Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1
|
|
- Christiaan Devos
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Hoe groot is het oxidatiegetal van elk atoom in de onderstaande deeltjes? Uitgangspunten: H = +1 O = 2 metaalion (K + ) krijgt ionlading. som van de ladingen = lading deeltje a H 2O H +1 O 2 b HClO 3 H +1 O 2 Cl +5 c S 2O 3 O 2 S +2 d K 2Cr 2O 7 K +1 O 2 Cr +6 e SO 3 O 2 S +4 f S 4O 6 O 2 S +2,5 Opgave 2 Hoe groot is het oxidatiegetal van jood in de onderstaande deeltjes? Uitgangspunten: H = +1 O = 2 metaalion (K + ) krijgt zijn ionlading als oxidatiegetal som van de ladingen = lading deeltje a KI 1 b NaIO 4 +7 c KIO 2 +3 d I2 0 e HIO +1 f I 2O 3 +3 Opgave 3 Hieronder is het spanningsverloop bij een titratie met kaliumpermanganaat weergegeven. Bepaal het titratieeindpunt.
2 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 2 V (ml) V (mv) ΔV/ ΔV Δ (ΔV/ ΔV)/ ΔV KMnO 4opl. 11, , , , V = 12, /(26+20) x 0,1 = 12,26 ml 12, , , ,6 826 Opgave 4 Men wil permanganometrisch de onderstaande stoffen titreren. Geef voor elk van de stoffen de redoxreactie tijdens de titratie (gebruik tabel II). a oxaalzuurdihydraat (COOH) 2.2H 2O MnO H 3O e Mn H 2O x 2 (COOH) H 2O 2 e + 2 CO H 3O + x (COOH) MnO H 3O + 10 CO Mn H 2O b ijzer(ii)sulfaat FeSO 4 MnO H 3O e Mn H 2O x 1 Fe 2+ + Fe 3+ + e x Fe 2+ + MnO H 3O + 5 Fe 3+ + Mn H 2O c diwaterstofperoxide H 2O 2
3 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 3 MnO H 3O e Mn H 2O x 2 H 2O H 2O 2 e + O H 3O + x H 2O MnO H 3O + 5 O Mn H 2O d natriumsulfiet Na 2SO 3 MnO H 3O e Mn H 2O x 2 H 2SO H 2O 2 SO e + 4 H 3O + x H 2SO MnO 4 + H 2O 5 SO Mn H 3O + e diwaterstofsulfide H 2S MnO H 3O e Mn H 2O x 2 H 2S + 2 H 2O S + 2 H 3O e x H 2S + 2 MnO H 3O + 5 S + 2 Mn H 2O Opgave 5 Bij de bepaling van KMnO 4 in een titreeroplossing wordt 564,0 mg ammoniumijzer(ii)sulfaathexahydraat ((NH 4) 2Fe(SO 4) 2.6H 2O, M = 392,14 g/mol) opgelost en in zuur milieu met de KMnO 4oplossing getitreerd. Verbruik: 14,20 ml KMnO 4oplossing. Bereken c(kmno 4). Reactie: 5 Fe 2+ + MnO H 3O + 5 Fe 3+ + Mn H 2O n B = m B M B Inweeg: 564,0 mg / 392,14 mg/mmol = 1,4383 mmol Fe 2+ 1,4383 mmol Fe 2+ reageert met 1 / 5 x 1,4383 mmol = 0,2877 mmol KMnO 4 0,2877 mmol KMnO 4 zit in 14,20 ml KMnO 4oplossing: c(kmno 4) = 0,2877 mmol / 14,20 ml = 0,02026 mol/l Opgave 6 Ter bepaling van de massaconcentratie waterstofperoxide in een mondspoelmiddel lossen we 150,0 mg van het product op, voegen 10 ml zwavelzuur (c(h 2SO 4) = 4 mol/l) toe en titreren met een permanganaatoplossing (c(kmno 4) = 0,02050 mol/l). Verbruik: 16,63 ml.
4 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 4 Reactie: 5 H 2O MnO + 6 H 3O + 2 Mn H 2O + 5 O 2 Hoe groot is het massapercentage H 2O 2 in het monster? n B = V c B Getitreerd: 16,63 ml x 0,02050 mmol/ml = 0,3409 mmol MnO 0,3409 mmol MnO reageert met: 5 / 2 x 0,3409 mmol = 0,8523 mmol H 2O 2 m B = n B M B m(h 2O 2) = 0,8523 mmol x 34,0 mg/mmol = 28,98 mg. Massa%: 28,98 mg / 150,0 mg x 100% = 19,32%(m/m) Opgave 7 Ter bepaling van het zuurstofgehalte in oppervlaktewater volgens de methode van Winkler wordt aan 250,0 ml oppervlaktewater een overmaat mangaan(ii)sulfaat en kaliumhydroxide toegevoegd. Men lost het neerslag op door toevoeging van fosforzuur, tegelijk ontstaat er jood. Reacties: 4 Mn 2+ + O OH + 2 H 2O 4 Mn(OH) 3(s) 2 Mn(OH) 3(s) + 2 I + 6 H 3O + 2 Mn 2+ + I H 2O Titratie: 2 + I 2 S 4O I Bij de titratie wordt 7,50 ml titrant (S 2O 3 ) verbruikt, (c(na 2S 2O 3) = 0,0495 mol/l). Bereken het zuurstofgehalte in mg/l. Dit is een gehaltebepaling, we beginnen de berekening met de titratieuitkomst: getitreerd: 7,50 0,04950 mmol S 2O 3 0,3713 mmol S 2O 3 dit reageert met: 0,5 7,50 0,04950 mmol I 2 0,1856 mmol I 2 dit ontstaat uit: 2 0,5 7,50 0,04950 mmol Mn(OH) 3 0,3713 mmol Mn(OH) 3 dit is ontstaan uit: 0,25 2 0,5 7,50 0,04950 mmol O 2 0,0928 mmol O 2 Het monster bevat dus: 0,0928 mmol 32 mg/mmol = 2,97 mg O 2 in 250 ml! Zuurstofgehalte in mg/l: 1000/250 2,97 = 11,88 mg O 2/L
5 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 5 Opgave 8 Geef reacties tussen I in zuur milieu en de volgende oxidatoren. a cloorbleekloog NaClO 2 I I e ClO + 2 e + 2 H 3O + Cl + 3 H 2O + ClO + 2 I + 2 H 3O + I 2 + Cl + 3 H 2O b diwaterstofperoxide H 2O 2 2 I I e H 2O H 3O e 4 H 2O + H 2O H 3O I I H 2O c ozon O 3 2 I I e O H 3O e 3 H 2O + O 2 + O H 3O I I H 2O + O 2 d kaliumjodaat KIO 3 2 I I e x 3 IO H 3O e I + 9 H 2O x 1 + IO H 3O I 3 I H 2O e kaliumdichromaat K 2Cr 2O 7 2 I I e x 3 Cr 2O H 3O e 2 Cr H 2O x 1 + Cr 2O H 3O I 3 I Cr H 2O Opgave 9 De analytische concentratie van de natriumthiosulfaatoplossing kan worden bepaald op kaliumjodaat. Een analist weegt hiertoe 450,3 mg KIO 3 af en lost de stof op tot 100,0 ml (maatkolf). Hiervan pipetteert hij 25,00 ml in een conische kolf. Na toevoeging van een
6 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 6 overmaat zwavelzuur en kaliumjodide wordt het mengsel getitreerd met natriumthiosulfaat. Verbruik: 26,75 ml. Bereken de analytische concentratie van Na 2S 2O 3 in de titreervloeistof. Reacties: IO H 3O I 3 I H 2O en 2 S 2O 3 + I 2 S 4O I n B = m B M B Inweeg: 450,3 mg / 214,0 mg/mmol = 2,104 mmol KIO 3 opgelost in 100,0 ml In 25,00 ml oplossing zit dan: 25 / 100 x 2,104 mmol = 0,526 mmol KIO 3 0,526 mmol KIO 3 geeft door de reactie met I : 3 x 0,526 mmol = 1,578 mmol I 2 1,578 mmol I 2 reageert met 2 x 1,578 mmol = 3,156 mmol Na 2S 2O 3 3,156 mmol Na 2S 2O 3 zit in 26,75 ml titreervloeistof: c (Na 2S 2O 3) = 3,156 mmol / 26,75 ml = 0,1180 mol/l Opgave 10 Chloorbleekloog (bleekwater) bevat chloor opgelost met NaOH: Cl OH ClO + H 2O + Cl Bij toevoeging van zuur komt het chloor weer vrij: ClO + Cl + 2 H 3O + Cl H 2O Het chloor dat gebonden is en op bovenstaande wijze kan worden vrijgemaakt noemt men: "werkzaam" of "actief" chloor. Een analiste weegt 1,472 g chloorbleekloog af en voegt na verdunnen achtereen volgens toe: 2 g KI en 10 ml zoutzuur (c(hcl) = 4 mol/l). Ze titreert vervolgens het vrijgekomen jood met 15,72 ml natriumthiosulfaatoplossing met c(na 2S 2O 3) = 0,1108 mol/l. Bereken het gehalte aan actief chloor in g Cl 2 per 100 g oplossing.
7 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 7 Reactie: ClO + 2 I + 2 H 3O + I 2 + Cl + 3 H 2O OF: Cl I I Cl En titratie: 2 S 2O 3 + I 2 S 4O I 1 mmol Cl 2 geeft 1 mmol I 2 reageert met 2 mmol S 2O 3 Verbruik: n B = V c B 15,72 ml x 0,1108 mmol/ml = 1,742 mmol S 2O 3 Reageert met: 1 / 2 x 1,742 mmol = 0,8709 mmol I 2 en dus ook Cl 2 m B = n B M B m(cl 2) = 0,8709 mmol x 70,91 mg/mmol = 61,75 mg Cl 2 De inweeg van 1,472 g chloorbleekloog bevat dus 61,75 mg Cl 2, per 100 g bleekloog is dat: 100 / 1,472 x 61,75 mg = 4195 mg Cl 2/100 g 4,20 g Cl 2/100 g Opgave 11 Ter bepaling van sulfiet in een zout wordt aan 223,6 mg van het zout 50,00 ml joodoplossing (c(i 2) 0,05 mol/l) en 5 ml zoutzuur (c(hcl) = 4 mol/l) toegevoegd. Reactie: SO 3 + I H 2O 2 I + SO H 3O + De overmaat jood wordt teruggetitreerd met 30,76 ml natriumthiosulfaatoplossing waarvan de analytische concentratie 0,0927 mol/l bedraagt. Bij een blancotitratie verbruikt 25,00 ml joodoplossing 33,15 ml natriumthiosulfaat. Bereken het massapercentage SO 3 in het monster. Blanco: 25 ml I 2 opl. verbruikt: 33,15 ml x 0,0927 mmol/ml = 3,073 mmol natriumthiosulfaat 50 ml I opl zou dan verbruiken: 50 / 25 x 3,073 = 6,146 mmol natriumthiosulfaat 50 ml I opl bevat dan: 1 / 2 x 6,146 mmol = 3,073 mmol I 2 Terug getitreerd 30,76 ml x 0,0927 mmol/ml = 2,851 mmol natriumthiosulfaat, dat is: 1 / 2 x 2,851 mmol = 1,426 mmol I 2 Verbruikt door monster: 3,073 mmol 1,426 mmol = 1,647 mmol I 2 1,647 mmol I 2 heeft met evenveel SO 3 gereageerd.
8 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 8 m(so 3 ) = 1,647 mmol x 80,0 mg/mmol = 131,8 mg SO 3 Massa% = 131,8 mg / 223,6 mg x 100% = 58,9%(m/m) Opgave 12 Voor de bepaling van methanal (CH 2O) in de handelsoplossing "formaline", weegt men 715,5 mg monster af en verdunt men deze hoeveelheid tot 500,0 ml. Van deze verdunning neemt men 25,00 ml in behandeling. Toegevoegd wordt : 25,00 ml joodoplossing met c(i 2) 0,05 mol/l) en 2 ml natronloog (c(naoh) 4 mol/l). Nu treden de volgende reacties op: I OH I + IO + H 2O IO + CH 2O I + HCOOH 1 mmol I 2 levert 1 mmol IO, dit reageert met 1 mmol CH 2O Na 5 minuten wordt de oplossing aangezuurd en het vrijgekomen jood getitreerd met natriumthiosulfaat. Reacties: IO + I + 2 H 3O + I H 2O I S 2O 3 2 I + S 4O 6 Verbruik: 15,05 ml natriumthiosulfaatoplossing, c(na 2S 2O 3) = 0,1105 mol/l. Bij de blancobepaling wordt voor 25,00 ml joodoplossing 22,82 ml "thio" verbruikt. Bereken het massapercentage methanal in het monster. Blanco: 25 ml I 2 opl. verbruikt: 22,82 ml x 0,1105 mmol/ml = 2,522 mmol natriumthiosulfaat 25 ml I opl bevat dan: 1 / 2 x 2,522 mmol = 1,261 mmol I 2 Terug getitreerd 15,05 ml x 0,1105 mmol/ml = 1,663 mmol natriumthiosulfaat, dat is: 1 / 2 x 1,663 mmol = 0,8315 mmol I 2 Verbruikt door monster: 1,261 mmol I 2 0,8315 mmol I 2 = 0,4295 mmol I 2 0,4295 mmol I 2 heeft met evenveel CH 2O gereageerd. De 25 ml in behandeling genomen monster bevat dus 0,4295 mmol CH 2O, de 500 ml oplossing en dan ook de inweeg bevat: 500 / 25 x 0,4295 mmol = 8,590 mmol CH 2O. m(ch 2O) = 8,590 mmol x 30,0 mg/mmol = 257,7 mg.
9 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 9 Massa% = 257,7 mg / 715,5 mg x 100% = 36,0 %(m/m) De berekening boven verloopt in vele stappen. Als je overzicht hebt over het titratievraagstuk dan kun je de berekening ook in één keer noteren Overzicht krijg je met een schets: Opgave 13 Hieronder is het spanningsverloop van een jodometrische titratie gegeven. Bepaal het titratieeindpunt.
10 Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 10 volume (ml) V (mv) ΔV Δ (ΔV) Na 2S 2O 3opl. 22, , , , V = 22, / (14 +31) x 0,1 = 22,63 ml 22, , , ,0 223
Uitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal met behulp van tabel II de reactie tussen kaliumpermanganaat in zuur milieu met: a Sn 2+ ionen MnO 4 + 8 H 3O + + 5 e Mn 2+ + 12 H 2O x 2 Sn 2+ Sn 4+
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 a We titreren HCl met NaOH. Welke van de boven gegeven indicatoren kunnen we gebruiken? Elke genoemde indicator, de phverandering gaat ongeveer van ph = 3 tot
Nadere informatieOpgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3
Hoofdstuk 13 Titratieberekeningen bladzijde 1 Opgave 1 Wat is het theoretisch eindpunt? Het theoretisch eindpunt is het titratievolume waarbij de bedoelde reactie precies is afgelopen. En wat is dan het
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 13 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 In de volgende halfreacties zijn de elektronen weggelaten. Zet zelf de elektronen erbij en vermeld of het deeltje geoxideerd of gereduceerd wordt. Links
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Opgave 1 Bereken met behulp van het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid (g/l) in zuiver water bij kamertemperatuur, van: a CuBr K s = 5,2 x 10-9 CuBr Cu + + Br
Nadere informatieWeet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?
Hoofdstuk 21 Chemisch rekenen (4) bladzijde 1 Opgave 1 Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan? Opgave 2 We lossen op: 25,0 g NaCl in een maatkolf tot 100 ml. De
Nadere informatie6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14
6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1
Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1 Opgave 1 rekenformule: c(b) = ------- toepassen: n B V opl. Bereken de analytische concentratie (mol/l) in elk van de volgende oplossingen: a 5,00 mol NaCl in 5,00
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieRedoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -
Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit
Nadere informatieOefenopgaven TITRATIES
Oefenopgaven TITRATIES vwo ZUURBASE-TITRATIES OPGAVE 1 Tijdens een titratie wordt 10,00 ml 3,00 10-4 M zwavelzuur getitreerd met natronloog van onbekende molariteit. Er is 21,83 ml natronloog nodig om
Nadere informatieOefenopgaven REDOX vwo
Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in
Nadere informatieHoofdstuk 12 Zuren en basen
Hoofdstuk 12 Zuren en basen bladzijde 1 Opgave 1 Reactie van de volgende zuren met water: HNO 3 HNO 3 H 2O H 3O NO 3 C 2H 5NH 3 C 2H 5NH 3 H 2O H 3O C 2H 5NH 2 HCN HCN H 2O H 3O CN HClO 4 HClO 4 H 2O H
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofstuk 8 Zuren en basen blazije 1 Opgave 1 Reactie van e volgene zuren met water: a HNO 3 HNO 3 + H 2O H 3O + + NO 3 b C 2H 5NH + 3 C 2H 5NH + 3 + H 2O H 3O + + C 2H 5NH 2 c HCN HCN + H 2O H 3O + + CN
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatie1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:
Antwoorden Bijlage VI Oxidatiegetallen 1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: welke stof wordt er geoxideerd +II +I II +I 0 +III +I +III II II +I +I II C 2 H 5 OH + O 2 CH 3 COOH + H
Nadere informatieHoofdstuk 17 Redoxreacties
Hoofdstuk 17 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal de oxidatiegetallen van alle atomen in: Waterstof H: altijd +1 Zuurstof O: altijd 2 Som ladingen steeds 0 a H 2O H: +1 O: 2 2 x +1 + 2 = 0 b SO 2
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 019 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 1 tot en met 5 januari 019 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 3 opgaven met in
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatieWennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter.
Hoofdstuk 4 Massaconcentratie bladzijde 1 Opgave 1 Wennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter. a 25,0 mg ethanol in 100 ml 0,025
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1
Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1 Opgave 1 Welke halfreactie kan men verwachten in de volgende gevallen? a Br ionen bij een positieve elektrode Br kan gemakkelijk elektronen afstaan, is dan reductor:
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 17 Potentiometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 17 Potentiometrie bladzijde 1 Opgave 1 Stel dat we twee referentie-elektroden in een oplossing dompelen en de spanning meten, hoe groot is dan de spanning tussen de onderstaande combinaties?
Nadere informatieOpgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14
Opgaven zuurgraad (ph) berekenen Met behulp van deze formules dien je berekeningen te kunnen uitvoeren. Deze hoef je niet uit je hoofd te leren, maar je moet ze wel kunnen toepassen. Bij een toets zullen
Nadere informatieRedoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13
Redoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam
Nadere informatieZuren en basen. Inhoud
Zuren en n Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek waar je bent. Gewoon
Nadere informatie(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq)
OPGAVE 1 In onderstaand schema is het technische proces voor de bereiding van soda (natriumcarbonaat) weergegeven. De blokken 1, 2, 3 en 4 stellen reactorvaten voor. Door middel van pijlen is aangegeven
Nadere informatieChemische kinetiek Bepaling van de snelheidsconstante en de activeringsenergie voor de oxidatie van het jodide-ion door waterstofperoxide
Chemische kinetiek Bepaling van de snelheidsconstante en de activeringsenergie voor de oxidatie van het jodide-ion door waterstofperoxide Patrick Aeschlimann 8 februari 203 Samenvatting In onderstaand
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Tandarts Geel 21 juli 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 De samenstelling van een oplossing wordt in volgende tabel weergegeven: Ionsoort
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN vwo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN vwo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 3 februari 2010 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieBepaling van de oxideerbaarheid bij warmte
Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte februari 2009 Pagina 1 van 7 WAC/III/D/022 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 4 5 REAGENTIA EN OPLOSSINGEN...
Nadere informatieBepaling van de oxideerbaarheid bij warmte
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte Versie februari 2009 WAC/III/D/022 INHOUD Inhoud 1 TOEPASSINGSGEBIED 3 2 PRINCIPE 3 3 OPMERKINGEN
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieEen reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?
Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:
Nadere informatie2 Concentratie in oplossingen
2 Concentratie in oplossingen 2.1 Concentratiebegrippen gehalte Er zijn veel manieren om de samenstelling van een mengsel op te geven. De samenstelling van voedingsmiddelen staat op de verpakking vermeld.
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatieZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.
PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieTITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO
TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO versie juli 2017 WOORD VOORAF De in dit document besproken titratiemethoden vormen de basis van de diverse varianten die in de loop der
Nadere informatieOplossingen oefeningenreeks 1
Oplossingen oefeningenreeks 1 4. Door diffractie van X-stralen in natriumchloride-kristallen stelt men vast dat de eenheidscel van dit zout een kubus is waarvan de ribbe een lengte heeft van 5.64 10-10
Nadere informatieDe waterconstante en de ph
EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN havo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven Eliminatie 1983-I(I) Als uit een molecuul twee atomen of atoomgroepen worden verwijderd waarbij in het molecuul een meervoudige binding ontstaat, dan spreekt
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 6 HAVO 4
Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12
Nadere informatie5 VWO. H8 zuren en basen
5 VWO H8 zuren en basen Inleiding Opdracht 1, 20 min in tweetallen Nakijken; eventueel vragen stellen 8.2 Zure, neutrale en basische oplossingen 8.2 Zure, neutrale en Indicator (tabel 52A) Zuurgraad 0-14?
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met
Nadere informatieBepaling van de oxideerbaarheid bij warmte
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte Versie oktober 2017 WAC/III/D/022 1 TOEPASSINGSGEBIED Het bepalen van de oxideerbaarheid (permanganaat
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1
BASISCHEMIE het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1 Opgave 1 Van onderstaande zouten worden steeds waterige oplossingen samengevoegd. Welk slecht oplosbare
Nadere informatiePotentiometrische bepaling van sulfide
Potentiometrische bepaling van sulfide mei 2008 Pagina 1 van 8 WAC/III/C/040 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 3 5 REAGENTIA EN OPLOSSINGEN...
Nadere informatieHoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)
Hoofdstuk 8 Redoxreacties Chemie 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Oxidatie / Reductie
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieScheikunde VWO. Vrijdag 19 mei 1995 13.30 16.30 uur. vragen
Scheikunde VWO vragen Vrijdag 19 mei 1995 1330 1630 uur toelichting Dit examen bestaat uit 23 vragen Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden instructie
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatieInleiding in de RedOx chemie
Even opfrissen: Drie hoofdcategorieën stoffen: Inleiding in de RedOx chemie Moleculaire stoffen: Atoombinding in molecuul (sterk), Van der Waals binding tussen moleculen (zwak), polaire/apolaire (atoom)bindingen,
Nadere informatieElektrochemie (versie 18-5-2015) Inhoud
Elektrochemie (versie 18-5-2015) Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieOXYDEERBAARHEID BIJ WARMTE
OXYDEERBAARHEID BIJ WARMTE 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Het bepalen van de oxydeerbaarheid (permanganaat index) is een snelle, conventionele methode voor de raming van het gehalte aan organische en oxydeerbare
Nadere informatieHoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000
Nadere informatieHoofdstuk 3: Zuren en basen
Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie
Nadere informatieHierbij is sprake van elektronenoverdracht; elk Na atoom draagt een elektron over aan Cl-atoom onder vorming van een ionrooster.
Redoxreacties 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam redoxreactie is een samentrekking
Nadere informatievrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012
H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1
Nadere informatieTF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011
TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011 Deze toets bestaat uit 28 onderdelen. Hiervoor zijn in totaal X punten te behalen. Kalkwater Calciumhydroxide, Ca(OH) 2 (s) is matig oplosbaar in water. Als
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatieSchrijven met zetmeel
Schrijven met zetmeel 1. Onderzoeksvraag Hoe kan je een boodschap die geschreven is met zetmeel zichtbaar maken? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Oxidatie: een chemisch proces
Nadere informatieExamen VWO. scheikunde 1,2. tijdvak 1 dinsdag 26 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2009 tijdvak 1 dinsdag 26 mei 13.30-16.30 uur scheikunde 1,2 Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 68 punten
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2002-II
4 Antwoordmodel Zuurstofvoorziening 1 aantal protonen: 16 aantal elektronen: 17 aantal protonen: 16 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 1 1 2 4 KO 2 2 K 2 O + 3 O 2 alleen KO 2 voor de
Nadere informatieT8: Zoutoplossingen en Zuren en Basen
T8: Zoutoplossingen en Zuren en Basen 2009 Voorbeeldtoets maandag 25 januari 60 minuten NASK 2, 4 VMBO-TGK, DEEL A. H3: ZOUTOPLOSSINGEN 4 VMBO-TGK, DEEL B. H4: ZUREN EN BASEN Toets voor het vak Nask2.
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de week van woensdag 10 april 013 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open opgaven met in
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen
MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt
Nadere informatieEXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven
EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Jood en propanon 1980-II(I) Jood lost goed op in een oplossing van kaliumjodide in water. De verkregen oplossing noemt men joodwater. In zuur milieu
Nadere informatiePbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl
Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatie21 e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde 1, 2000
e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde, 000 Opgaven woensdag 9 februari Deze voorronde bestaat uit 9 vragen verdeeld over 7 opgaven. De maximum score voor dit werk bedraagt 00 punten. De toets duurt maximaal
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieProef Scheikunde Redoxtitratie Bepaling vitamine C in tabletten
Proef Scheikunde Redoxtitratie Bepaling vitamine C in tabletten Proef door een scholier 2025 woorden 19 maart 2010 6,2 112 keer beoordeeld Vak Scheikunde Verslag scheikunde Redoxtitratie Het vitamine c-gehalte
Nadere informatieHoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,
Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij
Nadere informatieExtraheerbare organische halogeenverbindingen in water (EOX)
Extraheerbare organische halogeenverbindingen in water (EOX) Januari 2012 1/8 WAC/IV/B/010 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 3 4.1 APPARATUUR...
Nadere informatieOxidator = het deeltje dat elektronen onttrekt aan een ander deeltje Reductor = het deeltje dat elektronen afstaat aan een ander deeltje
Cursus Chemie 6-1 Hoofdstuk 6: REDOX REACTIES 1. INLEIDING In vroegere tijden werd de term oxideren gebruikt om een reactie met zuurstof aan te geven. Bvb. de reactie waarbij koolstof verbrandt is C +
Nadere informatieExtraheerbare organische halogeenverbindingen (EOX) in water
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Extraheerbare organische halogeenverbindingen () in water Versie januari 2012 WAC/IV/B/010 INHOUD Inhoud 1 TOEPASSINGSGEBIED 3 2 PRINCIPE 3
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11
OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 06-07, HU, oktober 2006 1. POLARITEIT, WATERSTOFBRUGGEN Zie het apart uitgedeelde stencil voor extra theorie (is tentamenstof!) en een oefenopgave. 2. CHEMISCH REKENEN
Nadere informatieScheikundige berekeningen rond bereidingen
Scheikundige berekeningen rond bereidingen 1 Introductie Bereidingsvoorschriften zijn zo opgesteld dat er in het product precies de juiste hoeveelheden stoffen aanwezig zijn. Maar wat te doen als je niet
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatie7. Chemische reacties
7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatieBepaling van het stikstofgehalte van Pokon
Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs ; Jan Lutgerink 07 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/38173 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatie::s. .c e en. _ Examen VWO. ~.- Cl)
_ Examen VWO ~ Voorbereidend C Wetenschappelijk Onderwijs ::s ~.- Cl).c e en Tijdvak 1 Maandag 24 mei 13.30-16.30 uur Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het
Nadere informatie