Nieuwe kansen voor woonservicegebieden?!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuwe kansen voor woonservicegebieden?!"

Transcriptie

1 Nieuwe kansen voor woonservicegebieden?! Woonservicegebieden bevorderen het zelfstandig wonen van ouderen en zorgen dat hun welbevinden minder snel achteruitgaat, ook wanneer hun beperkingen toenemen. Met deze uitkomsten van recent onderzoek als vertrekpunt kijken we naar de werkzame bestanddelen van woonservicegebieden niet alleen voor ouderen, ook voor andere mensen met beperkingen of behoefte aan ondersteuning. Hoe kunnen deze bestanddelen beter worden ingezet om aan de vraag naar zelfstandig wonen tegemoet te komen, en wat zijn daarbij de kansen en bedreigingen door de veranderingen in AWBZ en Wmo? George de Kam, emeritus hoogleraar maatschappelijk ondernemen met grond en locaties, Radboud Universiteit

2 Definitie woonservicegebied: Wijk/dorp (5.000 tot inwoners) Gecoördineerd d dienstenaanbod d wonen, welzijn en zorg, t/m onplanbare 24-uurszorg en aanpassingen aan de woning Kwetsbare bewoners kunnen langer zelfstandig blijven wonen in hun eigen woning en/of woonomgeving langer deelnemen aan vertrouwde samenleving Verhuizen naar zorgwoning binnen het woonservicegebied mogelijk Doel woonservicegebieden: zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen te midden van anderen, zodat een levensloop l bestendige leefomgeving ontstaat 2 1

3 3 Ondersteunende website Bijvoorbeeld nterventie/details?id=214 Seniorensoos Andromeda in Eindhoven 4 2

4 Narratieve methode, ontwikkeld door HAN Vraaggesprekken (n=36 per proeftuin) Betekenis verhalen ouderen Constructie vraagpatronen (wat ouderen eisen, willen, nodig hebben, bijdragen) Onderkennen vraagpatronen met respondenten en betrokkenen (transdisciplinair met perspectief bewoner, professional, beleid en lokale netwerken) Referentiegebieden voor narratieve methode Beuningen (vgl Didam) en Wolfskuil Nijmegen (vgl Berflo Es Hengelo Vraaggesprekken (n= 36) 5 1. Bilgaard, Leeuwarden 2. Krakeel, Hoogeveen 3. Berflo Es, Hengelo 4. Meulenvelden, Didam 5. Rond de Regenboog, Dronten 6. Dorp West, De Bilt 7. Zeevang, De Verbinding 8. Middelburg Noord-Oost 9. Hoge Vucht, Breda 10. Helden-Panningen Vergelijkingsgebieden Kern Beuningen Wolfskuil, Nijmegen 6 3

5 Projectleiding: Gemeente Leeuwarden Wonen veel ouderen Woningen en voorzieningen op orde Omkeer 2.0 Vergroten deelname inwoners aan de samenleving Mogelijkheden thuistechnologie onderzoeken Efficiëntere inzet vrijwillige hulp Aanbodverschillende diensten in ontmoetingscentrum Ludingawaard 7 Projectleiding: Gemeente Hengelo Herindeling Berflo Es bezoekbare woningen (in ontwikkeling) woonomgeving zonder barrières (in ontwikkeling) integraal wijkteam (al actief) 8 4

6 Projectleiding: e woningcorporatie Laris Fysieke aanpak Woon-, ontmoetings- en zorgcentrum De Meulenvelden 9 Projectleiding: Coloriet (aanbieder diensten wonen, welzijn en zorg) Woonzorgcentrum De Regenboog en activiteitencentrum De Meerpaal vormen het centrum Diensten aan huis aanbieden en woningen aanpassen 10 5

7 Projectleiding: Gemeente De Bilt Alle diensten op het gebied van zorg en welzijn afgestemd: samenwerkingsverband MENS Servicecentrum in buurthuis het Hoekie Wijkzorgteam de Bilthuijsen Ouderenadviseur Wonen Welzijn Zorg Wijkdiensten 11 Projectleiding: 4 gemeenten Zeevang, Graft-De Rijp, Schermer en Beemster Dekkend netwerk van wonen, zorg en welzijn Zorg op afroep Dorpssteunpunten Mantelzorgwonen 12 6

8 Projectleiding: Gemeente Middelburg Dekkend stelsel van woonservicegebieden hele gemeente Noordoost Bouw van levensloopbestendige woningen Hof van Buren Boven nieuw winkelcentrum Facilitas: diensten voor ouderen om langer zelfstandig te wonen Onderhoud tuin, schoonmaakwerk, etc. 13 Projectleiding: Gemeente Breda Gemeentelijk programma Geschikt wonen voor iedereen Wijkrestaurant Raffy en Vuchterhage, lunchservice Rietveldhuis en boodschappenbus 14 7

9 Projectleiding: gemeente Peel en Maas Project 'Leven in het dorp Blijvend Thuis Dorpsdokter Mantelzorg tv Dialoog in het dorp 10 jaar actieve samenwerking Veel steun van de bevolking Elk dorp heeft eigen voorzieningen, die breed worden gedragen 15 kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen p van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname, overlijden) (SCP rapport Kwetsbare ouderen (2011) p 11) 16 8

10 Ouderen profielen (2) Extreem kwetsbaar Ervaren ernstige klachten in verschillende domeinen, Multidomein problematiek Klachen in lichamelijk, psychisch, mobiliteit en cognitie. Ervaren soms te weinig aandacht. Lichamelijke en mobiliteit problemen Chronische aandoeningen en kunnen zich niet meer zelfstandig redden. Complex xiteit Somber en gespannen Moeite met ouder worden, passief en onzeker. Wel eens psychosociale klachten en last van geheugen. Chronische aandoeningen, maar redden zich prima. Vitaal Begin chronische aandoeningen, maar verder geen beperkingen. Kwetsbaarheid

11 19 Woonservicegebied : Hoge Vucht, Breda Dichtheid 70-plussers & Voorzieningen op peil Bronnen: BAG OpenStreetMap VROM GBA DIdam Verschillende websites: oa Telefoongids/TomTom/Google Onderzoek Effectmeting Proeftuienen WSG Water uit Top10NL2009 (Id: urn:nbn:nl:ui:13-fft-twq). Copyright 2007 Topografische Dienst Kadaster, verkregen via DANS. Kaart gemaakt met KansenVerkenner Object Vision, in het kader van het onderzoek Effectmeting 10 proeftuinen woonservicegebieden, 20 Nationaal Programma Ouderenzorg. 10

12 Zelfbepaling en zelfredzaamheid Optimisme en realisme e Sociale kanten van welbevinden meer van belang dan fysieke Openbare ruimte Ondersteuning door buren en nabije verwanten Eigen bijdragen Wederkerigheid 21 Wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen, in mijn eigen huis, te midden van mijn eigen sociale netwerk en in mijn eigen wijk, zoals het altijd is geweest; Wil door anderen worden ondersteund in dit streven, hetzij door persoonlijke hulp, hetzij door aanpassingen in mijn omgeving (woning en wijk), hetzij door keuzes geboden te worden in het vorm geven aan mijn leven; Ben in het licht van al mijn beperkingen en toenemende lichamelijke en geestelijke ongemakken tegelijk realistisch en optimistisch over de mogelijkheden die mij nog resten in het zicht van de haven; Verwacht dat mijn omgeving zorgt voor een basisniveau van toegankelijke (medische) zorg en ondersteuning op het moment dat ik aangeef die nodig te hebben; 22 11

13 Ik, thuiswonende oudere (1) 1. Wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen, in mijn eigen huis, temidden van mijn eigen sociale netwerk en in mijn eigen wijk, zoals het altijd is geweest; Ik probeer zo zelfstandig mogelijk als hij dan op een gegeven moment niet goed meer trappen kan lopen door zijn te wonen, want heupen, nou dan nemen wij een traplift, klaar uit. anders wordt het Omdat we toch wel zelfstandig willen wonen. Kijk, kan het niet meer omdat je in een andere zorginstelling moet wonen, weet ik veel wat voor zorg, naar je alleen maar toestand. Ja dan houdt het op natuurlijk. Maar zolang het zo gaat willen we hopeloos. graag zo zelfstandig 2. Wil door blijven anderen wonen. De worden Verbinding, ondersteund Zeevang in dit streven, hetzij Meulenvelden, door persoonlijke hulp, hetzij door aanpassingen in mijn omgeving Didam (woning en wijk), hetzij door keuzes geboden te worden in het vorm geven aan mijn leven; Ja de goede hulp van de buren is dus de reden dat ik zelfstandig kan blijven. Berflo Es, Hengelo [nou dat is dus fijn, dat dus de hele buurt voor u klaar staat] RA: ja [als het nodig is] RB: in geval van nood ja [ja, ja]. Meulenvelden, Didam De kinderen die bellen instanties op, waar ze zijn moeten en wie er voor aan te schrijven. Omdat ze zelf ook in diverse diensten de weg weten. Nou en dan eh, begint het balletje vanzelf te rollen. En dan krijg je van maatschappelijk werk hier en van we hebben oudere adviseuze en via die, ja via de gemeente dat je aan alle materiaal hulpmiddelen Meulenvelden, Didam 23 Manifest 3. Ben in het licht van al mijn beperkingen en toenemende lichamelijke en geestelijke ongemakken tegelijk realistisch en optimistisch over de Ja, dingen te mogelijkheden Maar goed, dat ik die niet meer mij nog dingen resten in ik het ben zicht tevreden, van dus de ik heb haven; echt geen klachten. Je moet ondernemen kan doen die ik kon toen ik 40 was het zelf zoeken. Niemand komt bij je, je moet het zelf. Anders roest is natuurlijk ook wel duidelijke zaak. doen. En ik heb altijd, ik heb nooit gewerkt, ook toen ik een mens vast kinderen had, ik heb altijd vrijwilligerswerk gedaan, dus hè. Maar daar moet je ook Helden gewoon vrede hebben, dan leer je vanzelf mensen kennen. Niemand Panningen dat moet je accepteren. De komt je halen, echt niet. Helden Verbinding, Zeevang Panningen 4. Verwacht dat mijn omgeving zorgt voor een basisniveau van toegankelijke (medische) zorg en ondersteuning op het moment dat ik aangeef die nodig te hebben; Dan zeg ik toch net wat ik aan gaf euh hier een dat je niet voor alle kleine dingen naar het ziekenhuis moet. Zoals ze hebben hier dus wel een prikpost dat is er dus wel hier in het Berflo Hoes. Berflo Es, Hengelo je moet wel proberen zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Kijk als het op een gegeven moment helemaal niet meer gaat dan heb je geen keus, dan moet je ergens naartoe. Je weet nooit wat er gebeurt want je hebt gauw iets op een gegeven moment. Zo zit hier nog gezond en zo heb je een probleem. Zoals mijn vrouw zei zat in de stoel waar u nu zit en op een gegeven moment zit ze me aan te kijken ik zeg wat doe jij nou? Ze keek me glazig aan in een keer ik zei blijven rustig zitten en gaan dan bel je de spoedlijn van de huisdokter dan was om 17:30 's middags en die komt gelijk. En hij ziet gelijk dat het mis is kijk en dan gaat het heel snel. Ja dat zijn positieve dingen ja huisdokter apotheek de voorzieningen dat is gewoon positief. Hoge Vucht, Breda 24 12

14 Wil van betekenis zijn voor mensen in mijn omgeving en niet slechts een last vanuit volledige afhankelijkheid; Heb een eigen identiteit als bewoner van deze wijk of dit dorp en wens daarin erkend en herkend te worden; Maak gebruik van de oplossingen die mij worden geboden als ik ze nuttig vind en verzin anders mijn eigen oplossingen; Wens dat organisaties en beroepskrachten die mij ondersteunen aansluiten bij mijn leefwereld in plaats van dat ze mij dwingen me te voegen in hun systemen. 25 Manifest 5. Wil van betekenis zijn voor mensen Maar in mijn ja, toen omgeving heb ik en het niet ook slechts een last vanuit volledige afhankelijkheid; aangeboden. Ik zeg, ik wil het gazon bijhouden, en dat vindt ie ook wel fijn. Hij vanavond hebben we weer vergadering van de club en kan ook helemaal niks meer. Dus dat dan moet ik daar. Ja ik doe dat gewoon koffiezetten voor vindt ie dan fijn en voor mij is het eigenlijk die mensen, nou klaar. Vind ik leuk werk, volgende week een kleine moeite. Helden Panningen ook. De Verbinding, Zeevang 6. Heb een eigen identiteit als bewoner van deze wijk of dit dorp en wens daarin erkend en herkend te worden; Op een gegeven moment valt die wij jzijn j van oorspronkelijk j weg en die weg en dan denk je he verdorie er blijft niets leuks meer over. En dan worden die huisjes leeg gehaald en dan komen er andere mensen in Niet dat ze slechter zijn maar ja die maken niet zo gauw contact ons. Hoge Vucht, Breda dorpsmensen dus.. niet dat we altijd in het dorp gewoond hebben maarre we zijn dr geboren en opgegroeid dus, wij kennen dat! zal ik maar zeggen. Meulenvelden, Didam Kijk dat was toen anders. [ja, dat is euh] toen was het sociale verkeer tussen de mensen onderling wat sterker. Het noaberschap zoals men dat wel zegt. Berflo Es, Hengelo 26 13

15 Manifest 7. Maak gebruik van de oplossingen die mij worden geboden als ik ze nuttig vind en verzin anders mijn eigen oplossingen. Ik ben de baas over mijn eigen leven. En ik laat me niets aanpraten. Ik eh gebruik de rollator, maar als de therapeut zegt ja die moet je altijd gebruiken, dan zeg ik ik gebruik hem als ik vind dat dat nodig is. Berflo Es, Hengelo Komt iemand van ciz ik wilde een traplift op boven heb ik geen wc ik moet wel s nacht moet ik naar beneden wc en kan ik moeilijk en en afgewezen..ik was nog te goed en ik moest boven een po-stoel neer zetten daar heb ik me wel aan geërgerd maar achteraf mag ik niet ergeren want je neemt wel geld van de gemeenschap mag je niet zo maar gebruiken. Meulenvelden, Didam Hier staat, de strijkplank zet ik daar neer, ja en de krant of een boek ligt hier, dus iedere keer als ik één of twee dingen heb gestreken heb ga ik weer even zitten. Ja, ik pas me-eigen maar aan, da leer je toch wel hoor. Referentiegebied Beuningen 27 Behoefte aan eigen regie; Zelf grenzen aan durven geven Groot belang van mobiliteit en bezig blijven Belang van structuur en regelmaat, betekenisvolle daginvulling Zelf medische zorg weten te vinden, maar ook drempels daarin Belang huisarts, vertrouwen, sturend, ook bejegeningsproblemen, vaste thuiszorgkracht Vraagverlegenheid in informele circuit In het algemeen tevreden over formele zorg Soms kritiek op ingewikkeldheid, niet transparant Nabijheid huisarts en apotheek 28 14

16 Zelfstandig wonen Gezondheid e d en welbevinden Informele en formele zorg en ondersteuning 29 Indicatie: Aantal ouderen van 80+ dat in 2008 zelfstandig woonde in procent van aantal ouderen van 75+ dat vijf jaar eerder zelfstandig woonde Verschil deels verklaard door overlijden Ander deel: verhuizen naar intramuraal 30 15

17 Vijf jaar zelfstandig % 60% 40% 20% 0% Proeftuinen woonservicegebieden Vergelijkingsgebieden Nederland 31 Vijf jaar zelfstandig % 80% 60% 40% 20% 0% Proeftuinen woonservicegebieden Vergelijkingsgebieden 32 16

18 Verhouding tussen aantal AWBZ-gebruikers 85+ (2010) en aantal bedden in zorgwoningen, verzorgings- en verpleeghuizen (2008) (NL = 0,23) Alle woonservicegebieden behalve Helden en Breda gelijk of beter dan NL gemiddelde Alle woonservicegebieden behalve Zeevang gelijk of hoger dan hun vergelijkingsgebieden 33 Woonservicegebied Aantal gebruikers AWBZ 85+ t.o.v. aantal bedden in zorgwoningen, verzorgings- en verpleeghuizen Idem voor de vergelijkingsgebieden van het woonservicegebied Berflo Es, Hengelo 0,42 0,24 Bilgaard, Leeuwarden [geen bedden] 021 0,21 Dorp-West, De Bilt 0,43 0,15 Dronten 0,52 0,25 Helden 0,21 0,20 Hoge Vucht, Breda 0,19 0,18 Krakeel, Hoogeveen [geen bedden] 0,37 Meulenvelden, Didam 052 0, ,42 Noord- Oost, Middelburg 0,24 0,21 Zeevang, 0,23 0,38 Nederland 0,23 0,

19 Percentage Bereikbaarheid ruimtes in woning met rolstoel 35 Ik ga niet meer alleen de deur uit Percentage

20 3,0 Gemiddelde bereikbaarheid diensten in de wijk Denk bijvoorbeeld aan de huisarts, apotheek of het wijksteunpunt. 2,0 1,0 0,0 37 Overweegt u wel eens te verhuizen (naar een meer aangepaste etc woonvorm)? Vaker als met partner, minder vaak als fitter, gelukkiger Invloed van gelukkig zijn sterker in Hoogeveen en Zeevang, minder in Leeuwarden en Helden-Panningen > arrangement

21 Invloed van zelfstandig kunnen functioneren binnen en buitenshuis, en kwetsbaarheid Na controle: geen verschil tussen woonservicegebieden en controlegebieden 39 Wel invloed: Tevredenheid over woningaanpassingen Beperkingen Zelfstandig binnen kunnen functioneren (sterker effect in Didam en Zeevang, minder sterk in Dronten en Hengelo) Overwegen te verhuizen Veilig voelen Tevredenheid woonomgeving (sterker effect in Didam, minder in Dronten en Helden-Panningen) Geen invloed: Mate van aanpassingen aan de woning Kwetsbaarheid Verkeersveiligheid Bereikbaarheid van voorzieningen en diensten Zelfstandig buiten kunnen functioneren 40 20

22 Aanwijzingen dat langer zelfstandig wonen en meer extramuraal in woonservicegebieden Geschiktheid/aanpassingen basis voorwaarde Tevredenheid met woonsituatie vooral beïnvloed door wisselwerking persoonlijke kenmerken / belemmeringen en kwaliteiten woning > focus in beleid op micro-niveau NL stelsel werkt goed: niet afhankelijk van inkomen, huur/koop, hebben van een partner 41 Gezondheid Kwetsbaarheid e Welbevinden 42 21

23 AWBZ en WMO gebruik naar leeftijdsgroep (2010) Gemiddeld percentage woonservicegebied N gebruikers Gebruikers nee 71 14,95% AWBZ 75+ ja 10 15,05% Gebruikers AWBZ 85+ nee 71 61,74% ja 10 62,57% Gebruikers nee 71 22,71% WMO 75+ ja 10 23,39% Gebruikers WMO 85+ nee 71 34,19% ja 10 34,15% 43 Ouderen in woonservicegebieden minder gezondheidsproblemen dan in controlegebieden > effect van selectie Tussen woonservicegebieden grote verschillen: in Dronten ouderen zich vaker zelfstandig redden, in Leeuwarden en Breda minder vaak, daar ook vaker meer dan 4 medicijnen, in Zeevang minder vaak In Leeuwarden, Breda en Helden-Panningen hebben ouderen meer dan gemiddeld gezondheidsproblemen > arrangementen? 44 22

24 In woonservicegebieden ouderen minder kwetsbaar dan zowel intramuraal als extramuraal wonende ouderen in controlegebieden > effect van selectie Bij onderlinge vergelijking woonservicegebieden (zonder selectie): meest kwetsbaar in Breda en Leeuwarden, minst kwetsbaar in Zeevang en Dronten Idem na selectie en correctie voor het hebben van een partner: Breda meest, minst in Hengelo, Zeevang, Didam 45 Er is geen verschil in welbevinden tussen de woonservicegebieden en controlegebieden Belangrijke invloed van het hebben van een partner (hoger) en van kwetsbaarheid (lager) Wel neemt welbevinden minder snel af in woonservicegebieden dan daarbuiten bij het toenemen van kwetsbaarheid Verschillen tussen proeftuinen: invloed van kwetsbaarheid (sterkst), daarnaast hebben van een partner en het inkomen De Bilt het laagst, lager dan Leeuwarden, Didam, Breda en Helden-Panningen Factoren: sociale steun, tevredenheid over zorg en ondersteuning, mate van informele zorg (negatieve invloed), coping 46 23

25 Bij ouderen in woonservicegebieden nemen problemen minder sterk toe als de beperkingen toenemen Invloed van factoren: beperkingen, partner, tevredenheid met zorg en ondersteuning Vergelijking proeftuinen onderling: bovendien invloed stedelijkheid (minder psychische problemen) en financiële iël situatie; i meeste in Didam en Breda, minst in Hoogeveen en Hengelo 47 Ouderen kunnen in woonservicegebieden beter omgaan met gezondheid en ziekte Factoren die invloed hebben op coping zijn beperkingen, tevredenheid over zorg en ondersteuning, en kwetsbaarheid (niet partner of sociale steun) Bovendien in woonservicegebied dempend effect op invloed van toenemende e e beperkingen en kwetsbaarheid op afnemen van coping. Geen verschillen gevonden tussen proeftuinen onderling 48 24

26 Geen duidelijke verschillen tussen woonservicegebieden en controlegebieden Buiten woonservicegebieden gaat kwaliteit van het contact met andere mensen iets sneller achteruit als beperkingen toenemen Invloed van sociale steun, aantal contacten en kwetsbaarheid Vergelijking van proeftuinen onderling: Breda, Hengelo, De Bilt meest tevreden. Invloed op kwaliteit van contacten van: psychische beperkingen, hoeveelheid contacten, inkomen, kwetsbaarheid, ervaren sociale steun, verbondenheid met de buurt 49 4 Gemiddelde score contact met familie elijks 0 = nooit, 4 = dag

27 4 Gemiddelde score contact met clubs/verenigingen jks 0 = nooit, 4 = dageli Ouderen in woonservicegebieden vinden (ook na correctie voor kwetsbaarheid) domein plezierig wonen vaker belangrijk, maar tevredenheid hierover verschilt niet. Variabele tevredenheid woonomgeving samengesteld uit tevredenheid over woning, woonomgeving en verbondenheid met de buurt. Invloed van tevredenheid over contacten, hoeveelheid activiteiten, verkeersveiligheid Hoogst in Middelburg en Didam, laagst in Hoogeveen en Leeuwarden Effect van sociale veiligheid verschilt per locatie: tevredenheid daalt het snelst bij afname sociale veiligheid in Middelburg, De Bilt en Zeevang

28 Mantelzorg Vrijwilligers Thuiszorg Huisarts Specialist Ziekenhuisopname 53 GGD-Oost (Didam en Hengelo) geen verschil gebruik mantelzorg tussen woonservicegebieden en vergelijkingsgebieden Factoren: gezondheid, belemmeringen, en hoe hoger inkomen hoe minder mantelzorg Inkomenseffect: bij hoger inkomen minder mantelzorg voor persoonlijke verzorging, verpleegkundige hulp, begeleiding en administratie

29 Geen verschil tussen de woonservicegebieden op totaal niveau, wel in soort inzet Invloed kwetsbaarheid en financiële situatie (hoe hoger inkomen, hoe minder informele zorg, met name in huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging, gezelschap, administratie en klusjes in huis) 55 0= nooit, 1= minder dan één keer per week 1,0 08 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 Gemiddelde frequentie ondersteuning vrijwilliger 56 28

30 0= nooit, 1= minder dan één keer pe r week 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 Gemiddelde frequentie ondersteuning mantelzorger 57 15% 10% 5% 0% Dronten Gemiddeld proeftuinen 58 29

31 20% 15% 10% 5% 0% De Bilt-West Gemiddeld proeftuinen 59 Geen verschillen woonservicegebieden in intensiteit huishoudelijke hulp, verzorging, g, verpleging t.o.v vergelijkingsgebieden Geen verschillen thuiszorg (per oudere) woonservicegebieden en controlegebieden Bij vergelijking Didam en Hengelo met vergelijkingsgebieden: aanwijzing in Didam dat minder thuiszorg als informeel meer of beter ondersteund ( informele substitutieimpuls ) 60 30

32 Latente variabele uit gebruik verpleegkundige van thuiszorg (10%), diensten huishoudelijke hulp (ongeveer 75%) en hebt u thuiszorg (20%) Invloed van kwetsbaarheid, beperkingen en het gebruik van informele zorg (hoe meer informeel, hoe meer thuiszorg), hebben van een partner (minder thuiszorg), en minder thuiszorg naarmate woning is aangepast Hoogste scores in Breda en Dronten, laagste in Zeevang en Hoogeveen. Woonservicegebieden verschillen in de mate waarin mate van informele zorg effect heeft op het krijgen van thuiszorg: sterkst in Dronten, zwakst in Hoogeveen 61 50% Ik maak gebruik van huishoudelijke hulp 40% 30% 20% 10% 0% 62 31

33 50% Ik ontvang thuiszorg (bijvoorbeeld wijkverpleging, gezinsverzorging of alfahulp) 40% 30% 20% 10% 0% 63 Geen afwijkend huisartsen gebruik na controle voor andere variabelen Invloed van kwetsbaarheid, beperkingen en het hebben van een partner (dan meer huisartsgebruik) Verschillen tussen proeftuinen, maar deze niet te verklaren uit aanwezigheid of nabijheid id huisarts of gezondheidscentrum, advisering of wijkverpleegkundige 64 32

34 Geen verschil woonservicegebieden Wel effect stedelijkheid (hoger gebruik) Invloed van beperkingen enige factor bij 1 specialist Invloed van beperkingen, kwetsbaarheid en hebben partner bij bezoek meerdere specialisten In controle gebieden meer ziekenhuisopnamen dan in woonservicegebieden, geen verschil tussen de woonservicegebieden onderling; invloed van beperkingen 65 Geen verschil in gebruik psychosociale zorg tussen woonservicegebieden en controlegebieden Effect van beperkingen en kwetsbaarheid Mogelijk effect van aanwezigheid van dit type zorg op snellere toename gebruik bij meer beperkingen 66 33

35 Wel verschil tussen locaties, maar niet toe te schrijven aan al dan niet woonservicegebied ten opzichte van controlegebieden Invloed van kwetsbaarheid, beperkingen, partner en ervaringen met zorgverleners Licht verschil tussen proeftuinen in de mate waarin kwetsbaarheid tevredenheid beïnvloedt. (minste invloed in Hoogeveen, Hengelo en Helden-Panningen > maar sterk verschillende arrangementen 67 Ouderen in woonservicegebieden ongeveer even gezond als elders Van langer zelfstandig wonen naar zo volwaardig mogelijk zelfstandig wonen Woonservicegebieden sluiten aan bij wensen van ouderen (zelfstandig, vertrouwd, nabij, netwerk, wederkerigheid, zekerheid, toegankelijk, advies, adequate zorg en ondersteuning.. Groot belang van geschiktheid woningen Belangrijk in te zetten op alle aspecten van kwetsbaarheid Enkele effecten kwantitatief aantoonbaar 68 34

36 Aangetoonde effecten: Langer zelfstandig wonen Meer extramuraal raal wonen Minder ziekenhuisopname Aanpassen woningen heeft effect op (minder) thuiszorg Beter omgaan met ziekte en gezondheid (coping).. dempende werking 69 dempende werking op achteruitgang welbevinden bij het toenemen van beperkingen, te weten: Minder effect toenemende beperkingen op toename psychische problemen Problemen met coping stijgen minder snel bij toenemende kwetsbaarheid en bij toenemende (stemming / geheugen) beperkingen Bij toenemende kwetsbaarheid neemt welbevinden minder snel af Sociale relaties blijven beter bij toenemen van beperkingen 70 35

37 Dempend effect is sterker bij netwerk / brede infrastructuur die zowel formele als informele zorg en ondersteuning omvat, waarin oudere gekend wordt Bij toenemende beperkingen gaan toename informele en formele zorg en ondersteuning min of meer gelijk op > geen substitutie Bij ouderen met beter inkomen minder informele zorg In woonservicegebieden niet meer thuiszorg (p.p.) In woonservicegebieden geen afwijkingen in gebruik huisartsen of specialisten, wel minder ziekenhuisopnames Geen aantoonbaar effect van specifieke organisatie van de zorg (wijkzorgteam, afstemming met eerstelijn) op tevredenheid met zorg 71 Over doelmatigheid moeilijk uitspraken te doen Meer extramuraal: 20 tot 80 per oudere 70+; Maximaal 30 effect woningaanpassing op thuiszorg Rond 10 wegens minder ziekenhuisopname Verschil investeren en incasseren 72 36

38 WSG werkt als verzekering. Waarbij een basispakket van adequate thuiszorg verlangd wordt keuzemogelijkheden in voorzieningen die ouderen belangrijk vinden Geen algemeen recept voor arrangementen Aandacht voor veiligheid en nabijheid voorzieningen Meer respect en waardering voor eigen kracht, inbreng, wederkerigheid van ouderen Bezinning op bekendheid en gebruik aanbod welzijn en diensten Belang van vraag gestuurd lokaal implementatie / ontwikkelingstraject Implementatie vraagt om lange adem en gunstige beleidsomgeving 73 Blijvende aandacht voor aanpassen woningen Versterk kernkwaliteit van woonservicegebieden: netwerk van ouderen met sociale omgeving, vrijwilligers en professionals Reflecteer op samenwerking gemeente en andere betrokken partijen Financiële schotten zo veel mogelijk doorbreken, actieve rol zorgkantoor wenselijk Verbeter bekendheid en gebruik voorzieningen Aandacht voor plaats en rol van ouderen in wijkvernieuwing, maatregelen voor veiligheidsbeleving 74 37

39 Deze rollator was van mijn 82 jarige moeder en ik kan me niet herinneren dat ze er ooit achter heeft gelopen. 75 Woningvoorraad in beeld Voorzieningen en verbindingen in kaart vanuit perspectief van de ouderen Informatie over woonsituatie en verhuisgedrag ouderen Gebiedsspecifiek zorggebruik en zorgkosten Bestaande initiatieven en organisaties Netwerk alerte professionals Bestaand gebruik steunpunten en adviseurs Ontwikkeling en gebruik intramurale voorzieningen 76 38

40 Koppelen bestaande statistische bronnen Actief op zoek naar bestaande initiatieven van ouderen en aanzetten voor nieuwe > nieuwe sociale kaart Evalueer recente initiatieven samen met de ouderen en professionals Gebruik bestaande vragenlijsten voor analyseren woonwensen, kwetsbaarheid, gebruik informele zorg > aanknopingspunten voor beleid Praat met ouderen over dagelijks leven > vraagpatronen en handelingsperspectieven Maak het onderzoek onderdeel van de oplossing Laat je inspireren door ervaringen van anderen 77 Contactpersoon: George de Kam 39

41 Kwetsbaar en zelfstandig Een onderzoek naar de effecten van woonservicegebieden voor ouderen George de Kam *, Daniëlle Damoiseaux *, Laura Dorland *, Roos Pijpers *, Martha van Biene, Erik Jansen, Joris Slaets. Het gehele rapport is digitaal beschikbaar via Nijmegen, september 2012 * Radboud Universiteit Nijmegen, Institute for Management Research - SCAPES Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Kenniscentrum HAN SOCIAAL, Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief UMC Groningen, Universitair Centrum Ouderengeneeskunde Samenvatting Op veel plaatsen in Nederland zijn woonservicegebieden. Deze zijn bedoeld om ouderen, door het bieden van een gecoördineerd aanbod aan voorzieningen, diensten en zorg in combinatie met het aanpassen van woningen, zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. De ondersteuning aan ouderen wordt geleverd vanuit diverse wetten voor zorg en welzijn, waaronder de Zorgverzekeringswet (Zvw), Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Binnen deze domeinen biedt een grote diversiteit aan organisaties diensten aan. De komende jaren verschuiven de grenzen tussen de domeinen. Het basispakket aan verzekerde zorg krimpt, terwijl gemeenten steeds meer verantwoordelijk worden voor de ondersteuning van kwetsbare burgers. Woonservicegebieden zijn lokale initiatieven, de regie ligt vaak bij de gemeente, maar er zijn ook gebieden waar de woningcorporatie of een zorgaanbieder een trekkende rol vervult. In het onderzoek naar de effecten van woonservicegebieden voor ouderen zijn tien woonservicegebieden onderzocht, in principe één per provincie. Dit evaluatieonderzoek sluit aan bij een programma waarin deze tien gebieden als pilotprojecten waren opgenomen; tien proeftuinen woonservicegebieden. Dit programma werd drie jaar geleden opgezet door de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting, nu Platform 31, en in maart 2012 afgesloten. Dit onderzoek is gefinancierd door ZonMw in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg, met aanvullende bijdragen van de Stichting Maatschappelijke Locatie Ontwikkeling (MLO), Actiz organisatie van zorgondernemers en Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). De belangrijkste doelstellingen van het onderzoek zijn: Achterhalen wat de effecten voor ouderen zijn van woonservicegebieden op het gebied van zelfstandig wonen, gezondheid, welbevinden (waaronder sociale relaties) en het gebruik van informele en formele zorg; Uitspraken doen over de doelmatigheid van de arrangementen in woonservicegebieden; Aanbevelingen formuleren. Het onderzoek is uitgevoerd door een team van de Radboud Universiteit Nijmegen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en het UMC Groningen. Het grootste deel van het (omvangrijke) veldwerk is gedaan door (werk)studenten van verschillende hogescholen, die hiervoor een speciale training hebben gekregen. Het onderzoek combineert kwantitatief onderzoek (150 enquêtes per proeftuin) met kwalitatief, in het bijzonder narratief onderzoek (35 interviews per proeftuin). Deze onderdelen zijn volgtijdelijk uitgevoerd. De uitkomsten zijn op twee manieren bij elkaar gebracht. Er zijn tien lokale rapporten gemaakt die zijn besproken met lokale partijen, mede gericht op implementatie. Daarnaast is dit eindrapport samengesteld, inclusief een aantal bijlagen, waarin een integraal overzicht van de bevindingen van het onderzoek wordt gegeven. 1

42 Per proeftuin hebben 150 ouderen een uitgebreide vragenlijst ingevuld. De eerste set vragen in deze lijst sluit aan bij lopend onderzoek van het UMC Groningen in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg, zodat een basis voor vergelijking van effecten kon worden gecreëerd. Het tweede deel bestaat uit specifieke vragen over het wonen in een woonservicegebied en de veronderstelde effecten daarvan. Het derde deel is aangereikt door de lokale projectleiders, met vragen over de bekendheid en het gebruik van de voorzieningen in het woonservicegebied. Bij de selectie van de respondenten is een verdeling gekozen waardoor ook de wat meer kwetsbare ouderen goed in het onderzoek vertegenwoordigd zijn. Het narratieve onderzoek is uitgevoerd onder een deel van de 150 respondenten in iedere proeftuin en zijn ouderen letterlijk zelf aan het woord. De uitkomsten worden in dit rapport gerapporteerd rond vier centrale thema s: Zelfstandig wonen Gezondheid en welbevinden Informele en professionele zorg Doelmatigheid Hierna volgt de kern van de conclusies over de eerste drie thema s, waar in de uitkomsten van het kwalitatieve en het kwantitatieve deel van het onderzoek zijn samengevat. Zelfstandig wonen Een belangrijk effect dat van woonservicegebieden wordt verwacht is dat ouderen er langer zelfstandig kunnen wonen, en uit de verhalen die we in dit onderzoek hebben opgetekend blijkt zonneklaar hoe belangrijk ouderen dit zelf vinden. Het onderzoek heeft twee aanwijzingen opgeleverd dat ouderen in woonservicegebieden inderdaad langer zelfstandig wonen. De eerste is dat (in 2008) het aantal zelfstandig wonende ouderen van 80 jaar en ouder als percentage van het aantal zelfstandig wonende ouderen van 75 jaar en ouder vijf jaar eerder hoger ligt in de proeftuinen dan in de vergelijkingsgebieden (gebieden die geen woonservicegebied zijn). En de tweede aanwijzing is dat in woonservicegebieden de verhouding tussen het aantal ouderen van 75 of 85 jaar en ouder dat AWBZzorg gebruikt (peiljaar 2010) en het aantal bedden in zorgwoningen, verzorgings- en verpleeghuizen (peiljaar 2008) gelijk of hoger ligt dan het Nederlands gemiddelde, respectievelijk de vergelijkingsgebieden. Dit betekent dat in woonservicegebieden een minstens even hoog, en vaak hoger aantal ouderen gebruik maakt van extramurale AWBZ-zorg dan daarbuiten, en (dus) zelfstandig woont. Beide kengetallen zijn gebaseerd op cijfers van enkele jaren geleden, en zijn uiteraard mede een uitdrukking van de in het verleden tot stand gekomen ruimtelijke spreiding van bedden in zorglocaties. Het is dus mogelijk dat initiatiefnemers voor woonservicegebieden locaties hebben gekozen waar de voorwaarden voor (of noodzaak tot) zelfstandig wonen al naar verhouding sterk aanwezig waren. Maar het is niet aannemelijk dat de gevonden verschillen kleiner zijn geworden, omdat in de woonservicegebieden gedurende een langer of korter aantal jaren beleid is gevoerd om het zelfstandig wonen verder te bevorderen, terwijl bovendien als ouderen het al zouden willen de mogelijkheden voor intramuraal wonen steeds beperkter worden.. Dat betekent dat naast de werking van woonservicegebieden in termen van langer zelfstandig wonen het voor het merendeel van de ouderen vooral van belang is wat woonservicegebieden kunnen bijdragen aan het op peil houden en liefst verbeteren van hun kwaliteit van leven gegeven de realiteit dat zij zelfstandig wonen en te maken krijgen met een toename van het aantal beperkingen en van hun kwetsbaarheid. Gebleken is dat geschikte of aangepaste woningen daarvoor een essentiële conditie zijn, die er in belangrijke mate voor kunnen zorgen dat ouderen die met meer beperkingen te maken krijgen in een vergelijkbare positie blijven met betrekking tot hun tevredenheid over de woonsituatie, als ouderen die (nog) geen aanpassingen nodig hebben. Maar dan is het wel nodig dat die aanpassingen als maatwerk worden aangebracht op een manier waar ouderen tevreden over zijn. Eigenaar-bewoners verdienen wat dat betreft bijzondere aandacht. 2

43 Ouderen benoemen ook de nabijheid van voorzieningen, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en het plezier dat zij aan de woonomgeving beleven als factoren die belangrijk zijn voor zelfstandig wonen. Factoren die een statistisch significante verklaring bieden voor verschillen in de tevredenheid van ouderen in de woonservicegebieden zijn naast de reeds genoemde tevredenheid over de aanpassing van woningen de mate waarin men beperkingen heeft en binnenshuis zelfstandig kan functioneren, de overweging om te verhuizen en de mate waarin men zich (on)veilig voelt. Factoren als verkeersveiligheid, de bereikbaarheid van voorzieningen en diensten en de mogelijkheden om zelfstandig buiten te kunnen functioneren hebben geen significante verklaringskracht. Dat wil niet zeggen dat ze onbelangrijk zijn, ouderen praten er veel over. Maar factoren binnenshuis zijn - naast de sociale veiligheid als meer beladen factor uit de omgeving - kennelijk van groter gewicht. Ouderen maken dus kennelijk een scherp onderscheid wat noodzakelijke voorwaarden zijn en wat wenselijke voorwaarden zijn. In meer algemene zin kunnen we uit de uitkomsten met betrekking tot zelfstandig wonen en de tevredenheid over de woonsituatie ook concluderen dat het Nederlandse systeem voor wonen, welzijn en zorg in dit opzicht goed werkt, omdat die tevredenheid niet afhangt van het inkomen, het zijn van huurder of woningeigenaar, en ook niet van een belangrijke persoonlijke omstandigheid zoals het hebben van een partner. De tevredenheid met de woonsituatie wordt vooral door maatregelen op het microniveau van individuele personen en hun woningen beïnvloed, dat is van belang voor het inrichten van lokaal beleid. Daarnaast vonden we een verschil tussen proeftuinen in de mate waarin het welbevinden van ouderen afgeleid van de mate waarin men zegt gelukkig te zijn een verklaring vormt voor verschillen in de gevoelde noodzaak om naar een meer aangepaste woning of uiteindelijk verzorgingshuis te verhuizen. Dit effect lijkt te worden gedempt wanneer het arrangement in het woonservicegebied betere kansen biedt op ondersteuning bij psychosociale problemen. Een vergelijkbaar verschijnsel zien we bij de verschillen tussen proeftuinen in het effect van zelfstandig kunnen functioneren in huis op de tevredenheid over de woonsituatie. Dit verschil zou te maken kunnen hebben met de mate waarin het lokale arrangement alle ouderen weet te bereiken. Naar tevredenheid zelfstandig kunnen blijven wonen lijkt dan ook direct en indirect samen te hangen met de inrichting van het woonservicegebied. Daarbij staat, zoals uit de narratieven blijkt, een zeer sterke behoefte om binnenshuis te kunnen functioneren voorop. Welbevinden en gezondheid Voor zover dit uit algemene statistieken kan worden afgeleid zijn er nauwelijks verschillen tussen de woonservicegebieden en vergelijkbare woonmilieus voor wat betreft de gezondheid van ouderen. De meer gedetailleerde gegevens van de enquête wijzen uit dat de respondenten in de woonservicegebieden wat fitter en wat minder kwetsbaar zijn dan de ouderen in de controlegebieden (gebieden die geen woonservicegebied zijn), maar dit verschil is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de verschillende manieren waarop respondenten geselecteerd zijn. Rekening houdend met de verschillen tussen de respondentengroepen in termen van beperkingen en kwetsbaarheid vonden geen verschillen tussen de ouderen in woonservicegebieden en die in andere gebieden in de mate van welbevinden, het hebben van psychische problemen hebben, gevoelens van eenzaamheid of de kwaliteit van sociale relaties. Wel zien we dat ouderen in woonservicegebieden beter kunnen omgaan met gezondheid en ziekte. Uit de analyses blijkt verder dat met uitzondering van coping, het om kunnen gaan met problemen niet zozeer het niveau van de genoemde variabelen of uitkomsten verschilt tussen de woonservicegebieden maar wel de mate waarin toenemende beperkingen effect hebben op het afnemen van welbevinden en andere uitkomstmaten. In het algemeen kan gezegd worden dat er in woonservicegebieden factoren werkzaam zijn waarvan een dempende werking uitgaat. Concreet hebben we in relatie tot welbevinden en gezondheid gevonden dat: 3

44 Naarmate beperkingen toenemen het effect op de mate waarin men psychische problemen heeft minder sterk is; Bij toenemende kwetsbaarheid de copingproblemen minder snel stijgen; Bij toenemende beperkingen (gerelateerd aan stemmingsproblemen en geheugenfuncties) de copingproblemen minder snel stijgen en de kwaliteit van het contact met andere mensen minder snel achteruit gaat; Bij toenemende kwetsbaarheid het welbevinden minder snel afneemt. Deze effecten zijn belangrijke aanwijzingen dat woonservicegebieden werken zoals beoogd wordt met de inspanningen die verschillende partijen in deze gebieden verrichten. Uit de vergelijking van de proeftuinen hebben we afgeleid dat de beschreven dempende effecten samenhangen met kenmerken van de software van de arrangementen. De proeftuinen waar deze effecten sterker optreden kenmerken zich door (betere condities voor) een netwerk waarin ouderen enerzijds zelf relatief makkelijk kunnen participeren, anderzijds de communicatie tussen verschillende professionals, adviseurs en ondersteuners (al dan niet vrijwillig) zo is ingericht dat ouderen gekend worden, en een (gedifferentieerd) ondersteuningsaanbod zo veel mogelijk ouderen kan bereiken. Daarmee zijn belangrijke aandachtspunten geïdentificeerd voor lokale initiatiefnemers die de dempende werking van woonservicegebieden of meer in het algemeen van voorzieningen voor thuiswonende ouderen willen versterken. Ouderen vertellen dat zij het belangrijk vinden om regie te houden als zich gezondheidsproblemen of beperkingen aandienen, en willen zich zo lang mogelijk zelf redden. Mobiliteit is in dat verband van grote betekenis, en daarmee ook het belang van hulpmiddelen en voorzieningen die mobiliteit zo goed mogelijk op peil houden. Ouderen zijn sterk in het vinden van eigen oplossingen om beperkingen het hoofd te bieden, zoals het verdelen van activiteiten over de dag. Maar zij hebben het ook moeilijk met het opgeven van de dingen die zij niet meer kunnen, en zoeken dan steun in zingevende activiteiten, door zich te spiegelen aan anderen, of door het inschakelen van familie, buren of vrienden. Voor mensen die beperkt sociale steun ervaren heeft is coping veel moeilijker, en sommige ouderen vertellen dat hun leven eigenlijk wel klaar is. Beperkte sociale steun heeft allerlei achtergronden: van een recente eigen verhuizing tot het afwijzen van contacten met nieuwelingen in de buurt door anderen, van het verlies van de partner of grote afstand tot familie tot het niet kunnen participeren in een wat gesloten lokale gemeenschap. Wanneer we de vragen van ouderen zien in het perspectief van de mogelijkheden om hen in het kader van een woonservicegebied te ondersteunen, zal het er vooral om gaan om de autonomie van ouderen te waarderen en het verband tussen autonomie en welbevinden te herkennen. Dat is een goede grondslag om in coproductie met ouderen, hun netwerk en vrijwilligers of professionals maatwerk te organiseren in de ondersteuning en zorg waar dat nodig is. Informele zorg en professionele diensten Wanneer beperkingen en kwetsbaarheid toenemen, komt er een moment dat ouderen ondersteuning en zorg nodig hebben om het zelfstandig wonen met behoud van voldoende kwaliteit van leven vol te houden. De verschillende maatregelen die initiatiefnemers van woonservicegebieden nemen om hiervoor faciliteiten te bieden vormen een belangrijk onderdeel van het arrangement. Over de effecten van die maatregelen hebben zij verwachtingen uitgesproken, die er in het algemeen van uitgaan dat het gebruik van (zwaardere) zorg kan worden uitgesteld, of gesubstitueerd door lichtere zorg dan wel informele zorg en ondersteuning. De basis is natuurlijk dat geprobeerd wordt de eigen kracht en mogelijkheden van ouderen zo volledig mogelijk in te zetten. Het beleven van eigen autonomie en regie is ook in relatie tot zorg en ondersteuning als een centraal thema uit de verhalen van de ouderen naar voren gekomen. Nooit horen we dat ouderen anderen inschakelen als dat eigenlijk nog niet nodig is, er is eerder sprake van aarzeling, het niet willen doen van een beroep op de omgeving omdat dat ook een nieuwe afhankelijkheid schept. Men wil niet als oud en zielig benaderd worden, er is een zekere vraagverlegenheid, soms vindt men ook dat de instanties moeilijk te benaderen zijn en is een zet nodig van kinderen, vrijwilligers of een 4

45 bemiddelende professional. Een deel van de ouderen is behoorlijk assertief, reageert afwijzend op professionals die hen niet in hun waarde laten en voelt zich trots op wat men zelf regelt. De eerste kring waar veel ouderen een beroep op (kunnen) doen en ook bij voorkeur doen zijn nabije personen zoals partners, familie en buren. Met die steun worden veel praktische, maar ook emotionele problemen opgelost. Een aspect dat veel ouderen daaraan verbinden is wederkerigheid, niet alleen nemen, maar ook naar eigen vermogen geven. We vinden dat terug in de aanzienlijke bijdrage van ouderen aan vrijwilligerswerk in de buurt, en in wederdiensten aan familie en buren, maar vaak voelt men zich niet voldoende erkend in die behoefte aan wederkerigheid het representeert kapitaal dat nog onvoldoende wordt benut. De andere kant van de medaille is dat er grenzen zijn aan de belasting van het netwerk dat informele ondersteuning biedt, en dat ook niet alle ouderen over een voldoende uitgebreid netwerk beschikken. En deze netwerken worden hoe dan ook kleiner door het verlies van een eventuele partner, en van andere vertrouwde personen. Belemmeringen kunnen tevens voortvloeien uit de eigen normatieve houding over hoe wederzijdse ondersteuning ingevuld zou moeten worden. De professionele zorg komt naar verhouding weinig voor in de verhalen over het dagelijks leven van zelfstandig wonende ouderen, met uitzondering van de huisarts die bij veel niet alleen medische problemen een belangrijk persoon is, en de verzorgers die bij de ouderen aan huis komen. In het algemeen zijn ouderen tevreden over de geboden professionele zorg, als er al kritiek is gaat het over bejegening, personele wisselingen, slechte bereikbaarheid van ziekenhuizen (afstand) en onduidelijkheden over waar men terecht kan. Ouderen hebben geen zicht op wat er allemaal achter de schermen van een woonservicegebied gebeurt: als het voor hen werkt, is het goed. Er zijn geen aanwijzingen dat ouderen in woonservicegebieden meer gebruik maken van informele zorg dan daarbuiten. Ook het gebruik van thuiszorg (per zelfstandig wonende oudere) maakt geen verschil, zowel op grond van algemene statistische gegevens over de proeftuinen en hun vergelijkingsgebieden, als op grond van onze eigen enquête. We vonden geen aanwijzingen dat thuiszorg en informele zorg elkaars substituut zijn: beide nemen in intensiteit toe als beperkingen toenemen. Als laatste blijkt ook dat ouderen in woonservicegebieden niet minder dan elders gebruik maken van huisarts, specialist(en) op het gebied van paramedische of psychosociale zorg. Wel is het aantal ziekenhuisopnames van ouderen in (of woonachtig in) woonservicegebieden significant lager dan daarbuiten. Uiteraard is bij al deze analyses gecorrigeerd voor variabelen die significant de betreffende uitkomstmaten voorspellen, in alle gevallen zijn dat beperkingen, soms ook de kwetsbaarheid (zoals bij het bezoeken van meerdere specialisten) en / of het hebben van een partner (bij huisartsengebruik en het bezoeken van meerdere specialisten). De strekking van al deze analyses is: dat er op het niveau van de individuele zelfstandig wonende oudere nauwelijks verschillen zijn tussen de woonservicegebieden en de controlegebieden in het patroon van (de combinatie van) informele en professionele zorg en ondersteuning van thuiswonende ouderen, maar het aandeel van de ouderen dat er gebruik van maakt wel zal verschillen. We vonden geen verschillen in de tevredenheid over de zorg in het algemeen, of over de samenwerking tussen zorgaanbieders. Zowel in de woonservicegebieden als in de controlegebieden zegt meer dan 95% van de ouderen dat zij alle zorg krijgen die zij nodig hebben. Na deze vergelijkingen tussen woonservicegebieden zijn ook de verschillen tussen de proeftuinen onderling geanalyseerd. Daarbij vonden we incidentele aanwijzingen voor substitutie van informele zorg en thuiszorg: respondenten in Zeevang en Hoogeveen ontvangen significant meer informele zorg dan in Hengelo. Omdat in Hengelo een goed functionerend wijkzorgteam werkt, en in dat in de andere twee proeftuinen in mindere mate het geval is, kan dit een aanwijzing zijn dat beter gecoördineerde thuiszorg eerder een substituut is voor informele zorg, dan andersom. Over alle proeftuinen is het echter opvallend dat de veronderstelde substitutie wederom niet wordt gevonden: het is juist zo dat het gebruik van informele zorg een hoger gebruik van thuiszorg voorspelt: beide gaan dus gelijk op. De sterkte van het effect verschilt echter per proeftuin, en het is aannemelijk dat het verschil onder andere samenhangt met de kwaliteit van de infrastructuur voor het ondersteunen en stimuleren van informele zorg. Een rivaliserende verklaring blijft dat verschillen vooral verklaard worden door de kwaliteit van 5

46 de infrastructuur die thuiszorg aan de man brengt. Beide elementen komen in wisselende combinatie voor in de woonservicegebieden. We vonden ook dat ouderen die een hoger inkomen hebben minder gebruik maken van informele zorg; we vonden aanwijzingen dat dit mede verklaard kan worden omdat zij meer mogelijkheden hebben om privé ondersteuning of diensten in te kopen. Een opvallende uitkomst is verder, dat ouderen in aangepaste woningen na controle voor andere variabelen zoals beperkingen minder gebruik maken van thuiszorg: dit is een aanwijzing dat woningaanpassingen bijdragen aan de zelfredzaamheid van ouderen, en niet alleen bijdragen aan het uitstellen van intramuraal verblijf, maar mogelijk ook aan het verminderen van het volume en de kosten voor thuiszorg. De betekenis van deze uitkomsten voor lokaal beleid is dat het in de eerste plaats van belang is om in contact te komen en te blijven met de ouderen in een wijk, voeling te houden met hoe hun behoefte aan ondersteuning en zorg zich ontwikkelt, en faciliteiten te bieden zodat zij hun eigen oplossingen kunnen vinden voor hun eventuele hulpvraag. De kunst is om met ouderen de mogelijkheden van informele zorg zo goed mogelijk te benutten, maar te vermijden dat hun sociale systeem overbelast raakt. Daarvoor is een goed werkende infrastructuur nodig die mantelzorgers ondersteunt en van tijd tot tijd ontlast, maar ook tijdig passende thuiszorg weet te garanderen. 6

47 Conclusies Als algemene conclusies vermelden we: De woonservicegebieden zijn allemaal verschillend (naar arrangement, stedelijk of dorps, woningvoorraad, moment van initiatief en graad van realisatie) en daarom zijn de effecten ook gevarieerd; Woonservicegebieden sluiten goed aan bij de wensen van ouderen, onder andere door de aanwezigheid van geschikte/aangepaste woningen, voorzieningen in de nabijheid, organisatie van activiteiten en diensten, en een bepaalde infrastructuur voor ondersteuning, welzijn en zorg; Het is gezien de steeds meer beperkte intramurale capaciteit vooral belangrijk te werken aan de kwaliteit van leven bij de realiteit van zelfstandig wonen die voor het merendeel van de ouderen geldt: niet (alleen) langer, maar vooral met zo veel mogelijk behoud van kwaliteit zelfstandig wonen; Er zijn duidelijke aanwijzingen dat ouderen in woonservicegebieden langer zelfstandig wonen, en dat er even veel of meer ouderen zelfstandig wonen dit lijkt een gevolg van de combinatie van de selectie van de gebieden waar deze initiatieven zijn genomen en sindsdien gevoerd beleid, en het is een uitkomst die aansluit bij de doelstellingen van woonservicegebieden; Naast de bijdrage aan (langer) zelfstandig wonen is de belangrijkste uitkomst van het onderzoek dat woonservicegebieden er voor zorgen dat zij beter met hun problemen kunnen omgaan (coping); In woonservicegebieden gaat op bovendien enkele belangrijke terreinen het welbevinden van ouderen minder hard achteruitgaat als zij te maken krijgen met toenemende beperkingen of kwetsbaarheid. In het algemeen kan gezegd worden dat er in woonservicegebieden factoren werkzaam zijn waarvan een dempende werking uitgaat. Concreet hebben we gevonden dat: Naarmate beperkingen toenemen het effect op de mate waarin men psychische problemen heeft minder sterk is; Bij toenemende kwetsbaarheid de copingproblemen minder snel stijgen; Bij toenemende beperkingen (gerelateerd aan stemmingsproblemen en geheugenfuncties) de copingproblemen minder snel stijgen en de kwaliteit van het contact met andere mensen minder snel achteruit gaat; Bij toenemende kwetsbaarheid het welbevinden minder snel afneemt. Deze effecten zijn belangrijke aanwijzingen dat woonservicegebieden werken zoals beoogd wordt met de inspanningen die verschillende partijen in deze gebieden verrichten. Er is een samenhang met de mate waarin in een woonservicegebied condities zijn geschapen voor een netwerk waarin ouderen enerzijds zelf relatief gemakkelijk kunnen participeren, en anderzijds de communicatie tussen verschillende professionals, adviseurs en ondersteuners (al dan niet vrijwilligers) zo is ingericht dat ouderen gekend worden, en een (gedifferentieerd) ondersteuningsaanbod zo veel mogelijk ouderen kan bereiken. Er is vrijwel geen verschil in de zorgconsumptie per persoon (bij gelijke kwetsbaarheid) tussen ouderen binnen en buiten woonservicegebieden; dat is aannemelijk omdat de genoemde effecten meestal niet rechtstreeks op de zorgconsumptie van invloed zijn, maar naast de onschatbare waarde van verminderde teruggang van welbevinden ook een meer preventieve werking hebben. Uitzonderingen zijn: Ouderen in beter aangepaste woningen gebruiken minder thuiszorg. Ouderen in woonservicegebieden hebben minder te maken met ziekenhuisopnames dan (evenzeer beperkte of kwetsbare) ouderen buiten woonservicegebieden. Op grond van het voorgaande kon bij een eerste verkenning van de doelmatigheid bij een groot aantal onderliggende veronderstellingen een bescheiden kostenbesparing (omgerekend op jaarbasis per oudere boven de 70 jaar in de woonservicegebieden) geschat worden van 20 tot 80 euro wegens langer thuis wonen, maximaal 30 euro als gevolg van het effect van 7

48 woningaanpassingen, en rond 10 euro als gevolg van minder ziekenhuisopname. We benadrukken dat het hierbij gaat om indicatieve schattingen. Tot slot nemen in de verhalen van ouderen de thema s autonomie en zelfredzaamheid een belangrijke plaats in. We kunnen de kern van het narratieve deelonderzoek samenvatten in het manifest van de thuiswonende oudere, zoals hieronder weergegeven: Ik, thuiswonende oudere 1. Wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen, in mijn eigen huis, te midden van mijn eigen sociale netwerk en in mijn eigen wijk, zoals het altijd is geweest; 2. Wil door anderen worden ondersteund in dit streven, hetzij door persoonlijke hulp, hetzij door aanpassingen in mijn omgeving (woning en wijk), hetzij door keuzes geboden te worden in het vorm geven aan mijn leven; 3. Ben in het licht van al mijn beperkingen en toenemende lichamelijke en geestelijke ongemakken tegelijk realistisch en optimistisch over de mogelijkheden die mij nog resten in het zicht van de haven; 4. Verwacht dat mijn omgeving zorgt voor een basisniveau van toegankelijke (medische) zorg en ondersteuning op het moment dat ik aangeef die nodig te hebben; 5. Wil van betekenis zijn voor mensen in mijn omgeving en niet slechts een last vanuit volledige afhankelijkheid; 6. Heb een eigen identiteit als bewoner van deze wijk of dit dorp en wens daarin erkend en herkend te worden; 7. Maak gebruik van de oplossingen die mij worden geboden als ik ze nuttig vind en verzin anders mijn eigen oplossingen; 8. Wens dat organisaties en beroepskrachten die mij ondersteunen aansluiten bij mijn leefwereld in plaats van dat ze mij dwingen me te voegen in hun systemen. Aanbevelingen Blijvende aandacht (in maatwerk) voor het aanpassen van woningen, specifiek ook voor eigenaar bewoners; daarnaast liggen er ook nog opgaven voor corporaties op dit gebied. Het is belangrijk dat een (landelijke) uitwisseling van ervaringen, instrumenten en best practices op dit gebied verder wordt gestimuleerd. Versterking van de kernkwaliteit van woonservicegebieden: een vorm van in ieder geval communicatie en waar dat past ook samenwerking tussen ouderen, vrijwilligers en professionals in het gebied waardoor ouderen beter gekend zijn, hun eigen inbreng tot zijn recht kan komen, en waar dat nodig is passende zorg en ondersteuning geleverd wordt. Daarbij is veel aandacht nodig voor de complementaire betekenis van informele en professionele zorg en ondersteuning. Het manifest van de thuiswonende oudere kan leidraad zijn. Op het niveau van gemeente en de verschillende betrokken instellingen: reflecteer op de samenwerking en wat deze bijdraagt aan de realisatie van de voorgaande aanbeveling. In verband met doelmatigheid, de verschillen tussen investeren en incasseren in woonservicegebieden, en de wenselijkheid om schotten tussen financieringssystemen zo veel mogelijk te doorbreken is actieve betrokkenheid van zorgkantoren in de verdere ontwikkeling van woonservicegebieden wenselijk. In veel woonservicegebieden zijn er nog mogelijkheden om door betere communicatie met de ouderen en afstemming tussen aanbieders de bekendheid en het gebruik van voorzieningen en diensten voor ouderen te verbeteren. In bredere processen van wijkaanpak of herstructurering van bestaande wijken meer aandacht voor de inbreng van en communicatie met ouderen, en voor maatregelen om de veiligheidsbeleving van ouderen te verhogen. 8

49 Dronter woonservicegebied voorbeeld voor Nederland Door Antoinette Reerink In Dronten worden ouderen goed bediend. Ze zijn tevreden over de zorg die ze krijgen, maar ze zijn vooral blij dat ze in deze noordelijke hoek van Flevoland relatief lang zelfstandig kunnen blijven wonen. Ze gaan langzamer achteruit dan veel senioren elders, omdat er om hen heen een goed geolied netwerk is gespannen. Dat is de verdienste van het zogeheten woonservicegebied in Dronten, zegt George de Kam, emeritus hoogleraar maatschappelijk ondernemen. Hij rondde een half jaar geleden een onderzoek af van de Radboud Universiteit Nijmegen naar tien woonservicegebieden in Nederland. In de jaren negentig zijn de eerste woonservicegebieden ontstaan. Inmiddels zijn er meer dan tweehonderd van deze speciale zones in Nederland. Gemeenten, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en zorgorganisaties werken intensief samen aan een veilig woon- en leefklimaat voor kwetsbare mensen, zoals ouderen. Veel van de 200 initiatieven stellen nog niet zo veel voor, ze bestaan vooral op papier. Maar niet in Dronten. Daar heeft het woonservicegebied concreet vorm gekregen. Twaalf jaar geleden nam de gemeente, samen met zorgaanbieder Coloriet en woningcorporatie OFW, het initiatief voor een woonservicegebied, genaamd Rond de Regenboog. Het gebied met een straal van zo n 700 meter is, zoals de naam aangeeft, geconcentreerd rond het woonzorgcentrum De Regenboog van Coloriet. Deze zorgorganisatie is de voortrekker van het initiatief. Hier in Dronten ontlook al vroeg het streven om hulpbehoevende mensen zo veel mogelijk in hun eigen woning te verzorgen. Precies hetgeen het kabinet nu in hoog tempo in heel Nederland wil doorvoeren: het zogeheten extramuraliseren, waarbij mensen alleen nog aanspraak maken op zorg buiten de muren van een instelling, zoals thuiszorg. Alle huisvestingskosten moeten zij zelf betalen. Roel Faas is de trotse maar ook bescheiden locatiedirecteur van De Regenboog. Op de vraag of hij begin deze eeuw de actuele ontwikkelingen al zag aankomen, antwoordt hij: Je kan ons een vooruitziende blik toedichten, maar voor ons was het pure noodzaak. Er was hier nauwelijks seniorenhuisvesting. Wij nemen mensen zónder complexe zorgbehoefte al helemaal niet op en laten zien dat dat heel goed kan. Dat is een succesverhaal voor heel Nederland geworden. Ik zie het nieuwe kabinetsbeleid dan ook met vertrouwen tegemoet.

50 De infrastructuur van nieuw land loopt altijd achter bij de behoefte. De eerste bewoners van Flevoland arriveerden in 1962, toen er nog niets in de polder was. De nieuwkomers van toen - overwegend agrariërs - gaan nu een beroep doen op seniorenhuisvesting, maar daar is Flevoland niet rijk mee bedeeld. Het eerst volgende verzorgingshuis staat in Elburg of Lelystad, vertelt Faas in zijn werkkamer. De gemeente, Coloriet en OFW besloten in 2000 de kansen te benutten van de situatie destijds. Voor de huisvesting van senioren moest een inhaalslag gemaakt worden en de Regenboog stond aan de vooravond van een renovatie. Dat heeft geresulteerd in een woonzorgcentrum met 132 intramurale plaatsen. Hieronder vallen groepswoningen voor ouderen met dementie en een multifunctioneel dienstencentrum voor de wijk, inclusief een overdekt wijkplein met restaurant. In de 120 aanleunwoningen naast De Regenboog kunnen zowel mensen mét als zonder indicatie voor intramuraal verblijf terecht. Op directe loopafstand van De Regenboog is het witlichtblauwe wooncomplex De Woonark in de vorm van een schip verrezen. Hierin zijn 82 zelfstandige appartementen gebouwd voor ouderen en gehandicapten, met een denksportcentrum op de begane grond. Een derde van de bewoners van de Woonark krijgt zware zorg, een derde lichte en een derde is niet zorgbehoevend. De Woonark is via een overdekte luchtbrug verbonden met De Regenboog. Omdat er ook veel fitte mensen wonen, die het een geruststellende gedachte vinden dat ze later op deze plek zorg kunnen krijgen, helpen bewoners elkaar veel. Dat draagt bij aan de gemeenschapszin en een goede sfeer. Professor De Kam vindt Dronten een goed voorbeeld hoe een woonservicegebied ingericht kan worden. Er zijn bijna mensen gehuisvest, waarvan zelfstandig wonende 70- plussers. Slechts één op de 150 ouderen zit er in een verzorgings- of verpleeghuis, terwijl die verhouding in het woonservicegebied De Bilt-West bijvoorbeeld, dat ook goed staat aangeschreven, 1 op de 12 is. Coloriet heeft zich heel erg ingespannen zorg aan huis te brengen, zegt De Kam. Dronten heeft bijna geen intramurale plaatsen en doet het voortreffelijk. De extramuralisering is er heel ver doorgevoerd. Dat is misschien wel de toekomst voor Nederland. Een enquête onder senioren en andere betrokkenen diende als basis voor het ontwerp van het woonservicegebied. Daaruit bleek dat ouderen twee dingen heel belangrijk vinden. Zij willen andere mensen ontmoeten en zoeken veiligheid, vertelt Faas.

51 Met die twee aspecten, ontmoeting en veiligheid, wordt voortdurend rekening gehouden. Wij waren aanvankelijk van plan een boodschappenservice op te zetten, maar die bleek helemaal niet gewenst, legt locatiedirecteur Faas uit. Ouderen vinden het fijn hun boodschappen zelf te doen, dan komen ze andere mensen tegen. Wel vinden ze het prettig als de tassen bij hun woning worden afgeleverd. Ook evenementen brengen ontmoetingen tot stand. Daarom werkt De Regenboog samen met het algemeen sociaal culturele centrum de Meerpaal, nu partner van de initiatiefnemers van het woonservicegebied. De Meerpaal staat in het (winkel)centrum van Dronten, een halve kilometer verderop. De Regenboog en De Meerpaal proberen hun activiteiten op elkaar af te stemmen, maar Faas voelt ook een zekere concurrentie van de Meerpaal. De Regenboog wil dat evenementen zorgen voor een bruisend wijkplein in het woonzorgcomplex. De meeste ouderen aarzelen echter om er naar toe te gaan omdat het toch doet denken aan het klassieke bingoën in het bejaardenhuis. Daar ga je pas heen als je oud bent, zeggen veel senioren. Naast een levendige omgeving is veiligheid cruciaal. Faas: Als je ouderen de zekerheid kan bieden dat er altijd zorg op afroep beschikbaar is, dus ook s nachts, dan geeft hen dat het vertrouwen om thuis te blijven wonen. Bij ons is de responstijd maximaal een kwartier. We bieden bovendien een samenhangend pakket van zorg en diensten. Daar zijn we best trots op. Uit het onderzoek onder leiding van professor De Kam naar de effecten van woonservicegebieden in Nederland bleek dat ouderen er minder snel achteruit gaan en langer zelfstandig blijven wonen dan ouderen in een gewone wijk. Ze functioneren er beter omdat ze er aandacht krijgen van elkaar en gekend worden door professionals en hun sociale omgeving. Woonservicegebieden doen dus waar ze voor zijn bedoeld: ouderen zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen. Inzoomend op Dronten, constateren de onderzoekers dat de zorg voor ouderen er beter is geregeld dan in vergelijkbare gemeenten. Ouderen wonen in Dronten langer thuis. Volgens Faas komt dat omdat in Dronten heel bewust eerst naar versterking van de eigen regie en het netwerk van ouderen wordt gekeken en pas daarna professionele hulp wordt overwogen. De initiatiefnemers van het woonservicegebied kijken scherp naar de vraag achter de vraag en

52 niet zozeer naar bestaande rechten en voorzieningen. Het woonservicegebied is daar een goed vehikel voor omdat het zo geconstrueerd is dat het maatwerk kan bieden. Als iemand zijn welbevinden op peil kan houden, stelt hij de vraag naar zorg uit, ervaart Faas. Het is door de onderzoekers van de Radboud Universiteit niet precies uitgezocht, maar zij vermoeden het ook. Faas vertelt over een echtpaar met wie het prima ging vanwege de ondersteuning van hun dochter. Die dochter ging twee weken op vakantie waardoor het snel minder goed ging met haar ouders. Na contact met de gemeente, kreeg het echtpaar uiteindelijk een scootmobiel, maar uiteindelijk bleek dat ze daar helemaal niet op zaten te wachten. Ze hadden in de vakantie alleen twee keer een ritje naar het centrum gewild. Ter illustratie geeft de directeur van De Regenboog ook het voorbeeld van iemand die goed woonde maar zijn tuin niet kon onderhouden en daardoor zijn huis dreigde te verlaten. Wij hebben verhuizing ontraden en bieden nu hulp bij het tuinonderhoud aan. Ik geloof echt dat een investeringen in welzijn de zorgvraag vermindert. Daar kleeft wel een lastig probleem aan, vertellen zowel Faas als De Kam. De investeerder in welzijn en aangepaste woningen, meestal de gemeente, profiteert niet van zijn inspanningen. Het is de zorgverzekeraar die incasseert. Die hoeft immers minder zorg te vergoeden. Volgens Faas is dat probleem alleen te ondervangen als behalve de huishoudelijke hulp, ook de begeleiding en persoonlijke verzorging van ouderen bij gemeenten worden ondergebracht. Oftewel, als nog meer AWBZ-zorg naar de Wmo gaat. Dan voelen gemeenten de opbrengst van investeringen in welzijn van ouderen ook in hun eigen portemonnee. De Kam zou het wel een goed idee vinden als zorgverzekeraars aan investeerders, zoals de gemeente Dronten, een zekere vergoeding zouden geven. Want zoals het nu gaat, zien wethouders de extramuralisering met gemengde gevoelens tegemoet, constateert De Kam. Dronten laat zien dat het woonservicegebied een grote aantrekkingskracht op ouderen heeft. Bij de laatste telling stonden er maar liefst 600 mensen op de wachtlijst. De Kam ziet hierin het bewijs van een succesformule, maar tegelijkertijd ook een risico. Sommige ouderen voelen zich genoodzaakt naar het woonservicegebied te verhuizen omdat de hulp daar zo goed is en elders wordt verwaarloosd.

53 Die exclusiviteit wijst De Kam af, want die zou mensen noodzaken hun eigen omgeving en sociaal netwerk te verlaten, precies tegengesteld aan wat beleidsmakers beogen. Het viel de onderzoekers bovendien op dat nieuwkomers in het woonservicegebied Dronten niet zo makkelijk aansluiting bij de buurt vinden. De Kam zou het liefst zien dat er een landelijk dekkend netwerk van woonservicegebieden zou zijn. Ook is er wel wat kritiek op de samenwerking met andere zorgverleners. Zorgaanbieder Icare is geen partner van het woonservicegebied en maakt dus ook geen deel uit van het zogeheten integrale wijkzorgteam, omdat organisatiebelangen dat belemmeren elke organisatie wil zelf zo veel mogelijk klanten. De relatie met huisartsen is bovendien zwak. Er is volgens De Kam nog geen woonservicegebied dat alles 100 procent in orde heeft, en daar moeten ook geen blauwdrukken voor worden ontwikkeld, want elke regio heeft zijn eigen problemen en kansen. Wel is duidelijk welke bouwstenen nodig zijn voor een goed functionerend woonservicegebied: aangepaste woningen, een goede afstemming tussen zorg en welzijn en tenslotte een stevig netwerk om ouderen heen. Faas zegt dan ook dat hij de afgelopen jaren veel heeft geleerd. Hoe tevreden hij ook is, sommige dingen zou hij toch anders doen. Het stempel van de zorgaanbieder is hier te duidelijk zichtbaar. Je wilt geen aparte zorgentiteit zijn, maar zo wordt het wel gevoeld. Ja, De Regenboog is en blijft een zorginstelling. De hoofdingang van De Regenboog is daar een toonbeeld van. Die ademt te veel een zorgsfeer, vindt Faas. Voordat je bij het restaurant komt, moet je langs een servicebalie met een medeweker die vraagt wat je komt doen. Dat werpt een drempel op voor de toegang naar het restaurant. Dat zou ik nu zeker anders doen. Hij heeft ook een dubbel gevoel over de regierol die zijn eigen organisatie zo nadrukkelijk op zich heeft genomen. Eigenlijk hoort die regie bij de gemeente te liggen. Wij zijn altijd heel erg enthousiast geweest over het concept en bereid er veel energie in te steken. Daardoor lijkt het dat de gemeente en de woningcorporatie wat achterover leunden. Liever had ik meer met hen gedeeld. Volgens De Kam is het woonservicegebied beslist geen achterhaald concept. Het kan heel veel betekenen nu het kabinet vaart zet achter het scheiden van wonen en zorg en extramuralisering, zegt hij. In Nederland zou het aantal woonservicegebieden uitgebreid moeten worden, dat helpt als mensen straks geen indicatie meer krijgen voor een

54 verzorgings- of verpleeghuis. In principe is dit een deel van de oplossing. Een kritische kanttekening wil Faas hierbij nog wel plaatsen. Op een gegeven moment bereik je een grens en moet je je afvragen hoeveel het kost om zorg bij mensen thuis te brengen. Misschien blijkt het dan toch goedkoper om mensen binnen een instelling te helpen. Die moeilijke discussie zullen we op een gegeven moment zeker nog krijgen. Antoinette Reerink, 7 februari 2013 Het gezicht van extramuralisering De overheid zet flink de vaart achter een al eerder ingezette trend, het zogeheten extramuraliseren: ouderen langer zelfstandig laten wonen en niet zo snel als vroeger naar een verzorgings- of verpleeghuis laten verhuizen. Sinds dit jaar komen mensen met een lichte zorgvraag niet meer in aanmerking voor een verblijf in een zorginstelling. De komende jaren zullen ook mensen met een zwaardere zorgvraag thuis moeten blijven wonen. Het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg is op zoek gegaan naar de uitwerking van dit beleid in de praktijk. Hoe kijken zorgaanbieders, woningcorporaties, wetenschappers en gemeenten aan tegen deze maatregelen en wie zijn eigenlijk de hulpbehoevende mensen die dit raakt? Journaliste Antoinette Reerink reisde het land door en sprak zowel met ouderen als met bestuurders en medewerkers in de sectoren wonen en zorg. Volg haar in de artikelenserie Het gezicht van extramuralisering

Verhalen van ouderen en klantgestuurde dienstverlening. Erik Jansen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Roos Pijpers, Radboud Universiteit Nijmegen

Verhalen van ouderen en klantgestuurde dienstverlening. Erik Jansen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Roos Pijpers, Radboud Universiteit Nijmegen Verhalen van ouderen en klantgestuurde dienstverlening Erik Jansen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Roos Pijpers, Radboud Universiteit Nijmegen Effectonderzoek Proeftuinen Woonservicegebieden n In kaart

Nadere informatie

Kwetsbaar en zelfstandig Een onderzoek naar de effecten van woonservicegebieden voor ouderen

Kwetsbaar en zelfstandig Een onderzoek naar de effecten van woonservicegebieden voor ouderen Kwetsbaarenzelfstandig Eenonderzoeknaardeeffectenvanwoonservicegebiedenvoorouderen George de Kam *, Daniëlle Damoiseaux *, Laura Dorland *, Roos Pijpers *, Martha van Biene, Erik Jansen, Joris Slaets.

Nadere informatie

Effecten van woonservicegebieden voor ouderen en hoe nu verder? Zie: www.wonenouderen.nl. George de Kam

Effecten van woonservicegebieden voor ouderen en hoe nu verder? Zie: www.wonenouderen.nl. George de Kam Effecten van woonservicegebieden voor ouderen en hoe nu verder? Zie: www.wonenouderen.nl George de Kam Deze workshop ---- Het onderzoek Wat zijn de uitkomsten Hoe verder. Verzoek van de SEV Projectteam

Nadere informatie

Herstructurering Plan Zuid: een goede plek voor ouderen?

Herstructurering Plan Zuid: een goede plek voor ouderen? Herstructurering Plan Zuid: een goede plek voor ouderen? Harlingen, 6 maart 2014 George de Kam Honorair hoogleraar VolkshuisvesBng en grondmarkt, met bijzondere aandacht voor het wonen van ouderen Rijksuniversiteit

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/111753

Nadere informatie

WOONSERVICE GEBIEDEN

WOONSERVICE GEBIEDEN WOONSERVICE GEBIEDEN Jeroen Singelenberg, SEV / George de Kam Radboud Universiteit Beoogde effecten Langer zelfstandig wonen in huidige woning Hogere kwaliteit van leven bij chronische ziekte, ouderdomsziekte

Nadere informatie

!"#$%&'"( )"*+&,--".",(/&,( 011,*"#/23"4")2"-",(!"#$%"&'"&()*& +),$)&-#$.)/'& -)/01.."&-)*#02"),3&

!#$%&'( )*+&,--.,(/&,( 011,*#/234)2-,(!#$%&'&()*& +),$)&-#$.)/'& -)/01..&-)*#02),3& !"#$%&'"( )"*+&,--".",(/&,( 011,*"#/23"4")2"-",(!"#$%"&'"&()*& +),$)&-#$.)/'& -)/01.."&-)*#02"),3& Inhoud 1. Onderzoek 2. Proeftuinen Didam en Breda! Analyse bestanddelen! Kwantitatieve analyse! Narratieve

Nadere informatie

Integraal Ouderenproject Noord- en Oost-Groningen

Integraal Ouderenproject Noord- en Oost-Groningen Integraal Ouderenproject Noord- en Oost-Groningen Terugkoppeling Proefgebieden: Appingedam en Wagenborgen Datum: 31 mei 2012 Tekstvak tekstvak 0 Agenda 1. Integraal Ouderenproject Noord- en Oost-Groningen

Nadere informatie

Kwetsbaar en zelfstandig Een onderzoek naar de effecten van woonservicegebieden voor ouderen

Kwetsbaar en zelfstandig Een onderzoek naar de effecten van woonservicegebieden voor ouderen Onderzoeksrapport Kwetsbaar en zelfstandig Een onderzoek naar de effecten van woonservicegebieden voor ouderen Radboud Universiteit Nijmegen George de Kam, Daniëlle Damoiseaux, Laura Dorland en Roos Pijpers

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/112074

Nadere informatie

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014 Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014 Programma Welkom en korte kennismaking Pluspunt aan het werk Ouderen Mantelzorgers Visie Pluspunt op ontwikkelingen in sociaal domein Pluspunt aan het werk

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/101034

Nadere informatie

Monitor sociaal domein 2017 ouderen voorbereid op kwetsbaarheid?

Monitor sociaal domein 2017 ouderen voorbereid op kwetsbaarheid? Monitor sociaal domein 2017 ouderen voorbereid op kwetsbaarheid? De artikel is geschreven op basis van informatie uit interviews met een aantal ouderenadviseurs van Divers, de voorzitter van de Seniorenraad,

Nadere informatie

Lang zullen we leven!

Lang zullen we leven! Talmalectoraat Wonen, Welzijn en Zorg op hoge leeftijd Lang zullen we leven! Inauguratie 16 februari 2011 Dr. Evelyn Finnema Welkom! Waar gaan we het over hebben? Onderwerpen Aanleiding De opgaven en de

Nadere informatie

Goede preventieve ouderenzorg: belangrijke elementen

Goede preventieve ouderenzorg: belangrijke elementen Goede preventieve ouderenzorg: belangrijke elementen Annemieke Spijkerman GGD NOG 18 mei 2017 Werkconferentie gezond ouder worden GGD Noord- en Oost-Gelderland 2 Doetinchem Cohort Studie, al 30 jaar! Doetinchem

Nadere informatie

Wijkgezondheidsteams Arnhem. 1 November 2013

Wijkgezondheidsteams Arnhem. 1 November 2013 Wijkgezondheidsteams Arnhem 1 November 2013 Awina Nijntjes: Wijkverpleegkundige STMG Bregje Peeters: Adviseur eerste lijn, Caransscoop Versus Aanleiding Convenant Menzis-Gemeente Arnhem: 3 jaar gezamenlijk

Nadere informatie

Frits Markus Voorzitter vakgroep NVM Wonen. Jelmer Hitzert Onderzoeker Fries Sociaal Planbureau

Frits Markus Voorzitter vakgroep NVM Wonen. Jelmer Hitzert Onderzoeker Fries Sociaal Planbureau Frits Markus Voorzitter vakgroep NVM Wonen Jelmer Hitzert Onderzoeker Fries Sociaal Planbureau Pauze George de Kam Emeritus hoogleraar Volkshuisvesting en grondmarkt Forumdiscussie Rein Hagenaars Bestuurder

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/101041

Nadere informatie

Fryslân 2030: wonen zonder zorg(en)

Fryslân 2030: wonen zonder zorg(en) Fryslân 2030: wonen zonder zorg(en) George de Kam Honorair hoogleraar Volkshuisvesting en grondmarkt, met bijzondere aandacht voor het wonen van ouderen Rijksuniversiteit Groningen Leeuwarden 15 januari

Nadere informatie

Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk

Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk Samenvatting Leefbaarheid in kaart voor sociale wijkteams Land van Cuijk Onderzoek naar de wensen, behoeften en bijdragen van inwoners uit Padbroek, Cuijk Alex de Veld, Daniëlle Damoiseaux MSc., dr. Martha

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Gemeente Hoogeveen laat zien waar goede zorg om draait. oktober 2017

Gemeente Hoogeveen laat zien waar goede zorg om draait. oktober 2017 Gemeente Hoogeveen laat zien waar e zorg om draait oktober 2017 In deze rapportage van Mijnkwaliteitvanleven.nl leest u de resultaten van dit landelijke initiatief, specifiek gericht op de gemeente Hoogeveen.

Nadere informatie

Basisarrangement 3. Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 3 (ZZP VV3)

Basisarrangement 3. Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 3 (ZZP VV3) Basisarrangement 3 Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 3 (ZZP VV3) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 3 Dit basisarrangement is bestemd

Nadere informatie

Memo. Leden van de commissie WOS. R.Kool- van Mourik CDA-fractie. Betreft: Informatie over kwetsbare ouderen. Datum: 15-3-2011

Memo. Leden van de commissie WOS. R.Kool- van Mourik CDA-fractie. Betreft: Informatie over kwetsbare ouderen. Datum: 15-3-2011 Aan: Van: Leden van de commissie WOS R.Kool- van Mourik CDA-fractie Betreft: Informatie over kwetsbare ouderen. Datum: 15-3-2011 Inleiding. Ruim een kwart van de 65-plussers is kwetsbaar voor ernstige

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/101041

Nadere informatie

Bron: Vilans website januari 2018 en Movisie - website januari 2018

Bron: Vilans website januari 2018 en Movisie -   website januari 2018 Wettelijke kaders en voorzieningen mantelzorgondersteuning Bron: Vilans - https://www.vilans.nl - website januari 2018 en Movisie - https://www.movisie.nl website januari 2018 Vilans is een kenniscentrum

Nadere informatie

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn: Welzijnsbezoek 2014 Inhoud 1. Conclusies 2. Figuren en tabellen MEE Drechtsteden voerde in 2014 welzijnsbezoeken uit onder ouderen van 75, 80 en. Aan de hand van een vragenlijst komen zes onderwerpen aan

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2 Deel A: Filtervragen Deze vragenlijst is bedoeld voor roze 65+ volwassenen die regelmatig zorg nodig hebben. Met behulp van de vragen uit dit deel wordt allereerst vastgesteld of de vragenlijst van toepassing

Nadere informatie

Ruim baan voor informele zorg

Ruim baan voor informele zorg Ruim baan voor informele zorg Henk Nies Vilans, Kenniscentrum Langdurende Zorg, Utrecht - Zonnehuis Leerstoel Organisatie en beleid van zorg Vrije Universiteit Amsterdam 17 e Regionale Zorgconferentie

Nadere informatie

Effecten woonservicegebied Hoge Vucht, Breda

Effecten woonservicegebied Hoge Vucht, Breda Onderzoeksrapport Effecten woonservicegebied Hoge Vucht, Breda George de Kam, Daniëlle Damoiseaux Institute for Management Research Creating knowledge for society Nijmegen, september 2012 Nijmegen, september

Nadere informatie

Dementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning

Dementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning Dementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning Daniëlle Jansen (NIVEL) Wendy Werkman (Alzheimer Nederland) Anneke L. Francke (NIVEL) Samenvatting en aanbevelingen Het

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen laat zien waar goede zorg om draait. maart 2017

Gemeente Nijmegen laat zien waar goede zorg om draait. maart 2017 Gemeente Nijmegen laat zien waar e zorg om draait maart 2017 In deze rapportage van Mijnkwaliteitvanleven.nl leest u de resultaten van dit landelijke initiatief, specifiek gericht op de gemeente Nijmegen.

Nadere informatie

Basisarrangement 4. Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 4 (ZZP VV4)

Basisarrangement 4. Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 4 (ZZP VV4) Basisarrangement 4 Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 4 (ZZP VV4) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 4 Dit basisarrangement

Nadere informatie

Anderhalvelijns zorg Het belang van segmentatie. 22 mei Prof. dr. Joris Slaets University Medical Center Groningen

Anderhalvelijns zorg Het belang van segmentatie. 22 mei Prof. dr. Joris Slaets University Medical Center Groningen Anderhalvelijns zorg Het belang van segmentatie 22 mei 2012 Prof. dr. Joris Slaets University Medical Center Groningen one fits all klopt niet Ouderen verschillen meer van elkaar dan volwassenen Hoe maak

Nadere informatie

Het project in fasen. Waarom dit project? Gebiedsgerichte Zorg. Resultaten fase 1 en 2. Dit Zorgbelang Fryslân project wil:

Het project in fasen. Waarom dit project? Gebiedsgerichte Zorg. Resultaten fase 1 en 2. Dit Zorgbelang Fryslân project wil: Waarom dit project? Dit Zorgbelang Fryslân project wil: Gebiedsgerichte Zorg Klaas de Jong & Trees Flapper Burgers meelaten denken in een pracht gebied met veel veranderingen (krimp, belangen e.d.) Hun

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Veranderende (ouderen) zorg. 6 november 2018 Gabie Conradi

Veranderende (ouderen) zorg. 6 november 2018 Gabie Conradi Academie Zorgbelang Veranderende (ouderen) zorg 6 november 2018 Gabie Conradi Langer thuis wonen Waar denkt u aan? Langer thuis wonen Passend wonen. Wat is passend? Een huis dat volledig is aangepast

Nadere informatie

Programma Langer thuis. Peter Alders

Programma Langer thuis. Peter Alders Programma Langer thuis Peter Alders Langer thuis: opgave ouderenzorg Mensen wonen langer zelfstandig; Voorkeur van mensen om thuis te blijven wonen Kosten voor overheid lager als mensen thuis blijven wonen

Nadere informatie

Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie

Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting

Nadere informatie

We zijn het eens en hebben het helder. Samenvatting van onze ambitie. 1. Ambitie

We zijn het eens en hebben het helder. Samenvatting van onze ambitie. 1. Ambitie Aan : Geriatrisch Netwerk Van : Jan Lam, programmamanager Onderwerp : Ambitie, doelen en activiteiten Geriatrisch Netwerk (versie G [= goed]) Datum : 5-12-2017 Status : Overeengekomen op het overleg van

Nadere informatie

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Inleiding De overheid heeft besloten over te gaan het scheiden van de financiering van wonen en zorg. De overheid heeft ook besloten tot hervormingen van

Nadere informatie

Basisarrangement LG2

Basisarrangement LG2 Basisarrangement LG2 Lichamelijk gehandicapt Wonen met begeleiding en enige verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 2 (ZZP LG2) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement LG2 Dit basisarrangement

Nadere informatie

informatiebrief raad/commissie

informatiebrief raad/commissie Informatiebrief over tevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Datum: 27 juni 2012 Docmannr.: 2012/9368 Onderwerp: Eindrapport naar de participatie en individueel welzijn binnen de Wmo in de Gemeente Schinnen Bijlagen

Nadere informatie

WAAR LIGT MIJN GRENS? DE ROL VAN CLIENTEN EN MANTELZORGERS IN DE INTEGRALE ZORG MARJOLEIN BROESE VAN GROENOU HOOGLERAAR INFORMELE ZORG

WAAR LIGT MIJN GRENS? DE ROL VAN CLIENTEN EN MANTELZORGERS IN DE INTEGRALE ZORG MARJOLEIN BROESE VAN GROENOU HOOGLERAAR INFORMELE ZORG WAAR LIGT MIJN GRENS? DE ROL VAN CLIENTEN EN MANTELZORGERS IN DE INTEGRALE ZORG MARJOLEIN BROESE VAN GROENOU HOOGLERAAR INFORMELE ZORG UITGANGSPUNTEN Centrale actoren in de integrale zorg VWS nota Vertrouwen

Nadere informatie

Gemeente Groningen laat zien waar goede zorg om draait. oktober 2016

Gemeente Groningen laat zien waar goede zorg om draait. oktober 2016 Gemeente Groningen laat zien waar e zorg om draait oktober 2016 In deze rapportage van Mijnkwaliteitvanleven.nl leest u de resultaten van dit landelijke initiatief, specifiek gericht op de gemeente Groningen.

Nadere informatie

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 Almelo, juli 2012 Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 In 2006 is Scoop gestart met het bezoeken van 75-plussers in de gemeente

Nadere informatie

Inwoners van gemeente Schiedam laten zien waar goede zorg om draait. december 2018

Inwoners van gemeente Schiedam laten zien waar goede zorg om draait. december 2018 Inwoners van gemeente Schiedam laten zien waar goede zorg om draait december 2018 In deze rapportage van Mijnkwaliteitvanleven.nl leest u de uitkomsten en ervaringen van inwoners van de gemeente Schiedam.

Nadere informatie

Zorg na ziekenhuisopname

Zorg na ziekenhuisopname Zorg na ziekenhuisopname Zorg nodig na ontslag uit het ziekenhuis? Wat zijn de mogelijkheden? Wat kunt u alvast zelf regelen? Wat kan het Transferpunt Zorg voor u betekenen? Inleiding Wellicht heeft u

Nadere informatie

WIJdezorg bij U thuis

WIJdezorg bij U thuis WIJdezorg bij U thuis 24 uur per dag Bel 088 209 1000 U het comfort WIJdezorg brengt de zorg bij U thuis S Soms heeft u thuis zorg nodig. Bijvoorbeeldna terugkeer uit het ziekenhuis of revalidatie centrum,

Nadere informatie

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen www.nivel.

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen  www.nivel. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke

Nadere informatie

Onderzoek naar wensen en behoeften op het gebied van dagbesteding van (kwetsbare) ouderen en hun mantelzorgers in het Schilderskwartier in Woerden

Onderzoek naar wensen en behoeften op het gebied van dagbesteding van (kwetsbare) ouderen en hun mantelzorgers in het Schilderskwartier in Woerden Onderzoek naar wensen en behoeften op het gebied van dagbesteding van (kwetsbare) ouderen en hun mantelzorgers in het Schilderskwartier in Woerden Voor wie is dit onderzoek? 1) Zelfstandig wonende ouderen

Nadere informatie

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Het verhaal van Careyn Het Dorp Het verhaal van Careyn Het Dorp Het Dorp staat voor een nieuwe manier van werken. Een werkwijze die de klant en kwaliteit van leven centraal stelt en waarbij onze zorgprofessional aan zet is. Het Dorp

Nadere informatie

VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN. Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering

VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN. Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering Andere aanwezige(n): Nee Ja Naam: Relatie tot cliënt: Easycare Welzijn

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/111595

Nadere informatie

Factsheet AWBZ, 24 februari 2014. AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

Factsheet AWBZ, 24 februari 2014. AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten Factsheet AWBZ, 24 februari 2014 AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten Het Rijk draagt op 1 januari 2015 een deel van de zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten

Nadere informatie

Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen

Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen Hieronder staan de antwoorden op de digitale enquête van de Burger Advies Raad (BAR) over het Wmo-beleid in de gemeente Heumen. Dit zijn alleen de antwoorden

Nadere informatie

Eenzaamheid onder ouderen

Eenzaamheid onder ouderen Eenzaamheid onder ouderen Een inventarisatie van de stand van zaken en van een mogelijke aanpak in Ede (versie 31 oktober 2011) Op 3 februari 2011 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen over eenzaamheid

Nadere informatie

Samenvatting derde rapport

Samenvatting derde rapport Samenvatting derde rapport Gronings Perspectief onderzoekt gezondheid, ervaren veiligheid en toekomstperspectief van bewoners in alle 23 Groningse gemeenten. Het onderzoek is een samenwerking tussen onderzoekers

Nadere informatie

Mantelzorgbeleid Inovum

Mantelzorgbeleid Inovum Paginanummer: 1 / 5 Mantelzorgbeleid Inovum 1. Doel Geven van duidelijkheid over wie mantelzorgers zijn, wat het verschil is tussen mantelzorgers en vrijwilligers en hoe Inovum en mantelzorgers elkaar

Nadere informatie

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015 De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is ZorgImpuls maart 2015 Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk heeft veel taken

Nadere informatie

BETEROUD TRAPT AF. Betty Meyboom - de Jong Voorzitter programmacommissie NPO Amsterdam, 29 januari 2016

BETEROUD TRAPT AF. Betty Meyboom - de Jong Voorzitter programmacommissie NPO Amsterdam, 29 januari 2016 BETEROUD TRAPT AF Betty Meyboom - de Jong Voorzitter programmacommissie NPO Amsterdam, 29 januari 2016 Inhoud praatje: Nationaal Programma Ouderenzorg www.beteroud + cooperatie Waaraan bestaat behoefte

Nadere informatie

Basisarrangement 9. Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 9 (ZZP VV9)

Basisarrangement 9. Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 9 (ZZP VV9) Basisarrangement 9 Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 9 (ZZP VV9) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 9 Dit basisarrangement is bestemd

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/101040

Nadere informatie

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk

Nadere informatie

Gemeente Ede laat zien waar goede zorg om draait. oktober 2017

Gemeente Ede laat zien waar goede zorg om draait. oktober 2017 Gemeente Ede laat zien waar e zorg om draait oktober 2017 In deze rapportage van Mijnkwaliteitvanleven.nl leest u de resultaten van dit landelijke initiatief, specifiek gericht op de gemeente Ede. Sinds

Nadere informatie

Niet alles verandert in de zorg

Niet alles verandert in de zorg Over wat blijft en wat er verandert in de zorg 15 september 2014, Hercules Diessen Niet alles verandert in de zorg. Gelukkig maar! Er gaat veel veranderen in de zorg. Maar er blijft gelukkig ook veel hetzelfde;

Nadere informatie

Basisarrangement 10. Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 10 (ZZP VV10)

Basisarrangement 10. Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 10 (ZZP VV10) Basisarrangement 10 Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 10 (ZZP VV10) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 10 Dit basisarrangement

Nadere informatie

Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg

Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg Onderzoek onder ouderen naar de relatie tussen het sociaal netwerk en het gebruik van formele zorg en mantelzorg Inleiding De relatie

Nadere informatie

Basisarrangement 2. Beschut wonen met begeleiding en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 2 (ZZP VV2) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden

Basisarrangement 2. Beschut wonen met begeleiding en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 2 (ZZP VV2) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden Basisarrangement 2 Beschut wonen met begeleiding en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 2 (ZZP VV2) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 2 Dit basisarrangement is bestemd voor

Nadere informatie

Presentatie onderzoeksresultaten werkgroep zorg en welzijn Westerbeek

Presentatie onderzoeksresultaten werkgroep zorg en welzijn Westerbeek Presentatie onderzoeksresultaten werkgroep zorg en welzijn Westerbeek In het najaar van 2013 hebben wij 190 inwoners uit Westerbeek een vragenlijst gegeven over de thema's wonen, welzijn, zorg in hun omgeving.

Nadere informatie

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos Bijlage 2 Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos A1 Uitbrengen jaarkrant A2 Advertentie huis aan huis bladen A3 Consultatie B1 Brochures

Nadere informatie

DE PIRAMIDE WERKT BEWEEGT

DE PIRAMIDE WERKT BEWEEGT DE PIRAMIDE WERKT In de overgang naar een nieuwe manier van het organiseren van zorg en ondersteuning in Nederland, is de WMO piramide een goed hulpmiddel. ZIVA heeft de piramide vertaald naar een praktische

Nadere informatie

Leven zoals thuis, in de straat en in de wijk

Leven zoals thuis, in de straat en in de wijk Ons visiedocument? www.wilgaerden.nl Leven zoals thuis, in de straat en in de wijk Bij Wilgaerden draait alles om het welzijn van ouderen met een zorgbehoefte of zorgvraag die samenhangt met het ouder

Nadere informatie

Op het snijvlak van Zorg en Welzijn. De eerste lijn, alle facetten in beeld leergang Jan van Es instituut 5 januari 2015

Op het snijvlak van Zorg en Welzijn. De eerste lijn, alle facetten in beeld leergang Jan van Es instituut 5 januari 2015 Op het snijvlak van Zorg en Welzijn De eerste lijn, alle facetten in beeld leergang Jan van Es instituut 5 januari 2015 Even voorstellen Bureau Meulmeester & Veltman Kernthema s: samenwerking, kwaliteit

Nadere informatie

Meldactie AWBZ oktober 2010

Meldactie AWBZ oktober 2010 pagina 1 van 13 Meldactie AWBZ oktober 2010 Inleiding Zeven cliëntenorganisaties werken samen om de gevolgen van de veranderingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in kaart te brengen.

Nadere informatie

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC Morele dilemma s in de afstemming van zorg tussen cliënten met NAH, mantelzorgers en zorgprofessionals TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA,

Nadere informatie

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017.

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017. Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 07. CONTACTADRES NIVEL Dr. Anke J.E. de Veer Postbus 568 500 BN Utrecht

Nadere informatie

Basisarrangement LG3

Basisarrangement LG3 Basisarrangement LG3 Lichamelijk gehandicapt Wonen met enige begeleiding en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 3 (ZZP LG3) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement LG3 Dit basisarrangement

Nadere informatie

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b. Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent Datum huisbezoek Postcode huisbezoek..../... /... (DD/MM/JJJJ) 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.)... DD/MM/JJJJ 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.) Man Vrouw

Nadere informatie

Rapportage Preventief Huisbezoek Ouderen 2014

Rapportage Preventief Huisbezoek Ouderen 2014 Rapportage Preventief Huisbezoek Ouderen 2014 Rapportage Preventief Huisbezoek 2014 Het preventief huisbezoek wordt aangeboden aan alle zelfstandig wonende ouderen in Ouder-Amstel die in een kalenderjaar

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld 2018 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda T 076 515 13 88 info@dimensus.nl www.dimensus.nl Inhoudsopgave o Onderzoeksbeschrijving

Nadere informatie

Project Vilente Onderzoeken 2010

Project Vilente Onderzoeken 2010 Project Vilente Onderzoeken 2010 Ayse Gul Bas, Gul Kapan, Lidia van de Moosdijk, Suzan Huisinga, Marjolein Broekman, Lisa Hijstek, Peter Oosterhoff, Shyma, Kim Inhoud Inleiding dr. Martha van Biene, lector

Nadere informatie

WELKOM BIJ LUCIVER! Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen. Laat het ons horen. Wij staan graag voor u klaar!

WELKOM BIJ LUCIVER! Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen. Laat het ons horen. Wij staan graag voor u klaar! WELKOM BIJ LUCIVER! LuciVer is een kleinschalige organisatie voor welzijn, zorg en wonen. Wij zijn er voor ouderen die door verlies van lichamelijke en/of geestelijke mogelijkheden zorg of ondersteuning

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente? Cliëntondersteuning Tips voor het keukentafelgesprek Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente? Inleiding...3 Leeswijzer...4 Wet maatschappelijke ondersteuning...5

Nadere informatie

Voorstel van de Rekenkamer

Voorstel van de Rekenkamer Voorstel van de Rekenkamer Opgesteld door Rekenkamer Vergadering Commissie Mens en Samenleving en Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 14 december 2017 of 25 januari 2018 Jaargang en nummer 2017, nr.

Nadere informatie

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

!7: ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING !7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING )NKOOPBELEID,ANGDURIGE :ORG +LANTVERSIE Uitgangspunten en inkoopdoelen 2015 Verpleging en Verzorging (V&V) U hebt recht op langdurige zorg als dat nodig is. Denk aan

Nadere informatie

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning Wmo-loket In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning sopgave 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 5 De gemeente... 5 Het Wmo loket... 5 Het gesprek... 6 2. Het gesprek voorbereiden... 7 Woonsituatie...

Nadere informatie

fluchskrift www.friesvrouwenpanel.nl

fluchskrift www.friesvrouwenpanel.nl Burenhulp: geven en ontvangen Fries vrouwenpanel over burenhulp Er verandert veel in de organisatie van de zorg in Nederland en Fryslân. De aandacht is in toenemende mate gericht op de participatiesamenleving,

Nadere informatie

Ronde 2: sessie 1 Verbinding tussen eerstelijnszorg en sociaal werk: winst voor ouderen

Ronde 2: sessie 1 Verbinding tussen eerstelijnszorg en sociaal werk: winst voor ouderen Ronde 2: sessie 1 Verbinding tussen eerstelijnszorg en sociaal werk: winst voor ouderen Integraal willen we allemaal maar hoe? 1. Klaske Wynia, onderzoeker Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO In 2015 gaat er veel veranderen in de zorg. De gemeente krijgt er nieuwe taken bij. Wat betekenen deze veranderingen voor u? 1. Wat gaat er veranderen

Nadere informatie

Basisarrangement LG1

Basisarrangement LG1 Basisarrangement LG1 Lichamelijk gehandicapt Wonen met enige begeleiding en enige verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 1 (ZZP LG1) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement LG1 Dit

Nadere informatie

Zorgpact Teylingen

Zorgpact Teylingen Zorgpact Teylingen 2015-2016 In 2013 zijn de verschillende partijen gestart met het uitvoeren van het Zorgpact. In het Zorgpact werken de gemeente Teylingen, de huisartsen, Woonstichting Vooruitgang, Warmunda,

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Inleiding Met de transities in het sociale domein in 2015 zijn de voorwaarden en criteria voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp

Nadere informatie

Zorg na de diagnose. Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg

Zorg na de diagnose. Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg Zorg na de diagnose Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg Disclosure belangen sprekers Potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie