Financiële toezichthouders: de roep om toenemende bevoegdheden en beperking van hun aansprakelijkheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Financiële toezichthouders: de roep om toenemende bevoegdheden en beperking van hun aansprakelijkheid"

Transcriptie

1 Financiële toezichthouders: de roep om toenemende bevoegdheden en beperking van hun aansprakelijkheid Universiteit van Tilburg Master Rechtsgeleerdheid - accent privaatrecht Augustus 2011 Naam: Elle van Bree Administratienummer: s Begeleider: G.J.H. van der Sangen Meelezer: R.M. Wibier

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding p Onderwerp en probleemstelling p Onderzoek p Onderzoeksvraag p Methode en werkwijze p. 6 Hoofdstuk 2. Het financieel toezicht en het toezichthouderdilemma p De financiële markten en regelgeving p Inrichting en doel van het financieel toezicht p Het toezichthouderdilemma p Eisen om voorstellen te beoordelen p. 11 Hoofdstuk 3. Bevoegdheden van de AFM en DNB p Bevoegdheden en tendens tot uitbreiding p Bevoegdheden tot het verkrijgen van inlichtingen p Handhavingbevoegdheden p Interventieladder p Afronding p. 19 Hoofdstuk 4. Aansprakelijkheid van de AFM en DNB p Toezichtsfalen p Onrechtmatige daad p De zorgvuldigheidsnorm p Aansprakelijkheid jegens financiële ondernemingen p Aansprakelijkheid jegens derden p Publieke verantwoording en controle p Beperking tot opzet of grove schuld p. 27 Hoofdstuk 5. Toenemende bevoegdheden: de juiste weg? p Uitbreiding van bevoegdheid en bevoegdheden p Algemene tendens tot uitbreiding p Aanscherping verschoningsrecht p Inperking verbod tot aantasten privaatrechtelijke overeenkomst p. 32 2

3 5.5 Versterking interventieladder; aanscherping bevoegdheden en nieuwe bevoegdheden p Conclusie p. 38 Hoofdstuk 6. Beperking van aansprakelijkheid: een juiste beslissing? p Beperking tot opzet of grove schuld p Prikkel tot gewenst gedrag p Vrees voor aansprakelijkheid p Vrees voor aansprakelijkheid onterecht? p Prikkel wordt overschat p Opzet of grove schuld geen verbetering p Rechtvaardigingsgronden p Andere mogelijkheden tot beperking p Conclusie p. 52 Hoofdstuk 7. Samenvatting en conclusie p Samenvatting en conclusie p. 54 Literatuurlijst p. 55 3

4 Financiële toezichthouders: de roep om toenemende bevoegdheden en beperking van hun aansprakelijkheid Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Onderwerp en probleemstelling De inrichting van het financieel toezicht is een dynamisch leerstuk in ontwikkeling. De financiële markten, de regelgeving en het toezicht daarop zijn pas de afgelopen decennia tot stand gekomen, breiden zich verder uit en nemen een belangrijkere rol in de samenleving. Steeds meer regelgeving en meer en intensiever toezicht moeten de groeiende financiële markten in goede banen leiden. Toch kwam er in 2008, na eerdere hobbels, een grote barst in dit plaatje. De financiële crisis kon niet worden voorkomen door regelgeving en het toezicht met alle nadelige gevolgen: de huizenmarkt, de effectenbeurs en de arbeidsmarkt zakten in en verschillende banken vielen om. In alle segmenten van de samenleving was en is de crisis voelbaar. De financiële regelgeving en het toezicht schieten klaarblijkelijk te kort. De inrichting van het financieel toezicht is dan ook een hot issue en wordt bediscussieerd. Twee aspecten in deze discussie trokken mijn aandacht: het alsmaar groeiende en intensiever wordende toezicht in de vorm van meer bevoegdheid en bevoegdheden voor de financiële toezichthouders, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandse Bank (DNB), en de roep om beperking van hun aansprakelijkheid. De financiële toezichthouders pleiten voor versterking en uitbreiding van hun bevoegdheden. Zij willen meer regelgevende bevoegdheden om sneller te kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen, bevoegdheden om een beter inzicht te krijgen in de ondernemingen en de financiële markten waarop zij toezicht houden en meer of althans aangescherpte bevoegdheden om te kunnen handhaven. De AFM en DNB zijn kennelijk van mening dat het huidige instrumentarium niet voldoet om effectief toezicht te kunnen houden en in te grijpen waar dit nodig is. Het gebrek aan bevoegdheden belemmert het toezicht, aldus de toezichthouders. 1 De wetgever is terughoudender met zijn uitspraken, maar hij onderzoekt wel enkele voorstellen en lijkt de mening te zijn toegedaan dat versterking en uitbreiding in ieder geval op enkele punten noodzakelijk is om effectief toezicht mogelijk te maken. 2 Het is echter de vraag of steeds meer bevoegdheden leiden tot beter toezicht en aldus een striktere naleving van de regelgeving en in hoeverre het financiële toezicht überhaupt in staat is de problemen op de financiële markten te voorkomen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de nadelige gevolgen van het 1 Wetgevingsbrief AFM 2010 en Wetgevingsbrief DNB Brief minister van financiën

5 steeds intensiever wordende toezicht zoals kosten; immers, wanneer de baten niet opwegen tegen de lasten lijkt uitbreiding niet op zijn plaats. 3 Naast en tegelijkertijd met de roep om meer bevoegdheden pleiten de AFM en DNB voor een beperking van hun aansprakelijkheid. 4 Ook de wetgever acht een beperking wenselijk en is momenteel bezig met de voorbereiding van een wetvoorstel dat de aansprakelijkheidsnorm beperkt tot opzet of grove schuld. 5 De toezichthouders en de regering baseren hun wens tot beperking op twee hoofdargumenten. Ten eerste menen zij dat een beperking van de aansprakelijkheid leidt tot gewenst gedrag van de toezichthouders. Zij hoeven niet meer bang te zijn voor de vrees van aansprakelijkheid en kunnen daarom ongewenst defensief gedrag voorkomen. Ten tweede zijn de toezichthouders en wetgever van mening dat een beperking wenselijk en gerechtvaardigd is gezien de specifieke kenmerken van het financieel toezicht. Het probleem met deze argumenten is echter dat zij ook worden gebruikt door tegenstanders van een beperking. Zij beweren juist dat een beperking leidt tot ongewenst onzorgvuldig gedrag van de AFM en DNB en vinden een beperking daarnaast niet gerechtvaardigd en niet wenselijk. Wie heeft er gelijk? 1.2 Onderzoek Dit onderzoek zal de voorstellen van de wetgever met betrekking tot de uitbreiding van de bevoegdheden van de AFM en DNB en beperking van hun aansprakelijkheid tot opzet of grove schuld analyseren. Doel is het zoeken naar een antwoord op de vraag of de beoogde voorstellen leiden tot een verbetering in het financieel toezicht en op basis daarvan moeten worden doorgevoerd. Dit zal gebeuren vanuit het perspectief van het toezichthouderdilemma: De financiële toezichthouders dienen met verschillende belangen rekening te houden wanneer ze hun toezichttaken uitoefenen. Enerzijds dient de toezichthouder voortvarend toezicht te houden in het belang van de consumenten op de financiële markten en anderzijds dient hij ook weer niet te voortvarend op te treden in het belang van de ondernemingen waarop hij toezicht houdt. Daarnaast speelt het algemeen belang van goede functionerende financiële markten aan beide zijden een grote rol. Bij het houden van toezicht staat de toezichthouder dan ook telkens voor een lastige keuze: dient hij wel of geen gebruik te maken van zijn bevoegdheden en zo ja op welke wijze. De toezichthouder zal bij iedere beslissing die hij neemt alle relevante belangen moeten afwegen en de juiste zorg in acht moeten nemen jegens alle wiens belangen hij dient. (par. 2.3) Deze scriptie levert een bijdrage aan de discussie omtrent de vraag hoe het financiële toezicht in Nederland dient te worden ingericht. De toezichthouders en wetgever kunnen van de resultaten van dit onderzoek kennis nemen en deze betrekking in hun eigen toezicht- en wetgevingstaak. Dat deze 3 Zie ook Busch e.a. 2010, p Wetgevingsbrief AFM 2010, p. 6 en wetgevingsbrief DNB 2010, p Brief minister van financiën 2011a. 5

6 bijdrage niet alleen wetenschappelijk gezien relevant is, blijkt uit de grote rol die de financiële toezichthouders in de maatschappij innemen. De burger verwacht goed en effectief financieel toezicht, zeker na de financiële crisis. Indien de toezichthouders fouten maken of niet capabel zijn, kan dit een grote impact hebben op de onder toezicht gestelde onderneming, individuele consumenten en de samenleving in zijn geheel. Adequaat ingericht toezicht lijkt noodzakelijk in de huidige maatschappij en iedere mogelijke verbetering is wenselijk. 1.3 Onderzoeksvraag Het onderzoek is opgebouwd uit een onderzoeksvraag met een drietal subvragen. Wanneer al de subvragen zijn beantwoord, kan een antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag. In de volgende paragraaf zal de methode van onderzoek en werkwijze worden besproken. Onderzoeksvraag: Moeten de voorstellen van de wetgever die meer bevoegdheid en bevoegdheden toe kennen aan de AFM en DNB en hun aansprakelijkheid beperken tot opzet of grove schuld worden doorgevoerd gezien het toezichthouderdilemma? Subvraag 1: Wat is het toezichthouderdilemma en welke eisen stelt dit perspectief aan voorstellen tot uitbreiding van de bevoegdheid en bevoegdheden en beperking van de aansprakelijkheidsnorm van de AFM en DNB? Subvraag 2: Hoe is het financieel toezicht momenteel geregeld en wat houden de voorstellen van de wetgever die meer bevoegdheid en bevoegdheden toe kennen aan de AFM en DNB en hun aansprakelijkheid beperken tot opzet en grove schuld in? Subvraag 3: Voldoen de voorstellen tot uitbreiding van bevoegdheid en bevoegdheden en beperking van de aansprakelijkheid aan de eisen die het toezichthouderdilemma stelt? 1.4 Methode en werkwijze Deze scriptie is opgebouwd uit een zevental hoofdstukken. Hoofdstuk 2 begint met een korte beschrijving van de financiële markten, de financiële regelgeving, de inrichting en het doel van financieel toezicht. Vervolgens zal worden ingegaan op het toezichthouderdilemma en wordt subvraag 1 beantwoord. De verschillende belangen waarmee de toezichthouder rekening dient te houden, worden besproken en er wordt ingegaan op de zorg die de toezichthouder in acht dient te nemen. Daarnaast wordt aandacht besteedt aan de vrijheid en mogelijkheden die de toezichthouders tot hun beschikking moeten hebben voor het houden van effectief toezicht. Uit de beschrijving van het 6

7 toezichthouderdilemma zullen voorwaarden worden afgeleid waaraan de voorstellen tot bevoegdheiduitbreiding en beperking van de aansprakelijkheid zullen moeten voldoen. In hoofdstuk 3 en 4 staat subvraag 2 centraal en worden de bevoegdheden en aansprakelijkheidsnorm van de AFM en DNB besproken. Er zal een kort overzicht worden gegeven van bevoegdheden waarover de AFM en DNB kunnen beschikken en er zal worden ingegaan op de inhoud van de voorstellen tot uitbreiding van de wetgever. Hoofdstuk 4 is gewijd aan de aansprakelijkheidsnorm, zowel de huidige regeling als de beoogde beperking tot opzet of grove schuld komen inhoudelijk aan bod. In hoofdstuk 5 en hoofdstuk 6 zullen de voorstellen van bevoegdheiduitbreiding en beperking van de aansprakelijkheid worden geanalyseerd. Aan de hand van argumenten ontleend aan een brede literatuurstudie zullen de voorstellen aan de eisen uit hoofdstuk 2 worden getoetst. Het literatuur onderzoek bestaat uit juridische en politieke stukken en rapporten. Onderzoek en literatuur met betrekking tot andere toezichthouders in Nederland, en andere landen als Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zal eveneens worden gebruikt wanneer dit nuttige inzichten oplevert. Daarnaast zullen rechtseconomische en empirische inzichten van andere auteurs op het gebied van de aansprakelijkheid in de analyse worden meegenomen. De conclusies van de analyses zijn terug te vinden in hoofdstuk 7. 7

8 Hoofdstuk 2. Het financieel toezicht en het toezichthouderdilemma 2.1 De financiële markten en regelgeving Verschillende ontwikkelingen als de digitalisering en globalisering hebben bijgedragen aan de komst van verschillende complexe financiële markten, alle markten voor sparen, lenen, betalen en beleggen en verzekeringen. 6 Banken, verzekeraars, pensioenfondsen beleggingsondernemingen en andere financiële ondernemingen nemen een steeds prominentere rol in de samenleving. Er is een scala aan financiële producten en diensten op de markt gebracht. Consumenten, ondernemingen en de overheid nemen actief deel aan de financiële markten en kunnen eigenlijk niet meer zonder, denk bijvoorbeeld aan het houden van een betaalrekening of spaarrekening, het afsluiten van een lening of een verzekering en het doen van een girale betaling of belegging. Het resultaat van al deze mogelijkheden is een hogere welvaart. Afgelopen decennia zijn er echter ook verschillende grotere en kleinere crisissen en hobbels geweest op de financiële markten met negatieve gevolgen voor de maatschappij. Naar aanleiding van deze problemen, de steeds complexer wordende financiële wereld, het risicokarakter van financiële producten en diensten, de informatieasymmetrie tussen consument en aanbieder en de groeiende rol in de maatschappij werd en wordt er steeds meer en meer regelgeving opgesteld. 7 Al doende is een complexe financiële regelgeving tot stand gekomen om het handelen op de financiële markten te normeren. In Nederland heeft dit uiteindelijk geleid tot de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de bijbehorende besluiten en regelgeving. Ook enkele andere wetten spelen een rol. Een steeds groter deel van deze wetgeving is gegrond op Europese regelgeving, zoals de MiFid-richtlijn die regels neerlegt voor beleggingsondernemingen. De Wft stelt voorwaarden aan financiële ondernemingen voor toelating tot de financiële markt, doorlopende prudentiële eisen en gedragsnormen waaraan de personen/ondernemingen die handelen op deze markten zich dienen te houden. Ook definieert zij begrippen als financiële onderneming, financiële dienst en financieel product om aan te geven voor welke handelingen en/of ondernemingen bepaalde regels gelden. Om te verzekeren dat deze regels worden nageleefd, stelt de Wft ook het toezicht op deze ondernemingen in. Net als de financiële regelgeving blijft het financieel toezicht groeien, op steeds meer gebieden wordt toezicht gehouden en ook wordt het toezicht steeds intensiever. 8 6 Busch e.a. 2010, p Busch e.a. 2010, p. 5, 9-12, 14 en Scheltema & Scheltema 2009a, p Voor een uitvoerige beschrijving van het financieel recht inclusief bespreking van het financieel toezicht en de totstandkoming, Busch e.a en Grundmann-van de Krol 2010a. 8

9 2.2 Inrichting en doel van het financieel toezicht Het financiële toezicht is in Nederland neergelegd bij twee instanties: de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandse Bank. Samen houden zij toezicht op de financiële markten en verzekeren zij de naleving van de financiële regelgeving waarop zij toezicht houden; zij hebben echter ieder zelfstandige taken. In de Wft-bepalingen is precies terug te vinden welke toezichthouder toezicht houdt op de naleving van welke regels. Het komt regelmatig voor dat de taken van de AFM en DNB elkaar overlappen. De toezichthouders werken dan samen maar het uitgangspunt blijft dat uiteindelijk een toezichthouder bevoegd is. Deze vorm van toezicht waarbij twee toezichthouders zijn aangewezen met zelfstandige taken wordt het functioneel toezichtmodel of het twin-peak model genoemd. 9 Bij uitoefening van zijn taak dient de toezichthouder onder andere zorg te dragen voor een tijdige voorbereiding en uitvoering, kwaliteit van de daarbij gebruikte procedures en een zorgvuldige behandeling van een ieder die met hem in aanraking komt, art. 1:38 Wft. De DNB heeft tot taak het prudentieël toezicht uit te oefenen. Wanneer de DNB bevoegd is, beslist hij over de vergunningverlening die noodzakelijk is voor toelating van de financiële onderneming tot de financiële markten en daarnaast houdt hij doorlopend toezicht op de prudentiële eisen, art. 1:24 Wft. Het gaat dan voornamelijk om regels op het gebied van de bedrijfsvoering en financiële positie van financiële ondernemingen als banken en verzekeraars. Te denken valt aan het toezicht op de kapitaaleisen, financiële waarborgen en eisen met betrekking tot de structuur en inrichting van het bedrijf. De prudentiële eisen en het toezicht daarop hebben tot doel bij te dragen aan de soliditeit van financiële ondernemingen en de stabiliteit van de financiële sector door het risico op faillissement van deze ondernemingen te verkleinen en te zorgen dat financiële ondernemingen te allen tijde aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. 10 De AFM oefent het gedragstoezicht uit. Zij beslist, indien bevoegd, omtrent de toelating van financiële ondernemingen tot de financiële markten en daarnaast houdt de AFM doorlopend toezicht op de gedragsnormen, art. 1:25 Wft. Hier gaat het om regels met betrekking tot transacties op de financiële markten, transparantie en bescherming van de consument, zoals regels betreffende het prospectus, marktmisbruik, zorgvuldige dienstverlening en deskundigheid en betrouwbaarheid. Doel van de gedragsnormen en het gedragstoezicht is het verzekeren van ordelijke en transparante financiële marktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten door voorwaarden te stellen voor financiële markten waar vraag en aanbod bijeenkomen, door iedere deelnemer toegang te verschaffen tot de relevante informatie om beslissingen te nemen en door regels te stellen op basis waarvan deelnemers transacties kunnen aangaan op deze markten die bijdragen aan het bereiken van marktevenwicht Grundmann-van de Krol 2010a, p. 15, Memorie van toelichting Wet op het financieel toezicht, kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p Memorie van toelichting Wet op het financieel toezicht, kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p

10 Naast de gescheiden functies en doeleinden van de AFM en DNB zijn er ook twee meer algemenere doelen aan te wijzen: het bieden van consumentenbescherming ingeval van informatieasymmetrie en het creëren van (vertrouwen in) een goed functionerende en stabiele financiële sector. Zowel het prudentieël als het gedragstoezicht dragen hieraan bij. Dit is nodig omdat de aard van financiële producten en diensten risicovol en complex is en consumenten om deze reden altijd een achterstand hebben op de aanbieder. Zij kunnen de noodzakelijke gegevens voor een beoordeling van de aanbieder, het financieel product of de financiële dienst niet zelf achterhalen en vaak, door een gebrek aan deskundigheid, de gegevens niet goed beoordelen. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat de benodigde gegevens en/of beoordelingen aan hen worden aangereikt en dat deze correct zijn, zodat zij een afgewogen beslissing kunnen maken en meer in het algemeen verantwoord kunnen deelnemen aan de financiële markten. 12 Beide toezichthouders oefenen hun taak uit en streven de doeleinden te bereiken in het kader van het algemeen belang van efficiënt functionerende financiële markten. Zij dienen ook het individuele belang van de individuele rekeninghouder, polishouder of belegger. Dit neemt echter niet weg dat het publiek en de financiële ondernemingen een eigen verantwoordelijkheid hebben en financieel toezicht geen garantie kan bieden tegen faillissementen en marktfalen. 13 Om de doeleinden van het houden van financieel toezicht te kunnen bereiken of althans pogen te bereiken, dienen de toezichthouders hun taken naar behoren te vervullen en actief toezicht te houden indien de omstandigheden dit verlangen. Toezicht houden is het gehele proces van informatie verzamelen, deze te beoordelen en in te grijpen indien dit noodzakelijk is Het toezichthouderdilemma Wanneer de AFM en de DNB toezicht houden, staan zij beiden voor complexe keuzes. Ze moeten een afweging maken over het gebruik van haar middelen (bevoegdheden en capaciteit) voor het houden van algemene controle en het verzamelen van informatie. Wanneer ze misstanden op het spoor zijn, moeten ze beoordelen en besluiten of ingrijpen noodzakelijk en wenselijk is en wanneer en op welke wijze ze dit het beste kunnen doen. Hoewel wetgeving, de parlementaire geschiedenis, beleidregels en soft law aanknopingspunten bieden bij het inzetten van bevoegdheden, is telkens een complexe belangenafweging noodzakelijk die uiteindelijk moet leiden tot de juiste of althans de beste beslissingen. Bij iedere afweging dienen de financiële toezichthouders drie soorten belangen te betrekken, zoals volgt uit het doel van het toezicht beschreven in de voorgaande Memorie van toelichting Wet op het financieel toezicht, kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p Memorie van toelichting Wet op het financieel toezicht, kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p Van Rossum 2005, p Deze belangen worden door de overheid, in de rechtspraak en in de literatuur erkend, memorie van toelichting Wet op het financieel toezicht, kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p , HR 13 oktober 2006, NJ 2008, 527 (Stichting Vie d Or), Busch 2010, p , van Dam 2006, p. 23, en Kezel e.a. 2009, p

11 De belangen van de onder toezicht staande personen Ondernemingen willen niet onnodig zwaar getroffen worden door het financieel toezicht in de vorm van tijd, kosten, beperking van handelsvrijheid of reputatieschade. De toezichthouder dient zich zorgvuldig op te stellen jegens hen en alleen op te treden wanneer de andere twee belangen dit vereisen en dan wel op de minst schadelijke wijze. Het algemeen belang van goed functionerende financiële markten en solvabele financiële ondernemingen. De financiële markten spelen een steeds grotere rol in de maatschappij. Wanneer de markten niet goed functioneren, draait de economie niet door en zijn nadelige effecten voelbaar in de gehele samenleving. De toezichthouder zal bij iedere beslissing die zij neemt, zich moeten afvragen wat de gevolgen kunnen zijn voor het functioneren van de financiële markten en de samenleving. De individuele belangen van degene die met de ondernemingen handelen. Individuele rekeninghouders, polishouders en beleggers moeten kunnen vertrouwen op de informatie die hen op de markt wordt aangereikt en op de naleving van de regelgeving. Zij willen geen schade ondervinden door misstanden en vrij kunnen handelen op goed functionerende financiële markten. Het probleem met deze belangen is dat zij vaak conflicteren met elkaar en wijzen naar verschillende oplossingsrichtingen. Aan de ene kant moet de toezichthouder niet te voortvarend optreden in het belang van de onder toezicht staande ondernemingen, terwijl zij tegelijkertijd niet mag nalaten voldoende op te treden ten behoeve van individuele belangen van de consument. Daarnaast kan het algemeen belang aan beide zijden een rol spelen en kunnen belangen van verschillende ondernemingen en individuen onderling conflicteren. De toezichthouder zal moeten kiezen tussen twee kwaden: het schaden van het ene belang of het andere belang. Er wordt dan ook wel gesproken van het toezichthouderdilemma. De toezichthouder zal moeten afwegen aan welk belang het meeste gewicht toekomt, tot een passende beslissing moeten komen en de juiste zorg moeten betrachten jegens alle wiens belangen hij dient Eisen om de voorstellen te beoordelen Het toezichthouderdilemma kan worden gebruikt als een toetsingkader voor de voorstellen van de wetgever. Er kunnen eisen worden afgeleid waaraan de voorstellen moeten voldoen, willen zij een bijdrage kunnen leveren aan een correcte benadering van het toezichthouderdilemma en aldus leiden 16 Ook dit toezichthouderdilemma wordt door de overheid, in de rechtspraak en in de literatuur erkend, brief minister van financiën 2011a, p. 1-2, HR 13 oktober 2006, NJ 2008, 527 (Stichting Vie d Or), Busch 2010, p , van Dam 2006, p. 23, 47-48, Kezel e.a. 2009, p en zie in dit verband ook art. 1:38 Wft. 11

12 tot een verbetering van het financieel toezicht. Eerst zal worden ingegaan op de eisen met betrekking tot de bevoegdheidsuitbreiding van de AFM en DNB, daarna komen de eisen voor een beperking van de aansprakelijkheidsnorm aan bod. Het is bij iedere beslissing en belangenafweging van de financiële toezichthouders van groot belang dat zij voldoende bevoegdheid en bevoegdheden tot haar beschikking heeft staan. Wanneer het algemeen belang of het individueel belang van de consument wordt geschaad, kunnen de AFM of DNB immers pas ingrijpen wanneer zij bevoegd zijn en mogelijkheden tot ingrijpen hebben. 17 Daarnaast dienen de bevoegdheden effectief te zijn in de zin dat de toezichthouders recht kunnen doen aan alle belangen die zij dienen en zorgvuldig kunnen optreden jegens alle betrokkenen. (par. 2.3) Tegelijkertijd is het niet nodig en zelfs nadelig dat de toezichthouder beschikt over een arsenaal aan bevoegdheden en vrijheid om naar eigen inzicht toezicht te houden en in te grijpen op de financiële markten wanneer dit het financieel toezicht niet verbetert. Dit maakt de belangenafweging van de toezichthouders immers niet makkelijker en leidt alleen maar tot nadelen. Te denken valt aan het geld en de tijd die ondernemingen en toezichthouders besteden om aan het toezicht te voldoen en beperking van de vrijheid op de financiële markten. 18 Dit leidt tot de volgende eis voor het beoordelen van de voorstellen tot uitbreiding van de bevoegdheden van de AFM en DNB: Een bevoegdheidsuitbreiding is gezien het toezichthouderdilemma alleen wenselijk wanneer het huidige bevoegdhedenarsenaal tekort schiet en de uitbreiding noodzakelijk is om het algemeen belang en individueel belang te dienen en effectief is in de zin dat zij de toezichthouders de mogelijkheid biedt recht te doen aan alle belangen die zij dient en zo zorgvuldig op te treden jegens alle betrokkenen. Zoals gezegd is het belangrijk dat de AFM en DNB zich zorgvuldig gedragen, maar ook beschikken over voldoende beslissingsvrijheid om de juiste belangenafweging te maken. De toezichthouders moeten niet worden verlamd door de zorgvuldigheid die zij in acht dienen te nemen. Bij de attributie van bevoegdheden wordt beslissingvrijheid vaak toegekend aan de financiële toezichthouders om ruimte te bieden effectief op te treden in een concrete situatie, 19 maar ook het aansprakelijkheidsrecht vervult een functionele rol. Aan de ene kant kan de aansprakelijkheidsnorm een prikkel afgeven die leidt tot gewenste mate van zorgvuldig gedrag aan de zijde van de toezichthouder, aan de andere kant kan de vrees voor aansprakelijkheid leiden tot defensief gedrag dat leidt tot een overmaat aan zorgvuldigheid, verlamming van de toezichthouder en een onjuiste belangenafweging. 20 Wanneer het geldende recht een verkeerde prikkel afgeeft, kan dit een reden zijn om dit recht eens onder de loep te nemen en mogelijk aan te passen. Men moet echter niet vergeten dat een andere primaire functie van het aansprakelijkheidsrecht het bieden van compensatie is en de 17 Aldus ook Kezel e.a. 2009, p Zie ook Busch e.a. 2010, p Busch 2010, p , 25 en Grundmann-van de Krol 2010a, p Busch 2010, p en van Dam 2006, p

13 opvatting heerst dat iemand die onzorgvuldig handelt en daardoor schade veroorzaakt, deze schade moet vergoeden, art. 6:162 Bw. 21 Alleen bijzondere omstandigheden kunnen een afwijking van deze wettelijke norm rechtvaardigen. Beperking van aansprakelijkheid kan naar mijn mening dan ook niet plaatsvinden enkel om functionele redenen, zij moet tevens gerechtvaardigd worden door specifieke kenmerken van beslissingen genomen tijdens het houden van financieel toezicht. 22 Dit leidt tot de volgende eis voor het beoordelen van het voorstel tot beperking van de aansprakelijkheid van de AFM en DNB tot opzet of grove schuld. De beperking tot opzet en grove schuld is gezien het toezichthouderdilemma alleen wenselijk wanneer dit een betere prikkel aan de financiële toezichthouders afgeeft tot de gewenste mate van zorgvuldig gedrag aan de zijde van de toezichthouders en het maken van een juiste afweging van de verschillende belangen en tevens gerechtvaardigd is gezien de specifieke kenmerken van beslissingen genomen tijdens het houden van financieel toezicht. 21 Van Dam 2006, p. 137, Zie ook Busch 2010, p. 15. Hij erkent ook dat er een rechtvaardiging moet zijn voor de beperking en ziet onvoldoende grond in het functionele argument. 13

14 Hoofdstuk 3. Bevoegdheden van de AFM en DNB 3.1 Bevoegdheden en tendens tot uitbreiding Om effectief toezicht te kunnen houden beschikken de AFM en DNB over een ruim pakket aan bevoegdheden die zijn onder te verdelen in drie categorieën: bevoegdheden tot het verkrijgen van inlichtingen, handhavingbevoegdheden en regelgevende bevoegdheid. 23 In de inleiding kwam al naar voren dat zowel de AFM als DNB menen dat dit pakket in alle categorieën te kort schiet en aldus het toezicht belemmert en dat de minister de mogelijkheden tot uitbreiding onderzoekt. 24 In dit hoofdstuk worden de verschillende bevoegdheden uiteengezet en worden de voorstellen van de minister besproken. De regelgevende bevoegdheid zal buiten beschouwing worden gelaten, omdat de wetgever op dit gebied geen uitbreiding lijkt te wensen. 25 Zoals gezegd is een groot deel van de financiële regelgeving gebaseerd op Europese wetgeving. De Europese invloed op de financiële markten, de financiële regelgeving en het toezicht door middel van richtlijnen en ander vormen van regelgeving is groot. Het toezicht door de AFM en DNB wordt dan ook uitgebreid door Europese regelgeving. Daarnaast kent men ook de Europese toezichthouders die steeds meer bevoegdheden krijgen toebedeeld. Deze scriptie ziet echter enkel op de AFM en DNB. 3.2 Bevoegdheden tot het verkrijgen van inlichtingen Voor de AFM en DNB is informatie noodzakelijk. Zij hebben gegevens nodig van de ondernemingen die onder toezicht staan om te kunnen beoordelen of zij aan de gestelde eisen voldoen. Wanneer de informatievoorziening aan de financiële toezichthouders niet optimaal is, kunnen ze niet in staat worden geacht degelijk toezicht uit te oefenen. 26 De AFM en DNB beschikken dan ook over verschillende mogelijkheden om deze informatie te verkrijgen. Ten eerste kunnen ze net als ieder ander beschikken over informatie die publiekelijk bekend is, zoals informatie over de koers op de beurs. Ten tweede zijn in verschillende artikelen in de Wft meldingsplichten opgenomen voor de onder toezicht staande ondernemingen, bestuurders, aandeelhouders en de accountant. Ten derde beschikken de AFM en DNB over de bevoegdheid inlichtingen te verkrijgen van een ieder, art. 1:74 lid 1 Wft. Daarnaast kunnen bepaalde medewerkers van de AFM en DNB gebruik maken van bevoegdheden uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb), art. 1:72 Wft. Zij mogen inlichtingen vorderen van een ieder en inzage in zakelijke gegevens en bescheiden vorderen en daarvoor elke plaatsen betreden (met uitzondering van een woning zonder toestemming) en zich zo nodig toegang verschaffen met behulp 23 Voor een uitgebreid overzicht, Busch e.a. 2010, p en Grundmann-van de Krol 2010a, p Wetgevingsbrief AFM 2010, wetgevingsbrief DNB 2010 en brief minister van financiën Brief minister van financiën 2010, p Zie ook Grundmann-van de Krol 2010, p

15 van de politie. 27 Voor gebruik van deze bevoegdheden is niet vereist dat een (vermoeden van) overtreding is geconstateerd door de toezichthouder, wel dient hij rekening te houden met het evenredigheidsbeginsel van art. 5:13 Awb. De AFM en DNB mogen alleen gebruik maken van deze bevoegdheden indien dit noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taak, alleen inlichtingen van betrokkenen vorderden en op de minst schadelijke wijze optreden. 28 Op basis van art. 5:20 Awb geldt voor een ieder een medewerkingplicht, mits de toezichthouders handelen binnen het wettelijk kader en men zich niet kan verschonen (lid 2). Aldus verkregen gegevens mogen niet worden gebruikt voor het opleggen van een boete of in een strafrechtelijke procedure wanneer het gaat om gegevens afhankelijk van de wil van de ondervraagde. 29 Wanneer men blijft weigeren mee te werken, kan de toezichthouder een boete of dwangsom opleggen. Zowel de AFM, DNB als de overheid lijkt tevreden te zijn met de mogelijkheden om informatie te verkrijgen. Zij pleiten in ieder geval niet voor een uitbreiding wanneer het de wijze van informatievoorziening betreft. Dit betekent echter niet dat deze bevoegdheden niet worden uitgebreid, de uitbreiding zit alleen in twee andere aspecten. Ten eerste willen de minister en DNB dat de kring van verschoningsgerechtigden van de medewerkingplicht wordt verduidelijkt, zodat zij niet onnodig wordt beperkt. Op dit moment zouden bepaalde personen als advocaten zich soms onterecht beroepen op het verschoningsrecht om gevoelige informatie verborgen te houden. 30 Volgens Grundmann-van de Krol betreft het voorstel geen inhoudelijke aanscherping. 31 In de praktijk kan deze verduidelijking er echter wel toe leiden dat de AFM en DNB van meer personen gegevens kunnen en zullen verlangen. Ten tweede breiden de Nederlandse en Europese wetgever het toezicht alsmaar uit in de zin dat op steeds meer gebieden toezicht wordt gehouden en dit toezicht steeds intensiever wordt. Dit hangt samen met de roep op steeds meer en meer financiële regelgeving en controle daarop. 32 Het gevolg van deze uitbreidingen is dat de AFM en DNB op steeds meer gebieden en over meer instellingen bevoegdheid wenst 33 en krijgt tot het verkrijgen van gegevens en dat inhoudelijk gezien steeds meer mag worden verlangd. Er zijn op dit moment verschillende voorstellen in behandeling, zowel op nationaal als Europees niveau, die de financiële regelgeving uitbreiden en er (waarschijnlijk) ook toe zullen leiden dat de toezichthouders meer inlichtingen kunnen vorderen. Enkele voorbeelden zijn regelingen met betrekking tot de financiële verslaglegging, dga- structuur, hegde en private equity fondsen, bijkantoren, afwikkelingsdiensten, beleggingsinstellingen en de bestuurders van stichting derden gelden. 34 Het gaat deze scriptie te buiten om al deze voorstellen afzonderlijk te beoordelen. Er moet met vele facetten rekening worden gehouden en een specifieke kennis van de deelgebieden is 27 Dit zijn de bevoegdheden van art. 5:15-17 Awb. Art. 1:73 Wft sluit toepassing van art. 5:18-19 Awb uit. 28 Memorie van toelichting Wet op het financieel toezicht, kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p Damen e.a. 2005, p. 241 en EHRM 17 december 1996, NJ 1997, 699. (Saunders) 30 Brief minister van financiën 2010, p. 4 en wetgevingsbrief DNB 2010, p Grundmann-van de Krol 2010b, onder Busch e.a. 2010, p. 5, 9-12, 14 en Scheltema & Scheltema 2009a, p Wetgevingsbrief AFM 2010 en wetgevingsbrief DNB Brief minister van financiën 2010, p

16 vereist. De tendens tot uitbreiding van het financieel toezicht in zijn algemeenheid zal wel, net als de aanscherping van het verschoningsrecht, in hoofdstuk 5 worden geanalyseerd. 3.3 Handhavingbevoegdheden Naar aanleiding van verzamelde informatie kan de financiële toezichthouder tot het oordeel komen dat de regelgeving wordt overtreden. Hij dient dan een einde te maken aan de overtreding door met de overtreder een normoverdragend gesprek aan te gaan of een waarschuwingsbrief te sturen waardoor deze de overtreding beëindigd, de zogenaamde informele middelen. Er kan echter ook voor worden gekozen direct handhavend op te treden of op handhaving terug te vallen wanneer andere mogelijkheden geen oplossing bieden. In dit kader staan de AFM en de DNB een aantal bevoegdheden ter beschikking. Ook hier betekent de algemene tendens tot uitbreiding van de financiële regelgeving en het toezicht daarop voor de toezichthouders dat zij hun handhavingbevoegdheden in meer gevallen en jegens meer (rechts)personen kunnen uitoefenen. Er volgt nu een overzicht van deze bevoegdheden. Enkele bevoegdheden van de AFM en DNB zijn neergelegd in het algemeen bestuursrecht en zien we ook terug bij andere toezichthouders. Het opleggen van een last onder dwangsom aan de overtreder om een einde te maken aan voortdurende overtredingen van bepaalde bepalingen, art. 1:79 Wft, en de bevoegdheid voor bepaalde overtredingen een boete op te leggen, art. 1:80 Wft. Publicatie van een verbeurde dwangsom of een (onaantastbare) boete behoort ook tot de mogelijkheden en is zelfs vaak verplicht, art. 1: Wft. De bevoegdheid om een vergunning, ontheffing of verklaring van geen bezwaar van de financiële onderneming, in te trekken of te beperken wanneer niet (meer) aan de voorwaarden wordt voldaan, art. 1:104 en 105 Wft, wordt gezien als een ultimum remedium. 35 Naast deze algemene handhavingbevoegdheden zijn er ook een aantal bevoegdheden die meer specifiek zijn voor het financieel toezicht. Het heenzenden van de accountant of actuaris van een financiële onderneming wanneer deze niet (meer) de benodigde waarborgen biedt dat deze zijn taak naar behoren kan vervullen, art. 1:78 Wft. Het geven van een openbare waarschuwing aan het publiek wanneer een verbodsbepaling genoemd in het artikel niet wordt nageleefd, art. 1:94 Wft. Publicatie is strikt genomen geen handhaving, maar heeft vaak een handhavend effect en een bestraffend gevolg voor de financiële onderneming. De bevoegdheid tot het opleggen van een activiteiten- en/of transactieverbod wanneer niet wordt voldaan aan bepaalde bepalingen in de Wft. Het ziet op handelingen van Nederlandse financiële ondernemingen in het buitenland die niet aan bepaalde aanwijzingen van de toezichthouders voldoen en op handelingen van buitenlandse financiële ondernemingen in Nederland wanneer deze niet voldoen aan eisen inzake het gedragstoezicht of een 35 Over deze bevoegdheden, Damen e.a. 2005, p en specifiek in het kader van het financieel toezicht, Busch e.a. 2010, p , en Grundmann-van de Krol 2010, p

17 aanwijzing van de toezichthouder niet opvolgen. 36 Soms hebben de AFM en DNB ook de mogelijkheid een verzoek te doen aan de rechtbank om een bepaalde beslissing te nemen, bijvoorbeeld betreffende het instellen van de noodregeling bij een verzekeraar of de ontbinding van een beleggingsonderneming. De toezichthouder is dan niet degene die handhavend optreedt, maar geeft wel de aanzet daartoe. 37 Daarnaast zijn er nog een tweetal specifieke bevoegdheden die de wetgever wenst te wijzigen. De bevoegdheid tot het aanstellen van een stille curator, art. 1:76 Wft. Stille curatele houdt in dat alle of bepaalde organen of vertegenwoordigers van de financiële onderneming alleen over (bepaalde) bevoegdheden mogen beschikken na goedkeuring van de curator en met inachtneming van diens opdrachten. Het wordt gezien als een ultimum remedium. De maatregel van stille curatele mag dan ook alleen worden opgelegd indien de Wft of bijbehorende regelgeving niet wordt nageleefd en er geen of voldoende uitvoering is gegeven aan een algemene aanwijzing of indien de overtreding een adequate functionering van de financiële onderneming of belangen van consumenten ernstig in gevaar brengt. De DNB kan ook tot deze maatregel overgaan wanneer hij tekenen ontwaart van een ontwikkeling die het eigen vermogen, de solvabiliteit of liquiditeit van de financiële onderneming in gevaar kan brengen en de specifieke aanwijzing aangaande niet of niet voldoende is opgevolgd. 38 Zowel de minister als DNB wil deze bevoegdheid aanscherpen. Op dit moment is de bevoegdheid slechts beperkt inzetbaar vanwege de hoge motiveringseisen die de discretionaire bevoegdheid vereist en heeft de toezichthouder slechts een beperkte invloed op de curatele. 39 Hoe de aanscherping concreet zal worden vormgegeven is niet geheel duidelijk. Zij hangt samen met het voorstel een zogenaamde interventieladder te creëren, waarover dadelijk meer. Aanwijzingbevoegdheid De bevoegdheid tot het geven van een algemene aanwijzing is neergelegd in art. 1:75 lid 1 Wft. De AFM en DNB kunnen bepaalde (rechts)personen, waaronder financiële ondernemingen, die niet voldoen aan hetgeen dat bij of krachtens de Wft is gesteld, door middel van het geven van een aanwijzing verplichten een bepaalde gedragslijn te volgen. Ook beschikken de toezichthouders over een specifieke aanwijzingsbevoegdheid. Naast art. 1:75 lid 1 Wft zijn er in enkele Wft-bepalingen aanwijzingsbevoegdheden toegekend aan de AFM of de DNB. Zowel de algemene als de specifieke aanwijzingen strekken ertoe een einde te maken aan niet naleving van de Wft of bijbehorende 36 Over deze bevoegdheden, Busch e.a. 2010, p , en Grundmann-van de Krol 2010, p. 674, , Zie bijvoorbeeld Busch e.a. 2010, p Over deze bevoegdheid, Busch e.a. 2010, p en Grundmann-van de Krol 2010, p Brief minister van financiën 2010, p. 7 en Wetgevingsbrief DNB 2010, p

18 regelingen. 40 De inhoud van de aanwijzing wordt overgelaten aan de toezichthouder. Ook hier geldt dat de bevoegdheid slechts beperkt inzetbaar vanwege de hoge motiveringseisen die de discretionaire bevoegdheid vereist en willen de minister en toezichthouders deze bevoegdheid aanscherpen. 41 In art. 1:75 lid 3 Wft is bepaald dat de aanwijzing er niet toe mag strekken privaatrechtelijke overeenkomsten met derden aan te tasten. 42 Het verbod tot aantasting van privaatrechtelijke overeenkomsten werd tot voor kort in de rechtspraak streng opgevat. Een aanwijzing die strekt tot herstel van de toekomst, maar ook aantasting van al eerder gesloten overeenkomsten met zich meebrengt was verboden. 43 Ook een last onder dwangsom mocht daar niet toe strekken omdat zij is aan te merken als een specifieke aanwijzingsbevoegdheid. 44 De DNB merkt op dat deze stringente opvatting de handhaving belemmert omdat zij illegale praktijken niet kan beëindigen en verzoekt de minister om inperking van het verbod. 45 De rechtspraak lijkt momenteel een mildere opvatting te hanteren en de toezichthouder tegemoet te komen. Op basis van de parlementaire geschiedenis acht zij alleen een aanwijzing die gericht is op herstel van het verleden ontoelaatbaar. Een aanwijzing die gericht is op staking van de overtreding in de toekomst, maar ook tot gevolg heeft dat reeds gesloten overeenkomsten niet kunnen worden nagekomen is wel toegestaan. 46 In het kader van vergunningen merkt de minister op dat aantasting tot ongedaanmakingverplichtingen leidt ook wanneer er geen schade is. Dit is een vergaande inbreuk en leidt tot rechtsonzekerheid. Een volledige inperking van het verbod is dan ook niet gewenst. Hij onderzoekt wel de mogelijkheden voor minder ingrijpende oplossingen. Wat de minister hier precies mee bedoelt, wordt niet verduidelijkt. 47 In hoofdstuk 5 zal de mogelijkheid tot inperking worden geanalyseerd in het licht van het toezichthouderdilemma. 3.4 Interventieladder In dit hoofdstuk is duidelijk geworden van de AFM en DNB een groot aantal bevoegdheden tot haar beschikking heeft. Bij het inzetten van deze bevoegdheden komen de toezichthouders veel vrijheid en flexibiliteit toe. 48 Het nadeel hiervan is dat de toezichthouders de bevoegdheden slechts onder zware motiveringseisen mogen inzetten wat de handhaving belemmert, zoals we zagen bij de aanwijzingsbevoegdheid en de bevoegdheid tot het aanwijzen van een stille curator. Dit kan voorkomen worden door duidelijker aan te geven wanneer bepaalde bevoegdheden gebruikt mogen 40 Over deze bevoegdheid, Busch e.a. 2010, p en Grundmann-van de Krol 2010, p Brief minister van financiën 2010, p. 7 en Wetgevingsbrief DNB 2010, p Soms laat de specifieke aanwijzingsbevoegdheid uitdrukkelijk een aantasting van privaatrechtelijke overeenkomsten toe. 43 Rb Rotterdam 4 december 2009, JOR 2010, 20 m.nt. H. Peters. (Investerra/AFM) 44 Rb Rotterdam 15 september 2009, JOR 2010, 331 en noot H. Peters bij Rb Rotterdam 4 december 2009, JOR 2010, 20. (Investerra/AFM) 45 Wetgevingsbrief DNB 2010, p CvBB 7 april 2011, LNJ: BQ Brief minister van financiën 2010, p Busch 2010, p , 25 en Grundmann-van de Krol 2010a, p

19 worden. Op dit moment wordt een onderscheid aangebracht tussen de inzet van de verschillende bevoegdheden. Zo is de last onder dwangsom minder vergaand dan de boete en zal een curator of intrekking van de vergunning pas als een laatste redmiddel worden ingezet. Aanvraag van de noodregeling is daarbij ultimum remedium. De minister wil deze zogenaamde interventieladder versterken en baseert zich op het Canadees model. De minister wil 5 fasen aanwijzen waarin verschillende bevoegdheden zijn ondergebracht die steeds zwaarder worden. In fase 1 valt de instelling onder het reguliere toezicht. In fase twee is er reden tot zorg en wordt het toezicht verscherpt. De instelling kan worden aangesproken op de problemen. In beide fasen zullen bevoegdheden tot het verkrijgen van inlichtingen een belangrijke rol spelen. In fase 3 wordt de instelling door de toezichthouder verplicht de problemen op te lossen. In fase 4 is er sprake van direct gevaar en grijpt de toezichthouder zelf in. In fase 5 is het einde verhaal en wordt het faillissement of de noodregeling aangevraagd. In deze laatste drie fasen zal gebruik worden gemaakt van handhavingbevoegdheden. Aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren dient de toezichthouder te beoordelen van welke fase sprake is en welke bevoegdheden zij dient in te zetten. De precieze opzet is nog niet geheel duidelijk. 49 Het voorstel tot versterking van de interventieladder zal waarschijnlijk gepaard gaan met uitbreiding van de handhavingbevoegdheden Afronding Het wetgevingsproces met betrekking tot de financiële markten en het toezicht daarop is groot en complex. Dit hoofdstuk heeft bevoegdheden van de AFM en DNB en de beoogde wijzigingen in deze bevoegdheden besproken. Daarnaast is het ingegaan op de algemene tendens tot uitbreiding. In hoofdstuk 5 zullen deze voorstellen worden geanalyseerd in het licht van het toezichthouderdilemma. Het gaat dan om: - de algemene tendens tot uitbreiding - aanscherping verschoningsrecht - inperking verbod tot aantasten privaatrechtelijke overeenkomst - versterking interventieladder inclusief aanscherping bevoegdheden en nieuwe bevoegdheden 49 Brief minister van financiën 2009a, p Brief minister van financiën 2009a, p

20 Hoofdstuk 4. Aansprakelijkheid van de AFM en DNB 4.1 Toezichtsfalen In het gehele proces van toezicht houden wordt door de AFM of DNB niet altijd de juiste zorg betracht en in het kader van het toezichthouderdilemma wordt soms een verkeerde afweging gemaakt. Enerzijds kunnen de toezichthouders onvoldoende gebruik maken van hun bevoegdheden waardoor onvoldoende toezicht wordt gehouden op (een deel van) de financiële markten. Dit kan tot gevolg hebben dat de regelgeving niet wordt nageleefd en/of aan overtredingen geen einde wordt gemaakt. Voor consumenten op de financiële markten leidt dit tot onzekerheid, onstabiliteit en mogelijk (financiële) schade. Zie over de aansprakelijkheid tegenover deze derden par Aan de andere kant kunnen de financiële toezichthouders falen jegens de onder toezicht staande ondernemingen. De AFM en DNB kunnen te voortvarend optreden waardoor schade optreedt in de vorm van bijvoorbeeld reputatieverlies of door staking van de onderneming, waarover meer in par Ook andere situaties waarbij schade ontstaat zijn denkbaar. Zowel de onderneming als consumenten kunnen proberen hun schade te verhalen op de toezichthouders. 4.2 Onrechtmatige daad De AFM en de DNB zijn zelfstandige bestuursorganen en nemen publiekrechtelijk beslissingen. Er wordt dan gesproken van een besluit. Tegen een besluit dat niet van algemene strekking is of een weigering een dergelijk besluit te nemen, kan bezwaar en beroep worden ingesteld door een belanghebbende wanneer hij meent dat er niet gehandeld is conform de regelgeving. Doel van deze bestuursrechterlijke rechtsgang is vernietiging van het genomen foutieve besluit en/of het alsnog nemen van een correct besluit. Ook kan de bestuursrechter op basis van art. 8:73 Algemene wet bestuursrecht (Awb) een schadevergoeding aan de benadeelde toekennen. De mogelijkheden van de bestuurrechterlijke gang zijn echter beperkt en de benadeelde zal dan ook vaak en civiele procedure voor de burgerlijke rechter moeten aanspannen, wil hij zijn schade vergoed zien. 51 Voor publiekrechtelijke lichamen als de AFM en de DNB is geen aparte norm opgenomen in de wet en zal men moeten terugvallen op het algemene aansprakelijkheidrecht. Ingang van deze civielrechtelijke procedure die strekt tot aansprakelijkheidstelling van de financiële toezichthouder en schadeverhaal is een vordering uit onrechtmatige daad, art. 6:162 Bw. Er moet aan een vijftal eisen zijn voldaan wil een actie uit onrechtmatige daad slagen. 51 Voor een uitvoerige beschrijving van de bestuursrechtelijke gang en verhouding tussen bestuursrechter en civiele rechter zie Damen e.a. 2006, met name paragraaf 1.6 en hoofdstuk 8 en Roth

21 Onrechtmatige daad De toezichthouder moet een onrechtmatige daad hebben gepleegd. De benadeelde kan een beroep doen op een van de volgende grondslagen: inbreuk op een recht, strijd met een wettelijke plicht of schending van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, art. 6:162 lid 2 Bw. De eerste grond speelt meestal geen zelfstandige rol. Bij onrechtmatige intrekking van een vergunning kan dit anders zijn. Van strijd met een wettelijke plicht is met name sprake indien de toezichthouder zich niet houdt aan een gebonden bevoegdheid. Een gebonden bevoegdheid is een bevoegdheid die moet worden ingezet als aan de wettelijke voorwaarden is voldoen en geen beleidsvrijheid of beoordelingsruimte overlaat voor de toezichthouder. 52 Wanneer een Wft-regel wordt geschonden die onvoldoende grond biedt voor het aannemen van strijd met een wettelijke plicht, is deze schending wel een aanwijzing voor het aannemen van onzorgvuldig gedrag aan de zijde van deze toezichthouders. 53 De zorgvuldigheidsnorm wordt besproken in par Toerekening In de tweede plaats dient de onrechtmatige daad te kunnen worden toegerekend aan de toezichthouder. Dit kan op basis van schuld, de wet of de in het verkeer geldende opvattingen, art. 6:162 lid 3 Bw. Voor de AFM en DNB zijn geen wettelijke aansprakelijkheden vastgelegd. Toerekening op basis van schuld is mogelijk indien de toezichthouder wist of behoorde te weten dat zijn gedraging in strijd was met het geschreven of ongeschreven recht. 54 Schade Een derde eis is dat de benadeelde schade moet hebben geleden, art. 6:162 lid 1 Bw. In het kader van het financieel toezicht zal het meestal gaan om (zuivere) vermogensschade. Deze vorm van schade komt op basis van de wet en jurisprudentie voor vergoeding in aanmerking. 55 Causaliteit In de vierde plaats moet de schade gerelateerd zijn aan de onrechtmatige daad, er moet sprake zijn van een causaal verband, art. 6:162 lid 1 Bw. Wanneer de schade ook zou zijn ontstaan indien de toezichthouder correct had gehandeld, is niet aan dit vereiste voldaan. Men spreekt ook wel over een conditio sine qua non verband. 56 Daarnaast dient het te gaan om redelijke schade, art 6:98 Bw. De schade kan alleen aan de toezichthouder worden toegerekend wanneer dit in redelijkheid kan worden beschouwd als een gevolg van de onrechtmatige daad. 52 Busch 2010, p Spier e.a. 2006, p Van Dam 2006, p.88 en Kezel e.a. 2009, p Zie ook Busch 2010, p Kezel e.a. 2009, p

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Datum 31 maart 2017 Betreft Evaluatie van de algemene zorgplicht van financiële dienstverleners (33 632)

Datum 31 maart 2017 Betreft Evaluatie van de algemene zorgplicht van financiële dienstverleners (33 632) > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van toezichthouders wegens inadequaat handhavingstoezicht

Aansprakelijkheid van toezichthouders wegens inadequaat handhavingstoezicht Aansprakelijkheid van toezichthouders wegens inadequaat handhavingstoezicht VIDE Jaarcongres 15 juni 2012 A.J. (Lian) van Poortvliet aj.vanpoortvliet@pelsrijcken.nl June 17, 2012 Programma Juridisch kader

Nadere informatie

Datum 11 maart 2011 Betreft: Beperking van de aansprakelijkheid van de financiële toezichthouders

Datum 11 maart 2011 Betreft: Beperking van de aansprakelijkheid van de financiële toezichthouders > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl

Nadere informatie

Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur

Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur Wat is de impact op een vonnis van een rechtbank als het gaat om zorgplicht van de adviseur en zorgplicht van de aanbieder? In hoeverre heeft deze uitspraak

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen) Nr. 36 BRIEF

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in toezichtwetgeving en het handhavingsbeleid van de CBA

Recente ontwikkelingen in toezichtwetgeving en het handhavingsbeleid van de CBA Recente ontwikkelingen in toezichtwetgeving en het handhavingsbeleid van de CBA mr. R.A. (Anthony) Vleeming Senior Policy Advisor Prudential Supervision Department 28 oktober 2016 1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER BESTUURSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 BESTUURSRECHT 2 BESTUURLIJKE HANDHAVING 3 BESTUURSRECHTELIJK HANDHAVINGSKADER 4 TOEZICHT

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht

Nadere informatie

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014.

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 2 Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer

Nadere informatie

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

DEEL I DE RECHTSMACHT 1 VOORWOORD V DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 DE GRONDWET 3 1 Waarborg 3 2 Exclusiviteit 4 3 Doorbreking bij de wet 5 4 Het begrip rechterlijke macht 5 5 Burgerlijke rechten 6 6 Conclusie burgerlijke en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

Waar in dit beleidsdocument gerefereerd wordt aan de sectorale wetten dan wordt hiermee bedoeld de Ltk, Ltv, Ltg, Ltt en Lop.

Waar in dit beleidsdocument gerefereerd wordt aan de sectorale wetten dan wordt hiermee bedoeld de Ltk, Ltv, Ltg, Ltt en Lop. Handhavingsbeleid toezicht Centrale Bank van Aruba 1. Inleiding Als de Centrale Bank van Aruba (CBA) een overtreding constateert, maakt zij een afweging hoe zij zal optreden, of er een (bestuurlijke) handhavingsmaatregel

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER STAATSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 STAATSRECHT 2 RECHTSSTAAT 3 CONCORDANTIEBEGINSEL 4 BESTUURLIJKE HANDHAVING ALGEMEEN

Nadere informatie

Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt!

Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Eric Bot 1 Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Inhoudsopgave Inleiding Beloning / Portefeuillerecht Wie is verantwoordelijkheid voor het advies? Rechtsfiguur van de

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan

Nadere informatie

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten versie 1.0 K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd Jos Janssen, Mei 2014 1 Bezwaar en Beroep Jeugdwet Van recht op zorg naar jeugdhulpplicht In het wetsvoorstel

Nadere informatie

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor 1. Inleiding De Wet lokaal spoor (Wls) treedt in werking op 1 december 20015. Deze wet beoogt de wetgeving inzake de lokale spoorwegen te moderniseren en zorgt ervoor

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom aan BankGiro

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 724 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het kunnen vaststellen van tijdelijke voorschriften ter bevordering van ordelijke

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom aan Lotto

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling ) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs ( Klokkenluidersregeling ) Preambule De regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar

Nadere informatie

SFT s zijn transacties waarbij effecten als zekerheid worden gebruikt om geld te lenen, of geld als zekerheid wordt gebruik om effecten te lenen.

SFT s zijn transacties waarbij effecten als zekerheid worden gebruikt om geld te lenen, of geld als zekerheid wordt gebruik om effecten te lenen. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende transparantie van effectenfinancieringstransacties

Nadere informatie

Regeling opleggen bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen (Regeling bestuurlijke boete Wbrp)

Regeling opleggen bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen (Regeling bestuurlijke boete Wbrp) 1 "ZJ gemeente ^ j Heemskerk Regeling opleggen bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen (Regeling bestuurlijke boete Wbrp) 29 juli 2014 BiVO/2014/30052 lll! ili II Iii Z012B092508 JJS^^, REGELING

Nadere informatie

Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) beperkt tot schade die in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijke onbehoorlijke

Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) beperkt tot schade die in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijke onbehoorlijke 1 Inleiding 1.1 AANLEIDING In het financieel recht neem ik een snelle Europese eenwording waar, door Tridimas ook wel aangeduid als a journey towards federalization. 1 De wereldwijde financiële crisis

Nadere informatie

Handhaving van handel met voorwetenschap

Handhaving van handel met voorwetenschap Handhaving van handel met voorwetenschap Een onderzoek naar de wenselijkheid van het naast elkaar bestaan van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving van handel met voorwetenschap onder Verordening

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Zeeland-West-Brabant van 12 april 2017 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2017 in het arrondissement Zeeland-West- Brabant De deken van de orde

Nadere informatie

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 ... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie;

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie; Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie Reglement incidenten- en klokkenluidersregeling Artikel 1 pensioenfonds: incident: Definities Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie;

Nadere informatie

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 10 augustus 2017 Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht 2019 Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging voor Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) maken wij gaarne

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr.dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.J. Olthoff, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr.dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.J. Olthoff, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-469 (mr.dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.J. Olthoff, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 januari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Handhavingsbeleid van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank

Handhavingsbeleid van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank Handhavingsbeleid van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank 1. INLEIDING Hieronder wordt ingegaan op het beleid dat door de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche

Nadere informatie

Wat was de aanleiding voor de AFM om onderzoek te doen naar vermogensscheiding?

Wat was de aanleiding voor de AFM om onderzoek te doen naar vermogensscheiding? & wijzigingen Nrgfo Wft op het vlak van vermogensscheiding Wat was de aanleiding voor de FM om onderzoek te doen naar vermogensscheiding? Nationale ontwikkelingen in combinatie met nieuwe regelgeving als

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Oost-Brabant van 11 mei 2016 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2016 in het arrondissement Oost- Brabant De deken van de orde in het arrondissement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 869 Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking

Nadere informatie

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven? Q&A Inleiding Met de inwerkingtreding op 1 juli 2009 van de Vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk om, indien sprake is van een overtreding door een rechtspersoon, ook de feitelijk

Nadere informatie

Algemene voorwaarden SpaaQ versie

Algemene voorwaarden SpaaQ versie Algemene voorwaarden SpaaQ versie 1.0 2016 Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die, alleen of gezamenlijk en niet in de uitoefening van een beroep

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Kansspelautoriteit OPENBAAR Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 399 Kenmerk: 00.080.086 Openbaarmaking onder kenmerk: 00.082. 721 Besluit tot openbaarmaking Besluit

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 259 4 januari 2012 Regeling vaststelling bedragen 2012 ex artikelen 2 en 3 Besluit bekostiging financieel toezicht 23

Nadere informatie

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN Bart Jansen Advies: Bart Jansen Advies, ingeschreven in het Handelsregister onder nummer

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN Bart Jansen Advies: Bart Jansen Advies, ingeschreven in het Handelsregister onder nummer ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN Bart Jansen Advies: Bart Jansen Advies, ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 74414860 Offerte: een aanbieding (schriftelijk of per mail) van Bart Jansen Advies

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-205 d.d. 19 mei 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en R.H.G. Mijné, leden en mr. I.M.M. Vermeer, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

1.3 Publiekrechtelijke handhaving van privaatrechtelijk geaarde regels

1.3 Publiekrechtelijke handhaving van privaatrechtelijk geaarde regels Titelpagina Copyright Pagina 1 INLEIDING 1.1 Toezicht in het algemeen belang 1.2 Toezichthouders en privaatrecht 1.3 Publiekrechtelijke handhaving van privaatrechtelijk geaarde regels 1.4 Handhaving van

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de lasten onder dwangsom aan de

Nadere informatie

Handhaving pensioenrecht

Handhaving pensioenrecht Handhaving pensioenrecht Vereniging voor Pensioenrecht, 18 juni 2014 Saskia Nuyten Rechter: toezicht op handelen DNB DNB: toezicht op naleving wettelijke eisen Uitvoerder: uitvoering met als minimum wettelijk

Nadere informatie

PH Presentatie 28 mei 2018

PH Presentatie 28 mei 2018 PH 1104 Presentatie 28 mei 2018 1 AGENDA 1. Inleiding vernieuwing PH 1104 2. Meldingsplicht 3. Verantwoordelijkheid accountant in relatie tot COS 250 4. Mogelijke gevolgen niet naleven wet- en regelgeving

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers. Freddie Stoutmeijer Juli 2015

De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers. Freddie Stoutmeijer Juli 2015 De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers Freddie Stoutmeijer Juli 2015 De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers Freddie Stoutmeijer Juli 2015 A.A. Pasaribu

Nadere informatie

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

Autoriteit Financiële Markten. financiële markten. transparante. eerlijke en. bevordert. De AFM

Autoriteit Financiële Markten. financiële markten. transparante. eerlijke en. bevordert. De AFM Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten Voor woord In deze brochure maakt u kennis met de Autoriteit Financiële Markten (AFM): wat doen we, waarom doen

Nadere informatie

Handhavingsbeleid toezicht Centrale Bank van Aruba

Handhavingsbeleid toezicht Centrale Bank van Aruba Handhavingsbeleid toezicht Centrale Bank van Aruba 1. Inleiding Als de Centrale Bank van Aruba (CBA) een overtreding constateert, maakt zij een afweging hoe zij zal optreden, of er een (bestuurlijke) handhavingsmaatregel

Nadere informatie

Handhavingsrisico s Omgaan met externe toezichthouders. 13 juni 2018

Handhavingsrisico s Omgaan met externe toezichthouders. 13 juni 2018 Handhavingsrisico s Omgaan met externe toezichthouders 13 juni 2018 1 Code Pensioenfondsen Vertrouwen van de belanghebbenden in het bijzonder en de maatschappij in het algemeen in het goed beheren van

Nadere informatie

Werkwijze AFM inzien en kopiëren van digitale gegevens

Werkwijze AFM inzien en kopiëren van digitale gegevens Werkwijze AFM inzien en kopiëren van digitale gegevens Begripsomschrijvingen Digitale gegevens: gegevens waarover de onderneming in elektronische vorm beschikt of kan beschikken. Functionaris verschoningsrecht:

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst artikel 1. Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst tussen Juncto juridisch advies en training, hierna te noemen: Juncto, en een Opdrachtgever waarop

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-735 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen op : 14 februari 2018 Ingediend door :

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Woningeigenaar en overlast. artikel 6:162 BW

Woningeigenaar en overlast. artikel 6:162 BW Woningeigenaar en overlast artikel 6:162 BW lid 1 Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te

Nadere informatie

OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI FINANCIEEL ADVISEUR

OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI FINANCIEEL ADVISEUR OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI FINANCIEEL ADVISEUR NIBE-SVV 1. Op welke wijze is te zien of een financieel adviseur professioneel handelt? A. Hij opereert dan onbaatzuchtig en deskundig. B. Hij behaalt

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14473 26 mei 2014 Samenwerkingsprotocol tussen Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten

Nadere informatie

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG Doel van de beleidsregel preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag. Met deze preventieve dwangsom wordt getracht het gedrag van overlastgevende personen

Nadere informatie

Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen

Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen ACIS Seminar, 25.10.2011 mr. dr. Cees de Jong Welke wijzigingen zijn er op komst? Wijzigingswet financiële markten 2012 Wetsvoorstel (Kamerstukken II 2010/11, 32 781, nr.

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Hyp365 (zelf hypotheek afsluiten)

Algemene voorwaarden Hyp365 (zelf hypotheek afsluiten) Algemene voorwaarden Hyp365 (zelf hypotheek afsluiten) Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Consument: degene die, alleen of gezamenlijk en niet in de uitoefening van

Nadere informatie

2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 februari 2016, houdende nadere wijziging van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (S.B. 2002 no. 65, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Onjuiste pensioenopgaven

Onjuiste pensioenopgaven Onjuiste pensioenopgaven Aansprakelijkheid voor pensioenfondsen en de rol van disclaimers Artikel Senior adviseur collectieve pensioenen mr. A.M.Z. Rondas (AZL) Onjuiste pensioenopgaven Aansprakelijkheid

Nadere informatie

HOOFSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 1

HOOFSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 1 WET van 21 juni 1968 houdende algemene regelen betreffende het Toezicht op het Bank- en Kredietwezen (G.B. 1968 no. 63), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1986 no. 82. HOOFSTUK

Nadere informatie

- 1 - BESLUIT de Nederlandsche Bank NV (hierna: DNB) het navolgende.

- 1 - BESLUIT de Nederlandsche Bank NV (hierna: DNB) het navolgende. - 1 - Gelet op de artikelen 3:5, eerste lid, 1:72, eerste lid, en 1:79 van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) en de artikelen 3:2, 3:4, tweede lid, 3:46, 4:8, tweede lid, 5:16, 5:20, eerste

Nadere informatie

OVEREENKOMST INZAKE BEHEER EN BEWARING

OVEREENKOMST INZAKE BEHEER EN BEWARING OVEREENKOMST INZAKE BEHEER EN BEWARING ONDERGETEKENDEN: 1. Robeco Institutional Asset Management B.V., gevestigd te Rotterdam en aldaar kantoorhoudende aan de Coolsingel 120; en 2. Stichting Bewaarder

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 15. Inleiding 17. Deel A Verhouding tot bestuursorganen Kernbegrippen Awb

Inhoud. Lijst van afkortingen 15. Inleiding 17. Deel A Verhouding tot bestuursorganen Kernbegrippen Awb Inhoud Lijst van afkortingen 15 Inleiding 17 Begrip bestuursrecht 17 Doelstellingen, opzet en indeling Awb 18 Opbouw boek 21 Website 22 Deel A Verhouding tot bestuursorganen 23 1 Kernbegrippen Awb 25 Leerdoelen

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling ) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Ons Middelbaar Onderwijs ( Klokkenluidersregeling ) pag. 1 van 8 Preambule Klokkenluidersregeling De regeling inzake het omgaan met

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009.

Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009. Datum 2 juli 2010 Kenmerk CA/NB/514/26 Besluit Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009. 1. Verloop

Nadere informatie

Inleidster. Kantoorintroductie. Ellen Timmer, 30 november 2009 1. Ellen Timmer advocaat bij Pellicaan Advocaten

Inleidster. Kantoorintroductie. Ellen Timmer, 30 november 2009 1. Ellen Timmer advocaat bij Pellicaan Advocaten Inleidster Ellen Timmer advocaat bij Pellicaan Advocaten I: www.pellicaan.nl E: ellen.timmer@pellicaan.nl Kantoorintroductie Pellicaan Advocaten: Advocatuur nieuwe stijl Arbeidsrecht Ondernemingsrecht

Nadere informatie

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,

Nadere informatie

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV)

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) A In artikel 1:6, onderdeel d, wordt na gemaakt binnen ingevoegd: of gedurende. De volledige tekst van de bepaling

Nadere informatie

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Workshop Landelijk Congres Huiselijk Geweld 16 november 2009 Inhoud Waar hebben we het over Juridisch Kader Achtergrond Afweging: geheim doorbreken? Stappenplan Casusposities

Nadere informatie

REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU. Preambule

REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU. Preambule REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU Preambule De regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen de Stichting PCOU biedt

Nadere informatie

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Reglement bezwaarprocedure SVWN Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 10826 Kenmerk: 12517 / 01.038.932 Openbaar gemaakt onder kenmerk Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het

Nadere informatie

Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren.

Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren. Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren. Artikel 1. Gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid. 1. Het college maakt gebruik van de

Nadere informatie

INLEIDING. Wij doen dat onafhankelijk. Dat wil zeggen dat geen enkele financiële instelling invloed heeft op de adviezen die wij aan U verstrekken.

INLEIDING. Wij doen dat onafhankelijk. Dat wil zeggen dat geen enkele financiële instelling invloed heeft op de adviezen die wij aan U verstrekken. INLEIDING All Finance behartigt uw belangen op het gebied van financiële diensten. Dat kunnen schadeverzekeringen zijn of de complexe adviesproducten; kapitaal-, lijfrente-, risico-, arbeidsongeschiktheids-,

Nadere informatie

Verlening van de aanvankelijke verklaringen van geen bezwaar

Verlening van de aanvankelijke verklaringen van geen bezwaar Directie Financiële Markten De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 26 februari 2008 FM 2008-00445 M Onderwerp ABN

Nadere informatie

Aangetekend verstuurd De heer W. De Jong h.o.d.n. De Jong Verzekeringen Haarsterweg VB MARUM

Aangetekend verstuurd De heer W. De Jong h.o.d.n. De Jong Verzekeringen Haarsterweg VB MARUM Aangetekend verstuurd De heer W. De Jong h.o.d.n. De Jong Verzekeringen Haarsterweg 13 9363 VB MARUM Datum 28 januari 2013 Pagina 1 van 8 Betreft Last onder dwangsom Geachte heer De Jong, De Autoriteit

Nadere informatie

FINANCIEEL TOEZICHT IN BESTUURSRECHT EN PRIVAATRECHT Noodzakelijke veranderingen na de crisis

FINANCIEEL TOEZICHT IN BESTUURSRECHT EN PRIVAATRECHT Noodzakelijke veranderingen na de crisis FINANCIEEL TOEZICHT IN BESTUURSRECHT EN PRIVAATRECHT Noodzakelijke veranderingen na de crisis Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2009 uitgebracht door MR. A.H. SCHELTEMA PROF. MR. M. SCHELTEMA

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds. Incidenten- en Klokkenluidersregeling

Stichting Metro Pensioenfonds. Incidenten- en Klokkenluidersregeling Stichting Metro Pensioenfonds Incidenten- en Klokkenluidersregeling Onderdeel van het Integriteitsbeleid Versie maart 2017 Vorige versie vastgesteld in de bestuursvergadering van 4 december 2015 Stichting

Nadere informatie