Veilig roeien op de Schie rondom Delft

Transcriptie

1 Een combinatie van kennis, inschatting en handelen. Versie 2.0, januari 2009 DDS-werkgroep Veiligheid op het water Jaap Deelstra Peter Gijsbers (eindredactie) Marijke Klein Nuland Marcel van der Toorn Met medewerking van Jappe Zijlstra, Miriam van Endt, Danko Roozemond (R.V. De Delftsche Sport) Boudewijn van der Garden (D.S.R. Proteus-Eretes) R.V. De Delftsche Sport Oostplantsoen PJ Delft tel

2 1. Algemeen 1.1 Inleiding Veilig varen is een combinatie van kennis van regels en gevaarlijke situaties, inschatten van wat er komen gaat en juist handelen. Dit handboek heeft tot doel om de veiligheid van de roeier op de Schie rondom Delft te bevorderen. Het geeft inzicht in gedrag en regelgeving (hoofdstuk 1), alsmede een toelichting op gevaarlijke situaties op ons roeiwater (hoofdstuk 2: Delft - Rijswijk, hoofdstuk 3: Delft-Overschie). Vooruit denken en op de juiste wijzen anticiperen blijft een zaak voor jezelf. 1.2 De acht geboden voor de roeier 1. Gebruik je gezonde verstand. Houdt altijd rekening met het andere schip (manoeuvreerbaarheid, zicht, etc.) 2. Wees duidelijk in je gedrag op het water. Een ander moet tijdig begrijpen wat je van plan bent. 3. Hinder niemand. Zowel bij afvaren en aanleggen. Houdt je eigen (stuurboord) wal en wacht met manoeuvres tot de vaart vrij is. Houdt altijd in gedachten, dat de roeier in de meeste gevallen moet wijken (volgens het BPR). 4. Kijk goed. Vooral bij bruggen en in bochten. 5. Vaar niet met slecht zicht. Met mist of in de schemer/in het donker wordt je niet opgemerkt, ook niet met een rondom schijnend toplicht. 6. Zorg dat je gezien wordt 1.Verbeter je zichtbaarheid door je bladen te blijven bewegen en in het zicht van het binnenvaartschip te blijven varen (dus niet wegduiken in de schaduw van verbredingen of achter bochten, maar ruim uit de wal zolang het kan). 7. Hou je aan de vaarregels en -verboden van je vereniging (niet varen bij mist, donker, vorst, ijsschotsen, storm) 8. Meld gevaarlijke situaties (schadeboek/ incidentformulier). Met binnenvaart meldkamer waterpolitie, tel , vraag naar watertafel Driebergen.Overig: Politie Delft. Zonder kennis van incidenten kunnen de roeiverenigingen het gevaar niet bij de provincie onder de aandacht brengen. 1 Let op: zichtbaar zijn is niet gelijk aan gezien worden!! Aan het gedrag van een binnenvaartschipper kun je snel opmaken of hij je gezien heeft/wil zien en of hij rekening met je houdt. DDS werkgroep Veiligheid op het water 2

3 1.3 Gedrag van binnenvaart Een binnenvaartschip is een zwaar schip, met een zeer lange remweg (tot enkele honderden meters) en een grote dode hoek (enkele honderden meters voor de boot 2, enkele meters naast de boot). Als je de stuurhut niet kunt zien, weet je zeker dat de schipper jouw boot ook niet ziet. De hinder veroorzaakt door een binnenvaartschip (golven, zuiging/spiegeldaling) wordt, naast de vaarsnelheid, in sterke mate beïnvloed door de vormgeving van het onderschip, het kanaalprofiel en de positie van het schip in dit kanaal (op de as/buiten de as). In het algemeen varen de binnenvaartschepen op het Rijn-Schiekanaal niet harder dan toegestaan (12 km/u), maar wordt wel stevig doorgevaren i.v.m. maximale vaartijden, alsmede sluitingstijden van bruggen en havenfacilteiten. Via marifoon communiceren binnenvaartschippers met brugwachters en elkaar, mede om af te spreken waar men elkaar gaat passeren. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de mogelijke aanwezigheid van roeiboten. Vanwege bestuurbaarheid en (bodem)weerstand vaart een gemiddelde binnenvaartschipper op de Schie in het midden van het kanaal (evt. licht stuurboord), tenzij deze vaarroute belemmerd wordt door vaste of varende obstakels. Bochten worden zodanig aangestuurd dat zo goed mogelijk overzicht gehouden wordt over het vaarwater, waarbij de boeg vaak de middellijn van het water volgt terwijl de spiegel uitwaaierd. Vaak wordt extra gas gegeven om de boot op de juiste wijze door de bocht te krijgen. Als roeier kun je hierdoor flink weggezet worden. 2 De wettelijk maximum dode hoek is 350 m, d.w.z vanaf de Koepoortbrug tot het DDS-vlot! NB Sommige schippers houden gedegen rekening met roeiers, maar ook zij hebben last van wind en zullen altijd goed een bocht door moeten komen. 1.4 De regels: het Binnenvaart Politie Reglement (BPR) Hieronder wordt een aantal, voor de roeier belangrijke, punten uit het Binnenvaart Politie Reglement onder de aandacht gebracht Goed zeemanschap De (belangrijkste) hoofdregel van het BPR wordt genoemd goed zeemansschap. Dit kan uitgelegd worden als: gebruik je verstand (zie roeiersgeboden, 1.2) en voorkom te allen tijde gevaarlijke situaties en/of een aanvaring Wijken Het BPR gaat over wijkregels. Dus niet wie er voorrang heeft, maar wie er moet wijken. Dit betekent, dat je nooit voorrang mag nemen: vaar alleen door, als de andere boot je de ruimte geeft. Wijken = Maak ruimte voor het andere schip, zodat deze zijn koers en snelheid kan behouden. Ga zo nodig stilliggen, maar denk eraan: stilliggende schepen kunnen niet sturen en zijn volledig aan zuiging en wind overgelaten. Mocht je alsnog in de weg liggen, dan ben je niet snel vertrokken. Een roeiboot (ook een 8+) valt volgens het BPR in de categorie klein schip. Een klein schip moet wijken voor: beroepsvaart (inclusief veerponten) groot pleziervaartuig (> 20 m) NB Tussen roeiboten onderling gelden volgens het BPR geen specifieke regels, maar als elke roeier z n eigen wal houdt maken we het onderling DDS werkgroep Veiligheid op het water 3

4 wel een stuk veiliger. Hou ook rekening met verschil in manoeuvreerbaarheid tussen een 8+ en een skiff of twee (Dit is geen vrijbrief voor achten!) Verantwoordelijkheid voor koers en snelheid De stuurman (de boeg bij ongestuurde boten) is verantwoordelijk voor de navigatie (koers en snelheid) 3. De stuurman/vrouw moet naar alle zijden vrij uitzicht hebben 4. Er geldt geen minimum-leeftijd. Hij/zij moet bekwaam zijn Voorkom hindering van andere scheepvaart Op het water moet je hindering van andere scheepvaart voorkomen. Onder hindering wordt verstaan dat een andere schip, als gevolg van jouw gedrag, zijn koers en/of snelheid moet wijzigen. Voorkomen van hindering is te vertalen in de volgende gedragsregels: Afvaren: alleen als de vaart vrij is. Eigen wal (stuurboord): als iedereen zijn eigen stuurboordwal houdt kunnen schepen met tegengestelde koersen elkaar (i.h.a.) zonder koers/snelheidswijzigingen passeren. Voorbijlopen: n schip voorbijlopen (inhalen) is alleen toegestaan als het andere schip zijn koers en snelheid kan behouden, de overige scheepvaart niet wordt gehinderd en je jezelf niet in gevaar brengt (zuiging!!). Indien je toch vastzit in de zuiging van een boeg- of 3 Een coach op de wal kan slechts aanwijzingen geven. De coach wordt natuurlijk geacht om, tijdens het uitoefenen van de coachtaak, gevaarlijke situaties te voorkomen (bv. onverantwoord inhalen). 4 Een stuurman, die vóór in de boot ligt, mag dus eigenlijk niet volgens het BPR. In dit geval dienen de roeiers hem tijdig te waarschuwen voor eventueel gevaar van achteren. hekgolf, kun je het beste je inhaalactie afbreken. Ontworstel jezelf aan de zuiging door sterk boord te geven of te houden. Opgelopen: hou eigen wal indien je opgelopen (ingehaald) wordt. Ga bij een binnenvaarder niet helemaal stilliggen, want dan wordt je een onbestuurbaar projectiel dat naar het schip toegezogen kan worden Bruglichten: een belangrijke bron van informatie Door middel van bruglichten geeft een brugwachter aan dat een brug geopend wordt. De groen-rode zijlichten zijn van belang voor het (binnenvaart)schip dat een opening van de brug nodig heeft om door te varen. Voor roeiboten en diepgeladen binnenvaarders leveren de (gele) middenlichten belangrijke informatie. Middenlichten Indien een brug dicht is zijn de gele middenlichten bepalend voor doorvaart/wijkregels. Ze zijn voor de roeier het belangrijkste en behoren in principe boven alle doorvaarbare brugdelen aanwezig te zijn 5. 2 lichten aan doorvaart OK (eventuele tegenligger moet wachten) 1 licht aan doorvaart OK (meestal bij één doorvaartopening, opletten voor tegenliggers!). licht(en) uit er komt een boot aan: wijken! rood licht aan doorvaart verboden (éénrichtingsverkeer). Soms ontbreekt het middenlicht boven het bakboord-gat. Doorvaart is dan toegestaan, doch riskant. Wijk voor alle tegenliggers. Zijlichten (uitsluitend bij beweegbare delen): 2 rode aan beide zijkanten: de brug wordt niet bediend voor de roeier: geen last van grote schepen, wel opletten voor lage schepen. 5 NB De provincie laat hier in Delft e.o. een groot aantal steekjes vallen. DDS werkgroep Veiligheid op het water 4

5 1 rood licht aan beide kanten: brug wordt bediend let goed op de gele middenlichten! 1 rood en 1 groen licht: het schip dat een brugopening nodig heeft om door te varen, (de binnenvaarder dus) mag zich klaar maken om door te varen. voor de roeier: wijken! 1 rood licht en brug open: binnenvaarder komt tegemoet! wijken! 1 groen licht: binnenvaarder mag door varen NB in de praktijk doen binnenvaarder dit vaak al bij rood-groen licht Geluidsseinen Ondanks dat er veelvuldig situaties zijn waarin geluidsseinen een nuttige bron van informatie kunnen vormen, worden ze zelden gebruikt in de omgeving van Delft. Een enkele keer worden ze gebruikt bij de haven van Calvé en bij de haven van Rijswijk (Sijthoff Pers). Het BPR onderscheidt een korte stoot van 1 sec. () en een lange stoot van ca. 4 sec. ( ). : Attentie meest belangrijke sein / : Ik ga stuurboord/bakboord uit : Ik sla achteruit : Ik kan niet manoeuvreren : U kunt mij niet voorbijlopen (inhalen) : Verzoek tot openen van brug (en serie zeer korte stoten, snel achtereen) : er dreigt gevaar voor een aanvaring. 1.5 Tot slot Een roeier is kwetsbaar (onderkoeling bij een nat pak) en de roeiboot is kwetsbaar en peperduur. In een roeiboot heb je vanuit je lage positie een beperkt overzicht over het vaarwater, met name bij laagstaande zon, bruggen en bochten. Wind en golven zijn vaak van invloed op je koers. Gladde wedstrijdboten groter dan een skiff zijn vaak matig te manoeuvreren, zowel als je hard gaat (i.v.m. snelheid), maar ook als je langzaam gaat (i.v.m. klein roer). Dus goed anticiperen. Binnenvaarders zijn hoog en hebben, omdat de stuurhut achterop staat, een grote blinde hoek (300 m bij leeg schip). Roeiboten zijn dus moeilijk zichtbaar voor de schipper. Laat je zo goed mogelijk zien door roeibewegingen, maar wijk wel tijdig. Binnenvaarders gaan ervanuit dat je niet in hun route ligt. Je hebt zelf de verantwoordelijkheid om dit ook waar te maken. NB. Dit is soms erg moeilijk als een binnenvaarder scheef vaart i.v.m. wind of indien binnenvaarders elkaar inhalen: wegwezen dus!!! (desnoods de kant op). Bij bruggen en bochten houden binnenvaarders vaak geen stuurboordwal, terwijl ze soms, in verband met windgevoeligheid extra gas geven om recht onder de brug door te gaan. Veel schippers van plezierjachten hebben vaak geen benul wat hun golfslag voor roeiers betekent. Denk aan het kwetsbare en dure roeimateriaal en ga tijdig stilliggen parallel aan de golf. (Met C- materiaal kun je een boeggolf nog wel eens doorsnijden). Ook al kijk je zelf goed uit, andere roeiers doen dit soms niet. Houdt ook hiermee rekening. Maak nooit rond op minder dan 100 m voor/achter een brug, of wanneer je het vaarwater (door een bocht) maar gedeeltelijk kunt overzien. DDS werkgroep Veiligheid op het water 5

6 geel O geel Veilig roeien op de Schie rondom Delft 2. Het vaarwater tussen DDS en Rijswijk 2.1 Traject DDS- bocht Calvé/Georgetown De gevaarlijkste situaties treden op met binnenvaartschepen in de richting Delft Rijswijk en roeiboten in de richting Rijswijk Delft DDS-Plantagebrug (fietsbrug) Komende vanaf de Koepoortbrug varen de meeste binnenvaartschepen in het midden, of een beetje aan stuurboordzijde, van het kanaal (zie fig. 1). Enkele tientallen meters voor DDS wordt aangestuurd op het bakboordgat van de Plantagebrug. Roeiers moeten ervoor zorgen dat ze niet in deze vaarroute liggen!! NB Neem een keer de tijd om het gedrag van een schipper te aanschouwen wanneer er wel een roeiboot op hun route ligt. Advies voor de roeier komende vanaf Rijswijk: Leg snel aan bij het vlot (mits ruim op tijd bereikt). Voorkom dat je op de Schie moet manoeuvreren i.v.m. de aanlegprocedure, en dat je, i.v.m. een vol vlot, moet wachten op het water ( doorvaren!). In enkele situaties is de zijde van het vaste bruggat ook geschikt. Denk aan zuiging, tegemoetkomende (roei)boten en instructie rondom Tweemolentjesvaart. Ook hier doorvaren en snel naar eigen wal. Advies voor de roeier komende vanaf DDS: Stuurboord houden! Let op tegenliggers onder de brug. M.n. pleziervaart van Den Haag naar Rotterdam neemt vaak zonder uit te kijken het vaste bruggat. Dit gebeurt nota bene vaak op advies van de brugwachter, ondanks het rode ( verboden) licht! Denk ook aan instructieboten rondom de Tweemolentjesvaart. Reyneveltbrug (trambrug) Legenda i.h.a. geschikte positie voor roeiboten binnenvaartschip boeg spiegel roeiboot geel O geel O Plantagebrug vlot niet vrij? fi doorvaren! DDS vlot geel O geel O rood geschikte positie, mits geen tegenligger Tweemolentjesvaart Let op! instructie Figuur 1 Traject tussen DDS en Reyneveltbrug (trambrug) DDS werkgroep Veiligheid op het water 6

7 Tot slot Met name tijdens spitsuur op het DDS-vlot is het ook de verantwoording van de ploegen aan het vlot om te zorgen dat op het water geen gevaarlijke situaties/opstoppingen ontstaan Fietsbrug (Plantagebrug)- Trambrug (Reyneveltbrug) Vanaf de Plantagebrug stuurt een schipper in het algemeen aan op het midden of de buitenzijde van de bocht (zie fig.1). De bocht wordt over het algemeen vloeiend genomen (midden of licht stuurboordzijde van de vaart). Meestal is er voldoende ruimte voor een roeiboot, met name in de binnenbocht. Vervolgens zullen veel binnenvaartschepen (maar niet alle) het kanaal oversteken om het beweegbare brugdeel (bakboord) te nemen. Let op de lichten! Geel licht uit (onder beweegbaar brugdeel) = brug gaat open. Advies voor de roeier komende vanaf Calvé nabij het vaste bruggat van de Reyneveltbrug (=bakboord, let op tegenliggers, lichten, slagbomen) doorvaren en snel naar eigen wal. vlakbij de binnenbocht richting Plantagebrug (i.h.a. vaart het binnenvaartschip nog voldoende aan stuurboordzijde) vlakbij het vaste bruggat van de Plantagebrug (= bakboord, let op tegenliggers!) doorvaren en snel naar eigen wal. NB het riet in de binnenbocht beperkt het zicht op de bruglichten van de Plantagebrug. Als eerste zijn i.h.a. de slagbomen zichtbaar, maar als deze dicht zijn kan het al te laat zijn om nog het kanaal over te steken. Anticiperend afwachten (eind van de bocht, stuurboordzijde) is dan het devies. Advies voor de roeier komende vanaf DDS Hou eigen wal als er een binnenvaarder uit richting Den Haag komt. Pas eventueel snelheid aan zodat je weinig last hebt van een uitzwaaiende spiegel Trambrug (Reyneveltbrug)-bocht Calvé/Georgetown Over het algemeen zal een binnenvaartschipper deze bocht ruim willen nemen om zo snel mogelijk overzicht te hebben over het kanaaltraject bij Georgetown (zie figuur 2). M.n. bij de uitstekende kanaalversmalling / bocht tussen de twee havens/inhammen is de beschikbare ruimte in het algemeen klein. Advies voor de roeier komende vanaf Rijswijk: Let op de bruglichten! geel licht uit = er komt een boot aan, brug gaat open Zoek op tijd de ruimte in één van de twee inhammen en wacht evt. tot de boot gepasseerd is. Als je de tweede inham net gepasseerd bent is er in enkele gevallen nog voldoende ruimte om in de uiterste buitenbocht af te wachten. Wees alert op zuiging! Mocht je geen andere uitweg zien (overmacht?) dan kun je de bakboordzijde van het kanaal kiezen mits je zeker weet dat er geen tweede tegenligger (diepgeladen binnenvaarder, roeiboot, pleziervaart) aankomt. Als je aan deze zijde verzeild raakt is het advies doorvaren (ondanks het rode bruglicht) en zo snel mogelijk weer naar je eigen wal. Voorkom dat je in het smalste stuk van het kanaal tussen de twee inhammen ligt. Snijdt de bocht niet af! Je hebt minder overzicht op de brug en loopt grotere kans in de vaarroute van tegemoetkomende boten te liggen (zowel roeiboten als plezierjachten en binnenvaartschepen nemen vaak een ruime bocht, zeker als er schepen afgemeerd liggen). DDS werkgroep Veiligheid op het water 7

8 Ploegen die t.b.v. een wedstrijdtraining een x aantal kilometers hard varen (tot meetpunt bij Calvé) moeten bedacht zijn op binnenvaartschepen die de bocht uitkomen, terwijl de ploeg met de laatste eindspurt bezig is (en daarna het liefst acuut stopt met roeien). Na de brug eigen wal houden en doorvaren. Schepen die de haven van Rijswijk (Sijthof Pers) in of uit willen varen nemen vaak een ruime bocht (zie fig. 4). Zorg dat je niet in de weg ligt en ook niet door schroefwater de kant ingeblazen wordt. Tot slot: hou rekening met de vele hengelaars op dit stuk. Vaak zitten ze ook onder het viaduct (Fortuin). Advies voor het nemen van de bocht komende vanaf DDS indien boten afgemeerd liggen bij Georgetown Neem de bocht een beetje ruim (m.n. het laatste deel van de bocht), zodat je snel overzicht hebt of er tegemoetkomend verkeer aankomt bij de afgemeerde binnenvaartschepen. 2.2 Traject Georgetown-Hoornbrug Let op pleziervaart die vanaf het zijkanaal richting t Haantje/Westland de Schie op wil. Deze schepen moeten wijken, maar dat gebeurt vaak niet! De bocht bij de Delftsche Pauw heeft schaduwwerking voor binnenvaartschippers. Roeiboten, komende vanaf Delft, vergroten hun zichtbaarheid door enigzins uit de kant te varen. De veerpont van Pasgeld heeft voorrang op roeiboten! Belangrijk: wees duidelijk in wat je gaat doen. Let op de sterke zijstroming van het spuigemaal nabij tramweg overgang (=3e kmpunt DDS-trial, einde huizenrij aan Jaagpad) Ook de versmalling bij het gemaal Vlietzicht geeft veel schaduw werking (zie fig. 3). Ga niet stilliggen voor/na de versmalling of in de verbreding aan de golfbaanzijde (ook daar wordt je niet gezien door een binnenvaartschipper). Let op afgemeerde schepen aan de Drievliet-zijde van de Fortuinbrug (A4). DDS werkgroep Veiligheid op het water 8

9 Legenda Figuur 2 Traject tussen Reyneveltbrug (trambrug) en Delftsche Pauw Delftsche Pauw i.h.a. geschikte positie voor roeiboten t Haantje: let op zijverkeer binnenvaartschip boeg spiegel Haven Calvé Georgetown roeiboot let op afgemeerde binnenvaart schepen tips: vanaf DDS: neem een ruime bocht zodat je snel overzicht hebt vanaf Rijswijk: niet afsnijden i.v.m. tegenliggers aan deze zijde verzeild dan doorvaren! let op tegenliggers! Reyneveltbrug (trambrug) let op zuiging! geel O geel O rood DDS werkgroep Veiligheid op het water 9

10 Fortuinbrug O geel O geel werkhaven Haven Rijswijk (Sijthof Pers) denk aan schaduwwerking Legenda Legenda Gemaal Vlietzicht i.h.a. geschikte positie voor roeiboten i.h.a. geschikte positie voor roeiboten binnenvaartschip boeg spiegel roeiboot Figuur 3 Traject vanaf omgeving gemaal Vlietzicht tot Fortuinbrug Fortuinbrug O geel Figuur 4 Omgeving Fortuin/haven Rijswijk binnenvaartschip boeg spiegel roeiboot DDS werkgroep Veiligheid op het water 10

11 2.3 Hoornbrug Dit is een van de gevaarlijkste plekken vanwege een onregelmatige bocht en een zeer onoverzichtelijke brugsituatie (zie fig.5). De brug heeft geen gele bruglichten die door het uit te doven aangeven dat er een binnenvaartschip aankomt. Wees dus te allen tijde attent op een brugopening want voor je het weet zit je in de penarie aangezien de overzijde (vast bruggat) ook niet overzichtelijk is. NB binnen 30 sec. na sluiting van de slagbomen kan de brug volledig geopend zijn voor een stevig doorvarende binnenvaarder (30 sec = 100 m hard roeien!) Een veilige plek om te wachten aan de Delftse zijde is bij het begin van de dukdalven vóór de bocht. Regelmatig nemen schepen, komende vanaf Delft, het vaste bruggat omdat dit iets hoger is dan het beweegbare deel Wees hierop attent als je vanaf Drievliet aan komt varen. Zorg dat je op tijd in het bruggat kunt kijken (eigen wal houden, niet afsnijden)! Bocht afsnijden richting Delft? Liever niet, veel ongestuurde nummers richtingdrievliet nemen een (te) ruime bocht! Hoornbrug OO r r OO r r Legenda 2.4 Voorbij de Hoornbrug Drievliet is een T-splitsing. Binnenvaarders richting Binckhorst/De Laak zwenken uit met hun spiegel. Geef ze de ruimte! Scullgeriggerde boten kunnen, mits voldoende recht aangestuurd, zonder problemen de Kippenbrug/Tolbrug (= rechtdoor) passeren. Let op tegenliggers! Boordgeriggerde boten kunnen de brug in plané/derde stop passeren (evt. riemen intrekken). Figuur 5 Omgeving Hoornbrug Tegenligger? blijf binnen de zichtlijn wachten! i.h.a. geschikte positie voor roeiboten binnenvaartschip boeg spiegel roeiboot DDS werkgroep Veiligheid op het water 11

12 Veilig roeien op de Schie rondom Delft 3. Het vaarwater tussen Delft (DDS) en Overschie DDS vlot 3.1 Traject DDS-Kruithuisbrug Koepoortbrug Het eerste obstakel is de Koepoortbrug, een brug met één doorgang. Het kanaal maakt een lichte knik bij deze brug, dus kun je niet van verre door de brug kijken. Zorg dat je (m.n. komend vanaf Laga) zo vroeg mogelijk overzicht hebt i.v.m. tegemoet komende (roei)boten. Als je op tijd overzicht hebt is er ook nog tijd om uit te wijken. Let altijd op de bruglichten (uitgaan gele lamp) i.v.m. tegemoetkomende binnenscheepvaart. Vanwege de fuikvorm/taps-toelopende kademuren is er weinig wachtruimte nabij de brug. Wacht, komend van DDS, vóór de Rietveldse waltoren, aangezien het kanaal versmalt en de combinatie zuiging en dukdalven voor grote moeilijkheden kunnen zorgen. Rietveldse Toorn vuistregel: als je wilt keren, dan vóór de waltoren i.v.m. onverwacht verkeer vanaf Koepoortbrug Koepoortbrug O geel geel O Legenda i.h.a. geschikte wachtplaats voor roeiboten zorg op tijd voor overzicht! binnenvaartschip boeg spiegel Figuur 6 Omgeving Koepoortbrug roeiboot DDS werkgroep Veiligheid op het water 12

13 3.1.2 Oostpoortbrug (fietsbrug) Het tweede obstakel is de Oostpoortbrug, een lage, en mede daardoor onoverzichtelijke, draaibrug met één bruggat (te smal voor twee roeiboten!), gelegen in een bocht. Neem de bocht voldoende ruim zodat je vroeg onder de brug door kunt kijken. Alléén doorvaren, als de brug dicht is en het gele middenlicht aan 6. Voor en achter de brug is voldoende ruimte om veilig af te wachten (maar hou rekening met zuiging en de zwaairuimte van de brug). Oostpoort wachten? let op zuiging! NB Vanwege de onoverzichtelijke bocht en de lage doorvaarthoogte (zchtbelemmerend) levert het uitdoven van een geel bruglicht cruciale informatie (namelijk er komt een boot aan) die je i.h.a. niet op hetzelfde moment op een andere wijze had kunnen waarnemen. Laga-vlot Oostpoortbrug (draaibrug) O geel geel O Legenda i.h.a. geschikte positie voor roeiboten binnenvaartschip boeg spiegel 6 Als de brug geopend/gesloten wordt hangt het uiteinde met een uitstekend oplegpunt enkele decimeters lager dan normaal. Indien een roeier hierdoor getroffen wordt heb je meer dan hoofdpijn alleen. Figuur 7 Omgeving Oostpoortbrug roeiboot DDS werkgroep Veiligheid op het water 13

14 3.1.3 Sebastiaanbrug Na passage van Laga volgt de Sebastiaanbrug. Deze brug is zeer overzichtelijk (tenzij je vanaf het Laga-vlot wegvaart). Het beweegbare deel is aan de binnenstadzijde. Let op de lichten i.v.m. mogelijk tegemoetkomend verkeer (ook nuttig als het beweegbare brugdeel niet open gaat). Deze haakse bocht is zeer onoverzichtelijk. Steek ca. 100 m vóór de Kolk naar de bakboordwal te gaan. Vervolgens kan, indien het kanaal vrij is, de boot via de stille hoek ingedraaid worden Hambrug (fietsbrug) Afhankelijk van je eigen scheepsgrootte en de route van eventuele binnenvaarders is er tussen de lage Hambrug (één doorgang) en de Sebastiaanbrug geen of beperkt ruimte om af te wachten (let op zuiging). Bruglichten geven nutig informatie (geel licht uit brug gaat open), maar denk aan tegenliggers die wel onder een gesloten brug passen (roeiboten!) De Kolk Deze haakse bocht is een gevaarlijk punt i.v.m. het indraaien van een tegemoetkomend binnenvaartschip, en de uitvaart van rondvaartboten vanuit de binnenstad (meestal geven ze een geluidsignaal). NB. Denk er aan dat een binnenvaartschipper nog geen overzicht heeft als de boeg door de bocht komt! Advies komend vanad DDS/Laga: Eigen wal houden tot je de gehele Schie kunt overzien. Evt. wachten nabij Hambrug met minimaal extra riemlengte uit de wal i.v.m. zuiging, dukdalven en eigen manoeuvreerbaarheid bij scheepspassage. Advies komend vanaf Proteus DDS werkgroep Veiligheid op het water 14

15 Veilig roeien op de Schie rondom Delft binnenstad (legermuseum) geel O geel O geel O Kolk O rood geel O geel O Sebastiaanbrug Hambrug (fietsbrug) Figuur 8 Traject tussen Sebastiaanbrug en Kolk Legenda i.h.a. geschikte wachtplaats voor roeiboten binnenvaartschip boeg spiegel roeiboot voorkeursroute voor roeiboten (incl.wachtplaats ) in verband met overzicht Abtwoudsebrug (fietsbrug) Aan de spoorzijde tussen de Kolk en de Abtwoudsebrug liggen vaak kleinere schepen afgemeerd (1 tot 2 rijen dik). De Abtwoudsebrug is een lage draaibrug met twee doorvaartopeningen. Aandachtspunten: Alle stuurboord-zijden hebben dubbel geel licht (doorvaart toegestaan) alle bakboord-zijden hebben enkel geel licht (doorvaart toegestaan let op tegenliggers). Roeiers wordt aangeraden om altijd op tegenliggers te letten (ook bij je eigen bruggat). Let bij brugopening op de lichten aan jouw kanaalzijde. Denk aan het oplegpunt dat uisteekt tijdens het open/dichtdraaien van de brug dus: In verband hiermee: alléén doorvaren (eigen bruggat!), als de brug volledig open of volledig dicht is Industriehaven Het gebied tussen de Abtwoudsebrug en de Kruithuisbrug vormt de industriehaven van Delft. De situatie wisselt voortdurend. Schepen liggen soms 3-dik afgemeerd. Er wordt veelvuldig gemanoeuvreerd (keren, aanleggen, afvaren), zowel langs de kades als nabij de haven van Hordijk. Let op schepen die hun schroefwater dwars over het kanaal te zetten en op de versmalling van het kanaal bij het Kruithuis (laatste wachtgelegendheid voor de brug) Kruithuisbrug Het bruggat aan de kruithuiszijde is beweegbaar, het andere bruggat (Proteus-zijde) is vast. De situatie rondom de Kruithuisbrug is, door de hoogte van de brug, in principe overzichtelijk, maar laat je niet verrassen door binnenvaartschepen die zich niet aan de regels houden (door rood licht varen, verkeerd bruggat zonder dat gele lichten dit aangeven) of andere capriolen uithalen (inhalen onder de brug, extra gas geven i.v.m. gemaal en ondiepte). Vaar hier dan ook nooit te dicht achter een binnenvaarder! DDS werkgroep Veiligheid op het water 15

16 Veilig roeien op de Schie rondom Delft Legenda 3.2 Traject Kruithuisbrug-bocht Overschie Abtwoudsebrug (draaibrug) geel O geel geel! O O geel! geel O geel O i.h.a. geschikte wachtplaats voor roeiboten binnenvaartschip boeg spiegel roeiboot Kruithuisbrug-Scheepswerf Bockxe Tot aan Scheepswerf Bockxe is de wal aan beide zijden vrij onregelmatig, met de grootste versmalling dichtbij Proteus. Let na passage van de Kruithuisbrug (richting R dam) op achterop komend verkeer. Het kanaal is na de Kruithuisburg nog geen twee schepen breed. In verband met passages rondom de brug zijn binnenvaartschippers op dit stuk tot veel in staat. Zorg dat je als roeiboot niet in de knel komt en haal het niet in je hoofd om hier in te halen. NB Je zult niet de eerste zijn die de kant op gezet wordt bij dit soort versmallingen, dus kijk ook achterom (vanaf beide zijden!). Let op: oeverlijn verschuiving! Let op: oeverlijn verschuiving! Hou bij de vuilnisoverslag rekening met scheepsmanoeuvres (aanmeren, afmeren, keren) en schroefwater, en kijk voldoende om als je coach weg is. Industriehaven Delft Veel scheepsactiviteit (wijziging oeverlijn, dwarsstroming, onstuimig water) Let op: oeverlijn verschuiving! krachtig gemaal! Let op: gelijktijdige brugpassages! geel O geel O rood vlotten Proteus-Eretes Hordijk Kruithuisbrug Figuur 9 Traject omgeving Abtwoudsebrug tot Kruithuisbrug Bij scheepswerf Bockxe liggen vaak enkele schepen afgemeerd, resulterend in een smalle doorvaart (< 2 schepen). Besluit tijdig wat je doet, en wacht liever dan dat je gesandwiched wordt. Ga, komende vanaf Rotterdam, tijdig naar het midden zodat je de doorvaart kunt overzien. Er blijft dan voldoende ruimte/tijd over om naar je eigen wal te gaan indien een tegemoetkomend schip wil passeren De Kandelaarbrug De brug heeft twee doorgangen ( eigen bruggat), is overzichtelijk qua scheepvaartverkeer, maar let op want de wind heeft er vrij spel. Hou rekening met het feit dat zowel binnenvaarders als roeiboten snel uit koers gebracht worden. Als er meerder schepen passeren zullen ze laat voor de brug en snel na de brug naar eigen wal gaan, dus blijf niet op zo n plek DDS werkgroep Veiligheid op het water 16

17 Veilig roeien op de Schie rondom Delft afwachten. Rondmaken nabij de brug is ook lastig voor binnenvaartschippers, dus probeer dit te vermijden. Kruithuisbrug (hoge verkeersbrug) Let op: smalle doorvaart! Karitaats Vuilnisoverslag Scheepswerf Bockxe versmalling, zorg op tijd voor overzicht (zowel voor als achter)! Kandelaarbrug (fietsersbrug) Figuur 10 Traject Kruithuis tot de Kandelaarbrug DDS werkgroep Veiligheid op het water 17

18 Tot slot, let ook op als er geen binnenscheepvaart is. De de brug ligt onlogisch in de vaarrichting en dukdalven zijn verradelijker dan je denkt. Zelfs met veel omkijken kun je je lelijk vergissen in je koers. (ca. 500 m) kunt zien dat een binnenvaartschip aan het manouvreren is, is het advies om op tijd rondmaken (uiterlijk 400 m van de bochten). De bocht in de Zweth heeft twee gemalen, maar deze leveren weinig problemen op. Tussen de Kandelaarbrug bij De Zweth en Overschie zijn ondiepe kanten met rotsblokken. Dus ruim uit de wal blijven. Let op: De bocht na de Kandelaar over (ter hoogte van crematorium) is ruim en breed, maar voor roeiers is de koers moeilijk te bepalen, waardoor je makkelijk aan de verkeerde wal of in de stenen terecht komt. Binnenvaarders varen hier full speed doorheen, waardoor ze toch veel ruimte gebruiken. De Doembrug is een hoge brug met brede doorvaarten. De hoge betonnen kades geven wat overlast i.v.m. golfslag Bochten bij Overschie Deze bochten liggen een dikke 10 km vanaf DDS en alleen Ringvaartploegen zullen ze regelmatig nemen. Echter ze zijn dusdanig berucht (m.n. bij de binnenscheepvaart) dat een korte beschrijving is opgenomen. De eerste bocht bij Overschie (komende vanaf Delft) is hoekig (90 ) en trechtervormig. Matig je snelheid, vóór je het weet zit je aan de verkeerde wal of op een tegenligger. De tweede bocht (overgang Delftse Schie naar Delfshavense Schie/richting Parksluizen) is zo mogelijk nog scherper en wordt direct (na ca. 30 m) gevolgd door een ophaalbrug. Binnenvaartschepen hebben het hier erg moeilijk. Blijf uit de buurt als je een schip ziet, want er is geen ruimte om te wachten en vrijwel geen ruimte om door te varen langs de tweede bocht. Aangezien je ruim van te voren DDS werkgroep Veiligheid op het water 18

19 Veilig roeien op de Schie rondom Delft Zwetheul Huis de Kandelaar rotsblokken! Doembrug (hoge verkeersbrug) krappe bochten! wegwezen! 1 e bocht Overschie 2 e bocht Overschie Figuur 11 Traject Kandelaarbrug tot bruggen Overschie DDS werkgroep Veiligheid op het water 19