Armoedemonitor Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Armoedemonitor Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht"

Transcriptie

1 Armoedemonitor 2010 Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht Maart 2011

2 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Sector Bestuurs- en Concernzaken Gemeente Utrecht Postbus CE Utrecht in opdracht van Afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeente Utrecht internet rapportage Geisje Hoetjes Marian Mazurkiewicz Hanneke Polman Robin Tromp Rob Paridaen Roy Leung-Lo-Hing informatie Geisje Hoetjes foto omslag Sietse Brouwer drukwerk De Groot, Goudriaan bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: Bestuursinformatie, gemeente Utrecht Maart 2011

3 Samenvatting Bijna een op de elf Utrechters (8,5%) leeft in 2008 op of rond de armoedegrens. Op basis van een raming blijkt dat dit aantal in 2009 toeneemt van naar Utrechtse huishoudens. Ruim een derde van de arme huishoudens heeft een inkomen uit arbeid (36%), een relatief groot deel arme huishoudens leeft van een uitkering (32%). De kans op armoede is in Utrecht (9%) lager dan in Amsterdam (15%), Rotterdam (15%) en Den Haag (13%). Naar schatting groeit tussen de 6% en 8% van de Utrechtse kinderen op in een gezin met lage welvaart. Ruim 6% van de Utrechtse kinderen in de basisschoolleeftijd groeit op in een bijstandshuishouden, dit gaat op 1 januari 2010 om kinderen. De gemeente Utrecht heeft diverse regelingen om mensen met een laag inkomen financieel tegemoet te komen. Het bereik van de meeste regelingen is hoog. Ongeveer 16% van de Utrechtse huishoudens maakt gebruik van één of meerdere financiële regelingen. Uit doorrekening van de Utrechtse financiële regelingen voor arme huishoudens door het Nibud blijkt dat de bestedingsruimte van de meeste huishoudens in 2009 is verslechterd ten opzichte van Door aanpassing van landelijke regelingen is in een aantal situaties ook weer sprake van een armoedeval, welke voorheen vrijwel was verdwenen. Ruim Utrechters maken gebruik van schuldhulpverlening of andere financiële hulp bij Schuldhulpverlening SoZaWe en Stadsgeldbeheer. Een op de elf Utrechters leeft rond armoedegrens In 2008 leven Utrechters van een inkomen rond het sociaal minimum (8,5%). In 2007 waren dit er nog Door de crisis zet deze eerdere daling, in 2009 niet door. Op basis van een raming schatten we dat in 2009 ongeveer Utrechters van een minimum moeten rondkomen (9,2%), vrijwel net zoveel als in Landelijk is ook sprake van een toename van de armoede in 2009, daarnaast rapporteert het Sociaal Cultureel Planbureau een toename van het aantal kinderen dat opgroeit in arme gezinnen. Dit laatste zien we in Utrecht vooralsnog niet terug. Arme Utrechters vooral alleenstaanden, hoger risico op armoede bij eenoudergezinnen Het grootste deel van de Utrechtse huishoudens die leven rond de armoedegrens, bestaat uit alleenstaanden: van de huishoudens zijn eenpersoonshuishoudens (62%). Nog eens 16% bestaat uit eenoudergezinnen en 10% uit paren zonder kinderen. In vergelijking tot de andere groepen zijn eenoudergezinnen relatief vaak arm. Gemiddeld loopt zo'n 9% van de Utrechtse huishoudens kans op armoede. Van de eenoudergezinnen is dit met 23% flink hoger. Ook

4 eenpersoonshuishoudens zijn met een aandeel van 13% dat rond het minimum leeft, vaker arm dan gemiddeld. Niet alle Utrechters met een minimum inkomen, leven van een uitkering. Ruim een derde (36%) van de Utrechtse huishoudens dat leeft van een minimum inkomen, heeft een inkomen uit arbeid. Utrechtse minima huishoudens wonen relatief vaker in de wijken Overvecht (14,2%) en Noordwest (12,0%). Figuur Aandeel huishoudens op wettelijk sociaal minimum per wijk, 2008 Minder dan gemiddeld gemiddeld Meer dan gemiddeld Overvecht 14,2 Noordwest West 12,0 Noordoost 4,8 Leidsche Rijn 7,2 4,3 9,9 3,8 Binnenstad 7,8 Vleuten-De Meern 10,8 Zuidwes t 8,5 Zuid Oost Bron: CBS/RIO 2010 Tussen de 6% en 8% van de Utrechtse kinderen groeit op in een arm gezin Ruim 6% van de Utrechtse kinderen tot 12 jaar groeit op in een bijstandshuishouden, het gaat op 1 januari 2010 om kinderen. In 2009 waren dit kinderen. De landelijke toename van kinderen die opgroeien in arme gezinnen, zien we in Utrecht (nog) niet. Uit de Jeugdmonitor van de GG&GD (2009 en 2010) blijkt dat zo'n 8% van de basisschoolkinderen en eveneens zo'n 8% van de middelbare scholieren opgroeit in een gezin met een lage welvaart (gezinnen met een lage welvaart hebben minder vaak een auto, minder computers in huis, kinderen hebben minder vaak een eigen kamer en deze gezinnen gaan minder vaak of niet op vakantie). Ook blijkt dat kinderen uit gezinnen met een lage welvaart nog altijd minder sporten en bewegen dan kinderen uit gezinnen met een hoge welvaart. De gemeente Utrecht heeft verschillende regelingen om deelname aan sport en (school)activiteiten van kinderen uit arme gezinnen te ondersteunen. Het aantal huishoudens met kinderen dat gebruik maakt van deze regelingen is toegenomen. In uiterste nood kunnen gezinnen terecht bij voedselbanken voor hun basisbehoeften. Tussen 2008 en 2009 is het aantal voedselbanken toegenomen en het aantal gebruikers van de voedselbank bijna verdubbeld. Dit geldt ook voor het aantal kinderen onder hen.

5 Kans op armoede in Utrecht kleinst van de G4 De kans op armoede in Utrecht is net als in voorgaande jaren lager dan in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Landelijk leeft gemiddeld 8% van de Nederlanders van een inkomen rond het wettelijk sociaal minimum. In de grote steden is dit aandeel hoger. Ruim een kwart van alle arme Nederlanders woont in een van de vier grootste steden. Het aandeel in Utrecht ligt met zo'n 9% wel een stuk lager dan in Amsterdam (15%), Rotterdam (15%) en Den Haag (13%). Factoren die hierbij meespelen zijn het relatief hoge aandeel hoger opgeleiden in Utrecht, de relatief jonge bevolking en het relatief lage aandeel niet-westerse allochtonen in Utrecht in vergelijking met de andere steden. Een op de drie Utrechters met minimum inkomen kan slecht rondkomen Via de jaarlijkse Inwonersenquête van de gemeente Utrecht, is Utrechters gevraagd in welke mate zij kunnen rondkomen van hun inkomen. Gemiddeld geeft 6% van de Utrechters aan slecht te kunnen rondkomen van hun inkomen. Van de Utrechters met een inkomen op of rond het wettelijk sociaal minimum is dit aandeel met 30% een stuk hoger. Daarentegen kan bijna een kwart (24%) van de Utrechters met een minimum inkomen goed rondkomen. Mogelijk hebben deze Utrechters nog de beschikking tot reserves. Utrechters met een minimum inkomen uit een bijstandsuitkering hebben het meest moeite om rond te komen, 44% kan slecht rondkomen. Figuur Aandeel huishoudens met een of meerdere armoederegelingen van de gemeente Utrecht naar wijk, 2009 Minder dan gemiddeld gemiddeld Meer dan gemiddeld Overvecht 33,3 Noordwest West 19,3 Noordoost 8,4 Leidsche Rijn 8,4 9,6 13,6 8,9 Binnenstad 7,7 Oost Vleuten-De Meern 22,3 Zuidwest 17,2 Zuid Bron: Armoedebestand 2010

6 Bereik financiële regelingen blijft hoog De gemeente Utrecht biedt verschillende financiële regelingen om mensen met een laag inkomen (afhankelijk van de regeling tot maximaal 125% van het wettelijk sociaal minimum) te ondersteunen, zodat alle Utrechters de kans krijgen om mee te doen in de samenleving. Om dit te realiseren is het van belang zoveel mogelijk huishoudens in de doelgroep te bereiken. Het bereik van de verschillende regelingen is net als voorgaande jaren onverminderd hoog. Een enkele uitzondering daargelaten, ligt het bereik tussen de 76% en bijna 100% (reserveringstoeslag 65+). Veel gebruikte regelingen als de U-pas (95%), huurtoeslag (89%) en kwijtschelding gemeente belasting (93%) hebben een steeds groter bereik. Het bereik van de collectieve ziektekosten verzekering is van de meest gebruikte regelingen het laagst (57%), een groot deel van de doelgroep maakt er geen gebruik van. Absoluut gezien heeft de collectieve ziektekostenverzekering na de huurtoeslag en de U-pas wel de meest gebruikers. Gemiddeld maakt 16% van de Utrechters gebruik van een of meer financiële regelingen. In de wijk Overvecht is het gebruik het hoogst. Ondanks regelingen neemt bestedingsruimte af en is armoedeval terug Uit de Minima Effectrapportage (MER) van het Nibud waarin zij de regelingen van de gemeente Utrecht doorrekent voor verschillende huishoudentypen, blijkt dat de meeste huishoudens in 2009 erop achteruit zijn gegaan ten opzichte van Ook zien we in de berekeningen in veel gevallen weer een armoedeval. Een armoedeval betekent dat een huishouden ondanks een hoger inkomen, netto minder overhoud vanwege het vervallen van regelingen. Was enkele jaren geleden de armoedeval vrijwel verdwenen, nu zien we, als we kijken naar de bestedingsruimte bij een inkomen tot 120% van het minimum weer in twee situaties een armoedeval: echtparen jonger dan 65 jaar met inkomen dat stijgt van 100% naar 110% minimum echtparen met kinderen met inkomen dat stijgt van 100% naar 110% minimum Zowel de verslechtering van de vrije bestedingsruimte, als het optreden van de armoedeval is het effect van landelijke wijzigingen in regelingen. Een eenoudergezin met jonge kinderen profiteert het meest van de Utrechtse regelingen, echtparen met oudere kinderen en echtparen met meer dan vier kinderen profiteren het minst. Dit komt omdat oudere kinderen hogere kosten met zich meebrengen. Ruim Utrechters met schulden maken gebruik van schuldhulpverlening Bij Schuldhulpverlening van SoZaWe en Stadsgeldbeheer zijn gezamenlijk ruim Utrechters in beeld die een schuldhulpverleningstraject doorlopen of op een andere manier financieel worden bijgestaan. In 2009 zien we een afname van het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening bij SoZaWe. Het aantal lopende trajecten bij SoZaWe is wel toegenomen in Stadsgeldbeheer en de maatschappelijke organisaties zien een toename van het aantal cliënten met een schuldenproblematiek.

7 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 9 1 Armoede in Utrecht 11 2 Bereik financiële regelingen 23 3 Gecombineerd gebruik financiële regelingen 35 4 Effecten van het minimabeleid in Utrecht 40 5 Utrechtse kinderen in armoede 45 6 Schuldhulpverlening 51 Bijlagen 58

8

9 Inleiding Voor u ligt de zesde Armoedemonitor van Utrecht. Het jaar 2010 is door de Europese Commissie uitgeroepen tot Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Utrecht was een van de trekkers van de landelijke Stedenestafette. Via de Stedenestafette hebben 23 gemeenten via manifestaties en bekendheid voor lokale initiatieven, de problemen die gepaard gaan met armoede en sociale uitsluiting onder de aandacht gebracht. Het College van Burgemeester en Wethouders van Utrecht zet onder meer in op het vergroten van het bereik van de armoedecompenserende regelingen. De gemeente Utrecht probeert een ruimhartig Armoedebeleid te voeren. Met behulp van extra regelingen (zoals de U-pas, kwijtschelding van belastingen, bijzondere bijstand, schuldhulpverlening) wordt aan huishoudens die nauwelijks rond kunnen komen van een bijstandsuitkering of een vergelijkbaar laag inkomen meer financiële ruimte geboden. Het nieuwe College geeft in haar Collegeprogramma aan dat het bestaande armoedebeleid wordt voortgezet zodat iedereen de kans krijgt om deel te nemen aan de samenleving. De Armoedemonitor wordt gemaakt om de armoede en armoedebestrijding te monitoren. De armoedemonitor geeft een beschrijving van het aantal huishoudens dat in armoede leeft en besteedt aandacht aan het gebruik, het bereik en het effect van de financiële regelingen voor minima. Hierbij kijken we naar de ontwikkelingen in het gebruik van regelingen en verschillen in gebruik tussen regelingen. In de monitor besteden we apart aandacht aan kinderen in armoede en schuldhulpverlening. Leeswijzer In het eerste hoofdstuk is in kaart gebracht hoeveel Utrechters in armoede leven, de ontwikkeling hiervan in de afgelopen jaren, de situatie in Utrecht ten opzichte van andere steden en Nederland gemiddeld, de verdeling tussen de wijken en de achtergrondkenmerken van de huishoudens die kans hebben op armoede. In hoofdstuk twee presenteren we het gebruik en het bereik van financiële regelingen voor minima. We bieden daarbij zoveel mogelijk informatie over de huishoudens die van regelingen gebruik maken. In hoofdstuk drie gaan we vervolgens in op het gecombineerd gebruik van de verschillende armoederegelingen. Hoofdstuk vier rapporteert over de effectiviteit van het Utrechtse minimabeleid aan de hand van de minima-effectrapportage (MER) van het Nibud. In hoofdstuk vijf en zes gaan we respectievelijk in op de regelingen voor kinderen die in huishoudens met een laag inkomen opgroeien en schuldhulpverlening in Utrecht.

10

11 1 Armoede in Utrecht In 2008 leeft 9% van de Utrechters van een inkomen op of rond het sociaal minimum. Op basis van een raming schatten we dat in 2009 ook bijna een op de tien Utrechtse huishoudens leeft op of rond de armoedegrens (9%). Het grootste deel van de arme huishoudens bestaat uit alleenstaanden, echter de kans op armoede is relatief groot onder eenoudergezinnen. Ook allochtone Utrechters hebben grotere kans op armoede. Ruim 6% van de Utrechtse kinderen tot 12 jaar groeit op in een bijstandshuishouden, het gaat op 1 januari 2010 om kinderen. Ruim een derde van de arme huishoudens heeft inkomsten uit een betaalde baan (36%), een relatief groot deel arme huishoudens leeft van een uitkering (32%). De kans op armoede is in Utrecht (9%) lager dan in Amsterdam (15%), Rotterdam (15%) en Den Haag (13%). Bijna een op de drie Utrechters die leven van een inkomen op of rond het sociaal minimum geeft aan moeite te hebben om rond te komen (30%). Voor alle Utrechters geldt dat gemiddeld een op de zestien (6%) aangeeft slecht te kunnen rondkomen. 1.1 Inleiding Dit hoofdstuk schets een beeld van armoede in Utrecht en de ontwikkelingen daarin. Vervolgens gaan we in op de samenstelling en achtergronden van huishoudens die rond de armoedegrens leven en huishoudens in Utrecht die een bijstandsuitkering ontvangen. Kans op armoede Armoede is niet eenduidig te definiëren, om praktische redenen beperken we ons in deze monitor daarom tot financiële armoede. Financiële armoede kunnen we definiëren als het over onvoldoende middelen beschikken voor een bepaald minimaal consumptieniveau (Sociaal Cultureel Planbureau 2010). We stellen vast of het inkomen onder of boven een bepaalde grens ligt. Hierbij moeten we ons realiseren dat we hiermee bepalen dat deze huishoudens een zeker risico lopen op armoede (SCP 2010). Het kan zo zijn dat huishoudens spaargeld achter de hand hebben. De duur van armoede is daarom ook een belangrijke indicator, hoe langer de armoede duurt, hoe groter de kans dat reserves ook uitgeput raken. In deze monitor gebruiken we twee veelgebruikte armoedegrenzen: het wettelijk sociaal minimum en laag inkomen. Het wettelijk sociaal minimum is een beleidsmatig vastgestelde grens. Aan deze grens is onder andere het bijstandsniveau gekoppeld. Als we het hebben over het wettelijk sociaal minimum, hebben we het over huishoudens met een inkomen op bijstandsniveau. Naast het wettelijk sociaal minimum rapporteren we ook over de lage inkomensgrens. De lage inkomens grens is afgeleid van het bijstandsniveau van een alleenstaande in 1979 en is alleen voor de prijsontwikkeling geïndexeerd. In tabel 1.1 staat de grenzen van beide definities voor de verschillende huishoudentypen. 11

12 Tabel 1.1 Bedragen laag inkomen, wettelijk sociaal minimum/bijstand naar huishoudentypen (netto maandbedrag) Wettelijk sociaal Laag inkomen minimum/bijstandsniveau* alleenstaande <65 jaar alleenstaande paar zonder kind <65 jaar paar zonder kind paar met 1 kind paar met 2 kinderen eenoudergezin met 1 kind eenoudergezin met 2 kinderen Bron: CBS/Armoedesignalement SCP 2010 * het betreft 101% van het sociaal minimum, zodat huishoudens die alleen van bijstand of AOW rondkomen, ongeacht het recht op toeslagen of niet, tot de risicogroep voor armoede worden gerekend. 1.2 Landelijk beeld In deze paragraaf geven we een beeld van de landelijke ontwikkelingen op basis van het Armoedesignalement 2010 van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Later in dit hoofdstuk vergelijken we dit met de Utrechtse situatie. Landelijke toename armoede en meer arme kinderen in 2009 Volgens het Armoedesignalement 2010 (SCP) blijkt dat in 2009 de armoede in Nederland is toegenomen. Leefde in 2008 nog 7,5% van de Nederlanders onder de lage inkomensgrens, in 2009 is dit 7,7%. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat in % van de Nederlandse huishoudens leeft van een inkomen op of rond het wettelijke sociaal minimum. Was in 2008 landelijk nog sprake van een stabilisering van de armoede, in 2009 werd het aandeel arme huishoudens en personen groter. Ook de groep langdurig armen groeide. Sinds 2000 was ook sprake van een afname van het aantal kinderen dat opgroeide in een huishouden onder de armoedegrens, echter in 2009 is voor het eerst weer sprake van een toename. De kans op armoede bij werkenden (de zogenaamde werkende armen) bleef de afgelopen tien jaar vrij stabiel. Ongeveer 3% van de werknemers in loondienst en 12% van de zelfstandigen loopt risico op armoede. Omdat de arbeidsparticipatie de afgelopen jaren is gestegen, gaat het absoluut gezien wel om meer mensen en maken zij daarmee een groter deel uit van de totale groep armen. Eenoudergezinnen, alleenstaanden en bijstandsontvangers hoger risico op armoede Uit hetzelfde Armoedesignalement komt ook naar voren dat eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen, bijstandsontvangers en alleenstaanden onder de 65 jaar een grotere kans lopen op armoede. Gemiddeld liep 7% van de Nederlandse huishoudens risico op armoede. Volgens dezelfde definitie leeft in 2009 gemiddeld 28% van de eenoudergezinnen, 58% van de bijstandshuishoudens en 17% van de alleenstaanden onder de 65 van een inkomen op of rond het 12 Armoedemonitor 2010

13 minimum. Mensen van Oost-Europese herkomst en niet-westerse allochtonen lopen een hoger risico op armoede dan gemiddeld (SCP 2010). 1.3 Ontwikkeling armoede in Utrecht In onderstaande tabel staan de aantallen huishoudens in Utrecht met kans op armoede tussen 2007 en Tabel 1.2 Huishoudens met inkomen op laag inkomen, het wettelijk sociaal minimum en bijstand Laag inkomen Wettelijk sociaal minimum * Bijstand Bron: CBS/RIO 2008, CBS/Statline 2008, Bijstand huishoudenbestand 2010, *raming Bestuursinformatie Om een beeld te geven van de ontwikkeling van armoede in Utrecht gebruiken we een drietal indicatoren: laag inkomen, het wettelijk sociaal minimum en de bijstand. De gegevens over laag inkomen en het wettelijk sociaal minimum komen uit de Regionale Inkomensstatistiek (RIO) van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). De meest recente gegevens die hieruit voor Utrecht beschikbaar zijn, zijn van Landelijk zijn wel voorlopige cijfers voor 2009 beschikbaar over het aantal huishoudens dat leeft op of rond het wettelijk sociaal minimum. Op basis van deze landelijke ontwikkelingen en Utrechtse bijstandscijfers hebben we een raming gemaakt voor de Utrechtse situatie in Naast het aantal huishoudens dat leeft van een inkomen op bijstandsniveau (het wettelijke sociaal minimum), kijken we ook naar het aantal huishoudens dat werkelijk van een bijstandsuitkering leeft. De cijfers over het aantal bijstandshuishoudens in deze monitor gaan over 1 januari Na een daling in voorgaande jaren, neemt in 2009 de armoede in Utrecht toe In 2008 zijn er Utrechters die leven van een inkomen rond het wettelijk sociaal minimum (WSM). Vanaf 2006 is sprake van een dalende trend van de armoede in Utrecht. Er zijn nog geen recentere Utrechtse cijfers beschikbaar waarin de effecten van de crisis zichtbaar zijn. Op basis van een raming die we hebben gemaakt aan de hand van voorlopige landelijke cijfers voor 2009 en recente Utrechtse cijfers over de ontwikkeling van het aantal bijstandshuishoudens, schatten we dat de armoede in 2009 in Utrecht zal toenemen tot huishoudens die leven rond het wettelijk sociaal minimum. Dit is bijna een op de tien (9%) Utrechtse huishoudens. 13

14 Figuur 1 Aantallen huishoudens met kans op armoede in Utrecht, laag inkomen WSM bijstand bijstand <65 jaar Bron: CBS/RIO 2010, Bestuursinformatie: bijstand huishoudens stand per 1 januari Raming aantal Utrechtse huishoudens op WSM in 2009 Het aantal bijstandshuishoudens in Utrecht is tussen 1 januari 2009 en 1 januari 2010 toegenomen met 650 (+9%). Uit voorlopige landelijke cijfers (CBS) over 2009, blijkt dat het aandeel huishoudens met een laag inkomen in 2009 is toegenomen van 7,5% naar 7,7% en het aandeel huishoudens dat leeft van een inkomen op of rond het wettelijk sociaal minimum (WSM) van 6,4% in 2008 naar 7,0% in 2009 (+9%) (SCP 2010). Ervan uitgaand dat het aantal huishoudens op wettelijk sociaal minimum een gelijke trend vertoond als het aantal bijstandshuishoudens en dat de Utrechtse armoede minstens toeneemt met het landelijk gemiddelde percentage, is ook in Utrecht sprake van een toename met 9%. Dit komt neer op huishoudens die leven op WSM in Utrecht in Armoedemonitor 2010

15 Tabel 1.3 Aandeel en aantal huishoudens met laag inkomen en WSM Utrecht, G4 en Nederland Laag inkomen Wettelijk Sociaal Minimum Aantal Aantal 2008 Utrecht Amsterdam Rotterdam Den Haag Nederland Bron: CBS/RIO 2005 en 2008 Kans op armoede in Utrecht blijft lager dan in de drie andere grote steden Van de vier grote steden is in Utrecht het aandeel huishoudens met een laag inkomen nog altijd het laagst. Landelijk heeft in % van alle huishoudens een laag inkomen en leeft gemiddeld 8% van de huishoudens van een inkomen rond het sociaal minimum. In Utrecht ligt voor beide grenzen het aandeel iets boven gemiddeld (zie tabel 1.3). De kans op armoede is in de drie andere grote steden een stuk hoger dan in Utrecht. In vergelijking met de andere drie grote steden komt de situatie in Utrecht meer richting het landelijk gemiddelde dan op het niveau van de andere grote steden. Factoren die van invloed zijn op de lagere kans op armoede in Utrecht zijn het hoge aandeel hoger opgeleiden in de bevolking, de relatief jonge bevolking en het in vergelijking met de andere grote steden lagere aandeel niet-westerse allochtonen. 1.4 Omvang armoede in Utrecht Om een beeld te schetsen van de omvang van armoede in Utrecht maken we gebruik van het wettelijk sociaal minimum als armoedegrens. Een aantal Utrechtse armoederegelingen gaat ook uit van deze grens. In deze paragraaf schetsen we de omvang en de achtergronden van Utrechtse huishoudens die leven op of rond het sociaal minimum. 9% arme huishoudens, meeste van deze huishoudens zijn alleenstaand Zoals we hierboven aangaven leeft 9% van de Utrechtse huishoudens van een inkomen op of rond het sociaal minimum. Dit betreffen huishoudens in 2008 en een geraamde huishoudens in In 2008 bestond het grootste deel van de Utrechtse huishoudens die op bijstandsniveau leven uit alleenstaanden: huishoudens (62%). In 16% van de gevallen ging het om eenoudergezinnen, in 10% om een paar zonder kinderen en bij 9% om een paar met kind(eren) (zie figuur 2). 15

16 Figuur 2 Huishoudens rond het wettelijk sociaal minimum naar huishoudensamenstelling, 2008 alleenstaand eenoudergezin paar zonder kinderen paar met kinderen overig huishouden 9% 3 % 10% 16% 62% Bron: CBS/RIO 2010 Ruim een derde van de huishoudens op WSM heeft inkomen uit arbeid Lang niet alle huishoudens die leven op of rond het wettelijk sociaal minimum, leeft van een bijstandsuitkering. Ruim een derde (36%) van de huishoudens met een inkomen op of rond het sociaal minimum heeft een inkomen uit arbeid. Een bijna even groot deel ontvangt een werkloosheids/bijstand- (32%) of arbeidsongeschiktheidsuitkering (7%). In iets minder dan een kwart van de huishoudens op of rond het sociaal minimum gaat het om huishoudens met een pensioenuitkering (23%). 16 Armoedemonitor 2010

17 Overvecht en Noordwest hoogste aandeel huishoudens op WSM In de wijken Overvecht (14,2%) en Noordwest (12,0%) wonen relatief veel huishoudens die leven van een inkomen op of rond het wettelijk sociaal minimum. In Vleuten-De Meern, Leidsche Rijn en Noordoost is het aandeel huishoudens op sociaal minimum het laagst. Figuur 3 Aandeel huishoudens op wettelijk sociaal minimum per wijk, ,8-7,4 7,4-10,9 10,9-14,5 Overvecht 14,2 Noordwest West 12,0 Noordoost 4,8 Leidsche Rijn 7,2 4,3 9,9 3,8 Binnenstad 7,8 Vleuten-De Meern 10,8 Zuidwes t 8,5 Zuid Oost Bron: CBS/RIO 2010 Bijna een kwart van de eenoudergezinnen heeft inkomen rond WSM Hoewel absoluut gezien het grootste deel van de arme Utrechters uit alleenstaanden bestaat, is de kans op armoede het grootst voor alleenstaande ouders. Van de eenoudergezinnen in Utrecht leeft 23% rond het wettelijk sociaal minimum, bij de eenpersoonshuishoudens (alleenstaanden) is dit 13%. Van de paren zonder kinderen leeft 3% en van de paren met kinderen 4% van een inkomen op of rond het wettelijk sociaal minimum (zie tabel 1.4). Wat betreft de verdeling hierin lijkt Utrecht meer op het Nederlandse gemiddelde dan op de andere drie grote steden. Waarschijnlijk komt dit door het lagere aandeel allochtonen en het hogere aandeel hoger opgeleide eenpersoonshuishoudens in Utrecht in vergelijking met de andere grote steden. 17

18 Tabel 1.4 Aandeel huishoudens onder of rond het sociaal minimum (105%) in de G4, 2008 Utrecht Amsterdam Rotterdam Den Haag Nederland Totaal particuliere huishoudens 9% 15% 15% 13% 8% Eenpersoonshuishouden 13% 20% 21% 18% 14% Paar zonder kinderen 3% 6% 6% 5% 3% Paar met kinderen 4% 7% 7% 5% 3% Eenoudergezin 23% 26% 30% 27% 22% Bron: CBS/RIO 2010 Uit landelijk onderzoek (SCP 2010) blijkt dat eenoudergezinnen, allochtonen en mensen met een uitkering een grotere kans op armoede hebben. Ook in Utrecht is dit het geval: allochtone Utrechters (16%) en Utrechters met een uitkering (39%) leven vaker van een inkomen op of rond het wettelijk sociaal minimum dan gemiddeld (9%). 1.5 Huishoudens in de bijstand In deze paragraaf beschrijven we dat deel van de arme Utrechtse huishoudens dat een bijstandsuitkering ontvangt. We gebruiken daarvoor de bijstandsgegevens van 1 januari Bijna 5% van Utrechtse huishoudens leeft van bijstand Op 1 januari 2010 leeft 4,9% van alle Utrechtse huishoudens van een bijstandsuitkering. Kijken we alleen naar de huishoudens onder de pensioensgerechtigde leeftijd (<65 jaar) dan gaat het om 4,8% van alle Utrechtse huishoudens. Vergelijken we dit met het hierboven geraamde aandeel Utrechtse huishoudens dat leeft van een inkomen op of rond het wettelijk sociaal minimum (bijstandsniveau), dan is er naast de bijstandsontvangers dus nog een aanzienlijk deel dat leeft op WSM niveau met inkomsten uit een andere uitkering of uit arbeid (zie ook paragraaf 1.4). Aantal huishoudens in bijstand gestegen Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering is in 2009 gestegen van huishoudens op 1 januari 2009 tot op 1 januari 2010 (+9%). Hiermee is het aantal Utrechtse huishoudens, dat rondkomt van een bijstandsuitkering weer terug op het niveau van 1 januari Het aantal huishoudens dat langdurig in de bijstand zit is nog altijd lager dan een aantal jaren geleden. Begin 2010 zaten huishoudens langer dan drie jaar in de bijstand en langer dan vijf jaar. Dit is vrijwel net zoveel als in Het aandeel huishoudens met langdurig bijstand werd de afgelopen jaren naar verhouding steeds groter, omdat het totale aantal bijstandshuishoudens sterker daalde. Door de toename van het aantal bijstandshuishoudens in 2009 zien we dat het aandeel langdurige bijstandshuishoudens weer iets afneemt. Dit komt vooral door de instroom van nieuwe bijstandshuishoudens in 2009 en niet zozeer doordat langdurige bijstandontvangers uit de bijstand zijn gekomen. Op 1 januari 2010 zit 59% van alle bijstandshuishoudens meer dan 3 jaar in de bijstand, in 2009 was dat nog 64% van alle bijstandshuishoudens (zie tabel 1.4). 18 Armoedemonitor 2010

19 Tabel 1.5 Ontwikkeling bijstand, Absolute aantallen huishoudens met bijstand incl huishoudens met bijstand jonger dan 65 jaar langer dan 3 jaar bijstand (jonger dan 65 jaar) langer dan 5 jaar bijstandsuitkering (jonger dan 65 jaar) aantal bijstandshuishoudens met kinderen (max. 12 jaar) aantal kinderen (t/m 12) opgroeiend in een bijstandshuishouden * aantal bijstandshuishoudens met kinderen (max. 16 jaar) aantal kinderen (t/m 16) opgroeiend in een bijstandshuishouden * In procenten huishoudens met bijstand incl ,4% 5,9% 5,1% 4,6% 4,9% huishoudens met bijstand jonger dan 65 jaar 6,7% 6,1% 5,1% 4,5% 4,8% langer dan 3 jaar bijstand (jonger dan 65 jaar) 55% 58% 65% 64% 59% langer dan 5 jaar bijstandsuitkering (jonger dan 65 jaar) 42% 44% 49% 51% 47% aandeel bijstandshuishoudens met kinderen (max. 12 jaar) 24% 24% 23% 23% 20% aandeel kinderen (t/m 12) opgroeiend in een bijstandshuishouden 10% 9% 7% 7% 6% aandeel bijstandshuishoudens met kinderen (max. 16 jaar) 29% 29% 27% 27% 25% aandeel kinderen (t/m 16) opgroeiend in een bijstandshuishouden 10% 10% 8% 7% 6% Bron: Bijstand huishoudenbestand 2010, Inwonersbestand 2010 * kinderen t/m 12 jaar (basisschoolkinderen) in bijstandsgezinnen als aandeel van het totale aantal kinderen in de stad in die leeftijd. In 2008 gaat het om kinderen: alle 0-11 jarigen en 30% van de 12-jarigen Utrechtse kinderen en jongeren in bijstandshuishoudens In Utrecht zijn bijstandshuishoudens met kinderen tussen de 0 en 16 jaar. Bij bijstandshuishoudens betreft het kinderen op de basisschool of jonger (tot en met twaalf jaar) bedraagt Het gaat om kinderen t/m 12 jaar en in totaal kinderen van 0 tot en met 16 jaar. In de periode is het aantal bijstandshuishoudens met kinderen flink gedaald, evenals het aantal kinderen dat opgroeit in een huishouden met een bijstandsuitkering. Tot 2009 is de groep huishoudens met kinderen en een bijstandsuitkering vrijwel net zoveel gedaald als de totale groep huishoudens met een bijstandsuitkering. In 2010 is dit aandeel gedaald tot 25% van alle bijstandshuishoudens. In voorgaande jaren lag dat aandeel iets hoger. Absoluut gezien zijn er niet veel minder bijstandshuishoudens met kinderen. Verhoudingsgewijs is deze groep kleiner geworden, omdat tijdens de crisis (in eerste instantie) vooral jonge werknemers het meeste risico lopen op ontslag. Deze hebben vaak nog geen gezin. In verhouding tot de gehele Utrechtse bevolking is het aandeel kinderen in een bijstandshuishouden het afgelopen jaar ook iets afgenomen van 7% in 2009 tot 6% in 2010 (zie tabel 1.4). De landelijke 19

20 ontwikkeling waarin een toename van het aantal kinderen in armoede zichtbaar wordt, zien we in Utrecht (nog) niet. In hoofdstuk vijf volgt meer informatie over kinderen die opgroeien in arme gezinnen. Helft huishoudens in de bijstand heeft niet-westers herkomst In Utrecht wonen huishoudens die (deels) een bijstandsuitkering ontvangen. Hiervan zijn huishoudens waarvan het hoofd van het huishouden jonger is dan 65 jaar. Bij iets minder dan de helft van deze huishoudens is het hoofd van het huishouden van Nederlandse herkomst (41%). Iets meer dan de helft van deze groep huishoudens heeft een niet-westerse herkomst (51%). Huishoudens waarvan het hoofd van het huishouden van Marokkaanse herkomst is vormen met 21% de grootste groep, maar de groep Utrechters uit 'overige niet-westerse landen' (landen in Azië, Afrika of Zuid-Amerika) is met 15% ook vrij groot (zie figuur 4). Ter vergelijking: de potentiële Utrechtse beroepsbevolking, bestaat voor 69% uit Utrechters van Nederlandse herkomst, voor 7% uit Utrechters van Marokkaanse herkomst en 4% Utrechters van Turkse herkomst. Figuur 4 Huishoudens met bijstandsuitkering tot 65 jaar naar etniciteit, 2010 autochtonen Marokkaans Turks Surinaams, Antilliaans, Arubaans ov.niet-westers ov. westers 9% 15% 39% 7% 8% 21% Bron: Bijstand huishoudenbestand 2010 Niet-westerse allochtonen uit een gezin met een laag inkomen lopen meer risico dan autochtonen en westerse allochtonen om zelf ook een laag inkomen te hebben. Voor niet-westerse allochtonen die opgroeiden in een arm gezin is de kans om zelf ook een laag inkomen te hebben ruim twee keer zo groot als voor autochtonen uit een arm gezin. Zijn ze echter opgegroeid in een gezin dat hoog op de inkomensladder stond, dan is hun kans om zelf ook zo'n gunstige inkomenspositie te bereiken even groot als bij autochtonen en westerse allochtonen (CBS, 2010). 20 Armoedemonitor 2010

21 Aantal 65-plushuishoudens met onvolledige AOW neemt verder toe In deze paragraaf gaat het alleen om de 65-plussers met AOW-gat en een bijstandsuitkering. Uit de gegevens van de Sociale verzekeringsbank over de situatie op 1 januari 2010 blijkt dat er in Utrecht huishoudens zijn waarvan het hoofd van het huishouden ouder is dan 65 jaar die bijstand ontvangen. Dit zijn huishoudens die geen volledige AOW ontvangen (zie toelichting in bijlage). Sinds enige jaren is de Sociale verzekeringsbank verantwoordelijk voor het uitkeren van zowel de AOW als de aanvullende bijstand (AIO). Van de Utrechtse huishoudens waarvan het hoofd van het huishouden 65 jaar of ouder is, die een bijstandsuitkering ontvangen, is een klein deel (4%, 53 personen) autochtone Nederlander. Daarnaast ontvangen plussers met een westerse herkomst (12%) en (84%) met een niet-westerse herkomst een bijstandsuitkering. In voorgaande jaren was het aantal 65-plus huishoudens met een AOW-gat lager, namelijk in 2008 en in Omdat steeds meer migranten uit het buitenland de pensioengerechtigde leeftijd bereiken zal het aantal personen met een AOW-gat in de toekomst verder stijgen. Tegen de tijd dat de meeste migranten hun AOW-gat kunnen compenseren met andere inkomsten, zoals werkgerelateerde pensioenen, zal de omvang van deze groep weer afnemen. 1.6 Beleving armoede Utrechters Via de Inwonersenquête bevraagt Bestuursinformatie jaarlijks zo'n Utrechters. Hierbij vragen we ook naar inkomen, hoe het inkomen verkregen wordt en in welke mate men kan rondkomen van het inkomen dat men heeft. Op basis van het inkomen kunnen we de Utrechters onderscheiden die leven van een inkomen op of rond het wettelijk sociaal minimum. Figuur 5 In welke mate kunt u rondkomen van uw inkomen? % Utrechters Utrechters op WSM 1 (zeer) goed 2 neutraal 3 (zeer) slecht Utrecht gemiddeld 1 (zeer) goed 2 neutraal 3 (zeer) slecht 50% 40% 60% 30% 40% 20% 20% 10% 21% 52% 27% 24% 46% 30% % 22% 5% 70% 24% 6% Bron: Inwonersenquête 2009,

22 Een op de drie Utrechters met inkomen op sociaal minimum kan slecht rondkomen Utrechters die leven van een inkomen op of rond het sociaal minimum, geven vaker aan moeite te hebben om rond te komen. Gemiddeld geeft in % van alle Utrechters aan moeite te hebben om rond te kunnen komen van hun inkomen (zie figuur 5). Van de Utrechters die van een inkomen op of rond het sociaal minimum leven geeft bijna een op de drie (30%) aan slecht te kunnen rondkomen. Utrechters met een inkomen rond het sociaal minimum die een bijstandsuitkering ontvangen kunnen vaker slecht rondkomen (44%) dan Utrechters op sociaal minimum met een betaalde baan bij een baas (18%). 22 Armoedemonitor 2010

23 2 Bereik financiële regelingen De gemeente Utrecht heeft diverse regelingen om arme mensen financieel tegemoet te komen. Het armoedebeleid richt zich, afhankelijk van de regeling, op de groep tot 125% van het wettelijk sociaal minimum. Het bereik van de meeste regelingen is hoog. Regelingen zoals de U-pas, langdurigheidstoeslag, reserveringstoeslag 65+ en kwijtschelding van gemeentebelastingen bereiken vrijwel de volledige doelgroep. 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk bespreken we de verschillende Utrechtse financiële regelingen om armoede tegen te gaan. We bekijken voor elke regeling het doel, hoeveel personen of huishoudens er gebruik van maken en wat het bereik is van de regeling onder de doelgroep. Het hoofdstuk biedt verder informatie over relevante achtergrondkenmerken, zoals leeftijd en etniciteit van personen die gebruik maken van deze financiële regelingen. 2.2 Gebruik en bereik van armoederegelingen Tabel 2.1 laat zien dat de U-pas absoluut gezien, de meest gebruikte armoederegeling van de gemeente Utrecht is. Ook van de collectieve ziektekostenverzekering maken veel arme Utrechters gebruik. Wat betreft het bereik van de regelingen kunnen we vaststellen dat er een aantal regelingen zijn die vrijwel de volledige doelgroep bereiken. Dit geldt zowel voor de U-pas als voor de langdurigheidstoeslag en reserveringstoeslag 65+. Ook maken veel mensen uit de doelgroep gebruik van de kwijtschelding van gemeentebelastingen en van de huurtoeslag. Het bereik voor de aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen en de collectieve verzekering ligt ook ruim boven de helft. Het bereik onder de doelgroep van het woonlastenfonds is het kleinst. 23

24 Tabel 2.1: Bereik en gebruik van financiële armoederegelingen 2009, 2007 en 2005 Bereik doelgroep Gebruik aantal huishoudens Huurtoeslag 89% * * Woonlastenfonds 27% Kwijtschelding gemeentebelastingen 93% Collectieve ziektekostenverzekering 57% U-pas 95% Langdurigheidstoeslag 95% Bijzondere bijstand Reserveringstoeslag % Toeslag voormalig alleenstaande ouders Aanvullende inkomensvoorziening ouderen 76% Jongerentoeslag zelfstandig wonenden Bron: Armoede Huishoudenbestand 2010, Armoedemonitor 2008, Armoedemonitor *jaarcijfer uit 2006 en 2008, geen gemeentelijke maar landelijke regeling 2.3 Huurtoeslag Particuliere huishoudens met een laag inkomen en die zelfstandige woonruimte huren met een huur onder de liberalisatiegrens kunnen aanspraak maken op huurtoeslag. Per 1 juli 2009 lag deze grens op 647,- en voor jongeren onder de 23 jaar op 357,-. Huurtoeslag kan oplopen tot om en nabij de 300,- per maand. Huurtoeslag is geen gemeentelijke regeling, maar een landelijk georganiseerde regeling via de belastingdienst. De meest recente cijfers over huurtoeslag die beschikbaar zijn gaan over het jaar In 2008 hebben Utrechtse huishoudens huurtoeslag ontvangen. Gemiddeld ontvangen deze huishoudens 132,- per maand. 24 Armoedemonitor 2010

25 Tabel 2.2: Huurtoeslag doel doelgroep (wie) doelgroep Verminderen van woonlasten van huurders met een laag inkomen. Particuliere huishoudens in de stad die tot doelgroep voor betaalbare woonruimte behoren, zelfstandige woonruimte huren en onder de liberalisatiegrens zitten huishoudens bereik huishoudens in 2008 (meest recente, beschikbare cijfers) % bereik 89% Bron: MVROM/WWI - Huurtoeslag Figuur 6 Aantal toekenningen huurtoeslag, Bron: MVROM/WWI - Huurtoeslag 2.4 Woonlastenfonds en woonkostentoeslag Het Vierde Huis keert zowel het woonlastenfonds als woonkostentoeslag uit in opdracht van SoZaWe. Mogelijkerwijs betaalt een huishouden na ontvangst van huurtoeslag of woonkostentoeslag (zie verderop) nog steeds teveel huur in vergelijking met het inkomen. Deze huishoudens kunnen een aanvraag indienen bij het Woonlastenfonds. In 2009 maakten 989 Utrechtse huishoudens gebruik van deze regeling. De gemiddelde toewijzing bedraagt ongeveer 28,- per maand. 25

26 Tabel 2.3: Woonlastenfonds Financiële ondersteuning bieden aan huishoudens waar na de huurtoeslag de woonlasten hoger zijn dan de norm (een percentage van het inkomen, afhankelijk van doel het soort huishouden). doelgroep (wie) Huishoudens met huurtoeslag of woonkostentoeslag met een laag norminkomen. doelgroep huishoudens bereik 989 huishoudens % bereik 27% Woonkostentoeslag voor huurders Woonkostentoeslag is bedoeld voor mensen van wie het inkomen is gedaald, die in verhouding tot hun lage inkomen hoge woonlasten hebben en die geen recht op huurtoeslag hebben. Aan woonkostentoeslag bij een huur boven de liberalisatiegrens is een verhuisplicht verbonden. In 2009 is er aan 29 Utrechtse huishoudens woonkostentoeslag verstrekt. In 6 gevallen heeft een huishouden twee bijdrages gehad, waardoor het in totaal gaat om 23 verschillende huishoudens. 2.5 Kwijtschelding gemeentebelastingen (afvalstoffenheffing en hondenbelasting) Inwoners met een uitkering op bijstandsniveau kunnen een kwijtschelding van gemeentebelastingen ontvangen. De gemeentebelastingen waarvoor kwijtschelding kan worden aangevraagd zijn: afvalstoffenheffing, hondenbelasting, onroerende zaakbelasting, rioolrecht, en soms ook hondenbelasting. In 2009 hebben huishoudens een kwijtschelding van gemeentebelastingen gehad. 26 Armoedemonitor 2010

27 Tabel 2.4: Kwijtschelding gemeentebelastingen (afvalstoffenheffing/hondenbelasting) Inkomensondersteuning door het kwijtschelden van belastingen die de (woon)lasten Doel verhogen. Inwoners van Utrecht met een inkomen op bijstandsniveau. Ook zelfstandig wonende studenten maken aanspraak op de regeling. Vermogen én schulden zijn in de toets van doelgroep (wie) toewijzing van belang. Doelgroep huishoudens Bereik huishoudens % bereik 93% 2.6 Collectieve ziektekostenverzekering Samen met een grote zorgverzekeraar heeft de gemeente Utrecht afgesproken dat Utrechters met een inkomen op of onder het niveau van de U-pas een korting krijgen op de collectieve premie van de basisverzekering en aanvullende zorgverzekering. Bovendien is overeengekomen dat het verplichte eigen risico wordt vergoed. In 2009 hebben in totaal huishoudens gebruik gemaakt van deze regeling. Bij huishoudens is door SoZaWe de premie ingehouden op de uitkering en bij 426 huishoudens door SVB (Sociale Verzekeringsbank). Minima met een U-pas kunnen aanspraak maken op een collectieve verzekering. Dit waren huishoudens in Tabel 2.5: Collectieve ziektekostenverzekering Toegang bieden tot een betaalbare zorgverzekering voor het opvangen van medische doel kosten. doelgroep (wie) Huishoudens met een U-pas doelgroep huishoudens bereik huishoudens % bereik 57% 2.7 U-pas De U-pas is een persoonsgebonden gratis kortingspas voor mensen met een inkomen tot 125% van het wettelijk sociaal minimum. Deze pas geeft korting op tal van activiteiten in de gemeente en aan de pas zijn een aantal regelingen gekoppeld zoals de collectieve ziektekosten verzekering en diverse regelingen voor kinderen. 27

28 Tabel 2.6: Maximaal inkomen met recht op een U-pas, 2010 (fiscaal) loon op jaaropgave Tot 65 jaar Vanaf 65 jaar Alleenstaande , ,- alleenstaande ouder , ,- meerpersoonshuishouden , ,- Mensen die tenminste drie maanden een uitkering van SoZaWe Utrecht ontvangen, krijgen de U-pas automatisch thuisgestuurd. Studenten komen niet in aanmerking voor de U-pas. In de gemeente Utrecht hebben personen in huishoudens in 2009 een U-pas tot hun beschikking gehad. Tabel 2.7: U-pas Het bevorderen van deelname aan maatschappelijke, sociale en culturele activiteiten Doel door minder draagkrachtige inwoners van Utrecht. Personen uit gezinnen met totaal inkomen tot 125% van het wettelijk sociaal minimum doelgroep (wie) (bijstandsniveau). Inkomensgrenzen U-pas 2010: zie tabel 2.7 doelgroep huishoudens bereik huishoudens, personen % bereik 95% Figuur 7 Aantal Utrechtse huishoudens met een U-pas, Bron: Armoede huishoudenbestand Armoedemonitor 2010

29 2.8 Langdurigheidstoeslag De Langdurigheidstoeslag moet uitkomst bieden aan mensen met een laag inkomen die een grote uitgave willen doen (bijvoorbeeld koelkast of wasmachine) maar daar het geld niet voor hebben. Het is bedoeld voor mensen die drie jaar of langer een inkomen hadden van niet meer dan 110% van het wettelijk sociaal minimum. In 2009 maakten huishoudens gebruik van de Langdurigheidstoeslag. Tabel 2.8: Langdurigheidstoeslag Extra draagkracht voor Utrechters die langdurig op een minimuminkomen zijn doel aangewezen. huishoudens waarvan hoofdaanvrager tussen 21 en 65 jaar is, met minimaal 3 jaar een doelgroep (wie) inkomen tot 110% wettelijk sociaal minimum. doelgroep huishoudens bereik huishoudens % bereik 95% 29

30 2.9 Bijzondere bijstand Wie als gevolg van bijzondere omstandigheden gedwongen is om extra noodzakelijke kosten te maken en deze niet kan betalen, kan bijzondere bijstand aanvragen. Dit geldt alleen als het gaat om uitgaven die niet vergoed worden door andere voorzieningen zoals de aanvullende ziektekostenverzekering. Voor deze voorziening is het niet mogelijk om de doelgroep in kaart te brengen. Het is namelijk niet bekend hoeveel huishoudens met een hoger inkomen vanwege hun uitgavenverplichtingen in aanmerking kunnen komen voor bijzondere bijstand. Figuur 8 Aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand, Bron: Armoede Huishoudenbestand 2010 en Armoedemonitor 2008 Het aantal huishoudens dat in 2009 gebruik maakte van bijzondere bijstand komt uit op Er kan sprake zijn van incidentele en periodieke bijstand. Bij huishoudens was er sprake van een incidentele bijdrage, bij van een periodieke en 257 huishoudens kregen zowel incidentele als periodieke bijstand. Periodieke bijstand betreft vooral financiële transacties en incidentele bijstand gaat voornamelijk om voorzieningen voor de woning. 30 Armoedemonitor 2010

31 Tabel 2.9: Bijzondere bijstand Een bijdrage leveren aan de draagkracht van Utrechters die bepaalde noodzakelijke doel kosten vanwege bijzondere omstandigheden niet zelf kunnen betalen. Mensen met een uitkering van SoZaWe of een ander laag inkomen. Maar ook mensen met een hoger inkomen kunnen bij bijzondere uitgavenverplichtingen in aanmerking doelgroep (wie) komen voor bijzondere bijstand. doelgroep niet te bepalen bereik % bereik niet te bepalen 2.10 Reserveringstoeslag 65+ De Reserveringstoeslag is voor de aanschaf, vervanging of reparatie van duurzame gebruiksgoederen (zoals woningstoffering en meubilering, huishoudelijke apparaten en fietsen). Tabel 2.10: Maximaal inkomen met recht op reserveringstoeslag 65+, 2008 (fiscaal) loon op jaaropgave alleenstaande ,- alleenstaande ouder ,- gezin, tenminste 1 partner 65 jaar of ouder ,- Per 1 januari 2009 geldt deze regeling alleen nog voor huishoudens waarvan het hoofd of een ander lid van het huishouden 65 jaar of ouder is (was eerder 21 jaar en ouder). De reserveringtoeslag bedraagt 200,- voor alleenstaanden en 300,- voor gehuwden. In totaal hebben huishoudens een reserveringstoeslag 65+ ontvangen. Tabel 2.11: Reserveringstoeslag 65+ Reserveringstoeslag: Utrechters van 65 jaar of ouder met een langdurig laag inkomen doel tegemoetkomen bij de aanschaf van duurzame goederen. huishoudens waarvan hoofdaanvrager 65-plusser is met minimaal 3 jaar inkomen tot doelgroep (wie) de inkomensgrenzen in Tabel 2.11 doelgroep huishoudens bereik huishoudens % bereik 99% 31

32 2.11 Toeslag voormalig alleenstaande ouders Een alleenstaande ouder kan normaal gesproken aanspraak maken op bijstand voor alleenstaande ouders en kinderbijslag. Maar zodra het thuiswonende kind eigen inkomsten krijgt uit studiefinanciering (WSF18+) of tegemoetkoming in onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS), kan er geen aanspraak meer worden gemaakt op bijstand voor alleenstaande ouders. Deze alleenstaande ouders hebben nog wel recht op bijstand voor alleenstaanden, maar dit bedrag is een stuk lager. Om dit gat te dichten bestaat er de toeslag voormalig alleenstaande ouders. Het kind moet dan wel thuis wonen en nog geen 21 jaar oud zijn. De toeslag voormalig alleenstaande ouders is uitgekeerd aan 39 huishoudens. Tabel 2.12: Toeslag voormalig alleenstaande ouders Financiële tegemoetkoming aan alleenstaande ouders die voorheen aanspraak konden maken op bijstand voor alleenstaande ouders, maar nu alleen bijstand voor Doel alleenstaanden kunnen ontvangen. Alleenstaande ouders met een thuiswonend kind jonger dan 21 jaar, dat WSF18+ of doelgroep (wie) WTOS ontvangt. doelgroep niet te bepalen Bereik 39 huishoudens % bereik niet te bepalen 32 Armoedemonitor 2010

33 2.12 Aanvullende inkomensvoorziening ouderen De aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) is bedoeld voor mensen met een laag AOWpensioen en die verder geen of weinig inkomsten hebben. De AIO vult het inkomen aan tot op het niveau van het sociaal minimum. De hoogte van de AIO hangt af van de hoogte van het inkomen. De inkomens van een (inwonende) partner en thuiswonend kind ouder dan 18 jaar tellen ook mee als inkomen. Voor de AIO geldt dat het eigen vermogen niet te hoog mag zijn. Voor alleenstaanden ligt de grens bij en voor gehuwden en samenwonenden is dit Het aantal huishoudens dat een AIO heeft gehad, komt uit op Tabel 2.13: Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) Doel aanvullen van inkomen van ouderen met een inkomen lager dan het sociaal minimum doelgroep (wie) ouderen met een laag AOW-pensioen en totale inkomsten onder het sociaal minimum doelgroep huishoudens Bereik huishoudens % bereik 76% 33

Armoedemonitor Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht. Utrecht.nl/onderzoek

Armoedemonitor Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht. Utrecht.nl/onderzoek Armoedemonitor 2013 Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286

Nadere informatie

Armoedemonitor Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht

Armoedemonitor Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht Armoedemonitor 2013 www.utrecht.nl/onderzoek Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht 1 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030

Nadere informatie

Armoedemonitor Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht

Armoedemonitor Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht Armoedemonitor 2008 Armoede en het bereik van financiële regelingen in de gemeente Utrecht december 2008 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Sector Bestuurs- en Concernzaken Gemeente Utrecht Postbus

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-138 3 juli 2002 9.30 uur Verdere daling langdurige minima In 2000 hadden 229 duizend huishoudens al ten minste vier jaar achtereen een inkomen onder

Nadere informatie

Informatie 10 januari 2015

Informatie 10 januari 2015 Informatie 10 januari 2015 ARMOEDE: FEITEN EN CIJFERS ARMOEDE WERELDWIJD Wereldwijd leven ongeveer 1,2 miljard mensen in absolute armoede leven: zij beschikken niet over basisbehoeften zoals schoon drinkwater,

Nadere informatie

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-079 3 december 2009 9.30 uur Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen Meeste kans op armoede bij eenoudergezinnen en niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Kerncijfers armoede in Amsterdam - Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Informatie 17 december 2015

Informatie 17 december 2015 Informatie 17 december 2015 ARMOEDE: FEITEN EN CIJFERS Ondanks het aflopen van de economische recessie, is de armoede in Nederland het afgelopen jaar verder gestegen. Vooral het aantal huishoudens dat

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden September 2013 ugu Minimuminkomens in Leiden Samenvatting De armoede in Leiden is na 2009, net als in heel Nederland, toegenomen. Dat blijkt uit cijfers uit het regionaal inkomensonderzoek van het Centraal

Nadere informatie

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens April 2018 Uitgave 2018/01 info@leidenincijfers.nl Inleiding en aanleiding De gemeente Leiden en het CBS hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

Persbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel

Persbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Persbericht PB08-086 18 december 2008 9.30 uur Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel In 2006 verkeerden 623 duizend

Nadere informatie

Armoede in Utrecht Factsheet

Armoede in Utrecht Factsheet Armoede in Utrecht Factsheet Hier komt tekst Afdeling Onderzoek, maart 2015 Margriet de Haan, Linda Scheelbeek, Robin Tromp Inhoudsopgave 1. Ontwikkelingen armoede algemeen 2. Utrecht vergeleken: Wettelijk

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden Juli 2012 ugu Minimuminkomens in Leiden Het CBS voert periodiek regionale inkomensonderzoeken uit, gebaseerd op gegevens van de belastingdienst. Momenteel zijn de meest actuele cijfers die van 2009. Uit

Nadere informatie

PERSBERICHT. Armoedesignalement 2013: Sterke groei armoede in 2012, maar afzwakking verwacht ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 3 DECEMBER 2013, 00:01 UUR

PERSBERICHT. Armoedesignalement 2013: Sterke groei armoede in 2012, maar afzwakking verwacht ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 3 DECEMBER 2013, 00:01 UUR PERSBERICHT ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 3 DECEMBER 2013, 00:01 UUR Inlichtingen bij Dr. P.H. van Mulligen persdienst@cbs.nl T 070 3374444 Dr. J.C. Vrooman c. vrooman@scp.nl T 070 3407846 of Dr. S.J.M. Hoff

Nadere informatie

PERSBERICHT. Armoedesignalement 2014: Armoede in 2013 toegenomen, maar piek lijkt bereikt. Den Haag, 18 december 2014

PERSBERICHT. Armoedesignalement 2014: Armoede in 2013 toegenomen, maar piek lijkt bereikt. Den Haag, 18 december 2014 Inlichtingen bij PERSBERICHT Dr. J.C. Vrooman c. vrooman@scp.nl T 070 3407846 Dr. P.H. van Mulligen persdienst@cbs.nl T 070 3374444 Armoedesignalement 2014: Armoede in 2013 toegenomen, maar piek lijkt

Nadere informatie

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Leidschendam-Voorburg

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

Armoedemonitor Voorschoten 2012

Armoedemonitor Voorschoten 2012 Armoedemonitor Voorschoten 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Voorschoten structureert

Nadere informatie

Armoede in 2010 niet verminderd, toename verwacht in 2011 en 2012

Armoede in 2010 niet verminderd, toename verwacht in 2011 en 2012 Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Inlichtingen bij ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 6 DECEMBER 2011 09:30 UUR Prof. dr. J.J. Latten persdienst@cbs.nl T 070 337 4444 Dr. J.C. Vrooman

Nadere informatie

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Olst-Wijhe. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

Inkomens in Helmond RIO 2013

Inkomens in Helmond RIO 2013 FACT sheet Inkomens in Helmond RIO 2013 Informatie van Onderzoek en Statistiek Jaarlijks levert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) cijfermatige informatie over de inkomens van en huishoudens

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Een onderzoek naar de doelgroep, het beleid en de risicogroepen voor armoede in de gemeente Zoetermeer Maart 2014 Colofon Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016

Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 COLOFON Gemeente Almere Onderzoek en rapportage Gemeente Almere / SBC / Team Onderzoek & Statistiek

Nadere informatie

Armoedemonitor Foto: Robert Oosterbroek. Utrecht.nl/onderzoek

Armoedemonitor Foto: Robert Oosterbroek. Utrecht.nl/onderzoek Armoedemonitor 2017 Foto: Robert Oosterbroek Utrecht.nl/onderzoek 1 Colofon uitgave IB Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht van Werk &

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2015 Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van

Nadere informatie

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Minima Effect Rapportage 2017 Nibud Datum 28 mei 2018 Naam en telefoon Sille Dohmen 5772 Afdeling SMO Portefeuillehouder Kees van Geffen Waarover wil je informeren? Met de Minima Effect Rapportage

Nadere informatie

Armoedemonitor Zoetermeer 2010

Armoedemonitor Zoetermeer 2010 Armoedemonitor Zoetermeer 2010 mei 2011 Opdrachtgever: Hoofdafdeling Welzijn, afdeling WZI, beleid en implementatie Marieke Bosch Uitvoering: KWIZ, Groningen Databewerking Gemeente Zoetermeer, hoofdafdeling

Nadere informatie

Armoedemonitor Voorschoten 2012

Armoedemonitor Voorschoten 2012 Armoedemonitor Voorschoten 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Voorschoten structureert

Nadere informatie

Armoedesignalement 2012: Armoede in 2011 sterk toegenomen

Armoedesignalement 2012: Armoede in 2011 sterk toegenomen Inlichtingen bij Dr. J.C. Vrooman c. vrooman@scp.nl T 070 3407846 Dr. P.H. van Mulligen persdienst@cbs.nl T 070 3374444 Armoedesignalement 2012: Armoede in 2011 sterk toegenomen Den Haag, 6 december 2012

Nadere informatie

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data Armoede niet in beeld, overzicht op basis van CBS-data COLOFON Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen gemeente Almere/ team Onderzoek & Statistiek

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD

ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het armoedebeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Krimpenerwaard. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354 In het gebied groeit meer dan de helft van de kinderen op in een minimasituatie. Daarnaast groeit in De Wierden bijna de helft op in een eenoudergezin. De combinatie van relatief lage doorstroming en relatief

Nadere informatie

Overzicht huidige minimaregelingen

Overzicht huidige minimaregelingen Datum 10 juni 2014 1 (7) Overzicht huidige minimaregelingen Auteur Eveline Bal, Beleidsadviseur Werk & Inkomen Het huidige minimabeleid van de gemeente Nieuwegein kent verschillende instrumenten ter bestrijding

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Twee onderdelen Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende regelingen

Nadere informatie

HUISHOUDENS IN ALMERE MET EEN LAAG INKOMEN Wat zijn hun eigenschappen?

HUISHOUDENS IN ALMERE MET EEN LAAG INKOMEN Wat zijn hun eigenschappen? HUISHOUDENS IN ALMERE MET EEN LAAG INKOMEN Wat zijn hun eigenschappen? Huishoudens in Almere met een laag inkomen- wat zijn hun eigenschappen? COLOFON Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen gemeente

Nadere informatie

Armoedemonitor Wassenaar 2012

Armoedemonitor Wassenaar 2012 Armoedemonitor Wassenaar 2012 Maart 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Wassenaar structureert (bestaande)

Nadere informatie

Armoedemonitor Den Haag 2008

Armoedemonitor Den Haag 2008 Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Armoedemonitor Den Haag 2008 Nummer 2. oktober 2008 Opgesteld door KWIZ te Groningen in opdracht van

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van de vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Armoede en gezondheid

Armoede en gezondheid 25 epidemiologisch bulletin, 12, jaargang 47, nummer 2 Armoede en gezondheid Gegevens over Den Haag Ad van Dijk, Irene van der Meer Centraal thema in de Haagse Nota s Volksgezondheid sinds 1999 is het

Nadere informatie

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2011-1796 Datum November 2011 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK

BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK Armoedemonitor 2015 gemeente Noordwijk Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2009

Amsterdamse Armoedemonitor 2009 Amsterdamse Armoedemonitor 2009 In opdracht van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) Uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek Nummer 13, oktober 2010 Amsterdamse Armoedemonitor 2009 In opdracht van

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL

ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL Armoedemonitor 2015 gemeente Capelle aan den IJssel Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid

Nadere informatie

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist 2 Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Sociaal Raadslieden Zeist Bergweg 1 3701 JJ Zeist T 030-6923857 M sora.zeist@planet.nl I www.sociaalraadsliedenzeist.nl 3 4 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijzondere bijstand en minimaregelingen

Bijzondere bijstand en minimaregelingen Bijzondere bijstand en minimaregelingen De gemeente Duiven kent vier vormen van inkomensondersteuning. In deze folder leest u informatie over. 1. Bijzondere bijstand 2. Minimabeleid 3. Individuele inkomenstoeslag

Nadere informatie

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de 8 Participatie in welvaart In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de welvaartssituatie van verschillende

Nadere informatie

Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties

Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties In dit overzicht (matrix) van inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Notitie draagkracht naar 120 %

Notitie draagkracht naar 120 % Notitie draagkracht naar 120 % 1. Aanleiding In het Algemeen Bestuur is verzocht om meer inzicht te geven in de consequenties van een eventuele verhoging van de inkomensgrens van minimaregelingen van 110%

Nadere informatie

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Lage inkomens in Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam, rve Participatie Projectnummer: Laure Michon Nienke Nottelman Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres:

Nadere informatie

Gemeente Helmond. Armoedemonitor 2011. Armoede en het bereik van financiële regelingen in Helmond. Onderzoek en Statistiek

Gemeente Helmond. Armoedemonitor 2011. Armoede en het bereik van financiële regelingen in Helmond. Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Armoedemonitor 2011 Armoede en het bereik van financiële regelingen in Helmond Onderzoek en Statistiek COLOFON Titel: Armoedemonitor 2011 Opdrachtgever: Gemeente Helmond Opdrachtnemer:

Nadere informatie

Inkomenstatistiek Westfriesland

Inkomenstatistiek Westfriesland Inkomenstatistiek Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2013-1941 Datum Juni 2013 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten 1.

Nadere informatie

Armoede in 2005 licht gestegen, maar daling verwacht voor

Armoede in 2005 licht gestegen, maar daling verwacht voor Armoede in 2005 licht gestegen, maar daling verwacht voor 2006-2008 Armoedemonitor 2007 Volgens de drie criteria die in dit rapport zijn gehanteerd, is de armoede in 2005 licht gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 107 maatschappelijke zorg 10 108 Maatschappelijke zorg Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering verder afgenomen Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering is in 2009 met 3,1% gedaald, tot

Nadere informatie

Armoede in de Stad. Armoedemonitor Groningen 2015

Armoede in de Stad. Armoedemonitor Groningen 2015 B A S I S V O O R B E L E I D Armoede in de Stad Armoedemonitor Groningen 2015 Armoede in de Stad Armoedemonitor Groningen 2015 Erik van der Werff Klaas Kloosterman Onderzoek en Statistiek Groningen, januari

Nadere informatie

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 429 Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Interne Memo nr. Aan: commissie MO Van: G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Inleiding Per 1 januari 2015 wijzigen een aantal zaken binnen

Nadere informatie

Digipanel schuldenproblematiek

Digipanel schuldenproblematiek Digipanel schuldenproblematiek Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek September 2018 Samenvatting Eind 2017 zijn door de gemeenteraad van s-hertogenbosch de kaders voor het voorkomen

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede 1 Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij willen

Nadere informatie

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren

Nadere informatie

B E R A A D S G R O E P

B E R A A D S G R O E P Deze Beraadsgroep kent 31 deelnemers. Sjaak Rijk is kwaliteitsadviseur bij Sociale Zaken Almere. Hij zal de deelnemers aan deze Beraadsgroep informeren over de wijzigingen in de Wet werk en bijstand sinds

Nadere informatie

INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND

INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND Inventarisatie doelgroep armoedebeleid gemeente Ameland Colofon Opdrachtgever Gemeente Ameland Datum december 2014 Auteurs Harry Piepers Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Informatie over minimaregelingen 2018

Informatie over minimaregelingen 2018 Informatie over minimaregelingen 2018 1 Deze folder is voor u Heeft u een laag inkomen en weinig vermogen? Dan is de kans groot dat het voor u soms moeilijk is om rond te komen. Een groot deel van het

Nadere informatie

Informatie over minimaregelingen 2018

Informatie over minimaregelingen 2018 Informatie over minimaregelingen 2018 DEZE FOLDER IS VOOR U Heeft u een laag inkomen en weinig vermogen? Dan is de kans groot dat het voor u soms moeilijk is om rond te komen. Een groot deel van het inkomen

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Tynaarlo Versie 13, februari 2015. Extra financiële ondersteuning nodig? Kijk waarvoor u bij Werkplein Baanzicht terecht kunt. WAAR HEB IK RECHT OP?

Tynaarlo Versie 13, februari 2015. Extra financiële ondersteuning nodig? Kijk waarvoor u bij Werkplein Baanzicht terecht kunt. WAAR HEB IK RECHT OP? Tynaarlo Versie 13, februari 2015 Extra financiële ondersteuning nodig? Kijk waarvoor u bij Werkplein Baanzicht terecht kunt. WAAR HEB IK RECHT OP? AANVRAGEN U kunt onderstaande financiële vergoedingen

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN Armoedemonitor gemeente Leeuwarden Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende

Nadere informatie

Een laag inkomen? Mogelijk heeft u recht op extra geld

Een laag inkomen? Mogelijk heeft u recht op extra geld Een laag inkomen? Mogelijk heeft u recht op extra geld Stad met een hart Rondkomen van een laag of een minimuminkomen is niet makkelijk. Zeker als u een hoger inkomen gewend was. Maar maakt u wel gebruik

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Informatie over minimaregelingen 2018

Informatie over minimaregelingen 2018 Informatie over minimaregelingen 2018 1 DEZE FOLDER IS VOOR U Heeft u een laag inkomen en weinig vermogen? Dan is de kans groot dat het voor u soms moeilijk is om rond te komen. Een groot deel van het

Nadere informatie

Monitor lage inkomens. Huishoudens met een laag inkomen en het bereik van financiële regelingen in Helmond 2014

Monitor lage inkomens. Huishoudens met een laag inkomen en het bereik van financiële regelingen in Helmond 2014 Monitor lage inkomens Huishoudens met een laag inkomen en het bereik van financiële regelingen in Helmond 2014 COLOFON Titel Opdrachtgever: Opdrachtnemer : Monitor lage inkomens: huishoudens met een laag

Nadere informatie

Armoedemonitor Feiten en cijfers over armoede in de gemeente s-hertogenbosch

Armoedemonitor Feiten en cijfers over armoede in de gemeente s-hertogenbosch Armoedemonitor 2016 Feiten en cijfers over armoede in de gemeente Afdeling Onderzoek en Statistiek Oktober 2016 Samenvatting Dit rapport geeft een beeld van de armoede in de gemeente. Het gaat over: de

Nadere informatie

Inkomenstatistiek Westfriesland

Inkomenstatistiek Westfriesland Inkomenstatistiek Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2012-1881 Datum Juli 2012 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten 1.

Nadere informatie

Meer Mee-Doen. Regelingen bijzondere bijstand en minimabeleid. Dienst Oost Achterhoek. Sociale

Meer Mee-Doen. Regelingen bijzondere bijstand en minimabeleid. Dienst Oost Achterhoek. Sociale Meer Mee-Doen Regelingen bijzondere bijstand en minimabeleid Sociale Dienst Oost Achterhoek 03-2015 Deze brochure geeft de belangrijkste informatie maar is natuurlijk niet volledig. Voor meer informatie

Nadere informatie

Ontwikkeling van het gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen in 1,000,00 in de periode in Zuid-Holland en Nederland

Ontwikkeling van het gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen in 1,000,00 in de periode in Zuid-Holland en Nederland Inleiding Het zorgen voor een eigen inkomen, het hebben van werk, geeft trots en voldoening. Werken schept de mogelijkheid in contact met anderen iets te doen wat als waardevol wordt gezien. Er wordt immers

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010 De invloed van

Nadere informatie

aparte regeling Bereik:40,2% (bekeken op huishoudniveau) Regeling maatschappelijke participatie +228,6% Aantal: 208

aparte regeling Bereik:40,2% (bekeken op huishoudniveau) Regeling maatschappelijke participatie +228,6% Aantal: 208 Samenvatting onderzoeken en resultaten Voorschoten In deze bijlage is kort weergegeven welke twee onderzoeken zijn uitgevoerd en wat de resultaten zijn. Voor de gehele rapportages van de onderzoeken wordt

Nadere informatie

Raads informatiebrief

Raads informatiebrief gemeente Eindhoven Raadsnummer O6.RI57O.OOI Inboeknummer o6bstoo46y Dossiernummer 6xo.yoy z maart aoo6 Raads informatiebrief Betreft omvang en samenstelling van lage inkomensgroepen in Eindhoven. 1 Inleiding

Nadere informatie

Nota van B&W. Samenvatting

Nota van B&W. Samenvatting Nota van B&W Onderwerp Minimabeleid in de gemeente Haarlemmermeer Portefeuillehouder dr T.C.M. Horn I 8 QLkb 10 &L- 2 Inlichtingen R.J. Kouwenhoven (023 567 66 15) Collegevergadering Regirtrabenummar z00

Nadere informatie

In Beek doet iedereen mee. Regelingen voor mensen met een laag inkomen

In Beek doet iedereen mee. Regelingen voor mensen met een laag inkomen In Beek doet iedereen mee Regelingen voor mensen met een laag inkomen De gemeente Beek heeft een aantal regelingen om mensen met een laag inkomen te ondersteunen. Dit doen wij omdat wij het belangrijk

Nadere informatie

Armoedemonitor Ridderkerk 2009

Armoedemonitor Ridderkerk 2009 Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 fax (050) 5252973 Snouckaertlaan 66 3811 MB Amersfoort Telefoon (033) 4638686 Fax (033) 4632255 Armoedemonitor Ridderkerk 2009 e-mail contact@kwiz.nl

Nadere informatie

Informatie over minimaregelingen juli 2019

Informatie over minimaregelingen juli 2019 Informatie over minimaregelingen juli 2019 1 Inhoudsopgave Deze folder is voor u... 3 Vooraf aanvragen... 3 Inkomen en vermogen... 4 Woonkosten... 5 Gezondheid... 6 Opgroeiende kinderen... 8 Overige regelingen...

Nadere informatie