenredige belasting van een adviesbureau te voorkomen. De namen van de onderzochte adviesbureaus zijn geanonimiseerd. Zij worden individueel en afzonderlijk geïnformeerd over hun plaats op de ranking in dit rapport (zie figuur 1). 1.3 Onderzoeksmethodiek en selectie van te onderzoeken adviesbureaus 2003 De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft uit de BRL 2000 en het VKB 2003 protocol een selectie gemaakt van onderdelen waarop de dossiers gecontroleerd zijn. Het gaat daarbij om minimale informatie die volgens de BRL 2000 en protocol 2003 geregistreerd moeten worden en in het dossier aanwezig moeten zijn. In tabel 2 is een overzicht van deze eisen opgenomen. Tabel 2: onderzochte eisen uit de BRL en onderliggend protocol Is het monsternemingsplan opgesteld op basis van een Kritische eis vooronderzoek? 2 Is de juiste strategie gekozen? Kritische eis 3 Is veldwerker vermeld en erkend? Kritische eis 4 Naam veldwerker en handtekening Kritische eis 5 Bevat het monsternemingsplan de minimale informatie Eis (aantallen, diepte, methode, parameters)? 6 Zijn werkzaamheden volgens monsternemingsplan Eis uitgevoerd, zijn afwijkingen geregistreerd? 7 Datum uitvoering Eis 8 Project identificatie, projectnummer Eis 9 Beschrijving locatie, intekening boorpunten Eis 10 Diepte boring Eis 11 Gebruikt materieel voor uitvoering bemonstering (schip Eis (evt bemanning), monstername apparatuur) 12 Beschrijving volumebepaling Eis De selectie van de adviesbureaus is beschreven in paragraaf 1.2. In vergelijking met de landbodem worden er jaarlijks minder waterbodemonderzoeken in Nederland uitgevoerd. Vanwege de beperktere beschikbaarheid van relevante dossiers is besloten op per adviesbureau drie dossiers te onderzoeken. Per adviesbureau is uit beschikbare registraties van alle door het adviesbureau uitgevoerde onderzoeken, een selectie van dossiers gemaakt. De geselecteerde dossiers zijn ter plaatse gekopieerd en vervolgens op het kantoor van de Inspectie Verkeer en Waterstaat beoordeeld. Pagina 12 van 19
13 2 Bevindingen VKB protocollen 2001 en Bevindingen ten aanzien van de adviesbureaus Van de 22 geselecteerde bureaus zijn er uiteindelijk 21 gecontroleerd. Bij één adviesbureau waren te weinig dossiers voorhanden die dateren van na 1 januari Dit bureau is derhalve buiten het onderzoek gelaten. In figuur 1 is voor de 21 gecontroleerde bodemintermediairs aangegeven: 1. Aan hoeveel kritische eisen uit de BRL niet wordt voldaan (10 van de 24 eisen uit de BRL zijn benoemd als kritisch) (blauwe staven). 2. Aan hoeveel overige eisen uit de BRL niet wordt voldaan (14 van de 24 geselecteerde eisen zijn benoemd als overig of niet kritisch) (beige staven). In figuur 1 zijn de gecumuleerde (absolute) aantallen over 10 onderzochte dossiers per adviesbureau weergeven. Per dossier zijn in totaal 24 eisen onderzocht, dat betekent dus dat per adviesbureau 240 maal beoordeeld is of aan een (kritische) eis op papier is voldaan. Een van de adviesbureaus betreft een boorbedrijf. Bij dit bedrijf is slechts beperkte informatie aanwezig, waardoor niet alle aspecten beoordeeld konden worden. Figuur 1: Aantal eisen waaraan (op papier) niet is voldaan VKB protocol 2001 en 2002), rangschikking op basis van niet voldoen aan kritische eisen. Aantal Afwijkingen BRL 2000 (ptotocol 2001 en 2002) kritische Eis BRL 2000 Eis BRL Bodemadviesbureau kritische Eis BRL 2000 Eis BRL 2000 Pagina 13 van 19
14 In een ideale situatie zijn er geen eisen en zeker geen kritische eisen waaraan niet wordt voldaan. De Inspecties leggen vooral de nadruk op het voldoen aan kritische eisen. Als in het veld geen invulling wordt gegeven aan een kritische eis, zal dat een negatief effect hebben op het resultaat van het veldwerk en van het bodemonderzoek. Geen enkel onderzocht bureau voldoet aan dit ideaalplaatje. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Met behulp van het interne kwaliteitszorgsysteem moeten deze fouten echter opgemerkt worden en moeten er maatregelen worden genomen om herhaling te voorkomen. Dit is de zelfregulering die beoogd wordt met de certificering en erkenning. Veel overtredingen ten aanzien van de registratieverplichting van kritische eisen, geven een negatief beeld van de werking van het kwaliteitsysteem van een bedrijf. De Inspectie vindt dat het systeem van zelfregulering onvoldoende tot zijn recht komt als bedrijven meer dan 10 keer een kritische eis niet naleven (per dossier wordt dan gemiddeld één kritische eis niet nageleefd). Deze grens heeft de VROM- Inspectie enerzijds gerelateerd aan de resultaten van het onderzoek en anderzijds heeft de Inspectie er bij het vaststellen van deze grens rekening mee gehouden dat het onderzoek zich beperkt heeft tot een dossieronderzoek (wat is er in de dossiers vastgelegd over de invulling van de eisen). Uit figuur 1 blijkt, dat bijna de helft van de onderzochte adviesbureaus (47%) de naleving van de registratieverplichtingen rond kritische eisen redelijk tot goed op orde heeft. Het aantal overtredingen van de registratieverplichtingen rond kritische eisen door deze groep bureaus is minder dan 10 in de 10 onderzochte dossiers. Geen van de onderzochte bureaus voldoet aan alle kritische eisen. Bij ruim een kwart van de bureaus (29%) zijn veel overtredingen geconstateerd (tussen de 10 en 20 overtredingen van kritische eisen in de 10 onderzochte dossiers, dus gemiddeld 1 tot 2 overtredingen per dossier). Bij het resterende kwart (24%) is het aantal overtredingen dusdanig zorgwekkend dat nadere handhavingsactie nodig is. Er worden meer dan 20 kritische eisen overtreden (gemiddeld worden per dossier meer dan twee kritische eisen niet nageleefd). Het hoogst scorende bedrijf heeft gemiddeld per dossier aan ruim 3 kritische BRL-eisen niet voldaan. Nogmaals wordt benadrukt dat onder naleefgedrag in dit geval wordt verstaan dat in de dossiers geregistreerd is dat aan de BRL-eisen invulling is gegeven. De certificerende instellingen (CI s) voeren kwaliteitsaudits uit bij de erkende BRL 2000 adviesbureaus. De Inspectie heeft niet onderzocht of en hoe de CI s corrigerend hebben opgetreden ten aanzien van de in dit onderzoek geconstateerde (kritische) afwijkingen. Het aantal geconstateerde afwijkingen roept echter de vraag op in hoeverre de CI s de afwijkingen, zoals die nu door de Inspectie zijn geconstateerd, signaleren. Vraag is dan eveneens welke acties zij vervolgens ondernemen of hebben ondernomen om de bodemintermediair tot normconform gedrag te bewegen. Dit wordt in een nader onderzoek nagegaan. 2.2 Bevindingen ten aanzien van de (kritische) eisen In figuur 2 is een overzicht gegeven de top 10 van eisen uit de BRL waaraan geen invulling wordt gegeven. Figuur 2 omvat 85% van de eisen waaraan geen invulling is gegeven. Pagina 14 van 19
15 Figuur 2: Schematische weergave van de top 10 van eisen die niet worden nageleefd In bijna de helft van de onderzochte dossiers (ruim 45%) zijn de afpompvolumina, Ec en ph niet vastgelegd. Dit geldt ook voor het registreren van het boorsysteem. Van de tien eisen die het meest frequent op papier niet worden nageleefd, zijn zes eisen benoemd als kritisch. Zo wordt de kritische eis dat de afwerking van de peilbuis correct (bentoniet en filtreergrind) uitgevoerd en geregistreerd is, in 42% van de onderzochte dossiers (210) in ieder geval op papier niet nageleefd (is dus niet geregistreerd). In een kwart van de onderzochte dossiers is er geen registratie van de inmeting van de boorpunten. Eveneens is in een kwart van de dossiers de naam van de veldwerker niet vastgelegd en/of heeft hij dit niet ondertekend. Het gegeven dat de registratieverplichtingen ten aanzien van kritische eisen in aanzienlijke mate niet worden nageleefd, geeft een negatieve indicatie over de werking van het kwaliteitsysteem van de onderzochte bedrijven. Het niet registreren in het dossier van een eis, hoeft niet te betekenen dat aan die eis in het veld geen invulling is gegeven. Maar als in het dossier informatie ontbreekt, kan de projectleider deze informatie (over de invulling van eisen) niet gebruiken voor de Pagina 15 van 19
16 interpretatie van de gegevens of voor het beoordelen van het uitgevoerde werk en werkwijze. Het feit dat er geen registratie plaatsvindt, hetgeen ook een harde eis is uit de BRL, kan een indicatie zijn voor hoe er in de praktijk wordt omgegaan met eisen uit de BRL. Het niet naleven op papier van de eis kan dan ook wijzen op het niet naleven in de praktijk. Als in de praktijk de eisen niet worden nageleefd kan de uiteindelijke betrouwbaarheid van het veldwerk negatief beïnvloed worden. In de marge van het onderzoek zijn voorts constateringen gedaan ten aanzien van het belang van goed historisch onderzoek. Hoewel het uitvoeren van een historisch onderzoek (conform NEN 5725) niet tot de harde eisen van de BRL 2000 en de onderliggende protocollen 2001 en 2002 behoort, is het evident dat goed bodemonderzoek uitsluitend uitgevoerd kan worden als vooraf dit vooronderzoek is uitgevoerd. Zonder dit historisch onderzoek kan onvoldoende worden vastgesteld welke strategie moet worden gehanteerd respectievelijk waar de boringen moeten worden verricht. Uit het onderzoek blijkt dat het monsternemingsplan vrijwel altijd is opgesteld op basis van een vooronderzoek. Wel is geconstateerd dat die historische vooronderzoeken veelal zeer summier zijn. Pagina 16 van 19
17 3 Bevindingen VKB protocol 2003 Bij één van de drie onderzochte adviesbureaus, tevens het kleinste, is in het dossier onvoldoende informatie terug gevonden. Niet herleidbaar is hoe de onderzoeksstrategie tot stand is gekomen en ook niet of deze strategie is gebaseerd op historisch onderzoek of vooronderzoek. In geen van de drie bij deze intermediair onderzochte dossiers is hier informatie over gevonden. Voor het selecteren van de juiste onderzoeksstrategie is vooronderzoek conform de NEN 5717 vereist. Op basis van het vooronderzoek kan de gekozen onderzoeksstrategie worden beargumenteerd. In de NEN 5720 zijn verschillende onderzoeksstrategieën opgenomen waarbij onderscheid wordt gemaakt in acht typen oppervlaktewateren (denk aan het verschil tussen een jachthaven en een zandwinning). Bij elk van deze verschillende onderzoeksstrategieën wordt daarnaast ook onderscheid gemaakt tussen een lichte variant (bijvoorbeeld als er aantoonbaar recent baggerwerkzaamheden zijn uitgevoerd) of een normale variant. Een onderzoek dat niet aan de eisen van de NEN 5720 voldoet, kan niet worden gebruikt als milieuhygiënische verklaring (artikel lid 3 Regeling bodemkwaliteit). Uit de resultaten blijkt, dat het vooronderzoek niet altijd plaatsvindt. Bij alle onderzochte adviesbureaus is niet steeds in het dossier terug gevonden of vooronderzoek conform NEN 5717 heeft plaatsgevonden. Soms werd wel verwezen naar vooronderzoek door de opdrachtgever, maar werd dat vooronderzoek niet in het dossier aangetroffen. Slechts in twee van de negen dossiers werd historisch onderzoek aangetroffen. Bij twee adviesbureaus vindt er wel scheiding plaats tussen monsternemingsplan en monsternemingsformulier, maar komt dit niet expliciet in de opgeleverde rapportage naar voren. Voor het inzicht in de wijze van onderzoek is het wel het belangrijk om inzicht te hebben in het monsternemingsplan en formulier. Pagina 17 van 19
18 Pagina 18 van 19
19 4 Conclusies Uit de bevindingen van het onderzoek zijn de volgende conclusies te trekken: Met betrekking tot de onderzochte adviesbureaus: Geen van de onderzochte bureaus voldoet aan alle registratieverplichtingen rondom kritische eisen. Bijna de helft van de onderzochte adviesbureaus (47%) heeft de naleving van de registratieverplichtingen redelijk tot goed op orde. Het aantal overtredingen van kritische eisen door deze groep bureaus is bij de 10 onderzochte dossiers per bureau minder dan 10 (gemiddeld 1 kritische eis per dossier niet nageleefd). Bij ruim een kwart van de bureaus (29%) zijn bij de 10 onderzochte dossiers per bureau tussen de 10 en 20 overtredingen van registratieverplichtingen bij kritische eisen geconstateerd. Bij het resterende kwart (24%) is het aantal overtredingen zorgwekkend. Er worden bij de 10 onderzochte dossiers per bureau meer dan 20 kritische eisen overtreden, hetgeen betekent dat gemiddeld per dossier er meer dan twee kritische eisen niet worden nageleefd. Bij waterbodemonderzoek is slechts in twee van de negen VKB-2003 dossiers historisch onderzoek aangetroffen. Met betrekking tot de zeggingskracht van het onderzoek voor de branche als geheel: Aangezien het onderzoek zich beperkt heeft tot dossieronderzoek (wat is er in de dossiers vastgelegd over de invulling van eisen), kan uitsluitend een harde conclusie getrokken worden over het naleefgedrag ten aanzien van registratieverplichtingen zoals dat in de dossiers is aangetroffen en niet over de mate waarin in het veld daadwerkelijk invulling wordt gegeven aan de BRL-eisen. Het dossieronderzoek geeft inzicht in hoe de branche op papier functioneert en in het borgingssysteem van de kwaliteit. Dit kan een indicatie zijn voor hoe de branche in de praktijk omgaat met de eisen uit de BRL. Gelet op de omvang van de steekproef voor de protocollen VKB 2001 en 2002 (10% van het totaal aantal erkende adviesbureaus) is de verwachting dat deze resultaten een indicatief beeld zijn van het totaal aantal erkende adviesbureaus. Ook de resultaten van het VKB protocol 2003 zijn als indicatief aan te merken, gelet op het aantal onderzochte dossiers en adviesbureaus Omdat dit geen deel van het onderzoek uitmaakte, is het niet bekend of de certificerende instellingen de afwijkingen die de Inspecties constateren, ook waarnemen tijdens hun audits. Evenmin is bekend hoe zij deze afwijkingen interpreteren en welke maatregelen zij dan nemen om het adviesbureau tot normconform gedrag te bewegen. Een van de gedachten achter certificering is, dat het bijdraagt aan het zelfregulerend vermogen van de adviesbureaus. Uit dit onderzoek blijkt, dat de mate van zelfregulering nog verbeterd kan worden. De mate waarin de certificerende instellingen bijdragen aan het zelfregulerend vermogen van de adviesbureaus, valt uit dit onderzoek niet af te leiden. In een nader onderzoek worden de corrigerende effecten van het optreden van de CI s door de Inspecties onderzocht. Nagegaan zal worden hoe CI s omgaan met afwijkingen en op welke wijze zij trachten de adviesbureaus te bewegen naar meer normconform gedrag. Pagina 19 van 19
Samenwerking tussen toezichthouders in de bodemketen
Samenwerking tussen toezichthouders in de bodemketen Vanuit brede analyse en prioritering naar concrete inspecties in de bodemketen Francisco Leus Maarten Busstra Platform Toezicht Bodembeheer 11 november
Nadere informatieGrond-op-hopen. Samenvoegen grond zonder erkenning. Datum 8 augustus 2011 Status Definitief
Grond-op-hopen Samenvoegen grond zonder erkenning Datum 8 augustus 2011 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Bodem en Afval nationaal Nieuwe Uitleg 1 Postbus 16191 2500 BD Den Haag
Nadere informatieDe veldwerkersregeling Jurgen Pijpker
De veldwerkersregeling Jurgen Pijpker Mede oprichter VVMA Lid CCvD SIKB Lid sectie meten/advies SIKB Eigenaar Vamisol De veldwerkersregeling Uitspraak RvS: Bij besluit van 27 december 2011 heeft de staatssecretaris
Nadere informatieVerkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven
Verkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven 28 maart 2012 Verkennend bodemonderzoek Weideveld te Bodegraven Kenmerk MDMH: RC4-201209504 Kenmerk R001-1207269IAG-kmi-V01-NL Verantwoording Titel Verkennend
Nadere informatieBEPALING VAN DE ZUURGRAAD IN GROND EN/OF OPPER- VLAKTEWATER M.B.V. EEN PH-METER
5 10 Protocol 2004 15 BEPALING VAN DE ZUURGRAAD IN GROND EN/OF OPPER- VLAKTEWATER M.B.V. EEN PH-METER 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 9 50 Inhoud 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...3
Nadere informatieHET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS
5 10 Protocol 2010 15 HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 8 Inhoud 50 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...3 1.1
Nadere informatieOverzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 2000 versie 6.0
Overzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 2000 versie 6.0 Inhoud BRL SIKB 2000, van versie 5 naar versie 6.0... 2 Protocol 2001 van versie 3.2 (met wijzigingsblad) naar versie 6.0... 4 Protocol
Nadere informatieVKB-protocol 6004 Plaats Tekst versie 2.1 Type: wijziging (W) of toevoeging (T) Tekst versie 2.2
H 1, 2 e alinea Par. 2.1, definities, actieve nazorg Het protocol is van toepassing bij de uitvoering van nazorg bij land- en waterbodemsanering zoals is aangegeven in Wbb, artikel 39c lid 1 onder f. De
Nadere informatieINMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN
5 10 Protocol 2013 15 INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 8 50 Inhoud 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...2 1.1 VKB protocollen
Nadere informatieINTERPRETATIEDOCUMENT vastgesteld door het CCvD Bodembeheer
- 1 - INTERPRETATIEDOCUMENT vastgesteld door het CCvD Bodembeheer Van toepassing op : BRL SIKB 1000, versie 8 van 17 juni 2009 Versie : 3 datum vaststelling : 16 december 2010 Datum in werking treden :
Nadere informatieEerste ervaringen met Kwalibo
Eerste ervaringen met Kwalibo Platform Toezicht Bodem 22 november 2007 Martin Keve VROM-Inspectie, Directie Bestuurszaken Opbouw presentatie Wie is waarvoor bevoegd? Taken Inspecties Eerste ervaringen
Nadere informatieBoren zonder Zorgen Erkenningsregeling. RWS Leefomgeving / Bodem+ Jan Frank Mars
Boren zonder Zorgen Erkenningsregeling RWS Leefomgeving / Bodem+ Jan Frank Mars Inhoud 1. Wet- en regelgeving 2. Erkenningsregeling 3. Rol Inspectie Leefomgeving & Transport 4. Rol toezicht & Handhaving
Nadere informatieResultaten handhavingsactie Kwalibo bij bodemsaneringen het naleefgedrag van aannemers en milieukundig begeleiders
Resultaten handhavingsactie Kwalibo bij bodemsaneringen het naleefgedrag van aannemers en milieukundig begeleiders Datum 17 december 2008 Status Definitief Voorwoord Een van de aandachtsvelden van de
Nadere informatieOverzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 1000 versie 9.0
Overzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 1000 versie 9.0 Inhoud BRL SIKB 1000, van versie 8.2 naar versie 9.0... 2 Protocol 1001 van versie 2.1 (met wijzigingsblad) naar versie 4.0... 4 Protocol
Nadere informatiewaterschap roer en overmaas
Rapport waterschap roer en overmaas WBL-leiding buffer Ankerkade Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Onderzoeksopzet... 3 2.1 Vooronderzoek conform
Nadere informatieHoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces?
Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces? Versie 1.0 Datum 2 april 2014 Status Definitief Colofon ILT Ministerie van Infrastructuur en Milieu Koningskade 4 Den Haag Auteur ir. R. van Dorp
Nadere informatieControleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: zwembaden en sauna's. Datum 25 september 2009 Status Definitief
Controleresultaten Legionellapreventie 2009 Cluster 1: zwembaden en sauna's Datum 25 september 2009 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig water Rijnstraat
Nadere informatieHoe werken interne en externe audits? Met de billen bloot of een constructieve dialoog?
Hoe werken interne en externe audits? Met de billen bloot of een constructieve dialoog? Auditeren is het controleren of een organisatie voldoet aan de eisen uit de brl en onderliggende protocollen alsmede
Nadere informatieInhoudsopgave. 4.1 Niet samenvoegen Samenwerken met certificaathouder, onder de vlag van erkend intermediair 3
Informatiebrochure Opslag, bewerking en levering grond op eigen terrein Een handreiking die toelicht hoe te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit Aanleiding Reeds op 1 januari
Nadere informatieControleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 5 november 2010 Status Definitief
Controleresultaten Legionellapreventie 2010 Cluster 1: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken Datum 5 november 2010 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en veilig
Nadere informatieToezicht ILT Bodemenergie. Maarten Busstra (ILT)
Toezicht ILT Bodemenergie Maarten Busstra (ILT) Programma 1. Rol, positie en werkwijze ILT 2. Inspecties in 2015 & 2016 bij bedrijven die zonder erkenning werken 3. Inspecties vanaf 2016 bij bedrijven
Nadere informatieASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG
ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG opdrachtgever dhr Ab van der Ham Grotewaard 41 4221 SL Noordeloos projectnummer 09-2199 versie: 1 datum: 19 november 2010 LINGE MILIEU BV BODEMONDERZOEK
Nadere informatie13 december 2018 (betreft concept voor validatie, openbare reactieronde, RvA-evaluatie, HUF-toets)
Wijzigingsblad Bij versie 9.0 van BRL SIKB 1000 Vastgesteld door: CCvD Bodembeheer : BRL SIKB 1000, Monsterneming voor partijkeuringen, versie 9.0, d.d. 1 februari 2018, inclusief de daarbij horende protocollen
Nadere informatieControleresultaten Legionellapreventie Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 25 september 2009 Status Definitief
Controleresultaten Legionellapreventie 2009 Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken Datum 25 september 2009 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig
Nadere informatieHieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd.
Retouradres Postbus 2232 3500 GE UTRECHT BodemenergieNL Martin Bloemendaal Postbus 1072 3430 BB Nieuwegein Nederland Rijkswaterstaat Water, Griffioenlaan 2 3526 LA Utrecht UTRECHT Postbus 2232 3500 GE
Nadere informatieResultaten legionellapreventie Cluster 4: Hotels, bed&breakfasts, campings en jachthavens. Datum 1 juni 2010 Status Definitief
Resultaten legionellapreventie 2009 Cluster 4: Hotels, bed&breakfasts, campings en jachthavens Datum 1 juni 2010 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig
Nadere informatieVerkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen
Postadres Postbus 5076 6802 EB ARNHEM t 026-7513300 f 026-7513818 www.syncera.nl bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen Definitief In opdracht
Nadere informatieSamenvoegen van grond op eigen terrein. Voorlichting Cumela 30 november 2010 Eindhoven. 1 december 2010. Michiel Gadella
Samenvoegen van grond op eigen terrein Voorlichting Cumela 30 november 2010 Eindhoven 1 december 2010 Michiel Gadella MENU Kwalibo achtergrond en doelstelling Erkenningsregeling wat betekent dat Werkzaamheid
Nadere informatieCertificering Mechanisch boren
SIKB, 18 juni 2010 Partner for progress Certificering Mechanisch boren BRL 2100, protocol 2101 Jan Keijzer Inhoud van de prestatie 1. Inleiding 2. Het certificatieproces 3. Planning tot 31-12-2010 Presentatie
Nadere informatieWIJZIGINGSBLAD vastgesteld door het AC Bodembeheer
- 1 - WIJZIGINGSBLAD vastgesteld door het AC Bodembeheer Van toepassing op : AS SIKB 2000, versie 2.8 van 12 december 2013 Versie en datum vaststelling : 2, 10 maart 2016 Het bestuur van SIKB heeft op
Nadere informatieHet belang van (goed) vooronderzoek
Het belang van (goed) vooronderzoek Waarom verankering in de regelgeving nodig is Informatiebijeenkomst 'NEN 5725 Vooronderzoek landbodem' Marcel Cassee Rijkswaterstaat Bodem+ 21 november 2017 Belang van
Nadere informatieBevindingen inspecties in centrale keukens en afdelingskeukens in ziekenhuizen 2007-2008
Bevindingen inspecties in centrale keukens en afdelingskeukens in ziekenhuizen 2007-2008 Factsheet Domein Ziekenhuizen Voedsel en Waren Autoriteit Juni 2008 (Deel)projectnummer: Thema: ZD07C270 Veilig
Nadere informatieControle protocol Stichting De Friesland
Controle protocol Stichting De Friesland 1. Doelstelling Stichting De Friesland heeft van de Belastingdienst de ANBI (algemeen nut beogende instelling) verkregen. Ten aanzien van de verantwoording van
Nadere informatieNotitie Externe audits t.b.v. openbare reactieronde BRL en KNA Archeologie
Notitie Externe audits t.b.v. openbare reactieronde BRL en KNA Archeologie Datum : 22-06-2015 Kenmerk : PRJ235 Inleiding In de voorgenomen BRL SIKB 4000 Archeologie is een belangrijke plaats ingeruimd
Nadere informatieVeldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek
Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek protocol 2003 1 20 2 30 3 Dit protocol, ontwerpversie 1.64 is op 17 april 2014 vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en door het
Nadere informatieWijzigingsblad vastgesteld door het CCvD Bodembeheer
- 1 - Wijzigingsblad vastgesteld door het CCvD Bodembeheer Van toepassing op : BRL SIKB 6000, versie 4.2 van 2 oktober 2014 Versie en datum vaststelling : versie 4, 10 maart 2016 Datum in werking treden
Nadere informatieBeoordelingsprotocol objectkenmerken
WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 augustus 2018 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een
Nadere informatieOnderzoek naar gevaarlijke stoffen in elektronica. goedkoop speelgoed en grote huishoudelijke apparaten. Datum 1 september 2011 Status Definitief
Onderzoek naar gevaarlijke stoffen in elektronica goedkoop speelgoed en grote huishoudelijke apparaten Datum 1 september 2011 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Bodem en Afval
Nadere informatieWijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER
Wijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER Van toepassing op : BRL SIKB 1000, versie 8.2 van 2 oktober 2014 Versie en datum vaststelling : versie 2, 10 maart 2016 Wijziging nummer: 1 Datum vaststelling
Nadere informatieCertificering: Workshop hoe werkt dat? Regionale Bodemdagen Ketenhandhaving 2010 door SIKB en CI (Kiwa-Intron-Eerland)
Certificering: Workshop hoe werkt dat? Regionale Bodemdagen Ketenhandhaving 2010 door SIKB en CI (Kiwa-Intron-Eerland) Inleiding Beleid overheid Wet: Bodemkwaliteit Toezicht CI's en bevoegd gezag Normen
Nadere informatieDeel C. Digitale uitwisseling Zeeland, het werkt al sinds 2009
Deel C Digitale uitwisseling Zeeland, het werkt al sinds 2009 Deel C Inhoud Aanpak Zeeland 2009 Tools zijn voldoende aanwezig, geen reden voor centrale regie en of software Factor mens, willen en kunnen
Nadere informatieILT Sectordag. Eigen Werken RWS. aandachtspunten NEN februari Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport
ILT Sectordag Eigen Werken RWS aandachtspunten NEN 5720 16 februari 2016 Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport Kaders I -NEN5720 NEN5717 november 2009 (vooronderzoek) NEN5720 november
Nadere informatieBouwcombinatie Kralingseweg De heer P.H. Wielaard p/a Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Zoetermeer, 26 november Geachte heer Wielaard,
Bouwcombinatie Kralingseweg De heer P.H. Wielaard p/a Ringvaartweg 171 3065 AC ROTTERDAM Zoetermeer, 26 november 2013 betreft: Rapportage aanvullend historisch onderzoek project: Achter s-gravenweg 28
Nadere informatieHoe houden we het werkbaar?
Hoe houden we het werkbaar? Veranderende eisen aan asbestonderzoek in bodem Arthur de Groof Landelijke Asbest Praktijkdag Van der Valk, Utrecht, 18 mei 2017 Wat ik u wil vertellen wijzigingen aan eisen:
Nadere informatieKansen voor samenwerking bij toezicht op puinbrekers. Ronald Peters PTB 11 november 2014
Kansen voor samenwerking bij toezicht op puinbrekers Ronald Peters PTB 11 november 2014 Inhoud 1. Even voorstellen; ILT 2. ILT-inspectie puinbrekers; scope & selectie bedrijven. 3. Controlepunten ILT &
Nadere informatieNedcool Beheer T.a.v. de heer G. Piels Provinciale weg JH Velddriel. Doetinchem, 7 oktober 2016
Nedcool Beheer T.a.v. de heer G. Piels Provinciale weg 40 5334 JH Velddriel Doetinchem, 7 oktober 2016 Betreft: addendum op rapportage verkennend bodemonderzoek Status: definitief, versie D1 Project: 1272.001
Nadere informatieBeoordelingsprotocol objectkenmerken
WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 februari 2014 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een
Nadere informatieBevordering naleving Ventilatie en EPC regels. Verslag uitgevoerde activiteiten 2010. Datum 13 december 2010 Status Definitief
Bevordering naleving Ventilatie en EPC regels Verslag uitgevoerde activiteiten 2010 Datum 13 december 2010 Status Definitief Colofon Publicatienummer VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Bouwen
Nadere informatieWijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007
bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 wordt per 1 januari 2013 respectievelijk 1 januari 2014, 1 januari 2016 en 1
Nadere informatieBuro SRO. Boxmeer, 28 april resultaten herbemonstering grondwater peilbuis A01 Project: definitief, versie D1.
Buro SRO Boxmeer, 28 april 2017 Betreft: resultaten herbemonstering grondwater peilbuis A01 Project: 3192.001 Status: definitief, versie D1 Geachte mevrouw Hierbij ontvangt u de resultaten betreffende
Nadere informatieVKB-protocol 6001 Plaats Tekst versie 2.1 Type: wijziging (W) of toevoeging (T) H 1, 3 e alinea, 1 e zin. Tekst versie 2.2
Plaats ekst versie 2.1 ype: wijziging (W) of toevoeging () H 1, 3 e alinea, 1 e zin 2.1 Definities, Kritieke afwijking, 1 e bullet Het protocol bevat eisen voor de wijze waarop de milieukundige verificatie
Nadere informatieControle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid
Controle protocol 1 Doelstelling Het CZ Fonds moet voldoen aan de eisen van het convenant vastgelegd in 1998 tussen Zorgverzekeraars Nederland en de overheid van de Besteding Reserves Voormalige Vrijwillige
Nadere informatieBelangrijkste wijzigingen BRL 9335 (versie 2.1 naar versie 3.2)
Belangrijkste wijzigingen BRL 9335 (versie 2.1 naar versie 3.2) Versie 3.2 van BRL 9335 en de bijbehorende protocollen bevat een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van versie 2.1. - Versie 2.1
Nadere informatieVVMA. Een schone bodembranche: vijf concrete acties om fraude in de bodemketen te voorkomen
WWW.VVMA.NL VVMA Een schone bodembranche: vijf concrete acties om fraude in de bodemketen te voorkomen Resultaten van de Workshop Signaleren fraude in de bodembranche 25 september 2009 Een goede bodem
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5673 15 april 2010 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister
Nadere informatieAsbestonderzoek bij scheepswerven en treinonderhoudsplaatsen deelproject asbestobjecten 2010. Datum 16 mei 2011 Status Definitief
Asbestonderzoek bij scheepswerven en treinonderhoudsplaatsen deelproject asbestobjecten 2010 Datum 16 mei 2011 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Milieugevaarlijke Stoffen Nieuwe
Nadere informatieVerkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn
Verkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn Opdrachtgever: SAB Arnhem B.V. Projectnummer: P1854.01 Datum: 18 november 2010 Rapporteur: ing. J.A. Slotboom-van Vliet Autorisatie: J. Geerdink M.Sc.
Nadere informatieBureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN
WMR Rinsumageest B.V. Postbus 5 9104 ZG DAMWÂLD Van Aylvawei 40 9105 KT RINSUMAGEAST Tel. (0511) 42 50 50 Fax (0511) 42 41 84 Internet : www.wmr.nl E-mail : milieu@wmr.nl Bureau Schmidt T.a.v. de heer
Nadere informatieVerkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004
Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse
Nadere informatieControleresultaten legionellapreventie 2009. Cluster 3: Zorginstellingen. Datum 1 juni 2010 Status Definitief
Controleresultaten legionellapreventie 2009 Cluster 3: Zorginstellingen Datum 1 juni 2010 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig Water Rijnstraat 8 Postbus
Nadere informatieRommelen in de bodem. Aanleg bodemenergiesystemen. Maarten Busstra Inspecteur & projectleider bodemenergie
Rommelen in de bodem Aanleg bodemenergiesystemen Maarten Busstra Inspecteur & projectleider bodemenergie Noordelijke Netwerkdag bodem Assen, 4 oktober 2018 Inhoud workshop Kort voorstelrondje Terugblik,
Nadere informatieGrond of baggerspecie bevat vraag ja/nee 1 alleen sporadisch ander bodemvreemd materiaal dan steenachtig materiaal of hout
Staatscourant 29-11-2018, Wijziging Rbk Rbk, art. 1.1 lid 2 is toegevoegd Grond of baggerspecie bevat vraag ja/nee 1 ten hoogste 20% bodemvreemd materiaal > 20% bvm? (bvm) in de vorm van steenachtig materiaal
Nadere informatieInspectierapport Aardbeivlindertje (KDV) Grindlaan TA OSS Registratienummer
Inspectierapport Aardbeivlindertje (KDV) Grindlaan 6 5345TA OSS Registratienummer 545407175 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Oss Datum inspectie: 08-09-2015 Type onderzoek
Nadere informatieAlgemene informatie vooronderzoek
HISTORISCH VOORONDERZOEK Projectnummer: 8697.96 Clusternummer: 96 Behandeld door: ing. H. Verheij Datum 12 april 2019 Bijlagen Ligging cluster Algemene informatie vooronderzoek LOCATIEGEGEVENS Situatie
Nadere informatieHierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.
Gemeente Vught T.a.v. heer R. Agterdenbos Postbus 10100 5260 GA VUGHT Heeswijk, 15 juni 2009 Behandeld door : BER Onze ref. : 54161/256445.2 Betreft : Nader bodemonderzoek sportpark De Koepel te Vught
Nadere informatieEindhoven, Onderwerp: Briefrapportage grondwatermonitoring Uden-Centrum 2016/ 2017 Projectnummer: Referentienummer: SWNL
Provincie Noord-Brabant Cluster Natuur, Water en Milieu T.a.v. de heer M. Bressers Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Eindhoven, 12-05-2017 Onderwerp: Briefrapportage grondwatermonitoring Uden-Centrum
Nadere informatieVerkennend bodemonderzoek asbest Wissinkbrink & Veldmaat te Haaksbergen
Drienerstate, P.C. Hooftlaan 56 7552 HG Hengelo Postbus 233 7550 AE Hengelo Telefoon 074 249 64 96 Fax 074 242 57 2 hengelo@tebodin.nl www.tebodin.com Opdrachtgever: gemeente Haaksbergen Project: & te
Nadere informatieNOTITIE Opdrachtgevers vragen om kwaliteit
NOTITIE Aan : Organisaties die werk uitbesteden in bodembeheer Van : Programmabureau SIKB Datum : 1 januari 2009 Kenmerk : SIKB-Cor_C_08_33373 versie 8 1. Kwaliteit, daar kunt u gewoon om vragen U wilt
Nadere informatieDHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE
DHV B.V. BIJLAGE 1 Regionale tekening Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE21259-1 - DHV B.V. BIJLAGE 2 Situatietekening met boringen en peilbuis Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat
Nadere informatieActualiserend historisch onderzoek Park Triangel Waddinxveen
aan t.a.v. kopie van Omgevingsdienst Midden-Holland Mw. P. Wolswijk-de Groot GEM Park Triangel, Dhr. C. van Walsem F. van der Sterre datum 17 december 2014 projectnr. kenmerk onderwerp NC14200300-HO N147/NC14200300
Nadere informatie: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk
VERKENNEND MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK AAN DE OLIVIERSWEG ACHTER 9A TE OISTERWIJK Opdrachtgever : M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk Adviesbureau
Nadere informatieFactsheet Toezicht kermisattracties
Factsheet Toezicht kermisattracties 2012-2013 Datum: 17 juli 2014 1 Colofon Projectnaam Toezicht Kermisattracties 2012-2013 Projectnummer P3NT12 (2012) en PDNT0000 (2013) Versienummer 8 juli 2014 Projectleiders
Nadere informatieDe (komende) verplichting tot erkenning
De (komende) verplichting tot erkenning Bodem+ Manfred Beckman Lapré Inhoud 1. De waarde van bodemenergie 2. Waarom de verplichting tot erkenning? 3. Wat is en wordt verplicht? 4. Wat is een erkenning?
Nadere informatieNota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland
Bijlage 5: Bewijsmiddelen 1.1 Bodemkwaliteitskaart 1.1.1 Algemeen Bij het opstellen van de Nota bodembeheer worden de op dat moment geldende (water)bodemkwaliteitskaarten en de in concept beschikbare nieuwe
Nadere informatieONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden
ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU Leidse instrumentmakers School te Leiden Fijnmechanische techniek (Researchinstrumentmaker) 4255204/4 BRIN: 02OV Onderzoeksnummer:
Nadere informatieA-PDF Merger DEMO : Purchase from www.a-pdf.com to remove the watermark
A-PDF Merger DEMO : Purchase from www.a-pdf.com to remove the watermark Kwaliteitszorg Econsultancy is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). De VKB is een vereniging van bodemadvies-
Nadere informatieGoed bezig blijven met bodemenergie
Goed bezig blijven met bodemenergie Verantwoord mechanisch boren Arthur de Groof Informatiemiddag Mechanisch boren Gouda, 18 juni 2010 Mechanisch boren onderdeel van groter werk, bijvoorbeeld: installatie
Nadere informatieRaad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming
Raad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming Documentcode: RvA-T021-NL Versie 3, 27-2-2015 Een RvA-Toelichting beschrijft het beleid en/of de werkwijze van de RvA met betrekking tot een
Nadere informatieBRL 9500 Deel 03 2006-12-06
BRL 9500 Deel 03 2006-12-06 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING voor het NL-EPBD -procescertificaat voor het
Nadere informatieVeldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek
Protocol Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek Protocol 2003 Versie 2.0, vastgesteld door het CCvD- en AC-Bodembeheer op 16-04-2015 Protocol 2003 Pagina 1 van 16 Versie 1.9, voor CCvD 02-10-2014
Nadere informatieVeldwerk bij milieuhygiënisch (water-)bodemonderzoek
telefoon 0182-540675 www.sikb.nl Accreditatieschema Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek AS SIKB 2000 Versie 2,8, 07-02-2014 AS SIKB 2000 Pagina 1 van 31 Inhoudsopgave 1 Inleiding...
Nadere informatieBodeminformatie. Boomberglaan 63 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven
Boomberglaan 63 te Hilversum Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 50-meter straal Percelen Onderzoeken Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Gebouwen Wet milieubeheer bedrijven Brandstoftanks
Nadere informatieEngelenweide - Cuneraweg te Rhenen
Titel VO Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen Projectnummer 76310 Opdrachtgever Ingenious Vastgoed B.V. Auteur(s) De heer J. Rosenkamp Paraaf Datum Kwaliteitscontrole De heer J. Ros Paraaf Datum Ons kenmerk
Nadere informatieOnderzoeksrapportage op basis van het kader* voor gemeentelijke toetsing verzuim en voortijdig schoolverlaten bij scholen / instellingen
Onderzoeksrapportage op basis van het kader* voor gemeentelijke toetsing verzuim en voortijdig schoolverlaten bij scholen / instellingen * Van toepassing op gemeenten met een samenwerkingsovereenkomst
Nadere informatieVertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018
Memo Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018 Doel memo Bij een DAT (diepgaand administratief toezicht) onderzoek in 2017 is naar voren gekomen
Nadere informatieWIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29
Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29 Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 1332 d.d. 2013-01-02. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen Na-Isolatie d.d. 01-07-2015.
Nadere informatieKETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d
Norm Aspect Criterium Interpretatie Meetmethode Sanctie Definitie ketenregisseur: een ketenregisseur is de partij die de veehouderij bedrijven aanmeldt bij de Stichting Beter Leven keurmerk en toezicht
Nadere informatieBodeminformatie. Otto'slaan 2 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven
Otto'slaan 2 te Hilversum Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 50-meter straal Percelen Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Gebouwen Brandstoftanks (c) 2013 Gemeente Hilversum - Pagina
Nadere informatieHandreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland
Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft op 19 februari 2015 een waterbodemkwaliteitskaart (WBKK) vastgesteld. De WBKK van Delfland is een belangrijk
Nadere informatieRegionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amst
Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid 1 : 25.000 Definitief Project
Nadere informatieRapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief
Rapport vooronderzoek Venderstraat 5 te Haler Bezoekadres Jekschotstraat 12 Postcode en plaats 5465 PG Veghel Telefoon 0413 287068 e-mail info@bodem-inzicht.nl internet www.bodem-inzicht.nl Projectnaam
Nadere informatieGelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)
Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) NEa, 20-07-2012, versie 1.0 INTRODUCTIE In artikel 34 van de Monitoring en Rapportage Verordening (MRV) is beschreven
Nadere informatieAanmeldingsprocedure 2012
Aanmeldingsprocedure 2012 SKIA - Stichting Keurmerk Internationale Arbeidsbemiddeling M: +31-(0)6-11600899 I: www.skia-eu.org T: +31-(0)85-2737920 Kvk: 18081724 E: secretariaat@skia-eu.org Rabobank: 10.27.28.860
Nadere informatieBeoordelingsprogramma REOB Onderhoudsbedrijf CCV-certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie 4.0
Beoordelingsprogramma REOB Onderhoudsbedrijf CCV-certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie 4.0 Een gecertificeerd bedrijf moet voldoen aan het CCV Certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie
Nadere informatieHet doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.
Vos & Teeuwissen BV T.a.v. de weledele mevrouw J. van Wanrooij Postbus 259 1270 AG HUIZEN Heeswijk, 24 december 2008 Behandeld door : WGE Onze ref. : 258555.1 Projectnaam : Kuijer Plataanlaan te Baarn
Nadere informatieUitvoeringskader eenduidige handhaving NEN 5720 en NEN 5717
Uitvoeringskader eenduidige handhaving NEN 5720 en NEN 5717 Inleiding Aanleiding, doel en reikwijdte Dit document is opgesteld ten behoeve van de eenduidige handhaving door RWS en ILT van naleving van
Nadere informatieToetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,
Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Datum 15 september 2017 Onderwerp Consultatie Regeling Bodemkwaliteit Uw kenmerk Ons kenmerk MvH/RvZ/JT/RS/2017
Nadere informatieDOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT
DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT Rapportage doorlatendheidsonderzoek Wouterij 55 te Koewacht Opdrachtgever Rho Adviseurs voor leefruimte Nieuwstraat 27 4331 JK Middelburg Rapportnummer
Nadere informatie