Midterm Review Report (NL) Hotspot Regio Haaglanden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Midterm Review Report (NL) Hotspot Regio Haaglanden"

Transcriptie

1 Midterm Review Report (NL) Hotspot Regio Haaglanden KfC 66/2012

2 Copyright 2012 National Research Programme Knowledge for Climate/Nationaal Onderszoekprogramma Kennis voor Klimaat (KvK) All rights reserved. Nothing in this publication may be copied, stored in automated databases or published without prior written consent of the National Research Programme Knowledge for Climate / Nationaal Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat. Pursuant to Article 15a of the Dutch Law on authorship, sections of this publication may be quoted on the understanding that a clear reference is made to this publication. Liability The National Research Programme Knowledge for Climate and the authors of this publication have exercised due caution in preparing this publication. However, it cannot be excluded that this publication may contain errors or is incomplete. Any use of the content of this publication is for the own responsibility of the user. The Foundation Knowledge for Climate (Stichting Kennis voor Klimaat), its 2

3 organisation members, the authors of this publication and their organisations may not be held liable for any damages resulting from the use of this publication. Mid term report Kennis voor Klimaat: Hotspot Regio Haaglanden September, 2012 Auteurs: Sonja Döpp (Kennis voor Klimaat) editor Arno Lammers (Stadsgewest Haaglanden) 3

4 Inhoud Deel I Ambities, KvK onderzoek en aanpak RAS Haaglanden 1 Inleiding Regio Haaglanden Waterkader Haaglanden Strategieontwikkeling klimaatadaptatie KvK onderzoek binnen Haaglanden Samenstelling en organisatie Aanpak en projecten e tranche e tranche e tranche Op weg naar een Regionale Adaptatiestrategie Haaglanden (RAS) Samenwerking tussen wetenschap & praktijk: evaluatie en conclusies Deel II Onderzoeksresultaten en bouwstenen voor RAS Haaglanden 5 Klimaatanalyse Haaglanden: wat komt er op ons af? Klimaatverandering in de regio Haaglanden Klimaateffecten op het fysieke systeem Bodemdaling Grondwateroverlast Stabiliteit waterkeringen en veiligheidsrisico s Oppervlaktewateroverlast Zoetwatervoorziening Waterkwaliteit Ruimtelijke verschillen in klimaateffecten Extreme neerslag: neerslagreeksen in huidig en toekomstig klimaat

5 5.3.2 Stadsklimaat: Stadseffect op de temperatuur Gebruiksfuncties: opgaven, kansen en adaptatiemogelijkheden Gras: een aantrekkelijk groengebied en kustzone Klimaateffecten op landbouw, natuur en recreatie Kansen benutten Mogelijke maatregelen Relevante studies en documentatie buiten KvK Stad: leefbare steden Klimaateffecten in het stedelijk gebied Wateropgave Stadsklimaat en hittestress Regionale klimaatbuffers Glas: een innovatieve glassector Meervoudig ruimtegebruik voor waterberging in glastuinbouw Aquifer Storage and Recovery (ASR) Drijvende kassen (Floating roses) Zoetwatervoorziening (KvK Thema 2) Koeling van kassen Waterkader Haaglanden Bijlage 1 Proeftuinen Waterkader Haaglanden

6 Deel I Ambities, KvK onderzoek en aanpak RAS Haaglanden 1 Inleiding De sterke mate van verstedelijking en de economische waarde van de regio maakt Haaglanden nationaal en internationaal gezien een uniek gebied. Maar de regio is ook kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatveranderingen. Naar verwachting zullen, bijvoorbeeld, extreme buien vaker optreden binnen een dicht verstedelijkt gebied en een intensief benut kassengebied en ook droogte zal vaker voorkomen. Daarnaast zal toegenomen hitte in de stad zorgen voor leefbaarheidsproblemen. Klimaatverandering brengt niet alleen negatieve gevolgen waarmee moet worden omgegaan, het biedt ook kansen voor het realiseren van de ambities van de regio Haaglanden. De Regio Haaglanden is een van de acht hotspots binnen Kennis voor Klimaat (KvK). In praktijkgerichte onderzoeksprojecten op het gebied van klimaatadaptatie wordt kennis ontwikkeld die uiteindelijk bijdraagt aan het eindproduct van de hotspot binnen het programma in 2014: een degelijk onderbouwd en breed gedragen Regionale Adaptatie Strategie (RAS). Dit rapport is geschreven ten behoeve van de Kennis voor Klimaat Midterm Assessment, en geeft inzicht in de stand van zaken wat betreft onderzoek binnen de Hotspot Haaglanden. Het rapport is opgebouwd uit twee delen. In Deel I wordt inzicht gegeven in de ambities van de hotspot, KvK onderzoeksprojecten in Haaglanden, en het proces van het gezamenlijk opstellen van een RAS Haaglanden dat momenteel in samenwerking met de verschillende stakeholders uit de regio wordt geformuleerd. Deel II bevat de huidige stand van kennis over klimaatverandering en de mogelijke effecten voor Haaglanden: Wat komt er op de regio af? Welke bedreigingen en kansen ontstaan door klimaatverandering voor de drie belangrijkste gebiedstypen in Haaglanden; gras, stad en glas? Wat zijn de adaptatiemogelijkheden voor de verschillende gebruiksfuncties, en wat is bekend over de effectiviteit van verschillende technische, maatschappelijke en economische maatregelen. Dit overzicht is gebaseerd op een eerste inventarisatie van resultaten uit KvK onderzoek en ander onderzoek zoals het Waterkader Haaglanden kennisprogramma. Deel II bevat bouwstenen voor de regionale adaptatiestrategie (RAS) Haaglanden en zal benut en verder uitwerkt worden in het RAS proces zoals beschreven in hoofdstuk Regio Haaglanden De regio Haaglanden is een bijzonder gebied: in de regio liggen de agglomeratie Den Haag en een omvangrijke concentratie glastuinbouw, grenzend aan de Noordzee. Het gebied heeft circa 1 miljoen inwoners en kent een zeer intensief grondgebruik: 40% bestaat uit bebouwd gebied, 30 % uit glastuinbouwbedrijven en 30 % uit groen zoals duinen en (veen)weidegebieden. Het gebied levert een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie (10% bijdrage aan het BNP, circa 50 miljard Euro). Metropolitane landschappen vervullen in combinatie met de groenblauwe dooradering van het hele gebied een belangrijke rol ten aanzien van de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de hele regio. De 6

7 regio kent nog grote ruimtelijke opgaven om economische groei en bevolkingsaanwas te kunnen blijven accommoderen. Hierbij is gekozen voor herstructurering en verdichting van bestaand stedelijk en glastuinbouwgebied en wordt ingezet op multifunctioneel grondgebruik en het beperken van verder verharding. Dit is nodig om de leefbaarheid van het gebied, die onder druk staat, blijvend te garanderen. Om de kwaliteit van de leefomgeving verder te verbeteren zal er tevens geïnvesteerd moeten worden in het realiseren en behouden van een regionale groenstructuur en betere verbinding tussen kust en achterland, en respectievelijk stad-land overgangen. In de integrale omgevingsvisie Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) is dit door de 9 gemeenten van Haaglanden in intensieve samenwerking met de waterschappen en de provincie vastgelegd. De kernwaarden die hierin voor de drie gebiedstypen glas, gras, stad benoemd worden zijn respectievelijk: een vitale innovatieve glassector, een aantrekkelijk en toegankelijk groengebied en kustzone, en leefbare steden. Klimaatverandering levert bedreigingen op voor het scheppen van voorwaarden voor de economische ontwikkeling van de regio. Tegelijkertijd kan klimaatverandering en klimaatadaptatie voor de regio als kans worden aangegrepen voor de ambities van de gebiedstypen glas, gras en stad. In de RSP is vastgesteld dat een Regionale Adaptatie Strategie moet worden opgesteld om problemen als gevolg van klimaatverandering te voorkomen, economische kansen te benutten en de kwaliteit van leven van de regio op een hoger niveau te brengen (zie kader pagina 8). Als een van de effecten van klimaatverandering heeft extreme neerslag in combinatie met het toenemende verharde oppervlak in de regio Haaglanden eind jaren 90 en in het begin van deze eeuw geleid tot ernstige wateroverlast. Deze wateroverlast leidde niet alleen tot fikse schade maar ook tot het besef dat extra waterberging vereist is en tot draagvlak voor een klimaatgerelateerde aanpak bij gemeenten en waterschappen. Vanuit het stadsgewest Haaglanden werd voorgenomen om in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Delfland te kijken naar het realiseren van een duurzaam watersysteem met effectieve afstemming met andere ruimtelijke opgaven. In 2003 startte de samenwerking tussen stadsgewest Haaglanden, Provincie Zuid Holland, Hoogheemraadschap van Delfland, kennisinstellingen en gemeenten onder de noemer Waterkader Haaglanden (zie hfdst 1.2 Waterkader Haaglanden). 7

8 Ambitie In 2030 wordt een maatschappelijk breed gedragen regionale klimaatadaptatiestrategie toegepast, als basis voor besluitvorming over ruimtelijke investeringen waarbij (de verandering van) het klimaat nadrukkelijk wordt meegewogen in de beslissingen. Strategie RSP (..) Kennis over specifieke regionale klimaateffecten en klimaatadaptatie wordt via het programma Kennis voor Klimaat ingebracht in lopende (ruimtelijke) besluitvormingstrajecten. In de periode wordt gestart met het uitvoeren van waterkwaliteitsmaatregelen voor de Kaderrichtlijn Water. In de uitvoering wordt zo veel mogelijk synergie gezocht met de realisatie van de waterkwantiteitsopgave. Daarna ( ) ontstaat (uit de kennis en ervaring die op de korte tot middellange termijn wordt opgedaan) een bestuurlijke filosofie met betrekking tot klimaatadaptatie in de regio. Deze bestuurlijke filosofie wordt uitgewerkt in een maatschappelijk breed gedragen regionale klimaatadaptatiestrategie, die als basis dient voor de verdere besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. De verandering van het klimaat wordt structureel meegewogen in alle (ruimtelijke) investerings-beslissingen. Afhankelijk van klimaatscenario s en de ruimtelijke ontwikkeling in Haaglanden - die leidt tot een toename van het te beschermen economisch kapitaal - kan het noodzakelijk zijn de veiligheidsnormen aan te scherpen. Daarnaast zullen investeringen in de klimaatbestendigheid van de ruimtelijke inrichting op den duur tot een verdere stijging van de (waterschaps)lasten kunnen leiden. Ook deze aspecten dienen bij de adaptatiestrategie te worden betrokken. In 2030 zijn de vastgelegde KRW-doelstellingen gerealiseerd. De afgelopen jaren is al veel bereikt op het gebied van de wateropgave, maar verdere verdieping wordt bestuurlijk gewenst. Verdere kennisontwikkeling op het gebied van klimaatadaptatie is noodzakelijk, niet alleen op de thema s wateroverlast en verstedelijking, maar ook riool-, en grondwaterbeheer, zoetwatertoevoer voor peilbeheer en waterkwaliteit(verzilting en algen) in droge zomers, veiligheid van veendijken, regionale effecten en kansen van langdurigere periodes van hitte voor gezondheid, leefbaarheid en productiviteit, en tenslotte bodemdaling in de veenweidegebieden en de toekomst van grondgebonden landbouw aldaar. Daarnaast zijn valorisatie van kennisontwikkeling in de regio, export van kennis en een internationale profilering op het gebied van klimaatadaptatie en mitigatie een belangrijk uitgangspunt voor de bestuurders in de regio. Dit heeft geleid tot een groot aantal vragen die binnen het programma Kennis 8

9 voor Klimaat (KvK) zijn geadresseerd bij verschillende onderzoeksgroepen. De regio Haaglanden zorgt met een groot aantal stakeholders voor cofinanciering van de verschillende onderzoeksprojecten binnen de Hotspot Regio Haaglanden (HSHL). 1.2 Waterkader Haaglanden In 2003 startte de samenwerking tussen Hoogheemraadschap van Delfland, provincie, Stadsregio Haaglanden, kennisinstellingen en de gemeenten onder de noemer Waterkader Haaglanden (WKH). Deze samenwerking ontstond na herhaaldelijke wateroverlast in regio en na discussies over de integratie van een plan van aanpak voor een duurzaam watersysteem in het nieuwe Regionaal Structuurplan Haaglanden dat in 2002 werd vastgesteld. In dit structuurplan is toen het voornemen opgenomen om samen met Delfland te kijken naar het realiseren van waterberging waarbij sprake is van effectieve afstemming met andere ruimtelijke opgaven. In 2006 leidde dit samenwerkingsproces tot een Regionaal Bestuursakkoord Water; een overeenkomst tussen de partijen over de aanpak van de wateropgave in de regio waarbij gestreefd wordt naar duurzame oplossingen tegen de laagste kosten. Dit akkoord bevatte niet alleen de erkenning van de problematiek, maar ook uitgangspunten, ambities en afspraken over kostenverdeling. Naast het belang van samenwerking tussen de verschillende overheden en andere stakeholders over de aanpak van de wateropgave werd geconstateerd dat vanwege de hoge kosten van de wateropgave in een zeer verhard verstedelijkt gebied innovaties zeer nodig waren. Om innovaties met subsidies te bevorderen is toen contact gezocht met het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat en is een FES-subsidieprogramma opgesteld. In maart 2006 ging het kennis- en innovatieprogramma Ruimte voor water en economische ontwikkeling in Haaglanden van start en werd het Programmabureau WKH opgezet. In de periode van 2006 tot en met 2011 heeft het programma zich gericht op het ontwikkelen en realiseren van innovatieve oplossingen op het gebied van waterbeheer en ruimtelijke ontwikkeling in de regio Haaglanden. Naast een aantal generieke projecten concentreerde het kennisprogramma zich op zeven proeftuinen in vijf participerende gemeenten, waarin is gewerkt aan concrete oplossingen in het (veen)weidegebied, glastuinbouwgebieden en stedelijke gebieden. In bijlage X is een overzicht van de proeftuinen opgenomen en de belangrijkste uitkomsten. Door de Stuurgroep van Waterkader Haaglanden is in november 2010 vanwege onvoldoende financiële middelen voor het in standhouden van het programmabureau en de eindtermijn van de FES-subsidie besloten dat het programmabureau Waterkader Haaglanden per werd opgeheven. Tijdens de uitvoering van dit kennisprogramma is in 2009, na bestuurlijke vaststelling van een startnotitie over klimaatadaptatie in maart 2008, aangesloten op het landelijke FES-programma Kennis voor Klimaat om daarmee aanvullende uitvoeringssubsidies voor projecten in de regio en de proeftuinen te kunnen benutten. Regio Haaglanden werd in 2009 benoemd tot één van de acht hotspots binnen het KvK programma. Hierdoor ontstond een bredere oriëntatie dan waterbeheer en ruimtelijke ontwikkeling; ook thema s als stadsklimaat en hittestress kwamen nu onder de aandacht. 9

10 In het kennisprogramma WKH werd intensief samengewerkt met Kennis voor Klimaat. De kennis die is opgedaan in WKH vindt voor een deel zijn vervolg in KvK, ondermeer in de ontwikkeling van een regionale klimaatadaptatiestrategie (RAS) voor de regio Haaglanden. 1.3 Strategieontwikkeling klimaatadaptatie Haaglanden is al langer bezig met het in kaart brengen van de gevolgen van klimaatverandering en adaptatiemogelijkheden. De noodzaak van klimaatadaptatie is voor Haaglanden in de afgelopen jaren al aangetoond in klimaateffectstudies die onder meer in opdracht van het Hoogheemraadschap van Delfland, Hoogheemraadschap van Rijnland en de Provincie Zuid- Holland zijn uitgevoerd. Vervolgstappen naar invulling van het begrip adaptatie zijn ook al gemaakt, zoals in het Beleidskader ten behoeve van adaptatie aan klimaatverandering, 2008 van het Hoogheemraadschap van Delfland en het Actieprogramma Klimaat en Ruimte (ARK) van de Provincie Zuid-Holland, Ook de gemeente Den Haag is momenteel bezig met het ontwikkelen van een duurzaamheidsprogramma waar klimaatadaptatie onderdeel van uit maakt: Uitvoeringsplan klimaatbestendig Den Haag Strategieën op het gebied van klimaatadaptatie op nationaal en provinciaal niveau zijn kaderstellend en richtinggevend (zoals het Deltaprogramma), maar hebben over het algemeen niet het detailniveau dat nodig is om de stap naar praktische uitvoering in de regio te maken. Op regionaal niveau ontbreekt in Haaglanden een samenhangende, uitvoeringsgerichte visie op een toekomstbestendige ontwikkeling. Het opstellen van een breed gedragen en praktijkgerichte regionale adaptatie strategie (RAS) is een van de einddoelen van de Hotspot Haaglanden binnen het KvK programma. Deze RAS zal worden opgesteld op basis van kennis en ervaring die is opgedaan in verschillende trajecten zoals het opstellen van de eerder genoemde beleidsnota s, en het onderzoek binnen Waterkader Haaglanden en Kennis voor Klimaat. Bovendien wordt aangesloten op de agenda van het RSP2020 met als drie hoofddoelstellingen: 1. een internationaal concurrerende regio, 2. een goed functionerend regionaal stedelijk netwerk en 3. goede kwaliteit van de woon- en leefomgeving. In hoofdstuk 3 zal het proces worden beschreven van het opstellen van de Regionale Adaptatie Strategie Haaglanden, op basis van de kennis en ervaring die tot nu toe is opgedaan. 10

11 2 KvK onderzoek binnen Haaglanden 2.1 Samenstelling en organisatie De belangrijkste kennisvragers binnen de Hotspot Regio Haaglanden zijn: Stadsgewest Haaglanden Hoogheemraadschap van Delfland Provincie Zuid Holland 9 Haaglanden gemeenten (Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer) Figuur 1 Locatie van de 9 Haaglanden gemeenten Bij de start van het KvK programma werd de Hotspot gecoördineerd vanuit het programmabureau Waterkader Haaglanden. Het WKH programmabureau faciliteerde de stakeholders binnen Haaglanden bij hun vraagstellingen voor onderzoek via Kennis voor klimaat. Na de opheffing van Waterkader Haaglanden eind 2011 is de algemene hotspotcoördinatie bij Stadsgewest Haaglanden ondergebracht. De praktische coördinatie en aansturing van onderzoeksprojecten binnen HSHL is opgesplitst: Stadsgewest Haaglanden coördineert alle activiteiten 11

12 rondom de ontwikkeling van de RAS, en het Hoogheemraadschap van Delfland coördineert alle projecten rond waterbeheer en innovaties. Samenwerking met andere KvK hotspots Hotspot Haaglanden werkt primair samen met Hotspot Regio Rotterdam (HSRR). Het Hoogheemraadschap (HH) van Delfland maakt onderdeel uit van beide hotspot teams en is daarmee een belangrijke verbindende schakel. HSHL heeft bepaald onderzoek bewust niet geprogrammeerd omdat HSRR hier het voortouw in neemt en de kennis via HH Delfland ontsloten wordt. Ook voor het overige onderzoek stemmen beide hotspots de programmering, uitvoering en disseminatie met elkaar af. Hotspot Haaglanden en Hotspot Regio Rotterdam zijn met elkaar in gesprek over mogelijkheden van een gezamenlijke Regionale Adaptatiestrategie. Ook de Provincie Zuid Holland is daarbij een potentieel belangrijke schakel, onder andere vanuit de actieve betrokkenheid die deze provincie vanaf het begin heeft met beide hotspots binnen KvK. De uitdaging van een gezamenlijke regionale adaptatiestrategie voor HSHL en HSRR is actueel in het licht van de discussie over een metropoolgebied in de Zuidflank van de Randstad die in toenemende mate opgeld doet. Tegelijkertijd levert de dynamiek van deze politieke context op regionaal en landelijk niveau de nodige onzekerheden op. De ambitie van beide hotspots is om eind 2012 hun eigen strategie op hoofdlijnen gereed te hebben. Vanaf 2013 kan getracht worden om deze met elkaar te integreren tot een gezamenlijke strategie voor de gehele metropoolregio. Samenwerking met het Deltaprogramma De bij de hotspot aangesloten gemeenten en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben doorgaans hun contacten met het Deltaprogramma, met name als het gaat om kust, zoetwatervoorziening en nieuwbouw en herstructurering. Op het niveau van de hotspot zijn er geen structurele banden met het Deltaprogramma. Hoewel de regio Haaglanden binnen het Deltaprogramma geen tegenhanger heeft in de vorm van een Deelprogramma dat zich richt op deze regio is de inschatting dat er ruimte is voor beide partijen om verder samen te werken. Zo kunnen bijvoorbeeld ontwikkelingen in de projecten van HSHL in de derde tranche op het gebied van 3Di, drijvende kassen en innovatieve gietwaterberging van belang zijn voor het Deltaprogramma. 2.2 Aanpak en projecten Het onderzoek binnen Kennis voor Klimaat vindt plaats in drie tranches: 1) De eerste tranche is uitgezet voor adressering van de eerste urgente kennisvragen en verkennende studies vanuit de hotspots, 2) de tweede tranche betreft verdiepend en meerjarig onderzoek op een aantal voor klimaatadaptatie belangrijke thema s, 3) de derde tranche staat in het teken van de regionale adaptatiestrategieën e tranche In de eerste tranche zijn de onderzoeksprojecten vanuit de hotspots geformuleerd en op gesloten wijze aanbesteed. Dit onderzoek betreft vooral projecten met een korte en middellange looptijd, gericht op de meest urgente kennisbehoeften binnen de hotspot. De eerste tranche projecten van Hotspot Regio 12

13 Haaglanden zijn geformuleerd op basis van de startnotitie voor de aanpak van de hotspot, opgesteld door het Hoogheemraadschap van Delfland en Stadsgewest Haaglanden in maart 2008 en goedgekeurd door de stuurgroep WKH. De eerste tranche projecten die door de hotspot Haaglanden (mede) geïnitieerd zijn: Projectcode Projectnaam hyperlink naar onderzoek Betrokken partijen HSHL01 Klimaat in ruimtelijke keuzes / HSHL01A.html Arcadis, Deltares, Erasmus Universiteit Rotterdam, Dura Vermeer, Triple E HSHL02 Toekomst veenweidegebied hotspot Haaglanden / HSHL02.html DHV, WUR, Hoogheemraadschap Delfland HSHL05/ HSRR04 Regiospecifieke klimaatinformatie voor Haagland en regio Rotterdam / HSHL05_HSRR04.html KNMI, WUR, HH Delfland, Stadsgewest Haaglanden, Gemeente Rotterdam HSHL06_12 Brede, gebiedsspecifieke verkenning van effecten van klimaatverandering in samenhang met toekomstscenario's en trendmatige ontwikkeling / HSHL06_HSHL12.html Deltares, TNO, WUR Alterra, Geodan Next, HKV HSHL08 Demonstratieproject meervoudig ruimtegebruik voor waterberging in glastuinbouw / HSHL08.html Hoogheemraadschap Delfland, Deltares, Gemeente Westland, Stichting Waalblok MSZD01 Verkenning zoetwatervoorziening Zuidwestelijke Delta Acacia Water BV, TNO, KWR, WUR Alterra, Deltares Alle eerste tranche projecten zijn inmiddels afgerond. Meer informatie over de projecten, en de eindrapporten en andere documentatie zijn beschikbaar via de KvK website 1. Resultaten van de projecten zijn verwerkt in hoofdstukken 5 en 6 van dit rapport e tranche Terwijl de eerste tranche projecten in de opstartfase waren, werden de hotspots verzocht zich aan te sluiten bij een aantal tweede tranche onderzoeksthema s. De projectvoorstellen in de tweede tranche zijn niet door de hotspots maar door de onderzoeksconsortia (kennisinstellingen en universiteiten)

14 opgesteld. Daarbij is niet alleen gekozen voor samenhang tussen generieke en gebiedsspecifieke kennisvragen, maar ook voor samenhang tussen diverse disciplinaire en sectorale kennislijnen. Hotspot Haaglanden heeft in het najaar van 2009 besloten om deel te nemen aan een viertal thema's. De partners binnen Waterkader Haaglanden hebben daarbij de taak op zich genomen om de cofinanciering van onderzoek binnen deze thema's met elkaar in te vullen. Op basis van belangen in de regio en de (beperkte) financiële middelen zijn in samenwerking met de stakeholders binnen het samenwerkingsverband van Hotspot Haaglanden keuzes gemaakt voor deelname aan de volgende consortia: Thema 2 Zoetwatervoorziening (Climate Proof Fresh Water Supply) 2 Thema 4 Klimaatbestendige inrichting van het stedelijk gebied (Climate Proof Cities) 3 Thema 7 Governance van adaptatie (Governance of Adaptation) 4 Thema 8 Beleidsondersteunend instrumenten (Decision Support Tools) 5 Een samenvatting van het onderzoek en de cases gerelateerd aan HSHL binnen de verschillende thema s volgt hieronder. Meer informatie over onderzoeksresultaten is opgenomen in hoofdstukken 5 en 6. Thema 2 Zoetwatervoorziening Een van de reden voor Haaglanden om zich te verbinden aan dit thema was de constatering dat de huidige zoetwatervoorziening van Haaglanden/Delfland in gevaar zou kunnen komen door beslissingen in het kader van het Deltaprogramma en door de verzilting van het Haringvliet. Delfland en het glastuinbouwgebied is sterk afhankelijk van levering van zoet water vanuit het Brielse Meer. Steeds meer kwamen er geluiden dat de glastuinbouw zelfvoorzienend kon worden qua watervoorziening, maar het was de vraag of dat wel realistisch was. Daarnaast bestond de vraag of er voldoende zoetwater beschikbaar is om de waterkwaliteit te handhaven en het (veen)weidegebied van water te voorzien bij perioden van neerslagtekorten. Inzicht was daarom nodig in de zoetwatervraag van Delfland en in het bijzonder van het glastuinbouwgebied in relatie tot de levering van zoet water uit het Brielse Meer. Binnen thema 2 wordt met de Hotspot Haaglanden gewerkt aan een casus die betrekking heeft op de zoetwatervoorziening in de glastuinbouw en de toekomstige vraag vanuit die glastuinbouw, waarbij verschillende innovatieve technologieën worden onderzocht. Deze regionale casus wordt begeleid vanuit het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Westland. Terugkoppeling vindt plaats via Stadsgewest Haaglanden. Er wordt tevens onderzoek uitgevoerd naar ondergrondse waterberging bij kassen via het zogenaamde Aquifer Storage and Recovery (ASR) systeem. In de tweede tranche is

15 gekeken naar de meest geschikte locaties voor ASR, in het derde tranche project HSHL3.2 wordt het onderzoek voortgezet en de technologie tot uitvoering gebracht. Thema 4 Climate Proof Cities De regio Haaglanden kent een hoge mate van verstedelijking. Beleidsmatig is gekozen voor verdere binnenstedelijke verdichting en het openhouden van de grote groengebieden in het omliggend gebied. Het inpassen van klimaatadaptatie binnen de stedelijke ruimte is daardoor een complexe en lange termijn opgave. Waterkader Haaglanden heeft in dit kader al veel onderzoek gedaan als het gaat om de wateropgave. Binnen Kennis voor Klimaat en het consortium Climate Proof Cities wordt nu ook onderzoek gedaan vanuit de behoefte aan meer inzicht in de problematiek van hitte in de stad, en de rol die groengebieden daarbij zouden kunnen spelen. De vraag daarbij is welk type stedenbouw zorgt voor een prettige leefomgeving in de toekomst. Daarbij bestaat ook de vraag wat te doen bij herstructureringswijken. In het kader van Climate Proof Cities is gezocht is naar geschikte cases en co-financiering binnen Den Haag. Dit bleek lastig door weinig animo bij de projectorganisaties, waarbij de economische crisis ook zijn uitwerking had. Er is aangestuurd op onderzoek naar de betekenis van grote groengebieden voor hittereductie in de stad, en naar effectieve woontypologieën vanuit de regionale context. Voor de wateropgave wordt nog gekeken naar een case locatie in Den Haag, waarbij de koppeling aan de rioleringsopgave en grondwateroverlast een plek kan krijgen. Deze case maakt onderdeel uit van een extensievoorstel binnen werk pakket 3 van CPC, in samenwerking met Delfland, Den Haag en Rijswijk, en aansluitend op het onderzoeksprogramma 3Di. Er is een literatuurstudie gedaan naar hitteaspecten van de wijk Transvaal en een vergelijking gemaakt met een wijk in Utrecht ( Case study designs for two neighbourhoods in the Netherlands Laura Kleerekooper en Andy van den Dobbelsteen, TU Delft). De resultaten van CPC tot nu toe zijn zowel gebruikt bij interne presentaties binnen HSHL als ter informatie voor de gemeenten en waterschappen. De Kennismontage hitte en klimaat in de Stad 6 die in 2011 door het CPC consortium is uitgevoerd was daarvoor zeer bruikbaar. Verder wordt gewerkt aan onderzoek naar de regionale context van groen en verstedelijking. De stedelijke agglomeraties van Amsterdam, Haaglanden/Rotterdam en Brabantstad zijn bij dit onderzoek betrokken, zodat een vergelijkingen binnen Nederland plaats kunnen vinden. Op dit moment wordt binnen dit project gewerkt aan het in beeld brengen van de hitteproblematiek binnen Den Haag en omliggende regio, zodat daar vanuit de stedenbouw en sociale planning op ingespeeld kan worden. De GGD Den Haag is bij dit onderzoek betrokken. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van satellietbeelden, en met monitoringsapparatuur wordt over de regio Haaglanden en Westland gevlogen dfec-416d-a837-aa7fb4e1827a 15

16 om hitte beter in beeld te brengen. Binnen werk pakket 1 uit CPC is een vraag uitgezet of het glastuinbouwgebied een andere hitteproblematiek kent dan de stad, aangezien daar weinig gegevens over zijn en de modellen niet getoetst zijn in dat gebied. Thema 7 Governance Aangezien binnen Waterkader Haaglanden al een sterke focus lag op governance aspecten, werd vanuit HSHL besloten om aan te haken bij dit thema in de tweede tranche. Echter, door het wetenschappelijke en abstracte karakter van onderzoeksformulering binnen dit thema bleek het lastig om concrete cases te vinden binnen Haaglanden en is tot op heden geen directe verbinding gelegd. Wellicht kan de komende periode aansluiting worden bewerkstelligd, door onderzoekers uit dit thema te betrekken bij het RAS proces (HSHL3.4). Thema 8 - Beleidsondersteunend instrumentarium Binnen Waterkader Haaglanden is veel ervaring opgedaan in de proeftuinen met het toepassen van interactieve tools met stakeholders in gebiedsprocessen. De ontwikkeling van nieuwe tools staat hoog in het vaandel bij de regio en het waterschap, mede vanwege de economische effecten van nieuwe producten voor de regio en Nederland. Om die reden, en vanwege de ideeën die een consortium van WUR, TUD en UvA had ten aanzien van mogelijke bouwstenen van een adaptatiestrategie, is aangesloten bij dit thema. Vanuit de behoefte aan ondersteuning bij het opstellen van een regionale adaptatiestrategie is cofinanciering voor onderzoek binnen Thema 8 beschikbaar gemaakt vanuit het kennisprogramma Waterkader Haaglanden. Het consortium van Thema 8 heeft vervolgens samen met Waterkader Haaglanden een voorstel ontwikkeld over advies en ondersteuning ten aanzien van het adaptatieproces, en de in dat proces te introduceren tools voor workshops met ambtenaren en bestuurders. Twee workshops, een over Hitte en een over Wateroverlast, zijn in overleg met Haaglanden in 2011 georganiseerd (verslag Naar een regionale adaptatiestrategie klimaat voor Haaglanden 2012). Hierbij heeft het consortium inbreng geleverd over hittekaarten Haaglanden, de ruimtelijk vertaling van de sociaal-economische PBL scenario s voor Haaglanden, een MKBA tool voor optimale timing van bergingsmaatregelen, en de werking van de 3Di tool in gebiedsprocessen. Bij het vervolg van het RASproces (HSHL3.4) zal het consortium worden ingeschakeld teneinde de kennis die daar ontwikkeld wordt te benutten in het ambtelijk en bestuurlijk proces, bijvoorbeeld in workshops. Monitoringstools en de Touch Table die binnen dit consortium worden ontwikkeld en gebruikt kunnen mogelijk nog meer ingezet worden in andere gebiedsprocessen Haaglanden de komende jaren. Overige KvK Thema s Een ander onderzoeksthema dat relevant is voor HSHL is het Thema 5 Infrastructuur en netwerken (INCAH consortium) 7. Hotspot Regio Rotterdam vormt het case gebied voor dit thema. Hotspot

17 Haaglanden is zijdelings betrokken bij het onderzoek, en aanwezig bij stakeholder workshops en bijeenkomsten van het consortium om vragen in te brengen en resultaten op te doen. Onderzoeksvragen voor dit thema vanuit HSHL gaan bijvoorbeeld over bouweisen voor tunnels in het kader van klimaatadaptatie e tranche Voor de derde Tranche is ingezet op gekeken of er voor de gebiedstypen glas, gras en stad een icoonproject zou kunnen worden ingediend. Daarnaast bestaat een belangrijk deel van de derde tranche onderzoek uit het opstellen van de regionale adaptatiestrategie. Vanuit stakeholders in het weidegebied werd aangegeven dat er behoefte was aan een proeftuinproject waarbij boeren aan educatie en experimenten met onderwaterinfiltratie en kringlooplandbouw binnen Midden-Delfland konden doen. De behoefte van een proefpolder in het gebied was groot. In een bestuursconferentie werd dit idee omarmd, maar er was onvoldoende menskracht om dit idee op korte termijn te pakken. Zie verslag Gouden ideeën voor Hof van Delfland,werkconferentie Hof van Delfland november 2011 Ook is onderzocht of een ringleiding voor een warmtelevering en koeling in de binnenstad van Den Haag kon bijdragen aan de adaptatiestrategie om aircokosten en energieverbruik te vermijden en de ondergrond voor warmte-koudeopslag optimaal te benutten. Ook hier was het moeilijk om cofinanciering rond te krijgen, aangezien het projectidee zelf al een subsidieproject was. De oriëntatie zou dan meer liggen bij de governance aspecten om zo n systeem voor elkaar te krijgen met de Rijksgebouwendienst, corporaties en andere investeerders in het centrum. Daarnaast is gekeken of er binnen Haaglanden kon worden aangesloten bij een voorstel van IVAM, Grontmij, WUR betreffende een planningstool over verdieneffecten van adaptatiemaatregelen. De gemeente Rijswijk wilde graag meedoen als casestudygebied voor een nieuwbouwlocatie Rijswijk Buiten. Ook de gemeente Rotterdam had interesse, maar Haaglanden kon verder geen cofinanciering en begeleiding verzorgen. Wellicht wordt dit voorstel nu ingediend via hotspot Rotterdam aansluitend bij hun MKBA studie voor maatregelen in de stad. Uiteindelijk zijn de volgende projectvoorstellen geformuleerd: Projectcode Projectnaam Projectleider / betrokken partijen HSHL3.1 Experiment on water management and governance in a case of large floating construction: Floating Roses Tauw, Dura vermeer HSHL3.2 Optimized Aquifer Storage and Recovery (ASR) of freshwater in saline aquifers KWR watercycle research institute HSHL3.3 3Di water management applicable for end users Nelen en Schuurmans, TU Delft, Deltares HSHL3.4 Regionale adaptatiestrategie Haaglanden (RAS) Stadsgewest Haaglanden (en partners) 17

18 3 Op weg naar een Regionale Adaptatiestrategie Haaglanden (RAS) Met het afgeronde en lopende onderzoek in de 1 e, 2 e en 3 e tranche denkt HSHL de nodige kennis in huis te hebben en krijgen om tot een regionale adaptatiestrategie (RAS) te komen. Dat wil niet zeggen dat er geen kennishiaten meer zijn (zie ook management samenvatting project HSHL06/12, p ) maar deze hoeven geen obstakel te vormen op weg naar de regionale adaptatiestrategie. Cruciaal is eerder het proces waar de strategische en politieke component om de hoek komt kijken. Het project HSHL3.4 RAS Haaglanden, dat momenteel wordt voorbereid, is bedoeld om dit proces te accommoderen om medio 2014 tot een werkbare en door de partijen gedragen regionale adaptatiestrategie vast te stellen. Het is belangrijk om gestructureerd en in overleg met alle stakeholders in het gebied tot een bestuurlijk document te komen waarin beargumenteerd tot keuzes en prioritering wordt gekomen voor de doorwerking van een strategie in het dagelijkse werk van verschillende organisaties. Daarbij dienen ook de rollen en verantwoordelijkheden van de diverse specifieke organisaties worden uitgewerkt. Arcadis heeft voor dit proces een concept plan van aanpak geschreven dat in overleg met de gemeenten provincie en waterschap wordt uitgewerkt tot een derde tranche voorstel HSHL 3.4 Het Stadsgewest Haaglanden is bestuurlijk aangewezen als verantwoordelijke voor het opstellen van de RAS. De betrokken gemeenten, waterschappen en de provincie zijn nauw betrokken bij dit proces en vertegenwoordigers van deze organisaties hebben zich verenigd in een Ambtelijke Coördinatie Commissie (ACC) KlimaatAdaptatie. Daarnaast wordt waar mogelijk ook aansluiting gezocht bij de ACC Milieu van het Stadsgewest in het kader van de inbedding in de duurzaamheidsstrategie van de regio en de rollen daarin van de gemeenten. In de voorbereidingsfase van het project HSHL3.4 RAS Haaglanden zijn de verwachtingen en behoeften zijn de ACC leden geïnventariseerd ten aanzien van de vorm, inhoud en proces van de RAS. Hier volgt een samenvatting: Uitgangspunten Het RAS van de regio Haaglanden verbindt de lokale en regionale opgaven. Het is hierbij belangrijk dat de partijen in de regio er achter staan en het uitdragen; Er is al heel veel informatie beschikbaar, de RAS moet vooral bundelen, trechteren en internaliseren (o.a. 1 e en 2 e tranche KvK, WKH, Hotspot Rotterdam/stadsregio Rotterdam); Korte heldere strategie, geen lange verhalen; Het moet aansluiten bij het Regionaal structuurplan Haaglanden 2020; Het moet voldoende aangrijpingspunten geven voor doorvertaling naar uitvoering in de praktijk (concrete projecten, experimenten, etc); Het RAS richt zich in eerste instantie op Haaglanden, waar mogelijk kan worden opgeschaald naar de metropoolregio; Het is een dynamisch document. Het geeft inzicht in de gevolgen (en impact) van klimaatverandering voor de regio en de benodigde maatregelen om daarmee om te gaan; 18

19 Het biedt regiospecifieke helderheid, structuur en het overzicht van wat nodig is om de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden toekomstbestendig te maken; Het is complementair aan bestaande adaptatiestrategieën en huidig beleid door de gebiedsspecifieke insteek en de relatie die wordt gelegd met de verwachte autonome ruimtelijke ontwikkeling van glas, stad en gras; Het identificeert, agendeert en adresseert nog openstaande kennisvragen; Het identificeert en programmeert passende oplossingen en maatregelen; Het bepaalt inzet regio en levert input aan (inter-)nationale trajecten (zoals Deltaprogramma en Europese Adaptatiestrategie) Voor Wie Het RAS moet een leesbaar stuk zijn voor burger, ondernemer en bestuur. Daarnaast moet het richtinggevend en voldoende concreet zijn om doorwerking te hebben in het beleid (en uitvoering daarvan) van de verschillende partijen. Klimaatadaptatie is geen doel op zich maar moet aansluiten bij het ruimtelijke en economische beleid (en strategie) van het Stadgewest Haaglanden: een bruisende stadsregio. Het is belangrijk dat de problematiek van kansbeperking (hoge kosten voor de overheid) en gevolgbeperking (acceptatie en zelfredzaamheid van de burger) worden geadresseerd: boodschap = de overheid kan niet alle risico s afdekken. Ook moet er nadrukkelijk aandacht worden gegeven aan de kansen die er wel degelijk zijn (bijvoorbeeld voor de tuinbouw en haar concurrentiepositie ten opzichte van Zuid-Europa of voor het toerisme naar de kust of het uitgaansleven in de stad). Wat staat erin Het kader: Haaglanden is in 2050 een bruisende stadsregio: een internationaal concurrerende regio, een goed functionerend regionaal stedelijk netwerk en kent een goede kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Hoe was de situatie op het gebied van klimaat- en adaptatiebeleid, wat is er gedaan, waar willen we heen; van wateroverlast via Waterkader Haaglanden naar Haaglanden klimaatbestendig. Een document waarin alle relevante beschikbare kennis wordt samengebracht, gebundeld, getrechterd en geïnternaliseerd. De RAS zal worden uitgewerkt op basis van: 1) Regionale indeling; indeling in drie gebiedstypen: a. Leefbare steden b. Vitale innovatieve glassector c. Aantrekkelijk en toegankelijk groengebied en kustzone (incl. boer als drager voor het landschap), dus een samenvoeging van gras, kust en natuur. 2) Doelen uit RSP (zie hieronder) vertalen naar onderwerpen per deelgebied: 19

20 Kustontwikkeling Stadsontwikkeling Ontwikkeling land- en tuinbouw Welzijn Water- en Natuurontwikkeling Infrastructuur en netwerken Energie Aansluiten bij de agenda van RSP met als doelen: - een internationaal concurrerende regio; - een goed functionerend regionaal stedelijk netwerk; - een goede kwaliteit van de woon- en leefomgeving. 3) Relevante bedreigingen Per thema/speelveld, per deelregio is de invulling verschillend: de dikgedrukt bedreigingen vinden Haaglandenpartners het belangrijkst: Toename van wateroverlast; Hittestress in stedelijk gebied; Toename watervraag; Toename van kans op deformaties van kaden; Afname van de waterkwaliteit; Toename verzilting via grondwater en innamepunten langs hoofdwatersysteem; Verhoogde kans op sneller verloop bodemdaling; Veranderlijke grondwaterstanden in stedelijk gebied; Natuurwaarden nemen af; Landbouw als drager van landschap onder druk; Oprukken exoten en plaagsoorten. 4) Kansen Concurrentiepositie tuinbouw; Kusttoerisme; Horeca: meer aangename zomeravonden; Verschuiving energieverbruik van winter naar zomer; Nieuwe internationale organisaties op gebied klimaat in Den Haag, stad van recht en vrede Bij de bedreigingen en kansen komt het schaalniveau het RAS binnen: Stad, wijk, straat en gebouw of gebied, polder, bedrijf. Er moet een afweging worden gemaakt op welk schaalniveau oplossingen het best hun beslag kunnen krijgen en op welke manier kansen moeten worden benut. Wanneer dit wordt 20

21 vertaald in een regionale adaptatiestrategie, dan kan een doorvertaling plaatsvinden naar de uitvoering in de praktijk met concrete voorbeelden. In een schema vertaald ziet het er dan ongeveer zo uit: Regiodelen Relevante Thema s bedreigingen kansen Adaptatiepaden/ Keuzes/Strategie Stadsregio Stad (Wijk, Straat, Gebouw) Kustontwikkeling Stadsontwikkeling Welzijn... (hier weer integreren naar een eenduidige strategie voor de regio met andere accenten in stad, glas en groen) Glas (polder, bedrijf) Groen (polder, bedrijf) Ontwikkeling glastuinbouw Infrastructuur Energie... Kustontwikkeling Natuurontwikkeling Ontwikkeling grondgebonden landbouw... Opmerkingen bij de tabel: Het gele deel sluit aan bij de Toolbox klimaatadaptatie van Rotterdam. Bij deze Toolbox ontbreken het strategische kader en de keuzes, deze voegen we bij de RAS toe. Een mogelijkheid is ook om de schaalniveaus als 3D verbeelding weer te geven. Hoe verloopt het proces? Uitgegaan wordt van een drietrapsraket: 1. Gewerkt wordt aan een koepelverhaal dat gedeeld wordt door de overheden; 2. daarna dit stuk voorleggen bij belangrijke sectoren (oa. glastuinbouwsector, LTO en woningbouwcorporaties) en 3. na een evaluatie/consultatie een definitieve RAS maken. Omdat de RAS voor de regio is, wordt voorgesteld om het ook zoveel mogelijk met de regio te overleggen over de inhoud van de hoofdstukken. Er is veel materiaal en dat moet worden samengevat in een strategie die ook past in het beleid van de partijen. Het midterm rapport (in het bijzonder Deel II) is daarbij een belangrijk document. Andere belangrijke documenten, die benut kunnen worden voor de RAS zijn: - KvK HSHL06-12 eindrapport - Uitvoeringsplan Klimaatbestendig Den Haag - Beleidskader ten behoeve van adaptatie aan klimaatverandering (HHD) 21

22 22

23 4 Samenwerking tussen wetenschap & praktijk: evaluatie en conclusies Waterkader Haaglanden heeft als trekker van de Hotspot Haaglanden in de eerste fase van Kennis voor Klimaat veel kennis en ervaring uit het proeftuinen onderzoek (bijlage 1) ingebracht. Belangrijke lessen uit het kennisprogramma van Waterkader Haaglanden zijn: 1.) Het koppelen van problemen stimuleert innovatie 2.) Innovatie heeft tegelijk tijd en tijdsdruk nodig 3.) Innovatie is mislukt als er niet is geleerd 4.) Innovatie kan niet zonder spannende samenwerking 5.) Bestuurlijk commitment nodig voor proeftuin en programma 6.) Bereidheid om een stap extra te nemen 7.) Continue verbetering stimuleren in plaats van innovatie afdwingen (Ontleend aan Van Buuren et al., 2012, Innovatie in regionaal waterbeheer: Lessen uit het kennisprogramma Waterkader Haaglanden, Water Governance, 01/2012, p ) Partijen in de regio Haaglanden hebben op hun beurt ook weer kunnen leren van de kennis en expertise binnen KvK. Met name de balans die binnen KvK gezocht wordt tussen maatschappelijke relevantie en wetenschappelijk excellentie heeft het onderzoek niet alleen naar een hoger plan gestuwd, ook de betrokkenen binnen Haaglanden hebben doen kennismaken met nieuwe invalshoeken, instanties en personen. De samenwerking tussen Haaglanden en Kennis voor Klimaat illustreert hoe op organisatieniveau over en weer geleerd kan worden, ondanks de bestuurlijke complexiteit die het gebied kenmerkt. Of misschien juist wel dankzij De regio Haaglanden is altijd voorstander geweest van learning by doing (duidelijkere koppeling met praktijk), iets dat je nu ook duidelijk in de doelstellingen van de derde tranche terug ziet komen (minder wetenschappelijk, veel meer gericht op kennisvalorisatie en concrete projecten/business cases). KvK heeft in die zin geleerd van de ervaringen van ons kennisprogramma Ruimte voor water en economische ontwikkeling in Haaglanden. Vanwege de Hotspot Haaglanden werkt het kenniscluster Delft/Rotterdam steeds intensiever samen, en dat heeft ondermeer geleid tot het Valorisatieprogramma Water- en Deltatechnologie (o.a. TUD, gemeenten Delft, Rotterdam, Dordrecht, HHD, HHSK, UvW, Kennisalliantie, Deltares, TNO, Unesco-IHE, Hogeschool R dam, WiBos, BAM Infraconsult, Alert Solutions, DeltaSync, Tygron). De hoofddoelstelling van dit programma is projecten tot stand te brengen als laatste stap naar introductie op de markt. Binnen dit programma werken dus praktijk en wetenschap samen. Het traject wordt nu georganiseerd via de watertafel onder regie van het waterschap. 23

24 Vanuit de Hotspot worden de verschillende kennisinstellingen die meedoen aan Kennis van Klimaat steeds geïnformeerd over de vragen die binnen de regio spelen. Via workshops, contacten met wetenschappers en de bijeenkomsten van de verschillende consortia wordt een wisselwerking gecreëerd, die door alle partijen als positief wordt ervaren. De twee workshops binnen Haaglanden over hitte en wateroverlast, mede georganiseerd vanuit thema 8 droegen sterk bij aan het formuleren van de hoofdrichting voor de RAS. Een probleem is wel hoe de vele wetenschappers aan te sturen in een werkbaar proces, met gemeenten en andere stakeholders. Wetenschap heeft vaak haar eigen dynamiek en de gemeenten en stakeholders zoeken naar concrete producten die snel toepasbaar zijn. Het moet makkelijk inpasbaar zijn in het werkproces. Wetenschap heeft eigen doelstellingen eigen werkprocessen. Zo ontstaat er ook vaak een lange periode tussen het eerste contact en het volgende contact, waardoor de voortgang niet zo duidelijk lijkt. Cofinanciering is daarnaast een extra drempel om in zee te gaan met wetenschappers, aangezien vooraf vaak nog niet duidelijk is wat het resultaat van het onderzoek wordt. Binnen Haaglanden was het zo moeilijk om casegebieden voor CPC te vinden waar de onderzoekers in de praktijk aan de slag konden. Geconstateerd kan wel worden dat bij een sterk projectmanagement waarbij de overheden en wetenschappers in een intensief werkproces samenwerken aan een concreet product, het meeste resultaat oplevert. HSHL 02 is een voorbeeld waar dit proces zo goed werkte. Dit vraagt overigens van deelnemende partijen veel extra inzet. Vaak is die inzet moeilijk te regelen binnen de dagelijkse werkzaamheden van de gemeenten, provincie en waterschap. Samenwerking vraagt om een sterke trekker van het proces en de tijdsduur moet overzienbaar zijn. Daarnaast is belangrijk dat van onderzoek een goede samenvatting wordt gemaakt, waarin de hoofdpunten voor het beleid worden opgeschreven en worden gedeeld met de betrokken overheden. De management samenvatting van HSHL 06_12 heeft als zodanig veel invloed gehad op het bestuurlijk draagvlak voor verder investeringen in klimaatadaptatie. 24

25 Deel II Onderzoeksresultaten en bouwstenen voor RAS Haaglanden 5 Klimaatanalyse Haaglanden: wat komt er op ons af? In het KvK project HSHL06_12 zijn de gebiedspecifieke effecten van klimaatverandering in relatie tot de verwachte sociaaleconomische ontwikkelingen voor Haaglanden onderzocht. Het resultaat is een veelgebruikt basisdocument over de specifieke kansen en risico s van klimaatverandering in Haaglanden. Het project vormt een belangrijke stap in het ontwikkeling van de regionale adaptatiestrategie, en de managementsamenvatting is een belangrijk document geworden bij het agendering van klimaatadaptatie op ambtelijk en bestuurlijk niveau in de regio. Binnen de klimaateffectstudie zijn de KNMI 06 scenario s 8 als uitgangspunt gebruikt. Deze scenario s zijn echter opgesteld voor heel Nederland en missen nuanceringen voor verschillende regio s in Nederland. Het KvK-project HSHL05/HSRR04 Regiospecifieke klimaatinformatie voor Haaglanden en regio Rotterdam is gewijd aan het invullen van deze kennislacune. De eindresultaten van dit project (paragraaf 3.3) waren nog niet beschikbaar bij de uitvoering van de klimaateffectstudie. Daarom is uitgegaan van de KNMI 06 scenario s waaraan regionale kenmerken zijn toegevoegd op basis van informatie uit het zogenaamde Klimaatschetsboek 9, omgerekende data van lokale meetstations en richtinggevende tussenresultaten van HSHL05/HSRR04 m.b.t. hitte in de stad en neerslag. De conclusies over klimaatverandering en -effecten in Haaglanden in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit de eindrapportage 10 en managementsamenvatting 11 van HSHL06_12, en het eindrapport van HSHL05/HSRR Klimaatverandering in de regio Haaglanden Toename van de neerslaghoeveelheid en intensiteit, en temperatuurstijging zijn voor Haaglanden de belangrijkste factoren van klimaatverandering. Extreme neerslag komt in West Nederland vaker voor dan elders (zie figuur 2). Er moet voor de adaptatiestrategie van Haaglanden ook nog eens rekening worden gehouden met een toename van het aantal dagen met grote neerslaghoeveelheden. Het aantal dagen met meer dan 15 mm neerslag neemt toe van gemiddeld 11 per jaar nu tot 14 per jaar in Het aantal dagen met meer dan 25 mm neerslag kan verdubbelen, van gemiddeld 2 per jaar nu tot 4 per jaar in Dit lijken wellicht geringe toenames, maar men moet bedenken dat achter een stijging van een gemiddelde, grillige jaarvariaties Klimaatschetsboek Nederland (KNMI, 2009) Een beschrijving van regionale klimaatverschillen in Nederland ebae-424b-b39e-2928cd21f d c a177041a

26 schuil gaan. Met andere woorden, er zullen nog steeds jaren zijn met weinig tot geen wateroverlast, maar wateroverlast zal zonder adaptatie in andere jaren juist vaker en heviger optreden. Figuur 2 Regionale verschillen extreme neerslag t.o.v. De Bilt (bron: KNMI) De hittegolf in de zomer van 2003 heeft in Nederland ongeveer 1400 tot 2200 hitte-gerelateerde doden geëist. Verwacht wordt dat als de gemiddelde mondiale temperatuur zal stijgen, er ook vaker hittestress optreedt. Stedelijke gebieden worden hierdoor het meest getroffen, er is een relatie tussen bebouwingsdichtheid en de mate van hittestress. Ook een relatieve toename van hitte in het kassengebied is een aandachtspunt. Het aantal dagen met meer dan 30 C kan in Haaglanden stijgen van gemiddeld 2 tot gemiddeld 10 per jaar (W+ scenario, 2050). Een laatste prominente driver van effecten is het neerslagtekort. Rond 2050 neemt deze in de zomerperiode van de G+ en W+ scenario s sterk toe. Een zomer als 2003, die ervaren is als bijzonder droog, zou rond 2050 onder het W+ scenario vrij normaal worden. Dit heeft grote consequenties voor de watervoorziening, doorspoeling en het peilbeheer. De KNMI 06 klimaatscenario s vermelden een absolute zeespiegelstijging in 2050 aan de Nederlandse kust die varieert tussen de 15 cm en 35 cm. Omstreeks 2100 varieert de stijging tussen de 35 cm en 85 cm. De absolute zeespiegelstijging is overal langs de Nederlandse kust gelijk. De wateropzet als gevolg van wind en stormen kan wel langs de kust verschillen. Mogelijke effecten van zeespiegelstijging voor Haaglanden spelen op het gebied van grondwateroverlast (zie 5.2.2) en waterveiligheid. Het risico van overstroming door falen kustwering of primaire kering a.g.v. 26

27 zeespiegelstijging en stormvloeden is onderdeel van Deltaprogramma en worden in de KvK projecten van Hotspot Haaglanden niet specifiek onderzocht. 5.2 Klimaateffecten op het fysieke systeem Op basis van een eerdere studie uitgevoerd voor het Hoogheemraadschap van Delfland 13 en met actuele kennis van het consortium HSHL06_12 en geconsulteerde stakeholders is een selectie gemaakt van klimaateffecten op het fysieke systeem die op dit moment relevant worden geacht voor Haaglanden en daarom van belang zijn voor de regionale adaptatiestrategie. In de volgende paragrafen worden de belangrijkste conclusies voor het fysieke systeem in Haaglanden worden samengevat. De betekenis van deze klimaateffecten voor de 3 gebiedstypes gras, stad en glas komt in het daaropvolgende hoofdstuk aan bod Bodemdaling Ten gevolge van lagere grondwaterstanden zal bodemdaling worden versterkt. In Midden-Delfland en in de polders rondom Zoetermeer kan de bodemdaling tot 2050 al oplopen tot meer dan 0,5 meter zonder klimaatverandering. Onder het W+ scenario is de bodemdaling in deze gebieden nog sterker. In Midden-Delfland levert de versnelde bodemdaling extra risico s op, aangezien de nog verwachte bodemdaling hier relatief groot is vergeleken met de huidige maaiveldhoogte van de polder ten opzichte van de waterlopen. Het opstaande water in de polder bij een dijkdoorbraak is daardoor significant dieper. Langs de randen van de diepe polders van de Stadsregio Haaglanden, vooral in de polders nabij Zoetermeer, is het opbarstrisico van brak of zout grondwater relatief groot. Ten gevolge van klimaatverandering zal het aantal wellen in sloten en op het land toenemen langs de randen van de diepe polders in de Stadsregio Haaglanden, vooral in het noordoosten. Hierdoor neemt de verzilting van het oppervlaktewater toe en kan de stabiliteit van zandbaanfunderingen afnemen Grondwateroverlast Rond de problematiek van klimaat gerelateerde grondwateroverlast wordt een onderscheid gemaakt tussen het directe effect van klimaatsverandering in de vorm van neerslagtoename in de winter en het indirecte effect van zeespiegelstijging. Als gevolg van een toename van neerslag in het winterhalfjaar zal de grondwaterstand gedurende het gehele jaar hoger liggen. Dit geldt vooral voor infiltratiegebieden in de duinstreek waardoor aangrenzende, relatief lagere gebieden grondwateroverlast ondervinden. Aandachtsgebieden zijn de oostelijke delen van Den Haag, Voorburg en Leidschendam en proeftuin Noordpolder. 13 Inventarisatie van de effecten van klimaatverandering op fysiek systeem Hoogheemraadschap van Delfland (Van Ek et al., 2007) 27

28 De invloed van zeespiegelstijging en bodemdaling op de stijghoogte in het eerste watervoerende pakket speelt vooral in de hogere, drogere delen van Den Haag. De invloed in de binnenduinrand blijft beperkt. De invloed van zeespiegelstijging en kustverbreding op het freatische grondwater is onduidelijk Stabiliteit waterkeringen en veiligheidsrisico s Het gaat hier alleen om de stabiliteit van boezem/polderkaden en veendijken. De veiligheidsaspecten in relatie tot de kust en primaire waterkeringen worden onderzocht in het Deltaprogramma. Door de toename van de economische waarde van gebieden wordt het belang van de stabiliteit van waterkeringen steeds groter. Ook veroorzaakt bodemdaling een toename van de risico s wanneer er een dijkdoorbraak plaatsvindt. Als gevolg van (versnelde) bodemdaling in polders met een veenbodem komt het maaiveld in de polders lager te liggen ten opzichte van de waterlopen in het gebied. Hierdoor neemt de waterdiepte in de polder bij overstroming vanuit het oppervlaktewater toe. Een groot deel van de Stadsregio Haaglanden wordt beschermd door polder- en boezemkaden die waarschijnlijk voor een (groot) deel uit veen zijn opgebouwd. De stabiliteit van deze waterkeringen kan aangetast worden door verschillende mechanismen. Klimaatverandering kan één of meerdere van de mechanismen verergeren. Zo zal het effect van vernatting op de stabiliteit van (veen)dijken tijdens de winterperioden sterker worden onder alle klimaatscenario s, en tijdens de zomerperioden bij scenario s G en W. De effecten van verdroging op de stabiliteit van veenkaden worden sterker tijdens de zomerperioden bij scenario s G+ en W+. Dit aandachtspunt is reeds geagendeerd in het beleidskader ten behoeve van klimaatverandering van Hoogheemraadschap Delfland (2008). Andere punten die reeds zijn opgenomen in dit beleidskader en waar het voor overige delen van Haaglanden raadzaam wordt geacht om deze ook te agenderen of beleid op af te stemmen zijn in de toetshoogte van waterkeringen dient geanticipeerd te worden op toename van windopzet en golfaanvallen. (een deel van) de oplossing voor potentiële instabiliteit is met ruimtereservering te bereiken. Hoogheemraadschap Delfland hanteert daartoe een restrictief beleid ten aanzien van het bouwen op veenkaden (Van Ek et. al., 2007). veendijken zijn niet (altijd) geschikt voor compartimentering Oppervlaktewateroverlast Om het effect van klimaatverandering op oppervlaktewateroverlast te onderzoeken is bepaalt hoe de wateropgave in het beheersgebied van Delfland varieert onder de verschillende KNMI'06 scenario's. Figuur 3 geeft het resultaat daarvan weer wanneer het beheersgebied als geheel wordt bezien. Een positieve verandering duidt op een potentieel tekort aan bergingsruimte en daarmee op een toename van de opgave. 28

29 Figuur 3 Verandering van de bergingsbehoefte bij verschillende klimaatscenario s in m3/ha ten opzichte van het WB21 Midden klimaatscenario. De nu geldende wateropgave is op dit Middenscenario geënt. Huidig betekent huidig klimaat. De verandering heeft betrekking op geheel Delfland en verschilt sterk per peilgebied. Omdat het Hoogheemraadschap van Delfland bij het bepalen van maatregelen om de wateropgave op te lossen tot nu toe rekening heeft gehouden met het WB21 Midden scenario, voldoen deze maatregelen voor het G en G+ scenario en wijken ze niet ver af van het W en W+ scenario. Deze constatering geldt wanneer de situatie globaal over het gehele beheersgebied wordt beschouwd. Echter, de bandbreedte in de wateropgave/bergingsbehoefte voor de individuele peilgebieden is groot. Verandering van de wateropgave in het W klimaatscenario ten opzichte van het WB21 klimaatscenario kan voor sommige peilgebieden oplopen tot meer dan +20 m3/ha. De ruime bandbreedte wordt veroorzaakt door 1) de complexiteit van de hydrologie van glastuinbouw, stedelijk gebied en grasland, 2) de diversiteit in de watersystemen (variaties in combinaties van gemaalcapaciteit en bergingscapaciteit) en 3) de aanwezigheid van meerdere functies met verschillende normen voor wateroverlast binnen één peilgebied. Bij het kiezen van (adaptatie)maatregelen om de wateropgave te beperken zal gebiedsgericht moeten worden gezocht naar effectieve oplossingen. De wateropgave neemt in de klimaatscenario s procentueel sterker toe dan de neerslagtoename. Omdat de bergingsruimte in de huidige situatie al grotendeels is opgebruikt, wordt de neerslagtoename in het toekomstscenario vrijwel direct doorvertaald in een extra bergingstekort Zoetwatervoorziening Klimaatverandering zorgt m.b.t. waterkwantiteit voor twee prominente effecten: 1. De vraag naar water neemt toe 2. Het aanbod van zoet water neemt af De watervraag wordt voornamelijk beïnvloed door de mate van droogte, een resultante van temperatuur en neerslagtekort. De waterbeschikbaarheid hangt af van interne buffers 29

30 (bodemvochtgehalte, gietwaterbekkens e.d.), maar vooral ook van de inlaat van water uit het hoofdwatersysteem. Inlaatmogelijkheden zijn weer afhankelijk van de mate van verzilting, die resulteert uit veranderingen in het zeeniveau en de rivierafvoer. Ongeacht het klimaatscenario gaan zowel droogte- als verziltingsituaties vaker optreden. De toename van droogtesituaties onder de G+ en W+ scenario s is erg groot. En er mag worden aangenomen dat ook de kans op verzilting onder die scenario s relatief groot is. Voor Haaglanden zijn momenteel de volgende aanvoerroutes/afspraken relevant: - De Brielse Meerleiding - Het Waterakkoord Rijnland-Delfland - De Kleinschalige Wateraanvoervoorziening Midden-Holland (KWA) Onder normale omstandigheden werkt Delfland met aanvoer van water uit het Brielse Meer en vanuit Rijnland. Brielse Meer water heeft de voorkeur vanwege de betere kwaliteit. Onder bijzondere droogte omstandigheden treedt de KWA in werking. Dit was het geval in 2003, toen door de lage rivierwaterstand verzilting optrad bij inlaatpunt Gouda. Dankzij de Brielse Meer voorraad en de KWA heeft Delfland in 2003 geen problemen gekend. Voor andere gebieden kwamen in 2003 wel de grenzen van de aanvoermogelijkheden in zicht. Uit een analyse van de klimaatbestendigheid van de inlaatpunten Gouda en Bernisse blijkt dat beide erg gevoelig zijn voor een verandering van het klimaat onder een G+ of W+ scenario. Onder W+, in een jaar als 1996, neemt bij Gouda de stremmingsduur toe van 0 dagen nu, tot 76 dagen in Bij inlaatpunt Bernisse neemt de stremming toe van 1 tot 46 dagen. In een jaar als 2003 verdubbelt die duur, naar respectievelijk 143 en 95 dagen. De redenen voor de gevoeligheid verschillen. Voor Gouda geldt als reden de oprukkende verzilting vanuit zee, in combinatie met de afname van de rivierafvoer. Voor het punt Bernisse komt daar een indirecte reden bij. Dit punt wordt in hogere mate beïnvloed door de uitwerking van ingrepen elders in het Noordelijk Deltabekken. Zonder deze ingrepen zou het inlaatpunt in theorie nog een tijd kunnen functioneren. Zeker als besloten wordt om de chloridenorm te verhogen, en de maximaal toegestane stremmingsduur kan worden verlengd. Het is echter niet waarschijnlijk dat ingrepen, die ook deels vanuit het oogpunt van klimaatverandering worden genomen, uitblijven. Het is dus enerzijds zaak om de functionaliteit van het inlaatpunt te bewaken door mee te draaien in planstudies elders in de Delta, en anderzijds toch ook als verzekeringspolis te oriënteren op additionele of alternatieve aanvoerroutes van zoet water (naar het Brielse Meer) Waterkwaliteit Klimaatverandering zal leiden tot veranderingen in de waterkwaliteit. De gevoeligheid voor klimaatverandering varieert per watertype. Kleine zoete en geïsoleerde waterlichamen ondervinden bijvoorbeeld meer last dan grote wateren. Er zijn een aantal zorgpunten die beïnvloed worden door klimaatverandering: 30

31 Vaker riooloverstort met grotere effecten: Klimaatverandering leidt naar verwachting tot een toename van het aantal piekbuien en de intensiteit daarvan. Hierdoor zal ook het volume overstortwater toenemen. Dit leidt tot een grotere belasting van het oppervlaktewater met zuurstofconsumerende stoffen. In warmer water lost bovendien minder zuurstof op. Dit leidt ertoe dat de zuurstofconcentratie in het oppervlaktewater vaker, sneller en sterker afneemt als gevolg van riooloverstortingen. Lage zuurstofconcentraties en zuurstofloosheid leiden o.a. tot verminderde afbraak, vissterfte, stankoverlast en toename van blauwalg. Geringere beschikbaarheid van water voor doorspoeling zal de afname van de waterkwaliteit versterken. Meer kans voor exoten: Stijging van de oppervlaktewatertemperatuur zal de kans op een succesvolle vestiging van exoten in het aquatisch systeem doen toenemen. Dit leidt mogelijk tot overlast. Risico op negatieve beleving van water in stedelijk gebied: Knelpunten in de beleving van water in stedelijk gebied hangen voornamelijk samen met blauwalgen en fecale verontreinigingen. Blauwalgen zullen vroeger in het jaar, intensiever en langduriger voorkomen dan voorheen. Als gevolg van verminderde waterverversing door toenemende droogte kan ook de fecale verontreiniging van water toenemen. Zwemlocaties onder druk: De negatieve effecten t.a.v. waterkwaliteit leiden ertoe dat de zwemwaterlocaties onder druk komen te staan. Ook toename van de recreatiebehoeften versterken deze druk. Zwemverboden zullen eerder ingaan. 5.3 Ruimtelijke verschillen in klimaateffecten In het project HSHL05/HSRR04 dat gezamenlijk voor de hotspots Haaglanden en Regio Rotterdam is uitgevoerd is gekeken naar de ruimtelijke verschillen in temperatuur, neerslag, verdamping, wind, straling, luchtvochtigheid, etc. binnen de provincie Zuid-Holland, waarin beide regio s liggen. Het project voorziet in het beschikbaar krijgen van regiospecifieke klimaatinformatie zodat beslissingen m.b.t. ruimtelijke ordening en investeringen beter kunnen worden gemotiveerd. Twee onderwerpen die binnen het gebied en verschillende sectoren veel aandacht krijgen zijn hierbij verder uitgediept: extreme neerslag en het Urban Heat Island effect. Verschillen in klimatologie binnen Nederland worden veroorzaakt door: 1. relatief grootschalige processen als gevolg van land-zeeovergangen, hoogteverschillen. Deze verschillen zijn terug te vinden in de waarnemingen op KNMI-stations en staan weergegeven in de Klimaatatlas ( Zo is bijvoorbeeld de gemiddelde temperatuur in Zuid-Holland door de nabijheid van de zee hoger in de winter en lager in de zomer dan meer in het binnenland; 2. lokale oppervlakte-eigenschappen (op een schaal van meters tot enkele kilometers) zoals de aanwezigheid van gebouwen, vegetatie. Deze lokale eigenschappen zijn niet voor elke 31

32 klimaatvariabele even belangrijk. Neerslag wordt niet door zeer lokale oppervlakte-eigenschappen beïnvloed, maar temperatuur en wind wel. Op basis van een literatuuronderzoek is een overzicht gegeven van ruimtelijke verschillen in temperatuur, neerslag, verdamping, wind, straling, luchtvochtigheid, etc. binnen de provincie Zuid- Holland, waarin beide regio s liggen. De belangrijkste conclusies zijn: De KNMI-waarnemingen geven veel van de ruimtelijke verschillen in klimaat binnen Nederland weer, maar niet alle kleinschalige verschillen. Lokale verschillen in oppervlakte-eigenschappen kunnen op korte afstanden (enkele meters tot kilometers) tot aanzienlijke verschillen leiden m.n. bij temperatuur en wind; In het toekomstige klimaat veranderen de relatieve ruimtelijke verschillen binnen Nederland niet veel, aangezien de belangrijke oorzaken van de huidige ruimtelijke verschillen niet veel zullen veranderen. Zo zal de gemiddelde temperatuur in de kustregio ook in de toekomst in de zomer lager en in de winter hoger zijn dan in het binnenland. Wel kan klimaatverandering de relatieve ruimtelijke patronen iets beïnvloeden: de gradiënt van de temperatuur vanaf de kust kan bijv. iets toenemen of afnemen. Ook veranderingen in lokale oppervlakte-eigenschappen (bijv. uitbreiding van steden, vernatting van natuurgebieden) kunnen de relatieve ruimtelijke patronen enigszins beïnvloeden Extreme neerslag: neerslagreeksen in huidig en toekomstig klimaat Vanwege het grote percentage verhard oppervlak en de hoge bevolkingsdichtheid levert hevige neerslag relatief vaak wateroverlast op. Er zijn geen lange tijdreeksen van uurneerslag voor Zuid-Holland (ong. 100 jaar), die waterschappen gebruiken om de kans op wateroverlast in te schatten. Verschillende methoden voor het maken van lange regiospecifieke tijdreeksen voor neerslag voor het huidige en toekomstige klimaat zijn kwalitatief vergeleken op hun voor- en nadelen. Voor het huidige en toekomstige klimaat is telkens 1 methode uitgewerkt, die voordelen heeft t.o.v. de nu gebruikte methode. De belangrijkste conclusies over extreme neerslag in het huidige klimaat: De ontwikkelde methode voor het genereren van regiospecifieke lange neerslagreeksen op uurbasis voor het huidige klimaat geeft de meeste neerslagkarakteristieken beter weer dan de methode die tot nu toe wordt gebruikt (De Bilt + 10%): jaarneerslag, jaarlijkse gang, lengte droge en natte perioden, meerdaagse extremen. Ook overschat de methode de extreme uurneerslag minder dan de huidige methode, maar de extreme 24 uurneerslag wordt onderschat; Verder onderzoek is nodig om te bepalen of de bovenstaande nieuwe methode voldoende meerwaarde oplevert voor het waterbeheer. Zowel de huidige als de hier uitgewerkte methode geven het huidige klimaat niet goed weer vanwege de aanwezige trend in de metingen van de afgelopen 100 jaar, en ze zijn te kort voor een goede inschatting voor eens in de 100 jaar extremen. Ontwikkeling van een neerslaggenerator op uurbasis zou aan deze tekortkomingen wat kunnen doen. 32

33 De belangrijkste conclusies over extreme neerslag in het toekomstige klimaat: Een methode is ontwikkeld waarmee neerslagtijdreeksen op uurbasis voor de toekomst kunnen worden gegenereerd, en waarbij de extreme uurneerslag meer kan toenemen dan de extreme dagneerslag. De methode is vergelijkbaar en consistent met het programma voor het genereren van tijdreeksen op dagbasis. Over de verandering van extreme uurneerslag in de toekomst is nog weinig bekend. Wel zijn mogelijke ranges hiervoor aangegeven, voor gebruik in gevoeligheidsanalyses Stadsklimaat: Stadseffect op de temperatuur De afgelopen jaren is een begin gemaakt met kennisontwikkeling op het gebied van hitte problematiek in het stedelijk gebied. Recente KvK studies en overzichtrapporten waar in deze midterm rapportage naar wordt verwezen zijn: - Regiospecifieke klimaatinformatie voor Haaglanden en regio Rotterdam (HSHL05/HSRR04) 14 - Hittestress in de stad Rotterdam (HSRR05) 15 - Kennismontage Hitte en klimaat in de stad (Kennismontage) 16 ; uitgevoerd door KvK consortium Climate Proof Cities (thema 4 ) in opdracht van de Alliantie Klimaatbestendige Steden (samenwerkingsverband tussen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) en ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) - Klimaatbestendige steden: Voortgangsrapportage Climate Proof Cities 2011 Meer warme dagen Door klimaatverandering zullen in Nederland steeds vaker warmere zomers en zachtere winters voorkomen. De KNMI 06 scenario s geven aan dat de gemiddelde zomertemperatuur in Nederland rond 2050 met 0,9 tot 2,8 ºC zal zijn gestegen ten opzichte van het huidige klimaat (1990). Ook wordt verwacht dat het aantal hittegolven zal toenemen. De exacte toename in frequentie en duur van hittegolven is op dit moment nog lastig te bepalen. Wel is berekend dat er meer tropische dagen (maximum temperatuur hoger is dan 30 ºC) zullen zijn in de toekomst: in 2050 zullen gemiddeld 7 tot 15 tropische dagen voorkomen per jaar ten opzichte van gemiddeld 4 in het huidige klimaat. In de kustgebieden zullen de gemiddelde zomertemperatuur en het aantal hete en tropische dagen iets lager liggen dan meer landinwaarts. (Bron: CPC Kennismontage) Stedelijk hitte-eiland effect In steden is het gemiddeld warmer dan op het omliggend gebied door het zogenaamde stedelijk hitteeiland of Urban Heat Island (UHI) effect. Stedelijke condities die het UHI-effect bevorderen zijn: een hoge bebouwingsdichtheid met materialen die warmte vasthouden; veel verhard en dfec-416d-a837-aa7fb4e1827a 33

34 waterondoorlaatbaar oppervlak waardoor weinig water beschikbaar is voor verdamping; donkere oppervlakken (asfalt, daken) waardoor weinig zonlicht wordt gereflecteerd. Door de toename in verstedelijking en verdichting zal naar verwachting ook het UHI-effect toenemen. Daarnaast zal een toename van het aantal warme dagen door klimaatverandering vaker sprake zijn van het UHI-effect in Nederlandse steden. In het project HSLH05 is op basis van metingen van weeramateurs en ander onderzoek in Nederland een schatting gemaakt van het UHI-effect in Nederland. Daaruit blijkt dat het UHI is in de zomer het sterkst is, en in de winter veel minder of bijna afwezig. s Nachts is het UHI sterker dan overdag. De stedelijke configuratie (o.a. bebouwingsdichtheid) heeft een duidelijke invloed op de grootte van het UHI. Bevolkingsdichtheid in een wijk geeft dan ook een betere relatie met de grootte van het UHI dan het inwoneraantal van een stad. De belangrijkste conclusies uit HSHL05 zijn dat gedurende nachten met rustige weersomstandigheden (met helder weer en weinig wind) het UHI-effect in de dichtstbevolkte buurten in Nederland ( inwoners per km2) kan oplopen tot 8-10 C, in woonwijken is dat meestal 5-7 C. Gemiddeld is het UHI-effect in Nederlandse steden veel lager. Daarnaast blijkt dat de grootte van het UHI-effect in Nederland redelijk overeen komt met dat in andere Europese landen. In het hittestress project in de Hotspot Regio Rotterdam (HSRR05) zijn satellietbeelden geanalyseerd, diverse metingen uitgevoerd op locatie, gezondheidseffecten geïdentificeerd, veroorzakers gezocht van het hitte eiland effect en maatregelen geïnventariseerd en beoordeeld op hun potentiële effect. Daarnaast is een beleidsworkshop gehouden waarin de onderzoeksresultaten zijn besproken en aanbevelingen zijn geformuleerd. Uit het onderzoek blijkt dat in Rotterdam s zomers sprake is van een stedelijk hitte eiland effect. Tijdens windstille nachten kan het temperatuurverschil tussen verstedelijkt en landelijk gebied oplopen tot 80C. Met behulp van het mobiele meetplatform is onder andere de luchttemperatuur gemeten. Hieruit komt naar voren dat de koelste plekken de wat oudere laagbouwwijken zijn met veel groen (zoals Kralingen). Warm is het in hoogstedelijke gebieden als Centrum en (de Kop van) Zuid. Met behulp van de satellietbeelden is tevens de oppervlaktetemperatuur geanalyseerd. Met name versteende wijken in de buurt van veel industriële activiteit blijken een hoge gemiddelde oppervlaktetemperatuur te hebben. (Bron: eindrapport HSRR05) Hittekaarten Haaglanden Resultaten van het hitte onderzoek in Rotterdam zijn gebruikt bij het construeren van zogenaamde hittekaarten voor Haaglanden vanuit het KvK consortium Decision Support Tools (Thema 8). Door de Wageningen Universiteit (WUR) zijn metingen gedaan naar het temperatuurverloop tussen de stad en het landelijke gebied. Met bakfietsen zijn verschillende weersomstandigheden in de stad Rotterdam in kaart gebracht. Deze verschillen zijn vervolgens gecorreleerd met de verschillende statistieken van grondgebruiksbestanden. Hieruit volgt een sterke relatie met zowel de hoeveelheid groen op lokaal niveau en het percentage verharding op regionaal niveau. Door vervolgens deze relaties 34

35 te confronteren met landelijke grondgebruiksbestanden is het mogelijk UHI-kaarten te maken. Bij de modellering is uitgegaan van een gemiddeld UHI-effect van 3,5 graden zoals gemeten in de zomer van Met behulp van historische tijdsreeksen voor minimumtemperaturen van het KNMI is het mogelijk dit percentage UHI-effect uit te drukken in het aantal dagen waarin een minimumtemperatuur van 20 graden wordt overschreden. Met behulp van het KNMI-transformatieprogramma is dit aantal dagen specifiek gemaakt voor verschillende klimaatscenario's. Daarnaast is ook rekening gehouden met het natuurlijke verloop binnen Nederland van de gemiddelde minimumtemperaturen in de zomer. Uiteindelijk levert dit kaarten op met daarop een indicatie van het aantal dagen met een minimumtemperatuur van 20 graden. In overleg met de betrokkenen binnen de stadsregio Haaglanden zijn kaarten gemaakt die verschillende verstedelijkingsscenario's van het PlanBureau voor de Leefomgeving koppelen aan het UHI-effect op basis van het percentage groen en verharding en gecontroleerd met praktijkmetingen in buurten van Rotterdam. Tevens zijn de effecten van klimaatscenario's verwerkt. Vanuit leefbaarheidseffecten op de mens is met kleur in beeld gebracht hoeveel nachten per jaar de temperatuur boven de 20 graden komt in haar ruimtelijke verdeling over de regio. Verschillende vormen van presentatie zijn besproken met de beleidsmakers, maar de regio heeft gekozen voor een presentatie die direct met goede kleuren beeldend maakt waar de effecten van verdichting en klimaatverandering het grootst zijn (Figuur 4). De kaart ondersteunt de keuzes in het ruimtelijk beleid voor het openhouden van groengebieden in de regio en vraagt om verdere aandacht voor vergroening van de openbare ruimte in zeer dichtbebouwde gebieden. (Bron: Hasse Goosen) 35

36 Figuur 4 Kans op het Urban Heat Island effect in Haaglanden. Deze kaarten (de Groot, 2011) zijn het resultaat van een correlatie tussen metingen van het UHI effect in de gemeente Rotterdam (Heusinkveld, ten Hove, 2010) en parameters voor het UHI effect (Koekoek en Jacobs, 2011) die vervolgens geëxtrapoleerd zijn naar ruimtelijkeconomische scenario s (Dekkers, 2011) en klimaatscenario s (KNMI, 2009). 36

Regionale Adaptatie Strategie vanwege klimaatverandering. MT 22 maart 2012 Arno Lammers

Regionale Adaptatie Strategie vanwege klimaatverandering. MT 22 maart 2012 Arno Lammers Regionale Adaptatie Strategie vanwege klimaatverandering MT 22 maart 2012 Arno Lammers Voorgeschiedenis RAS - Proces Waterkader Haaglanden gestart febr. 2003 na opdracht AB - Regionaal Bestuursakkoord

Nadere informatie

agendapunt 3.a.1 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden KENNIS VOOR KLIMAAT: PROJECTEN 1E EN 2E TRANCHE Datum 17 augustus 2010

agendapunt 3.a.1 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden KENNIS VOOR KLIMAAT: PROJECTEN 1E EN 2E TRANCHE Datum 17 augustus 2010 agendapunt 3.a.1 850401 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden KENNIS VOOR KLIMAAT: PROJECTEN 1E EN 2E TRANCHE Portefeuillehouder Wiegman, A.G. Datum 17 augustus 2010 Aard bespreking Informatief Afstemming

Nadere informatie

Klimaatbestendige stad

Klimaatbestendige stad Klimaatbestendige stad Joke van Wensem Samenwerken aan water en klimaat Programmaplan en kennisagenda Algemeen en programmering: Deltaprogramma RA/IenM, STOWA, RWS, CAS, Deltares Projectentournee: Deltaprogramma

Nadere informatie

Op weg naar klimaatbewuste regio. Marcel Houtzager Hoogheemraadschap van Delfland

Op weg naar klimaatbewuste regio. Marcel Houtzager Hoogheemraadschap van Delfland Op weg naar klimaatbewuste regio Marcel Houtzager Hoogheemraadschap van Delfland Klimaateffecten Nederland Neerslag Het regent minder vaak 7% tot 30% Maar buien zijn heftiger! 8% tot 24% Wake-up call -

Nadere informatie

Raak onderzoek 2015, 2016 Wiebe Bakker

Raak onderzoek 2015, 2016 Wiebe Bakker De klimaatbestendige stad, inrichting in de praktijk Raak onderzoek 2015, 2016 Wiebe Bakker Een hot item Aandacht voor klimaatadaptatie Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering Klimaatbestendige Stad

Nadere informatie

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Agenda Stad Concernstaf CSADV Stadhuis Grote Kerkplein 15 Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2092 www.zwolle.nl Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Hoe houden we onze delta leefbaar

Nadere informatie

toekomst veenweide Inspiratieboek

toekomst veenweide Inspiratieboek toekomst veenweide Inspiratieboek BOSCH SLABBERS toekomst veenweide Inspiratieboek Opdrachtgever Kennis voor Klimaat In samenwerking met Alterra, DHV, Gemeente Midden-Delfland, Provincie Zuid-Holland,

Nadere informatie

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat? De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat? De klimaatbestendige stad Klimaatadaptatie van stedelijk gebied staat sinds kort prominent op de publieke agenda. Op Prinsjes dag heeft het kabinet de Deltabeslissing

Nadere informatie

Klimaatadaptatie. Charles Aangenendt

Klimaatadaptatie. Charles Aangenendt Klimaatadaptatie Charles Aangenendt Adaptatie Ruimte en Klimaat 2006: start Nationaal Programma Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK) Doel: klimaatbestendig maken van ruimtelijke inrichting lange termijn:

Nadere informatie

KLIMAATADAPTATIE: GEMEENTEN AAN ZET. Bijeenkomst Stadwerkwerk, Boxmeer, Kim van Nieuwaal, 12 juni 2018

KLIMAATADAPTATIE: GEMEENTEN AAN ZET. Bijeenkomst Stadwerkwerk, Boxmeer, Kim van Nieuwaal, 12 juni 2018 KLIMAATADAPTATIE: GEMEENTEN AAN ZET Bijeenkomst Stadwerkwerk, Boxmeer, Kim van Nieuwaal, 12 juni 2018 Klimaatverandering: mitigatie en adaptatie Klimaatadaptatie: een voorgeschiedenis 1980s 1990 : Klimaatwetenschap

Nadere informatie

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen 2. Water Bodem & Gebruik 3. Het Groene Hart, met zijn veenweiden, Over de realisatie van

Nadere informatie

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden AFRONDING WATERKADER HAAGLANDEN; VOORTGANG OP WATER- EN KLIMAATTAFEL Datum 11 juni 2012

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden AFRONDING WATERKADER HAAGLANDEN; VOORTGANG OP WATER- EN KLIMAATTAFEL Datum 11 juni 2012 agendapunt 3.b.12 991293 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden AFRONDING WATERKADER HAAGLANDEN; VOORTGANG OP WATER- EN KLIMAATTAFEL Portefeuillehouder Wiegman, A.G. Datum 11 juni 2012 Aard bespreking

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen:

Nieuwe ontwikkelingen: Nieuwe ontwikkelingen: KNMI werkt aan scenario s 2021 Nieuwe thema s in Deltaprogramma 2019: Bodemdaling Klimaatadaptatieve Nieuwbouw Zeespiegelstijging Strategische verkenningen klimaatadaptatie in VJN:

Nadere informatie

Anna Schoemakers Klimaat voor Ruimte

Anna Schoemakers Klimaat voor Ruimte Workshop: De klimaatrobuuste stad Voorzitter: Prof. dr.ir. C. Zevenbergen (Chris), Dura Vermeer/UNESCO IHE Sprekers en presentaties: Drs. A.J. Schoemakers (Anna) Projectbegeleider Klimaat voor Ruimte,

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

TU Delft Nijhuis & Pouderoijen

TU Delft Nijhuis & Pouderoijen TU Delft Nijhuis & Pouderoijen Inleiding 1. Het gebied 2. Het onderzoek 3. Gaming voor Gebiedsontwikkeling 4. De Resultaten 5. De Conclusies 1. De Zuidwestelijke Delta: de vormende kracht van water, sedimentatie

Nadere informatie

Leven in een verstedelijkte Delta; Het belang van kennis van de ondergrond Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam innoveren UU

Leven in een verstedelijkte Delta; Het belang van kennis van de ondergrond Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam innoveren UU Leven in een verstedelijkte Delta; Het belang van kennis van de ondergrond Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam innoveren UU Quality of live Opzet Lezing Waarom is er kennis over de ondergrond nodig?

Nadere informatie

Sociaaleconomische Toekomstscenario s

Sociaaleconomische Toekomstscenario s Sociaaleconomische Toekomstscenario s Geschikt voor zoet en zout? door Gert Jan van den Born 1 Toekomstverkenningen Scenario s zijn gekoppeld aan onzekerheden in de toekomst Binnen domein van ruimtelijke

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

COP #14: Jouw klimaatadaptief donderdag 14 februari 2019

COP #14: Jouw klimaatadaptief donderdag 14 februari 2019 COP #14: Jouw klimaatadaptief 2019 donderdag 14 februari 2019 Wie zijn er? BAR - gemeenten Gemeente Den Haag Gemeente Delft Gemeente Leiden Gemeente Maassluis Gemeente Midden Delfland Gemeente Nissewaard

Nadere informatie

VERBINDEN, VERSTERKEN EN ONTWIKKELEN

VERBINDEN, VERSTERKEN EN ONTWIKKELEN Foto: Platform Slappe Bodem, Vincent Basler VERBINDEN, VERSTERKEN EN ONTWIKKELEN In oktober 2016 is het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling (voorheen kennisprogramma Klimaat, Water en Bodemdaling (KWB))

Nadere informatie

Klimaatadaptatie. Programmaplan duurzame en gezonde stad

Klimaatadaptatie. Programmaplan duurzame en gezonde stad Klimaatadaptatie Programmaplan duurzame en gezonde stad Inhoud Ons klimaat verandert Wat betekent het voor Nederland? De uitdagingen voor onze regio Wat doen we al in Helmond en waar dragen we aan bij?

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

Westflank Haarlemmermeer

Westflank Haarlemmermeer Nota Ruimte budget 48 miljoen euro Planoppervlak 1500 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Westflank Haarlemmermeer Westflank Haarlemmermeer is een Randstad Urgent - project.

Nadere informatie

Kennisagenda NKWK- KBS. Groeidocument versie 0.1

Kennisagenda NKWK- KBS. Groeidocument versie 0.1 Kennisagenda NKWK- KBS Groeidocument versie 0.1 November 2015 Voorwoord Dit is de eerste versie (versie 0.1) van het Groeidocument van de Kennisagenda NKWK- KBS. Dit document is een eerste aanzet voor

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof Adaptatie? Effecten klimaatverandering Rotterdam: er is urgentie om te handelen Strategie gericht op functioneren van de stad Bebouwing Nutsnetwerken

Nadere informatie

Deltaprogramma 2014. Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

Deltaprogramma 2014. Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F 2 Bestuurlijke planning In deze bijlage is de bestuurlijke

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland

Nadere informatie

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid Project ZON Hoofdvraag huidige droogte situatie (2010) gevolgen van de klimaatverandering (2050) zinvolle maatregelen Uitvoering gebied Regio-Oost aansturing vanuit RBO projectgroep Regionale afstemming

Nadere informatie

Met oog op de toekomst

Met oog op de toekomst Met oog op de toekomst Inhoudsopgave Voorwoord. Aan de slag met de regionale adaptatiestrategie haaglanden 5 Samen keuzes maken voor de toekomst 5 Koploperspositie 5 Opgaven en kansen voor glas, stad en

Nadere informatie

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner Memo Aan deelnemers diner-debat Eye Kopie aan Contactpersoon Rik van Terwisga Datum 8 januari 2015 Onderwerp Vervolg Debat-diner "Watersysteem van de Toekomst" Watersysteem van de Toekomst: vervolg

Nadere informatie

Topsoil. Korte introductie

Topsoil. Korte introductie Topsoil Korte introductie TOPSOIL is een Europees INTERREG subsidieproject. Het is een samenwerking tussen waterschappen, wetenschappers, overheden en stakeholders uit Nederland, België, Duitsland, Denemarken

Nadere informatie

Statenvoorstel. Weerkrachtig Zuid-Holland, Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendig Zuid-Holland

Statenvoorstel. Weerkrachtig Zuid-Holland, Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendig Zuid-Holland Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 11 december 2018 Portefeuillehouder: Janssen, RA Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Documentnummer: PZH-2018-670832850 Onderwerp Weerkrachtig Zuid-Holland, Adaptatiestrategie

Nadere informatie

Stand van zaken samenwerking omgevingsvisie

Stand van zaken samenwerking omgevingsvisie Stand van zaken samenwerking omgevingsvisie Landschap, water en ondergrond Meer informatie: https://www.regiogv.nl/gemeenteraden/ruimtemobiliteit/samenwerking-omgevingsvisie/ 1 Inhoud 1. Proces samenwerking

Nadere informatie

Hitte, Droogte, Wateroverlast en Overstroming. Koersdocument Aa en Maas: Hoge Zandgronden Beekdalen Dorpen en Steden Restrisico.

Hitte, Droogte, Wateroverlast en Overstroming. Koersdocument Aa en Maas: Hoge Zandgronden Beekdalen Dorpen en Steden Restrisico. Hitte, Droogte, Wateroverlast en Overstroming Koersdocument Aa en Maas: Hoge Zandgronden Beekdalen Dorpen en Steden Restrisico Water Ruimte Omgevingswet 2 3 Januari 2019: Huidige grondwaterstanden laag

Nadere informatie

Verklaring van Hoog & Droog

Verklaring van Hoog & Droog Verklaring van Hoog & Droog Aangenomen bij acclamatie op woensdag 6 juni bij Burgers Zoo te Arnhem Over de andere kant van de Delta Verklaring van Hoog & Droog Conclusies en adviezen geformuleerd tijdens

Nadere informatie

Ruimtelijke Adaptatie en Zoetwater Voor watertekort kennisvragen te over? Kennisdag Zoetwater, Utrecht 15mei 2018

Ruimtelijke Adaptatie en Zoetwater Voor watertekort kennisvragen te over? Kennisdag Zoetwater, Utrecht 15mei 2018 Ruimtelijke Adaptatie en Zoetwater Voor watertekort kennisvragen te over? Kennisdag Zoetwater, Utrecht 15mei 2018 Afspraken verdeling van focus DP Ruimtelijke Adaptatie Stedelijk gebied Gemeenten (verbinding

Nadere informatie

Klimaat als kans! 5x ORAS

Klimaat als kans! 5x ORAS Klimaat als kans! 5x ORAS november 2011 In opdracht van Kennis voor Klimaat hebben Rob Bonte, Anne Kamphuis en Harald Blonk, adviseurs van Royal Haskoning SMC, het proces begeleid om te komen tot de ORAS-notities

Nadere informatie

De klimaatbestendige (oude) stad

De klimaatbestendige (oude) stad De klimaatbestendige (oude) stad Peter den Nijs Wareco ingenieurs F3O KANS OP PAALROT Groot deel Nederland Grote verschillen bodemopbouw Grote verschillen in klimaateffect Grote spreiding in risico s 1

Nadere informatie

Overzicht en karakteristieken klimaatrisico s Nederland. Willem Ligtvoet

Overzicht en karakteristieken klimaatrisico s Nederland. Willem Ligtvoet Overzicht en karakteristieken klimaatrisico s Nederland Willem Ligtvoet Kader: Nationale Adaptatiestrategie (begin 2016) Gevraagd: breed overzicht klimaateffecten en aangrijpingspunten voor beleid Aanvulling

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 9 juni 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00466 Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland 2015-2020 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: LEADER

Nadere informatie

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied Meld nu uw bouwproject aan voor het Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied. Daarin bundelen overheden,

Nadere informatie

- Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma - Adaptief deltamanagement

- Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma - Adaptief deltamanagement - Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma - Adaptief deltamanagement Projectendag Kennis voor Klimaat Amersfoort, 7 april 2011 Pieter Bloemen Staf Deltacommissaris 1 Intentieverklaring DC - directie

Nadere informatie

Klimaatbestendige stad

Klimaatbestendige stad Klimaatbestendige stad Nú bouwen aan de stad van de toekomst Deltaprogramma Nieuwbouw & Herstructurering Hoe is het begonnen? Veel onderzoek Nationale adaptatiestrategie Advies van Commissie Veerman Deltaprogramma

Nadere informatie

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad *P DORDRECHT Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT T 14 078 F (078) 770 8080 www.dordrecht.nl Datum 4 december 2012 Begrotingsprogramma

Nadere informatie

Actieprogramma Klimaatbestendige stad 2015/2016

Actieprogramma Klimaatbestendige stad 2015/2016 Actieprogramma Klimaatbestendige stad 2015/2016 Introductie Als gevolg van klimaatverandering krijgt Den Haag te maken met grotere extremen in neerslag, zeespiegelstijging en meer hete zomerse dagen. Dat

Nadere informatie

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland Conferentie Kennis voor Klimaat WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland Vz: Cees Moons Organisatie: Aad Sedee & Aalt Leusink 27 november 2008 Context Adaptatieprogramma

Nadere informatie

Verbinden van Duurzame Steden

Verbinden van Duurzame Steden Verbinden van Duurzame Steden Managen van verwachtingen Jan Klinkenberg, Netwerkmanager VerDuS Startbijeenkomst URD2-projecten 11 oktober 2012 Programma vanmiddag 13.00-13.15 uur Introductie VerDuS 13.15-15.15

Nadere informatie

Hoogheemraadschap van Delfland

Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Beleidskader ten behoeve van adaptatie aan klimaatverandering Beleidsveld: Aard voorstel: 150 Besluitvormend Vergaderdatum: Agendapunt: Kenmerk VV: Aantal bijlagen: 18 december

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Aanpak regie verzilting Noord-Nederland. Titian Oterdoom

Aanpak regie verzilting Noord-Nederland. Titian Oterdoom Aanpak regie verzilting Noord-Nederland Titian Oterdoom Toename verzilting Bodemdaling zeespiegelstijging Grilliger neerslagpatroon met langere perioden van droogte Warmer klimaat meer verdamping gewassen

Nadere informatie

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011 Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland Is het rijk aan zet? 1 Voorstudie PBL (2009) Speerpunten klimaatbestendige ruimtelijke ontwikkeling: 1. Waterveiligheid 2. Zoetwatervoorziening 3. Klimaatbestendige

Nadere informatie

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof Adaptatie is niet nieuw! Effecten klimaatverandering Rotterdam: er is urgentie om te handelen Strategie gericht op functioneren van de stad Bebouwing

Nadere informatie

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland Gastcollege door Sander Brinkman Haagse Hogeschool Climate & Environment 4 september 2008 Introductie Studie Bodem, Water en Atmosfeer, Wageningen Universiteit Beroepsvoorbereidendblok UNFCCC CoP 6, Den

Nadere informatie

De waterbestendige stad

De waterbestendige stad De waterbestendige stad Samenvatting plan van aanpak Zeedijk in 2100 januari 2011 definitief De waterbestendige stad Samenvatting plan van aanpak dossier : BA1963-101-100 versie : 1.0 januari 2011 definitief

Nadere informatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Een goede kwaliteit van de leefomgeving is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat

Nadere informatie

Gevolgen van watertekorten voor stedelijk gebied. Marco Hoogvliet Projectmanager Stedelijk water en bodembeheer. Opdrachtgever: het Deltaprogramma

Gevolgen van watertekorten voor stedelijk gebied. Marco Hoogvliet Projectmanager Stedelijk water en bodembeheer. Opdrachtgever: het Deltaprogramma Gevolgen van watertekorten voor stedelijk gebied Focus op funderingsschade Marco Hoogvliet Projectmanager Stedelijk water en bodembeheer Opdrachtgever: het Deltaprogramma Doel Deltaprogramma Garanderen

Nadere informatie

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Portefeuillehouder: A. van den Berg Vergaderdatum: 2 maart 2010 Agendapunt: Beleidsveld: 150 Kenmerk D&H: 840252 Aard voorstel: Besluitvormend Kenmerk VV: Steller:

Nadere informatie

HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10

HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10 REP HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10 14 december 2018 Wat is REP? Door de huidige forse groei van wonen en werken in de regio Utrecht en nieuwe thematische ruimtevragen als energie

Nadere informatie

Ruimtelijke Adaptatie in de praktijk

Ruimtelijke Adaptatie in de praktijk Ruimtelijke Adaptatie in de praktijk Robert de Graaff (ORG-ID) Tbv breakoutsessie op Deltacongres 6 november 2014 Gebaseerd op presentatie van Frans van de Ven op Festival ruimtelijke adaptatie 9 oktober

Nadere informatie

Ondersteuning van impact door Hogescholen

Ondersteuning van impact door Hogescholen Ondersteuning van impact door Hogescholen Ronald Mooijer 27 juni 2017 Agenda IXA Impact Het belang van netwerken Directe ondersteuning aan onderzoekers driehoek Probleem Stakeholders Product Financiering

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

Onderwerp: Samenwerkingsovereenkomst en incidentele subsidie aan KWR Water BV voor Coastar TKI-project

Onderwerp: Samenwerkingsovereenkomst en incidentele subsidie aan KWR Water BV voor Coastar TKI-project GS-Voorstel Besluitnummer PZH-2017-587783316 (DOS-2017-0004201) Contact L.M. van Os / E.R. de Haan 070-441 68 25 / 7623 lm.van.os@pzh.nl er.de.haan@pzh.nl Behandelend ambtenaar: E.R. de Haan Akkoord Ambtelijk

Nadere informatie

Kennis Platform Water. Samenvatting advies 2012

Kennis Platform Water. Samenvatting advies 2012 Kennis Platform Water Samenvatting advies 2012 Samenvatting advies 2012 Voor u ligt het eerste advies van het kennisplatform water Nieuwe Stijl over strategisch wateronderzoek. Dit (informele) platform

Nadere informatie

Klimaatbestendig NL. Een flexibele adaptieve strategie voor het stedelijk gebied. Ruimteconferentie 19 april 2011 Leendert van Bree

Klimaatbestendig NL. Een flexibele adaptieve strategie voor het stedelijk gebied. Ruimteconferentie 19 april 2011 Leendert van Bree Klimaatbestendig NL Een flexibele adaptieve strategie voor het stedelijk gebied 1 Inhoud Context Klimaateffecten Adaptatieopties Strategie / actoren 2 Context algemeen 3 Context Nederland - een zich aanpassende

Nadere informatie

Hotspot Droog Ruraal Kennis voor Klimaat Bouwstenen voor regionale klimaatadaptatie in hoog Nederland

Hotspot Droog Ruraal Kennis voor Klimaat Bouwstenen voor regionale klimaatadaptatie in hoog Nederland Hotspot Droog Ruraal Kennis voor Klimaat Bouwstenen voor regionale klimaatadaptatie in hoog Nederland Workshop Het Lankheet, 16 mei 2014 Kennis voor Klimaat Overland Hans Bleumink Kennis voor Klimaat Onderzoeksprogramma,

Nadere informatie

Communicatiestrategie 4B Waalblok

Communicatiestrategie 4B Waalblok Communicatiestrategie 4B Waalblok Demonstratieproject meervoudig ruimtegebruik voor waterberging in glastuinbouw project HSHL08 Kennis voor Klimaat datum 16 september 2010 status concept opdrachtgever

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland

Visie op Zuid-Holland Visie op Zuid-Holland Op weg naar de provinciale structuurvisie provincie Zuid Holland Visie op Zuid-Holland - Op weg naar de provinciale structuurvisie Visie op Zuid-Holland Veelzijdig, dynamisch. Zuid-Holland

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 24 mei 2018 Ons kenmerk TLE/U201800375 Lbr. 18/023 Telefoon 073-3738393 Bijlage(n) Factsheet Onderwerp Voortgang Samenwerken aan Water Samenvatting

Nadere informatie

Versneld aan de slag met klimaatadaptatie

Versneld aan de slag met klimaatadaptatie Uitnodiging Versneld aan de slag met klimaatadaptatie Wij ervaren klimaatverandering in Zuid-Nederland als urgent én acuut. Droogte, hitte, hagel of wateroverlast zijn haast aan de orde van de dag. Wij

Nadere informatie

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven Tijd Vanaf 12.00 uur Activiteit Inloop met broodjeslunch 13.00 uur Opening en welkom, mededelingen 13.15

Nadere informatie

kijk wij presenteren u

kijk wij presenteren u wij presenteren u... 22-5-2017 1 Omgevingsvisie Zwolle Een integrale visie BNSP Omgevingstour 18 mei 2017 Saskia Engbers Aanleiding. Jaar van de Ruimte : MANIFEST 2040 7 onvermijdelijke opgaven en 5 principes

Nadere informatie

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Rond het verbinden van water en ruimte zijn al veel stappen gezet. In het kader van de Vernieuwing van het MIRT is door Rijk, provincies en waterschappen

Nadere informatie

INCAH Gebiedsstudie Noord Rotterdam 3e workshop

INCAH Gebiedsstudie Noord Rotterdam 3e workshop INCAH Gebiedsstudie Noord Rotterdam 3e workshop Programma 11 April 09.30 Programma, terugkoppeling, kennismaking 10.00 Presentaties onderzoekers Back up strategie schakelstations (Andrew Bollinger) Kwetsbaarheid

Nadere informatie

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland SMART WATER INLEIDING In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland - nieuw te ontwikkelen) projecten en activiteiten aan worden verbonden en worden KRIMP voor de welvaart

Nadere informatie

NAS Stef Meijs Netwerkdag Ruimtelijke Adaptatie 19 jan 2017

NAS Stef Meijs Netwerkdag Ruimtelijke Adaptatie 19 jan 2017 NAS 2016 Stef Meijs Netwerkdag Ruimtelijke Adaptatie 19 jan 2017 Het verhaal van de NAS Voorgeschiedenis Trends en bollenschema s Focus op urgente risico s Vervolg: proces en acties 2 Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

Adviescommissies VA & EV MRDH

Adviescommissies VA & EV MRDH ANALYSE- & OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT ONDERZOEK BEREIKBAARHEID ROTTERDAM DEN HAAG Adviescommissies VA & EV MRDH 12 april 2017 Investeringsstrategie MRDH RIJK -> MIRT: Samenhang strategische trajecten

Nadere informatie

Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK) Kwartiermakersteam NKWK:

Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK) Kwartiermakersteam NKWK: Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK) Kwartiermakersteam NKWK: Roeland Allewijn (RWS/WVL) Jos van Alphen (staf Deltacommissaris) Pieter van Berkum/Cornelis Israël/Nienke Siekerman

Nadere informatie

Medegebruik van dijk(zones):

Medegebruik van dijk(zones): Medegebruik van dijk(zones): vanwege ruimtegebrek en voor draagvlak Dijken voor de Toekomst Studiedag STOWA en Kennis voor Klimaat Jantsje M. van Loon-Steensma 24 november 2011 Centrum Water & Klimaat;

Nadere informatie

MKBA Rotterdamse Klimaatadaptatie Strategie. Rotterdam, november 2012

MKBA Rotterdamse Klimaatadaptatie Strategie. Rotterdam, november 2012 MKBA Rotterdamse Klimaatadaptatie Strategie Rotterdam, november 2012 Overzicht Page 2 1. Projectbeschrijving 2. Analyse 3. Afwegingskader Page 3 1. Projectbeschrijving Rotterdamse Adaptatie Strategie (RAS)

Nadere informatie

Gebied Kwistbeek 2. Welkom op deze startbijeenkomst

Gebied Kwistbeek 2. Welkom op deze startbijeenkomst Gebied Kwistbeek 1 Dorpsoverleg Baarlo Dörperoverleg Waterschap Limburg Gemeente Peel en Maas Alle betrokkenen in het gebied Welkom op deze startbijeenkomst Gebied Kwistbeek 2 Welkom Bedoeling van de avond

Nadere informatie

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden, Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant Geachte bestuursleden, De decentrale overheden (gemeenten, waterschappen en provincies) werken vanaf het najaar 2018 in 30 regio s aan

Nadere informatie

Ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte ONS KENMERK / ONDERWERP 967644 / SVIR De Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw M.H. Schultz van Haegen Centrum Publieksparticipatie Ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Postbus 30316

Nadere informatie

Rotterdam Stadshavens

Rotterdam Stadshavens Rotterdam Stadshavens Nota Ruimte budget 31 miljoen euro Planoppervlak 1000 hectare (1600 hectare inclusief wateroppervlak) Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer 1. Inleiding Zoetermeer wil zich de komende jaren ontwikkelen tot een top tien gemeente qua duurzaam leefmilieu. In het programma duurzaam Zoetermeer

Nadere informatie

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta BZW Bijeenkomst Middelburg, 4 april 2017 Inhoudsopgave 1. Campus Zeeland 2. Bèta College 3. Kennis & Innovatie Netwerken

Nadere informatie

Inhoud. 1. Achtergrond en aanleiding (MER en TICD) 2. Opgave en oplossingen water en groen. 3. Proces en methode. 4. Uitvoering

Inhoud. 1. Achtergrond en aanleiding (MER en TICD) 2. Opgave en oplossingen water en groen. 3. Proces en methode. 4. Uitvoering Inhoud 1. Achtergrond en aanleiding (MER en TICD) 2. Opgave en oplossingen water en groen 3. Proces en methode 4. Uitvoering 5. Afsluiting en conclusie 1. Achtergrond Hart van TICD Ontwikkelingen tbv versterken

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie Wateroverlast Wateroverlast is waarschijnlijk het meest zichtbare probleem. Steeds vaker staan winkels en kelders vol

Nadere informatie

Meerjarenprogramma Ambitiedocument 2016-2020

Meerjarenprogramma Ambitiedocument 2016-2020 Meerjarenprogramma Ambitiedocument 2016-2020 Agribusiness Economie & Logistiek Recreatie & Toerisme maandag 15 juni 2015, bijeenkomst voor raadsleden Naar een nieuw Programma Jaar 2011-2014 2015 2015 2015

Nadere informatie

Kwaliteit van het Openbaar Groen. Onderzoeksplan

Kwaliteit van het Openbaar Groen. Onderzoeksplan Kwaliteit van het Openbaar Groen Onderzoeksplan Rekenkamercommissie Haarlem Postbus 511 2003 PB Haarlem 023-511 30 38 https://gemeentebestuur.haarlem.nl/informatie-over/rekenkamercommissie/ rekenkamercommissie@haarlem.nl

Nadere informatie

Eindrapport Clustervoorstel kleine kennisvragen

Eindrapport Clustervoorstel kleine kennisvragen Eindrapport Clustervoorstel kleine kennisvragen KvK rapportnummer KvK 117/2014 Copyright 2014 Nationaal Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat (KvK). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Proeftuin DigiShape. Science Fiction or Science Vision? NKWK Conferentie, 14 mei 2019

Proeftuin DigiShape. Science Fiction or Science Vision? NKWK Conferentie, 14 mei 2019 Proeftuin DigiShape Science Fiction or Science Vision? NKWK Conferentie, 14 mei 2019 Programma 13:30 - Introductie DigiShape 14:00 - Rondleiding Deltagoot 14:45 - Demonstraties ID-Lab 15:30 - Naar Lijm&Cultuur

Nadere informatie

Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering

Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering Ervaringen uit de projecten GO-FRESH en Waterhouderij Programma: 1. Presentatie Walter Jonkers (provincie Zeeland) 2. Filmpjes uit het veld: proeven

Nadere informatie

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Vervolg en gebiedsproces WBP 5 Vervolg en gebiedsproces WBP 5 1 Inleiding Het WBP5 strategisch deel ligt voor. Hiermee is het WBP 5 niet af, maar staat het aan het begin van het gebiedsproces en het interne proces om tot een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Verkenning Bodemdaling

Verkenning Bodemdaling Verkenning Bodemdaling Versterking bestaande aanpak Foto: G. Boerekamp Aanpak De verkenning is uitgevoerd door Tommy Bolleboom (RWS/Bodem+) i.s.m. Niels Kinneging (RWS), Gilles Erkens (Deltares) en Michiel

Nadere informatie