8 e Internationale Chemieolympiade, Halle 1976, Duitse Democratische Republiek.
|
|
- Clara de Smet
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 8 e Internationale hemieolympiade, Halle 1976, Duitse Democratische Republiek. Theorie pgave 1 1. Leg met behulp van algemeen gebruikte internationale symbolen en formules uit welke verbindingen peroxoverbindingen genoemd worden. Geef totaalformules voor zes ervan.. Geef reactievergelijkingen van twee methoden ter kwantitatieve bepaling van het peroxidegehalte in calcium(ii)peroxide.. Geef de reactievergelijkingen voor de volgende reacties: a) In water opgelost [r(h ) 6 ]l wordt gemengd met een overmaat natronloog. Hierbij wordt een heldergroene oplossing gevormd. Bij toevoeging van een waterige waterstofperoxideoplossing verandert de kleur in geel. b) Als een waterige oplossing van een violette mangaanverbinding wordt gemengd met een oplossing van waterstofperoxide, ontkleurt de oplossing en komt een gas vrij. pgave,79 g van een kristallijn hydraat van het type M x A y z H, waarin M een metaal is reageert met een overmaat Sl. De vrijgekomen gasvormige producten worden ingeleid in een bariumchlorideoplossing met zoutzuur en waterstofperoxide. Kleine hoeveelheden Sl meegevoerd door de gasvormige producten worden door uitvriezen verwijderd. Er wordt 14,004 g neerslag gevormd. Dit bevat 1,74 massa-% zwavel. In een ander experiment wordt 1,1896 g van de beginstof opgelost in water en de oplossing wordt met water aangelengd tot een volume van 100 cm. Een vijfde van deze oplossing is nodig voor reactie met 10 cm 0, M AgN -oplossing. Er wordt 0,8664 g neerslag gevormd (eindpuntdetectie gebeurt conductometrisch). 1. Bereken de formule van het kristallijn hydraat (gebruik de rel atoommassa s van het bijgeleverde P.S.).. Als bekend is dat het monster maximaal zeven mol water per mol kristallijn hydraat kan bevatten, geef dan een voorbeeld van een ander mogelijk hydraat dat vanwege de gegeven beperking niet in aanmerking kan komen. pgave 5,0 g technisch ijzer(ii)sulfide, FeS met 5 % metallisch ijzer reageert met zoutzuur. 1. Bereken hoeveel L gasvormige producten (STP) vrijkomt.. Bereken de samenstelling in vol-% van het gasmengsel. pgave 4 Vier veel voorkomende natuurlijke stoffen hebben de volgende empirische totaalformules. A H 5 N H 7 N B H 7 N D 9 H 11 N De gegeven stoffen geven alkalizouten bij reactie met een alkalische oplossing; in neutrale of zure oplossing echter vindt er reactie plaats op het stikstofatoom. 1. Geef de structuurformules van de verbindingen A, B, en D.. Welke van de gegeven stoffen zijn optisch actief en welke niet?. Geef de formule van de karakteristieke groep die kenmerkend is voor sommige natuurlijke producten en die ook aanwezig is in het product dat gevormd wordt in de reactie van twee moleculen A. Geef de naam van de natuurlijke stoffen waartoe bovengenoemd product behoort. 4. Een cyclische organische verbinding, van technisch belang, heeft ook de karakteristieke groep van vraag. a) Geef de structuurformule van deze cyclische verbinding. 1 Ih08DDR1976NL
2 b) Geef een karakteristiek deel van de structuurformule van een macromoleculaire stof die uit de genoemde verbinding gemaakt kan worden. c) Geef het karakteristieke deel van de structuurformule van een isomere macromoleculaire verbinding die ook van technisch belang is. d) Geef de naam van de groep verbindingen waartoe beide bovenvermelde macromoleculaire stoffen behoren. pgave 5 a) Verbindingen B en E worden gevormd als een organische stof A( 6 H 1 ) reageert met natronloog (verzeping). b) Stof B kan in een tweestapsproces geoxideerd worden tot stof. c) Stof geeft bij reactie met broom een substitutieproduct D dat in natronloog wordt gehydrolyseerd tot stof E. d) Stof E geeft bij reactie met een stoichiometrische hoeveelheid zoutzuur verbinding F (40,0 massa-%, 6,66 % H, de rest is ). e) Stof F is een belangrijk product van het metabolisme in biologische processen. f) Verbinding F verliest bij langer staan een mol water per twee mol stof. Daarbij ontstaat een instabiele verbinding G. g) Stof F kan ook verkregen worden uit verbinding H die stikstof bevat door een eenstapsreactie met salpeterigzuur. Bij een kwantitatief verloop van de reactie wordt 4,5 g F gevormd uit 4,45 g H. 1. Geef de reactievergelijkingen van alle bovengenoemde reacties.. Geef de structuurformules van de organische verbindingen A H. pgave 6 In een tamelijk groot vertrek moet de temperatuur met een gasthermometer gemeten worden. Hiertoe wordt een glazen buis met een inwendig volume van 80 cm gevuld met stikstof (T = 0 en p = 101,5 kpa). De buis wordt dan langzaamaan door de hele ruimte meegenomen. Bij een hogere temperatuur ontsnapt het gas door thermische uitzetting uit de buis en wordt opgevangen boven een vloeistof met een verwaarloosbare dampspanning. In totaal ontsnapt er 5 cm gas uit de buis (T = 0 en p = 101,5 kpa). 1. Hoeveel mol stikstof is nodig om de buis te vullen?. Hoeveel mol stikstof ontnapt uit de buis bij de hogere temperatuur?. Bereken de gemiddelde temperatuur in het vertrek. Verwaarloos daarbij de thermische uitzetting van de glazen buis. 4. Verandert er iets als in plaats van zuivere stikstof een mengsel van 50 vol-% stikstof en 50 vol-% waterstof wordt gebruikt? pgave 7 De dichtheid van een zwavelzuuroplossing in een opgeladen loodaccu moet 1,8 g cm zijn. Dit komt overeen met een oplossing van 6,87 massa-% H S 4. Bij ontladen mag niet kleiner worden dan 1,10 g cm. Dat komt overeen met een zwavelzuuroplossing van 14,5 massa-%. onstante van Faraday = 6,8 Ah mol Geef de reactievergelijkingen voor het op- en ontladen van een loodaccu.. Bereken hoeveel g H en H S 4 verbruikt of gevormd wordt in de reactie van 1.. Bereken hoeveel g H S 4 toegevoegd moet worden aan een loodaccu met een capaciteit van 10 Ah als de hoeveelheid H S 4 in het bereik ligt dat in deze opgave aangegeven is. 4. Bereken het volumeverschil tussen de zwavelzuuroplossingen in geladen en ontladen loodaccu met capaciteit 10 Ah. Ih08DDR1976NL
3 Uitwerkingen theorie pgave 1 1. Peroxoverbindingen bevatten de karakteristieke groep: Voorbeelden: H, Na, Ba, H S 5, H S 8, K 6, r 5, [V ] ;. alcium(ii)peroxide wordt ontleed door een oplossing in water van een geschikt zuur, H komt dan vrij en wordt bepaald door: a) manganometrische methode b) jodometrische methode Vergelijkingen: a) 5 H Mn 4 6 H Mn 5 14 H b) H I H I 4 H I S I S 4 6. a) [r(h ) 6 ] 4 H [r(h) 4 (H ) ] 4 H [r(h) 4 (H ) ] H H r 4 1 H b) De vergelijking is gegeven in a. pgave a) Het zwavelgehalte bevestigt dat het neerslag BaS 4 is. M x A y z H z Sl z S z Hl M x A y z S z H z Ba z BaS 4 z H 14,004 g n(bas 4 ) = = 0,06 mol in hydraat 0,06 mol H 1,4 g mol b) Hoeveelheid A in het monster reactie: Ag A AgA n(ag ) = cv = 0, mol L 1 0,01 L = 0,00 mol n(aga) = 0,00 mol 0,8664 g M(AgA) = = 14, g mol 1 A = l 0,00 mol Het neerslag dat bij de titratie gevormd wordt is Agl, het hydraat is dus een chloride. 1,1896/5 g = 0,79 g hydraat bevat 0,00 mol l,79 g hydraat bevat 0,0 mol l De molverhouding l /H in het hydraat is: n(l ) : n(h ) = 0,0 : 0,06 = 1 : Aanname: i) Ml H n(l ) = 0,0 mol; n(ml. H ) = 0,0 mol,79 g M(Ml H ) = = 118,956 g mol 1 0,0 mol M(M) = M(Ml. H ) M(l ) M(H ) = 118,965 5,45 54,046 = 9,466 g mol 1 Elementen met dezelfde molaire massa zijn niet-metalen, daarom is de eerste aanname onjuist. ii) Ml 6 H n(l ) = 0,0 mol; n(ml.6 H ) = 0,01 mol,79 g M(Ml.6 H ) = = 7,9 g mol 1 0,01 mol M(M) = M(Ml.6 H ) M(l ) 6 M(H ) = 7,9 70, ,09 = 58,9 g mol 1 M = o De tweede aanname voldoet aan de gestelde voorwaarden. De formule van het hydraat is: ol.6 H iii) Ml.9 H n(l ) = 0,0 mol; n(ml.9 H ) = 0,0/ mol M(Ml.9 H ) = 56,895 g mol 1 Ih08DDR1976NL
4 M(M) = M(Ml.9 H ) M(l ) 9 M(H ) = 56, ,59 16,18 = 88,98 g mol 1 M = Y Het hydraat Yl.9 H alsmede het andere hydraat Snl 4.1 H komt niet in aanmerking vanwege het maximale aantal van 7 mol H per mol hydraat in de opdracht. pgave 1. reacties: Fe Hl Fel H FeS Hl Fel H S 0,5 g n(fe) = = 4,4810 mol 1 55,85 g mol n(fe) = 4,75 g 1 87,91 g mol = 5,4010 mol V(H ) = n(h ) V o = 4,4810 mol,4 L mol 1 = 0,1 L V(H S) = n(h S) V o = 5,4010 mol,4 L mol 1 = 1,1 L. Samenstelling van het gasmengsel: 0,1 100 = 7,6 vol-% H 1,1 1,1 1,1 pgave 4 1. A: 100 = 9,7 vol-% H S H NH H H NH B: H H H H H NH NH : N H H H H H NH H D: H H NH H H H NH. A: - optisch inactief B: - optisch actief : - optisch inactief D: - optisch actief. NH peptiden 4. a) H H H H NH 4 Ih08DDR1976NL
5 b) (H ) 5 NH c) NH(H ) 6 NH(H ) 4 d) polyamiden pgave 5 H H H H H H NaH H H H H H A H H B E H B H Br D NaH E Hl H H H H H H H Na H Br H H H H H H D E F H HBr NaBr H H Nal F H H H H H H G H H HN F N H H N H pgave 6 1. Vullen van de buis pv n 1 (N ) = 1 101,5 kpa 0,080 dm =,10 mol RT 1 1 8,14 J mol K 9,15 K. ntsnapt uit de buis pv n (N ) = 101,5 kpa 0,05 dm = 1,4610 mol RT 1 1 8,14 J mol K 9,15 K vergebleven in de buis n (N ) = n 1 (N ) n (N ) = 1, Ih08DDR1976NL
6 . Temperatuur waarbij de hoeveelheid stikstof (n ) een volume V 1 heeft (de gemiddelde temperatuur in het onderzochte vertrek): pv1 101,5 0,080 T = 51 K; t = 48. R n 8,14 1, Geen verandering treedt op in vergelijking met voorgaande meting. pgave 7 ontladen opladen 1. Pb Pb H S 4 PbS 4 H. n(h S 4 ) = mol n(h ) = mol m(h S 4 ) = 196 g m(h ) = 6 g ontladen: m(h S 4 ) = 196 g; m(h ) = 6 g laden: m(h S 4 ) = 196 g; m(h ) = 6 g. Benodigde massa H S 4 6,8 Ah ˆ 98 g H S 4 10 Ah ˆ 48,8 g H S 4 Analoog: 6,8 Ah ˆ 18 g H 10 Ah ˆ 80,6 g H ontladen loodaccu: massa H S 4 -oplossing - m massa H S 4 - m 1 massafractie H S 4 - w 1 =0,145 dichtheid H S 4 -oplossing - 1 = 1,10 g cm geladen loodaccu: massa H S 4 gevormd - m = 48,8 g massa H verbruikt - m = 80,6 g massafractie H S 4 - w =0,687 dichtheid H S 4 -oplossing - = 1,8 g cm m mdat: w 1 m 1 (a) 1 m w (b) m m m m Dit stelsel van vergelijkingen (a) en (b) kan opgelost worden voor m 1 en m: m 1 = 195,45 g; m =16 g 4. Volume van de elektrolyt V 1 in een ontladen accu: m 16 g V 1 = 18, cm 1 1,10 g cm Volume van de elektrolyt V in een geladen accu: m m m 170, g V = 14,9 cm 1,8 g cm volumeverschil: V = V V 1 = 14,9 18, = 105,7 cm 6 Ih08DDR1976NL
7 Practicum pgave 8 Een monster bevat twee van de volgende kationen: Ag, Pb, Fe, r, o, Al, Mn en een van de volgende anionen: S 4, l, N. Toon de kationen en het anion in het monster aan met de volgende reagentia: M Hl, gec. H S 4, 1 M H S 4, M HN, M H H, NaH, NH 4 H, H, Na, KN /Na, NH 4 SN, Na B 4 7, NaF, H 5 H, Bal, AgN, NH 4 l, (NH 4 ) Fe(S 4 ), alizarine-s. Geef de resultaten in bijgaande tabel op de volgende manier: a) in de kolom reagens: geef de formule van het reagens dat nodig was om aan te tonen of het kation of anion aan- of afwezig was in het monster b) in de kolom / ; geef de aan- of afwezigheid van een ion in het monster aan met een - of - teken. pgave 9 Een oplossing bevat natriumoxalaat en oxaalzuur. Bepaal hoeveel mg natriumoxalaat en oxaalzuur in de onderzochte oplossing zit. De volgende oplossingen staan tot je beschikking: 0,0197 M KMn 4, 0,1019 M NaH, gec. H S 4 en een oplossing van fenolftaleïen pgave 10 Je krijgt vier onbekende organische, alifatische verbindingen met de algemene formule AH B, genummerd 1 4. Sommige kunnen in water opgelost zijn. Doe de volgende experimenten: 1. Bepaal de ph van de oplossing.. Voer een reactie met zoutzuur uit.. Reactie met alkalimetaalhydroxide (basische hydrolyse 5 minuten koken onder reflux) en een aantoningsreactie op halogeniden. De volgende gegevens staan bovendien tot je beschikking: a) een van de te onderzoeken verbindingen vormt een intramoleculair anhydride. b) Het koolstof- en waterstofgehalte (in massa-%) alsmede de rel. molecuulmassa van dezelfde verbinding zijn bekend, de gegevens worden echter verstrekt in willekeurige volgorde, die niet overeenkomt met de nummering van de monsters. Bepaal de karakteristieke groepen A en B voor elke stof. Maak gebruik van je experimentele resultaten en de beschikbare gegevens. Noteer je resultaten in bijgaande tabel; geef positieve resultaten aan met en negatieve met. 7 Ih08DDR1976NL
4 e Internationale Chemieolympiade, Moskou, 1972, Sovjet Unie
4 e Internationale Chemieolympiade, Moskou, 1972, Sovjet Unie Theorie pgave 1 1,52 g mengsel van twee vaste elementen reageert met een overmaat zoutzuur. ierbij komt 0,896 L gas vrij en 0,56 g van een
Nadere informatie2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen
2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen Theorie pgave 1 20 g kaliumsulfaat wordt opgelost in 150 ml water. De oplossing wordt vervolgens geëlektrolyseerd. Na elektrolyse bevat de oplossing
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 6 HAVO 4
Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12
Nadere informatieOEFENSET 2006_1 OPGAVEN
EFENSET 2006_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatieOEFENSET 2007_1 OPGAVEN
EFENSET 2007_1 PGAVEN werk: Evelien Veltman (secretaresse) Instituut voor eerplanontwikkeling Postbus 2041/7500 CA Enschede Telefoon: (053)4840339 privé: P.A.M. de Groot Kamperzand 1/1274 HK Huizen Telefoon:
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal met behulp van tabel II de reactie tussen kaliumpermanganaat in zuur milieu met: a Sn 2+ ionen MnO 4 + 8 H 3O + + 5 e Mn 2+ + 12 H 2O x 2 Sn 2+ Sn 4+
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen
MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt
Nadere informatieNATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde 1, 2002
NATINAE CHEMIE YMPIADE Voorronde 1, 00 pgaven woensdag 6 februari Deze voorronde bestaat uit 18 vragen verdeeld over 8 opgaven De maximum score voor dit werk bedraagt 100 punten De voorronde duurt maximaal
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo I
pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen
Nadere informatieRekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016
Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieMaak bij het oplossen ook gebruik van het feit dat de totale positieve lading in de oplossing gelijk is aan de totale negatieve lading.
Voorronde 1980 heeft niet plaatsgevonden. p voordracht van docenten over het hele land zijn leerlingen met gemiddeld 9 voor het vak scheikunde uitgenodigd deel te nemen aan de Nationale eindronde 1980.
Nadere informatie25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008
25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008 Schiftingsproef 13 februari 2008 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: Aantal uur chemie dat je dit schooljaar
Nadere informatieCursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)
Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 a We titreren HCl met NaOH. Welke van de boven gegeven indicatoren kunnen we gebruiken? Elke genoemde indicator, de phverandering gaat ongeveer van ph = 3 tot
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met
Nadere informatieEen neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.
Chemie Vraag 1 Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Waarover kun je op basis van deze gegevens GEEN éénduidige
Nadere informatieEen neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.
Chemie Vraag 1 Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Waarover kun je op basis van deze gegevens GEEN éénduidige
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatieIM4--14 ONDERWIJS IN 1 MAV04. Maandag 17 mei, uur. NATUUR- EN SCHEIKUNDE H (Scheikunde) OPEN VRAGEN
M4--14 ONDERWJS N 1 MAV04 Maandag 17 mei, 14.00--16.00 uur NATUUR- EN SCEKUNDE (Scheikunde) OPEN VRAGEN Bij het examen natuur- en scheikunde wordt de volgende verdeling van de tijd over de twee onderdelen
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?
Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing
Nadere informatieRekenen aan reacties 4. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Hulp: kennisclips. Zelfstudieopdrachten voor volgende week
4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Volume) Afronding voor volgende week (Rekenen met volumes) Hulp: kennisclips www.patricklogister.nl of www.youtube.com/pgjlogister
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo II
Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatie35 ste Vlaamse Chemieolympiade
35 ste Vlaamse hemieolympiade 2017-2018 2 de ronde 28 februari 2018 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: antal lesuren chemie per week die je dit
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-II
Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven Eliminatie 1983-I(I) Als uit een molecuul twee atomen of atoomgroepen worden verwijderd waarbij in het molecuul een meervoudige binding ontstaat, dan spreekt
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2011 - I
Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist
Nadere informatieIsomeren van C4H8O2. EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1997, TWEEDE TIJDVAK, opgaven
EXAMEN SEIKUNDE VW 1997, TWEEDE TIJDVAK, opgaven 1 Buteendizuuranhydride 1997-II(I) Butaan ( 4H 10) wordt onder andere gebruikt als grondstof voor de bereiding van buteendizuuranhydride. De molecuulformule
Nadere informatieTITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO
TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO versie juli 2017 WOORD VOORAF De in dit document besproken titratiemethoden vormen de basis van de diverse varianten die in de loop der
Nadere informatieChemisch rekenen versie 22-03-2016
Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieS S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw
Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle Hoofdstuk 1 Atoombouw Theorie 19 b 78,99 23,98504 10,00 24,98584 11,01 25,98259 24, 31 100 20
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
38 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS opgaven dinsdag 13 juni 2017 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 34 deelvragen. Gebruik voor elke opgave een
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 dinsdag 17 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
Nadere informatieEXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven
EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Jood en propanon 1980-II(I) Jood lost goed op in een oplossing van kaliumjodide in water. De verkregen oplossing noemt men joodwater. In zuur milieu
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieuniversele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden:
Nuttige gegevens: universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 vogadroconstante: N = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden: θ = 0 p = 1013 hpa molair volume van een ideaal gas onder normomstandigheden:
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatieHoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Tandarts Geel 21 juli 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 De samenstelling van een oplossing wordt in volgende tabel weergegeven: Ionsoort
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieFrank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieRekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week
Rekenen aan reacties Scheikunde iveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3 Deze les Molair volume Reactievergelijkingen kloppend maken Samenvatting Vragen uiswerk voor volgende week Bestuderen oofdstuk 4: Chemische
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-II
4 Antwoordmodel N 1 N + N N en voor de pijl en N na de pijl 1 bij juiste formules voor en na de pijl: juiste coëfficiënten 1 Een voorbeeld van een juist energiediagram is: E 1 mol N -0,815. 10 5 J 1 mol
Nadere informatieChemisch rekenen versie
Chemisch rekenen versie 27-01-2017 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1978, TWEEDE TIJDVAK, opgaven
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1978, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Acetylglycine 1978-II(I) Vele endotherme reacties verlopen alleen als men aan de stoffen die men wil laten reageren energie toevoert. Toevoeren van energie
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 30 januari 2013 tot en met woensdag 6 februari 2013 Deze voorronde bestaat uit 22 meerkeuzevragen verdeeld
Nadere informatie3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 019 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 1 tot en met 5 januari 019 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 3 opgaven met in
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen
MVO- C l EXMEN MDDELBR LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1984 MVO-C Vrijdag 4 mei, 9.00-11.00 uur SCHEKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt de volgende
Nadere informatieRedoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -
Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit
Nadere informatieT2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,
Nadere informatieAntwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.
Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieOefenopgaven REDOX vwo
Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.
Nadere informatieHoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,
Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij
Nadere informatievrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012
H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1
Nadere informatieRekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week
Rekenen aan reacties 3 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Massaverhouding) Afronding voor volgende week Bestuderen (Rekenen met de massa verhouding)
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Reacties
Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische
Nadere informatieOefenopgaven TITRATIES
Oefenopgaven TITRATIES vwo ZUURBASE-TITRATIES OPGAVE 1 Tijdens een titratie wordt 10,00 ml 3,00 10-4 M zwavelzuur getitreerd met natronloog van onbekende molariteit. Er is 21,83 ml natronloog nodig om
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 0 tot en met 7 januari 016 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Scheikunde
Scheikunde Examen HAV en VHB Hoger Algemeen Voortgezet nderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps nderwijs HAV Tijdvak 1 VHB Tijdvak 2 Dinsdag 18 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor
Nadere informatieExamen VWO. scheikunde 1,2. tijdvak 1 vrijdag 23 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.
Examen VW 2008 tijdvak 1 vrijdag 23 mei 13.30-16.30 uur scheikunde 1,2 Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 69 punten
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatie2 O 3 ; O = 2 Tl = 3+
Evenwicht 1 C Bij constante druk neemt door toevoegen He het volume toe minder gasdeeltjes per L evenwicht verschuift naar kant met meeste gasdeeltjes meer P B Bij volumevergroting verschuift het evenwicht
Nadere informatieDe waterconstante en de ph
EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE EINDTOETS THEORIE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE EINDTOETS THEORIE Universiteit Twente Enschede maandag 1 juni, opgaven Deze eindtoets bestaat uit deelvragen verdeeld over opgaven Gebruik voor elke opgave een apart antwoordvel,
Nadere informatie35 ste Vlaamse Chemieolympiade
35 ste Vlaamse hemieolympiade 20172018 2 de ronde 28 februari 2018 Georganiseerd door het Vcomité in samenwerking met de sectie nderwijs & pleidingen van de Koninklijke Vlaamse hemische Vereniging en Untwerpen,
Nadere informatie4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.
MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?
Nadere informatie34 ste Vlaamse Chemie Olympiade
34 ste Vlaamse hemie Olympiade 2016-2017 2 de ronde 22 februari 2017 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: antal lesuren chemie per week die je dit
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Hoe groot is het oxidatiegetal van elk atoom in de onderstaande deeltjes? Uitgangspunten: H = +1 O = 2 metaalion (K + ) krijgt ionlading. som van de ladingen
Nadere informatie