Naam Beleidsregels met gedoogvoorwaarden ten aanzien van coffeeshops (1996)

Transcriptie

1 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2003 / 65 Naam Beleidsregels met gedoogvoorwaarden ten aanzien van coffeeshops (1996) Publicatiedatum 16 juli 2003 Opmerkingen - De beleidsregels zijn integraal overgenomen uit de "Notitie coffeeshopbeleid" van de burgemeester, gedateerd oktober Deze notitie heeft daarna nog als bijlage deel uitgemaakt van het raadsbesluit d.d. 31 januari 1996 nummer 277/1995 tot wijziging van artikel van de APV. Een paar kleine redactionele aanpassingen zijn aangebracht in verband met voornoemd besluit van 31 januari In de beleidsregels is opgenomen de bepaling dat ze in werking treden terstond na publicatie, derhalve op 9 februari Voor bestaande coffeeshops treden de regels in werking op 9 februari Aanvulling met besluit van de burgemeester d.d. 1 juli 2003 inzake maximeren aantal coffeeshops op 15. De inwerkingtreding is (onmiddelijk na bekendmaking) ingaande 16 juli 2003, op welk tijdstip de onderhavige publicatie in de plaats is gesteld van het voorgaande gemeenteblad GB Aantal bladzijden / verkoopprijs 5 / 0,25 gb doc

2 Beleidsregels met gedoogvoorwaarden ten aanzien van coffeeshops (1996) Algemeen Er bestaat een algemeen streven om de overlast veroorzaakt door coffee-shops terug te dringen. De zogeheten "Paarse drugsnota" (een nota op rijksniveau met de officiële titel "Het Nederlandse drugbeleid, Continuïteit en verandering") geeft dat ook uitdrukkelijk aan. Dit streven geldt ook voor de gemeente Nijmegen waar in zestien coffeeshops softdrugs worden verkocht. Het hieronder weergegeven beleid ten aanzien van coffeeshops past in die "Paarse drugsnota" en is naar mijn mening een voor de gemeente Nijmegen redelijk antwoord op de overlast die wordt veroorzaakt door coffeeshops. Voorop zij gesteld dat de verkoop van softdrugs volgens de Opiumwet verboden is. De verkoop van softdrugs in coffeeshops of andere soortgelijke inrichtingen met een andere naam, is zomede een illegale activiteit. Bepalend in dezen is het feit dat softdrugs worden verkocht, niet de naamgeving die de exploitant kiest voor zijn zaak. Het Openbaar Ministerie gaat alleen dan niet tot vervolging van deze strafbare feiten over, indien gehandeld wordt binnen het kader van de zogeheten AHOJ-G-criteria. Dit betekent dat coffeeshops niet mogen afficheren (A) met het feit dat zij softdrugs verkopen, geen harddrugs mogen verkopen (H), geen overlast mogen veroorzaken (O), niet mogen verkopen aan jeugdigen beneden de leeftijd van 18 jaar (J) en geen transacties boven de (nu nog) 30 gram mogen uitvoeren (G). Indien een coffeeshophouder handelt in strijd met deze criteria is het O.M. bereid over te gaan tot vervolging. Naast deze strafrechtelijke regulering wordt ook op bestuurlijk vlak opgetreden tegen coffeeshops. Nadere regulering kan daaraan bijdragen. Momenteel vallen coffeeshops, omdat zij voor wat betreft de verkoop van eet- en drinkwaren onder het begrip horeca vallen, onder de werking van artikel van de Nijmeegse Algemene Plaatselijke Verordening. Dit betekent dat degene die een coffeeshop wil gaan exploiteren daarvan mededeling doet aan de burgemeester. Om elke schijn van legaliteit van coffeeshops te vermijden en om tot een betere en snellere bestuurlijke regulering van de overlast te komen hebben het college van van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Nijmegen gedoogvoorwaarden opgesteld. Dit houdt in dat coffeeshops slechts worden gedoogd indien zij, naast de AHOJ-G criteria, aan een aantal rigide gemeentelijke voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden hebben betrekking op de persoon van de exploitant, op de inrichting en op de openingsuren van een coffeeshop. Daar coffeeshops bij raadsbesluit van 31 januari 1996 nummer 277/1996 uit het begrip "inrichting" van artikel APV gemeente Nijmegen zijn gelicht, heeft dit tot gevolg, dat coffeeshops een op zichzelf staande, gedoogde categorie is geworden waarop gemeentelijke gedoogvoorwaarden voor vestiging van coffeeshops, die in de gemeentelijke "Notitie coffeeshopbeleid" zijn neergelegd, van toepassing zullen zijn. Coffeeshops vallen op basis van voornoemd raadsbesluit met ingang van 9 februari 1996 onder de werking van artikel 172 lid 2 en onder artikel 174 lid 1 en 2 van de Gemeentewet. Dit betekent dat de burgemeester, die belast is met de handhaving van de openbare orde en het toezicht op de openbare vermakelijkheden (in casu coffeeshops), bevoegd is de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn en overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde te beletten. Onder handhaving van de openbare orde wordt verstaan de zorg voor de normale gang van zaken in de gemeente. In een overleg, gehouden op 18 september 1995 met de Nijmeegse coffeeshophouders, is afgesproken dat op gezette tijden met hen gesproken zal worden over ontwikkelingen binnen de Nijmeegse coffeeshopwereld die voor de gemeente Nijmegen van belang zijn en andersom. Het Gelders Centrum voor Verslavingszorg zal uitgenodigd worden ook aan deze bijeenkomsten deel te nemen. 2

3 In de "Paarse drugsnota" wordt uiteengezet dat de Nederlandse regering geen grote veranderingen in de nu bestaande praktijk ten aanzien van handel in en gebruik van softdrugs wil aanbrengen. Een belangrijke wijziging is wel dat de gedoogde hoeveelheid softdrugs (de "G" uit de AHOJ-G criteria) wordt teruggebracht van 30 naar 5 gram. Een strikte handhaving van deze norm vergt een zeer grote politie-inzet. De minister van Justitie zal over de aanscherping van deze norm overleg voeren met het college van procureurs-generaal. Vooralsnog is de burgemeester van mening dat de handhaving van deze norm in Nijmegen geen hoge politieprioriteit behoeft. Gemeentelijke gedoogvoorwaarden Coffeeshops handelen in strijd met de Opiumwet. Er worden in principe door de burgemeester van Nijmegen geen bestuurlijke maatregelen genomen indien: a. coffeeshops de AHOJ-G criteria strikt naleven; b. coffeeshops sluiten op een door de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of van het woon- en leefmilieu vastgesteld tijdstip; c. de eigenaar/exploitant/beheerder van een coffeeshop van het voornemen om een "softdrugszaak" te gaan exploiteren drie maanden voorafgaand aan de feitelijke exploitatie schriftelijk kennisgeving doet aan de burgemeester; d. coffeeshops aan bepaalde "inrichtingseisen" voldoen. Deze eisen zijn als bijlage bijgevoegd. e. de eigenaar/exploitant/beheerder van de coffeeshop aan bepaalde persoonlijkheidseisen voldoet. Zij dienen bij het schriftelijk kennisgeven aan de burgemeester van het voornemen om een "softdrugszaak" te gaan exploiteren een "verklaring omtrent het gedrag" over te leggen; Indien na aanvang van de exploitatie, feiten of omstandigheden ten laste van de eigenaar/exploitant/beheerder van de coffeeshop bekend worden die aanleiding geven tot het oordeel dat sprake is van "slecht levensgedrag", zal de burgemeester van Nijmegen ten aanzien van de exploitatie van de coffeeshop maatregelen nemen; f. de coffeeshophouder actief meewerkt aan onderzoek, indien de gemeente Nijmegen hierom vraagt; g. de coffeeshophouder, in overleg met de verslavingszorg, informatiemateriaal over de gevolgen van het gebruik van drugs onder de aandacht van de bezoekers brengt. Overtreding van voorwaarde a zal strafrechtelijke vervolging en bestuursrechtelijk optreden ten gevolge hebben. Overtreding van de voorwaarden b tot en met g zal leiden tot òf het op last van de burgemeester direct sluiten van de coffeeshop door de politie, òf het toepassen van bestuursdwang, afhankelijk van de noodzaak tot snel optreden. De hierboven weergegeven regels zullen voor alle coffeeshops gaan gelden na bekendmaking ervan in het Publikatieblad van de gemeente Nijmegen. Ten aanzien van reeds bestaande coffeeshops geldt dat de inrichtings-eisen die in de bovenstaande regels worden gesteld, gaan gelden één jaar na bekendmaking van de beleidsregels, tenzij er gedurende dat jaar een wijziging in de exploitatie optreedt. Uitgangspunt bij de hantering van deze regels is dat er ten aanzien van het aantal coffeeshops een restrictief beleid wordt gevoerd; dit aantal mag niet toenemen. 3

4 Bijlage "inrichtingseisen" (Oorspronkelijk bij notitie coffeeshopbeleid) Eisen die ten aanzien van de inrichting waarin een coffeeshop wordt geëxploiteerd gesteld zullen worden. Oppervlakte inrichting In de coffeeshop moet één lokaliteit een oppervlakte hebben van tenminste 25 m² en elke andere lokaliteit een oppervlakte van tenminste 15 m². Daglichttoetreding De coffeeshop moet zijn voorzien van ramen met een zodanige oppervlakte dat voldoende daglichttoetreding is gewaarborgd, met dien verstande dat het raamoppervlak tenminste gelijk moet zijn aan die oppervlakte die in het Bouwbesluit of, bij gebreke daarvan in de Bouwverordening ten aanzien van woonkamers in woonhuizen, wordt gesteld. De ramen moeten zijn bezet met blank doorzichtig glas, waarvan ten hoogste 20% mag zijn bedekt met materiaal dat daglichttoetreding verhindert. Behoudens het bepaalde in het tweede lid mag de daglichttoetreding niet worden gehinderd door afscherming van het raamoppervlak binnen de coffeeshop. Afzondering van de inrichting In een lokaliteit mogen geen voorzieningen zijn aangebracht die een gehele afzondering van een gedeelte van de lokaliteit mogelijk maken. Vanuit ieder punt van een lokaliteit moet bij voortduring een deel van de lokaliteit met een oppervlakte van tenminste 15 m² kunnen worden overzien. Kunstlichtvoorziening De coffeeshop moet een zodanige kunstlichtvoorziening hebben, dat de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte, gemeten op 1 meter boven de vloer, over de gehele oppervlakte tenminste 50 lux bedraagt. Luchtverversings-, elektriciteits- en drinkwatervoorziening In de coffeeshop moeten de luchtverversing, de elektriciteits- en drinkwatervoorziening voldoen aan het bepaalde in het Bouwbesluit. Drinkwatervoorziening In de coffeeshop moet een voorziening aanwezig zijn om het glas- en vaatwerk met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen reinigen. Toiletgelegenheden In de coffeeshop moet, ten behoeve van de bezoekers, een gescheiden toiletinrichting voor zowel mannen als vrouwen aanwezig zijn, die voldoet aan de vereisten, gesteld in het Bouwbesluit. Elke toiletgelegenheid moet tenminste bevatten: a. één of meer behoorlijke privaten; b. één of meer behoorlijke voorzieningen om de handen met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen wassen. c. De in de privaten aanwezige closetpotten en de urinoirs moeten voorzien zijn van een waterspoeling, welke is aangesloten op de watervoorziening. Afwijken van inrichtingseisen In bijzondere gevallen kan de burgemeester afwijkingen van de aangegeven inrichtingseisen toestaan. 4

5 De burgemeester van de gemeente Nijmegen d.d. 1 juli 2003; Gelet op de Beleidsregels met gedoogvoorwaarden ten aanzien van coffeeshops (1996), artikel 13B Opiumwet; Overwegende dat de exploitant van coffeeshop Flyin High, Vlaamse Gas 46, de exploitatie heeft moeten beëindigen op die locatie en geen andere geschikte locatie heeft gevonden om zijn onderneming voort te zetten; in de beleidsregels ten aanzien van coffeeshops is bepaald dat er een maximumstelsel geldt voor coffeeshops, inhoudende dat het bestaande aantal van 16 niet mag toenemen; dat het beleid, zoals o.a. verwoord in de op 27 november 2001 door burgemeester en wethouders vastgestelde uitgangspunten notitie en in het aan de raad ter besluitvorming voorgelegde exploitatie-vergunningstelsel, er op is gericht coffeeshops uit de woonwijken te laten verdwijnen en dat door de eisen, die uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid en het voorkomen van overlast dienen te worden gesteld aan de locatie, het vinden van nieuwe locaties in het centrum bijna onmogelijk is geworden; dat een afname van het maximum geen toename van de overlast bij de overblijvende coffeeshops zal opleveren; Besluit Het maximum aantal coffeeshops dat binnen de gemeente Nijmegen zal worden gedoogd op grond van artikel 13B te bepalen op 15, met dien verstande dat hiervan 11 gelegen mogen zijn in het centrumgebied, zijnde het gebied omsloten door de rivier de Waal, Keizer Traianusplein, St. Canisiussingel, Oranjesingel, Nassausingel, Kronenburgersingel, Lange Hezelstraat en de spoorlijn Arnhem-Nijmegen; Deze wijziging van de beleidsregels treedt onmiddellijk in werking na bekendmaking en zal vervallen zodra het uitwerkingsbesluit tot het stellen van een maximum op grond van het vergunningstelsel voor coffeeshops en droge-horecainrichtingen in werking is getreden. De burgemeester van Nijmegen, mevr. dr. G. ter Horst 5