De Treiteraanpak Intimidatie in de woonomgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Treiteraanpak Intimidatie in de woonomgeving"

Transcriptie

1 De Treiteraanpak Intimidatie in de woonomgeving Actieplan November 2012

2 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Inleiding 3. Doelen en beoogde resultaten 4. Aanpak: 4.1 Van melding naar registratie 4.2 Van registratie naar duiding 4.3 Van duiding naar gezamenlijke aanpak 4.4 Stedelijk top-10 team voor de 10 ergste gevallen 4.5 Woonvoorzieningen voor overlastveroorzakers 4.6 Ondersteuning en bescherming van slachtoffers 5. Communicatie 6. Bestuurlijke aansturing 7. Financiën Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Procesmodel Verkenning omvang problematiek Instrumentenkoffer 2

3 1. Samenvatting Elk jaar komen ruim meldingen binnen van burengerucht bij de politie. Gelukkig wordt het merendeel van deze meldingen in onderling overleg opgelost. Soms is hulp van het stadsdeel, de politie of buurtbemiddelaars nodig. In een beperkt aantal gevallen blijkt dit allemaal niet te werken. De problemen verergeren en stapelen zich op. Bewoners zijn herhaaldelijk het slachtoffer van treiterijen, intimidatie, bedreigingen of geweld. Dit gebeurt op een dusdanige geniepige wijze dat daders bijna nooit op heterdaad te betrappen zijn. Bewoners zijn bang, hebben het gevoel er alleen voor te staan en zien geen uitweg meer. Dit kan zelfs zo ver gaan dat mensen geen andere uitweg zien dan maar te verhuizen naar een andere buurt. Naar schatting gebeurt dit 7 keer per jaar. Achter elk van die gevallen gaat een persoonlijk drama schuil, maar ook een publieke verontwaardiging van het kennelijke onvermogen om iets aan dit onrecht te doen. Op 1 januari 2013 start Amsterdam daarom een nieuwe aanpak om intimidatie in de woonomgeving tegen te gaan, ook wel de Treiteraanpak genoemd. Bij deze aanpak wordt gebruikt gemaakt van de lessen en successen van de Top600 en de bestaande werkwijzen zoals de aanpak van problematische jeugdgroepen en overlastgevende multiprobleemgezinnen. Op 10 september 2012 is de gemeenteraad per brief over dit voornemen geïnformeerd. Dit Actieplan begint met een samenvatting en beschrijft verder de gewenste resultaten en de contouren van de aanpak om intimidatie in de woonomgeving tegen te gaan. In de bijlagen zijn de uitwerking van het procesmodel, een verkenning van de omvang van de problematiek en de instrumentenkoffer van de treiteraanpak opgenomen. Doelen Deze treiteraanpak moet er voor zorgen dat: slachtoffers van intimidatie in de woonomgeving zich beschermd weten door de overheid daders door de aanhoudende aandacht die zij ervaren van de overheid hun gedrag veranderen en dus stoppen met het intimideren van buren of buurtbewoners; er snel en zichtbaar een einde gemaakt wordt aan dergelijke situaties; als andere oplossingen niet werken, het uiteindelijk de dader is die (gedwongen) verhuist in plaats van het slachtoffer. Naast bescherming vanuit de overheid, zal in de Treiteraanpak ook aandacht worden besteed aan de zelfredzaamheid van de bewoners én de buurt. Ook worden daders die gedwongen verhuizen standaard begeleid in hun nieuwe woonomgeving om herhaling te voorkomen. Voor de Treiteraanpak en de aanpak van de Overlastgevende Multi Probleem Gezinnen (OMPG) samen is 1 miljoen euro gereserveerd bij de begroting van De aanpak De treiteraanpak bestaat uit de volgende onderdelen: 3

4 1. Van melding naar registratie Slachtoffers moeten eenvoudig melding kunnen doen van treitersituaties. Het beste kan dit via de politie. Maar voor de melder moet het geen verschil maken waar deze meldingen zijn gedaan (bij de politie, via het call center van de gemeente Amsterdam (14020), de website de corporaties of de Meldpunten Zorg en Overlast). Binnen 2 werkdagen dient contact te zijn opgenomen met de melder. Achter de schermen worden informatie en meldingen gedeeld om een volledig beeld te krijgen en mogelijke treitergevallen zo snel mogelijk te herkennen. Daarvoor wordt het convenant Gegevensuitwisseling treiteraanpak / intimidatie in de woonomgeving opgesteld. Hierin wordt de uitwisseling tussen politie, gemeente, woningcorporatie en zorgpartners geregeld. Dit maakt analyse van de treitercasussen én de dossiervorming mogelijk op grond waarvan juridische stappen kunnen worden ondernomen. 2. Van registratie naar duiding Vanuit een gemeenschappelijke informatiepositie wordt bekeken wat de beste aanpak is. Een goede duiding van de meldingen en incidenten is cruciaal. Treitersituaties beginnen soms tamelijk onschuldig. Omgekeerd hoeft een geweldsincident voor de deur nog niet te betekenen dat hier sprake is van een stelselmatige intimidatie van een van de bewoners. Om onderschatting of overschatting te voorkomen worden alle betrokken Treiterregisseurs van de stadsdelen speciaal getraind en opgeleid om signalen en meldingen op een goede manier te kunnen inschatten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zogenaamde opschalingsfactoren (zoals impact, duur en onbetwist slachtofferschap). De stadsdeelregisseur Treiteren kan hulp en advies vragen aan de stedelijke procesmanager voor de duiding van meldingen. 3. Van duiding naar gezamenlijke aanpak Om treitersituaties te stoppen is het van belang om snel en grenzenstellend op te treden. De instrumenten die ter beschikking staan, moeten proportioneel en effectief worden ingezet. Daarbij is het van belang dat alle partners op basis van gedeelde informatie en duiding van de situatie een gemeenschappelijke aanpak bepalen. Burenruzies en minder ernstige gevallen van overlast vallen buiten de treiteraanpak. Om echte treitersituaties naar boven te halen, waarbij onschuldige burgers slachtoffer zijn, en te kunnen onderscheiden van overige zaken, wordt onderscheid gemaakt tussen: Eenvoudige zaken en burenruzies: deze vallen buiten de aanpak Opvolging van meldingen vindt plaats door buurtregisseurs, woonconsulenten van de corporaties en medewerkers van de Meldpunten Zorg en Overlast. Lichte instrumenten zoals bemiddeling door Beter Buren worden in dit stadium ingezet. Complexere zaken: stadsdeelregisseur aan de leiding, handhaven en inzet gele en rode kaart De stadsdeelregisseur zet samen met de partners díe instrumenten in die passen bij de zwaarte van het treiteren, de herhalingsfactor en het te verwachten effect. Daarbij moet duidelijk zijn wat de gevolgen voor de dader zijn wanneer deze afspraken niet nagekomen worden. Een situatie waarbij sprake is van structurele pesterijen, waarbij het slachtoffer zich geïntimideerd voelt, vraagt om een laatste waarschuwing met als ultieme maatregel dat de treiteraar de woning of de buurt verlaat (gele en rode kaart). Zeer complexe zaken die niet opgelost kunnen worden door de stadsdeelregisseur gaan over naar het stedelijke top-10 team (zie 4). 4

5 4. Stedelijk top-10 team voor de 10 ergste gevallen (zeer complex) Er is sprake van een heldere verantwoordelijkheidsverdeling: de stedelijke regie op de treiteraanpak ligt bij de burgemeester. De 10 ergste treitergevallen worden door een stedelijk top-10 team opgelost. Sommige situaties blijken in de praktijk zo complex te zijn, dat het niet haalbaar is voor de stadsdelen om een einde te maken aan het treiteren. Bij zeer complexe zaken, wordt er geëscaleerd naar een stedelijk team dat de regie overneemt van de stadsdelen. Dit stedelijk top-10 team is er voor de allerergste gevallen (circa 10 per jaar). Het stedelijk team krijgt, onder leiding van een zwaar kaliber voorzitter, het mandaat om snel en effectief op te kunnen treden en daarbij het volledige arsenaal aan beschikbaar instrumentarium in te zetten desnoods door geldende (beleids)afspraken heen. Dit alles om te voorkomen dat slachtoffers verhuizen. 5. Woonvoorzieningen voor overlastveroorzakers Gedwongen verhuizing is niet het hoogste doel van de Treiteraanpak, maar wel het ultimum remedium om te zorgen dat de intimidatie stopt. Treiteraars die een rode kaart hebben gehad, worden ontruimd en komen op straat te staan. Als de kans groot is dat de treiteraar elders weer met zijn wangedrag begint, is het beter de treiteraar gecontroleerd uit te plaatsen naar een locatie waar toezicht door de gemeente, de maatschappelijke opvang en de politie mogelijk is. Dit is een eenvoudige woonunit (wooncontainer, caravan) die niet opgevat kan worden als beloning voor eerder wangedrag. Het gaat om een voorziening waar de treiteraard maximaal een half jaar kan wonen. Amsterdam zoekt daarnaast naar een permanente locatie in de stad met meerdere woonunits (maximaal 10). Het gaat om een nieuwe maatschappelijke opvangvoorziening voor degenen die hun buren of de buurt intimideren naar Deens voorbeeld (Skaeve Huse). Amsterdam erkent daarmee dat intimidatie in de woonomgeving een structureel maatschappelijk probleem is en van alle tijden. Na een gedwongen verhuizing zit het werk er niet op. Voorkomen moet worden dat een treiteraar in een andere buurt opnieuw voor problemen zorgt voor de omgeving. Daarvoor zullen passende afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld het onthouden van een huurcontract op naam voor een nader te bepalen periode. Amsterdam verkent de juridische mogelijkheden om op te treden tegen treiteraars in een koopwoning. Treiteren, of extreme intimidatie in de woonomgeving is, naast de inzet van bestuursrechtelijke maatregelen, zoals een contact- of gebiedsverbod, aanleiding om te sturen op een gedwongen verhuizing. 6. Ondersteuning en bescherming van slachtoffers Voor degene die melding doet van intimidatie in de woonomgeving, is het belangrijk dat hij zich gesteund voelt. Dat kan worden bewerkstelligd doordat de melder bijvoorbeeld ziet dat er opvolging plaatsvindt doordat jongeren of buren worden aangesproken, maar ook doordat hij goed op de hoogte wordt gehouden van de stand van zaken. Is er sprake van daadwerkelijk slachtofferschap, dan is het van belang dat hij wordt geïnformeerd over de gang van zaken en wordt ondersteund. Er komen afspraken met Slachtofferhulp Nederland, met het Meldpunt Discriminatie en met de Amsterdamse Orde van Advocaten over de mogelijkheden voor en de aard van de ondersteuning en begeleiding. 5

6 Niet alle slachtoffers van treiteraars durven melding te doen bij een instantie, uit angst voor represailles. In 2013 wordt onderzocht in hoeverre en onder welke voorwaarden geanonimiseerd melden een bijdrage kan leveren bij de aanpak van deze problematiek. In lichtere gevallen kan, op het moment dat een slachtoffer een beperkt eigen netwerk heeft, ondersteuning vanuit buurtnetwerken soelaas bieden. In het eerste kwartaal van 2013 organiseren de stadsdelen een bijeenkomst om te inventariseren welke ondersteuning aanwezig is binnen de stadsdelen en welke aanvulling hierop nodig is. 6

7 2. Inleiding Vier jaar lang werd een Marokkaanse gezin in Amsterdam West geïntimideerd. De pesterijen waren een vergelding, omdat de vader van het gezin namens zijn kind een getuigenverklaring had afgelegd over een vuurwapenincident. Dat pikte de dader niet. Samen met jongens uit de buurt vernielde hij de auto, werd de familie bedreigd en de woning beklad. Na herhaalde aangiften zag deze familie geen andere uitweg dan te verhuizen naar een andere buurt in de stad. Helaas staat dit verhaal niet op zich. Zo is een homoseksuele Marokkaanse man jarenlang stelselmatig getreiterd door jongens uit de buurt. Een lesbische vrouw werd in haar eigen buurt in elkaar geslagen, vanwege haar geaardheid. Een rondgang leert dat er in elke stadsdeel elk jaar wel iemand verhuist vanwege intimidatie in de woonomgeving. De daadwerkelijke omvang van de problematiek is echter niet bekend. Uit een verkenning van de beschikbare cijfers (bijlage 2) blijkt dat er bij de politie jaarlijks ongeveer meldingen van burenoverlast plaats worden geregistreerd. Hierin zitten intimidatiegevallen besloten. Al deze verhalen hebben een enorme impact op het persoonlijke leven van de betrokkenen. Zij willen verlost zijn van de treiterijen, ze willen hun gewone leven terug. Desnoods door te verhuizen. Maar dergelijke verhalen tarten ook het rechtvaardigheidsgevoel van ons allemaal. Daarom wil Amsterdam hier een einde aan maken. Dat zal niet eenvoudig zijn. Maar juist in Amsterdam moet iedereen zichzelf kunnen zijn en in vrede kunnen leven in zijn eigen huis en buurt. Gevallen van intimidatie moeten daarom zo snel mogelijk worden herkend. Bij de aanpak van intimidatie in de woonomgeving wordt gebruik gemaakt van lessen van de Top600. Alle betrokken organisaties trekken gezamenlijk op en treden gezamenlijk op. Dat kan alleen door een feilloze registratie van incidenten en een goede duiding van de situatie. Snel signaleren is van groot belang. Op basis daarvan wordt per geval een aanpak bepaald. Hiervoor is een werkproces opgesteld, waarbij alle taken en verantwoordelijkheden helder verdeeld zijn over alle betrokken partners. De problemen worden zo snel mogelijk en zo dichtbij mogelijk opgelost. Dus op het niveau van het stadsdeel in samenspraak met partners zoals de buurtregisseurs van politie, de woonconsulenten van de woningcorporatie, en betrokken zorgpartners zoals de GGD en BJAA. De werkwijze is voor de hele stad gelijk. Voor de tien meest complexe gevallen komt een stedelijk interventie team dat snel kan optreden op het allerhoogste bestuurlijke niveau. Indien nodig worden alle registers open getrokken om een einde te maken aan de intimidatie in de buurt. Dat is het doel. En als er dan íemand is die moet verhuizen, dan is het de dader en niet het slachtoffer. Voor de Treiteraanpak is samen met de OMPG-aanpak 1 miljoen euro vrijgemaakt. De aanpak start op 1 januari

8 Definitie Onder treiteren, ofwel intimidatie in de woonomgeving, wordt in dit Actieplan het volgende verstaan: Stelselmatig terugkerend wangedrag van personen of groepen tegen specifieke personen of huishoudens. Dit speelt zich af in de directe woonomgeving van het slachtoffer waardoor deze geen mogelijkheden heeft om zich aan het wangedrag te onttrekken. Het wangedrag bestaat uit een combinatie van overlast en strafbare feiten, vaak vernieling en bedreiging, soms geweldpleging, veroorzaakt en gepleegd door buren of veelal - overlastgevende jongeren in/uit de buurt. De incidenten vinden plaats rond de woning/het bedrijf van het slachtoffer, zijn gericht op het slachtoffer en zijn in die zin bewust gekozen. Het stelselmatige treiteren, het intimideren, kan een discriminatoir karakter hebben. Het herhaald slachtofferschap in combinatie met het feit dat het wangedrag zich af speelt rondom wat de veilige thuishaven zou moeten zijn van ieder mens, namelijk de eigen woning, maakt deze problematiek voor het slachtoffer zwaar. Het slachtoffer voelt zich geïntimideerd. Het wangedrag tast het woon- of werkgenot soms onherstelbaar aan, met materiële schade, psychische problemen en soms trauma s tot gevolg. Het slachtoffer voelt zich onveilig en soms zelfs genoodzaakt om te verhuizen. Voor een goed begrip van intimidatie moet een aantal zaken worden uitgesloten: Het gaat hier niet om gewone burenruzies; Het gaat hier niet om groepen (hang)jongens die een balletje trappen op een plein of soms wat luidruchtig zijn naar alles en iedereen. Overigens, dergelijke burenruzies of overlast van jeugdgroepen kunnen op termijn wel uitmonden in meer structurele, persoonsgerichte overlast. Slachtoffers van treitersituaties zijn er in alle soorten en maten. Wel zijn er doelgroepen te onderscheiden die een verhoogd risico lopen om slachtoffer te worden van dit ontoelaatbare gedrag: homo s en lesbo s, (geestelijk) gehandicapten en mensen met een van hun omgeving - afwijkende culturele achtergrond. Sommige veroorzakers van de treitersituaties maken deel uit van problematische jeugdgroepen die overlast veroorzaken op straat of van overlastgevende (multiprobleem)gezinnen. Een deel van de veroorzakers valt binnen de aanpak van de Top600 en pleegt naast extreme (persoonsgerichte) overlast ook high-impact delicten. Een ander deel valt juist net buiten de definities voor de Top600. De afgelopen jaren zijn stappen vooruit gezet en is veel ontwikkeld aan middelen en methodieken om bijvoorbeeld jeugdoverlast en overlast van multiprobleemgezinnen tegen te gaan. Toch blijkt de bestaande samenwerking tussen partners soms ontoereikend op het moment dat sprake is van extreme uitwassen. De problematiek is op 10 april j.l. besproken in een ambtswoninggesprek, waarbij knelpunten en oplossingsrichtingen door alle aanwezigen met elkaar werden gedeeld. De partijen zijn het erover eens dat de overheid als één front moet optreden en daarbij waar nodig de grenzen van de bevoegdheden maximaal moet durven te benutten. Ook zijn zij het erover eens dat er een stedelijk top-10 team ingesteld moet worden, dat de ergste en meest complexe treitersituaties aanpakt. 8

9 Omdat slachtoffers van dergelijk wangedrag recht hebben op bescherming door de overheid en omdat het onaanvaardbaar is als treiteren leidt tot gedwongen verhuizing van het slachtoffer, wil Amsterdam toe naar een effectieve aanpak van deze problematiek. Het bestuur van de stad en stadsdelen, de politie, het OM en de Amsterdamse woningcorporaties bundelen hiervoor hun krachten en werken daarbij samen met de betrokken zorgpartners. 9

10 Probleemanalyse Strafrecht onvoldoende Intimidatie in de woonomgeving is strafrechtelijk vaak lastig aan te pakken. Afzonderlijke gepleegde strafbare feiten leiden namelijk niet tot (langdurende) vrijheidsstraffen, waardoor ook bij een succesvolle strafrechtelijke aanpak van de daders - deze snel weer terug zijn in de buurt. En het probleem terugkeert of verergert. Daarom is het belangrijk ook bestuursrechtelijke of civielrechtelijke maatregelen te nemen. Onbekendheid met meldpunten Als burgers extreme persoonsgerichte overlast ervaren of zich geïntimideerd voelen door buren of buurtbewoners dan kunnen zij dit melden bij politie, de woningcorporaties, stad en stadsdelen. De diverse gemeentelijke meldpunten zijn echter niet tot nauwelijks bekend bij de burger of werken niet op éénduidige wijze. Bij stadsdelen en woningcorporaties kan vaak alleen schriftelijk worden gemeld. En als burgers melden wordt er vaak geen of onvoldoende opvolging gegeven aan hun melding. Zeker buiten kantoortijd. Meldingen die bij de politie worden gedaan, vaak geregistreerd als niet spoedeisende meldingen, krijgen juist vanwege het niet-spoedeisende karakter, evenmin directe opvolging. Daardoor kunnen mensen moedeloos worden en stoppen met melden. Angst Buurtbewoners en buren zijn soms bang. Om te voorkomen dat dit als een boemerang op hen terug slaat, bedenken zij zich wel twee keer voordat zij melding of aangifte doen van overlast of strafbare feiten bij de politie of getuigen in een zaak van een buurtbewoner. Hierdoor blijven problemen in een buurt onderbelicht. Hoewel er bij elke betrokken organisatie contactpersonen voor de melders zijn van deze problematiek, gaat er in Amsterdam tot dusverre onvoldoende zorg en aandacht uit naar degene die zich bedreigd voelt in de eigen woonomgeving. Slachtoffers missen een bondgenoot die namens hen de problemen een halt toe kan roepen. Geen totaalbeeld Treitersituaties blijven te lang onontdekt en verergeren door gebrek aan optreden. Dit komt mede omdat de signalen die daarover bij politie, stadsdelen en woningcorporaties binnenkomen onvoldoende aan elkaar gekoppeld worden. Gebrekkige informatieuitwisseling in vroegtijdig stadium draagt bij aan een inadequate duiding van de signalen. Al met al bestaat er vaak geen totaalbeeld van de problematiek die daadwerkelijk speelt. Duiding ontbreekt Een deel van de problematiek is bekend bij de politie, meldpunten zorg en overlast en woningcorporaties, maar is in de registratiesystemen lastig te onderscheiden van andere en minder ernstige vormen van (buren)overlast. Soms is sprake van een glijdende schaal : de situaties die hier onder loep liggen kunnen starten met een burenruzie of met overlast van een groep jongens op straat, maar zijn doordat niet adequaat is opgetreden het stadium van lichte overlast ver voorbij. Onvoldoende regie 10

11 Probleem is verder dat er tussen partijen vaak geen consensus bestaat over de ernst van het probleem en de gewenste aanpak De regie ontbreekt, waardoor het probleem niet wordt opgelost. Zorgstelling X ziet geen probleem, coördinator Y heeft niet het mandaat om een eenduidige aanpak af te dwingen, partij Z wordt er te laat bij betrokken etc. Omdat de aanpak, ondanks alle verbeteringen van de afgelopen jaren, te versnipperd is, lukt het niet om daders in een zo vroeg mogelijk stadium te laten stoppen. Heldere norm ontbreekt Huisbezoeken, burenbemiddeling en dossieropbouw kunnen voortduren zonder dat er iets wezenlijks verandert aan een overlastsituatie. Er worden over het algemeen onvoldoende grenzen gesteld aan de veroorzakers (en hun gezinnen) van extreme vormen van persoonsgerichte overlast. Zij ervaren als gevolg van het ontbreken daarvan te weinig druk om hun gedrag te veranderen en voor zover dat wel gebeurt, gebeurt dat op een moment dat de situatie al veel te lang heeft doorgewoekerd. Zonder een gemeenschappelijk front blijven ontsnappingsmogelijkheden voor deze treiteraars bestaan. En blijft het intimideren doorgaan. 11

12 Doelen en beoogde resultaten Doel We willen bereiken dat met de treiteraanpak: slachtoffers van intimidatie in de woonomgeving zich beschermd weten door de overheid daders door de aanhoudende aandacht die zij ervaren van de overheid hun gedrag veranderen en dus stoppen met het intimideren van buren of buurtbewoners; snel en zichtbaar een einde gemaakt wordt aan dergelijke situaties; als andere oplossingen niet werken, het uiteindelijk de dader is die (gedwongen) verhuist in plaats van het slachtoffer. Om het treiteren, de intimidatie in de woonomgeving, te doen stoppen is een gecoördineerde en integrale aanpak nodig bestaande uit een combinatie van: strafrechtelijke, civielrechtelijke en bestuursrechtelijke middelen en psychosociale interventies. Beoogde resultaten Om dit te bereiken bestaat het project uit de volgende onderdelen met de volgende (deel)resultaten 1. Van melding naar registratie Burgers kunnen hun treitersituaties melden bij en Elk stadsdeel krijgt een informatiemakelaar 2. Van registratie naar duiding Woningcorporaties, politie en stadsdelen checken onderling, te beginnen bij eenvoudige meldingen of de situatie ook daar bekend is. Er komt een gezamenlijk informatiesysteem. Benodigde gegevens worden uitgewisseld op basis van een convenant Gegevensuitwisseling intimidatie in de woonomgeving 3. Van duiding naar gezamenlijke aanpak Eenvoudige situaties worden direct opgepakt en opgelost en vallen buiten de aanpak. Elk stadsdeel stelt een stadsdeelregisseur beschikbaar. Complexe situaties worden onder regie van de stadsdeelregisseur aangepakt, met een gecoördineerde inzet van alle partners. Er komt een gezamenlijke instrumentenkoffer. Partners werken volgens één norm: Gedraag je of ga verhuizen wordt benut om te monitoren of het haalbaar is om treitersituaties binnen 3 maanden te beëindigen 4. Stedelijk top-10 team voor de 10 ergste gevallen (zeer complex) Er is sprake van een heldere verantwoordelijkheidsverdeling. De stedelijke regie op de treiteraanpak ligt bij de burgemeester Met ingang van 1 januari 2013 start een stedelijk top-10 team om zeer complexe treitersituaties te beëindigen 5. Woonvoorzieningen, onder strakke voorwaarden, voor treiteraars 12

13 Gemeente, corporaties en zorgpartners maken afspraken om te voorkomen dat treiterend gedrag na verhuizing van de veroorzakers opnieuw de kop op steekt. Gemeente, maatschappelijke opvangorganisaties en woningcorporaties maken afspraken over de realisering van een permanente opvanglocatie voor extreme treiteraars (naar het voorbeeld van de Deense Skaeve Huse) 6. Ondersteuning en bescherming van slachtoffers De stadsdeelregisseur wijst voor elk slachtoffer een vast contactpersoon aan. Er komen samenwerkingsafspraken met Slachtofferhulp Nederland, het Meldpunt Discriminatie en de Amsterdamse Orde van Advocaten. In het eerste kwartaal van 2013 organiseren de stadsdelen een bijeenkomst om te inventariseren welke ondersteuning aanwezig is binnen de stadsdelen en welke aanvulling hierop nodig is. 13

14 4. Oplossingen Voor een effectieve aanpak van treitersituaties zijn heldere afspraken nodig over de rollen en verantwoordelijkheden bij de signalering, informatie-uitwisseling, regie, samenwerking, sturing en escalatie van de individuele gevallen. Hiervoor is een procesmodel ontwikkeld. Dit procesmodel is integraal opgenomen als bijlage 1 bij dit actieplan. Een aantal onderdelen van het procesmodel wordt toegelicht in onderhavig hoofdstuk. Voorts is nog een aantal andere acties nodig voor een effectieve aanpak van de problematiek. Ook deze worden hieronder beschreven. 4.1 Van melding naar registratie Actie 1: Met ingang van 1 februari 2013 kunnen burgers hun treitersituaties melden bij en via Met de Meldpunten Zorg en Overlast worden afspraken gemaakt voor afhandeling. De meldingen worden al dan niet geanonimiseerd aangenomen door middels het meldingsformulier dat ook via amsterdam.nl wordt ontsloten geleidt de meldingen door naar de Meldpunten zorg en Overlast. De inzet van wordt gefinancierd volgens de afgesproken kostenvergoeding CCA. Er vindt een eenduidige en efficiënte inrichting plaats van de Meldpunten Zorg en Overlast van de stadsdelen, toegerust op het oppakken en afhandelen van treitersituaties en bereikbaarheid na uur. Deze meldpunten worden dicht tegen de aan te stellen stadsdeelregisseur en informatiemakelaar aan georganiseerd (zie bijlage 1 procesmodel). In de loop van 2013 worden de voordelen, beperkingen en randvoorwaarden onderzocht van geanonimiseerd melden. Dergelijke geanonimiseerde meldingen kunnen de informatiepositie van de overheid over wat er aan de hand is in een buurt versterken. Actie 2: Met ingang van 1 januari 2013 heeft elk stadsdeel een informatiemakelaar Ter verbetering van de informatiepositie wordt in elk stadsdeel een informatiemakelaar aangesteld, die op casusniveau de benodigde gegevens vastlegt. Dit zal, stadsbreed, bijdragen aan verbetering van de informatiepositie en, op casusniveau, aan goede dossiervorming. 4.2 Van registratie naar duiding Om de situaties te kunnen duiden, de ernst ervan goed te kunnen inschatten en om deze vervolgens effectief te kunnen aanpakken is bij de samenwerking gegevensuitwisseling nodig tussen betrokken instanties. Dat kan slechts onder bepaalde voorwaarden, die daartoe moeten worden vastgelegd in een convenant. Actie 3: Op 1 januari 2013 is een convenant gegevensuitwisseling ondertekend 14

15 Om in extreme situaties effectief te kunnen optreden is een goede dossieropbouw van essentieel belang. Dit geldt ook voor situaties waar het strafrecht geen soelaas biedt. Sluiting of ontruiming van een woning of ontbinding van het huurcontract zijn ultieme maatregelen die plaats kunnen vinden op grond van een goed gevuld dossier. Dossieropbouw betekent ook: documenteren welke maatregelen zijn getroffen, welke afspraken zijn gemaakt en in hoeverre deze zijn nagekomen. Uitvoerenden van stadsdelen, politie en woningcorporaties worden gewezen op het belang van en getraind in dossieropbouw. Actie 4: Met ingang van 1 januari 2013 is een gezamenlijk stadsbreed informatiesysteem beschikbaar Voor een goed overzicht van de omvang van de problematiek worden alle meldingen van de Meldpunten Zorg en Overlast, en Amsterdam.nl en dat wat wordt aangeleverd door politie en woningcorporaties geregistreerd in een stadsbreed, gezamenlijk informatiesysteem. Het systeem dient ter ondersteuning van de informatiemakelaar, de stadsdeelregisseur en de regisseur van de 10 ergste treitersituaties. Met de informatie in het systeem moet per casus worden bepaald: Wat is er aan de hand op basis van gegevens van politie, woningcorporatie, meldingen omwonenden, straatcoaches, zorg. Welke actie is er uitgezet bij welke partner met welke doorlooptijd en het verwacht en gerealiseerd resultaat Wat is de voortgang Om vervolgacties te bepalen. Wat is de dossieromvang Om uiterste handhavende maatregelen zoals een burgemeesterssluiting of procedure door woningcorporatie in te kunnen zetten. Bij de keuze van het systeem zijn belangrijke eisen dat de informatie zowel op decentraal als op centraal niveau beschikbaar moet zijn en dat partners zoals politie en woningcorporaties kunnen zien of een casus al bekend is bij de gemeente. Als optie vindt verkenning plaats van het registratiesysteem van de top Van duiding naar gezamenlijke aanpak Actie 5: Eenvoudige zaken worden direct opgepakt en vallen buiten de aanpak Om extreem treiteren structureel te bestrijden en de capaciteitsinzet van de instanties binnen de perken te houden, is het zaak om signalen vroegtijdig op te vangen en startende situaties in de kiem te smoren door gedragsverandering te stimuleren. Directe opvolging van meldingen op het moment dat er sprake is van aanhoudende overlast, door straatcoaches, buurtregisseurs en woonconsulenten is hierbij cruciaal. Opvolging van meldingen geeft bewoners het vertrouwen dat ze gesteund worden. Tevens wordt hiermee gestimuleerd dat bewoners gaan melden en daarmee kan intimidatie in de kiem worden gesmoord. Straatcoaches van SAOA worden ingezet bij meldingen van 15

16 intimidatie door jongeren. Zij zijn op straat en kunnen zelf ook intimidatie signaleren/waarnemen. Over de effectieve inzet van bijv. SAOA worden afspraken gemaakt met de politie: meldingen die door de basiseenheden niet kunnen worden opgepakt, worden doorgezet naar SAOA. Daar waar sprake is van verslavings- of (acute) psychiatrische problematiek of crisissituaties blijft de GGD aan zet. Mocht de GGD er niet in slagen met hulpverlening het treiteren te stoppen, draagt zij de regie over met een Verklaring Einde Interventie. Actie 6: Vanaf 1 januari 2013 is in elk stadsdeel een stadsdeelregisseur verantwoordelijk voor de aanpak van de treitersituaties. Meer complexe gevallen dan hiervoor beschreven worden opgepakt onder regie van de stadsdeelregisseur. Uitgangspunt bij de treiteraanpak is: 1 treitersituatie, 1 regisseur en 1 plan. De aanpak van treitergevallen wordt deels gedekt door diverse andere projecten en aanpakken, gericht op de doelgroepen die overlast veroorzaken of criminaliteit plegen. In het kader staan de meest relevante daarvan benoemd. De stadsdeelregisseur gaat domein- (en daarmee aanpakoverstijgend) te werk. Voor een oplossingsgerichte aanpak is dit van belang. De stadsdeelregisseur heeft de regie bij de zaken waar een gecoördineerde aanpak nodig is. De verantwoordelijkheden van de stadsdeelregisseur zijn: procesverantwoordelijkheid vanaf melding tot en met aanpak (voortgangsbewaking, informatiepositie, halen doorlooptijden, knopen doorhakken, op/afschalen) over domeinen heen het proces organiseren met ketenpartners op deelgemeentelijk niveau (zorgen voor) contact met melder / slachtoffer. De stadsdeelregisseur: De stadsdeelregisseur is daadkrachtig, besluitvaardig en heeft lef en mandaat om inzet en acties te organiseren. Hij / zij kent de organisaties en personen die er in actief zijn. De stadsdeelregisseur beschikt over een netwerk en maakt hier ook gebruik van bij het vinden van oplossingen. Hij regisseert over alle domeinen heen en is onafhankelijk en kan dwars door aanpakken heen organiseren; Samen Doen, groepsaanpak, gezinsaanpak etc. De stadsdeelregisseur moet een directe lijn hebben met de stadsdeelvoorzitter en binnen en buiten het stadsdeel als een autoriteit worden beschouwd. De stadsdeelregisseur zorgt ervoor dat een informatiepositie wordt opgebouwd en zorgt daarnaast ook voor de communicatielijnen inzake pers. De stadsdeelregisseur is verantwoordelijk voor de aanpak. De stadsdeelregisseur is bevoegd om besluiten te nemen en heeft een doorslaggevende stem in de samenwerking met de ketenpartners. 16

17 De taken van de stadsdeelregisseur dienen per stadsdeel hetzelfde te zijn, echter de persoon en (huidige) functie kan per stadsdeel verschillen. Dit is afhankelijk van de bemensing van het stadsdeel. Het gaat vooral daadkracht en organiserend vermogen. Bestaande aanpakken, diensten en netwerken worden zoveel mogelijk benut, maar dan wel gecombineerd met een heldere doelstelling: het treiteren moet stoppen. Bestaande aanpakken en netwerken 1. Aanpak jeugd, probleemgezinnen Shortlistmethodiek en aanpak problematische jeugdgroepen OMPG-aanpak van overlastgevende multiprobleemgezinnen Aanpak risicogezinnen van de stadsdelen (MPG1 t/m MPG3 aanpak) Jeugdnetwerken 12+ van de stadsdelen 2. Aanpak geweldsplegers Aanpak top Drugsoverlast, zorg en psychiatrie Meldpunten zorg en overlast stadsdelen 4. Diverse doelgroepen Aanpak Samen DOEN Uitgangspunt is dat treitersituaties binnen 3 maanden zijn opgelost. Actie 7: Vanaf 1 januari 2013 wordt een gezamenlijke instrumentenkoffer benut met bestuurlijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke interventies zijn opgenomen (bijlage 3). Uitgangspunt bij de aanpak is het vroegtijdig stellen van grenzen richting degene die zijn buren of buurtbewoners intimideert. De boodschap gedraag je of ga verhuizen is daarbij de norm. Alle samenwerkingspartners hebben grenzenstellend instrumentarium beschikbaar. Dit instrumentarium wordt in onderlinge afstemming ingezet, waarbij elke situatie vraagt om maatwerk (zie bijlage 3). Er zijn veel instrumenten beschikbaar die kunnen worden ingezet bij de treiteraanpak. Dit moet leiden tot het stoppen van het treiteren. De treiteraar moet zijn gedrag aanpassen. Gebeurt dit niet, dan volgt de inzet van de instrumenten die erop gericht zijn dat de treiteraar verhuist en niet de getreiterde. Actie 8: Vanaf 1 januari 2013 legt Amsterdam gele en rode kaarten op aan treiteraars Als het treitergedrag niet stopt met de lichtere instrumenten en zonodig het bieden van zorg en begeleiding, volgt handhavend optreden onder regie van de stadsdeelregisseur. Door de stadsdeelregisseur worden díe instrumenten ingezet die passen bij de zwaarte van het treiteren, de herhalingsfactor en het te verwachten effect. Een situatie waarbij sprake is van structurele pesterijen, waarbij het slachtoffer zich geïntimideerd voelt, vraagt om een 17

18 laatste waarschuwing met als ultieme maatregel dat de treiteraar de woonomgeving verlaat (gele en rode kaart). Deze fase in de aanpak wordt ingeluid met een gele kaart, zo nodig gevolgd door een rode kaart. Een rode kaart leidt altijd tot ontruiming en eventueel sluiting van de woning. In de gele kaart staan specifieke afspraken of opdrachten die de overlastgever dient uit te voeren. De gele kaart vormt daarmee de laatste kans voor de overlastgever om het probleem zelf op te lossen. Slaagt hij hier binnen de aangegeven termijn niet in, dan wordt er een rode kaart uitgereikt. In de gele en rode kaart combineren de ketenpartners hun afzonderlijke handhavingsinstrumenten in één krachtig signaal aan de overlastgever dat het nu echt afgelopen moet zijn. Welke maatregelen onderdeel uitmaken van de gele en rode kaart is afhankelijk van de specifieke situatie, zoals de aard van de overlast en de eigendomssituatie van de woning. De gele en rode kaart hebben daardoor geen vaste verschijningsvorm 1. Interveniëren Instrumenten treiteraar Stimuleren gedragsverandering Gele kaart Laatste waarschuwing Instrumenten slachtoffer Informeren Rode kaart Sluiting Ontruiming Gebiedsverbod Ondersteunen Oplossen treitersituatie 1 Wel is een aantal bestuurlijke instrumenten te koppelen aan de gele en rode kaart: gebiedsverboden, sluiting van woning op grond van overlast, sluiting woning op grond van drugsvondst of handel (resp. art. 172a, 174a en 13b uit de Gemeentewet), evenals ontbinding of beëindiging van de huurovereenkomst, als privaatrechtelijk instrument. Voor de toepassing van de gele en rode kaart is dossiervorming onontbeerlijk. 18

19 De burgemeester heeft formeel niet het mandaat om over te gaan tot uithuisplaatsing van huurders en trekt om die reden nauw op met de woningcorporaties, die als eigenaar verantwoordelijk zijn voor het woongenot van hun huurders. Op het moment dat sprake is van particulier woningbezit worden andere mogelijkheden benut, zoals bijvoorbeeld het opleggen van een gebiedsverbod. Amsterdam verkent de juridische mogelijkheden om op te treden tegen overlastveroorzakers in een koopwoning. Instrumenten en dossiervorming De inzet van de instrumenten heeft als primaire doel om het treiteren te doen stoppen. Als deze inzet echter niet leidt tot het stoppen van het treiteren, spelen ze ook een belangrijk rol bij de inzet van de zwaardere juridische instrumenten, zoals de ontbinding van de huurovereenkomst en de burgemeesterssluiting. Een goede registratie van alle handelingen die zijn verricht en het (negatieve) resultaat daarvan is van belang voor het succesvol kunnen inzetten van de zwaardere instrumenten. Wie zetten de instrumenten in? Verschillende partijen kunnen instrumenten inzetten om handhavende maatregelen te nemen: gemeente, politie, woningcorporaties, particuliere verhuurders, particuliere eigenaren/beheerders, VVE s Stedelijk top-10 team voor de 10 ergste gevallen (zeer complex) Sommige situaties blijken in de praktijk zo complex te zijn, dat het niet lukt om binnen afzienbare tijd een einde te maken aan het treiteren. Als resultaten uitblijven, moet er kunnen worden geëscaleerd naar een stedelijk team dat de regie overneemt van de stadsdelen. Dit stedelijk top-10 team is er alleen voor de allerergste gevallen (maximaal circa 10 per jaar). Het stedelijk team, krijgt, onder leiding van een zwaar kaliber voorzitter, het mandaat om snel en effectief op te kunnen treden en daarbij het volledige arsenaal aan beschikbaar instrumentarium in te zetten, desnoods door geldende (beleids)afspraken heen, om te voorkomen dat slachtoffers verhuizen. Actie 9: Een stedelijk top-10 team start op initiatief van de burgemeester met ingang van 1 januari 2013 Leden van het stedelijk top-10 team zijn, naast afgevaardigden van de driehoekspartners, vertegenwoordigers van de woningcorporaties, de stadsdelen en de zorgpartners. Het gaat om vertegenwoordigers die het mandaat hebben om die processen of maatregelen in gang te zetten binnen de eigen organisatie die nodig zijn voor oplossing van de zaak in kwestie. Op het moment dat het stedelijk top-10 team in actie komt kan het gehele arsenaal aan interventies worden ingezet en staan de veroorzakers van de intimidaties mogelijk een (gedwongen) verhuizing te wachten. Bij de aanpak is sprake van een heldere verantwoordelijkheidsverdeling. Deze ziet er als volgt uit: Eenvoudige meldingen worden opgepakt door de organisatie waar deze melding binnenkomt en vallen buiten de aanpak Er komt in elk stadsdeel een regisseur om treitersituaties te beteugelen: complexe situaties worden onder diens regie opgelost 19

20 De stadsdeelregisseur escaleert bij zeer complexe zaken naar de voorzitter van het top-10 team via een stedelijk procesmanager De stedelijk procesmanager brengt een zaak in bij het stedelijk top-10 team. De voorzitter van het stedelijk top-10 team agendeert de zaken en roept het top-10 team bij elkaar. De voorzitter van het stedelijk top-10 team adviseert de burgemeester over de te volgen koers. 4.5 Woonvoorzieningen, onder strakke voorwaarden, voor treiteraars Het uit huis plaatsen van veroorzakers is geen doel op zich maar wordt ingezet als ultieme sanctie. Verhuizing mag niet worden ervaren als ware het een beloning van grens- en normoverschrijdend gedrag. Na een gedwongen verhuizing zit het werk er niet op. Voorkomen moet worden dat een overlastveroorzaker in een andere buurt opnieuw voor problemen zorgt voor de omgeving. Corporaties, gemeente en zorgpartners maken hier afspraken over. Gemeente, maatschappelijke opvanginstellingen en corporaties ontwikkelen gezamenlijk een structurele en aparte opvangvoorziening voor ontruimde overlastveroorzakers. Amsterdam erkent dat extreme overlast een structureel maatschappelijk probleem is en van alle tijden. Daarbij wordt gezocht naar een permanente locatie in de stad met meerdere woonunits (maximaal 10). Het gaat om een nieuwe maatschappelijke opvangvoorziening voor overlastveroorzakers naar Deens voorbeeld (Skaeve Huse). Mogelijk komen er twee aparte locaties: een voor alleenstaanden en een voor extreem overlastgevende multiprobleemgezinnen waarvoor andere begeleiding noodzakelijk is. Concrete afspraken hierover zijn op 1 april 2013 gemaakt. Daarnaast streeft Amsterdam naar twee afkoelunits (wooncontainer, caravans). Dit zijn tijdelijke sobere voorzieningen voor maximaal een half jaar. De dader kan hiermee sneller worden geherhuisvest, zodat de buurt weer rustig woont. Actie 10: Op 1 april 2013 ligt er een principebesluit over de locaties voor woonvoorzieningen voor notoire treiteraars. 4.6 Ondersteuning en bescherming van slachtoffers Voor degene die melding doet van intimidatie in de woonomgeving is het belangrijk dat er opvolging plaatsvindt na zijn melding. Dat kan zijn doordat de melder bijvoorbeeld ziet dat jongeren of buren worden aangesproken, maar ook doordat hij goed op de hoogte wordt gehouden van de stand van zaken. Binnen 48 uur na melding is er hoe dan ook contact opgenomen met het slachtoffer. Bij urgente meldingen dient directe opvolging plaats te vinden. De stadsdeelregisseur bepaalt wie de contacten onderhoudt met melders en welke ondersteuning kan worden geboden. Actie 11: De stadsdeelregisseur wijst voor elk slachtoffer een vast contactpersoon aan 20

21 In geval van daadwerkelijk slachtofferschap kan vanuit het Meldpunt Discriminatie ondersteuning plaatsvinden door het informeren van het slachtoffer over de rechtspositie, het weerbaar maken van slachtoffers en het begeleiden van slachtoffers bij angst voor represailles. Slachtofferhulp Nederland zal bijdragen aan de aanpak waar het gaat om bijstand in geval van strafbare feiten. Hierover worden nadere afspraken gemaakt. Er zijn gesprekken gaande met de Amsterdamse Orde van Advocaten na het verzoek vanuit de gemeente of er advocaten bereid zijn hun expertise aan slachtoffers beschikbaar te stellen, waarbij de financiële beloning in tweede instantie aan de orde komt. Er zullen afspraken worden gemaakt met een aantal advocaten die hierin willen optreden en wel tijdens een ambtswoninggesprek op 25 januari De gemeente zal tijdens dit ambtswoninggesprek voorstellen om ook slachtoffers van de 10 ergste treitersituaties hiervoor in aanmerking te laten komen. Actie 12: Er komen samenwerkingsafspraken met Slachtofferhulp Nederland, het Meldpunt Discriminatie en de Amsterdamse Orde van Advocaten. In lichtere gevallen kan ondersteuning vanuit bestaande buurtnetwerken soelaas bieden op het moment dat een slachtoffer een beperkt eigen netwerk heeft. Actie 13: In het eerste kwartaal van 2013 inventariseren de stadsdelen welke ondersteuning aanwezig is binnen de stadsdelen en welke aanvulling hierop nodig is. 21

22 5. Bestuurlijke aansturing De burgemeester is bestuurlijk eindverantwoordelijk voor het thema Intimidatie in de Woonomgeving. De stadsdeelvoorzitter van stadsdeel Zuid is aanspreekpunt namens de stadsdelen en verantwoordelijk voor implementatie van de aanpak in de stadsdelen. De aanpak wordt geschaard onder het Bestuurlijk Overleg Jeugd, Zorg en Veiligheid (BOJZV). Agendering van het thema Intimidatie in de Woonomgeving voor het BOJZV gebeurt onder uitnodiging van de wethouder Wonen, de wethouder Discriminatie, stadsdeelvoorzitter van Zuid en de directeur van de Federatie van Woningcorporaties. Er komt een ambtelijke stuurgroep treiteraanpak op directeurenniveau, voortkomend uit de huidige stuurgroep OMPG. In de stuurgroep zijn de volgende partners vertegenwoordigd: politie, woningcorporaties/federatie, OM, OOV, DMO, BJAA/WSG, GGD, stadsdelen, WZS, DWI, De Bascule, Spirit, William Schrikker Groep, Arkin, GGZ Ingeest, Agis, Reclassering Nederland, Rechtbank, een vertegenwoordiging van slachtofferorganisaties. De volgende leden van de stuurgroep treiteraanpak vormen daarnaast de vaste leden van het stedelijke top-10 team dat zich ontfermt over de ca 10 zwaarste treiterzaken: stedelijke regisseur top10 zaken (voorzitter top-10 team), politie, OM, procesmanager, juridisch adviseur bestuursdienst. Deelnemers die variëren per casus: de stadsdeelregisseur van de casus, de stadsdeelvoorzitter van het betrokken stadsdeel, de directeur van de betrokken woningcorporatie en indien betrokken: bestuur/directie van BJAA/WSG, directie GGD, bestuur/directie overige organisaties vertegenwoordigd in de stuurgroep, programmamanager top

23 6. Communicatie Het aanpakken van situaties waarbij mensen in hun woonwijk geïntimideerd worden vraagt om een intensieve samenwerking tussen diverse partijen. Het verkrijgen van een goede informatiepositie binnen de keten is een voorwaarde voor betrokken partners om gestelde doelen te halen. Effectieve communicatie speelt een belangrijke rol bij zowel de ontwikkeling als de uitvoering van de aanpak. Voor communicatie liggen de volgende opdrachten: 1. Extern bekendheid geven aan de nieuwe aanpak: o Communiceren over ambities, acties en resultaten o Uitstralen dat Amsterdam pal voor de slachtoffers gaat staan en daders niet wegkomen met hun gedrag o Verantwoording afleggen voor de aanpak naar onder andere de gemeenteraad, de buurt en media 2. Intern bekendheid geven aan de nieuwe aanpak: o Aangeven waar dergelijke zaken gemeld moeten worden o Bijdragen aan de onderlinge samenwerking o Bekendmaken wat verwacht mag worden van de aanpak en wie welke rol daarin heeft 3. Onderhouden contact met slachtoffers: o Slachtoffers het gevoel geven dat zij niet alleen staan, hen goed informeren en betrekken o Zorgen dat meldingen, signalen van slachtoffers op de goede plek terecht komen 4. Signaal afgeven naar daders: o Daders uit de anonimiteit halen o Bijdragen aan het gevoel dat ze op de huid gezeten worden De communicatiekanalen van gemeente, stadsdelen, politie en woningbouwcorporaties worden gebruikt om ambities, handelingsperspectief en resultaten te communiceren. 23

24 7. Financiën treiteraanpak Maatregelen Top10 en OMPG Inzet gezinsmanagers OMPG bij 30 gezinnen Aankopen, ontwikkelen en realiseren aparte opvangvoorziening (2 woonunits) voor overlastveroorzakers Subtotaal top10 en OMPG Flankerend beleid Ter ontwikkeling: instrumentarium voor melders/slachtoffers o Bescherming, bijstand, ondersteuning o Informeren en terugkoppeling na melding, opvolging Grenzenstellende bejegening gezinnen P.M. 4 (Flexibel) toezicht en handhaving op straat P.M. o Incl. camera s, voetbalwet, overlastgebieden en verwijderingsbevelen Politie en recherche-inzet, snelrecht OM P.M. Subtotaal flankerend beleid Personeel Voorzitter stedelijk top-10 team P.M. 5 Stedelijk projectleider, procesmanager en rechterhand voorzitter top-10 team - 6 Procesmanager DMO Adviseur uitvoering Projectsecretaris Subtotaal personeel Overig Monitoring, registratie, onderzoek, analyse en rapportage Communicatie (intern en extern) ` Subtotaal Overig Totaal Betreft begeleiding door BJAA en WSG: euro p. gezin, bij een begeleidingsduur van 12 maanden. 3 Instrumentarium slachtoffers wordt ontwikkeld in Alhoewel diverse andere instrumenten denkbaar zijn is de post voorlopig gebaseerd op inzet van 1 extra koppel straatcoaches op afroep beschikbaar (beschikbaarheid van 7 dagen per week, 4 uur per dag). 4 Gedacht kan worden aan de inzet van 1 extra koppel gezinsbezoekers SAOA, op afroep. Post is op te vangen d.m.v. de vertraagde afbouw van SAOA vanuit de reserve. 5 Zwaar kaliber regisseur aangesteld op verzoek van de burgemeester. 6 Al in formatie OOV. 7 Voor de doorontwikkeling van het instrumentarium, training en intervisie stadsdeelregisseurs, verbetering signalering, eenduidig informatiebeheer en dossiervorming. 24

25 Bijlagen 25

26 Bijlage 1 Procesmodel De probleempiramide Er zijn drie categorieën te onderscheiden naar zwaarte van de problematiek en de daarmee gepaard gaande noodzaak tot regievoering: 1. Kleine, soms eenmalige problemen die moeten worden klein gehouden en opgelost worden. Doorgaans worden deze problemen gesignaleerd en opgelost door een buurtregisseur of een overlastmedewerker van de woningcorporatie 2. Zwaardere zaken waar gecoördineerde interventies nodig zijn onder regie vanuit het stadsdeel 3. Escalatiezaken, waarbij onvoldoende resultaat is geboekt en waar een extra inzet voor nodig is, worden stedelijk geregisseerd Van elke categorie worden de processen beschreven, waarbij het accent ligt op de zwaardere zaken ligt die het meest voorkomen. Opschalingsfactoren De ernst van de situatie en de noodzaak tot opschalen (en extra regie) kan worden beoordeeld aan de hand van opschalingsfactoren. Hoewel elke situatie uniek is en de werkelijkheid zich niet laat gieten in een standaard afvinklijstje, kunnen de opschalingsfactoren helpen om een gezamenlijke normstelling te realiseren. 26

27 Opschaling naar stadsdeel De opschalingsfactoren geven handvatten om de handelingsverlegenheid te doorbreken. Buurtregisseurs en overlastmedewerkers van de woningcorporaties kunnen op basis van deze factoren eerder checken bij het stadsdeel welke informatie over een casus bekend is, dan wel sneller dan voorheen een casus aandragen voor een gezamenlijke, geregisseerde aanpak. Als het niet (snel genoeg) lukt om kleine problemen klein te houden of om te beoordelen of kleine problemen wel echt klein zijn gelden de volgende opschalingsfactoren: intimidatie grote impact voor slachtoffer, portiek en buurt het probleem het oplossingsvermogen van één organisatie overstijgt bewuste keuze van het slachtoffer; homo- of transseksuelen, mensen met psychische problemen, licht verstandelijk, lichamelijk of geestelijk beperkten of bewoners die een andere culturele achtergrond hebben dan hun omgeving kunnen evenwel extra risico lopen om slachtoffer te worden van treitersituaties; kwetsbare slachtoffers kans op en mate van herhaling kans op en mate van groei en uitbreiding justitiële zwaarte van de feiten publicitaire waarde Opschaling naar Stedelijk top-10 team Hieronder staat een aantal factoren genoemd die helpen om inhoudelijk te beoordelen of een casus dermate ernstig is dat escalatie naar een stedelijk top-10 team aan de orde is. De focus ligt daarbij op de extreme gevallen. De factoren waarbij op het niveau van stadsdelen opschaling naar het stedelijk top-10 team aan de orde zijn: 1. het slachtofferschap is onbetwist Er is bij de specifieke situatie duidelijk sprake van een slachtoffer en een dader. Het negatieve gedrag komt duidelijk van één kant Het belang van bescherming van het slachtoffer staat voorop geweld- of gevaar Er is sprake van minimaal 1 van de 2 onderstaande factoren: het slachtoffer (en diens omgeving) loopt gevaar; er zijn meerdere aangiften of meldingen gedaan van bedreiging of mishandeling of bedreigende graffiti; Escalatie van spanningen; intensiteit van de situatie Er is sprake van minimaal 2 van de 3 onderstaande factoren: er zijn door de betrokkene meerdere aangiften of meldingen gedaan van strafbare feiten; er zijn meerdere melders c.q. concrete signalen over een breder spelend probleem; er is sprake van meer dan één veroorzaker ; 2. duur van de situatie 3. onvoldoende resultaat door: verschil in visie over de aanpak bij betrokken organisaties; 27

28 behoefte aan zwaardere regievoering; behoefte aan meer inzet/capaciteit; de complexiteit / ernst van de situatie. 4. geen perspectief op snelle beëindiging van de treitersituatie 5. onvoldoende resultaat door: verschil in visie over de aanpak bij betrokken organisaties; zwakke regievoering; gebrek aan inzet/capaciteit; de complexiteit / ernst van de situatie. 6. geen perspectief op snelle beëindiging van de treitersituatie Zoals gezegd: omdat iedere situatie weer anders is vormen bovenstaande punten geen harde richtlijn, maar dienen deze bij iedere situatie onderling te worden afgewogen. Het proces van opschalen en escaleren is verderop beschreven. Het procesmodel Het procesmodel is hieronder schematisch weergegeven. De drie onderscheiden niveaus hebben eigen processen en regievraagstukken: 1. Eenvoudige meldingen; kleine problemen die klein moeten worden gehouden en opgelost. Doorgaans worden deze problemen gesignaleerd en opgelost door een buurtregisseur of een overlastmedewerker van de woningcorporatie (geel). Dat betekent regie door diegene die melding behandelt. 2. Zwaardere zaken waar interventies nodig zijn die vragen om regie vanuit het stadsdeel (oranje). Regie door het stadsdeel om de interventies slim gecoördineerd in te zetten. 28

29 3. Extreme (geëscaleerde) zaken waarbij onvoldoende resultaat is geboekt en waar een extra inzet voor nodig is, die stedelijk worden geregisseerd (rood). Hier ligt de regie bij het stedelijk team omdat er meer en/of zwaardere instrumenten nodig zijn. Per laag is het proces weergegeven, per processtap de actoren. De vet weergegeven actoren hebben mandaat en voeren de regie per stap. Tevens is voor de drie onderscheiden niveaus, per processtap weergegeven aan welke randvoorwaarden moet zijn voldaan voor een effectieve aanpak. 1 Kleine, eenmalige problemen De meldingen over overlast en treiteren kunnen binnenkomen bij veel loketten, zoals Meldpunt Zorg en Overlast van het Stadsdeel, de Meldpunten Overlast van Woningcorporaties, via Politiekanalen (112/8844). De processen achter deze loketten zijn elders beschreven en die hoeven hier niet te worden herhaald. Ieder doorloopt grosso modo identieke processen: 1. een melding wordt ontvangen en beoordeeld 2. er worden gegevens verzameld en een aanpak bepaald 3. interventies worden uitgevoerd Proces Om de huidige handelingsverlegenheid te doorbreken zijn de volgende aanvullende werkafspraken nodig: Aanvullende werkafspraak 1: Checken of kleine problemen klein zijn Buurtregisseurs en medewerkers overlast van woningcorporaties checken bij het stadsdeel of een casus bekend is en of een klein probleem echt klein is. Het stadsdeel (Meldpunt) doet bij binnenkomende meldingen op haar beurt hetzelfde richting politie en corporaties. Dus bij het verzamelen en analyseren van gegevens moeten buurtregisseurs en medewerkers overlast van woningcorporaties vaker en eerder dan nu, checken bij het stadsdeel. (en het stadsdeel omgekeerd ook). De opschalingsfactoren geven hiervoor richtlijnen. 29

30 Aanvullende werkafspraak 2: Opschalen als kleine problemen niet klein zijn Als buurtregisseurs of medewerkers overlast van woningcorporaties het niet (snel genoeg) lukt om kleine problemen op te lossen dan wordt aan de hand van de opschalingsfactoren de casus aangemeld bij het stadsdeel, omdat er regie nodig is over een gezamenlijke aanpak en over de in te zetten interventies. Dus bij als blijkt dat de interventies onvoldoende resultaat boeken of dat er meer aan de hand is moeten buurtregisseurs en medewerkers overlast van woningcorporaties vaker en eerder dan nu, checken bij het stadsdeel. (en het stadsdeel omgekeerd ook). De opschalingsfactoren geven hiervoor richtlijnen. 2 Zwaardere zaken Deze processen spelen zich af op stadsdeelniveau. De processen zijn in hoofdlijnen: 1. melden; het ontvangen en beoordelen van meldingen 2. het opvolgen van meldingen door directe interventies en het toewijzen van slachtoffer en dader aan een aanpak 3. het analyseren van de situatie en het bepalen van een Plan van Aanpak 4. het gecoördineerd uitvoeren van interventies Die processen zijn (op een aantal onderdelen na) niet nieuw. Om de handelingsverlegenheid te doorbreken is er iets nieuws nodig en wel: dat er regie over domeinen heen wordt gevoerd (wonen, veiligheid en zorg) dat signalen eerder en beter worden geduid dat de instrumenten die al beschikbaar zijn slimmer worden ingezet Dit leidt tot de volgende randvoorwaarden. Randvoorwaarde 1: beleg een nieuwe rol die voor het stadsdeel regie voert over domeinen en aanpakken heen. De stadsdeelregisseur heeft de regie voor de zwaardere zaken, waaronder wordt verstaan: procesverantwoordelijkheid vanaf melding tot en met aanpak (voortgangsbewaking, informatiepositie, halen doorlooptijden, knopen doorhakken, op/afschalen) over domeinen heen het proces organiseren met ketenpartners contact onderhouden met melder / slachtoffer 30

31 NB een rol is nog geen functie, zie verder bij implementatie. Voor de Treiteraanpak is het nodig dat er eerder en makkelijker kan worden gemeld. En er moet meer dan nu het geval direct opvolging aan een melding kunnen worden gegeven. Randvoorwaarde 2: een duidelijk meld- en actiepunt Veel loketten zijn alleen op kantoortijden (of soms zelfs nog beperkter) geopend. Niet alle overlast, treiteren en intimidatie speelt zich gedurende die openingstijden af. Voor noodgevallen, urgentie of crisis zijn er bestaande meld- en opvolgingslijnen. Maar voor veel andere meldingen die voor een melder op een heftige situatie betrekking kunnen hebben is geen directe opvolging geregeld. De melder wil: 1. een vindbaar en herkenbaar loket 2. wanneer nodig iemand aan de lijn (medium onafhankelijk) 3. dat er opvolging plaatsvindt, ook wanneer dat direct moet gebeuren De randvoorwaarde houdt in: een duidelijk en vindbaar loket Treiteren en Overlast een meldkamerfunctie ook voor buiten kantoortijden direct opvolgen is mogelijk door bijvoorbeeld: *Inzet flexibel team toezicht en handhaving *Straatcoaches SAOA *Vangnet GGD *Etc. Randvoorwaarde 3: Betere duiding van signalen door het benoemen van een informatiemakelaar Er is een veelheid aan loketten, wat op zich nog geen probleem is. Wat wel een probleem is dat bij veel signalen de basisinformatie niet goed bij elkaar wordt gebracht, waardoor signalen niet de duiding krijgen die nodig is. Het is nodig om meldingen actief te onderzoeken door informatie te verzamelen en deze vervolgens te duiden. Daar is een nieuwe rol van informatiemakelaar voor nodig, iemand die: meldingen beoordeelt op prioriteit, urgentie, zwaarte, etc de melding verrijkt door informatie te verzamelen bij verschillende loketten, eigen (stadsdeel-)registraties en ketenpartners regie-checks doet voor eventueel lopende aanpakken terugkoppelt aan de melder De processen worden achtereenvolgens toegelicht. Per stap volgt een beschrijving van de noodzakelijke functionaliteit, input, output, activiteiten, rollen en verantwoordelijkheden. 31

32 De processen nader uitgewerkt 2.1 Melden Input Meldingen van vermoedelijk treiteren en intimidatie in de woonomgeving kunnen worden gedaan door: De burger (kan melden bij meld- en actiepunt Treiteren en Overlast) Politie Woningcorporatie Zorgpartijen Of anderen die ogen en oren in de buurt zijn: SAOA, toezichthouders, etc Activiteiten De informatiemakelaar: ontvangt meldingen (uit alle loketten) registreert melding en start met dossieropbouw beoordeelt de melding op urgentie, zwaarte etc. checkt bij relevante partners (politie, woningcorporatie, veiligheidshuis, zorg) de basisinformatie over overlastgever en overlasthebber checkt regie van eventueel lopende aanpakken (Top600, OMPG, etc.) checkt eigen systemen (toezicht & handhaving, leerplicht, etc) wijst veel meldingen direct aan een aanpak toe op basis van de entreecriteria en doelgroep, andere meldingen die niet direct kunnen worden toegewezen of waarbij mogelijkerwijs sprake is van treiteren en intimidatie moeten worden beoordeeld informeert stadsdeelregisseur over binnengekomen meldingen is de rechterhand van de stadsdeelregisseur Output Een beoordeelde melding met basisinformatie en een geïnformeerde stadsdeelregisseur. Rollen Informatiemakelaar 32

33 Randvoorwaarde 4; Implementatie van een eenvoudig, stadsbreed informatiesysteem Van belang voor de registratie is dat de gegevens van de overlastgever en overlasthebber geregistreerd kunnen worden. Voor de verschillende aanpakken worden ook verschillende systemen gebruikt: RIS van de Meldpunten Zorg & Overlast, Samen Doen IVGS ISJG Top 600 systeem Voorstel is een systeem te kiezen/maken waarin dat (en basale wat informatie) over de lopende meldingen en aanpakken wordt geregistreerd. Het moet systeem zijn waarmee direct een compleet beeld kan worden verkregen van de omvang en voortgang per stadsdeel en op stedelijk niveau. De overige wat informatie wordt vastgelegd in aanpak- of organisatie-specifieke systemen. Het registratiesysteem van de top600, dat is gebaseerd op het systeem van de GGD is web-based en staat bekend als zeer gebruiksvriendelijk. Advies is dat dit top600 of GGDsysteem wordt benut en dat een module wordt ontwikkeld voor de registratie van bovenstaande elementaire gegevens. Prestatie indicator Een melding is binnen 1 dag na binnenkomst beoordeeld en bij de stadsdeelregisseur bekend. 2.2 Toewijzen Input Een beoordeelde melding met basisinformatie en een geïnformeerde stadsdeelregisseur. Activiteiten De stadsdeelregisseur: beoordeelt de melding op zwaarte checkt eventueel nog andere bronnen en verrijkt waar mogelijk de melding bepaalt de verdere route, afhankelijk van doelgroep, zwaarte en soort van aanpak; De treiteraars kunnen top600 jongens zijn, maar ook OMPG-gezinnen, problematische jeugdgroepen, andere problematische gezinnen en een mix van het voorgaande. treft, indien nodig, direct maatregelen om de overlast te bestrijden en begeleiding / bescherming aan de slachtoffers te bieden. formuleert een opdracht/doelstelling voor de aanpak van dader en/of slachtoffer wijst overlastgever en slachtoffer toe aan een aanpak, zoals o Samen Doen o MPG o OMPG o Groepsaanpak o Jeugdnetwerk o Top

34 o Vangnet GGD wijst daarmee ook de casusregie voor overlastgever en slachtoffer toe aan de aanpak, maar houdt de verantwoordelijkheid voor het geheel van de aanpak die volgt op de melding (dader en slachtoffer) informeert melder / overlasthebber over werkwijze; ook als er geen aanpak voor het slachtoffer nodig is, blijft de stadsdeelregisseur de relatie onderhouden en informeert die tijdig en waar nodig registreert de dat en basale wat informatie Output een toegewezen melding. Prestatie indicator Een melding is binnen 2 dagen na binnenkomst beoordeeld en de dader en slachtoffer zijn toegewezen aan een aanpak. En maatregelen zijn indien nodig, direct genomen. Stadsdeelregisseur heeft binnen 2 dagen contact opgenomen met de melder. Om een betere informatiepositie te krijgen op stadsdeelniveau en om de instrumenten slimmer te kunnen inzetten is het nodig dat er over domeinen heen wordt samengewerkt. Dit samenspel kwam in het verleden onvoldoende tot stand, enerzijds door een gebrek aan regie (zie randvoorwaarde 1), anderzijds doordat medewerkers overlast en buurtregisseurs ook niet actief bij de aanpak van treiter-zaken werden betrokken. Dit leidt tot de volgende randvoorwaarde. Randvoorwaarde 5: Actieve betrokkenheid van medewerkers van de woningcorporaties en buurtregisseurs van politie De medewerker overlast van de woningcorporatie deelt relevante informatie, checkt meldingen bij het stadsdeel en doet mee aan overleggen van de aanpak. Daarmee worden problemen eerder gesignaleerd, interventies beter afgestemd en ontruimingen voorkomen. Hetzelfde geldt voor de buurtregisseur van de politie. De gegevensuitwisseling zal in een convenant en privacy reglement worden geregeld. Voor het proces is het van belang dat er buurtregisseur en medewerker overlast (en hun instrumentarium) meer dan nu het geval is, actief worden betrokken bij het aanpakken van daders en het beschermen van slachtoffers. Rollen Stadsdeelregisseur Informatie- makelaar Medewerkers overlast woningcorporatie buurtregisseur 2.3 Analyseren Input een toegewezen melding. Activiteiten Elke aanpak hanteert de eigen werkwijze waarbij geldt dat: er een analyse wordt gemaakt (via overlegtafels, huisbezoek, uitvoeringsoverleg, etc) 34

35 de betreffende medewerker overlast van de corporatie en/of buurtregisseur meedoet in de analyse en de aanpak de aanpak gaat uit van een gezamenlijk normstelling: bescherming van de melders tegen intimidatie in de woonomgeving is uitgangspunt van de te ontwikkelen aanpak. Het bieden van zorg aan overlastveroorzakers / degenen die het intimideren gedrag vertonen is daaraan onderschikt. het plan van aanpak wordt opgesteld, met gebruikmaking van de instrumenten uit de instrumentenkoffer, waarbij het van belang is om de instrumenten van wonen, zorg, justitie, toezicht en inkomen slim op elkaar af te stemmen de stadsdeelregisseur maakt met degene die het PvA uitvoert afspraken over de termijnen en de te behalen resultaten de stadsdeelregisseur informeert de melder / overlasthebber over de werkwijze de stadsdeelregisseur brengt de plannen van aanpak van dader en slachtoffer bij elkaar en accordeert de resultaten en termijnen de stadsdeelregisseur registreert de dat informatie Output een Plan van Aanpak voor de dader(s) en slachtoffer(s) Rollen Stadsdeelregisseur Medewerkers woningcorporatie Politie Ketenpartners Prestatie indicator Binnen 4 weken is een Plan van Aanpak opgesteld. De doorlooptijd is afhankelijk van de problematiek en aanpak. Echter, er wordt niet gewacht met ingrijpen tot het Plan van Aanpak klaar is. De stadsdeelregisseur neemt (indien nodig) direct maatregelen om de overlast te bestrijden en bescherming aan de slachtoffers te bieden. 2.4 Interveniëren Input Een geaccordeerd Plan van Aanpak Activiteiten de casushouder (diegene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het PvA) organiseert de uitvoering met teams of ketenpartners de betreffende medewerker overlast van de corporatie en/of buurtregisseur doen mee in de aanpak de instrumenten van wonen, zorg, justitie, toezicht en inkomen slim op elkaar worden afgestemd het PvA kan alleen worden bijgesteld na akkoord van de stadsdeelregisseur, want de aanpak gaat uit van een gezamenlijk normstelling: bescherming van de melders tegen intimidatie in de woonomgeving is uitgangspunt van de te ontwikkelen aanpak. 35

36 Het bieden van zorg aan overlastveroorzakers / degenen die het intimideren gedrag vertonen is daaraan onderschikt. de interventies worden geregistreerd in de achterliggende systemen van de aanpak of organisatie. de stadsdeelregisseur informeert de stadsdeelvoorzitter en schakelt die in waar nodig en gewenst de casushouder rapporteert regelmatig aan de stadsdeelregisseur en meldt als het Plan van aanpak is uitgevoerd of als er stagnatie in de aanpak optreedt. de stadsdeelregisseur informeert melder / overlasthebber over aanpak en voortgang Bij complexe of vastlopende casussen is het stagnatie-overleg ook voor treiter en intimidatie casussen een lichte vorm van escalatie Output Beëindigde treitersituatie en intimidatie in de woonomgeving Geïnformeerde melder / overlasthebber Rollen Rollen in processtap uitvoeren aanpak zijn afhankelijk van de instrumenten stadsdeelregisseur; casushouders van uitvoerende partners Prestatie indicator Binnen drie maanden zijn de doelen uit het plan van aanpak m.b.t. het stoppen van de persoonsgerichte overlast / het treiteren behaald (hetgeen niet wil zeggen dat problemen op andere gebieden allemaal zijn opgelost). 36

37 Escalatiemodel Het escalatiemodel is hieronder schematisch weergegeven. Er is een reguliere weg, waarbij op basis van de opschalingsfactoren wordt geëscaleerd van buurtregisseur/overlast medewerker van de corporaties naar de stadsdeelregisseur die weer kan escaleren naar de procesmanager. Mocht die route niet werken, dan is er nog een extra route voor escalatie via het veiligheidsoverleg, de minidriehoek en zelfs de subdriehoek. Daarmee staan er veel wegen open om stagnerende of extreme zaken alsnog aan te pakken. 3 Top 10-zaken Proces 37

38 3.1 Ontvangen De stadsdeelregisseur escaleert op basis van de opschalingsfactoren de casus naar de procesmanager Treiteraanpak. De procesmanager Treiteraanpak neemt met de stadsdeelregisseur het dossier door en checkt welke acties er ondernomen zijn en welke instrumenten zijn ingezet. 3.2 Analyseren De procesmanager Treiteraanpak bepaalt de vervolgroute. Dat kan zijn voorleggen aan het stedelijk Analyse team (nu nog het analyseteam -OMPG) met het verzoek om de aanpak te beoordelen en aan te scherpen, of direct in te brengen bij het stedelijk top-10 team. Het Analyseteam biedt een inhoudelijk advies/oordeel welke instrumenten of aanpak slagingskans heeft. De voorzitter van het Stedelijk top-10 team agendeert de zaken en roept het Stedelijk top- 10 team bij elkaar op een when needed basis. De zaken worden inhoudelijk voorbereid door de procesmanager. Het stedelijk top-10 team bepaalt de aanpak en de in te zetten (extra) interventies. 3.3 Interveniëren De voorzitter van de het Stedelijk top-10 team stuurt de stadsdeelregisseur van de escalatiezaken aan. Het top 10-team heeft mandaat om meer en zwaardere instrumenten, extra middelen en mensen in te zetten. Zo kan de voorzitter van het stedelijk top-10 team de burgemeester met het daarbij behorend instrumentarium betrekken bij de aanpak. De stadsdeelregisseur stuurt de bij het plan betrokken uitvoerders aan. De stadsdeelregisseur blijft verantwoordelijk voor het contact met het slachtoffer. De procesmanager Treiteraanpak is de link naar de contactpersoon bij de afdeling communicatie van de bestuursdienst, die zorgt voor communicatielijnen inzake pers. Samenstelling Top-10 team Vaste deelnemers zijn: de BM benoemt de voorzitter Functionaris politie met het mandaat om die maatregelen in gang te zetten binnen de eigen organisatie die nodig zijn voor oplossing van de top-10 casus in kwestie (bijv. districtschef van de aanstaande Landelijke Politie) Officier van Justitie met het mandaat om die maatregelen in gang te zetten binnen de eigen organisatie die nodig zijn voor oplossing van de top-10 casus in kwestie Procesmanager Treiteraanpak Juridisch adviseur van de bestuursdienst Deelnemers die variëren per casus: Stadsdeelregisseur van de casus Stadsdeelvoorzitter van het betrokken stadsdeel Directeur van de betrokken woningcorporatie 38

39 Directeur BJAA (indien betrokken) Bestuur/directie andere (zorg)partners, deel uitmakend van de stuurgroep Programmamanager top600. Dit Top-10 team kent een hoge handelingsnelheid, daadkracht en komt bij elkaar wanneer nodig. Daarmee wordt het los van de reguliere driehoek georganiseerd, zodat het Top-10 team handelt, onafhankelijk van de frequentie en actualiteit van de driehoek. Sturingsproces Het sturingsproces beschrijft de wijze waarop sturing wordt gegeven aan de treiteraanpak. Naast de sturing op de individuele casus wordt er sturing gegeven op de aanpak. De sturing op de treiteraanpak bestaat uit het rapporteren en informeren over de behaalde resultaten en de aandachtspunten van de aanpak. De procesmanager draagt hier zorg voor. De casushouder van de aanpak is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Plan van Aanpak (PvA) voor dader en/of slachtoffer. De stadsdeelregisseur: bewaakt de integraliteit, de voortgang en inhoud van de uitvoering van de plannen. bewaakt de voortgang rapporteert aan de stedelijk procesmanager Treiteraanpak (nu nog procesmanager buitenkant OMPG) zodat die een volledig beeld van de problematiek verkrijgt. informeert de stadsdeelvoorzitter. De procesmanager Treiteraanpak rapporteert aan de staf BM en aan de stuurgroep (SG) Treiteraanpak (nu nog stuurgroep OMPG) zodat BM en ketenpartners een volledig en actueel beeld van de problematiek verkrijgen. De registratie in het systeem met dat - en basale wat informatie zorgt ervoor dat de procesmanager en Burgemeester op ieder gewenst moment een actueel overzicht heeft over de meldingen intimidatie. 39

40 Gemeentelijke organisatie treiteraanpak Onderstaande plaat geeft de gemeentelijke organisatie rondom de treiteraanpak weer. De gelaagdheid is voor de stad en de stadsdelen weergegeven en daarbij ook de relatie tussen de stad en stadsdelen. Vanaf het meldpunt tot en met de burgemeester zijn de verantwoordingslijnen weergegeven. De informatiemakelaar legt verantwoording af aan de stadsdeelregisseur. De stadsdeelregisseur heeft mandaat om over de domeinen en aanpak heen te regisseren. De aanpakken en domein leggen, inzake de treiteraanpak, verantwoording af aan de stadsdeelregisseur. De stadsdeelregisseur legt op zijn/haar beurt verantwoording af aan de stadsdeelvoorzitter en de procesmanager. De procesmanager legt verantwoording af aan de voorzitter van het stedelijk top-10 team. De voorzitter van het stedelijk top-10 team legt vervolgens weer verantwoording af aan de burgemeester. 40

41 Communicatie In het onderstaande schema zijn de communicatielijnen weergegeven. In principe blijft de stadsdeelregisseur verantwoordelijk voor het contact met het slachtoffer. Soms kan het slachtoffer ook worden bediend met een aanpak waarbij ook anderen contact onderhouden. Daarnaast is de stadsdeelregisseur ook verantwoordelijk voor het informeren van de stadsdeelvoorzitter en het betrekken van communicatie adviseurs. 41

42 Check handelingsverlegenheid Om de treiteraanpak succesvol te laten zijn, is het nodig de handelingsverlegenheid te doorbreken. De volgende succesfactoren en maatregelen zijn voorgesteld. het melden van deze problematiek wordt vereenvoudigd een betere informatiepositie signalen adequaat worden geduid grenzenstellende aanpak samenwerking tussen partners wordt verbeterd extreme gevallen aanpakken slachtoffers worden ondersteund en beschermd instellen van een meld- en actiepunt een informatiemakelaar die informatie verzamelt en overleggen vervangt de stadsdeelregisseur duidt en geeft opdracht meer regie, prioriteit voor het slachtoffer en een instrumenten koffer meer betrekken van woningcorporaties stedelijk top-10 team de stadsdeelregisseur organiseert de stadsdeelvoorzitter kan worden ingezet De succesfactoren en maatregelen leiden tot de eerder in de tekst genoemde aanvullende werkafspraken en randvoorwaarden: Aanvullende werkafspraak 1: Checken of kleine problemen klein zijn Aanvullende werkafspraak 2: Opschalen als kleine problemen niet klein zijn Randvoorwaarde 1: beleg een nieuwe rol in die voor het stadsdeel regie voert over domeinen en aanpakken heen. Randvoorwaarde 2: een duidelijk meld- en actiepunt Randvoorwaarde 3: Betere duiding van signalen door het benoemen van een informatiemakelaar Randvoorwaarde 4: Implementatie van een eenvoudig, stadsbreed informatiesysteem Randvoorwaarde 5: Actieve betrokkenheid van medewerkers van de woningcorporaties en buurtregisseurs van politie 42

43 Aandachtspunten implementatie Stedelijk het maken van een prognose van het te verwachten aantal meldingen en casussen het uitbreiden van het instrumentarium voor de extreme zaken checken of het Analyse- team uitgebreid moet worden met woonrechtdeskundigheid deelname woningcorporaties overeenkomen informatie-uitwisseling reglementeren inrichten uniforme registratie van dat en basale wat informatie inrichten meld- en actiepunt (/kamer) Synchronisatie Stedelijke ontwikkelingen Er zijn lopende ontwikkelingen die elkaar goed kunnen versterken, maar waar de inhoud en het tempo van implementatie nog moet worden gesynchroniseerd. Vanuit de doorontwikkeling van de Meldpunten Zorg en Overlast wordt voorgesteld dat: de Meldpunten Z&O zich meer richten op zware (zowel enkelvoudig als meervoudig) en urgente problematiek de Volwassenentafel niet verder wordt doorgevoerd de terugkoppeling aan de melder wordt verbeterd Voor de Treiteraanpak is het nodig een stap verder te gaan. De meldingen moeten makkelijker kunnen ingebracht en er moet meer dan nu het geval direct opvolging aan kunnen worden gegeven. Vanuit de doorontwikkeling van de MPG-aanpak wordt voorgesteld om: Bestaande overlegtafels te vervangen door een stagnatietafel voor Multi-problem gezinnen Een procesregisseur aan te stellen die, vanuit de focus op jeugd, met name het proces in het zorgdomein moet organiseren Deze rol past niet helemaal bij de gewenste functionaliteit, want die is specifiek vanuit het zorgdomein, de MPG-doelgroep en aanpak benoemd. Voor de Treiteraanpak is het nodig dat er niet alleen over domeinen, maar ook over doelgroepen heen wordt georganiseerd. Stadsdelen nieuwe rollen implementeren: de stadsdeelregisseur, deze rol is cruciaal voor de aanpak. o De stadsdeelregisseur is daadkrachtig, besluitvaardig en heeft lef en mandaat om inzet en acties te organiseren. Hij / zij kent de woonomgeving en de organisaties en personen die er in actief zijn. De stadsdeelregisseur beschikt over een netwerk en maakt hier ook gebruik van bij het vinden van oplossingen. o regisseert over alle domeinen heen en is onafhankelijk en kan dwars door aanpakken heen organiseren; Samen Doen, groepsaanpak, mpg, etc. o De stadsdeelregisseur moet een directe lijn hebben met de stadsdeelvoorzitter en binnen en buiten het stadsdeel als een autoriteit worden beschouwd. 43

44 o De stadsdeelregisseur zorgt er voor dat een informatiepositie wordt opgebouwd en zorgt daarnaast ook voor de communicatielijnen inzake pers. o De stadsdeelregisseur heeft mandaat en is verantwoordelijk voor de aanpak. De stadsdeelregisseur is bevoegd om besluiten te nemen en heeft een doorslaggevende stem in de samenwerking met de ketenpartners. o De taken van de stadsdeelregisseur dienen per stadsdeel hetzelfde te zijn, echter de persoon en (huidige) functie kan per stadsdeel verschillen. Dit is afhankelijk van de bemensing van het stadsdeel. Het gaat vooral om daadkracht en organiserend vermogen. Soms kan dat een CRG zijn, soms kan een coördinator jeugdoverlast zijn. informatiemakelaar o Deze rol zorgt er voor dat er minder overlegd hoeft te worden en dat er sneller een melding kan worden beoordeeld en opgevolgd o Deze rol moet veel verschillende overleggen verlichten 8. Het huiswerk wordt door 1 persoon gedaan in plaats van door overleggen. Hiermee wordt de handelingsnelheid vergroot en de inzet van professionals voor overleg verminderd. Binnen de verschillende aanpakken (Samen Doen, (O)MPG) is er altijd nog een casusgebonden overleg (uitvoeringsoverleg) waarin de informatie door direct betrokkenen wordt gedeeld om tot een Plan van aanpak te komen. Daarnaast is er nog de stagnatietafel die voor zware, complexe en/of vastgelopen cases beschikbaar is. o Beter gebruik maken van beschikbare bronnen in het stadsdeel Woningcorporaties deelname van medewerkers aan overleggen garanderen orde op zaken stellen voor wat betreft huurdersverklaringen overlastmeldingen eerder checken en opschalen naar het stadsdeel gebruikmaken van de instrumentenkoffer treiteraanpak checken hoe de lijst met aangekondigde ontruimingen eerder en beter naar de stadsdelen kan worden gerout. Politie deelname van medewerkers aan de aanpak en de daarmee gepaard gaande overleggen garanderen het delen van informatie (op basis van convenant) overlastmeldingen eerder checken en desnoods opschalen naar stadsdeel gebruikmaken van de instrumentenkoffer treiteraanpak 8 Het gaat daarbij om het klein/groot overleg van de Meldpunten, het Overleg Volwassen en het Lokaal Gezinsoverleg (LGO). Overigens worden de LGO en MDO+ tafels samengevoegd tot de expert-/ stagnatietafel. 44

45 Bijlage 2 Verkenning omvang problematiek Doel van deze verkenning Hoe groot is het probleem? Intimidatie kan verschillende uitingsvormen hebben: schelden, eieren gooien, ruiten ingooien, bedreigen, stoer langslopen, discriminerende opmerkingen, intimiderende lichaamstaal etc. Op dit moment wordt dit soort overlastgevend gedrag niet als aparte categorie geregistreerd. Toch wordt regelmatig de vraag gesteld hoe groot het probleem is. Met deze notitie wordt beoogd om een schets te geven van de grootte van het probleem. Waar vinden we signalen van (beginnend) treiteren? Situaties waarin mensen in of rond hun huis worden getreiterd, blijven vaak lang onbekend bij de instanties. En wanneer een dergelijk probleem bekend raakt, lukt het vaak niet om de daders een halt toe te roepen. Het optreden van overheid en andere betrokken instanties is niet effectief genoeg omdat onder andere informatie over daders en slachtoffers versnipperd is. Deze verkenning is ook een poging om te weten te komen waar we mogelijk signalen van intimidatie kunnen vinden om vervolgens hier hele concrete resultaatsdoelstellingen uit te kunnen formuleren. Deze doelstellingen helpen ons om te komen tot een snellere aanpak van (beginnende) intimidatie. Opbouw van de verkenning Omdat er niet specifiek gegevens bekend zijn van intimidatie in de woonomgeving is er een verkenning gedaan naar beschikbare cijfers. Hierbij zijn de volgende bronnen gebruikt: Regionale Veiligheidsbeeldanalyse: Burengerucht nader onderzocht, oktober 2008 Jaarverslag Beter Buren 2011 De Amsterdamse Burgermonitor 2010 Criminaliteitsbeeld Discriminatie 2010 Amsterdam Amstelland Discriminatie in de Amstelland gemeenten, Onderzoek COS Amsterdam 2010 Leefbaarheidsindex Veiligheidsindex - ervaren intimidatie en overlast Uit deze bronnen zijn de gegevens gehaald, waarbij intimidatie in de woonomgeving mogelijk een rol heeft gespeeld. Een selectiecriterium bij het verzamelen van cijfers over overlastgevers is dat de treiteraar in de wijk/buurt woont. Bijvoorbeeld voetbalsupporters of toevallig langslopende jongeren vallen hier niet onder. In de cijfers hoeft niet expliciet sprake te zijn van treiteren zoals deze in de definitie wordt gehanteerd, maar intimidatie kan wel in deze cijfers besloten zitten. De volgende gegevens worden nader beschouwd: 1. Meldingen burengerucht 2. Meldingen bij woningcorporaties 3. Bemiddeling 4. Discriminatie in de woonomgeving 5. Weggepeste bewoners per stadsdeel en woning corporatie 6. Intimidatie door jeugd Meldingen burengerucht 45

46 Aangezien de politie dag en nacht bereikbaar is, bellen overlasthebbers vaak de politie. Jaarlijks komen bij de politie ongeveer meldingen burengerucht binnen. Hieronder vallen meldingen Twist, Geluidsoverlast omwonenden en Bemiddeling. Figuur 1: Niet spoedeisende meldingen bij de politie van de categorieën Twist, Geluidsoverlast omwonenden, bemiddeling Burengerucht Amsterdam Daarnaast geeft de politie ongeveer keer opvolging aan een incident dat te maken heeft met een burenruzie (800), huiselijke twist (3300) en geluidsoverlast particulieren (4100). 9 Meldingen bij woningcorporaties In het kader van de aanpak Intimidatie in de woonomgeving is bij woningcorporaties gevraagd welke informatie zij beschikbaar hebben over overlastzaken in de woonomgeving. Door de woningcorporaties worden geen harde cijfers afgegeven, waarvan de garantie wordt gegeven dat deze volledig zijn. Met die nadrukkelijke kanttekening is het volgende overzicht te geven: Ymere ( woningen): 120 meldingen in 2012 uit de registratie, schatting 500 meldingen per jaar allerlei soorten woonoverlast, ook burenruzies. Rochdale (ca woningen): 40 meldingen van (structureel) wangedrag per jaar, waardoor huurder zich geïntimideerd of bedreigd voelt. 2 of 3 keer per jaar leidt dat tot gedwongen verhuizing van het slachtoffer. Eigen Haard ( woningen Amsterdam e.o.): schatting jaarlijks 50 structurele intimidatiedossiers. Stadgenoot (ca woningen): jaarlijks 500 overlastmeldingen, waarvan ca. 25 tot 50 intimidatiezaken. 9 Gebaseerd op rapport Burengerucht nader onderzocht, oktober 2008, zie tabel in Bijlage A. 46

47 Bemiddeling Bij Beter Buren wordt de overlast gecategoriseerd naar overlasttype, waaronder intimidatie/bedreiging en discriminatie. In 2011 zijn er 918 buurtbemiddelingszaken door BeterBuren afgehandeld. Hiervan heeft ongeveer 10% expliciet de vlag bedreiging/intimidatie/lastigvallen en discriminatie gekregen. Dit is een lage schatting, aangezien ook andersoortige overlast zoals geluidsoverlast en pesten/treiteren, schelden/verbaal geweld intimidatie gericht op één persoon kunnen zijn. Soorten overlast 2011 aantal Geluidsoverlast Personen 483 Bedreiging/Intimidatie/ Lastig 79 Vallen Geluidsoverlast Apparatuur/Audio 59 Tuin/Grondgeschil 54 Rommel/Troep 49 Parkeerproblemen 45 Pesten/Treiteren 45 Schelden/Verbaal Geweld 24 Overlast Dieren 38 Overlast Kinderen 36 Stankoverlast 24 Overige 11 Discriminatie 7 Vernielingen 4 Totaal 918 Figuur 2: Overzicht soorten overlast die de oorzaak zijn van de burenruzie. (Bron: jaarverslag Beter Buren 2011) Discriminatie in de woonomgeving Uit onderzoek 10 van het COS Amsterdam in 2010 naar discriminatie in de Amstellandgemeenten blijkt dat ongeveer 8 procent van de discriminatiegevallen in Amsterdam plaatsvond in de woonomgeving. Absoluut gezien waren dat ongeveer 55 situaties. Uit dit onderzoek blijkt ook dat discriminatie door buurman/buurvrouw is in % van de gevallen voorgekomen. Dat is absoluut gezien 33 keer. Locatie van discriminatie, regio (n=103) Amsterdam (n=558), 2010 (procenten) 10 Bron: Discriminatie in de Amstelland gemeenten, Onderzoek COS Amsterdam

48 straat werkvloer horeca\amusement woonomgeving commerciële dienstverlening prive (thuis) solliciteren openbaar vervoer of taxi collectieve dienstverlening onderwijsinstelling pers\media internet sport % Regio Amsterdam Uit het Criminaliteitsbeeld Discriminatie 2010 blijkt dat in de buurt/wijk in 2008/ respectievelijk 58 meldingen van discriminatie in de buurt/wijk in Amsterdam bij het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam bekend zijn 11. Bij de politie zijn er in 2008/ resp. 66 discriminatiesituaties bekend met de categorie woning en portiek/lift/trappenhuis. Burgermonitor De burgermonitor geeft aan dat ongeveer 15% van de discriminatie in woonomgeving plaatsvindt. Daarnaast blijkt dat 41% aangeeft niet te melden omdat het melden niets verandert. Zie de grafiek op de volgende bladzijde. 11 Bron: Criminaliteitsbeeld Discriminatie 2010 Amsterdam Amstelland 48

49 Weggepeste bewoners per stadsdeel en woning corporatie Een ronde langs de stadsdelen en de woningcorporaties heeft het beeld opgeleverd dat er in 2011 ongeveer 9 overlasthebbers zijn verhuisd als gevolg van intimidatie. Dit is een lage schatting, aangezien niet alle stadsdelen en woningcorporaties cijfers hebben aangeleverd. Intimidatie door jeugd Er zijn verschillende rapporten beschikbaar met cijfers over overlastgevende jongeren. In deze onderzoeken wordt geen onderscheid gemaakt naar overlast naar jongeren uit de buurt/wijk en of er sprake is van structurele persoonsgerichte intimidatie. Overlastgevende multiprobleemgezinnen Er is sprake van overlast in het kader van de OMPG aanpak indien: De kinderen (minderjarig of meerderjarig) meerdere malen in aanraking zijn gekomen met politie/justitie en/of Lid zijn van een jeugdbende of jeugdgroep en In het openbaar hinderlijk gedrag vertonen (alcohol- drugsgebruik, aanrichten vernielingen, geluidsoverlast, seksueel overschrijdend gedrag) 49

Actieplan. De Treiteraanpak. Intimidatie in de woonomgeving

Actieplan. De Treiteraanpak. Intimidatie in de woonomgeving Actieplan De Treiteraanpak Intimidatie in de woonomgeving 2 Actieplan De Treiteraanpak Inhoud 1 Samenvatting 2 Doelen 2 De aanpak 2 2 Inleiding 5 Definitie 6 Probleemanalyse 7 3 Doelen en beoogde resultaten

Nadere informatie

februari 2016 Jaarplan Treiteraanpak 2016

februari 2016 Jaarplan Treiteraanpak 2016 februari 2016 Jaarplan Treiteraanpak 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen 3 2 Beoogde resultaten en acties 4 3 Risico s en beheersmaatregelen 7 4 Financiën 8 Bijlage separaat Bijlage 1 Rapportage

Nadere informatie

Monitor Treiteraanpak 1 januari 2017

Monitor Treiteraanpak 1 januari 2017 Monitor Treiteraanpak 2016 Monitor Treiteraanpak 1 januari 2017 Uitvoering Treiteraanpak Definitie Onder treiteren, ofwel intimidatie in de woonomgeving, wordt verstaan: Herhaaldelijk terugkerend wangedrag

Nadere informatie

Treiteraanpak Amsterdam

Treiteraanpak Amsterdam Treiteraanpak Amsterdam Intimidatie in de woonomgeving Mireille Geldorp Johan Mandemaker Thijs Fassaert 23-10-2017 23-10-2017 Wat doet de Treiteraanpak? Stoppen van zeer extreme vormen van woonoverlast

Nadere informatie

veiligheid door samenwerken woonoverlast Aan de slag met de aanpak van woonoverlast

veiligheid door samenwerken woonoverlast Aan de slag met de aanpak van woonoverlast veiligheid door samenwerken woonoverlast Aan de slag met de aanpak van woonoverlast www.hetccv.nl/woonoverlast Woonoverlast komt in heel Nederland voor. Denk aan geluidsoverlast, overlast door huisdieren,

Nadere informatie

Werkwijze organisatie-overstijgende ketenaanpak Woonoverlast regio Noord-Veluwe

Werkwijze organisatie-overstijgende ketenaanpak Woonoverlast regio Noord-Veluwe Werkwijze organisatie-overstijgende ketenaanpak Woonoverlast regio Noord-Veluwe Datum: 2 januari 2017 Definitie van woonoverlast Woonoverlast is hinder die in, vanuit en/of rondom een woning kan worden

Nadere informatie

Presentatie RBO Aanpak woonoverlast/inzet Wet Woonoverlast

Presentatie RBO Aanpak woonoverlast/inzet Wet Woonoverlast Presentatie RBO 12-10-2017 Aanpak woonoverlast/inzet Wet Woonoverlast Een succesvolle aanpak van woonoverlast: 1. kenmerkt zich door een integrale aanpak, waarbij naast gemeente ook politie, corporaties

Nadere informatie

Aanpak Woonoverlast en Convenant Zorg & Veiligheid Aanpak Woonoverlast en Convenant Zorg en Veiligheid

Aanpak Woonoverlast en Convenant Zorg & Veiligheid Aanpak Woonoverlast en Convenant Zorg en Veiligheid Aanpak Woonoverlast en Convenant Zorg & Veiligheid 1 12-02-2019 Aanpak Woonoverlast en Convenant Zorg en Veiligheid 2 12-02-2019 Aanpak Woonoverlast en Convenant Zorg en Veiligheid De aanleiding Nieuwe

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere Aanpak: Wijkteams en Gezinsbegeleiders Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een gezin

Nadere informatie

Advies. Overlast. november 2011 John van Veen Senior adviseur Woonbond Kennis- en Adviescentrum

Advies. Overlast. november 2011 John van Veen Senior adviseur Woonbond Kennis- en Adviescentrum Advies Overlast november 2011 John van Veen Senior adviseur Woonbond Kennis- en Adviescentrum Inleiding In september 2011 is Nijestee haar elfde BewonersAdviesGroep (BAG) gestart. In deze BAG wil Nijestee

Nadere informatie

Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein

Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein Gemeente Haarlem Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein Retouradres Postbus 511 2003 PB Haarlem Aan de leden van de

Nadere informatie

Ergernissen buiten de deur houden

Ergernissen buiten de deur houden Overlast aanpakken Ergernissen buiten de deur houden Thuis is een huis van Servatius Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Als u na het lezen nog vragen of opmerkingen heeft, kunt u terecht

Nadere informatie

Jaarrapportage Treiteraanpak 2017

Jaarrapportage Treiteraanpak 2017 Jaarrapportage Treiteraanpak 2017 Maart 2017 Jaarrapportage Treiteraanpak 2017 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Resultaten 2017 4 3 Stand van zaken verankering 6 4 Overige ontwikkelingen 13 5 Samenvattende

Nadere informatie

Haagse aanpak woonoverlast

Haagse aanpak woonoverlast Haagse aanpak woonoverlast AAN DE SLAG MET DE WET AANPAK WOONOVERLAST 1 E HAAGSE CASUS 24 april 2018 Kennisbijeenkomst Aanpak Woonoverlast, Leiden Gedragsaanwijzing in de praktijk, 1e Haagse casus: Leren

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

Veel voorkomende interventiemogelijkheden Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Veel voorkomende interventiemogelijkheden Meldpunt Zorg en Woonoverlast Veel voorkomende interventiemogelijkheden Meldpunt Zorg en Woonoverlast Buurtbemiddeling Bij beginnende overlastsituaties blijken niet-juridische middelen vaak tot goede resultaten te leiden. Het is van

Nadere informatie

Structurele (woon)overlast. Hoe pakken we dat aan?

Structurele (woon)overlast. Hoe pakken we dat aan? Structurele (woon)overlast Hoe pakken we dat aan? Wat is overlast? 'Overlast is een subjectieve beleving waarbij handelingen van anderen als hinderlijk en onaanvaardbaar beschouwd worden, en waarbij sprake

Nadere informatie

Convenant Uitvoeringsoverleg Veiligheid en Zorg Zaaknummer Documentnummer DOC Versie. Leeuwen, M.E. van; Vugs, I.H.C.

Convenant Uitvoeringsoverleg Veiligheid en Zorg Zaaknummer Documentnummer DOC Versie. Leeuwen, M.E. van; Vugs, I.H.C. B&W-voorstel Onderwerp Convenant Uitvoeringsoverleg Veiligheid en Zorg Zaaknummer -2016-001074 Documentnummer DOC-2016-007902 Versie Auteur Lisa Koswal Msc. l.koswal@zoetermeer.nl 079-3460000 Gemeentesecretaris

Nadere informatie

1. Signalen over groepsgedrag delen Doel van deze stap: relevante signalen over problematisch groepsgedrag delen

1. Signalen over groepsgedrag delen Doel van deze stap: relevante signalen over problematisch groepsgedrag delen Bijlage 2 Tabel 7-stappen model 1. Signalen over groepsgedrag delen Doel van deze stap: relevante signalen over problematisch groepsgedrag delen In deze fase wordt informatie gedeeld. Er zijn zorgen over

Nadere informatie

De Kracht van de Aanpak Extreme Woonoverlast. Positionering Aanpak Extreme Woonoverlast binnen het Utrechtse Model

De Kracht van de Aanpak Extreme Woonoverlast. Positionering Aanpak Extreme Woonoverlast binnen het Utrechtse Model De Kracht van de Aanpak Extreme Woonoverlast Positionering Aanpak Extreme Woonoverlast binnen het Utrechtse Model De Piramide van Overlast in Utrecht Buurtbemiddeling in het kort De belangrijkste doelstellingen

Nadere informatie

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort De bestrijding van huiselijk geweld is een van de taken van gemeenten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO, nu nog prestatieveld

Nadere informatie

Gelet op artikel 151d van de Gemeentewet en artikel 2:77a van de Algemene Plaatselijke Verordening Oss,

Gelet op artikel 151d van de Gemeentewet en artikel 2:77a van de Algemene Plaatselijke Verordening Oss, Onderwerp: Beleid aanpak woonoverlast Oss 2017 De burgemeester van Oss, Gelet op artikel 151d van de Gemeentewet en artikel 2:77a van de Algemene Plaatselijke Verordening Oss, Besluit vast te stellen het

Nadere informatie

Wat is een Veiligheidshuis?

Wat is een Veiligheidshuis? Wat is een Veiligheidshuis? Uit landelijk Programmaplan (2011): Een Veiligheidshuis is een lokaal of regionaal samenwerkingsverband tussen verschillende partners gericht op integrale, operationele en persoons-

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast Gemeente Culemborg

Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast Gemeente Culemborg Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast Gemeente Culemborg Inleiding In de gemeente Culemborg staat een veilige woon- en leefomgeving hoog op de agenda. Dat betekent onder meer dat we optreden tegen ernstige

Nadere informatie

Eigen Regie Friesland

Eigen Regie Friesland Protocol Agressie en Geweld Belang van dit protocol. Medewerkers van Eigen Regie Friesland kunnen doordat zij werken met een kwetsbare doelgroep in aanraking komen met gevoelens van onmacht welke bij deelnemers

Nadere informatie

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam Vijfhoek & Ronde Tafel, versie 31 juli 2017 1 Introductie De Vijfhoek Kindveiligheid (Ouder- en Kind Teams, Samen DOEN, Veilig Thuis, de William Schrikker groep,

Nadere informatie

i^soanl) 10 november 2009 PD/2009/ Veiligheid Sociale Veiligheid 2 RAADSiNFORMATiE inzake rapportage overlastgevende panden 2ÖÖ8

i^soanl) 10 november 2009 PD/2009/ Veiligheid Sociale Veiligheid 2 RAADSiNFORMATiE inzake rapportage overlastgevende panden 2ÖÖ8 0> DORDRECHT i^soanl) Retouradres- Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT F (078) 800 8080 www.dordrecht.nl Datum Ons kenmerk Begrotingsprogramma

Nadere informatie

Voorbeeld CONVENANT Gegevensuitwisseling bestrijden woonoverlast zittende bewoners

Voorbeeld CONVENANT Gegevensuitwisseling bestrijden woonoverlast zittende bewoners Voorbeeld CONVENANT Gegevensuitwisseling bestrijden woonoverlast zittende bewoners Versie: Datum: Partijen: [Besluitvormend orgaan van de gemeente], gevestigd en kantoorhoudende te [naam en adres gemeente],

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Wat is burenoverlast?

Wat is burenoverlast? Burenoverlast komt regelmatig voor. Mensen verschillen nu eenmaal in leeftijd, gezinssamenstelling, cultuur, dagindeling, karakter of hobby's. Wanneer het plezier in wonen echter wordt verstoord, is het

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Inleiding Calamiteiten bij zorg en ondersteuning kunnen helaas niet altijd voorkomen worden. Ze hebben een grote impact op betrokkenen

Nadere informatie

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens Jaarverslag 2012 Professionaliseren en versterken van de ketens Inleiding H et Veiligheidshuis is dé plek waar veiligheid, zorg en bestuur samen komen rond complexe problematiek. Het is een netwerksamenwerking

Nadere informatie

Aanpak Achter de Voordeur/ Multiprobleem gezinnen

Aanpak Achter de Voordeur/ Multiprobleem gezinnen Aanpak Achter de Voordeur/ Multiprobleem gezinnen 1 Landelijk projectleider: Jeanet Zonneveld 14 november 2012 1 REGEERAKKOORD 2012! 1 gezin/huishouden 1 plan 1 regisseur 1 budget 1 privacyprotocol 1 ontschot

Nadere informatie

Procedure overlast: burenoverlast bij zelfstandig wonen

Procedure overlast: burenoverlast bij zelfstandig wonen Procedure overlast: burenoverlast bij zelfstandig wonen Als HVO-Querido hebben we de taak om passende begeleiding/ ondersteuning te bieden aan onze cliënten, ook rondom wonen en overlast. Daarnaast hebben

Nadere informatie

Rapportage Treiteraanpak 2013

Rapportage Treiteraanpak 2013 Rapportage Treiteraanpak 2013 28 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Definitie en doel van de aanpak 2.1 Definitie Treiteraanpak 2.2 Doel Treiteraanpak 3 Organisatie van de aanpak 4 Casuïstiek 4.1

Nadere informatie

Stichting Aanpak Overlast Amsterdam. Plan van Aanpak 2012

Stichting Aanpak Overlast Amsterdam. Plan van Aanpak 2012 Stichting Aanpak Overlast Amsterdam Plan van Aanpak 2012 12 december 2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Organisatie...5 Aansturing Positionering Uitgangspunten 3. Aanpak...7 Inzet in 2012 Resultaatafspraken

Nadere informatie

ONDERWERP: Treiteraanpak: actieplan, startconferentie met ondertekening convenant

ONDERWERP: Treiteraanpak: actieplan, startconferentie met ondertekening convenant Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuidoost COMMISSIE:Middelen en Veiligheid DATUM: 7 februari 2013 AGENDAPUNT NR.: ONDERWERP: Treiteraanpak: actieplan, startconferentie met ondertekening convenant DOEL VAN

Nadere informatie

Regionale nieuwsbrief recreatiepark Fort Oranje, nr. 1

Regionale nieuwsbrief recreatiepark Fort Oranje, nr. 1 Regionale nieuwsbrief recreatiepark Fort Oranje, nr. 1 Aan Van Leden gemeenteraden van de 26 gemeenten in de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant Voorzitter veiligheidsregio, dhr. P.G.A. Noordanus

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN. Aantal invullen Ons kenmerk

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN. Aantal invullen Ons kenmerk Onderwerp Stand van zaken aanpak problematische jeugdgroepen Steller L.T. Rozema De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 61 95 Bijlage(n) Aantal invullen Ons kenmerk

Nadere informatie

Voorstel van het college inzake Wijziging van de APV ten behoeve van de toepassing van artikel 151d Gemeentewet (Wet aanpak woonoverlast)

Voorstel van het college inzake Wijziging van de APV ten behoeve van de toepassing van artikel 151d Gemeentewet (Wet aanpak woonoverlast) Datum 24 oktober 2017 Registratienummer RIS298169 Voorstel van het college inzake Wijziging van de APV ten behoeve van de toepassing van artikel 151d Gemeentewet (Wet aanpak woonoverlast) Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Doelen 3 Resultaten en cijfers 3 Conclusie 7 Speerpunten

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Doelen 3 Resultaten en cijfers 3 Conclusie 7 Speerpunten Jaarverslag 2018 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 3 Resultaten en cijfers 3 Conclusie 7 Speerpunten 2019 7 2 Inleiding Sinds april 2014 voert Social Work Breda het project Buurtbemiddeling uit voor de

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

TOELICHTING BEHOREND BIJ BELEIDSREGELS WET AANPAK WOONOVERLAST GEMEENTE VEENENDAAL

TOELICHTING BEHOREND BIJ BELEIDSREGELS WET AANPAK WOONOVERLAST GEMEENTE VEENENDAAL TOELICHTING BEHOREND BIJ BELEIDSREGELS WET AANPAK WOONOVERLAST GEMEENTE VEENENDAAL 1. Inleiding In Veenendaal is er veel aandacht voor het begrip woonoverlast. Het is van belang dat woonoverlast zo goed

Nadere informatie

20 januari BBPZ/MNor/RBos/ Koningin Julianaplein AA Den Haag Postbus AC Den Haag

20 januari BBPZ/MNor/RBos/ Koningin Julianaplein AA Den Haag Postbus AC Den Haag Datum 20 januari 2017 Kenmerk BBPZ/MNor/RBos/17-003 Aan Tweede Kamer der Staten-Generaal Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Koningin Julianaplein 10 2595 AA Den Haag Postbus 93121 2509 AC

Nadere informatie

Overlast Samen kunnen we er iets aan doen

Overlast Samen kunnen we er iets aan doen Overlast Samen kunnen we er iets aan doen December 2012 Voorwoord In Nederland leven we vrij dicht op elkaar. Iedereen wil graag prettig en ongestoord wonen. Dat gaat meestal goed. In veel gevallen kunt

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN KRIMPENERWAARD

GEZAMENLIJKE PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN KRIMPENERWAARD GEZAMENLIJKE PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN KRIMPENERWAARD 2022 In dit document zijn de gezamenlijke prestatieafspraken vastgelegd die de Huurdersorganisaties, de gemeente en de Federatie van woningcorporaties

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2018

Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2018 Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2018 Toelichting Hoofdstukindeling is conform nummering Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2016. In de kolom uitvoering wordt de aanpak/voortgang

Nadere informatie

Concept Beleidsregel Wet aanpak Woonoverlast gemeente Almelo

Concept Beleidsregel Wet aanpak Woonoverlast gemeente Almelo Concept Beleidsregel Wet aanpak Woonoverlast gemeente Almelo De burgemeester van de gemeente Almelo; Gelet op het bepaalde in artikel 151d van de Gemeentewet en artikel 2.79 van de APV gemeente Almelo,

Nadere informatie

Een scenario kiezen voor wat betreft de organisatie van de regionale casusoverleggen per 2019 en in de toekomst.

Een scenario kiezen voor wat betreft de organisatie van de regionale casusoverleggen per 2019 en in de toekomst. OPLEGGER Algemeen Onderwerp Casusgerichte aanpak: scenario s regionale casusoverleggen Verspreiden Ja Contactpersoon Sander Egas en Rosalinda Jonkvorst Eenheid Sturing E-mail s.egas@regiogv.nl / r.jonkvorst@regiogv.nl

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

Inhoudsopgave Beginpagina...1 Vragenlijst...2 Afsluitende pagina...8

Inhoudsopgave Beginpagina...1 Vragenlijst...2 Afsluitende pagina...8 20170602 NETQ verwarde personen Inhoudsopgave Beginpagina...1 Vragenlijst...2 Afsluitende pagina...8 i Beginpagina Beste heer, mevrouw, Aedes krijgt van leden regelmatig signalen over overlast en andere

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling gemeente Heusden

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling gemeente Heusden Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling gemeente Heusden Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn grote maatschappelijk problemen. Een op de twee Nederlanders krijgt er in zijn leven mee te

Nadere informatie

VEILIGHEIDSHUIS IJSSELLAND INFORMATIE VOOR PARTNERS VERBINDT STRAF EN ZORG

VEILIGHEIDSHUIS IJSSELLAND INFORMATIE VOOR PARTNERS VERBINDT STRAF EN ZORG VEILIGHEIDSHUIS IJSSELLAND INFORMATIE VOOR PARTNERS VERBINDT STRAF EN ZORG Kansen om op hun eigen (lage) zelfredzaamheidsniveau mee te kunnen doen en te participeren in de samenleving. Als het nodig is,

Nadere informatie

Tijdens de informatiebijeenkomst d.d. 12 februari 2015 heeft de politie een toelichting gegeven op deze politie(criminaliteits)cijfers.

Tijdens de informatiebijeenkomst d.d. 12 februari 2015 heeft de politie een toelichting gegeven op deze politie(criminaliteits)cijfers. RAADSINFORMATIEBRIEF 15R.00078 Cr gemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum 17 februari 2015 Portefeuillehouder(s) : Burgemeester V.J.H. Molkenboer Portefeuille(s) : Openbare orde

Nadere informatie

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014. Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014. Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014 Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid Raadscarrousel Drechtsteden 2 oktober 2012 Opbouw presentatie 1. Maatschappelijke Zorg (Wmo prestatievelden 7, 8 en

Nadere informatie

Sluitende aanpak. voor risico- en. probleemjongeren

Sluitende aanpak. voor risico- en. probleemjongeren Sluitende aanpak voor risico- en probleemjongeren Stad van jongeren Rotterdam is een stad van jongeren. Dat is een statistisch gegeven. Maar je ziet het ook als je op straat loopt. Overal jonge mensen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Protocol Zorgweigering bij wangedrag Ambulante Ondersteuning & Dagbesteding

Protocol Zorgweigering bij wangedrag Ambulante Ondersteuning & Dagbesteding Protocol Zorgweigering bij wangedrag Ambulante Ondersteuning & Dagbesteding Werkafspraken tussen de leveranciers voor Ambulante Ondersteuning en Dagbesteding en de gemeente Amsterdam Team Klachten & Kwaliteit

Nadere informatie

VERTROUWENSPERSOON. z.v.v. Blauw Wit 66

VERTROUWENSPERSOON. z.v.v. Blauw Wit 66 VERTROUWENSPERSOON z.v.v. Blauw Wit 66 Februari 2015 1 Inhoud 1. Doel en aanpak pag. 3 2. Regelement vertrouwenspersoon pag. 5 Vastgesteld door het bestuur d.d. 2 februari 2015 - Holten 2 De vertrouwenspersoon

Nadere informatie

Veilige Buurten. 1. Overlast en criminaliteit aanpakken

Veilige Buurten. 1. Overlast en criminaliteit aanpakken Veilige buurten Veilige buurten Veilige Buurten 1. Overlast en criminaliteit aanpakken Iedereen wil wonen, werken, wandelen en winkelen in een veilige buurt. Een buurt waar je gewoon je kinderen buiten

Nadere informatie

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp Ontwikkeling OGGZ-loket als meldpunt voor onrust en overlast Programma / Programmanummer Maatschappelijke zorg en dienstverlening / 7320 Portefeuillehouder G.

Nadere informatie

Protocol Ongewenste Omgangsvormen

Protocol Ongewenste Omgangsvormen Protocol Ongewenste Omgangsvormen 1. Uitgangspunten Om een veilig sociaal sportklimaat te waarborgen wordt van ieder lid, trainer, vrijwilliger, ouder of gast bij de vereniging (nader samenvattend genoemd:

Nadere informatie

Overlast, wat nu? Woonstichting VechtHorst

Overlast, wat nu? Woonstichting VechtHorst Overlast, wat nu? Overlast, wat nu? Woonstichting VechtHorst Iedereen wil graag prettig wonen. Overlast kan het woonplezier bederven. In deze folder staat wat u en VechtHorst samen kunnen doen om overlast

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk Datum

Nadere informatie

Protocol Maatschappelijke Onrust

Protocol Maatschappelijke Onrust Protocol Maatschappelijke Onrust Gemeente Leusden Versie: 1.1 Datum: 28-2-2017 Stroomschema Maatschappelijke onrust Leusden Casus die de reguliere aanpak van één gezin, één plan overstijgt. Casus wordt

Nadere informatie

Politie en Veiligheidsregio Twente

Politie en Veiligheidsregio Twente Introductie Wilma van Raalte Veiligheidsregio Twente Programmamanager CO24 Politie en Veiligheidsregio Twente Brede taakopvatting: rampen en grootschalige incidenten, maar ook: samenwerken in het (sociaal)

Nadere informatie

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN gemeente Den Haag September 2015 Conceptversie 2.0 1 Inleiding In november jl. is door de Haagse gemeenteraad Motie 86 Geïsoleerde Vrouwen aangenomen. Om uitvoering te geven

Nadere informatie

1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen

1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen Beleid ongewenste omgangsvormen en de vertrouwenspersoon 1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen Helaas vinden er soms ongewenste situaties op of rondom het voetbalveld plaats die betiteld kunnen

Nadere informatie

tabel 2-1: Beleidsinstrumenten per veiligheidsveld Woon-/ Bedrijvigheid Jeugd leefomgeving Instrument Integriteit Overig

tabel 2-1: Beleidsinstrumenten per veiligheidsveld Woon-/ Bedrijvigheid Jeugd leefomgeving Instrument Integriteit Overig tabel 2-1: Beleidsinstrumenten per veiligheidsveld Instrument Woon-/ Bedrijvigheid Jeugd leefomgeving Integriteit Overig 1. Bureau Halt x 2. Burgernet x 3. Gemeentelijke cameratoezicht x 4. Maatregelen

Nadere informatie

Inhoudsopgave Beginpagina...1 Vragenlijst...2 Afsluitende pagina...7

Inhoudsopgave Beginpagina...1 Vragenlijst...2 Afsluitende pagina...7 20151020 NETQ verwarde personen/ggz Inhoudsopgave Beginpagina...1 Vragenlijst...2 Afsluitende pagina...7 i Beginpagina Beste heer, mevrouw, Aedes krijgt van leden regelmatig signalen over overlast en andere

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een

Nadere informatie

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE Apeldoorn, 1 december 2006 Auteur M.H. Luikinga Afdeling Personeel & Organisatie December 2006 INHOUD blz. 1 Inleiding...

Nadere informatie

multiprobleem gezinnen

multiprobleem gezinnen Een literatuurstudie naar de verbinding tussen veiligheid en zorg op gebied van multiprobleem gezinnen 1. achtergrond en AANPAK Multiprobleem gezinnen (MPG) zijn al decennia lang onderwerp van studie.

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden 1 Inleiding Veilig Thuis, bij wet het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, is vormgegeven door het samenvoegen van het Steunpunt

Nadere informatie

Advies huurdersadviesraad

Advies huurdersadviesraad Advies huurdersadviesraad EERST PRATEN! Soms zijn buren zich niet bewust van de overlast die ze veroorzaken, daarom is een vriendschappelijk gesprek op zijn plaats voor anderen ingeschakeld worden. Als

Nadere informatie

Protocol Zorgweigering bij wangedrag Hulp bij het huishouden en Geschilprocedure Hbh

Protocol Zorgweigering bij wangedrag Hulp bij het huishouden en Geschilprocedure Hbh Protocol Zorgweigering bij wangedrag Hulp bij het huishouden en Geschilprocedure Werkafspraken tussen de leveranciers Hulp bij het huishouden Zorg in Natura en de gemeente Amsterdam Afdeling Zorg Team

Nadere informatie

Bijlage 3 Jaaruitvoeringsplan Tweestromenland 2015

Bijlage 3 Jaaruitvoeringsplan Tweestromenland 2015 Bijlage 3 Jaaruitvoeringsplan Tweestromenland 2015 Veiligheidsbeleving Inzicht krijgen in de factoren die van invloed zijn op de veiligheidsbeleving bij de inwoners van Tweestromenland. Afhankelijk van

Nadere informatie

Quick reference card mogelijke handelingen en maatregelen voor partijen die betrokken zijn bij overlastgevende asielzoekers

Quick reference card mogelijke handelingen en maatregelen voor partijen die betrokken zijn bij overlastgevende asielzoekers Quick reference card mogelijke handelingen en maatregelen voor partijen die betrokken zijn bij overlastgevende Inleiding Al langere tijd hebben we te maken met de problematiek van overlastgevende. Asielzoekers

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Gouda

Uitkomsten toezichtonderzoek Gouda Uitkomsten toezichtonderzoek Gouda Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid September 2013 Samenwerkend Toezicht Jeugd

Nadere informatie

Veel gestelde vragen locatie Aalbersestraat

Veel gestelde vragen locatie Aalbersestraat Veel gestelde vragen locatie Aalbersestraat 1. Wanneer komen de eerste bewoners? De eerste bewoners wonen vanaf 4 april op de Aalbersestraat. Zij stromen geleidelijk in. Naar verwachting zijn in juni 2016

Nadere informatie

Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast 2018 Ridderkerk

Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast 2018 Ridderkerk GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Ridderkerk Nr. 76886 13 april 2018 Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast 2018 Ridderkerk De burgemeester van de gemeente Ridderkerk; Gelet op artikel 151d

Nadere informatie

1. Aanleiding Op 16 juli heeft de gemeenteraad van Oss unaniem ingestemd met de motie van het CDA:

1. Aanleiding Op 16 juli heeft de gemeenteraad van Oss unaniem ingestemd met de motie van het CDA: Plan van aanpak Terugdringen jeugdoverlast in de Schadewijk 1. Aanleiding Op 16 juli heeft de gemeenteraad van Oss unaniem ingestemd met de motie van het CDA: Constaterende dat, - Er afgelopen jaar een

Nadere informatie

Ontwikkelagenda ketenpartners - Wvggz april december 2019

Ontwikkelagenda ketenpartners - Wvggz april december 2019 Ontwikkelagenda ketenpartners - Wvggz april december 2019 Toegang tot Hoorplicht (art. 7:1 lid 3 onder b) Burgemeester moet iemand voorafgaande aan een crisismaatregel zo mogelijk laten horen. Twee consequenties:

Nadere informatie

Herkennen van patronen

Herkennen van patronen Herkennen van patronen Douwe van den Berg, september 2016 Douwe van den Berg Advies, september 2016 Achtergond: woonoverlast is vaak taai Veel verschillende vraagstukken tegelijk Vraagstukken grijpen in

Nadere informatie

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio!

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Door Suzanne Kok (Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen), Amy Mante-Adu (Rutgers) en Maaike van de Graaf (Gemeente Rotterdam) Dag

Nadere informatie

De Leeuwarder privacyaanpak: doen wat nodig is. Tea Bouma

De Leeuwarder privacyaanpak: doen wat nodig is. Tea Bouma De Leeuwarder privacyaanpak: doen wat nodig is Tea Bouma Wijkaanpak Leeuwarden Eerste frontlijnteam in 2008 In 2014 naar 7 wijkteams, 2 pilots jeugd- en gezinsteam, 1 scholenteam en 1 dorpenteam Doorontwikkeling

Nadere informatie

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Ondergetekenden - (naam + functie), namens Gemeente Den Haag -, namens Regiopolitie Haaglanden, -, namens Algemeen Maatschappelijk Werk Den Haag, bestaande

Nadere informatie

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei Centrum voor Jeugd en Gezin Bouwstenen voor de groei Moduleaanbod Stade Advies Centrum voor Jeugd en Gezin; Bouwstenen voor de groei Hoe organiseert u het CJG? Plan en Ontwikkelmodulen: Module Verkenning

Nadere informatie

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen

Nadere informatie

ZSM Leerateliers Werken vanuit de bedoeling

ZSM Leerateliers Werken vanuit de bedoeling ZSM Leerateliers Werken vanuit de bedoeling 1 Inhoud Wat = ZSM Waarom leerateliers Introductie Werken vanuit de bedoeling Leerateliers opbrengsten & geleerde lessen Praktijkvoorbeelden Hoe verder waar

Nadere informatie

Aanpak: Frontlineteam. Beschrijving

Aanpak: Frontlineteam. Beschrijving Aanpak: Frontlineteam De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD Kennemerland

Nadere informatie

Datum 8 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over overlast en geweld door bepaalde groepen asielzoekers in asielzoekerscentra

Datum 8 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over overlast en geweld door bepaalde groepen asielzoekers in asielzoekerscentra 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie beleid Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500

Nadere informatie

09 januari 2012. Pagina 1 / 7

09 januari 2012. Pagina 1 / 7 Pagina 1 / 7 Afsprakenkader MPG en wonen tussen de Amsterdamse gemeentelijke diensten Wonen, Zorg en Samenleven (WZS) en Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) en de Amsterdamse Woningcorporaties verenigd

Nadere informatie

Convenant gezamenlijke aanpak van woonoverlast

Convenant gezamenlijke aanpak van woonoverlast Convenant gezamenlijke aanpak van woonoverlast De convenantpartners: Deelnemende gemeenten Voor deze de burgemeester, mede namens het college van B&W voor zover het een ieders bevoegdheid betreft; hierna

Nadere informatie

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Onderwerp Actieprogramma criminele jeugdgroepen

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Onderwerp Actieprogramma criminele jeugdgroepen Ministerie van Veiligheid en Justitie Cc : frt~.2eml~jy 4k 152 S > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 2511

Nadere informatie

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon VEILIG SPORTKLIMAAT Budovereniging Asahi Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Doel van aanstelling van een vertrouwenscontactpersoon 2 3 Taken en bevoegdheden van

Nadere informatie

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. 1. Sociaal beleid in breder verband Ontwikkelen beleid: een complex proces Het ontwikkelen en implementeren van beleid voor preventie en aanpak van grensoverschrijdend

Nadere informatie